April 2012
Vakantiegeldenquête 2012
Auteurs Jasja Bos Daisy van der Burg
Inhoudsopgave 1. Inleiding
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2. Aantal keer op vakantie
4
2.1 Niet op vakantie
2.1 Niet op vakantie
4
2.2 Vaker / minder vaak op vakantie
2.2 Vaker / minder vaak op vakantie
5
2. Aantal keer op vakantie
3. Uitgaven aan vakantie
6
3. Uitgaven aan vakantie
3.1 Meer uitgeven
6
3.2 Minder uitgeven
7
3.2 Minder uitgeven
3.3 Budgetteren
8
3.3 Budgetteren
3.4 Betalen
10
3.1 Meer uitgeven
3.4 Betalen
4. Vakantiegeld
11
4. Vakantiegeld
2
Inhoudsopgave
1
Inleiding
1. Inleiding Net als twee jaar geleden heeft het Nibud onderzoek gedaan naar de geldzaken van huishoudens rondom vakantie(s). 2. Aantal keer op vakantie
Vragen die hierbij centraal staan zijn: Hoe vaak gaan mensen op vakantie? Gaat men vaker of minder vaak op vakantie dan
2.1 Niet op vakantie
vorig jaar? Speelt geld daarbij een rol? Ook is gevraagd of mensen van te voren bedenken hoeveel geld ze willen besteden aan de vakantie in totaal en op de bestemming zelf, hoe vakanties betaald worden en waaraan mensen hun vakantiegeld
2.2 Vaker / minder vaak op vakantie
besteden.
3. Uitgaven aan vakantie
De dataverzameling is uitgevoerd door Survey Sampling International. De vragenlijst is ingevuld door 612 panelleden. De panelleden vormen een representatieve weergave van de beroepsbevolking van 15 tot 65 jaar. Het veldwerk is verricht in
3.1 Meer uitgeven
april.
3.2 Minder uitgeven
In diverse tabellen wordt een onderscheid gemaakt naar huishoudens met een inkomen beneden m odaal en van modaal en
3.3 Budgetteren
hoger. Het modale inkomen is ongeveer € 33.000 bruto per jaar, of € 1.950 netto per maand. Het breekpunt beneden modaal in de onderstaande tabellen is een netto inkomen van € 2.000 per maand.
3.4 Betalen
30 procent van de ondervraagden heeft de antwoordmogelijkheid “weet ik niet” of “geen mening” ingevuld bij de vraag naar het inkomen. Daarom kunnen totale gemiddelde percentages afwijken van wat er op basis van het onderscheid in
4. Vakantiegeld
inkomensniveau verwacht zou worden.
3
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Aantal keer op vakantie 2.1 Niet op vakantie 2.2 Vaker / minder vaak op vakantie 3. Uitgaven aan vakantie 3.1 Meer uitgeven
2
Aantal keer op vakantie
Er is gevraagd hoe vaak men van plan is om in 2012 op vakantie te gaan, waarbij een vakantie is aangeduid als meer dan zes dagen aaneengesloten. Het merendeel gaat één keer op vakantie (36 procent), 22 procent twee keer en 9 procent meer dan twee keer. 15 procent weet het nog niet (figuur 1). Uit het onderzoek van twee jaar geleden bleek dat 34 procent van plan was om één keer op vakantie te gaan, 19 procent twee keer en 9 procent meer dan twee keer.
Figuur 1. Hoe vaak bent u van plan om op vakantie te gaan? 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
36% 34%
22% 19%
20% 18%
15%16% 9% 9%
0
1
2
>2
weet niet
3.2 Minder uitgeven
18 procent van de ondervraagden is niet van plan om in 2012 op vakantie te gaan. In 2010 was dat 20 procent.
3.3 Budgetteren
2.1
3.4 Betalen
Van de ondervraagden die niet op vakantie gaan, geeft het merendeel (55 procent) aan dat ze niet op vakantie gaan, omdat
2012
2010
Niet op vakantie
ze er geen geld voor hebben (zie tabel 1). 19 procent gaat niet op vakantie, omdat er bezuinigd moet worden. 4. Vakantiegeld Tabel 1: Waarom gaat u niet op vakantie? (Meerdere antwoorden mogelijk)
Ik heb er geen geld voor Ik houd niet van vakanties Ik maak alleen korte uitstapjes Ik ga nooit op vakantie Ik moet bezuinigen Ik heb andere grote uitgaven Anders Weet ik niet
2012 % 55 3 8 6 19 17 11 2
2010 % 67 14 18 11 13 14 11 1
4
Inhoudsopgave
76 Procent van diegenen die in 2012 niet op vakantie gaan, zijn vorig jaar ook niet op vakantie geweest. In 2010 was dat percentage 80 procent, dus dit percentage is nagenoeg hetzelfde gebleven.
1. Inleiding
De belangrijkste reden om twee jaar niet op vakantie te gaan is dat men er geen geld voor heeft. Andere redenen zijn onder
2. Aantal keer op vakantie
andere het moeten bezuinigen en het hebben van andere grote uitgaven . Redenen die genoemd zijn onder de mogelijkheid “anders”, zijn gezondheidsredenen of het niet alleen willen laten van huisdieren.
2.1 Niet op vakantie 2.2 Vaker / minder vaak op vakantie 3. Uitgaven aan vakantie
2.2
Vaker / minder vaak op vakantie
50 procent van de ondervraagden is van plan om dit jaar even vaak op vakantie te gaan als vorig jaar. 21 procent gaat minder vaak op vakantie
70%
en 11 procent gaat vaker op vakantie. 10 procent weet het nog niet.
60%
3.2 Minder uitgeven
De meeste mensen die dit jaar van plan zijn om één keer op vakantie te gaan, gingen vorig jaar ook één keer (58 procent). 24 procent van de
3.3 Budgetteren
ondervraagden die dit jaar één keer op vakantie gaat, ging vorig jaar vaker op vakantie en 9 procent minder vaak (figuur 2).
4. Vakantiegeld
65% 58%
50%
3.1 Meer uitgeven
3.4 Betalen
Figuur 2. Gaat u dit jaar vaker of minder vaak op vakantie dan vorig jaar? (mensen die 1 keer op vakantie gaan)
40% 30% 20%
24% 19%
10%
9% 11%
9%
vaker
anders
5%
0% minder vaak even vaak 2012
2010
5
Inhoudsopgave
3
Uitgaven aan vakantie
48 procent geeft ongeveer hetzelfde uit aan vakanties als vorig jaar, 18 procent geeft meer uit en 23 procent minder (zie 1. Inleiding
tabel 2). 8 procent weet het nog niet.
2. Aantal keer op vakantie Tabel 2:
Geeft u dit jaar meer of minder uit aan vakantie(s) dan vorig jaar?
2.1 Niet op vakantie 2.2 Vaker / minder vaak op vakantie 3. Uitgaven aan vakantie 3.1 Meer uitgeven 3.2 Minder uitgeven
Meer Ongeveer hetzelfde Minder Weet ik niet Geen mening
3.1
Totaal % 18 48 23 8 2
Inkomen beneden modaal % 21 41 25 10 4
Inkomen modaal en hoger % 15 57 22 5 1
Meer uitgeven
3.3 Budgetteren
Van diegenen die dit jaar meer uitgeven aan vakanties, komt dat bij 35 procent toevallig zo uit (tabel 3). 25 procent geeft als
3.4 Betalen
reden dat ze dit jaar een grote reis gaan maken. Bij “anders” wordt voornamelijk genoemd dat men vor ig jaar niet op vakantie is geweest. Vaker dan in 2010 geven mensen aan meer aan de vakantie uit te geven doordat ze gespaard hebben.
4. Vakantiegeld Tabel 3:
Waarom geeft u dit jaar meer uit aan vakanties dan vorig jaar? (Meerdere antwoorden mogelijk)
Dat komt toevallig zo uit Ik ga een grote reis maken Ik heb er dit jaar voor gespaard Ik heb dit jaar meer te besteden Ik heb minder andere grote uitgaven Vanwege de aankoop of verbouwing van de woning Ik heb dit jaar een andere baan Anders Weet ik niet
2012 % 35 25 19 11 6 2 2 19 0
2010 % 42 11 14 3 3 6 31 4
6
Inhoudsopgave
Ondervraagden met een inkomen beneden modaal geven vaker aan dat zij er dit jaar voor gespaard hebben, dan ondervraagden met een inkomen boven modaal.
1. Inleiding
Van diegenen die dit jaar meer uitgeven aan vakantie(s), geeft 23 procent tot 200 euro meer uit, 21 procent tot 500 euro
2. Aantal keer op vakantie
meer, 15 procent tot 1.000 euro meer en 17 procent tot 2.000 euro meer. 17 procent geeft tot 5.000 euro meer uit en 18 procent weet het niet of heeft geen mening.
2.1 Niet op vakantie 2.2 Vaker / minder vaak op vakantie 3. Uitgaven aan vakantie 3.1 Meer uitgeven
3.2
Minder uitgeven
Van diegenen die minder uitgeven aan vakanties, geeft 48 procent dit jaar minder uit, omdat zij minder te besteden hebben (tabel 4). 42 procent geeft dit jaar minder uit omdat ze moeten bezuinigen. Tabel 4:
Waarom geeft u dit jaar minder uit aan vakanties dan vorig jaar? (Meerdere antwoorden mogelijk)
3.2 Minder uitgeven 3.3 Budgetteren 3.4 Betalen 4. Vakantiegeld
Ik heb dit jaar minder te besteden Ik moet bezuinigen Ik ben bang dat ik anders niet rond kan komen Ik heb dit jaar een andere/geen baan Dat komt toevallig zo uit Ik heb er dit jaar niet voor gespaard Vanwege de aankoop of verbouwing van mijn woning Anders Weet ik niet
2012 % 48 42 12 11 10 7 6 7 1
2010 % 33 42 8 9 17 5 12 12 -
Ondervraagden met een inkomen beneden modaal geven vaker aan (71 procent) dat ze minder uitgeven aan vakanties, omdat ze minder te besteden hebben, dan ondervraagden met een inkomen boven modaal (22 procent). Van diegenen die minder uitgeven aan vakanties, geeft 19 procent tot 200 euro minder uit. 32 procent geeft tot 500 euro minder uit en 18 procent tot 1000 euro minder.
7
3.3 Inhoudsopgave
Budgetteren
Het merendeel van de ondervraagden bedenkt van tevoren hoeveel ze aan de vakantie willen besteden (tabel 5). 61 procent
1. Inleiding
maakt een inschatting en 9 procent bedenkt dit precies. 20 procent doet dit niet.
2. Aantal keer op vakantie
Tabel 5:
Bedenkt u van tevoren hoeveel u wilt uitgeven aan uw gehele vakantiereis?
2012 % 9 61 20 5 4
2.1 Niet op vakantie 2.2 Vaker / minder vaak op vakantie 3. Uitgaven aan vakantie 3.1 Meer uitgeven 3.2 Minder uitgeven
Ja, precies Ja, ongeveer Nee Weet ik niet Geen mening
2010 % 5 56 30 6 3
Het percentage dat van tevoren bedenkt hoeveel men wil uitgeven aan de vakantie is hoger dan in 2010. Er zijn minder mensen die dat niet van te voren bedenken, 20 procent in 2012 ten opzichte van 30 procent in 2010.
3.3 Budgetteren 3.4 Betalen 4. Vakantiegeld
Daarnaast is dit jaar ook gevraagd of men van te voren bedenkt hoeveel ze op de vakantiebestemming willen uitgeven (tabel 6). Het blijkt dat men minder vaak bedenkt wat men op de vakantiebestemming wil uitgeven, dan aan de gehele vakantiereis. Tabel 6:
Ja, precies Ja, ongeveer Nee Weet ik niet Geen mening Totaal
Bedenkt u van tevoren hoeveel u wilt uitgeven op de vakantiebestemming?
2012 % 7 57 28 4 5 100
8
Figuur 3. Geeft u op vakantie vaak meer of minder uit dan u van te voren had bedacht?
Inhoudsopgave
Bijna de helft van de mensen die van tevoren bedenkt (precies of ongeveer) hoeveel ze willen besteden aan hun vakantie, geeft ook
1. Inleiding
ongeveer hetzelfde uit als ze bedacht hadden (49 procent). Zie figuur 3. 34 procent geeft iets meer uit en 6 procent veel meer.
60% 34%
40% 30%
2. Aantal keer op vakantie
20%
Huishoudens met een inkomen beneden modaal geven relatief vaak 2.1 Niet op vakantie
49%
50%
10%
hetzelfde of minder uit dan van te voren bedacht.
7%
6%
1%
3%
0%
2.2 Vaker / minder vaak op vakantie 3. Uitgaven aan vakantie 3.1 Meer uitgeven
Op de stelling “Ik vind het erg als ik meer heb uitgegeven dan ik
3.2 Minder uitgeven
van plan was”, geeft 19 procent aan het hier mee eens te zijn en
3.3 Budgetteren
22 procent is het hier meer mee eens dan oneens. Respectievelijk 22 en 28 procent is het “meer oneens dan eens”
40%
en oneens met de stelling.
30%
3.4 Betalen 4. Vakantiegeld
Huishoudens met een inkomen beneden modaal vinden het iets vaker erg als ze meer uitgeven dan ze van plan waren (figuur 4). 46 procent van de ondervraagden heeft een schatting gemaakt van hoeveel zij in 2012 uitgeven aan de grootste vakantie. Zij geven
Figuur 4. Ik vind het erg als ik meer heb uitgegeven aan vakanties dan ik van plan was
20%
29% 25% 17%
20%
23%
21% 22%
25%
10% 0%
gemiddeld ruim 1.600 euro uit aan de grootste vakantie. Dit kan per persoon of per huishouden zijn. Diegenen die één keer op vakantie
mee eens
meer eens dan meer oneens oneens dan eens
inkomen beneden modaal
mee oneens
inkomen modaal en hoger
gaan, geven gemiddeld ruim 1.500 euro uit aan de grootste vakantie en diegenen die twee keer op vakantie gaan, geven gemiddeld ruim 1.600 euro uit aan de grootste vakantie. In 2010 gaven diegenen die twee keer op vakantie gemiddeld 1.900 euro uit aan vakantie.
9
3.4 Inhoudsopgave 1. Inleiding
Betalen
41 procent betaalt de vakanties van de lopende rekening (tabel 7). 16 procent met alleen spaargeld, 19 procent met alleen vakantiegeld en 39 procent met spaargeld en vakantiegeld. Huishoudens met een inkomen boven modaal betalen de vakanties vaker van de lopende rekening dan huishoudens met een inkomen beneden modaal.
2. Aantal keer op vakantie 2.1 Niet op vakantie 2.2 Vaker / minder vaak op vakantie 3. Uitgaven aan vakantie 3.1 Meer uitgeven 3.2 Minder uitgeven 3.3 Budgetteren 3.4 Betalen 4. Vakantiegeld
Tabel 7:
Hoe betaalt u uw vakanties? (Meerdere antwoorden mogelijk)
Van de lopende rekening Met alleen spaargeld Met alleen vakantiegeld Met spaargeld en vakantiegeld Via een lening Op afbetaling Anders Zeg ik liever niet
Totaal % 41 16 19 39 <1 1 1 2
Inkomen beneden modaal % 32 18 21 41 0 2 1 4
Inkomen modaal en hoger % 50 15 17 38 1 1 <1 0
In vergelijking met twee jaar geleden financieren ondervraagden nu vaker de vakantie met spaargeld én vakantiegeld (tabel 8). Tabel 8:
Hoe betaalt u uw vakanties? (Meerdere antwoorden mogelijk)
Van de lopende rekening Met alleen spaargeld Met alleen vakantiegeld Met spaargeld en vakantiegeld Via een lening Op afbetaling Anders Zeg ik liever niet
2012 % 41 16 19 39 <1 1 1 2
2010 % 40 12 16 31 1 0 4 11
10
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Aantal keer op vakantie 2.1 Niet op vakantie 2.2 Vaker / minder vaak op vakantie
4
Vakantiegeld
De helft van de ondervraagden denkt het vakantiegeld te besteden aan vakantie (tabel 9). Huishoudens met een inkomen beneden modaal besteden hun vakantiegeld minder vaak aan de vak antie dan huishoudens met een hoger inkomen. Zij besteden het vaker aan het aflossen van schulden en leningen en aan huishoudelijke uitgaven. Huishoudens met een (boven)modaal inkomen zetten het geld vaker op een spaarrekening. Tabel 9:
Waaraan denkt u uw vakantiegeld te gaan besteden? (Meerdere antwoorden mogelijk)
3. Uitgaven aan vakantie 3.1 Meer uitgeven 3.2 Minder uitgeven 3.3 Budgetteren 3.4 Betalen 4. Vakantiegeld
Vakantie Sparen Aflossen van schulden/leningen Grote aankopen Huishoudelijke uitgaven Tekorten op lopende rekeningen aanvullen Achter de hand houden voor het geval mijn inkomen gaat dalen Beleggen Anders Weet ik niet Geen mening
Totaal % 50 24 15 11 11 10 7
Inkomen beneden modaal % 42 19 19 8 12 14 7
Inkomen modaal en hoger % 61 29 9 14 9 4 6
1 1 8 8
1 1 6 8
2 2 10 8
11
Inhoudsopgave
Ten opzichte van 2010 is er een groter gedeelte van de ondervraagden dat hun vakantiegeld uitgeeft aan de vakantie zelf. Dit jaar is dat 50 procent en in 2010 was dat 45 procent (tabel 10). Vaker dan in 2010 geeft men het vakantiegeld uit aan het
1. Inleiding
aflossen van schulden en leningen (15 procent in 2012, 13 procent in 2010) en even vaak worden tekorten aangevuld of het vakantiegeld op de spaarrekening gezet.
2. Aantal keer op vakantie
Tabel 10:
Waaraan denkt u uw vakantiegeld te gaan besteden? (Meerdere antwoorden mogelijk)
2.1 Niet op vakantie 2.2 Vaker / minder vaak op vakantie 3. Uitgaven aan vakantie 3.1 Meer uitgeven 3.2 Minder uitgeven 3.3 Budgetteren 3.4 Betalen 4. Vakantiegeld
Vakantie Sparen Aflossen van schulden/leningen Grote aankopen Huishoudelijke uitgaven Tekorten op lopende rekeningen aanvullen Achter de hand houden voor het geval mijn inkomen gaat dalen Beleggen Anders Weet ik niet Geen mening
2012 % 50 24 15 11 11 10 7
2010 % 45 24 13 8 13 10 9
1 1 8 8
0 3 14 6
12