Afgiftekantoor Gent X Erkenningsnummer P303157 Toelating gesloten verpakking Gent X – Erknr. BC 6365
België PB Gent X 3/2207
de Boskrant, onmisbaar voor elke bosliefhebber
de boskrant Week van het Bos 11-18 oktober www.weekvanhetbos.be
VU: Bart Muys – Geraardsbergsesteenweg 267, 9090 Gontrode (Melle) tel. 09-264 90 50 – fax 09-264 90 92 –
[email protected] verschijnt 5 x per jaar: feb-april-juni-sept-dec
39ste jaargang nr. 4
2009 september
redactie Bert De Somviele, Lotte Van Nevel, Griet Beckers, Vanessa Debruyne, Eliza RomeijnPeeters, Marlies Vanlerberghe, Lore Provoost, Emma Denorme, Lotte Meuleman, Wilfried Emmerechts, Liselot Ledene, Rollin Verlinde, Katrijn Gijsel, Kathleen De Looze, Iris Lauwaert, Carlos Montfort, Kristof Haneca, Floris Verhaeghe, Dirk Raes Artikels en berichten Heeft u een idee voor een artikel? Of heeft u iets geschreven dat voor de Boskrant interessant kan zijn? Dan mag u dat mailen naar
[email protected] of opsturen naar Geraardsbergsesteenweg 267 in 9090 Gontrode. Uw voorstel zal voor publicatie aan de redactieraad worden voorgelegd. Bijdrage Lidgeld + Boskrant: 1 15,00 Lidgeld + Boskrant + Bosrevue: 1 25,00 Lidgeld student (Boskrant): 1 10,00 Lidgeld student (Boskrant + Bosrevue): 1 18,00 Te storten op rekening 448-3605351-56 met vermelding ‘Lidgeld vbv 2009’ advertentietarieven Wilt u een advertentie plaatsen in de Boskrant en daarmee een boodschap sturen naar alle enthousiaste bosliefhebbers in Vlaanderen? Dat kan al vanaf 100 euro voor een kwartpagina en 400 euro voor een volledige pagina. En voor 200 tot 800 euro, kunt u zelfs 5 keer per jaar in onze Boskrant adverteren. Meer info:
[email protected]
Inhoud 1
Edito
2
Het mirakel van de boom
Van Boom tot evenaar
5 Rollins Toontje
In de diepte gaan
6 bosactua 11 De Boomhut
13
Hoofdpijn? De specht? Nooit!
merkwaardige bomen
De dikste vlier van België?
14
VBV-actief
16
wandelen en fietsen
Smokkelfietstocht in de Westhoek
17 Fossiele bomen ontdekt! 22
Praatstoel
Gesprek met Jan Verheeke, Beleidsadviseur van de Vlaamse Minister van Leefmilieu
26 project in de kijker
31
Dood doet Leven, ook in het Zoniënwoud
Bos/Klimaat/Gezondheid
Biobrandstoffen: een verhit debat
35 Week van het Bos 2009
Zaad met pit!
vormgeving Magelaan, Gent Drukwerk Druk in de Weer, Gent Gedrukt op chloorvrij gebleekt kringlooppapier foto voorpagina © Lotte Van Nevel OPENINGSUREN VBV-secretariaat Van maandag t.e.m. vrijdag doorlopend van 9 tot 16 uur.
De door u meegedeelde en op het verzendetiket afgedrukte persoonsgegevens, werden opgeslagen in een bestand dat beheerd wordt door onze vereniging. Ze worden uitsluitend gebruikt voor verzending van onze tijdschriften, documentatie en informatie m.b.t. onze vereniging. U heeft recht op inzage van uw persoonlijke gegevens en kunt hiervan altijd verbetering vragen. Bij het openbaar register kan altijd aanvullende informatie worden bekomen. Wet van 8/12/92 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Ledentijdschrift van ‘Vereniging voor Bos in Vlaanderen’ vzw Geraardsbergsesteenweg 267, 9090 Gontrode tel. 09-264 90 50 i fax 09-264 90 92
[email protected] i www.vbv.be i ISSN 0773 137 X
Het mirakel van de boom De kriekenboom in mijn tuin is deze zomer gestorven. Een droevig nieuwtje om deze Boskrant mee te beginnen, maar al vijf jaar – sinds ik hier woon – verblijdde hij ons elk jaar met de zuurste krieken uit de wereldgeschiedenis en met welgekomen koelte tijdens warme zomerdagen, maar ook en vooral luidde hij telkens op spectaculaire wijze voor ons de lente in, met een weelde aan prachtige witte bloemetjes. Dit jaar kende onze boom echter een moeizaam begin: de blaadjes waren schaars en kwamen niet tot volle wasdom. Zwoegend – en bloemenloos – sleepte onze boom zich doorheen de lente. En in juli, bij de terugkomst van het zomerverlof, bleek onze kriekenboom zelfs helemaal de pijp aan Maarten gegeven te hebben… Even getreurd dus, en overigens nog steeds nieuwsgierig naar de reden van zijn dood*. Maar ik denk toch vooral aan de vele diensten die hij ons de voorbije vijf jaar heeft bewezen, en aan wat hij ook in de toekomst nog voor ons zal doen – hij wordt nu zeker een gastheer voor allerlei beestjes die het van dood hout moeten hebben, en bovendien zal hij nog vele jaren de kapstok voor mijn hangmat zijn. Onze kriekelaar heeft ook twee flinke zonen op aarde gezet en in de tuin zijn er inmiddels ook nog andere houtige binken verschenen, die ons in de toekomst zeker van schaduw en fruit zullen voorzien. Ik hoop alvast dat u hebt genoten van de voorbije zomer, en ben er zeker van dat ook bij u het mirakel van de bomen en de bossen wellicht bijgedragen heeft tot dat genot. In deze Boskrant vindt u – zoals u dat van ons gewend bent – nog heel wat meer nieuws over die miraculeuze bossen. Zo is er ‘Zaad met Pit’, de slogan waarmee we dit jaar het bos ingaan tijdens de Week van het Bos. En in deze editie komt ook Jan Verheeke aan het woord, de man die zich de voorbije vijf jaar op het kabinet van de ministers van Leefmilieu heeft beziggehouden met natuur en bos. Een boeiende kijk in de coulissen van de macht. En o ja, een laatste tip: via www.CO2gift.be kan je heel makkelijk je eventuele autoof vliegtuig-uitstoot van je vakantie berekenen. In ruil voor die uitstoot kan je er bovendien een kleine gift doen, onder meer aan één van de tropische bosprojecten van VBV of Groenhart. Ik heb het alvast gedaan, u ook? Bert De Somviele Directeur VBV * Hij staat in een pesticidenvrije tuin, en hij is de voorbije jaren ook niet gesnoeid: alle tips zijn welkom bij
[email protected]!
1
van boom tot evenaar
Wereldrecord sneuvelt
Onder een stolpje
Niet alleen Usain Bolt verpulvert het ene wereldrecord na het andere. Ook in Pakistan werd deze zomer een wereldrecord verbroken, en wel door meer dan 500 000 bomen te planten in 1 dag! Met slechts 300 vrijwilligers werd deze klus geklaard. Ze wisten blijkbaar van aanpakken: tegen de avond had iedereen een slordige 1800 boompjes op z’n persoonlijke teller staan! Een ware topprestatie. Ze stootten hiermee dan ook India van de troon der Guinness World Records. Alle geplante boompjes zijn mangrovesoorten en moeten bijdragen tot het herstel van de bedreigde mangroves in Pakistan. De regering heeft tevens een grote som geld voorzien voor de komende drie jaar, om de overlevingskansen van de boompjes te optimaliseren. Meer... American Forests – Forestbytes August
2009: http://www.americanforests. org/forestbytes/Forest_Bytes_aug09/
© Lotte Van Nevel
fb_aug09_inside.html#pakistan
De luchtkwaliteit in Vlaanderen laat te wensen over, dat is al lang geen nieuws meer. Regelmatig slaan de media ons met slechtnieuwsshows om de oren over te hoge fijnstofconcentraties, overschrijdingen van Europese normen, smogalarms, enzovoort. Bovendien is geweten dat onze vuile lucht geen halt houdt aan de voordeur; binnenshuis is de luchtkwaliteit minstens even slecht. Daar hebben een Franse ontwerper en wetenschapper nu samen iets op gevonden: BEL-AIR, een luchtzuiveraar op basis van kamerplanten. “Er is een individu dat leeft in een huis. Hij heeft iets om zijn huis te verlichten, iets om op te gaan zitten, maar al twintig jaar ademt hij vervuilde lucht, en er is niet echt iets interessants bedacht rond dat aspect”, zo klinkt het bij de uitvinders. En terecht. Enkele doodgewone kamerplanten, die je bij elke florist kan vinden, blijken zeer efficiënt te zijn in het absorberen van toxische stoffen. Zij fungeren dan ook als groene motor in dit vernieuwend concept. De samenwerking tussen een ontwerper en een wetenschapper maakt dat het apparaat perfect werkt en bovendien esthetisch heel aantrekkelijk is. Ideaal voor in de living dus. Ze kregen er zelfs de Best Innovation Award voor van het Amerikaans wetenschappelijk tijdschrift Popular Science. meer... Weekend Knack, 4 juni 2009
http://www.laboshop.fr
2
© Lotte Van Nevel
van boom tot evenaar
Nieuw in het FSC-gamma Tegenwoordig hoef je niet meer alleen aan duurzame tuinmeubels of raamkozijnen te denken bij het horen van de term FSC (Forest Stewardship Council). Het aanbod aan FSCgecertificeerde producten blijft zich immers uitbreiden. WC-papier was hierop tot voor kort echter de grote uitzondering. Het Nederlandse bedrijf ‘Van Houtum Papier’ zorgde onlangs voor een primeur door als eerste producent tissueproducten met een FSC-label op de Belgische markt te brengen onder hun eigen merknaam ‘Satino’. Het gaat hierbij om toiletpapier, papieren handdoekjes en poetspapier met een ‘FSC recycled’ keurmerk, wat aangeeft dat het product volledig uit gerecycleerde vezels gemaakt is. Het gebruik van ‘maagdelijke vezels’ voor de productie van wegwerpproducten zoals toiletpapier is uiteraard waanzinnig, en toch moet helaas vastgesteld worden dat ook vandaag nog waardevolle bossen op onverantwoorde wijze geëxploiteerd worden voor de
productie van tissues. Op globaal niveau zijn er weinig betrouwbare labels die aantonen dat een product uit 100 % gerecycleerde vezels bestaat. Met het FSC Recycled-Label vult FSC deze leemte. Daarnaast kan je sinds kort ook ballonnen verkrijgen met het FSC keurmerk voor het natuurrubber. De ballonnen zijn afbreekbaar in 6 maanden tijd. Ze worden verdeeld door het fairtrade bedrijf ‘Ethletic’, waar tevens sneakers met FSC-zool en gecertificeerde voetballen te koop zijn! Het natuurrubber is afkomstig van de FSC-rubberplantage in India. Daar wordt niet alleen veel aandacht besteed aan het leefmilieu, maar ook de werknemers en dorpsbewoners worden ‘fair’ behandeld. Dubbel zoveel speelplezier dus! Meer... http://www.envirodesk.com/node/48827
http://www.ethletic.nl/ http://www.fsc.be 3
© Lotte Van Nevel
van boom tot evenaar
Insecten als spreekbuis Wat vertellen insecten ons over bossen? Dit wordt momenteel in Wales onderzocht door de beestjes te monitoren op 24 torens in een netwerk van verschillende bossen. Op die manier kunnen de insecten bestudeerd worden zowel in als boven de boomkruinen. Zij zullen een antwoord moeten geven op de vraag of een verbetering van de bosstructuur al dan niet leidt tot een hogere biodiversiteit en er dus uiteindelijk minder ziektes zullen uitbreken. Zowel op de bosbodem als op de verschillende niveaus op de torens zijn valletjes geïnstalleerd om insecten te vangen. Tussen april en oktober wordt die vangst elke 2 weken opgehaald en naar het onderzoekscentrum gebracht. Entomologen tellen en determineren er alle gevangen beestjes om zo een beeld te krijgen van de insectendiversiteit in de verschillende bosbestanden. De monitoring loopt nog tot oktober 2010. De resultaten van deze studie zullen dan moeten aangeven hoeveel variatie in bosstructuur nodig is om een verhoogde biodiversiteit te bekomen en om minder problemen te hebben met ziekten en plagen. 4
Meer... FR News (News from Forest Research) –
July 2009: http://www.forestresearch.gov.uk/frnews
Vloeibaar hout in auto’s In een zoektocht naar duurzame materialen test autofabrikant Ford ‘vloeibaar hout’, een mengeling van houtpartikels en plastic. Het materiaal, dat officieel ‘wood-plastic-compound’ (WPC) heet, neemt geen water op en is dus erg duurzaam. Voor de productie moet het hout of zelfs houtafval niet bewerkt worden, waardoor de milieukost laag blijft. Bovendien leent het materiaal zich erg goed voor recyclage. Eerdere tests hebben uitgewezen dat het tot vijf keer hergebruikt kan worden. Ford maakt zich sterk dat het daardoor zo goed als CO2-neutraal is. Echt nieuw is het materiaal niet. Vloeibaar hout wordt al gebruikt als plaatmateriaal in de bouw, maar daar hoeft het niet vervormd te worden. Voor het gebruik in wagens en als vervanging voor plastic is het net van groot belang dat het in een mal in de juiste vorm gedrukt kan worden. Daarom startte Ford een onderzoeksproject van drie jaar om het materiaal aan te passen aan de noden van de auto-industrie. De fabrikant werkt daarvoor samen met de universiteit van Paderborn, fabrikanten van assemblagemachines en de verpakkingsindustrie. meer... Mo magazine – augustus 2009
ROLLINs toontje
Rollins Toontje Rollin Verlinde
Foto’s nemen in het bos. Het lijkt gemakkelijker dan het in werkelijkheid is. Al jaren proberen wij met onze Vereniging de juiste hoek en toon voor ons beeldmateriaal te vinden. Dankzij deze fotorubriek kan het vanaf nu alleen maar beter worden. Topfotograaf Rollin Verlinde van
In de diepte gaan Een van de problemen waar beginnende landschapsfotografen mee geconfronteerd worden, is het gebrek aan diepte in beeld. Een landschap is in het echt driedimensionaal, maar een foto is slechts tweedimensionaal. Daardoor lijkt een landschap op een foto veel van zijn sterkte verloren te hebben. We missen de weidsheid die we zagen toen we de foto namen. Je moet dus de kijker als het ware foppen en het beeld diepte geven.
© www.vildaphoto.net
Vildaphoto licht in elke Boskrant een tip van de sluier der natuurfotografie voor ons op.
Een goede manier is het gebruiken van een voorgrond. Door een relevant onderwerp in de voorgrond te plaatsen en daarachter een mooi boslandschap te kiezen, wordt de foto meteen een stuk interessanter. Het is soms wat zoeken naar een geschikte plek, maar het loont de moeite. Zoek naar mooie varens, kussentjesmos, pollen pijpenstro, denappels, paddenstoelen, enzovoort. Zet dit niet te klein in beeld, zodat het wat de aandacht trekt. Als datzelfde nog eens verder in beeld terugkomt als een soort herhaling, is het helemaal af.
Meer info www.vildaphoto.net
5
bosactua
Bosactua
Over draagvlakverbreding De VBV heeft een nieuwe publicatie: het Vademecum Draagvlakverbreding voor Bosuitbreiding en Natuurontwikkeling. Draagvlak is een woord dat de laatste jaren heel vaak wordt gebruikt, maar waaraan ook heel uiteenlopende interpretaties worden gegeven. De definitie varieert van ‘anonieme, passieve steun’ voor een bepaald project, tot het ‘actief engagement’ dat 6
Lappersforters niet langer de boom in © Jonas Lampens
Zetten de nieuwe Vlaamse ministers een boompje op over bos? Op 13 juli 2009 legde mevrouw Joke Schauvliege de eed af als Vlaams minister voor Leefmilieu, Natuur en Cultuur. Op haar persoonlijke website lezen we dat thema’s als natuurontwikkeling, ruimtelijke ordening, verenigingsleven en duurzame ontwikkeling haar na aan het hart liggen. Alles wat het bos aanbelangt, valt in de nieuwe legislatuur volledig onder haar bevoegdheid. VBV heeft er alle vertrouwen in dat de nieuwe minister een boompje zal opzetten (en bijplanten) voor meer en beter bos in Vlaanderen. Ook de indeling van de open ruimte en vooral de aanduiding van voldoende kwalitatieve bos- en natuurgebieden zijn een speerpunt voor VBV. We hopen dat de nieuwe Vlaamse minister bevoegd voor Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, meneer Philippe Muyters, econoom van opleiding en jarenlang gedelegeerd bestuurder van VOKA, hier werk van zal maken.
een bepaalde groep ervoor neemt. Met deze nieuwe handleiding verduidelijkt VBV wat draagvlak voor natuur en bos precies is en kan zijn, waarom het zo verdraaid belangrijk is, en welke do’s en don’ts er zijn om werk te maken van draagvlak. Als draagvlakverbreding een werkwoord is, dan is dit vademecum uw gereedschapskist. De digitale versie van deze boek vind je op www.vbv.be/publicaties, maar wie een papieren versie wil, kan dit tegen verzendingskost bekomen. Neem hiervoor contact op met info@ vbv.be of via 09/264.90.55.
Begin augustus werd een uniek en historisch akkoord afgesloten tussen de Lappersfortbezetters, het Groene Gordel Front en GDF Suez, de eigenaar van het Lappersfortbos. Ten laatste op 18 oktober, de laatste dag van de Week van het Bos, ontruimen de bezetters vrijwillig hun geliefde bos. De komende maanden engageren alle partijen zich echter nog om samen een duurzame oplossing te zoeken voor het laatste stuk bedreigd Lappersfortbos en om de beleidsmakers aan te zetten om deze resterende 3,2 ha
bosactua
bedreigd zonevreemd bos van de ondergang te redden. De bevoegde ministers Schauvliege en Muyters verwelkomen het akkoord. Minister Schauvliege wil zelfs graag nog deze maand met alle partijen rond de tafel zitten om een oplossing te zoeken. Met een beetje goodwill kunnen we de Week van het Bos in schoonheid afsluiten!
© Generalitat de Catalunya
Hete zomer eist zijn tol: tienduizenden hectares bos wereldwijd verloren Door de extreme droogte en sterke wind gingen de afgelopen weken in Griekenland en wereldwijd weer tienduizenden hectares bos in vlammen op. Aangezien de mens in 95% van de gevallen al dan niet opzettelijk oorzaak is van bosbran-
den, kon heel wat menselijke leed en verlies aan bosareaal ook dit jaar vermeden worden. Nu de opwarming van de aarde het risico op bosbranden ook verhoogt, kunnen we u niet genoeg op het hart drukken een aantal tips in acht te nemen: roken en vuurtjes stoken (barbecues e.d.m.) zijn in het bos uit den boze. Maar ook glas en ander restafval achterlaten moet te allen tijde vermeden worden, aangezien glas als een vergrootglas kan werken, en restafval soms chemische reacties veroorzaakt die tot een brandje kunnen leiden. Wist je dat wildparkeren ook de nodige risico’s inhoudt? Door de reflectie van het zonlicht op delen van de auto (o.a. spiegels) staat het bos zo in lichterlaaie. De Europese situatie kan je op de voet volgen via het Bosbrand Informatie Systeem EFFIS (effis.jrc.ec.europa.eu).
7
bosactua
Vallende bladeren in de zomer: populier en wilde kastanje aangetast De wilde kastanje heeft het de laatste jaren bijzonder moeilijk in onze streken: al jaren worden de bomen bedreigd door de mineermot, een parasiet die overgewaaid komt uit Oost-Europa. Dankzij allerlei maatregelen stabiliseert de bedreiging zich de jongste jaren: de vrouwtjes van de mineermot worden met lijmbanden gevangen en er wordt werk gemaakt van het verzamelen en verbranden van de afgevallen bladeren. Ook de populier, een vaak gekloonde en dus genetisch identieke boom, wordt sterk bedreigd door zijn oude vijand de ‘roestschimmel’ aangezien de schimmel in staat was de resistentie van populieren te doorbreken. Vermoedelijk speelt de klimaatverandering een rol bij het succes van deze natuurlijke vijanden van onze bomen. 8
2 ha bos goddeloos en onterecht voor de bijl! Voor de tweede maal op rij vernietigde de Raad van State de bouwvergunning voor het klooster van Opgrimbie. Dit klooster werd gebouwd in een prachtig en waardevol bosgebied op de helling tussen de Maasvallei en het Kempisch plateau dat Europese bescherming geniet als vogelrichtlijngebied. Dit kon Minister van Mechelen blijkbaar niet deren: na een eerste vernietiging in 1998 van de eerder afgeleverde bouwvergunning, verleende hij in 2001 doodleuk een nieuwe vergunning. De Bond Beter Leefmilieu, VBV en Natuurpunt dienden klacht in bij de Raad van State aangezien de bouwvergunning in strijd is met het Bosdecreet, de Vogel- en Habitatrichtlijn en de wetgeving op de ruimtelijke ordening. Onlangs kregen we van de Raad van State op alle vlak gelijk: slaat men het arrest erop na dan
kan men niet anders dan besluiten dat de terreinen opnieuw bebost zouden moeten worden... VBV en onze partners beraden zich nu over de verder te nemen stappen, aangezien het klooster ondertussen reeds lang gebouwd is. Het wordt hoog tijd dat er in Vlaanderen wat meer respect getoond wordt voor waardevolle bos- en natuurgebieden en zeer zorgvuldig omgesprongen wordt met onze schaarse open ruimte!
Van Wilg tot Warmte: Potenties van Korteomloophout (KOH) in Vlaanderen De voorbije jaren hebben VBV, INBO en PROCLAM hard gewerkt aan kennisopbouw en -overdracht over de teelt van korteomloophout via het project ‘Van Wilg tot Warmte’. Met dit project konden we enkele mooie primeurs realiseren: de eerste landbouwer die KOH aanplant, de eerste oogst van KOH met een Vlaamse machine, … Met een geslaagde studiedag in juni van dit jaar werd een mooi orgelpunt op dit project geplaatst. De opgedane kennis werd gebundeld in de brochure ‘Van Wilg tot Warmte’ die u terugvindt op onze site. Verplichte lectuur voor al wie geïnteresseerd is in en bezig is met groene energie uit houtige biomassa! Voor meer info kan je ook terecht op www.energiehout. be of www.enerpedia.be. Ook VZW Houthakker is een feit! Aangezien er in Vlaanderen voor de houthakkerssport geen enkel platform of vereniging bestond werd ‘VZW De Houthakkers’ opgericht door enkele ‘sporthouthakkers’ en/ of mensen met interesse daarvoor. Sportieve
© Bert De Somviele
bosactua
Houthakkerskunst op de bosbouwbeurs in Libramont.
houthakkers en bossporters vinden meer info op hun website: www.dehouthakkers.be.
Asbest in het Muziekbos In 2007 raakten de plannen bekend om in de oude zandgroeve aan het Muziekbos asbest te storten. De autoriteiten maakten eerst weinig bezwaren, totdat massaal buurtprotest de kat de bel aanbond. Na een lange strijd moesten de plannen opgeborgen worden: het Muziekbos was voorlopig gered. Maar nu lijkt de geschiedenis zicht te herhalen. In de plaats van asbest wil men nu blijkbaar zwaar vervuilde grond richting Ronse voeren. 9
Het Muziekbos werd ooit verkozen tot het mooiste plekje van Ronse. De Ronsenaars willen niet dat het op de één of andere manier in gevaar komt. Het stortgebied moet van hen zo snel mogelijk bosgebied worden. Toch zal de oude zandgroeve met ‘iets’ moeten opgevuld worden, voordat er bomen op kunnen worden geplant.
© Erik Malfait
bosactua
C02-gift: het eerste NGO-klimaatfonds Net als bij CompenCO2 is het in de eerste plaats de bedoeling van www.CO2gift.be om te informeren over de milieugevolgen van reizen. Via www.CO2gift.be kan je bovendien je CO2-uitstoot berekenen en vergelijken. Met die wetenschap kan je beslissen om een ontwikkelingsproject te steunen dat de gevolgen van de klimaatverandering aanpakt. Dit eerste Vlaamse NGO-‘Klimaatfonds’ wil bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden steunen om zich aan te passen aan de klimaatverandering, voornamelijk in Afrika. Hoeveel je schenkt, bepaal je zelf, al kan je exact berekenen hoeveel je hebt uitgestoten. Bomen slaan CO2 op. En maken mensen blij!
Oudste boom geveld door rukwinden Op een zaterdagavond in juli heeft een hevige rukwind de Onze-Lieve-Hereboom geveld. Aan deze eik van meer dan 1000 jaar oud zouden de bokkenrijders – een roversbende – nog zijn samengekomen. De boom ligt op de kruising van de Vinckenroyestraat en de Lievehereboomstraat op de grens met Wellen. Zo komt er een eind aan het meest merkwaardige monument dat Kortessem heeft. Volgens
10
sommige geschiedkundigen gaat het zelfs om de oudste boom van België. Het verdwijnen van dit uitzonderlijk cultuurhistorisch erfgoed leidt tot heel wat verslagenheid in Kortessem. Sinds mensenheugenis hield de Onze-LieveHereboom trouw de wacht aan de grensscheiding tussen Wellen, Borgloon en Kortessem. Volgens een aantal historische tijdschriften werd hij geplant rond 800 en is de boom zelfs verbonden met Karel de Grote.
De boomhut Lore Provoost
Hoofdpijn? De specht? Nooit! Waarom krijgt een specht eigenlijk geen hoofdpijn? Hij knalt gemiddeld twintig keer per dag tegen een boom. Te vergelijken met het gevoel dat wij krijgen als we tegen 25 kilometer per uur tegen een muur aan lopen. Ja, inderdaad, dat doet pijn. Maar hoe doet de specht dat zonder ooit een aspirine te nemen? De Amerikaanse professor Ivan Schwab onderzocht dit merkwaardig feit en kreeg er zelfs een Ig Nobel prijs* voor. Spechten headbangen om verschillende redenen. Voor voedsel (insecten komen door het bonken naar boven), om een nest uit te hakken, om te communiceren met soortgenoten en om hun territorium af te bakenen. Schwab gebruikte hogesnelheidsfilmpjes om het hakken van spechten beter te bestuderen. Daarnaast liet hij foto’s nemen van de kop van het dier. De hersenen van de specht blijken beschermd te zijn door een speciaal soort schedel. De sponzige structuur van het bot dient als een schokdemper. En de onderkaak zit met enorm sterke spieren vast, die een milliseconde voor de inslag aanspannen. Ze vormen hiermee een extra stootkussen. Binnenin de schedel is bijna geen vloeistof, zodat de relatief kleine hersenen niet steeds ergens tegenaan botsen. Overigens gebruikt de specht zijn complete lichaam om de impact van een nieuwe slag op te vangen. Nog een laatste slimmigheidje van Woody: net voordat hij zijn kop weer tegen een boom knalt, sluit hij zijn extra dikke oogleden. Wanneer hij dit niet zou doen, zouden zijn ogen letterlijk uit hun kassen puilen *Een Ig Nobelprijs is geen gewone Nobelprijs, maar een jaarlijkse prijs voor tien mensen die de mensen “eerst aan het lachen, en dan aan het denken zetten”. Bron: Kijk Magazine (oktober 2006) 11
Rebus
1. Welk insect heeft de rups als larve? 2. Welke worm is geen echte worm maar een hagedis? 3. Hoe heet de vrucht van de eik? 4. Welke vogel timmert op boomstammen, op zoek naar insecten? 5. Stekelig zoogdier 6. Van welke boom is het blad op de Canadese vlag? 7. Welke netel prikt niet? 8. Hoeveel poten heeft een insect? 9. Welk seizoen komt er na de herfst? 10. Hoe noemt men een mannetjesbij? 11. Welk zoogdier is het enige dat kan vliegen?
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Oplossingen VLIEGENZWAM 1) Vlinder 2) Hazelworm 3) Eikel 4) Specht 5) Egel 6) Esdoorn 7) Dovenetel 8) Zes 9) Winter 10) Dar 11) Vleermuis 12
merkwaardige bomen
Merkwaardige bomen in Vlaanderen en omstreken
De dikste vlier van België? Wilfried Emmerechts en Arno Thomaes
Bij dikke bomen denken we spontaan aan eiken of beuken. Maar ook van een bescheiden boom als vlier, eigenlijk doorgaans een onopvallende struik, moet er één de dikste zijn, zo dacht lezer Arno Thomaes. Hij stootte op de grens tussen Beveren en Temse (Oost-Vlaanderen)
D
e vlierstruik heeft een samengesteld blad en tooit zich in het voorjaar met witte bloemschermen. Deze vlier is tot knotboom gesnoeid en heeft een omtrek van maar liefst 88cm (op 1,10m hoogte). Dit komt neer op een diameter van 28cm. De stam vertakt op ongeveer 1,30m en eindigt met twee knotten op ongeveer 1,70m. Naar zijn ouderdom hebben we het raden. Bomen hadden vroeger vaak een bijzondere betekenis, men vraagt zich dan ook af waarom de boom daar staat. Zou een onconventionele eigenaar hem misschien als een originele grensboom hebben opgetuigd? Hij staat langs de route van de Sint-Amalbergaprocessie, maar een kapelletje is er niet (meer?) in te vinden. Verder bevindt de boom zich in het schootsveld van het Fort van Haasdonk, waar vroeger geen opgaande bomen of knotbomen mochten staan. Misschien ontliep onze knotstruik de wetgeving? Hoewel, niet veel verder staat er een echte kapelletjeslinde die ook de oorlog heeft weten te overleven. Wellicht heeft de eigenaar zijn leverancier van keukenproducten voor de sier gewoon wat bijgewerkt? De bloesems en bessen van vlier kunnen worden gebruikt voor siroop, confituur, jenever en dergelijke meer. Het hout is niet zeer sterk maar kent dankzij de
© iStockphoto
op een opmerkelijk exemplaar en meldt ons daarover het volgende.
grote mergholte een aantal bijzondere toepassingen, zoals voor mondstukken van blaasinstrumenten en dobbers. Wie heeft er nog gevaarlijke toeren uitgehaald met de vlieren klakkebus of proppenschieter? Voor wat het record van de dikste vlier van België betreft, moeten we Arno teleurstellen. De Beltrees kampioen is volgens de Dendrologische Vereniging een Anderlechtse vlier, waarbij in 1993 een respectabele borstomtrek van 123 cm werd gemeten. Stuur jouw boomfoto en verhaal naar de redactie, hetzij via de post naar VBV, Geraardsbergsesteenweg 267, 9090 Gontrode of via e-mail naar
[email protected].
13
VBV-actief
O
p vrijdagavond 23 en zaterdag 24 oktober organiseren VBV en CVN een geweldig Bosweekend. Een toffe reünie voor oudgedienden van de VBV en CVN, een eerste kennismaking met onze verenigingen voor wie ons nog niet zo goed kent, en vooral een fijn weekend in, rond en over het bos! Plaats van afspraak is een prachtige plek in de Vlaamse Ardennen: het Muziekbos van Ronse, waar we u een boomvol en boeiend programma bieden: Bosquiz • Avondwandeling met aandacht voor vleermuizen en bosuilen • Beheerwerken in het bos • Bedrijfsbezoek aan FSC-bouwbedrijf De Noordboom/Eurabo in Ronse • Workshop Bos- & Natuurfotografie • Beleidsworkshop over Asbeststort Marie-Louise (o.v.) • Koken met bosproducten • Gegidste Boswandelingen • KlimaatActie (i.k.v. De Internationale KlimaatActieDag van 350.org) • ...
KOM & PROEF van het BOS! © www.Vildaphoto.net
23 en 24 oktober: VBV Bosweekend
De plaatsen zijn beperkt, dus snel inschrijven is de boodschap! Alle praktische info bekom je via www.vbv.be of bij Kathleen De Looze (Kathleen.
[email protected] of 09/264.90.55) of www.c-v-n.be (doorklikken naar “korte cursussen”). VBV-leden, bosnatuurgidsen en studenten betalen slechts 4 5, niet-leden 4 10 (overnachting en maaltijden inbegrepen).
Wat vooraf ging…. Op stap met blinden en slechtzienden in de heemtuin van Ryckevelde
I
n het hart van het domeinbos van Ryckevelde bij Brugge ligt een verborgen parel: de heemtuin van de Brugse duinengordel. Op 24 juni vergastte bosgids Eric De Wulf er ons op een ongewoon bezoek. De term ‘heemtuin’ of ‘heembos’ werd gelanceerd door de Nederlander Jacobus Pieter 14
Thijsse (Maastricht 1865 – Overveen 1945). Zijn ‘Thijsses Hof’ in Bloemendaal is inmiddels de oudste heemtuin van West-Europa. Het oorspronkelijk heemtuinidee van Thijsse was dat van een educatief plantsoen dicht bij de mensen. De heemtuin in Ryckevelde heeft ook die educatieve benadering: op een oppervlakte van amper drie hectare leer je er
VBV-actief © VBV
echt enorm veel bij. Je kan er aan den lijve ondervinden hoe wij 100 jaar geleden al het landschap mee boetseerden. Op je wandeling door de heemtuin struin je langs landduinen, heidevegetaties, poelen, boomgaarden, struikengordels en bossen. Een oude hooiopper of een traditioneel gemaakte houtmijt maken het geheel echt af. Wat echter óók heel speciaal is aan de Brugse heemtuin, is zijn toegankelijkheid. De inrichting van de tuin is immers ook op maat van blinden, slechtzienden en mensen met een beperkte mobiliteit gemaakt, en dat is toch wel vrij uniek voor Vlaanderen. Het is dan ook een bijzondere plek voor deze doelgroep, die er van nabij de natuur kan meemaken. Door middel van een ononderbroken contactbalk kan je met de witte stok de hele tijd het wandeltraject goed meevolgen. Rubber tegels vestigen de aandacht op allerlei “beziensmaar ook bevoelswaardigheden”; infoborden in braille bieden bijkomende informatie aan. Op 24 juni vergastten we in deze fraaie heemtuin een groep blinden en slechtzienden van Huis 45, een dagverblijf uit de Brugse regio. Gids Eric nam op ongelooflijk begeesterende wijze de hele groep meteen op sleeptouw en vertelde honderduit, over de kleuren en vormen van bloemen als kardinaalsmuts en dopheide, over akkerbloemen en sterretjesmos, en over het gebruik van oude fruitrassen. Wie van ons kent nog de mispel en weet waar onze grootouders hem voor gebruikten? Eric liet ons ook voelen en ruiken aan allerlei groens. Een hele resem interessante planten en gebruiken passeerde de revue: van onze brem met zijn lange fijne takken en harde ‘boontjes’
waarin de zaden zitten, gingen we langs biezen op de rand van de poelen, waar vroeger – en soms ook nu nog – de zitting van stoelen mee werd gemaakt, en voelden we aan de bolle knotten van knotbomen als wilg, es, els en eik. We concentreerden ons op hoe dennenschors voelde, hoe de naalden van de Douglasspar naar citrus geuren, en lieten – heel voorzichtig – onze vingers over allerlei stekeligs als gaspeldoorn gaan. Ook voor de ziende deelnemers aan de wandeling was dit voelen en ruiken een openbaring! Zeker eens doen dus: op www.natuurenbos.be vind je onder de link ‘Domeinen’ heel wat meer info over dit prachtige domeinbos en hoe het te bereiken. Voor andersvaliden is trouwens een parking voorzien vlak bij de tuin.
FILM in het BOS 2009
O
ns Film in het Bosteam deed dit jaar 9 locaties in Vlaanderen aan, en bereikte daarmee maar liefst 1380 deelnemers. Met andere woorden: een ongelooflijk succes is het geworden! En heel veel van die toeschouwers kozen er bij die eerste kennismaking met onze vereniging meteen ook voor om verder kennis te maken met onze Boskrant. Bij deze aan jullie allen hartelijk dank, en een bijzonder warm welkom in onze vereniging. Hopelijk geniet u van de Boskrant, en slagen we erin u warm te blijven maken voor onze bossen, want ze kunnen onze steun zeer goed gebruiken. 15
wandelen & fietsen
Smokkelfietstocht in de Westhoek Deze zomervakantie lanceerde ARGUS de nieuwe ‘smokkel’gezinsfietstocht in de Westhoek.
D
e fietstocht start in het bezoekerscentrum De Nachtegaal in De Panne. Van daaruit kan je 15 of 28 km lang een prachtige fietstocht maken in de Westhoek. Het traject brengt je naar een ongekende streek vol ongerepte natuur. Je fietst langs oude smokkelroutes, je ontdekt de Moeren, de Sint-Karelsmolen en de eeuwenoude Cabourduinen en je steekt even de grens over naar het Franse dorpje Ghyvelde!
© VBV
Al fietsend zal iedereen op een fijne manier deze verrassende streek leren kennen. Alle informatie werd opgenomen in een gratis fietsboekje. Het bevat een wegbeschrijving en een pak informatie over de natuur- en cultuurhistorische aspecten van het landschap.
16
Kinderen van 6 tot 12 jaar krijgen deze informatie op maat met doe-opdrachten. Ze kunnen hiervoor een ‘smokkeltas’ ontlenen (20 euro waarborg). Deze tas bevat materiaal (verrekijker, kompas, enz...) om de natuur mee te verkennen. Wie wenst, kan vlakbij de startplaats ook nog fietsen huren. En wie na afloop nog energie heeft, kan een bijkomend bezoek brengen aan het natuurreservaat de Westhoek of aan het Calmeynbos, en zo enkele van onze schaarse natuurlijke duinenvegetaties wat beter leren kennen. VBNC De Nachtegaal Olmendreef 2, 8660 De Panne 058 42 21 51, www.vbncdenachtegaal.be www.argusmilieu.be
Fossiele bomen ontdekt! Iris Lauwaert, Carlos Montfort, Kristof Haneca en Floris Verhaeghe
Eind april ontdekte vrijwilliger Carlos Montfort twee oude boomstammen op een dijk aan een grindplas in Kessenich (Kinrooi). Deze bomen waren vrijgekomen bij de ontgrinding. Even later kon men nog zes andere boomstammen uit het grind halen… We gingen op zoek naar het verhaal achter deze boomstammen en ontdekten dat ook in de Blankaart al bomen uit het veen gehaald werden. We maakten ook een praatje met Kristof Haneca, dendrochronoloog
Dag Kristof, bedankt om ons te woord te staan. Je hebt een bijzonder beroep. Wat doet een dendrochronoloog? Als dendrochronoloog bestudeer ik de groeiringen van bomen. Niet alleen van levende exemplaren, maar vooral van oud hout dat ondertussen deel is geworden van ons cultureel erfgoed. Aan het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (www.vioe.be) werk ik daarvoor samen met archeologen en bouwhistorici. Als zij met een vraag zitten over de ouderdom van een stuk hout, dan probeer ik daar een antwoord op te geven. Die stukken hout kunnen zowel afkomstig zijn uit het bodemarchief, zoals de bekisting van een Romeinse waterput, als uit de dakkap van bijvoorbeeld een middeleeuwse kerk. Van dergelijke houten balken en planken meet ik de groeiringen op. Na vergelijking met referentiekalenders kan ik die dan vastpinnen op één welbepaald jaartal. Op dat moment is het stuk hout verankerd in de tijd en weten we hoe oud het is. Informatie die uiteraard heel interessant is voor mijn collega’s. Recent werden langs de Maas een aantal oude eiken teruggevonden. Worden er regelmatig zo’n vondsten gedaan? Bij grind- of kleiontginningen komen er wel
© Archief Vlaams Bezoekerscentrum De Otter
van het VIOE, die ons de historiek achter dit soort boomstammen toelicht.
Ophalen van oude boomstammen in natuurgebied De Blankaart.
af en toe volledige boomstammen aan het licht. Maar dit gebeurt in Vlaanderen zeker niet zo vaak. De eiken die uit de Maas werden gehaald zijn dus vrij uniek. Trouwens, de baggerfirma wist ons te vertellen dat ze dit de afgelopen jaren nog nooit waren tegen gekomen. De oudste subfossiele boomstammen die in Vlaanderen ooit onderzocht zijn, werden gevonden in een oude Scheldearm te Ename. Daar kwamen bij een kleiontginning verschillende stammen bloot te liggen, de getuigen van een ‘verdronken bos’. Na radiokoolstofdatering bleken ze meer dan 8.000 jaar oud te zijn. 17
Carlos over de bomen in Kessenich De vondst is redelijk uniek in Vlaanderen, omdat het om grote relatief intacte boomstammen gaat. De langste boomstam meet 21 meter. Het zou om eiken gaan, sommige exemplaren hebben nog stukken schors. De bomen in Kessenich werden ooit door de Maas weggespoeld en kwamen uiteindelijk terecht in een laag van grind en rivierzand onder de waterspiegel van de rivier. Deze laag was waterdoorlatend en daardoor hebben de bomen vermoedelijk steeds in het water gelegen. Als de bomen langdurig in het water hebben gelegen, dan is dit vergelijkbaar met een methode die vroeger veel toegepast werd om hout een langere duurzaamheid mee te geven: hout wateren. Wateren is het in water leggen van vers gekapt hout, meestal negen maanden tot drie jaar, maximaal vijf jaar. Hierdoor worden de in het hout aanwezige mineralen, voedingsstoffen en zetmeel in het water opgelost. In eik zit een hoeveelheid looizuur, veel meer dan in andere inheemse boomsoorten, en dit zuur maakt het hout heel duurzaam. Dat looizuur heeft de boomstammen een eerste kans gegeven voor een langdurige conservering in het natte, waterende sediment. Door de jaren heen werden er in de Maasvallei meerdere vondsten van subfossiele bomen gedaan, overwegend in anonimiteit. De boomstammen in Kessenich zouden binnen afzienbare tijd een vaste plaats krijgen als landmark, dichtbij de plaats waar ze bovengehaald werden. Ze worden niet geconserveerd. De bomen zijn nog steeds de moeite waard om eens te komen bekijken, maar de bast takelt ondertussen wel snel af. Je kan het bezoek trouwens combineren met een bezoek aan het nabijgelegen natuurgebied ‘Het Vijverbroek’. De website over de oude boomstammen: http://sites.google.com/site/oerbomenkessenich/
Hoe weet je dat dit eiken zijn? Is dat nog zichtbaar aan de houtstructuur en hoe? Om een houtsoort te herkennen moet je naar de anatomische structuur van het hout kijken. Dat kan je doen met een handloupe, maar meestal heb je een microscoop nodig. Op heel dunne plakjes hout kan je dan de schikking en vorm van de afzonderlijke houtcellen en weefsels bekijken. Eik is een inheemse houtsoort die zich vrij gemakkelijk laat herkennen. Als je een stukje kops hout mooi glad kan snijden, dan zie je met een loupe duidelijk grote, cirkelvormige vaten die in banden gegroepeerd zijn. Dit zijn de vaten die elk voorjaar worden gevormd door de boom. Daarnaast zie je ook 18
grote stralen die vanuit het centrum van de stam naar de schors toe lopen. De combinatie van deze anatomische kenmerken geeft aan dat je hier te maken hebt met eik. Bij andere houtsoorten zijn deze kenmerken afwezig, of ontbreekt er één van beide. Welke technieken zijn er om de ouderdom in kaart te brengen? Door de groeiringen van dergelijke boomstammen op te meten, kan je de ouderdom van die bomen heel exact gaan bepalen. Dat is nu net waar de dendrochronologie een belangrijke bijdrage kan leveren. De opgemeten groeiringreeksen worden vergeleken met lange referentiekalenders. Zo een kalender
© Carlos Montfort
Eén van de opgehaalde eikenstammen uit de grindplas van Kessenich.
is een lange tijdreeks waar je voor elk jaar de gemiddelde breedte van een groeiring kan aflezen. Indien een positie wordt gevonden waar de opgemeten groeiringreeks een goede overeenkomst vertoont met de referentiekalender, is die onmiddellijk ook gedateerd. Meteen weten we dus het jaar waarin elke groeiring van die stam werd gevormd. De laatste gevormde ring, dat is deze net onder de schors, geeft meteen aan in welk jaar de boom is afgestorven. Indien dit zou mislukken, kan er nog beroep gedaan worden op een zogenaamde radiokoolstofdatering. Daarbij wordt van een klein stukje hout de aanwezige hoeveelheid koolstof-14 gemeten. Alle levende planten bevatten immers een heel kleine hoeveelheid zeer laagradioactief materiaal, koolstof-14, maar
naarmate de boom langer dood is, zal het aandeel ervan afnemen. Dus hoe lager het gehalte koolstof-14, hoe langer onze boom al dood is. Ook op deze manier kan de ouderdom dus berekend worden. Bij een radiokoolstofdatering zit er wel nog een zekere spreiding op het resultaat. Een dendrochronologische datering daarentegen is tot op het jaar precies. Hoe zijn deze bomen zo goed bewaard gebleven? Eik is van nature een heel duurzame houtsoort. Dat wil zeggen dat het hout aantasting van schimmels en insecten geruime tijd kan weerstaan. Deze eiken boomstammen zijn bovendien vermoedelijk snel onder het grind begraven en daardoor in een zuurstofarme omgeving terecht gekomen. Onder deze omstandigheden kan hout tot duizenden jaren 19
© P. Gerrienne
Op heel dunne plakjes hout kan je met de microscoop de schikking en vorm van de afzonderlijke houtcellen en weefsels bekijken.
bewaard blijven, met behoud van zijn interne structuur en opbouw. Kun je aan de hand van deze vondst ook iets zeggen over de omgeving waarin deze bomen stonden? Ook hier kunnen de groeiringen ons soms iets meer vertellen. Vrijstaande bomen hebben bijvoorbeeld meestal veel bredere jaarringen dan bomen die in een dicht en gesloten bos groeien. Je kan aan het groeiringpatroon ook zien of de jonge scheut eerst overschaduwd werd, om daarna door te groeien tot een dominante boom. En uiteraard kan een bosbouwer wel wat vertellen als hij van een volledige stam de takvrije lengte opmeet. In de streek spreken ze bij dit soort bomen over ‘versteende bomen’. Ik had al verstaan dat dit geen versteende bomen waren, maar subfossiele bomen. Wat is het verschil? Versteend hout is niet langer hout maar bestaat uit mineralen, zoals kwarts. Die hebben zich via insijpelend grondwater op een stuk hout vastgezet, maar het hout zelf is daarna 20
weggerot. Aangezien de mineralen zich vastzetten op de celwanden, blijft de interne structuur van het hout behouden in de minerale afzetting. Dit is meestal een proces van vele duizenden jaren. In Hoegaarden werden volledig versteende boomstammen gevonden van een subtropisch moerasbos van bijna 55 miljoen jaar oud. Bij subfossiel hout is deze ‘verstening’ niet bezig, maar is door chemische en/of fysische verwering wel wat aan de originele structuur en opbouw gewijzigd. Dit kan je o.a. zien aan de zwarte kleur van de eikenhouten stammen. Moeten deze restanten bewaard blijven? Welke meerwaarde hebben ze voor het wetenschappelijk onderzoek en welke meerwaarde hebben ze geschiedkundig? In Duitsland werden bij grindontginningen langs de rivieren Main, Donau en Rijn geregeld dergelijke eiken stammen gevonden. Enkele dendrochronologen onderzochten deze stammen systematisch. Uiteindelijk konden al die groeiringpatronen aan elkaar gekleefd worden en leverde dit een referentiekalender op van meer dan 10.000 jaar lang! De groeiringen van die bomen laten ons toe om tot 8.480 jaar voor het begin van onze tijdrekening terug te gaan in de tijd. Maar dit was uiteraard een proces van tientallen jaren. Bij de vondsten aan de Maas zou het dus wel interessant zijn om deze eens aan een dendrochronologisch onderzoek te onderwerpen. Daarvoor moeten we echter de groeiringen kunnen lezen en daarvoor hebben we een stamschijf nodig. De kettingzaag moet er dus aan te pas komen… Eens de eindbestemming van deze stammen vast ligt, moeten we de mogelijkheden voor verder onderzoek zeker bespreken.
In de IJzerbroeken te Woumen werden in 2005 bij natuurinrichtingswerken van de toenmalige Afdeling Natuur (nu Agentschap voor Natuur en Bos) enkele boomstammen bovengehaald. Deze stammen bevonden zich in de ondergrondse turflaag die er erg ondiep aanwezig is.
© Archief Vlaams Bezoekerscentrum De Otter
Floris Verhaeghe over de vondsten in de Blankaart
Van de dikste stam werd een schijf onderzocht door Kristof Haneca. De stam was van een eik die minstens 350 jaar oud was vooraleer hij in de ondergrond verdween. Op basis van de jaarringpatronen konden geen conclusies getrokken worden over de precieze datering. Desalniettemin staat vast dat de stam dateert uit de periode van de veenvorming, al snel enkele 1000’en jaren geleden. Enkele van deze bomen, allemaal eik, zijn na de werken bewaard en behandeld om ontbinding te voorkomen. Zij worden als landmark geplaatst bij een kijkwand aan de achterkant van het Drinkwaterspaarbekken De Blankaart te Woumen. Daar zijn ze nu al van nabij te bewonderen in afwachting dat ze rechtop geplaatst worden. Hoewel deze vondst verrassend was voor de uitvoerders, was dit in veel mindere mate zo voor de oudere omwonenden. Want dat er bomen in de ondergrond zitten, was wel gekend. Deze bomen werden destijds soms actief opgezocht om er deirinckhoutbalies (deirinck = turf) van te maken. De wortelkluit fungeerde hierbij als contragewicht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen er een tekort aan steenkool was, zocht men deze bomen bovendien om te gebruiken als brandhout. Verzagen moest je doen als het hout nog nat was, want eens droog, werd het keihard. Momenteel is rond het natuurgebied De Blankaart een natuurinrichtingsproject in uitvoering waarbij opnieuw heel wat gegraven wordt. Ook hier zijn alweer heel wat stammen en stukken hout uit de turfbodem boven gekomen. Ga zelf eens een kijkje nemen naar de opgedolven eiken van de Blankaart. Via het Blankaartpad kom je ook aan het Drinkwaterspaarbekken.
21
praatstoel
Praatstoel Gesprek met Jan Verheeke, Beleidsadviseur van de Vlaamse Minister van Leefmilieu Naam: Jan Verheeke Leeftijd: 46 Woont met vrouw Klara en zoon Viktor in Gent Jurist, student Filosofie; Beleidsadviseur Natuur, Jacht en Visserij van de CD&V-Ministers van Leefmilieu uit de vorige regering Kris Peeters en Hilde Crevits
E
en bezoek brengen aan het Ferrarisgebouw vlakbij het Noordstation in Brussel doen we vaak. Daar is immers het Agentschap voor Natuur en Bos gehuisvest, met wie we voor heel wat projecten samenwerken. Het gebeurt echter niet elke dag dat we de lift nemen tot de bovenste verdieping, waar tot kort geleden de Vlaamse minister van Leefmilieu zelf haar kabinet had. Vandaag echter wel, want we brengen er een bezoek aan Jan Verheeke, die de voorbije 5 jaar de CD&VMinisters van Leefmilieu heeft geadviseerd op vlak van natuur, bos, jacht en visserij. Op de dag van dit interview is het stil in de gangen van het Ministerie. Op dit moment worden immers de laatste knelpunten in het ontwerp Regeerakkoord besproken door de onderhandelaars, en dit is dan ook duidelijk een kabinet van een regering van lopende zaken. Niettemin is Jan druk aan het werk, hij verveelt zich duidelijk niet.
Dag Jan. Bedankt om me te ontvangen voor een interview voor onze Boskrantlezers. En om maar meteen met de deur in huis te vallen: de voorbije jaren
22
heb jij alle actuele Vlaamse bos- en natuurthema’s van nabij meegemaakt, en er vaak zelf aan ‘meegeschreven’. Vertel eens, wat zijn voor jou de meest belangwekkende thema’s geweest de afgelopen jaren?
Ik ben binnengekomen op dit kabinet in 2004, op een moment dat de natuur- en bossector in een zeer slecht daglicht stond. Aan natuur- en bosbeleid kleefde het imago van overregulering, en de bos- en natuursector was in een hoek gedrumd. Dat vertaalde zich dan ook in het Regeerakkoord van 2004, waarin bos en natuur weinig plaats kregen. Toenmalig minister Kris Peeters legde die eerste jaren dan ook vooral de nadruk op ‘conflict management’. Dit maakte dat ik toen ingezet werd voor wat ik wel eens bestempelde als ‘concretismen’: het uitpraten en oplossen van concrete problemen, dikwijls ook op het terrein. Doorheen de jaren heb ik dan wel gemerkt dat natuur en bos als beleidsthema’s stilaan weer aanvaardbaar werden. Ik beschouw dit als één van de realisaties van de voorbije legislatuur. Die betere perceptie liet me ook toe om me in de laatste jaren opnieuw met het helpen uitzetten van nieuwe beleidsopties bezig te hou-
© VBV
praatstoel
moet worden, van een ander niveau dan de conflictrijke verhoudingen van de afgelopen dertig jaar. Hiertoe was het nodig om de regelgeving inzake jacht en inzake soortenbescherming een drastische opwaardering te geven. Onder impuls van minister Hilde Crevits is dat dan ook gebeurd. Een derde thema is dat er zich de voorbije jaren ook een aantal belangrijke consolidatie- en integratieprocessen voltrokken hebben. Het brede publiek is er zich misschien niet van bewust, maar een fusie zoals die van de Afdeling Natuur en de Afdeling Bos en Groen tot het Agentschap voor Natuur en Bos heeft vrij revolutionaire effecten gehad op hoe het beleid vorm krijgt en op het terrein uitgevoerd wordt. Jan Verheeke neemt het woord op het Boompjesweekend van Kom op tegen Kanker.
den. Wat toch eigenlijk de kerntaak zou moeten zijn van een raadgever op een kabinet. Een andere belangrijke evolutie die ik de voorbije jaren heb meegemaakt, is zeker dat het belang van de Europese regelgeving inzake het natuurbehoud doorgedrongen is in Vlaanderen: men kan er niet meer omheen dat de Europese Unie in grote mate bepaalt welk natuur- en bosbeleid er in Vlaanderen gevoerd dient te worden. De reden is simpel: voldoet het Vlaamse Gewest niet, dan zwaait er wat. Eén van de grote uitdagingen de komende jaren worden bv. de instandhoudingsdoelstellingen: de facto gaat het hier om Europese wetgeving die wij dringend naar Vlaamse rea lisaties op het terrein dienen om te zetten. Een andere belangrijk voorbeeld is dat er, in het licht van de Habitat- en Vogelrichtlijn, een volwaardig Vlaams soortenbeleid uitgebouwd
Ten slotte stip ik ook de ruimtelijke ordening als belangrijke thema aan: stilaan zijn de grote krijtlijnen van onze Vlaamse ruimtelijke ordening gekend en in uitvoering, en zijn we toe aan de meer concrete processen, waarbij de beloofde bossen en natuur eindelijk hun plek dienen te krijgen. Als kabinetsmedewerker leid jij een vrij discreet bestaan voor het publiek. Hoe wordt iemand eigenlijk kabinetsadviseur, m.a.w. welk traject had jij voordien afgelegd? En waar komt je interesse voor deze thema’s vandaan? En ten slotte: hoe ziet een doorsneedag van een kabinetsmedewerker eruit?
Voor ik hier kwam had ik 10 jaar ervaring als waarnemend directeur van het secretariaat van de Vlaamse Milieu- en Natuurraad. Dat is de Raad die vertegenwoordigers van de verschillende betrokken organisaties bij het milieu- en natuurbeleid groepeert. De Minaraad brengt adviezen, aanbevelingen en studies uit over het milieu- en natuurbeleid van de 23
praatstoel
Vlaamse Regering. Een bijzonder boeiende periode was dat, waar ik beleidsmatig bijzonder veel van geleerd heb, maar ook praktisch, over hoe je dit onderling overleg zo doelmatig mogelijk organiseert, en over hoe onderhandelingsprocessen best kunnen verlopen.
“Een fusie zoals die van de Afdeling Natuur en de Afdeling Bos en Groen tot het Agentschap voor Natuur en Bos heeft vrij revolutionaire effecten gehad op hoe het beleid vorm krijgt en op het terrein uitgevoerd wordt.” Daarnaast is het wellicht goed te weten dat ik van jongsaf al bezig ben met natuur, bij de Wielewaaljongeren, wat in 1983, na een fusie met de Belgische Jeugdbond voor Natuurstudie, de huidige Jeugdbond voor Natuur en Milieu (JNM) werd. Later kon ik mijn engagement ook uitleven als algemeen secretaris bij Natuurreservaten vzw, die in 2001 samensmolt met de vzw De Wielewaal tot het huidige Natuurpunt. Tussen haakjes: bij beide organisaties maakte ik dus ook van nabij die fusies mee, wat me de voorbije jaren, bij het ontstaan van het Agentschap voor Natuur en Bos, toch wel goed van pas is gekomen. Ik heb ook enige affiniteit met jacht, zij het heel beperkt, omdat ik als kleine jongen mee ging ‘tracken’ voor mijn grootvader, Lode De Wilde, die een gepassioneerd jager was. Belangrijker was echter dat hij ook de toenmalige professor Tropische Bosbouw aan de Universiteiten van Gent en Leuven was, en dat hij me ook de liefde voor het bos heeft meegegeven, alsook een vroeg besef dat er met ons milieu heel veel 24
gebeurt, ook internationaal, dat invloed heeft op ons leven. Aangezien ik als kabinetsmedewerker heel veel internationale dossiers heb opgevolgd, was dit een grote meerwaarde. Je vroeg me ook nog hoe de doorsneedag van een ‘cabinetard’ eruitziet? Dat kan ik niet zomaar op 1 2 3 beantwoorden… Vaak kom ik naar het werk met een aantal zaken waaraan ik die dag wil werken, en blijkt achteraf dat ik me met heel andere thema’s heb moeten bezighouden. Je hebt het dus zeker niet altijd in de hand, maar dat onvoorspelbare maakt het natuurlijk ook spannend. Ik kan echter wel stellen dat ik me – zoals ik daarstraks ook al aangaf – naar mijn gevoel bijzonder vaak heb moeten bezighouden met het vervullen van een soort ombudsfunctie: tussenkomen als een soort arbiter in allerlei concrete conflicten. Een tussenkomst was vaak onvermijdelijk, maar leidde wel af van het echte, meer universele beleidswerk. Over de VBV nu: als bos-ngo kloppen wij vaak aan bij jullie om onze visie te laten vertalen naar beleid. Hoe sta jij tegenover organisaties als de onze?
VBV is relatief uniek, niet omdat ze zo specifiek op één thema werkt – zo zijn er wel meer – maar omdat jullie, voor zover ik weet, ten dele ontstaan zijn uit wat ik ‘het korps’ zou durven noemen: een uitgelezen groep boswetenschappers en ambtenaren die op de bosadministratie werken, en die door middel van de VBV een maatschappelijke stem wilden geven aan het bos. Jullie scoren dus sterk op vlak van netwerk en van expertise; dat zie je in de kwaliteitsvolle projecten en publicaties die jullie hebben. VBV vervult binnen de sector ook een heel constructieve brugfunctie. Waar jullie mijns inziens nog werk aan hebben is
praatstoel
op vlak van algemeen draagvlak: meer leden is de boodschap dus. Even met jou je mening over een aantal hete boshangijzers overlopen: hoe sta jij tegenover de zo-
er geen criterium kan gezocht worden dat de ecologische waarde van zonevreemde bossen duidelijk aangeeft. Op basis daarvan kunnen de meest waardevolle bossen dan eventueel geregulariseerd en gered worden.
nevreemde bossen?
Er ‘bougeert’ van alles rond de zonevreemde bossen. Je zal gezien hebben dat we er aandacht aan besteden in het CD&V-verkiezingsprogramma (ter info: ondertussen is dezelfde zinsnede ook opgenomen in het Regeerakkoord: “We maken ook werk van het in kaart brengen van de zonevreemde bebossing en herbestemmen de bossen waar dat nuttig en mogelijk is”). Anderzijds wil ik duidelijk zijn: het lijkt me echt onmogelijk om alle zonevreemde bossen zonder meer te gaan regulariseren. Het gaat over meerdere duizenden hectaren. Aan een reeks van die ‘harde bestemmingen’ kleeft een belangrijke rendements- of waardeverwachting.
Er ‘bougeert’ van alles rond de zonevreemde bossen. Het is een véél te dure operatie om al die verwachtingen te gaan compenseren door bvb. onteigeningen of planschade: we spreken dan over miljarden euro’s. Gegeven de bestaande budgetten inzake natuur- en bosbeleid – enige tientallen miljoenen per jaar – lijkt het eisen van een soort ‘generale amnestie’ voor alle zonevreemde bossen, zoals jullie doen, me dus een onhaalbare eis. Dit blijven herhalen veroorzaakt daarom naar mijn mening alleen maar ‘ruis’ in dit op zich al moeilijke debat. Wat ev. wel kan, is een debat aangaan over bepaalde types zonevreemd bos. Ik zie bv. mogelijkheden voor de regularisering van de zonevreemde bossen in agrarisch gebied, en daarnaast kan er wellicht bekeken worden of
Interessante pistes. Misschien toch even aangeven dat wij ons als sector wellicht iets flexibeler zouden opstellen als de bebossing (en dus ook de compensatiebebossing) wat vlotter zou verlopen. Vandaag is het immers zo dat wie ontbost bijna per definitie enkel financieel kan compenseren, want haast niemand krijgt de nodige vergunningen om te mogen bebossen. Het ene dossier is ons inziens onlosmakelijk verbonden met het andere. Wat is jouw mening over de bosuitbreiding?
Het verhaal van het dikwijls uitblijven van een vergunning voor bosuitbreiding is inderdaad een moeilijke zaak. En ik hoop echt dat hiervoor in de komende legislatuur een oplossing gevonden wordt. Er is immers heel wat beleidswerk geleverd de voorbije jaren dat een beter vergunningsbeleid moet toelaten: zo is de herbevestiging van het agrarisch gebied gigantisch gevorderd, zodat ook de landbouwsector in een groot deel van haar areaal rechtszekerheid heeft, en zich dus wellicht flexibeler kan opstellen in de andere gebieden. Anderzijds komt er nu in de komende legislatuur een periode van verdere concrete invulling: welke gebieden zal men echt inkleuren als bosgebied op het gewestplan. Eens je voldoende bosgebieden op het gewestplan hebt, kan daar vrij probleemloos bebost worden. En ook wat betreft het grote Boscompensatiefonds wordt er vooruitgang mogelijk: het Bosdecreet is gewijzigd zodanig dat gemeenten en particulieren daar in de toekomst ook gebruik van zullen kunnen maken. Waar er gronden beschikbaar zijn 25
praatstoel
om te bebossen, zullen die dan ook gemakkelijker kunnen bebost worden.
Afsluitende vraag: de nieuwe Vlaamse regering is op het moment van dit interview in onderhandeling. Wij hebben geen kristallen bol, jij misschien wel?
Een volgend puntje is het Vlaams Fonds Tropisch
Heb je al zicht op je toekomstplannen? Komen we
Bos: met dit Fonds wil men het behoud, herstel en
Jan Verheeke nog tegen in de bos- en natuursector
duurzaam beheer van het tropisch bos ondersteunen.
de komende jaren?
Onder de CD&V-ministers werd dit Fonds echter flink
Ik kan daar nu geen commentaar op geven, ook en vooral omdat ik het echt nog niet weet waar ik terecht zal komen, maar je komt me zeker nog tegen de komende jaren (lacht). (Nvdr: Jan is vandaag niet langer kabinetsmedewerker, maar opnieuw actief bij de Minaraad. Als directeur a.i. helpt hij er de hervormde Minaraad opstarten. Maar dat is een verhaal voor een volgende Boskrant.)
gereduceerd en de focus sterk aangepast richting klimaatprojecten. Hoe sta jij tegenover dit Fonds?
Mijn persoonlijke mening: ik vind dit een initiatief met zeer veel potentieel, dat zeker verdere ondersteuning verdient. De Vlaamse overheid moet er wellicht blijven in investeren, maar jullie moeten ook echt op zoek gaan naar publiek-private samenwerkingen en een groter netwerk dat zich hierrond verenigt. Het veranderende klimaat is een gigantisch probleem, maar ook een enorme uitdaging en dus een opportuniteit. Maak er gebruik van!
26
Ok, da’s fijn. Jan, bedankt voor je tijd en de boeiende babbel, en voor je engagement voor onze bossen.
project in de kijker
Dood doet Leven, ook in het Zoniënwoud Dirk Raes
“Er is leven, er is leven na de dood” ... “heb je je doodsangst overwonnen, wordt het alle dagen feest” zong Freek de Jonge of concreet, hoe het kadaver van een ree een welgekomen maaltijd voor natuurlijke aaseters kan zijn. Een verhaal op leven en dood, niet voor gevoelige lezers.
V
oor zowat 20 jaar moesten alle omgewaaide bomen en dode bomen uit onze bossen verwijderd worden. Vandaag houden we excursies in onze bosreservaten om te kijken naar de massa’s ‘liggend hout’ en de steeds groter wordende biodiversiteit die dit alles met zich meebrengt. De woorden ‘boomlijk’, ‘boomruïne’ en ‘integraal bosreservaat’ hebben ingang gevonden. Maar net zoals dood hout een positieve invloed heeft op de aanwezigheid van spechten, paddenstoelen en kevers, zo ook hebben dode dieren een invloed op spectaculaire soorten als vos, everzwijn, marter en – voor de oplettende speurder – ook op een enorme diversiteit aan insecten en soms zelfs paddenstoelen. Net zoals voor de dode bomen leefde ook voor kadavers van grote zoogdieren lang de praktijk dat ook zij uit onze natuur- en bosgebieden verwijderd werden. Langzaam maar zeker leren we nu dat ook die kadavers hun plaats hebben in de recyclageprocessen van een natuurlijk ecosysteem. Echter, dode dieren lijden nog steeds onder een slecht imago. Ze worden ondergebracht onder de noemer ‘walgelijk’ of geassocieerd met ‘besmettelijke ziekten’. Ook de ingenieuze systemen van opruimploegen die de natuur hiervoor voorziet, lijden onder dit slechte imago. Bovendien zijn studies naar de organismen die een dergelijk kadaver aantrekt, nog niet zo vaak uitgevoerd. Maar daar komt
dus verandering in: in het Zoniënwoud werd ruim een jaar terug, i.s.m. de Nederlandse collega’s van ARK Natuurontwikkeling, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten een studie opgestart. Recent werd het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) ook een deelnemende partner. Het Zoniënwoud is gelegen ten zuidoosten van Brussel en is doorsneden door vele wegen, waaronder de ring RO. Als grote zoogdieren komen ree, vos en everzwijn voor. Er zijn zowel droge als meer vochtige beukenbestanden, maar ook eiken- en sporadisch naaldhoutbestanden aanwezig. Dit gegeven is van belang voor de studie van de natuurlijke opeenvolging van kevers en andere insecten op kadavers. Kortom, het Zoniënwoud is dus uitermate geschikt voor het volgen van deze natuurlijke opeenvolging. Rijkdom voor de natuur, maar ook voor de recreant, want het proces van dood tot leven laat zich gemakkelijk observeren. Bedoeling van het project in het Zoniënwoud is een monitoring te doen van de betrokken soorten, de biodiversiteit te verhogen en het publiek langzaam vertrouwd te maken met de aanwezigheid van dode dieren in de natuur. Mooi meegenomen is dat we hierdoor meteen ook leren waar de meeste verkeersslachtoffers onder deze dieren vallen (deze plaatsen werden 27
© NICC
project in de kijker
Groep hyper-predatoren die zich voeden met Wetenschap (Homo sapiens sapiens L.)
met GPS opgemeten). Zo weten we namelijk ook waar we het beste het ecoduct kunnen aanleggen. Met de release van ‘Viva la Vida’ van Coldplay (najaar 2008) en de song ‘Death and All His Friends’ [No I don’t want to battle from beginning to end ; I don’t want a cycle of recycled revenge ; I don’t want to follow Death and all of his friends] werd de toon gezet voor dit onderzoek. Ook de dood kent zijn hoofdstukken Het afbraakproces valt in vijf fasen in te delen. De eerste fase wordt de verse fase genoemd. Als eerste verschijnen de kleine vliegjes en de kleine soorten kortschildkevers. De groene vleesvlieg is soms al binnen een uur bij een kadaver. Tweede fase: Dit wordt ook de inflatiefase genoemd. De (brom)vliegen (waaronder groene en blauwe vleesvlieg) leggen hun eitjes in het 28
verse kadaver. De lichaamsopeningen zijn gegeerde plaatsen om deze eitjes af te leggen. Zeer spoedig leveren ze de vliegenmaden en komen de grote kortschildkevers, spiegelkevers en de eerste aaskevers en doodgravers aan bij het door gasvorming opgezwollen kadaver. Afhankelijk van de temperatuur zorgt de bacteriële afbraak na ongeveer 3 dagen immers voor heel wat gasvorming. Na 5 tot 10 dagen is de gasvorming zo hevig dat een sterke geur ontstaat. In dit stadium doen aaseters zoals vos en das zich te goed. Ze maken de grote openingen en extra zuurstof kan het kadaver binnentreden. Dit versnelt het afbraakproces. Derde fase: Dit is de vroege rotting, waarbij de vliegenmaden in grote aantallen aanwezig zijn. Nu verschijnen ook de larven van aaskevers. Bij grote openingen en dus toegenomen zuurstof neemt het aantal aasetende insecten sterk toe. De larven uit de eerste fase zijn inmiddels vol-
wassen geworden en worden bejaagd door insecteneters (egels, spinnen, vogels). Vierde fase: dit is de late rotting. Vele larven van aaskevers alsook de volwassen aaskevers, maar ook nog steeds de spiegelkevers en de grote kortschildkevers zijn aanwezig. Zodra de grote aaseters bij een kadaver kunnen, blijkt het gewicht na 6 dagen nog amper 15 tot 20% van het oorspronkelijke gewicht te zijn. Na 3 tot 9 weken ligt het kadaver dan grotendeels uit elkaar. Wanneer er geen grote aaseters zoals vos, everzwijn, das of raaf zijn, is het lichaamsgewicht na 1 tot 2 weken nog 75%. Vijfde fase: ook wel het droge stadium genoemd. In deze latere fase (na 12 tot 14 weken) droogt het kadaver volledig uit. De vliegenmaden hebben het karkas verlaten, en de tijd is gekomen voor soorten als spektorren, aaskevers en beenderknagers. Er resteren slechts botten en huid. Op deze resten leven specialisten zoals de hoefzwam. De overgebleven botten zijn zeer welkom voor de calcium- en fosforbehoeften van dieren. Zij verspreiden dan ook de botten over het terrein. In het eerste stadium van deze studie werden enkel zichtwaarnemingen gedaan via camera’s of plaatsbezoek. Dit ging enkel over de ‘grotere en gemakkelijk’ te determineren soorten. Het was pas in een tweede fase dat het NICC een actieve partner in dit onderzoek werd. Zij namen de (detail)determinatie van de insecten voor hun rekening. Dit onderzoek heeft dan ook zijn relatie tot het onderzoek op menselijke resten. Op elke crime scene moeten immers staalnames uitgevoerd worden met waakzaamheid voor de bewaring van de aanwezige sporen. Een groot aantal verschillende onderzoeksdisciplines kan immers een rol spelen bij de oplossing van een misdaad,
© Dirk Raes via Stealth Cam STC-V650
project in de kijker
De vos speelt – als grote aaseter – een belangrijke rol bij het openen en dus bereikbaar maken voor zuurstof van het kadaver.
en het is dus belangrijk om ook de taken van de andere experten of onderzoekers niet te verhinderen. Coördinatie tussen de verschillende personen die tussenkomen is dus onontbeerlijk. De staalnames van insecten op dode lichamen hebben wel een belangrijke bijzonderheid: ze zijn levend! Het is dus onmogelijk om, zoals bij andere sporen, de stukken in beslag te nemen en te wachten op de ontwikkelingen van het onderzoek om het vervolg van de werken aan te vangen. De staalnames moeten dus onmiddellijk, volledig en representatief zijn; en dit alles met een minimalisatie van de stress voor de insecten. Met het aan boord nemen van het NICC werd een grote stap vooruit gezet in dit project. Afhankelijk van de plaats waar het kadaver ligt (gesloten of open bos), het tijdstip van de dood in het jaar (koude winter of warme zomer), de lokaal heersende temperatuur, de gebruikte onderzoeksmethode, de tussenkomst van grotere aaseters en bijgevolg het bereikbaar maken voor zuurstof voor een versnelde afbraak 29
© Dirk Raes
project in de kijker
In de zomer kan na enkele dagen al de afbraak beginnen door honderden maden van o.a. de Groene Vleesvlieg.
… kan het rottingsproces en het aantal soorten sterk verschillen. Tijdens het onderzoek in het Zoniënwoud werd gebruik gemaakt van automatische camera’s die zowel beelden als filmpjes maakten, maar ook van thermometers die ieder uur de temperatuur registreerden. Beelden maken kan zowel overdag als ’s nachts. Van zodra er beweging nabij het kadaver waargenomen werd, fotografeerde de camera de bezoeker. Wekelijks werd een bezoek gebracht aan het kadaver waarbij de waargenomen soorten, al dan niet in de opgestelde valletjes, en hun aantal genoteerd en gefotografeerd werden. Na het terreinonderzoek werd de beslissing genomen om het project ook aan het publiek voor te stellen. Dit gebeurt enerzijds via krantenartikels, een wandelparcours en anderzijds via een voordracht over dit thema op 1 november 2009. Begin deze zomer werd bovendien de veldexcursie “Dood doet Leven, ook in het Zoniënwoud” georganiseerd. Hierna werd het circuit, waarlangs een dode reebok lag, ook opengesteld voor het publiek. 30
Al jaren zijn we gewoon om omgewaaide, ontwortelde bomen in de natuur te laten liggen. Deze natuurlijke recyclage biedt nieuwe niches en betekent in vele opzichten een verrijking voor de natuur. Ook dode dieren zouden in natuur- en bosgebieden moeten blijven liggen. Dat dit levenskansen biedt aan insecten en aan allerlei andere organismen heeft het onderzoek in het Zoniënwoud nu al overduidelijk aangetoond.
Goed te weten Inschrijven voor de voordracht ‘Dood doet Leven, ook in het Zoniënwoud’ op zondag 1 november 2009 (10.30u.12.00u.) kan op www.inverde.be/ inverde/zvhm_dood_brengt_leven Dood doet Leven kan ook rechtstreeks op internet gevolgd worden op www.dooddoetleven.nl
Excursie 4 oktober: Boswandeling over hoe dood doet leven Dirk Raes, boswachter van het Agentschap voor Natuur en Bos, zal ons op 4 oktober over dit bijzondere project vertellen. Deze VBV-wandeling in samenwerking met het Platform Zoniënwoud en het NICC begint om 14u aan de ingang van het Bosmuseum Jan van Ruusbroec, Duboislaan te Hoeilaart en eindigt rond 17u met een drankje. Praktische informatie: het Bosmuseum Jan van Ruusbroec bevindt zich op wandelafstand van het treinstation Groenendaal. Deelname is gratis, maar we vragen wel dat er vooraf ingeschreven wordt. Dat kan bij
[email protected] of op tel-nr 09/264.90.55.
Bos/klimaat/gezondheid
Biobrandstoffen: een verhit debat Liselot Ledene
Met de eerste biobrandstoffenrichtlijn van de Europese Unie, gelanceerd in 2003, is wereldwijd een enorm debat over biobrandstoffen losgebarsten. Voor- en tegenstanders vuren de discussie aan met al dan niet gegronde argumenten, maar sinds het Europese nieuwe biobrandstoffenbeleid eind 2008 definitief vorm kreeg, staat het thema echt onder
© iStockphoto
hoogspanning. Een overzicht van een debat in lichterlaaie…
Food or fuel? Recent ontstond fel protest in Mexico omdat het basisvoedsel, de typische tortilla gemaakt van maïs, voor veel mensen onbetaalbaar wordt. Vanuit de Verenigde Staten is de vraag naar maïs voor brandstofproductie immers sterk gestegen...
De eerste poging… In een poging om de uitstoot van broeikasgassen afkomstig van de transportsector te beperken en onze afhankelijkheid van aardolie te verminderen, lanceerde de Europese Unie in 2003 een beperkte set van maatregelen, waaronder dus die eerste biobrandstoffenrichtlijn. De richtlijn had als duidelijke doelstelling het
gebruik en aandeel van biobrandstoffen in de lidstaten te bevorderen en stelde de nietbindende doelstelling voorop om tegen 2010 de energie voor wegtransport voor 5,75% uit biobrandstoffen te halen. Tijdens de Europese lentetop van maart 2007 pakte de Europese Commissie uit met een 31
Bos/klimaat/gezondheid
nieuw energieplan*. Dit leidde onder meer tot een nieuw biobrandstoffenbeleid. Deze werd door de Europese Commissie eind december 2008 goedgekeurd. De hernieuwbare energierichtlijn (Renewable Energy Directive) beoogt een algemeen aandeel van 20% hernieuwbare energie voor de ganse Europese Unie. Deze doelstelling wordt verdeeld over de lidstaten afhankelijk van hun economische welvaart en hun mogelijkheid om hernieuwbare energie te produceren. Ondanks toenemende tegenkantingen en kritische uitlatingen werd de norm voor het aandeel hernieuwbare energie in de transportsector bindend gemaakt en opgetrokken tot 10% tegen 2020. Hoewel de 10% gehaald zou kunnen worden via de promotie van elektrische wagens of hernieuwbare elektriciteit bij het spoorwegennet, is de kans zeer groot dat vooral de productie van biobrandstoffen fel zal stijgen.
De argumenten die het debat spijzen… In de loop van 2008 nam de kritiek op biobrandstoffen echter fel toe. Dit gebeurde hoofdzakelijk door toedoen van onderzoeksresultaten afkomstig van gerenommeerde instellingen die de eerder bejubelde voordelen van biobrandstoffen in een kritisch daglicht stelden. Tot voor enkele jaren werden biobrandstoffen namelijk algemeen geroemd als mogelijke oplossing voor het klimaatprobleem. Onder stimulans van de eerste Europese biobrand*
stoffenrichtlijn werd de productie en het gebruik van biobrandstoffen dan ook sterk aangemoedigd door overheden: biobrandstoffen zijn namelijk onuitputtelijk en kunnen samen met andere hernieuwbare energiebronnen (zonne-, wind-, water- en getijde-energie) ingezet worden om de verbintenissen onder het Kyotoprotocol na te komen. Hierdoor wordt in theorie de energiezekerheid in de toekomst gegarandeerd en krijgt bovendien de landbouw en plattelandsontwikkeling een stevige duw in de rug en dat terwijl men de klimaatverandering tegengaat. Kortom: een zwerm vliegen in 1 klap! Maar voor we ‘een zwerm vliegen in 1 klap’ op onze riem borduren, schetsen we kort de problemen die biobrandstoffen kunnen veroorzaken: – Het ondoordachte aanwenden van biomassa voor energieproductie richt – vooral in het Zuiden – sociale bloedbaden aan. Dat werd de afgelopen jaren uitgebreid in verschillende media wereldwijd aan de kaak gesteld. Meer en meer wordt grond immers gebruikt om biobrandstof, en niet langer voedsel, op te telen. Deze keuze tussen food and fuel is een schrijnend voorbeeld van hoe onze energiehonger letterlijk tot échte honger kan leiden. Bijkomend moeten energiegewassen snel veel geld opbrengen waardoor de productie vaak op onethische manier gebeurt. – Bij biomassaproductie gaat het vaak om grootschalige monoculturen waarvoor gigantische oppervlaktes regenwoud en veengebieden ontbost en/of drooggelegd
Het pakket omvat vier richtlijnen die het kader vormen om op tijd de broeikasgasreductiedoelstelingen te halen en hernieuwbare energiebronnen te stimuleren om de energievoorziening op lange termijn te kunnen verzekeren. Eén van deze richtlijnen is de hernieuwbare energierichtlijn.
32
Bos/klimaat/gezondheid
worden. Biomassaproductie vergt niet enkel veel vruchtbare grond maar ook gigantisch veel zoet water en schadelijke bestrijdingsmiddelen. De teelt heeft dus rampzalige gevolgen voor de wereldwijde biodiversiteit en… het klimaat. Ontbossing staat wereldwijd in voor 1/4 van de totale menselijke CO2-uitstoot. Wil men de klimaatverandering tegengaan dan is het vermijden van ontbossing dus heel wat efficiënter dan ontbossen om energiegewassen te telen. – Recent wetenschappelijk onderzoek bewijst dat het potentieel van biobrandstoffen om CO2 te reduceren vaak te rooskleurig wordt voorgesteld. Biobrandstoffen worden vooral ingezet omdat ze in theorie klimaatneutraal zijn: bij de verbranding ervan stoten ze niet meer CO2 uit dan ze tijdens hun groei opgenomen hebben. Er wordt echter niet altijd rekening gehouden met een aantal indirecte gevolgen van de productie van energiegewassen. Onder meer de wijzigingen in landgebruik met een enorme uitstoot van CO2 en een drastische vermindering van de bodemkwaliteit tot gevolg. Ook de – vaak enorme – hoeveelheid energie die nodig is om uit energiegewassen brandstof te produceren en te transporteren, wordt zelden in beschouwing genomen. Houdt men rekening met deze indirecte effecten dan is de broeikasgasbalans vaak negatief! The cure may be worse than the disease…
De nieuwe biobrandstoffen richtlijn onder de loep: de duurzaamheidsvoorwaarden. Om een antwoord te formuleren op het probleem van de negatieve aspecten van
biobrandstoffen gaven de Europese onderhandelaars tijdens de lentetop van 2007 hun fiat aan de 10% doelstelling op uitdrukkelijke voorwaarde dat de biobrandstoffen op duurzame manier geproduceerd moesten worden. Een aantal duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen werd in de herziene hernieuwbare energierichtlijn van eind 2008 voorzien. Voldoet de biobrandstof niet aan deze criteria, dan kan ze niet meetellen om de 10% doelstelling te halen.
Het koolstofreductiepotentieel en de verboden herkomstgebieden. Er worden eisen gesteld zoals het ‘minimale koolstofreductie-potentieel’ van de biobrandstof en ‘verboden herkomstgebieden’: Het ‘koolstofreductie-potentieel’ van de biobrandstof moet ten minste 35% bedragen. Dit wil zeggen dat het gebruik van de biobrandstof in kwestie minimum 35% minder broeikasgassen uitstoot ten opzichte van gangbare brandstoffen. Dit percentage neemt gradueel toe: het wordt 50% voor biobrandstoffen geproduceerd vanaf 2017 en 60% na 2018. De richtlijn lijst ook een aantal voor de energiegewassen ‘verboden herkomstgebieden’ op: energiegewassen mogen niet afkomstig zijn uit gebieden met een hoge biodiversiteit noch uit gebieden waar veel koolstof in de bodem opgeslagen zit. Volgens de richtlijn zijn dit de oerbossen en bossen met inheemse soorten, de natuurbeschermingsgebieden, de gebieden met bedreigde soorten of bedreigde ecosystemen en de graslanden met hoge biodiversiteit. Ook gebieden met een hoog gehalte aan koolstof in de bodem zoals moeras- en veengebieden en continu bebost land genieten bescherming. 33
© Bert De Somviele
Bos/klimaat/gezondheid
Ruimen bossen plaats voor energiegewassen?
Een grote zwakte is echter dat de Europese Commissie zichzelf de bevoegdheid geeft om te bepalen of een gebied al dan niet een hoge biodiversiteit kent. Dus ook al werd een gebied eerder door officiële instanties als dusdanig erkend dan nog is het helemaal niet zeker dat het van energiegewassen gevrijwaard zal blijven. Ook zijn de definities van ‘verboden herkomstgebieden’ in de richtlijn veel te eng waardoor veel waardevolle gebieden toch ten prooi kunnen vallen aan ontbossing, drooglegging en omvorming tot biomassaplantages. Hierdoor komt wereldwijd 95% van alle veenlanden en 50% van alle bossen toch nog in aanmerking om aan de richtlijn te voldoen en dus potentieel vernietigd te worden ten voordele van energieteelten. 50% van alle bossen!!!
En de sociale criteria en de bescherming van het leefmilieu? Tussen de verplichte duurzaamheidscriteria vinden we helaas ook geen ‘social standards’ terug. Nogal contradictorisch, aangezien de 34
definitie van duurzaamheid alleen al een so ciaal aanvaardbare productieketen vereist. Ook de bescherming van bodem, lucht en water is in deze nieuwe richtlijn geen verplichting, het moet louter in ‘beschouwing’ genomen worden. Slechts in een later stadium wil de Commissie beslissen of er hiervoor bindende criteria voorzien moeten worden. Bovendien moeten we ook steeds in gedachten houden dat het hier gaat om duurzaamheidscriteria voor de productie van ‘biomassa voor energie’. Wanneer men biomassaplantages aanlegt voor andere toepassingen (bv. oliepalm voor de voedingsindustrie), dan heeft deze richtlijn hierop geen enkele impact.
Besluit In dit ganse debat lijkt men bijna te vergeten dat het uiteindelijke doel van de introductie van biobrandstoffen de reductie van de CO2-uitstoot door de transportsector is. Onze verslaving aan energie bedreigt miljoenen mensen in het zuiden, die dagelijks een bikkelharde strijd moeten voeren voor een menswaardig bestaan, en duizenden hectares prachtige, unieke ecosystemen die we in de toekomst nog broodnodig zullen hebben. Een energiebeleid met als doel de reductie van broeikasgassen moet dan ook in de eerste plaats gericht zijn op energiebesparing en energie-efficiëntie. Laten we echter niet alleen onze blikken op onze beleidsmakers richten: een drastische wijziging van onze energieconsumptie is nodig. En zuinig en zorgzaam omspringen met onze grondstoffen en energie is niet enkel een uitdaging voor ons beleid, het is een opdracht voor elk en ieder van ons.
VBV-actief
Week van het Bos 2009: 11-18 oktober 2009
Zaad met pit! De Week van het Bos gaat dit jaar door van 11 tot en met 18 oktober, onder de leuze ‘Zaad met pit!’. Hiermee gaan we terug naar de kern van de zaak: het zaadje. Tijdens de Week van het Bos valt hierover heel wat te beleven: een handje meehelpen tijdens een zaadoogst, op ontdekkingstocht gaan in een echte boomkwekerij, lekkernijen maken van bosvruchten en -zaden, verwonderd worden door eeuwenoude hakhoutstoven …
Maak van het Parkbos een vijfsterrenbos! 11 oktober, 13u30 – 17u De officiële opening gaat door in het Parkbos (De Pinte, Oost-Vlaanderen). Onze nieuwe Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege en de gouverneur van Oost-Vlaanderen, André Denys, komen vijf sterren uitreiken aan het bos in wording, op voorwaarde dat we er in slagen om – 250 bezoekers per fiets naar het Parkbos te krijgen – 25 kinderen onder begeleiding in een boom te laten klimmen in het Wonderwoud – 250 bezoekers bereid te vinden om deel te nemen aan de fotozoektocht langs het wandelparcours – kinderen een prettig gestoorde opdracht uit te laten voeren in de Speelzone – 100 mensen mensen de dansvloer onveilig te laten maken tijdens de Boombalworkshop
Ook in Antwerpen (Kwekerij van Brasschaat) en Vlaams-Brabant (Meerdaalwoud, Zoniënwoud en het Linden- en Chartreuzenbos) is er een publieksevenement ter opening van de Week van het Bos. Op 18 oktober sluiten we de Week van het Bos feestelijk af in WestVlaanderen (Sixtusbossen), Antwerpen (Ravels), Oost-Vlaanderen (Warandeduinen) en Limburg (Klaverberg). Daarnaast hebben we samen met het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en met de steun van tientallen verenigingen al meer dan honderd bosactiviteiten in petto. Hierna vind je een overzicht van de activiteiten waar de VBV (mede-)organisator is. 35
VBV-actief
Themawandeling ‘bomen en struiken in de vallei doorgelicht’ Op de excursie maak je kennis met bosbeheer. We zullen nagaan welke bomen en struiken eigen zijn aan deze vallei en welke boom- en struiksoorten hier nu voorkomen. Zondag 18 oktober, 14u
Afspraak: Kerk Langdorp, Aarschot © Week van het Bos & Magelaan
Wandeling herkennen van inheemse bomen en struiken Ken je boomsoorten! Deze wandeling gaat twee keer door. Een eerste wandeling voor de beginners, een tweede wandeling voor de gevorderden.
Om je voor te bereiden op een fantastische Week van het Bos hebben we, nog voor de officiële start op 11 oktober, ook nog het volgende in petto:
Vormingsmoment bosspelen met pit!
Zondag 11 oktober, 14u (basis) & zondag 18 oktober, 14u (gevorderden)
Woensdag 23 september, 13u15 – 17u
Afspraak aan het bezoekerscentrum van het Zoerselbos, Boshuisweg 2 (i.s.m. de Vrienden van Zoerselbos).
Afspraak: Heempark, Genk Organisatie: VBV & ANB i.s.m. Milieuen natuurcentrum Heempark Genk Inschrijven: www.weekvanhetbos.be of 09/264.90.55
Merkwaardige bomenwandeling door Gent Beleef de Week van het Bos in de stad! Deze wandeling neemt je mee naar plekjes in Gent waar bomen iets te vertellen hebben. Van het Baudelopark, langs het Zuidpark, tot in het begijnhof en vele andere. Woensdag 14 oktober, 16u & zaterdag 17 oktober, 14u
Afspraak: Baudelopark, Bibliotheekstraat, Gent
Informatienamiddag autochtone bomen en struiken met pit! Maandag 5 oktober, 13u – 17u
Afspraak: Hendrik Consciencegebouw, Koning Albert II-laan 15, Brussel Organisatie: ANB & VBV Inschrijven: www.weekvanhetbos.be of 09/264.90.55
Het volledige programma vind je op www.weekvanhetbos.be of bel 1700. 36
VBV-actief
37 3
-EER COMPOST MINDER DROOGTE
#JK ESPPHUF CFTDIFSNU FFO HF[POEF IVNVTSJKLF CPEFN VX QMBOUFO FO HB[PO XFLFOMBOH UFHFO WFSESPHJOH )VNVT XFSLU BMT FFO TQPOT 5VJOQMBOUFO LVOOFO FOLFMFEBHFOOBSFHFOPGCFHJFUFOOPHXBUFSVJUEFIVNVTSJKLFCPEFNQVUUFO%F CFTUFIVNVTCSPOWPPSEFBBOMFHFOIFUPOEFSIPVEWBOVXUVJOJTLXBMJUFJUTDPNQPTU HFCSVJLTWSJFOEFMJKLFOJOVXSFHJPWFSLSJKHCBBS)FMQNFUDPNQPTUVXQMBOUFOEF [PNFSESPPHUFEPPSLPNFO 7PPS BESFTTFO WBO DPNQPTUQSPEVDFOUFO FO FFO HSBUJT CSPDIVSF NFU QSBLUJTDIF UJQT TVSGOBBSXXXUVJOHSPOECFPGCFM
XXXWMBDPCF
7-"$0$PNQPTUPSHBOJTBUJFW[X,BO%F%FDLFSTUSBBU .FDIFMFO
XXXNJOLCF
$PNQPTUIPVEUHSPOEHF[POE