Welke (brandveiligheid)voorwaarden mogen gesteld worden aan een Omgevingsvergunning voor het bouwen? Op grond van artikel 2.22 lid 2 van de WABO mag het Bevoegd Gezag voorwaarden aan een Omgevingsvergunning voor het bouwen verbinden. Het Bevoegd Gezag kan, in afwijking van de bouwaanvraag, aan de Omgevingsvergunning voor het bouwen (lees bouwvergunning)voorwaarden verbinden. Die voorwaarden kunnen onder meer tot doel hebben te voorkomen dat bouwvergunning moet worden geweigerd. Een aanvraag om Omgevingsvergunning voor het bouwen moet getoetst worden aan het Bouwbesluit (2012), de bouwverordening, het bestemmingspan en aan redelijke eisen van welstand. De Omgevingsvergunning voor het bouwen mag slechts en moet worden geweigerd indien de aanvraag in strijd is met deze onderdelen. Hieruit volgt dat een aanvraag om Omgevingsvergunning voor het bouwen volledig moet zijn en vooraf volledig getoetst moet zijn aan deze onderdelen voor zover de MOR voorschrijft. Een voorwaarde als “het bouwen moet geschieden volgens het Bouwbesluit” is dus een oneigenlijke voorwaarde die niet thuis hoort onder de voorwaarden van een Omgevingsvergunning voor het bouwen. Tevens heeft het Bouwbesluit al een rechtstreekse werking en is een dergelijke voorwaarde ook nog eens dubbelop. Voorschiften die rechtstreeks uit wetten volgen kunnen beter in een begeleidend schrijven of een informatiefolder naar de aanvrager duidelijk worden gemaakt. Ze horen niet thuis in de voorwaarden van een Omgevingsvergunning voor het bouwen. Een voorwaarde heeft specifiek betrekking op het bouwplan en is dus maatwerk. Algemene regels zoals dat het beton storten gemeld moet worden heeft niet specifiek betrekking op een bepaald bouwplan maar geldt altijd en voor alle bouwplannen. De Omgevingsvergunning voor het bouwen voorwaarden zijn daarvoor niet bedoeld. Tegen de voorwaarden uit een Omgevingsvergunning voor het bouwen staat bezwaar en beroep open. Tegen algemene regels die uit wetten volgen kan geen bezwaar worden gemaakt. Ook hieruit volgt dat algemene regels niet in de voorwaarde van een Omgevingsvergunning voor het bouwen geplaatst kunnen worden 1 Voorwaarden Omgevingsvergunning voor het Bouwen Ondanks alle zorg die aan de samenstelling van deze uitgave is besteed, sluit het NIFV alle aansprakelijkheid uit voor eventuele schade of dergelijke, die zou of is ontstaan door het gebruik van deze uitgave. © NIFV, Brandweeracademie
Het Bevoegd Gezag (o.a. de gemeente) kan geen rechtshandelingen naar burgerlijk recht verrichten ten aanzien van de onderwerpen waarin bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 2, en in hoofdstuk IV van de Woningwet is voorzien.’ In juni 2011 heeft de Hoge Raad bevestigd dat het voor gemeenten niet toegestaan is om via de deze weg aanvullende eisen boven het Bouwbesluit te stellen (Uitspraak d.d. 17 juni 2011, LJN BQ1677). Het is goed om te beseffen dat het hier alleen gaat om de eisen die zijn opgenomen in Bouwbesluit (2012). Voor andere aspecten, zoals stedenbouwkundige onderwerpen of esthetische kwaliteit, staat het de gemeente wel vrij om aanvullende eisen te stellen. In de praktijk worden met regelmaat de volgende oneigenlijk voorwaarden aan een Omgevingsvergunning voor het bouwen verbonden die thuis horen in een begeleidend schrijven. Indien er geen aanvullende voorwaarden gesteld zijn bij de Omgevingsvergunning , is de aangevraagde/ aangeboden gelijkwaardigheid daarmee ook goedgekeurd. Voorwaarden die niet thuis horen in de Omgevingsvergunning voor het bouwen Voorwaarde Omgevingsvergunning voor het bouwen
Motivatie waarom geen voorwaarde
De houder moet er voor zorg dragen dat Volgt al uit het Bouwbesluit 2012 en de de Omgevingsvergunning voor het Woningwet. bouwen op het werk aanwezig is en op eerste aanvraag aan het bouwtoezicht ter inzage wordt gegeven. Het Bevoegd Gezag kunnen de Omgevingsvergunning voor het bouwen bij een met reden omkleed besluit intrekken. (WABO) Het bouwen moet geschieden overeenkomstig de bepalingen van het Bouwbesluit 2012 en van de bouwverordening en de krachtens die regelingen gestelde nadere regels.
Volgt al uit de Woningwet, Bouwbesluit 2012 en bouwverordening. Tevens moet de aanvraag volledig getoetst zijn aan deze onderdelen om Omgevingsvergunning voor het bouwen te mogen verlenen.
2 Voorwaarden Omgevingsvergunning voor het Bouwen Ondanks alle zorg die aan de samenstelling van deze uitgave is besteed, sluit het NIFV alle aansprakelijkheid uit voor eventuele schade of dergelijke, die zou of is ontstaan door het gebruik van deze uitgave. © NIFV, Brandweeracademie
Het bouwen moet geschieden overeenkomstig het bij de Omgevingsvergunning voor het bouwen behorende en als zodanig gewaarmerkte aanvraagformulier met tekeningen.
Is dubbelop. Volgt al uit de Woningwet en Awb
De in de oorspronkelijke Omgevingsvergunning voor het bouwen opgenomen voorwaarden blijven, voor zover niet anders bepaald, onverminderd van kracht.
Bij een wijzigingsvergunning blijft de oorspronkelijke vergunning automatisch van kracht waar de wijziging geen betrekking op heeft. Dat moet worden verwerkt in de overwegingen en niet in de voorwaarden.
De houder van de vergunning dient de aanvang van het werk tenminste <.....> aan het <.....> schriftelijk mede te delen via <.....> .
Volgt al uit de bouwverordening.
De houder van de vergunning dient Volgt al uit de bouwverordening tenminste <.....> voor het gereedkomen van het bouwwerk via <.....> aan <.....> schriftelijk mede te delen dat het bouwwerk gereed komt. Hergebruik van vrijkomende grond als bodem buiten het bouwperceel in de gemeente <.....> kan alleen plaatsvinden overeenkomstig de bepalingen in het <.....>. Hiertoe dient een melding te worden gedaan bij de gemeente <.....>.
Is informatief en heeft niet direct betrekking op de Omgevingsvergunning voor het bouwen.
3 Voorwaarden Omgevingsvergunning voor het Bouwen Ondanks alle zorg die aan de samenstelling van deze uitgave is besteed, sluit het NIFV alle aansprakelijkheid uit voor eventuele schade of dergelijke, die zou of is ontstaan door het gebruik van deze uitgave. © NIFV, Brandweeracademie
Peilhoogte ten opzichte van NAP dient in nader overleg met de afdeling <.....> bepaald te worden.
Volgt al uit de bouwverordening
De gas- en elektrische installaties moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de daarop betrekking hebbende bepalingen in het Bouwbesluit 2012 alsmede de Algemene Aansluitvoorwaarden en de daarin genoemde NEN-bladen.
Volgt al uit het Bouwbesluit
Met nadruk wordt erop gewezen, dat Volgt al uit het Bouwbesluit en is voldaan dient te worden aan het informatief bepaalde in afdelingen ……. van het Bouwbesluit 2012. Indien bij nadere controle door <.....> mocht blijken, dat de in voornoemde afdelingen …………….niet gehaald worden, dienen dusdanige voorzieningen getroffen te worden, dat wel voldaan wordt aan het bepaalde in die afdelingen.
Vervangen brandmeldinstallatie Voor het vervangen van een brandmeldinstallatie is mogelijk geen omgevingsvergunning voor het bouwen nodig. Op grond van het nieuwe artikel 1, derde lid, van de Woningwet, wordt onder bouwwerk tevens verstaan de bij dat bouwwerk behorende installaties. Wordt een brandmeldinstallatie vervangen dan betreft dat dus het veranderen van een bestaand bouwwerk. Volgens artikel 1.12 lid 3 zijn bij het geheel vernieuwen van een installatie zijn wat betreft hoofdstuk 6 de voorschriften van een te bouwen bouwwerk van toepassing . Daarvoor geldt in basis een vergunningplicht voor bouwen, echter onder voorwaarden kan dat bouwen vergunningvrij zijn. Het wijzigen van een brandmeldinstallatie kan alleen vergunningvrij zijn indien dit voldoet aan de voorschriften in artikel 3, onderdeel 8, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht . Er is geen omgevingsvergunning is vereist voor verandering van het bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen: 4 Voorwaarden Omgevingsvergunning voor het Bouwen Ondanks alle zorg die aan de samenstelling van deze uitgave is besteed, sluit het NIFV alle aansprakelijkheid uit voor eventuele schade of dergelijke, die zou of is ontstaan door het gebruik van deze uitgave. © NIFV, Brandweeracademie
a. geen verandering van de draagconstructie, b. geen verandering van de brandcompartimentering of beschermde subbrandcompartimentering, c. geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte, en geen uitbreiding van het bouwvolume. Bij het wijzigen of vervangen van een brandmeldinstallatie zal aan alle vier de voorwaarden kunnen worden voldaan en is dus geen vergunning nodig. Op grond van de Wabo en op grond van artikel 1.18, vierde lid, van Bouwbesluit 2012 is bij vervanging van een brandmeldinstallatie, indien vereist volgens de criteria, wel een nieuwe omgevingsvergunning, respectievelijk een melding brandveilig gebruik noodzakelijk. Hierbij moeten de gegevens en bescheiden behorende bij de nieuwe brandmeldinstallatie aan het bevoegde gezag worden overlegd.
5 Voorwaarden Omgevingsvergunning voor het Bouwen Ondanks alle zorg die aan de samenstelling van deze uitgave is besteed, sluit het NIFV alle aansprakelijkheid uit voor eventuele schade of dergelijke, die zou of is ontstaan door het gebruik van deze uitgave. © NIFV, Brandweeracademie
Voorwaarden die wel thuis horen in de Omgevingsvergunning (bouwen) Voorwaarden
Voorwaarde Omgevingsvergunning voor het bouwen
Toelichting
Technische en bouwkunde voorwaarden Constructieberekening
De detailberekeningen en tekeningen van de constructie ten behoeve van de uitvoering moeten tenminste 3 weken voor aanvang van de betreffende werkzaamheden worden ingediend bij <.....>. Hiertoe worden gerekend:
De uitgangspunten van het constructieve ontwerp (materiaaltoepassing, globale dimensionering, de uitgangspunten voor de gewichtsberekening, funderingsplan, etc.) moeten blijken uit de aangeleverde gegevens bij de bouwaanvraag.
1. wapeningsberekeningen en – tekeningen van in het werk gestorte en geprefabriceerde betonconstructies;
Op grond van de MOR is het de eigen keuze van de aanvrager of hij de detailberekeningen en tekeningen later wenst te verstrekken, ongeacht of het bevoegd gezag daarmee 3. detailberekeningen en – wel/niet instemmen. In de tekeningen van verbindingen en Omgevingsvergunning voor verankering en van beton-, het bouwen moet wel exact staal- en houtconstructies; worden aangegeven welke detailberekeningen en 4. detailberekeningen en – tekeningen nog ingediend tekeningen van constructief moeten worden. metselwerk; 2. detailberekeningen en – tekeningen van niet tot de hoofdlijn van de constructie behorende delen van beton-, staal- en houtconstructies;
5. de trappen, bordessen, balkons, galerijen, vloerafscheidingen, e.d.; 6. de dak- en gevelbeplating en hun bevestiging; 7. de liggers, balklagen, lateien, geveldragers, e.d.
6 Voorwaarden Omgevingsvergunning voor het Bouwen Ondanks alle zorg die aan de samenstelling van deze uitgave is besteed, sluit het NIFV alle aansprakelijkheid uit voor eventuele schade of dergelijke, die zou of is ontstaan door het gebruik van deze uitgave. © NIFV, Brandweeracademie
Technische en bouwkunde voorwaarden Installaties
De detailberekeningen en – tekeningen van de toegepaste <.....> installaties ten behoeve van de uitvoering moeten tenminste 3 weken voor aanvang van de betreffende werkzaamheden worden ingediend bij <.....>. Hiertoe worden gerekend: 1. exact leidingverloop; 2. bevestiging en montage van de leidingen; 3. nadere specificatie van de installaties;
De hoofdlijn van de toegepaste installaties, zoals bijvoorbeeld de wijze van verwarming, koeling en luchtbehandeling, de plaats en wijze van verticaal transport en de locatie en het type brandveiligheidinstallatie, moet blijken uit de aangeleverde gegevens bij de bouwaanvraag. Tevens moeten gegevens betreffende de toegepaste installaties welke noodzakelijk zijn voor de beoordeling van overige aspecten (bijvoorbeeld EPC berekening) bij de aanvraag worden ingeleverd. Op grond van de MOR is het de eigen keuze van de aanvrager of hij de detailberekeningen en tekeningen later wenst te verstrekken, ongeacht of het BEVOEGD GEZAG daarmee wel/niet instemmen. In de Omgevingsvergunning voor het bouwen moet wel exact worden aangegeven welke detailberekeningen en tekeningen nog ingediend moeten worden.
4. Goedgekeurde programma van eisen brandveiligheidsinstallaties
Bij een aanvraag moeten de gegevens en bescheiden worden overlegd waaruit blijkt dat de brandmeldinstallatie aan de voorschriften voldoet. Dit bewijs kan natuurlijk worden geleverd door een PvE aan te leveren, maar de aanvrager mag dit ook op een andere wijze aantonen. Het is dus niet langer noodzakelijk om en een vergunning en een goedgekeurd PvE te hebben.
7 Voorwaarden Omgevingsvergunning voor het Bouwen Ondanks alle zorg die aan de samenstelling van deze uitgave is besteed, sluit het NIFV alle aansprakelijkheid uit voor eventuele schade of dergelijke, die zou of is ontstaan door het gebruik van deze uitgave. © NIFV, Brandweeracademie
Technische en bouwkunde voorwaarden Bouwbesluit
Tenminste 3 weken voor aanvang van de werkzaamheden moet <.....> in het bezit worden gesteld van: 1.
bouwkundige details schaal niet kleiner dan 1:10 van <....>;
2.
Kwaliteitsverklaringen en CEmarkering van <.....> als bedoeld in het Bouwbesluit 2012;
3.
Gegevens en bescheiden ten behoeve van een beroep op de gelijkwaardigheid, bedoeld in artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012
4.
de ruimte waar de huishoudelijke afvalstoffen worden opgeslagen aangeven op tekening, zoals bedoeld in het Bouwbesluit 2012;
5.
de detaillering van trappen, hellingbanen en vloerafscheidingen (inclusief hekwerken);
6.
de brandveiligheid en rookproductie van <.....>;
7.
Het leidingplan en aansluitpunten van riolering en hemelwaterafvoeren;
Bij deze gegevens is de instemming van het bevoegd gezag wel noodzakelijk. Bij de detailberekeningen en tekeningen van de constructie en installaties niet!
8 Voorwaarden Omgevingsvergunning voor het Bouwen Ondanks alle zorg die aan de samenstelling van deze uitgave is besteed, sluit het NIFV alle aansprakelijkheid uit voor eventuele schade of dergelijke, die zou of is ontstaan door het gebruik van deze uitgave. © NIFV, Brandweeracademie
Technische en bouwkunde voorwaarden Bouwbesluit
De met rode inkt op tekening aangegeven opmerkingen en/of voorwaarden maken onderdeel uit van deze vergunning en bij de bouw dient hieraan te worden voldaan.
Algemeen Voordat de werkzaamheden Goedkeuring vooraf kunnen worden uitgevoerd werkzaamheden moeten de in de voorschriften genoemde bescheiden van de betreffende werkzaamheden zijn goedgekeurd door <.....>.
Ondergeschikte weigeringsgronden of onvolledigheden mogen worden weggenomen door de gemeente. Daarbij moet wel opgelet worden dat met deze opmerkingen niet een wezenlijk ander bouwplan ontstaat. De MOR en de Woningwet eisen niet dat later ingediende gegevens moeten zijn goedgekeurd voor de aanvang van de bouwwerkzaamheden. Het BEVOEGD GEZAG kan dit echter wel als voorwaarde aan de Omgevingsvergunning voor het bouwen verbinden. In dat geval geldt dat ook al zijn de aanvullende gegevens tijdig ingediend en de gemeente verzuimt binnen de termijn van drie weken de gegevens af of goed te keuren of aan te houden en de aanvrager daarover te informeren, dan is deze nog niet gerechtigd de betreffende werkzaamheden uit te voeren (strikt genomen ook niet voor eigen verantwoordelijkheid). De in de ministeriele regeling omgevingsrecht opgenomen voorwaarden gelden ook voor brandmeldinstallaties en andere brand veiligheidsvoorzieningen zoals rook-/warmteafvoeren en sprinklers. De nadere invulling en detaillering van de installaties kan dus later worden aangeleverd, uiterlijk drie weken voor het aanbrengen van de betreffende installatie.
9 Voorwaarden Omgevingsvergunning voor het Bouwen Ondanks alle zorg die aan de samenstelling van deze uitgave is besteed, sluit het NIFV alle aansprakelijkheid uit voor eventuele schade of dergelijke, die zou of is ontstaan door het gebruik van deze uitgave. © NIFV, Brandweeracademie
Algemeen Verantwoordelijk uitvoering
Tenminste 2 dagen voor aanvang van de betreffende werkzaamheden moet <.....> in het bezit worden gesteld van naam en adres van degene(n) die verantwoordelijk is (zijn) voor de uitvoering van de bouwwerkzaamheden, inclusief een gewaarmerkte kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken (paragraaf 1.1, onderdelen c en d van Besluit indieningsvereisten).
Bouwbesluit 2012 Een bouwveiligheidsplan en de Bouwveiligheidsplan toegankelijkheid van de bouwplaats moeten tenminste 3 weken voor aanvang van we werkzaamheden worden ingediend bij <.....>. Het Bouwveiligheidsplan moet de volgende onderdelen bevatten. 1. Eén of meer tekeningen waaruit de bouwplaatsinrichting blijkt. Hierop moeten de volgende punten staan: a. ligging van het te bebouwen perceel en de omliggende wegen, bouwwerken e.d.; b. situering van het bouwwerk; c. aan- en afvoerwegen; d. laad-, los- en hijszones; e. plaats van de bouwketen; f. grenzen van het bouwterrein waarbinnen alle bouwactiviteiten, inclusief het laden en lossen, plaatsvinden; g. in of op de bodem van het perceel aanwezige leidingen; h. plaats van ander hulpmaterieel en opslag van materialen.
10 Voorwaarden Omgevingsvergunning voor het Bouwen Ondanks alle zorg die aan de samenstelling van deze uitgave is besteed, sluit het NIFV alle aansprakelijkheid uit voor eventuele schade of dergelijke, die zou of is ontstaan door het gebruik van deze uitgave. © NIFV, Brandweeracademie
2. Gegevens en bescheiden over de toe te passen bouwmethodiek en de toe te passen materialen, materieel, hulp- en beveiligingsmiddelen bij de bouwwerkzaamheden.
3. Gegevens en bescheiden waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de in het Bouwbesluit opgenomen eisen inzake de bereikbaarheid van voertuigen voor de brandweer en bluswatervoertuigen.
11 Voorwaarden Omgevingsvergunning voor het Bouwen Ondanks alle zorg die aan de samenstelling van deze uitgave is besteed, sluit het NIFV alle aansprakelijkheid uit voor eventuele schade of dergelijke, die zou of is ontstaan door het gebruik van deze uitgave. © NIFV, Brandweeracademie