week 15 – 11 april 2012 – B1
‘Een ijsberg, recht vooruit!’ Opgave 1: Wat een ramp! Komend weekend is het honderd jaar geleden dat de Titanic verging. De Titanic was het grootste schip van de wereld. Het was 269 meter lang, 28 meter breed en het kon 21 knopen per uur varen. Het schip telde zeven dekken. Op het bovenste dek, het Promenadedek waren de reddingssloepen geplaatst. Om alle passagiers een plekje in een reddingssloep te kunnen geven zouden er 64 nodig zijn. Maar men besliste om er maar 20 te plaatsen (16 grote en 4 opvouwbare sloepen) zodat de passagiers een goed uitzicht zouden hebben. In een grote reddingssloep konden 65 mensen en in de opvouwbare gemiddeld 40. Tijdens de evacuatie van de Titanic was er echter zo’n paniek dat de sloepen ook nog eens half leeg te water gingen. Van de ruim 2200 mensen aan boord van de Titanic, hebben ongeveer 700 mensen het er levend van afgebracht. Dat is maar 31,9%. Bron: www.wikipedia.nl
1a. In de zeevaart wordt het woord ‘knopen’ gebruikt om de snelheid aan te geven. 1 knoop is een snelheid van ongeveer 1,9 kilometer per uur. Hoeveel kilometer per uur kon de Titanic ongeveer varen? _______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________
1b. Als alle boten vol met passagiers te water zouden zijn gegaan, hoeveel mensen hadden dan totaal mee gekund in de reddingsboten? _______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________ 1c. Ongeveer welk deel van alle mensen aan boord van de Titanic is er gered?
_______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________
© CED-Groep Nieuwsrekenen
week 15 – 11 april 2012 – B1
Opgave 2: Afmetingen van de Titanic Lang was de Titanic het grootste schip ter wereld met een lengte van 269 meter. Inmiddels is er een schip gebouwd dat groter is, de Queen Mary 2. De Queen Mary 2 is wel 345 meter lang! Op het plaatje hieronder zie je zowel de Queen Mary als de Titanic afgebeeld. In de Buik van de Titanic zie je een vliegtuig (Airbus A380) een bus, een auto en een persoon afgebeeld. Nu kun je zien hoe groot het schip eigenlijk was!
Bron: www.wikipedia.nl
2a. Hoeveel langer is de Queen Mary 2 dan de Titanic? _______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________
2b. Hoeveel bussen passen er ongeveer achter elkaar in de Titanic? Hoeveel meer bussen passen er in de Queen Mary 2? _______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________
© CED-Groep Nieuwsrekenen
week 15 – 11 april 2012 – B1
Opgave 3: Gered of niet gered… Er waren grote klassenverschillen aan boord van de Titanic. De goedkope derde klas was voor emigranten die hun geluk in Amerika wilden beproeven. Voor de passagiers in de eerste klas waren er luxe vertrekken en feestelijke diners aan boord van de Titanic. De evacuatie na de botsing met de ijsberg verloopt chaotisch. De bemanning stuurt de passagiers naar buiten waar ze reddingsvesten omdoen. Tijdens de evacuatie speelt het scheepsorkest door, om te voorkomen dat er paniek ontstaat. Op 15 april om 2.20 uur breekt de Titanic in tweeën en zinkt het langzaam naar de 3800 meter diepe oceaanbodem. Meer dan 1500 mensen verdrinken in het ijskoude water. Ruim 700 mensen worden gered. In de tabel zie je de aantallen passagiers en bemanningsleden per klassen en hoeveel mensen gered zijn.
Klas
Aantal
Gered
Gered in %
e
329
199
60,5
e
272
119
43,8
e
3 klas
710
174
24,5
Bemanning
897
212
23,6
Totaal
2208
704
31,9
1 klas 2 klas
Bron: www.wikipedia.nl
3a. Hoeveel passagiers uit de 1e klas zijn omgekomen bij de ramp? Hoeveel procent is dat? _______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________
3b. En hoeveel uit de 3e klas hebben het niet overleefd? Hoeveel procent is dat? _______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________
© CED-Groep Nieuwsrekenen
week 15 – 11 april 2012 – B1
3c. Hoe zou het komen dat juist veel mensen uit de 3e klas het niet hebben overleefd? En ook zoveel van de bemanning? _______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________
© CED-Groep Nieuwsrekenen
week 15 – 11 april 2012 – B1
Antwoorden Opgave 1 1a. Ongeveer 39,9 km/u (afgerond 40 km/u) 1b. 1040 + 160 = 1200 1c. Ongeveer
1 deel 3
Opgave 2 2a. 76 meter langer 2b. Ongeveer 20 bussen. In de Queen Mary 2 passen 4 bussen meer.
Opgave 3 3a. 130 mensen omgekomen. Dat is 39,5% 3b. 536 mensen omgekomen. Dat is 75,5% 3c. Beoordeling door de leerkracht. U kunt met ze praten over het klassenverschil, maar ook over de bereikbaarheid van de sloepen door de mensen die in de 3e klas reisden. Zij konden niet op de dekken komen van de 1e en de 2e klas, waardoor ze ook moeilijk bij de reddingssloepen konden komen. De bemanning heeft tot het einde toe moeten helpen om de passagiers van boord te krijgen. Waarschijnlijk zijn er daarom zoveel slachtoffers gevallen onder de bemanningsleden.
© CED-Groep Nieuwsrekenen