morfose – N.P.
++
Versie april 2014
2
Inhoudstafel
Welkom
4
Een brokje geschiedenis
5
Opdrachtverklaring
7
Inspiratiebronnen
8
De afdelingen
9
Enkele diensten
22
Wie is wie?
26
Grondplan van het ziekenhuis
28
Hoe bereikt u het ziekenhuis?
29
Praktische informatie
31
Bijlagen
Het beroepsgeheim Bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
3
Welkom Wij heten u van harte welkom in ons ziekenhuis. Om u vlugger vertrouwd te maken met ons ziekenhuis bieden wij u deze onthaalbrochure aan. Deze informatie zal u in een oogwenk duidelijk maken hoe onze instelling is ontstaan, wat voor ziekenhuis we zijn en welke waarden wij belangrijk vinden. Stage is een uiterst belangrijk onderdeel van jullie opleiding. Het personeel is dan ook bereid zich ten volle in te zetten om je een leerrijke en aangename stage aan te bieden. Een stage, waarin eerlijkheid en wederzijds respect, kortom attitudes, als prioriteiten worden beschouwd. Ons ziekenhuis wil zich dan ook inzetten om jullie een geactualiseerde praktijkgerichte opleiding aan te bieden. Je zal tijdens je stage waarschijnlijk met situaties geconfronteerd worden die vreemd lijken en slechts kunnen begrepen worden binnen één of ander referentiekader. Aarzel niet om vragen te stellen en bedenkingen te geven rond wat je ziet en hoort. Samen zal er getracht worden deze om te buigen tot leerrijke situaties. We hopen dat jullie verder uitgroeien tot beroepsbekwame en hartelijke mensen met de nodige ervaring, kennis en kunde.
De directie
4
Een brokje geschiedenis Door de eeuwenlange inzet van de congregatie der Grauwzusters Penitenten, is het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Franciscus uitgegroeid tot een modern therapeutisch centrum in Zuid-Oost-Vlaanderen. Dit moge blijken uit volgend historisch overzicht: 1344 1689 1809 1905 1923-1967 1972 1975-1990 2005
Stichting van de Congregatie door Burggraaf Van Melun Tijdens de Spaanse Overheersing krijgt het klooster de toelating om geesteszieke vrouwen te verplegen Erkenning als instelling van openbaar nut bij Keizerlijk Decreet van Napoleon Toelating van het Ministerie van Justitie voor het verplegen van 70 vrouwelijke geesteszieken Gestadige uitbreiding tot 440 bedden Oprichting van v.z.w. Psychiatrisch Ziekenhuis SintFranciscus Door overheidsbeslissingen is er een duidelijke afbouw van het aantal bedden tot 175 Beddencapaciteit:
5
A-dienst: dienst voor patiënten die ofwel dringende hulp vergen in geval van crisistoestand, ofwel een observatie of actieve behandeling nodig hebben. T-dienst: dienst voor patiënten welke een behandeling nodig hebben die erop gericht is hun sociale wederaanpassing optimaal te verzekeren. Tp-dag: semi-residentieel, dienst voor patiënten die dagbehandeling volgen en welke een behandeling nodig hebben die erop gericht is hun sociale wederaanpassing optimaal te verzekeren. Tp-nacht: semi-residentieel, dienst voor patiënten die ’s nachts naar het ziekenhuis komen en welke een behandeling nodig hebben die erop gericht is hun sociale wederaanpassing optimaal te verzekeren. Sp-dienst: dienst voor oudere psychogeriatrische patiënten waarbij behandeling en/of revalidatie nodig is. Totaal:
30 bedden
60 bedden
43 plaatsen
5 bedden
25 bedden 163 bedden
Alles samen dus 163 erkende ziekenhuisbedden. Naast de ziekenhuisbedden zijn er nog 10 (uitdovende) bedden in het Psychiatrisch Verzorgingstehuis en 30 erkende plaatsen Beschut Wonen (deze laatste zijn ondergebracht in een aparte VZW). De afdelingen zijn onderverdeeld in leef- of behandelgroepen. De therapieprogramma’s vertrekken vanuit de hulpvraag van de patiënt.
6
Opdrachtverklaring Als algemeen psychiatrisch ziekenhuis met een behandelfunctie binnen de regio Zuid-Oost-Vlaanderen staan wij open voor patiënten met algemeen psychiatrische en psychosociale problemen en dit ongeacht hun maatschappelijke positie en filosofische of religieuze overtuiging. Ons ziekenhuis dankt zijn bestaan aan acht eeuwen inzet en inspiratie van de Grauwzusters Penitenten met trouw aan de spiritualiteit van SintFranciscus. Wij onderschrijven volgende opdrachten: 1. Een patiëntenzorg met klemtonen op: aandacht voor de patiënt in al zijn noden en vragen, zijn familie en omgeving het behoud en het herwinnen van zelfstandigheid en zelfredzaamheid gestructureerde behandelplannen op maat van de individuele hulpvraag van elke patiënt 2. Een zorgorganisatie met klemtonen op: geïntegreerde multidisciplinaire teams ondersteunende diensten ten dienste van patiënt en patiëntenzorg netwerkvorming en zorgcircuits in samenwerking met de andere partners in de gezondheids- en welzijnszorg 3. Een organisatiecultuur met klemtonen op: gestructureerde en open communicatie tussen alle teamleden en alle geledingen van het ziekenhuis persoonlijke ontplooiing en ontwikkeling van deskundigheid
7
Inspiratiebronnen Voor de uitwerking van deze opdrachten putten wij uit volgende inspiratiebronnen: 1. De christelijke visie naar het voorbeeld van Jezus, met aandacht voor elke mens in zijn totaal mens zijn, in het bijzonder voor de zieke en gekwetste mens, in een ethisch christelijk perspectief. 2. Het gedachtegoed van Sint-Franciscus uitgaande van zijn oproep tot eenvoud, armoede en gastvrijheid. 3. De kwaliteitszorg als een lerende organisatie die gericht is op een streven naar continue kwaliteitsverbetering binnen alle geledingen.
Wij engageren ons om de hoger beschreven opdrachtverklaring te operationaliseren in kritische doelstellingen en kernopdrachten, en de uitvoering ervan te begeleiden, te evalueren en bij te sturen.
8
De afdelingen Afdeling Acute Zorg & Angst en Stemming Zorgprogramma Acute Zorg
Rechtstreeks nummer: Psychiater: Afdelingshoofd: Psycholoog: Maatschappelijk werker:
09/364.46.30 Dr. Chris Eeckhout Mevr. Anja Van Hende Mevr. Saartje De Cock Mevr. Leen Van Melckebeke
Doelgroep: Indicatiestelling is een residentiële afdeling met 7 bedden. Deze bedden bevinden zich gedeeltelijk op een gesloten unit. Wij richten ons op volwassenen die onvoldoende gekend zijn in ons ziekenhuis waardoor screening prioritair is. Het betreft zowel vrijwillige als gedwongen opnames.
Behandelvisie: Conform de algemene visie van het ziekenhuis hechten we veel belang aan het biopsychosociaal model. We zien een opname dan ook als een zoeken naar herstel van evenwicht tussen psychologische (mentale en emotionele), biologische (fysische) en sociale of relationele aspecten. Als we een goed zicht krijgen op hoe mensen intrapsychisch en relationeel functioneren kunnen we komen tot een optimale indicatiestelling voor behandelgroep of doorverwijzing. We vinden het daarbij heel belangrijk om met alle betrokkenen tot een geïndividualiseerd behandelingsvoorstel te komen. Hoewel we oog hebben voor de beperkingen zullen we ons vooral toeleggen op het in kaart brengen van sterke punten (kwaliteiten) en aanwezige of te ontwikkelen hulpbronnen.
9
Deze totaalvisie vormt de basis van ons handelen binnen indicatiestelling. We zoeken er naar om de reden van opname in een zo breed mogelijk kader te plaatsen om een genuanceerd beeld te krijgen van de patiënt en zijn problematiek.
Zorgprogramma Angst en Stemming
Rechtstreeks nummer: Psychiater: Afdelingshoofd: Psycholoog: Maatschappelijk werker:
09/364.46.30 Dr. Benedicte Monté Mevr. Anja Van Hende Mevr. Amy Clarysse Mevr. Leen Van Melckebeke
Doelgroep: De eenheid Angst- en Stemmingsstoornissen is een open residentiële afdeling met 18 bedden. Het behandelprogramma is gericht op volwassenen met een angst- of stemmingsproblematiek, die een minimale bereidwilligheid tonen om te functioneren in een behandelgroep en binnen de vooropgestelde structuur. De personen dienen te beschikken over voldoende fysieke en psychische mogelijkheden om actief deel te nemen aan het programma. De eenheid Angst en Stemming biedt behandelmogelijkheden voor vrijwillige en gedwongen opnames. Opname in het zorgprogramma Angst en Stemming, is aangewezen bij mensen met een duidelijke angst- of stemmingsproblematiek, waarbij eveneens sprake kan zijn van duidelijke interpersoonlijke probleemgebieden (relatieproblematiek, gezinsproblematiek en familiale problematiek) en disfunctioneren op vlak van werk en vrije tijd. Behandelvisie: Wij opteren voor het biopsychosociaal model. Hierbinnen wordt een angst- of stemmingsproblematiek gezien als het resultaat van de continue
10
interactie tussen een aangeboren kwetsbaarheid (biologisch), de persoonlijke ontwikkeling (psychologisch) en de omstandigheden (sociaal). In plaats van een lineaire oorzaak/gevolg redenering, houden we rekening met circulaire processen waarbij zeer verschillende medebepalende factoren betrokken zijn. Het betreft hier onder meer voorbeschikkende, uitlokkende, bestendigende en beschermende factoren. We gaan er van uit dat als mensen anders leren denken, zij sneller en met minder klachten uit hun angst- of stemmingsproblematiek komen en nadien ook beter beschermd zijn tegen terugval. Samen met de patiënt wordt gezocht naar unieke en geïndividualiseerde oplossingen. En samen met de patiënt gaat de therapeut op zoek naar de aanwezige hulpbronnen en de sterktes die kunnen helpen in zijn zoektocht naar oplossingen. Dit kan de negatieve spiraal aan betekenissen doorbreken en helpt de patiënt hoopvol en toekomstgericht te kijken. We trachten vanuit deze totaalvisie een context te creëren die de keuzemogelijkheden van de patiënt vergroot en hem/haar aanmoedigt om opnieuw volop deze keuzes na te streven.
Afdeling Verslavingszorg Zorgprogramma Verslavingszorg
Rechtstreeks nummer: Psychiater: Afdelingshoofd: Psycholoog: Maatschappelijk werker:
09/364.46.26 Dr. Sofie De Munck Mevr. Scherlippens Anja Mevr. Evelyne De Bruycker Mevr. Saartje De Cock Mevr. Hilde De Smet
Doelgroep: Het behandelprogramma is gericht op volwassenen met een ernstig en primair ethylmisbruik of medicatie-afhankelijkheid, waar bijkomend sprake
11
is van onderliggende interpersoonlijke (relatieproblematiek, gezinsproblematiek en familiale problematiek) en psychische probleemgebieden (depressie, angststoornissen, persoonlijkheidsproblematiek, …).
Behandelvisie: Wij opteren voor een brede, maar tegelijkertijd geïntegreerde benadering en zorg op maat. Vanuit deze visie hanteren wij het biopsychosociaal model. Hierbinnen wordt een afhankelijkheid gezien als het resultaat van de continue interactie tussen een aangeboren kwetsbaarheid (biologisch), de persoonlijke ontwikkeling (psychologisch) en de omstandigheden (sociaal). Tijdens de behandeling ligt de klemtoon op oplossingsgericht systemisch werken. Hierin is het de taak van de therapeut om samen met de patiënt een context te ontwikkelen waarin hij ervoor kan kiezen zichzelf te veranderen. Hiernaast baseren wij ons op de cognitieve gedragstherapie, de motivationele gespreksvoering en de terugvalpreventie als complementaire basisstrategieën. Concrete doelstellingen: motivatie tot gedragsverandering bevorderen kennis verwerven rond verschillende aspecten van een afhankelijkheid inzicht krijgen in en leren omgaan met de persoonlijke hoogrisicosituaties inzicht krijgen en leren omgaan met de achterliggende problematiek herstel of verbetering van de fysieke mogelijkheden maatschappelijke en sociale reïntegratie op het gebied van huisvesting, werk en vrije tijd
12
Zorgprogramma Oriëntatietraining
Rechtstreeks nummer: Psychiater: Afdelingshoofd: Psycholoog: Maatschappelijk werker:
09/364.46.26 Dr. Sofie De Munck Mevr. Scherlippens Anja Mevr. Evelyne De Bruycker Mevr. Saartje De Cock Mevr. Hilde De Smet
Doelgroep: Het behandelprogramma is aangewezen bij ernstige geheugenstoornissen in combinatie met centraal-executieve stoornissen, waarbij de aanwezigheid van een afhankelijkheid aannemelijk is en alternatieve verklaringen voor de cognitieve stoornissen onwaarschijnlijk zijn. Het gaat hier vaak om een vermoeden van de diagnose ‘Syndroom van Korsakov'.
Behandelvisie: We vertrekken vanuit het biopsychosociaal model, dat stelt dat zowel het ontstaan, het verloop als de gevolgen van alcoholproblemen samenhangen met lichamelijke, psychologische en sociale factoren. Verder maken we gebruik van de empatisch-directieve benadering. Hierbij fungeren zorgverleners als externe coach door het bieden van structuur en overzicht, waardoor de patiënten zoveel mogelijk in staat gesteld worden zelfstandig te functioneren. Deze benadering is een omgangsvorm voortgekomen uit het 4 K-model van Lindenhoff, en biedt vooral zekerheid en veiligheid aan de patiënten. Binnen dit model handelen we volgens de principes ‘kort, concreet, consequent en continu’. Hiernaast hanteren we de cognitieve gedragtherapie en de motivationele gespreksvoering als complementaire basisstrategieën.
13
De algemene doelstelling is het installeren van een bepaalde structuur in het leven, met het oog op een cognitieve en fysieke revalidatie. Deze is enerzijds gericht op het herstel van de functies en anderzijds op het in stand houden van de resterende en herwonnen mogelijkheden. Concrete doelstellingen: inzicht krijgen in de eigen beperkingen gebruik leren maken van compensatietechnieken, zoals de agenda kennis en inzicht verwerven in de eigen afhankelijkheidsproblematiek contacten met familie herstellen
Afdeling Woonactivatie - Rehabilitatie Zorgprogramma Woonactivatie
Rechtstreeks nummer: Psychiater: Afdelingshoofd: Psycholoog: Maatschappelijk werker:
09/364.46.55 Dr. Chris Eeckhout Mevr. Ann T’Joen Mevr. Marijke Claerhout Mevr. Selien Moreels
Doelgroep: Het zorgprogramma richt zich tot patiënten ( max. 10 ) die de acute fase in hun ziekteproces achter de rug hebben en gemotiveerd zijn om (opnieuw) zelfstandig of semi-zelfstandig (bv. beschutte woonvorm) te wonen.
14
Behandelvisie: Woonactivering wil mensen direct voorbereiden op een leven buiten het ziekenhuis, meer speciaal op het alleen wonen. Dit kan zijn in een woning of een appartement, maar evenzeer in een beschut woonproject. Mensen die hiervoor kiezen, moeten over heel wat vaardigheden beschikken. Koken, zijn tijd zinvol organiseren, onderhoud, winkelen, verantwoord omgaan met geld… zijn wezenlijk om een zinvol en bevredigend bestaan te leiden. In verschillende stappen proberen wij kandidaten hierin te begeleiden. Intakefase (1 week): men neemt zelf het initiatief om zich voor dit programma in te schrijven. Men neemt hiervoor contact op met Mevr. Marijke Claerhout. In een persoonlijk gesprek worden de persoonlijke verwachtingen uitgeklaard. Opleidingsfase (2 weken): gedurende 2 weken volgt men een cursus, die een theoretische basis legt voor het zelfstandig wonen. Oefenfase (10 weken): in groep wordt men begeleid naar zelfstandigheid. Heel wat activiteiten (koken; activiteiten dagelijks leven; sociale vaardigheden; themagesprekken; planning en organisatie) zullen stelselmatig worden uitgebreid. Trainingsfase (12 weken): men krijgt nu de gelegenheid zijn kunnen te bewijzen en verder te vervolmaken. Men beschikt over een eigen kamer die men overigens zelf onderhoudt, staat zelf in voor zijn voedsel, organiseert zelf zijn tijdsbesteding. Er is mogelijkheid om in het systeem van arbeidszorg te stappen. Uiteraard kan men bij dit alles terugvallen op individuele begeleiding. Gedurende en op het einde van elke fase zijn er evaluatiemomenten, waarin samen met de begeleiding de inzet van elke deelnemer wordt besproken en waar nodig bijgestuurd.
15
Zorgprogramma Rehabilitatie
Rechtstreeks nummer: Psychiater: Afdelingshoofd: Psycholoog: Maatschappelijk werker:
09/364.46.55 Dr. Chris Eeckhout Mevr. Ann T’Joen Mevr. Marijke Claerhout Mevr. Selien Moreels
Doelgroep: 10 psychiatrische patiënten die een langdurige behandeling nodig hebben of blijvend op gespecialiseerde psychiatrische zorg zijn aangewezen.
Behandelvisie: Aan de hand van individuele behandelplannen tracht het team het zelfzorgvermogen van de patiënten te behouden of op een hoger niveau te brengen. We stellen het verhogen van de levenskwaliteit als prioritair. We beogen hiermee een zo groot mogelijke tevredenheid op persoonlijk en maatschappelijk vlak. Het is zeker niet onze bedoeling om de persoon in wezen te veranderen. Rehabilitatie is een permanent proces dat evolueert in de tijd: het moet worden aangepast aan de verschillende levenssituaties van de patiënt. Enkele activiteiten die ons helpen ons doel te bereiken: ochtendvergadering actualiteitenbespreking (‘de krant’) themavergaderingen begeleide vrijetijdsactiviteiten begeleid marktbezoek kooktherapie …………
16
Afdeling Psychosenzorg Zorgprogramma Psychosenzorg
Rechtstreeks nummer: Psychiater: Afdelingshoofd: Psycholoog: Maatschappelijk werker:
09/364.46.55 Dr. Chris Eeckhout Mevr. Véronique Van Gansbeke Mevr. Minne Henau Mevr. Hannah Verhoeyen
Doelgroep: De afdeling is een open unit die plaats biedt aan 20 mensen. De behandeling richt zich op mensen met psychotische problemen zoals: Moeilijkheden met denken, concentreren Gedachten hebben die anderen niet delen Dingen voelen, horen die anderen niet voelen Moeite met plannen maken, initiatieven nemen
Behandelvisie: De behandelvisie is gebaseerd op het dynamische stresskwetsbaarheidsmodel. Dit model gaat ervan uit dat bij mensen die een psychose (of daaraan verwante stoornis) ontwikkelen, er sprake is van een verhoogde kwetsbaarheid voor de uitlokking van een psychose. Het gaat hierbij om een combinatie van kwetsbaarheid en stress. De kwetsbaarheid is een soort ‘aanleg’, en is voor een belangrijk deel erfelijk bepaald. Het betekent dat men onder invloed van stress vatbaarder is voor de ontwikkeling van een psychose. Afhankelijk van ieders persoonlijke doelstellingen wordt samen met de patiënt een programma opgesteld. Dit kan bestaan uit: Medisch-psychiatrische opvolging Individuele en groepsgesprekken Maatschappelijke begeleiding Psycho-educatie (familie en patiënt)
17
Modules (omgaan met medicatie en symptomen) Ateliers Psycho-creatief zijn Emotioneel lichaamswerk Actueel zijn en blijven Persoonlijke tijd Vrije tijd Daarnaast nodigt de leefgroepwerking mensen uit aan te sluiten op het ritme van de dag.
Afdeling Psychogeriatrie Zorgprogramma Psychogeriatrie
Rechtstreeks nummer: Psychiater: Afdelingshoofd: Psycholoog: Maatschappelijk werker:
09/364.46.65 Dr. Katleen Van Haute Dhr. Ronny Van Herzeele Mevr. Minne Henau Mevr. Selien Moreels
Doelgroep: Het betreft een zeer divers publiek waarbij vooral psychogeriatrische gedragsproblemen in al hun diversiteit een indicatie zijn voor opname in het zorgprogramma Psychogeriatrie. We kunnen als voorbeeld aanhalen: een dementerende persoon die zolang er geen uitermate gedragsmatige problemen zijn perfect binnen de thuissituatie of rustoord kan functioneren, doch die bij uitgesproken agressie of tegendraads zijn opgenomen wordt. Behandelvisie: In dit zorgprogramma Psychogeriatrie ligt het hoofdaccent op revalidatie. Bij de revalidatie van oudere patiënten is de normalisatie een belangrijk
18
principe: men beoogt een zo gering mogelijk verschil tussen de levenswijze van de patiënten en die van gezonde, buiten de instelling verblijvende, oudere personen. De thuissituatie is als omgeving uiteraard veel “normaler” dan een instelling. Toch kan men bij de organisatie van een gerontopsychiatrische afdeling een poging ondernemen om deze thuissituatie, rekening houdend met de beperkingen die aan elk instituut eigen zijn, zo dicht mogelijk benaderen. Normalisatie betekent ook dat men een zo “normaal” mogelijk gedrag verwacht. Uiteraard zal hierbij een continue observatie van de patiënt, waarbij diens mogelijkheden en beperkingen nauwkeurig in kaart worden gebracht en doorlopend aan een kritische reflectie worden onderworpen, als richtsnoer gelden. Revalidatie betekent dat men streeft naar een onafhankelijk en zelfstandig gedrag. In het kader van de revalidatie kunnen tal van activiteiten worden georganiseerd. Een aantal van deze activiteiten maken deel uit van de Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) waarbij naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid wordt gestreefd bij activiteiten zoals het wassen, het kleden, het eten en het naar toilet gaan. Hierbij kan de zelfstandigheid van de patiënt worden bevorderd door het nemen van ergonomische maatregelen: men verandert het te gebruiken materiaal in functie van de mogelijkheden van de patiënt. Voorts worden patiënten zoveel mogelijk bij de huishoudelijke activiteiten betrokken. Men stimuleert hen ook tot het nemen van voldoende lichaamsbeweging. Daarnaast schept men voldoende mogelijkheden om sociale contacten aan te gaan.
19
Dagcentrum Zorgprogramma Dagcentrum
Rechtstreeks nummer: Psychiater: Afdelingshoofd: Psycholoog: Maatschappelijk werker:
09/364.46.40 Dr. Benedicte Monté Mevr. Dominique D’Haenens Dhr.Tom Van Eeckhaute Mevr. Marijke Claerhout Mevr. Dominique D’Haenens Mevr. Hannah Verhoeyen
Doelgroep: 1. Resocialisatie: Herintegratie in de eigen of een nieuwe sociale omgeving 2. Rehabilitatie: Streven naar het hoogst haalbare niveau van functioneren, onafhankelijkheid en kwaliteit van leven voor mensen met langdurige psychiatrische beperkingen 3. Activatie: Een georganiseerde reeks van zorgactiviteiten met de bedoeling de patiënt te activeren of via een bepaald leefklimaat de nodige structuur en zinvolle daginvulling bij te brengen 4. Ontmoeting: Aanbieden van een leefklimaat dat gestructureerd is en respect heeft voor het tempo van de patiënt
Behandelvisie: Psychosociale rehabilitatie is een samenhangend geheel van psychosociale interventies (vaardighedenontwikkeling, lotgenotenondersteuning, arbeidstraining, psychotherapie) voor mensen met langdurige psychiatrische beperkingen met als doel het hoogst haalbare niveau van functioneren, onafhankelijkheid en kwaliteit van leven te bereiken. Op het dagcentrum lopen een aantal specifieke programma’s voor mensen ouder dan 18 jaar met psychiatrische aandoeningen, voor wie de ambulante hulpverlening in de vorm van spreekuren ontoereikend is, maar een volledige opname niet nodig of langer vereist is.
20
Als algemene voorwaarde geldt dat patiënten zich al dan niet met behulp van de omgeving buiten de uren van het dagcentrum (avonden, nachten, weekenden) op een verantwoorde manier staande kunnen houden. Er wordt van de patiënt verwacht dat hij zelfstandig van en naar het dagcentrum kan komen, hetzij met eigen vervoer, hetzij met openbaar vervoer. Van belang is verder dat de patiënt gemotiveerd is voor een behandeling, hiervoor tijd kan en wil vrijmaken en dat de bereidheid bestaat om deel te nemen aan therapieën en activiteiten. Het is belangrijk dat deelnemers op de geplande dagen naar het dagcentrum komen zodat aan de hulpvraag tegemoet kan gekomen worden. Het Dagcentrum is elke werkdag te bereiken tussen 9u en 16u.
Psychiatrisch Verzorgingstehuis Zorgprogramma Psychiatrisch Verzorgingstehuis (PVT)
Rechtstreeks nummer: Psychiater: Coördinator:
09/364.46.60 Dr. Chris Eeckhout Mevr. Anja Scherlippens
Ons psychiatrisch verzorgingstehuis doet geen nieuwe opnames.
21
Enkele diensten Arbeidszorgcentrum "De Schakel" Het arbeidszorgcentrum is een dienst van het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint–Franciscus en is erkend door PAOV, het platform Arbeidszorg Oost– Vlaanderen. Het AZC “De Schakel“ biedt interessante arbeidsactiviteiten aan, dit zowel aan patiënten van het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint– Franciscus (VB, RAR, Dagcentrum) als van het Beschut Wonen “De Vlaamse Ardennen”. Het AZC biedt “werk op maat” aan, m.a.w. er is begeleiding van een ergotherapeut zodat “de medewerkers“ tijd krijgen om te leren en ervaring op te doen. De geleverde arbeid is nuttig en waardevol. Voor sommigen is dit een vervangende arbeidsinvulling (arbeidszorg): een interessante, actieve en waardevolle dagbesteding. Voor anderen ligt de klemtoon op arbeidstraining in een voorbereiding op een opleiding of tewerkstelling in beschutte werkplaats, vrijwilligerswerk of werk in het reguliere circuit. De begeleidende therapeut wil zowel zorg dragen voor de medewerkers door zijn professionele aanpak en begeleiding als aandacht hebben voor een kwaliteitsvolle aflevering van diensten en producten. Een aangename werksfeer biedt iedereen kansen tot ontplooiing, ontmoeting en waardering. Men baseert zich binnen het AZC voor deze doelstellingen op de filosofie van de arbeidsrehabilitatie.
Creatieve therapie Het hoofdaccent van deze therapie ligt op beeldende creatieve therapie. Het beeldend werk wordt gebruikt als middel om veranderingsprocessen op gang te brengen en te bewerkstelligen. Uitgaande van de cliënt wordt er samen met de therapeute een doelstelling en methodiek geformuleerd.
22
F. D. C.
Dienst Vrije Tijd De dienst "Vrije Tijd" heeft wekelijks een programma met sportieve en socio-culturele activiteiten, binnen en buiten het ziekenhuis.
Ombudsdienst Zoals de wet van 22 augustus 2002 het voorschrijft wordt aan de patiënten een onafhankelijke ombudsdienst aangeboden. De heer Willy Van Parys is de externe ombudsman. Opdrachten ombudsfunctie: 1. Voorkomen van klachten door het bevorderen van de communicatie patiënt-hulpverlener 2. Klachtenbemiddeling 3. Patiënt informeren over mogelijkheden indien bemiddeling mislukt 4. Informatie over organisatie, werking, procedureregels ombudsfunctie 5. Aanbevelingen geven ter voorkoming van herhaling van tekortkomingen die aanleiding geven tot klachten
Ontslagmanagement Ontslagmanagement (coördinator: Baeskens Boudewijn) wil de continuïteit van zorg bevorderen voor kwetsbare patiëntengroepen. Met een gestructureerde ontslagvoorbereiding, die start bij de opname in het ziekenhuis, willen wij voor patiënten met een complexe of continuïteitsproblematiek én hun mantelzorgers een geïndividualiseerd zorgpakket aanbieden. De methodiek wordt op iedere afdeling van ons ziekenhuis door de respectievelijke sociale diensten gedragen. Het samenstellen, evalueren en bijsturen van dit zorgpakket gebeurt via multidisciplinaire samenwerking. Ook overleg met externe hulpverleners heeft in de ontslagvoorbereiding een belangrijke plaats. Met de implementatie van het ontslagmanagement wil men heropnames in residentiële voorzieningen verminderen, heropnames voorkomen, de periodes tussen twee opnames verlengen en de samenwerking met externe hulpverlenende instanties bevorderen.
23
Het functieprofiel van de ontslagmanager situeert zich op 3 niveau’s: micro-, meso- en macroniveau. De taken op microniveau situeren zich rond de individuele patiënt. De sociale reintegratie wordt grondig en via een gestructureerd proces voorbereid, rekening houdend met een aantal belangrijke principes: geïndividualiseerde zorg, continuïteit van zorg, betrokkenheid van mantelzorgers en extramurale hulpverleners. De methodiek van het huisbezoek en van het zorgoverleg zijn voor de maatschappelijk werker belangrijke hulpmiddelen. Samenwerking in het interdisciplinair team maakt het mogelijk dat het zorgplan opgesteld, uitgevoerd en geëvalueerd wordt. Op mesoniveau werkt de coördinator van het ontslagmanagement - en dit in overleg met de directie - aan het creëren van een cultuur binnen het ziekenhuis die continuïteit van zorg bevordert en bewaakt. De coördinator participeert aan de intervisievergaderingen en staat in voor interne vorming rond de principes van de methodiek. Op macroniveau werkt de coördinator, samen met de directie, mee aan de ontwikkeling van transmurale communicatiestructuren, de inschakeling van het ziekenhuis in zorgnetwerken en het uitdragen van expertise naar samenwerkingspartners. De coördinator neemt deel aan de intervisies die door het Ministerie van Volksgezondheid worden georganiseerd.
24
Samenwerkingsverbanden Wij werken actief samen met verschillende partners uit de ruime regio en participeren in verschillende zorgcircuits Er zijn samenwerkingsverbanden met: Beschut Wonen “De Vlaamse Ardennen” Psychiatrische Thuiszorg “Het Akoord” AZ Sint Elizabeth, Zottegem Ontwenningskliniek “De Pelgrim”, Scheldewindeke Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg Oost- Vlaanderen (POPOV-GGZ) Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD) PISAD (Provinciaal Intergemeentelijk Samenwerkingsverband voor Drugbegeleiding Zuid-Oost-Vlaanderen) Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Zuid-Oost-Vlaanderen Woon- en Zorgcentrum Ter Deinsbeke, Zottegem Huize Borremans, Zottegem Algemeen Ziekenhuis Oudenaarde Kliniek Zusters van Barmhartigheid, Ronse PIOZ (Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne OostVlaanderen) Ziekenhuispastoraat Deze dienst staat in voor de pastorale zorg door middel van liturgische vieringen en verdiepende gesprekken. Binnen de verschillende taken van de pastorale dienst komt de patiënt op de eerste plaats: taak naar de patiënten toe: pastorale gesprekken, gemeenschappelijke begeleiding, liturgische en sacramentele vieringen; taak naar de familie toe: pastorale gesprekken; taak naar de personeelsleden toe: pastorale gesprekken en vorming; taak naar het ziekenhuis toe: pastoraal aanbod voor de gehele gemeenschap, bijdrage aan de christelijke profilering en vertegenwoordiging van de pastorale dienst; taak naar de pastorale dienst toe: organisatie en communicatie, bureelwerk, eigen vorming en spiritualiteit.
25
Wie is wie?
J.W.
De artsen Dr. C. Eeckhout, hoofdgeneesheer, psychiater Dr. S. De Munck, psychiater Dr. B. Monté, psychiater Dr. K. Van Haute, psychiater Dr. D. De Pauw, huisarts Het directieteam Dhr. J. Himpe, algemeen directeur Mevr. Oosterlinck Ann, verpleegkundig en paramedisch directeur Dr. C. Eeckhout, hoofdgeneesheer, psychiater De sociale dienst Mevr. H. De Smet Mevr. D. D’Haenens Mevr. L. Van Melckebeke Mevr. H.Verhoeyen Mevr. S. Moreels De afdelingshoofden Mevr. A. Van Hende voor de afdeling Indicatiestelling en Angst- & stemmingsstoornissen Mevr. A. Scherlippens voor de afdeling Ontwenning Mevr. A. T’Joen voor de afdeling Rehabilitatie en Woonactivatie Mevr. V. Van Gansbeke voor de afdeling Psychosezorg Dhr. R. Van Herzeele voor de afdeling Psychogeriatrie Mevr. D. D’Haenens voor het Dagcentrum Mevr. A. Scherlippens voor de PVT De stafmedewerker: Mevr. M. Heymans, stafmedewerker kwaliteit & HRM
26
Verpleegkundig middenkader: Dhr. W. Kielemoes Apotheek: Mevr. K. Van Turtelboom Personeelsdienst: Mevr. E. Schepens en Mevr. F. Broodcoorens Arbeidsgeneesheer: Dr. D. Verniers (IDEWE) Preventieadviseur veiligheid: Dhr. P. Van Durme (IBEVE) Externe preventieadviseur psychosociale aspecten: Mevr. E. Grootvriendt (IBEVE) Keuken: Mevr. H. Petrus Technische dienst: Dhr. G. De Meyst Stageverantwoordelijke :Mevr. J. Van de Putte
27
Hoe bereikt u het ziekenhuis? Aalst
Brussel Afrit “Erpe-Mere”
E 40
Herzele 15 km
Afrit “Wetteren” 10 km
Geraardsbergen
“De Vos”
Gent
Zottegem
Spoorweg Zottegem “centrum”
Oosterzele Velzeke “Dorp”
Merelbeke Gent Oudenaarde
PZ St.-Franciscus
Aansluiting met “Belbus” 09/210.94.94
Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Franciscus Penitentenlaan 9 9620 ZOTTEGEM 09/364.46.46 09/364.46.50
[email protected] www.sint-franciscus.be
28
Het ziekenhuis ligt in Velzeke, deelgemeente van Zottegem, op 200m van het dorpsplein en op 400m van de bushalte.
Een folder van “De Lijn” met informatie over het openbaar vervoer tussen Velzeke en Zottegem is ter beschikking op de receptie.
Het ziekenhuis is eveneens bereikbaar met “De Belbus”. Telefoneer minstens 2 uur op voorhand naar het nummer 09/210.94.94
29
Praktische informatie Administratieve gegevens: Wij verwachten dat u vanaf de eerste dag een kopij van het geneeskundig onderzoek meebrengt evenals een ondertekend exemplaar van onze tewerkstellingsfiche (normalerwijze moet u die gekregen hebben via uw onderwijsinstelling). Beide formulieren worden op de eerste stagedag bezorgd aan de stage verantwoordelijke. Indien u niet over een geldig geneeskundig onderzoek en een ondertekende tewerkstellingsfiche beschikt kan u de stage NIET aanvangen! Lees de tewerkstellingsfiche grondig door want u moet aan een aantal eisen voldoen wat betreft vaccinaties, testen, preventiemaatregelen ed.. Op de eerste stagedag dient u een aanmeldingsformulier in te vullen en tevens te bezorgen aan de stage verantwoordelijke.. Internet: www.sint-franciscus.be Beroepsgeheim: zie bijlage 1. Procedureboek: het procedureboek is te vinden op het intranet M:\procedureboek. Intern noodplan: er is op elke afdeling een brochure van het intern noodplan aanwezig. Arbeidsreglement: het arbeidsreglement is te vinden op het intranet M:\Varia\arbeidsreglement. Bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk: zie arbeidsreglement p. 63 (uittreksel uit arbeidsreglement zie bijlage 2) Middagmaal: warm middagmaal is gratis, broodjes dienen betaald te worden ( 1.50 € ). Inschrijven via de receptie of afdeling vóór 10 uur. Stagekledij: eigen kledij wordt meegebracht.
30
Badges en sleutels: badges en sleutels ( 20 € waarborg) worden terug ingediend bij het einde van de stageperiode. ( = teruggave van waarborg van 20 € ) Dhr. Kielemoes Wim ( stafmedewerker verpleging). EHBO koffer: uitleg wordt gegeven op de afdeling . Assistentieknop afdelingen: wordt vermeld op de afdeling.. Verwittigen in geval van ziekte: vóór de aanvang van uw dienst de afdeling op de hoogte brengen van uw afwezigheid. Sollicitatieformulier: te verkrijgen bij de personeelsdienst of via de website. Voor verdere vragen en informatie kan u terecht bij de directeur patiëntenzorg : Mevr. Oosterlinck Ann Tel. 09/364.46.34 (binnenpost 222) en bij Mevr. Van de Putte Jacqueline (stageverantwoordelijke) . Tel. 09/364.46.46
31
Bijlage 1 Het beroepsgeheim Artikel 458 Sw. bepaalt dat geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen gebonden zijn door het beroepsgeheim. Personen die beroepshalve een taak vervullen in de gezondheidszorg vallen dus onder deze geheimhoudingsplicht: psychologen, paramedici, kinesitherapeuten, verpleegkundigen, maatschappelijk assistenten, en in het algemeen personeel dat toegang heeft tot medische persoonsgegevens. Het beroepsgeheim omvat zowat alles wat de hulpverlener verneemt of ontdekt bij de uitoefening van zijn beroep. Medewerkers in de welzijns- en gezondheidszorg komen tijdens hun uitoefening van hun beroep heel wat te weten over de personen die hun toevertrouwd worden. Niet alleen is men op de hoogte van de gezondheidstoestand van de patiënt of bewoner, maar heeft men ook informatie over diens woonplaats, beroep, financiële situatie, familiale omstandigheden en leefgewoonten. Het is logisch dat men met deze informatie uiterst discreet moet omgaan. Het beroepsgeheim dient zowel de belangen van de patiënt als die van de maatschappij. De geheimhoudingsplicht is een middel om de persoonlijke levenssfeer van de betrokken personen te beschermen. Het is niet bevorderlijk voor de volksgezondheid wanneer patiënten zich niet in vertrouwen tot een hulpverlener kunnen wenden. Het beroepsgeheim berust op de noodzaak om elke hulpbehoevende in de mogelijkheid te stellen de verzorging te krijgen die uit hoofde van zijn toestand vereist is, ongeacht de oorzaak ervan.
32
Bijlage 2 XV. Bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk Artikel 56: beginselverklaring Elke werknemer heeft het recht om met eerbied en achting te worden behandeld. Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk kunnen dus niet worden toegelaten of getolereerd. Onder geweld op het werk wordt verstaan elke feitelijkheid waarbij een werknemer of een andere persoon waarop dit arbeidsreglement van toepassing is, psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk. Onder pesterijen op het werk worden verstaan elk onrechtmatig en terugkerend gedrag, buiten of binnen de onderneming of instelling, dat zich inzonderheid kan uiten in gedragingen, woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren, en eenzijdige geschriften en dat tot doel of gevolg heeft dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een werknemer of een andere persoon waarop dit arbeidsreglement van toepassing is bij de uitvoering van dit werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. Onder ongewenst seksueel gedrag wordt elke vorm van verbaal of lichamelijk gedrag van seksuele aard verstaan waarvan diegene die zich eraan schuldig maakt, weet of zou moeten weten, dat dit gedrag afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen en mannen op het werk. De werknemer die van oordeel is dat hij het slachtoffer is van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk kan zich tot de preventieadviseur of de vertrouwenspersoon richten en in voorkomend geval de klachtenprocedure opstarten. Er is voorzien in een omkering van de bewijslast als volgt: “Wanneer al wie een belang kan aantonen voor het bevoegde rechtscollege, feiten aanvoert die het bestaan van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk kunnen doen vermoeden, valt de
33
bewijslast dat er zich geen geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk hebben voorgedaan ten laste van de verweerder”. De wet van 11 juni 2002 voorziet ook in een ontslagbescherming voor de werknemer die: 1. Een klacht heeft ingediend bij de met het toezicht op de wet belaste ambtenaren of voor wie deze ambtenaren zijn opgetreden. 2. Die een rechtsvordering instelt of voor wie de rechtsvordering wordt ingesteld. Artikel 57: Preventieadviseur en vertrouwenspersoon Voor de aanstelling van de preventieadviseur wordt beroep gedaan op de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (IBEVE). Daarenboven kan een slachtoffer (of een getuige) van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk kan hulp of raadgevingen bekomen bij de arbeidsgeneesheer van de interbedrijfsgeneeskundige dienst die als vertrouwenspersoon wordt aangeduid. Artikel 58: procedure De procedure is als volgt: 1. De werknemer die beweert het slachtoffer te zijn geworden van geweld, ongewenst seksueel gedrag of pesterijen wendt zich ofwel tot een vertrouwenspersoon, ofwel rechtstreeks tot de preventieadviseur. 2. De vertrouwenspersoon of de preventieadviseur hoort het slachtoffer en bemiddelt – indien het slachtoffer dit wil – tussen hem en de dader. 3. Indien er geen bemiddeling mogelijk is of indien deze mislukt, neemt de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur de met redenen omklede klacht van het slachtoffer in ontvangst. 4. Indien het de vertrouwenspersoon is die de klacht in ontvangst neemt, moet deze de klacht onmiddellijk doorzenden aan de bevoegde preventieadviseur. 5. De klacht wordt opgenomen in een gedateerd document waarin ook de verklaringen van het slachtoffer en de eventuele getuigen alsook het resultaat van een eventuele bemiddeling worden opgenomen.
34
6. Het slachtoffer en de getuige ontvangen een afschrift van hun verklaring. 7. Er wordt onmiddellijk een afschrift van de klacht overhandigd aan de werkgever. 8. De preventieadviseur onderzoekt de zaak en doet aan de werkgever een voorstel met betrekking tot de te nemen maatregelen. 9. Indien de feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk doorgaan na de inwerkingtreding van de maatregelen, kan de preventieadviseur zich, in overleg met het slachtoffer, wenden tot de geneesheer-arbeidsinspecteurs en de adjunct-inspecteurs inzake arbeidshygiëne van de Medische Inspectie bij het federale Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Artikel 59: sancties Onverminderd de bepalingen inzake ontslag en sancties die kunnen voortvloeien uit een gerechtelijke procedure die werd ingesteld door het slachtoffer, wordt de persoon die zich schuldig maakt aan geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, één van onderstaande sancties opgelegd: een schriftelijke ter orde roeping een schriftelijke ingebrekestelling Tegen deze beslissing tot sanctie kan verhaal worden ingediend volgens de richtlijnen onder artikel 50/51.
35