WebHare Professional en Enterprise Systeem module Systeem configuratie handleiding
Datum: Aantal pagina’s: Versie: Doelgroep:
19 november 2002 20 2.01 Sysops
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................ 1 1 Vooraf............................................................................................................................ 2 2 Toegang- en fouten log opties ...................................................................................... 4 2.1 Wat zijn logs? ........................................................................................................ 4 2.2 Log instellingen...................................................................................................... 5 3 Server bindingen........................................................................................................... 6 3.1 Algemene informatie.............................................................................................. 6 3.2 Configureer een binding ........................................................................................ 7 3.3 Bewerk of verwijder een binding............................................................................ 8 4 Uitvoer webserver instellingen...................................................................................... 9 4.1 Algemene informatie.............................................................................................. 9 4.2 Configureer een uitvoer webserver ....................................................................... 9 4.3 Verwijder een uitvoer webserver of bekijk de instellingen................................... 13 5 Bestandtype instellingen ............................................................................................. 14 5.1 Algemene informatie............................................................................................ 14 5.2 Voeg een nieuw bestandtype toe ........................................................................ 14 5.3 Bewerk of verwijder een bestandtype.................................................................. 15 6 Licentie informatie....................................................................................................... 16 6.1 Algemene informatie............................................................................................ 16 6.2 Vernieuw de licentieinformatie............................................................................. 16 7 Additionele informatie ................................................................................................. 18
Systeem configuratie handleiding - Inhoudsopgave
Inleiding In WebHare Professional/Enterprise v2.x is een geavanceerde ingebouwde webserver beschikbaar. Deze webserver wordt gebruikt om de webbased gebruikersinterface aan te bieden, maar kan ook zeer goed gebruikt worden voor het aanbieden ('hosten') van de met behulp van WebHare gemaakte websites. In deze handleiding worden kort de configuratie opties van deze webserver verduidelijkt. Deze handleiding is alleen bedoeld voor WebHare gebruikers met Sysop rechten, en kan niet gebruikt worden door enige andere gebruiker. De in de handleiding opgenomen schermafbeeldingen gaan uit de volgende gebruikerspecifieke instellingen: • • • •
Nederlandse taal Standaard skin Login met Sysop rechten Geavanceerde interface opties
Systeem configuratie handleiding - Inleiding
1
1
Vooraf
In dit hoofdstuk zal kort verduidelijkt worden hoe u de systeem configuratie instellingen kunt bereiken. Nadat u bent ingelogd met Sysop rechten (voor meer informatie over Sysop rechten zie de gebruikers- en unitbeheer handleiding), komt u terecht op uw persoonlijke WebHare startpagina. 1. Klik op de Systeem knop in de knoppenbalk.
2. U komt in het systeeminformatie scherm.
Dit scherm biedt een overzicht van de belangrijkste systeeminstellingen en systeemeigenschappen: • • • • • • • •
Het WebHare versienummer. Deze informatie kan gebruikt worden om te zien of u de laatst beschikbare versie van WebHare geïnstalleerd heeft. Op de website van B-Lex Information Technologies zullen altijd de nieuwste versies aangekondigd worden. Het platform waarop de WebHare server geïnstalleerd is. Deze informatie kan gebruikt worden om te kijken of uw systeem voldoet aan de eisen van modules en/of nieuwe versies van de software. De tijd op de server, in Greenwich Mean Time (GMT) Hoe lang de webserver al online is Het aantal beschikbare gebruikersaccounts. Het aantal beschikbare gebruikersunits De beschikbare interfacetalen. De beschikbare 'skins'
Systeem configuratie handleiding - Vooraf
2
Daarnaast biedt het scherm toegang tot de systeem configuratie opties, door middel van de volgende knoppen in de knoppenbalk: Klik op Logs om de log instellingen te bekijken of te wijzigen. Hoofdstuk 2 van deze handleiding biedt uitgebreide informatie over de log instellingen. Klik op Bindingen om de huidige poort, IP-adres en virtual host instellingen te bekijken of te wijzigen. Voor meer informatie kunt u hoofdstuk 3 van deze handleiding raadplegen. Klik op Webserver om te zien welke uitvoer webservers (servers die de output van uw WebHare sites hosten) geconfigureerd zijn, of om nieuwe uitvoer webservers toe te voegen. Hoofdstuk 4 van deze handleiding biedt meer informatie over de webserver opties. Klik op Types om de instellingen voor het afhandelen van bestandstypes door de WebHare webserver te bekijken of te wijzigen. Zie hoofdstuk 5 van deze handleiding voor meer informatie over deze instellingen. Klik op Licentie om uw licentie gegevens te bekijken, of om uw licentie te vernieuwen. In hoofdstuk 6 van deze handleiding zal dieper ingegaan worden op dit scherm.
Systeem configuratie handleiding - Vooraf
3
2
Toegang- en fouten log opties
2.1 Wat zijn logs? Logs zijn bestanden waarin informatie over het gebruik van het systeem bijgehouden wordt. Deze informatie kan gebruikt worden om te achterhalen wie, op welk tijdstip en vanaf welke plaats, bepaalde systeemhandelingen verricht heeft. Daarnaast worden log bestanden gebruikt om statistische informatie over het systeem te verzamelen, zoals piekuren in het gebruik, aantallen gebruikers, gebruikte webbrowsers en operating systems etc. WebHare log types WebHare genereert drie verschillende log bestanden, te weten • Een toegangs ('access') log bestand. • Een fouten ('error') log bestand. • Een servicemanager log bestand. Deze logs zijn platte tekst bestanden in DOS formaat voor WebHare Professional, en Unix formaat voor WebHare Enterprise. Iedere nacht om exact 00:00 uur GMT worden deze log bestanden vernieuwd, en de oude bestanden opgeslagen. Aan de naam van het bestand kunt u aflezen voor welke dag het bestand geldt. Als het huidig gebruikte bestand access.log heet, dan heet het bestand dat de dag ervoor aangemaakt is access.1.log, het twee dagen oude bestand heet access.2.log etc. De door WebHare gegenereerde log bestanden zijn te vinden in de submap genaamd 'log', in de installatie map van WebHare. Toeganglog Iedere vraag van een gebruiker aan de webserver, een zogenaamde request, wordt genoteerd in het access.log bestand. Voor elk van deze requests wordt een nieuwe regel in het bestand gemaakt, met o.a. de volgende informatie: • • •
Het IP adres van de computer die de vraag heeft gesteld. Het bestand dat opgevraagd werd De loginnaam van degene die het bestand heeft opgevraagd
Foutenlog In het error.log bestand worden alle webserver foutmeldingen opgenomen. U kunt hierbij o.a. denken aan: • • •
Opgevraagde bestanden, die niet op het systeem bestaan Aangevraagde verbindingen van ongeautoriseerde gebruikers etc.
Servicemanager log De servicemanager log is het bestand waarin alle WebHare specifieke diagnostische informatie opgeslagen wordt. Dit bestand bevat o.a. informatie over: • • •
Foutmeldingen van conversie processen Foutmeldingen van de database Foutmeldingen van alle andere WebHare processen
Systeem configuratie handleiding - Toegang- en fouten log opties
4
2.2 Log instellingen Standaard worden alle log bestanden gedurende 30 dagen bewaard. Voor de foutenlog en de toeganglog kunt u deze instellingen veranderen. 1. Klik op de Logs knop in de knoppenbalk van het systeeminformatie scherm.
U komt in het server loginstellingen scherm. 2. Vul het aantal dagen dat u de toeganglogs en de foutenlogs wilt bewaren in, en klik Toepassen.
U keert terug in het systeem informatie scherm. De wijzigingen zijn doorgevoerd.
!
Zowel de toeganglog bestanden als de foutenlog bestanden kunnen maximaal 90 dagen bewaard blijven.
Systeem configuratie handleiding - Toegang- en fouten log opties
5
3
Server bindingen
3.1 Algemene informatie Iedere computer die met het Internet verbonden is heeft een adres, een zogenaamd IP adres. Dit adres is vergelijkbaar met het adres van uw woning. Het IP adres is een unieke identificatie van de computer. Op het Internet is het ook mogelijk om één enkele computer meerdere IP adressen te geven. Daarnaast heeft iedere computer een aantal poorten. Een poort is het beste te vergelijken met een deur in een huis. Uw woning heeft bijvoorbeeld een voordeur, een achterdeur en een zijdeur. Bij een computer zijn deze poorten genummerd, van 1 tot 65535. Als een gebruiker op het Internet verbinding maakt met uw server, doet hij dit door uw adres op te zoeken, en met een bepaalde poort verbinding te maken. De gebruiker zal alleen respons krijgen van de server indien aan dat adres en die poort een proces gebonden is dat het verzoek kan afhandelen. Ter vergelijking: iemand zoekt een woonadres op, en loopt naar de voordeur. Hij zal alleen geholpen kunnen worden als er iemand op dat adres woonachtig is, en als de voordeur ook open gedaan wordt. U kunt de WebHare webserver zó configureren dat deze op één of meerdere IP adressen en poorten naar verzoeken luistert, waarna deze verzoeken behandeld kunnen worden. De combinatie van IP-adres(sen) en een poort noemt men een binding. Soms wilt u dat twee verschillende verzoeken op dezelfde binding binnen moeten kunnen komen, maar op verschillende wijze behandeld dienen te worden. Dit noemt met virtual hosting. U kunt deze situatie vergelijken met kantoorgebouw, waar meerdere bedrijven gevestigd zijn. Een bezoeker zal zich melden bij de receptie, die hem door zal sturen naar het juiste kantoor. De verschillende bedrijven zijn in deze vergelijking de virtual hosts, en de receptie is de webserver. Door gebruik te maken van virtual hosts is het mogelijk om op één IP Adres en op één poort verschillende websites aan te bieden, bijvoorbeeld de Engelstalige site www.b-lex.com en de Nederlandstalig site www.b-lex.nl.
!
Het configureren van een virtual host is niet voldoende om de websites ook beschikbaar te maken op het web. Hiervoor is het ook nog nodig om de naam van de website (bijvoorbeeld www.b-lex.nl) bekend te maken op het Internet. Hiervoor is het nodig om deze domeinnaam in te voeren in een DNS. Neem voor meer informatie over DNS entries contact op met uw systeembeheerder.
Systeem configuratie handleiding - Server bindingen
6
3.2 Configureer een binding 1. Klik op de Bindingen knop in de knoppenbalk van het systeeminformatie scherm.
U komt in het webserver bindingen scherm. 2. Het webserver bindingen scherm biedt een overzicht van alle bestaande bindingen.
3. Klik op Nieuw in de knoppenbalk
U komt in het scherm Voeg een nieuwe binding toe. 4. Vul een poort nummer in (een getal tussen 1 en 65535), kies het IP-adres waar aan gebonden dient te worden, en kies of de nieuwe binding gebruikt dient te worden voor virtual hosting. Klik op Toepassen om de nieuwe binding te activeren.
U komt in het webserver bindingen scherm. De nieuwe binding is toegevoegd aan de lijst met bestaande bindingen. U kunt nu een webserver toevoegen. Zie hoofdstuk 4 van deze handleiding voor meer informatie over het toevoegen van webservers.
Systeem configuratie handleiding - Server bindingen
7
3.3 Bewerk of verwijder een binding Bestaande bindingen kunnen als volgt aangepast of verwijderd worden: Klik op het bewerken pictogram achter een specifieke binding in het webserver bindingen scherm om de instellingen van de binding aan te passen. Klik op het verwijderen pictogram om een binding te verwijderen. Alleen bindingen die niet in gebruik zijn door een uitvoer webserver kunnen verwijderd worden. Het pictogram vóór een binding geeft aan dat u op dat moment via die binding contact heeft met de webserver. Deze binding kan dan ook niet worden aangepast of verwijderd.
!
Sommige poorten op uw server kunnen reeds door andere applicaties gebruikt worden. Als u een binding aanmaakt op één van deze poorten kan dit tot conflicten leiden.
Systeem configuratie handleiding - Server bindingen
8
4
Uitvoer webserver instellingen
4.1 Algemene informatie Iedere website die met behulp van WebHare onderhouden en gepubliceerd wordt, maakt gebruik van een uitvoer webserver. Een uitvoer webserver is een webserver die zorg draagt voor het aanbieden van de website op het Internet of intranet (het zogenaamde hosten). Iedere gepubliceerde website kan gehost worden door een externe webserver, of door de ingebouwde WebHare webserver. Als WebHare een site publiceert, worden er mappen en bestanden aangemaakt. Deze mappen en bestanden vormen samen de website. U kunt zelf kiezen waar deze mappen en bestanden aangemaakt worden (bijvoorbeeld op een andere computer op uw netwerk) en door welke webserver deze dan gehost worden. Indien u de gepubliceerde website wilt laten hosten door de WebHare webserver, dient u eerst een binding aan te maken. Zie hoofdstuk 3 van deze handleiding voor meer informatie over server bindingen. Als u de gepubliceerde site wilt laten hosten door een externe webserver kunt u uit een aantal voorgedefinieerde opties kiezen: • Apache • Microsoft IIS • Netscape Enterprise server Deze opties dienen als startpunt bij de verdere configuratie, waar op basis van uw keuze reeds enkele instellingen voor u gemaakt zijn. Uiteraard is het ook mogelijk om andere type webservers te gebruiken – u zult dan zelf de juiste instellingen in moeten voeren. 4.2 Configureer een uitvoer webserver 1. Klik op de Webserver knop in de knoppenbalk van het systeeminformatie scherm.
U ziet een overzicht van alle ingestelde webservers. U ziet hier minimaal één regel in de lijst staan. Dit is de webserver die de gebruikersinterface aanbiedt.
Systeem configuratie handleiding - Uitvoer webserver instellingen
9
2. Klik op Nieuw.
U komt in het scherm Voeg een uitvoer webserver toe, deel 1 van 3. 3. Kies het type webserver dat u wilt toevoegen.
Dit scherm biedt een aantal mogelijkheden: Ingebouwde WebHare webserver Kies deze optie als u de ingebouwde WebHare webserver wilt gebruiken om uw website(s) te hosten. Deze optie is alleen beschikbaar als er een binding beschikbaar is waar de webserver gebruik van kan maken. Interface gehost door WebHare De WebHare gebruikersinterface wordt gehost door de WebHare webserver. Als u deze interface op een andere poort of op een ander IP adres wilt aanbieden, dient u deze optie te kiezen. Er dient een binding beschikbaar te zijn waar de webserver gebruik van kan maken. Apache / Microsoft IIS / Netscape Enterprise Kies één van deze opties als u de gepubliceerde website wilt laten hosten door één van deze webserver types. WebHare zal op basis van uw keuze alvast enkele opties voor u instellen. Uiteraard kunt u deze opties eenvoudig zelf nog aanpassen. Ander type webserver Kies deze optie als u volledig zelf alle instellingen wilt maken.
Systeem configuratie handleiding - Uitvoer webserver instellingen
10
4. Klik op Toepassen
U komt in het scherm Voeg een uitvoer webserver toe, deel 2 van 3 5. Kies de binding waar de webserver gebruik van gaat maken.
Deze optie is alleen beschikbaar als u in stap 3 van dit hoofdstuk het type Ingebouwde WebHare webserver of Interface gehost door WebHare gekozen heeft. In alle andere gevallen, vervolg met stap 6. 6. Typ de hostnaam van de webserver
Iedere site die op het Internet beschikbaar is heeft een hostnaam. Deze naam wordt gebruikt om contact te maken met een website. Als u de nieuwe webserver gaat gebruiken om uw website op te publiceren, dan zou de hostnaam kunnen zijn: www.mijnorganisatie.nl Als u de webserver gaat gebruiken voor uw intranet, dan zou de hostnaam kunnen zijn: intranet.mijnorganisatie.nl Gebruik geen http:// vóór de hostnaam.
Systeem configuratie handleiding - Uitvoer webserver instellingen
11
7. Klik op Toepassen
U komt in het scherm Voeg een uitvoer webserver toe, deel 3 van 3 8. Typ de uitvoer instellingen voor de webserver
In dit scherm kunt u enkele opties instellen, bijvoorbeeld waar de gepubliceerde bestanden aangemaakt moeten worden. U heeft de volgende opties: Pad naar uitvoer map Dit is de bronmap van de uitvoerwebserver, de zogenaamde 'document root'. In deze map worden alle mappen en bestanden die WebHare tijdens publicatie maakt opgeslagen. U kunt bij het aanmaken van een WebHare site (zie de handleiding Site Inrichting) aangeven dat deze nieuwe site in deze map (of een submap hiervan) gepubliceerd dient te worden. Klik op de Bladeren knop om een map te kiezen. Deze optie is niet beschikbaar als u in stap 3 het webserver type Interface gehost door WebHare gekozen heeft. URL Dit is de URL van de webserver, zoals die door WebHare gebruikt wordt. De URL wordt automatisch ingesteld, op basis van de hostnaam en de binding. U kunt deze desgewenst nog wijzigen. Uitvoerextensie Verschillende types webservers hebben verschillende standaard extensies voor de HTML bestanden die gehost worden. De meeste Microsoft IIS servers gebruiken bijvoorbeeld standaard .htm als extensie, terwijl Apache .html gebruikt. Deze instellingen zijn specifiek voor de webserver, en kunnen in die webserver veranderd worden. De uitvoerextensie instellingen in WebHare zijn bedoeld om WebHare te leren zich aan te passen aan de instellingen van de uitvoer webserver. WebHare zal alle HTML bestanden de hier gekozen extensie geven. Deze optie is niet beschikbaar als u in stap 3 het webserver type Interface gehost door WebHare gekozen heeft.
Systeem configuratie handleiding - Uitvoer webserver instellingen
12
Index paginanaam Als u een URL opvraagt, zonder hierbij de naam van de opgevraagde pagina te specificeren, zal de webserver het index bestand van de opgevraagde map opsturen. Neem bijvoorbeeld de volgende URL: http://www.b-lex.nl/products/specs.doc/webserver.html Als u deze URL opvraagt zal de webserver het bestand webserver.html naar u opsturen, indien deze bestaat. Als u geen specifieke pagina opvraagt, zal de webserver op eigen initiatief het index bestand van de map waarvan u de URL opvraagt opsturen. De volgende URLs zijn dan ook gelijkwaardig: http://www.b-lex.nl/ http://www.b-lex.nl/index.html De naam van deze index pagina's is afhankelijk van de instellingen van de uitvoer webserver. Sommige webservers gebruiken hiervoor default.htm, terwijl andere bijvoorbeeld index.html of index.htm gebruiken. Door middel van de index paginanaam instellingen in WebHare, zal WebHare zich aanpassen aan de instellingen van de uitvoer webserver. Deze optie is niet beschikbaar als u in stap 3 het webserver type Interface gehost door WebHare gekozen heeft. 9. Klik op Toepassen
U komt weer terug in het overzicht van reeds gedefinieerde uitvoer webservers. De nieuwe aangemaakt webserver is toegevoegd aan de lijst. 4.3 Verwijder een uitvoer webserver of bekijk de instellingen Als u een webserver gedefinieerd heeft kunt u de instellingen van deze webserver niet meer aanpassen. U dient de webserver eerst te verwijderen, waarna u een nieuwe kunt aanmaken. U kunt als volgt de huidige instellingen van een webserver bekijken, of een webserver verwijderen: Klik op het informatie pictogram achter een specifieke webserver in het overzicht van webservers om de huidige instellingen van de webserver te bekijken. Klik op het verwijderen pictogram om de webserver te verwijderen. Een webserver kan alleen verwijderd worden als: • Er geen sites gebruik maken van de webserver • De webserver niet door u gebruikt wordt om WebHare te bedienen (Interface gehost door WebHare)
Systeem configuratie handleiding - Uitvoer webserver instellingen
13
5
Bestandtype instellingen
5.1 Algemene informatie Als een webserver een bestand opstuurt, wordt informatie meegestuurd over het type bestand. Deze meta-informatie (het Mime Type) kan gebruikt worden door de browser om het bestand op de juiste wijze te tonen. Zo zal een browser aan de hand van dit Mime Type een HTML bestand in de browser openen, en voor bijvoorbeeld een Flash bestand proberen de Flash plug-in te laden. U kunt voor ieder soort bestand aangeven welke Mime Type door de server meegestuurd moet worden. WebHare stelt bij installatie reeds een groot aantal bestandtypes automatisch in. Voor bestandtypes die niet in de lijst opgenomen zijn wordt het mime type text/plain gebruikt.
!
Deze instellingen gelden alleen voor de ingebouwde WebHare webserver. Als u een ander type webserver gebruikt voor het hosten van de WebHare uitvoer, dan dient u de Mime Types bij die webserver in te stellen.
5.2 Voeg een nieuw bestandtype toe 1. Klik op de Types knop in de knoppenbalk van het systeeminformatie scherm.
U ziet een overzicht van alle ingestelde bestandtypes. 2. Klik op Nieuw
U komt in het scherm Voeg een bestandtype toe
Systeem configuratie handleiding - Bestandtype instellingen
14
3. Typ het mime type en de extensie van het bestandtype.
Voor meer informatie over mime types, kijk op http://www.oac.uci.edu/indiv/ehood/MIME/MIME.html 4. Klik op Toepassen
U komt terug in het overzicht van alle ingestelde bestandtypes. Het nieuwe bestandtype is aan de lijst toegevoegd. 5.3 Bewerk of verwijder een bestandtype Bestaande bestandtype instellingen kunnen als volgt aangepast of verwijderd worden: Klik op het bewerken pictogram achter een specifiek bestandtype om de instellingen hiervan aan te passen. Klik op het verwijderen pictogram om een bestandtype te verwijderen.
!
Het bestandtype text/html; charset=UTF-8 met extensie .shtml kan niet aangepast of verwijderd worden, omdat de WebHare interface hiervan gebruik maakt. Aanpassingen aan dit bestandtype zouden de correcte werking van WebHare kunnen beïnvloeden.
Systeem configuratie handleiding - Bestandtype instellingen
15
6
Licentie informatie
6.1 Algemene informatie Bij aanschaf van WebHare heeft u een licentiebestand ontvangen, waarin de voor u specifieke licentieinformatie opgeslagen is. Dit bestand bevat o.a. de volgende informatie: • • • •
Uw licentiehouder identificatie nummer. Dit nummer is uniek voor u, en kan gebruikt worden door uw WebHare leverancier om snel alle informatie omtrent uw installatie te achterhalen. De naam van uw organisatie. De naam van uw retailer. Dit is de naam van de leverancier van WebHare voor uw organisatie. Het maximaal aantal gebruikeraccounts dat overeengekomen is.
Bij installatie zijn deze gegevens in de WebHare database opgeslagen. Als u uw licentie wilt wijzigen, bijvoorbeeld omdat u meer gebruikersaccounts wilt toevoegen, dient u dit aan te geven bij uw WebHare leverancier. U zult dan een nieuw licentiebestand ontvangen, waarmee u eenvoudig uw licentie kunt vernieuwen. 6.2 Vernieuw de licentieinformatie 1. Klik op de Licentie knop in de knoppenbalk van het systeeminformatie scherm.
U komt in het licentieinformatie scherm. 2. Klik op bladeren (Engels: Browse).
Het kies een bestand scherm wordt geopend. 3. Blader naar het nieuwe licentiebestand dat u van uw WebHare leverancier ontvangen heeft. Klik op Open.
Systeem configuratie handleiding - Licentie informatie
16
De locatie van het nieuwe licentiebestand wordt automatisch ingevuld in het licentieinformatie scherm. 4. Klik op Toepassen
De nieuwe licentieinformatie wordt opgeslagen in de WebHare database, en direct doorgevoerd in het systeem.
Systeem configuratie handleiding - Licentie informatie
17
7
Additionele informatie
Voor meer informatie over WebHare systeem configuratie kunt u een kijkje nemen op de volgende websites: • •
De WebHare support site (http://www.webhare.net/) De website van B-Lex Information Technologies (http://www.b-lex.nl/)
Hier kunt u altijd de laatste versies van alle handleidingen vinden en downloaden. Voor vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met B-Lex Information Technologies Hengelosestraat 705 Postbus 214 7500 AE Enschede Nederland
[email protected]
Systeem configuratie handleiding - Additionele informatie
18