We kunnen het niet alleen De digitalisering van het onderwijs in de regio Haaglanden
Arnaz Adhien Stichting Digitaal Leren, november 2014
Managementsamenvatting In het onderwijs wordt steeds meer gewerkt met digiborden, touchscreens, tablets en er wordt steeds vaker geëxperimenteerd met smartphones. Dit betekent dat het onderwijs aan het ‘digitaliseren’ is. Het kabinet is ervan overtuigd dat het onderwijs nog meer ICT kan implementeren en er nog beter gebruik van kan maken. Stichting Digitaal Leren, opgericht in december 2011, heeft naar aanleiding van vier projecten in haar door de Haagse schoolbesturen goedgekeurde werkplan 2014, onderzoek laten doen naar de behoeften van de scholen en schoolbesturen met betrekking tot de digitalisering van het onderwijs in de regio Haaglanden. Het doel hiervan is Digitaal Leren inzicht te geven in de behoeften om vervolgens te kunnen bijdragen aan het vervullen van de behoeften. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt als volgt: Wat zijn de behoeften van de scholen en schoolbesturen betreffende de digitalisering van het onderwijs in de regio Haaglanden? Op basis van het Vier in Balans* model zijn er diepte-interviews afgenomen bij respondenten uit het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, het middelbaar beroepsonderwijs en de schoolbesturen in de regio Haaglanden. De uitkomst van dit onderzoek geeft een indicatie van de behoeften van de scholen en schoolbesturen met betrekking tot digitalisering. Naast de behoeften zijn de meest voorkomende overeenkomsten en de meest opvallende verschillen tussen de behoeften van de verschillende respondenten in kaart gebracht. Het doel hiervan is Digitaal Leren inzicht te geven in de verschillen om vervolgens ook hierin een bijdrage te kunnen leveren. Uit het onderzoek blijkt dat de respondenten uit het po en vo behoefte hebben aan scholing op diverse gebieden. Ook blijkt dat de respondenten uit het po en mbo behoefte hebben aan interactief digitaal lesmateriaal, dat de respondenten van het vo behoefte hebben aan een centrale plaats voor digitaal lesmateriaal en dat de schoolbesturen behoefte hebben aan kwalitatief goed lesmateriaal. Verder blijkt uit het onderzoek dat de respondenten uit het po, vo en de schoolbesturen behoefte hebben aan netwerkbijeenkomsten met mensen van diverse lagen en mensen met diverse expertise. Vooral de respondenten uit het po en vo willen dat de werkvloer wordt gehoord. Daarnaast hebben de respondenten uit het po, vo en de schoolbesturen behoefte aan samenwerking met andere scholen en/of schoolbesturen. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek is een krachtenveldanalyse gedaan. Hierin zijn de meest voorkomende overeenkomsten en de meest opvallende verschillen tussen de leerkrachten, ICT-coördinatoren, ICT-programmamanagers, (ICT-)directeuren, ICT-beleidsadviseurs en bestuursvoorzitters naar voren gekomen. Uit de analyse blijkt dat de verschillen betrekking hebben op scholing, het digitaal lesmateriaal en het netwerken en samenwerken. De respondenten adviseren Digitaal Leren partner organisaties te zoeken voor het realiseren van de behoeften van het Haagse onderwijs. Tevens wordt geadviseerd om een prioriteitenlijst op te stellen, omdat niet alle behoeften tegelijkertijd vervuld kunnen worden. Tot slot wordt Digitaal Leren aangeraden om dit onderzoek groter uit te zetten, omdat een relatief kleine groep respondenten heeft deelgenomen aan dit onderzoek en er dus geen algemene conclusie getrokken kan worden die voor het hele Haagse onderwijsveld geldt.
2
Inhoud Managementsamenvatting ............................................................................................................ 2 1. Inleiding ....................................................................................................................................... 4 1.1 De regio Haaglanden ........................................................................................................ 4 1.2 Rapport opbouw ................................................................................................................. 5 2. Theoretisch kader .................................................................................................................... 6 2.1 Het Vier in Balans model ................................................................................................ 6 2.2 Onderzoeksmethode ......................................................................................................... 8 3. Resultaten ................................................................................................................................... 9 3.1 Visie ........................................................................................................................................ 9 3.2 Deskundigheid .................................................................................................................. 10 3.3 Inhoud en toepassingen ................................................................................................ 11 3.4 Infrastructuur .................................................................................................................... 12 4. Krachtenveldanalyse ............................................................................................................. 13 4.1 Behoeften ........................................................................................................................... 13 4.2 Analyse ................................................................................................................................ 15 5. Conclusie ................................................................................................................................... 16 6. Aanbevelingen ......................................................................................................................... 17 Bijlage ................................................................................................................................................. 19
3
1. Inleiding In het onderwijs wordt steeds meer gewerkt met digiborden en/of touchscreens, tablets en digitaal lesmateriaal en er wordt steeds vaker geëxperimenteerd met smartphones. Dit betekent dat het onderwijs aan het ‘digitaliseren’ is. Het kabinet is ervan overtuigd dat het onderwijs meer uit de digitalisering kan halen en dat het tijd is om ICT op grote schaal te implementeren. OCW vindt dat ICT leerlingen en hun ouders, leerkrachten, schoolleiders en schoolbesturen kan ondersteunen bij het leerproces en daarmee het onderwijs kan versterken. De leerkrachten zouden met behulp van ICT onder andere de voortgang van de leerlingen beter kunnen volgen en het onderwijs kunnen aanpassen aan de leerprestaties van de leerlingen (differentiatie). Daarnaast kunnen de leerkrachten met behulp van ICT op een meer uitdagende manier les geven, waardoor de leerlingen meer gemotiveerd zullen zijn.1 Scholen kunnen op basis van hun visie eigen keuzes maken met betrekking tot de implementatie van ICT. Er zijn scholen die ICT als thema hebben opgenomen in hun schoolplan, maar er zijn ook scholen die nauwelijks aan het digitaliseren zijn. Dit verschil kan te maken hebben met het enthousiasme van de schoolleider en de leerkrachten, maar ook met de ICT kennis en vaardigheden van de leerkrachten. Het kabinet heeft met het voortgezet onderwijs afgesproken dat alle leerkrachten in 2020 over voldoende basiskennis, basisvaardigheden en e-didactiek moeten beschikken. De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschap wil tot een vergelijkbare afspraak komen voor het primair onderwijs.2
1.1 De regio Haaglanden In december 2011 is Stichting Digitaal Leren opgericht om middels projecten en structurele voorzieningen de doelen te realiseren die staan vermeld in de statuten van de stichting: “De stichting heeft ten doel het beheren, onderhouden en ontwikkelen van digitale voorzieningen, exclusief infrastructuur, die onderwijsinstellingen en gemeenten in staat stellen met elkaar een samenhangende structuur te vormen voor optimaal onderwijsaanbod, doorgeleiding en begeleiding van de leerlingen uit de regio Haaglanden, in de sectoren bve, po, vo, speciaal onderwijs en Voor- en vroegschoolse Educatie.” Digitaal Leren heeft naar aanleiding van haar doel vier projecten opgenomen in haar door de Haagse schoolbesturen goedgekeurde werkplan 2014, die bijdragen aan het digitaliseren van het onderwijs in de regio Haaglanden. Om de vier projecten te kunnen uitvoeren, heeft Digitaal Leren een onderzoek laten uitvoeren waarvan dit rapport het resultaat is. Vanuit de onderwerpen van de vier projecten, is onderzoek gedaan naar de behoeften van de scholen en hun schoolbesturen met betrekking tot de digitalisering van het onderwijs in de regio Haaglanden. Het doel hiervan is Digitaal Leren inzicht te geven in de behoeften om vervolgens in die behoeften te kunnen voorzien. De hoofdvraag luidt als volgt:
1 Onderwijs en digitalisering. URL: http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/dossiers/onderwijs_en_digitalisering.jsp. Geraadpleegd: woensdag 1 oktober 2014. 2 Digitale leermiddelen. Vanuit het vakmanschap van de leraar. URL: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32034/kst-32034-3?resultIndex=1&sorttype=1&sortorder=4. Geraadpleegd: woensdag 1 oktober 2014.
4
Wat zijn de behoeften van de scholen en schoolbesturen betreffende de digitalisering van het onderwijs in de regio Haaglanden? Schema 1: Projecten Digitaal Leren3
Projecten Digitaal Leren
1. Stimuleren gebruik digitaal lesmateriaal Digitaal Leren wil het gebruik van digitaal lesmateriaal stimuleren met als doel het versterken en innoveren van het onderwijs om daarmee onder andere de werkdruk van de leerkrachten te verminderen. Om dit te kunnen realiseren wil Digitaal Leren weten welk digitaal leermateriaal de scholen momenteel gebruiken, wat hun ervaringen hiermee zijn en aan wat voor soort leermateriaal zij behoefte hebben. 2. Vergroten ICT-vaardigheden leerkrachten Digitaal Leren wil de leerkrachten enthousiasmeren voor de mogelijkheden van optimaal gebruik van ICT in het onderwijs middels netwerkbijeenkomsten en scholingen, al dan niet verzorgd door Digitaal Leren. Om dit te kunnen realiseren wil Digitaal Leren weten welke ICT-vaardigheden (basiskennis, basisvaardigheden en e-didactiek) de leerkrachten niet voldoende beheersen en aan wat voor bijeenkomsten en scholingen zij behoefte hebben om hun ICT-vaardigheden te vergroten..
3. Inventarisatie gebruikte applicaties bij scholen Digitaal Leren wil een optimale afstemming tussen de verschillende applicaties ter ondersteuning van de scholen met als doel het koppelen van bestaande administratiepakketten, het enkelvoudig invoeren van gegevens en het verminderen van administratieve lasten, een en ander met inachtneming van privacy, wet- en regelgeving. Om dit te kunnen realiseren wil Digitaal Leren weten welke applicaties de scholen gebruiken en aan welke applicaties de scholen en schoolbesturen behoefte hebben.
4. Eduroam Digitaal Leren wil een dekkend wifi-netwerk voor het onderwijs, waardoor alle leerlingen, leerkrachten en andere medewerkers met hun eigen account toegang hebben tot het internet, ongeacht de plek waar ze zich bevinden. Om dit te kunnen realiseren wil Digitaal Leren de belangstelling peilen voor Eduroam.
1.2 Rapport opbouw Dit rapport is als volgt opgebouwd: -
Een theoretisch kader met onderbouwing van de onderzoeksmethode De resultaten onderverdeeld in vier thema’s De krachtenveldanalyse De conclusie en aanbevelingen De bijlage: de interviewvragenlijst
3
Werkplan Digitaal Leren 2014. Geraadpleegd: woensdag 1 oktober 2014.
5
2. Theoretisch kader 2.1 Het Vier in Balans model De in 2001 opgerichte Stichting ICT op School was een landelijke organisatie met als doel het effectief en efficiënt gebruik maken van ICT in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs. De organisatie ondersteunde scholen bij het realiseren van hun ICT-behoeften en gebruikte hierbij vier bouwstenen: visie op onderwijs, kennis en vaardigheden, educatieve software inclusief content (een verzameling van digitaal lesmateriaal) en ICTinfrastructuur. De vier bouwstenen
Schema 2: De vier bouwstenen4
De vier bouwstenen
-
Visie op onderwijs Opvattingen over de rol van de leerling, de rol van de leerkracht, de doelen en inhouden en de materialen. Het management vervult een belangrijke rol voor het bepalen van de functie van ICT.
-
Kennis en vaardigheden Het gaat niet alleen om een training of cursus voor leerkrachten op het gebied van ICT, maar ook om de ontwikkeling van een visie op leren (leren over, met behulp van en door middel van ICT) en het doelbewust inzetten van ICT binnen leersituaties (persoonlijk gebruik van ICT).
-
Educatieve software inclusief content In de behoeften aan software en content zijn twee groepen leerkrachten te onderscheiden. Enerzijds de groep leerkrachten die ICT gebruikt ter vervanging van de huidige werkwijze. Anderzijds de groep leerkrachten die behoefte heeft aan
4 Vier in balans. Kleur geven aan onderwijs. URL: http://www.kennisnet.nl/uploads/tx_kncontentelements/vierinbalansstichtingictopschool.pdf. Geraadpleegd: donderdag 2 oktober 2014.
6
software die aandacht besteedt aan het oefenen, toetsen en plannen van de leerstof alsmede het opzoeken en communiceren van informatie.
-
ICT-infrastructuur Scholen kunnen problemen ondervinden die te maken hebben met de aanschaf (kwaliteit, leveranciers), de investering (prijs), het in stand houden en het gebruik van de ICT-voorzieningen. Steeds meer scholen proberen deze problemen in samenwerking met andere scholen op te lossen. Hierbij kunnen schoolbesturen een ondersteunende rol vervullen.
Bij goed gebruik van ICT in het onderwijs gaat het om de juiste afstemming tussen deze bouwstenen, wat zal leiden tot een toename van de leermotivatie, een verbetering van de leerprestaties en een efficiënter leerproces, waardoor de leerlingen meer en beter kunnen leren en het leerrendement toeneemt. ICT op School is uiteindelijk opgegaan in Kennisnet en deze organisatie heeft dit primaire proces omgebouwd tot het Vier in Balans model en uitgebreid met het secundaire proces (2012). Bij het secundaire proces gaat het om het gebruik van ICT bij het organiseren, sturen en verantwoorden, wat zal leiden tot een besparing van tijd, meer transparantie, een hogere professionaliteit en een betere sturing, waardoor een doelmatige organisatie van het leerproces ontstaat, zoals in onderstaande afbeelding wordt weergegeven.5 Het Vier in Balans model
In dit onderzoek wordt het Vier in Balans model als leidraad aangehouden, omdat het model onderwijsinstellingen bouwstenen biedt die bijdragen aan effectief en efficiënt gebruik van ICT in het onderwijs.
5
Vier in balans monitor 2013. 2.1 Het vier in balans model: leerrendement en doelmatigheid. Blz. 24-27.
7
2.2 Onderzoeksmethode Op basis van de hoofdvraag van dit onderzoek en de bouwstenen uit het Vier in Balans model, is een vragenlijst opgesteld bestaande uit vier thema’s die overeenkomen met de vier bouwstenen van het Vier in Balans model. Om er achter te komen wat de behoeften van de scholen en hun schoolbesturen zijn, zijn er diepte-interviews afgenomen bij verschillende respondenten van het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, het middelbaar beroepsonderwijs en de schoolbesturen. Er is gekozen voor deze methode omdat er dan goed doorgevraagd kon worden naar de achterliggende opvattingen en ideeën. De vragenlijst van de interviews is opgenomen in de bijlage. Schema 3: De respondenten
De respondenten
Po-school met bijbehorend schoolbestuur
Vo-school met bijbehorend schoolbestuur
De Strandwacht
De Fontein
De Blokpoelschool
Prinsehaghe
Schoolbestuur: De Haagse Scholen
Schoolbestuur: Lucas Onderwijs
Schoolbestuur: De Haagse Scholen
Schoolbestuur: Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden
Veurs Lyceum
Maris College Bohemen
Heldring VMBO
Zuid-West College
Schoolbestuur: Scholengroep Spinoza
Schoolbestuur: VO Haaglanden
Schoolbestuur: Lucas Onderwijs
Schoolbestuur: Scholengroep Den Haag ZuidWest
Lucas Onderwijs
Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden
Mbo-school
ROC Mondriaan
Schoolbestuur
De Haagse Scholen
Dit onderzoek is gebaseerd op de bevindingen van een beperkt aantal respondenten uit het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, het middelbaar beroepsonderwijs en de schoolbesturen in de regio Haaglanden. Vanwege het beperkte aantal respondenten kan er uit dit onderzoek geen algemene conclusie worden getrokken die voor het hele onderwijsveld geldt, maar geeft de uitkomst van dit onderzoek een indicatie van de behoeften met betrekking tot de digitalisering van het onderwijs. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek is een krachtenveldanalyse gedaan. In de analyse komen de meest voorkomende overeenkomsten en de meest opvallende verschillen tussen de verschillende respondenten van de scholen en hun schoolbesturen naar voren. De verschillen zijn gebaseerd op de bevindingen van de leerkrachten, ICTcoördinatoren, ICT-programmamanagers, (ICT-)directeuren, ICT-beleidsadviseurs en 8
bestuursvoorzitters. Het doel hiervan is Digitaal Leren inzicht te geven in de verschillen om vervolgens ook hierin een bijdrage te kunnen leveren.
3. Resultaten
In dit hoofdstuk wordt na een korte inleiding van iedere bouwsteen, weergegeven wat de respondenten met de verschillende achtergronden hierover vinden.
3.1 Visie Waaraan denken scholen en schoolbesturen bij de digitalisering van het onderwijs? Wat vinden zij het belang van ICT in het onderwijs? Is ICT een thema voor de scholen en schoolbesturen? Wat merken zij van de digitalisering op de scholen? De antwoorden op deze vragen vormen de visie van de scholen en schoolbesturen over het onderwijs en de rol die ICT hierbij heeft. De visie omvat eveneens de doelstellingen van de scholen en schoolbesturen en gaat in op de rol van de medewerkers, de leerlingen en hun ouders en de voorwaarden die nodig zijn om deze doelstellingen te verwezenlijken. Primair onderwijs (po) Respondenten uit het po vinden dat ICT de leerkrachten zeker niet kan vervangen, maar dat ICT wel een aantal taken van de leerkrachten kan overnemen. De leerkrachten blijven een hele belangrijke rol behouden om bijvoorbeeld de software goed in te zetten. Daarnaast vinden de respondenten dat ICT het de leerkrachten gemakkelijk maakt om informatie te verzamelen, dat ICT voor een beter overzicht zorgt van de leerprestaties van de leerlingen en dat ICT een belangrijke rol speelt in het organiseren van gegevens zoals het leerlingvolgsysteem. De bevraagde scholen hebben ICT opgenomen als thema in hun schoolplan, maar hebben geen ICT-beleidsplan. Voortgezet onderwijs (vo) Respondenten uit het vo vinden dat ICT het mogelijk maakt om met de tijd mee te gaan en het onderwijs voorbereidt op de toekomst. De leerkrachten kunnen met behulp van ICT op een uitdagende en afwisselende manier lesgeven. De leerlingen groeien op met ICT. De respondenten vinden dat het onderwijs hier op moet inspelen. Wat willen de leerkrachten bereiken en hoe kunnen zij dat het beste bereiken? De bevraagde scholen hebben geen ICT-beleidsplan. Een aantal scholen heeft ICT wel beperkt tot zeer beperkt opgenomen in hun schoolplan. Middelbaar beroepsonderwijs (mbo) Respondenten uit het mbo vinden dat ICT een middel is waarmee de leerkrachten kunnen differentiëren in tijd. ICT geeft de leerkrachten meer flexibiliteit in het regisseren van het leertraject en in de verdieping van de leerstof. Daarnaast vinden de respondenten dat ICT bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs. Momenteel zetten de scholen digitaal lesmateriaal onder meer in in het kader van ‘flipping the class-room’. Hierbij bestuderen de leerlingen de lesstof van tevoren thuis met behulp van digitale instructie. Op deze manier kan er in de klas meer aandacht besteed worden aan het toepassen van kennis en vaardigheden. Sommige scholen hebben een meerjarenplan met een actieplan voor een afzienbare periode. Schoolbesturen Respondenten uit schoolbesturen vinden dat ICT in het onderwijs is achtergebleven ten opzichte van andere sectoren. Inmiddels krijgt ICT een steeds belangrijkere rol in het onderwijs en is ICT steeds nadrukkelijker aanwezig. Het onderwijs wordt steeds meer data-gestuurd. De datagegevens over de prestaties van de leerlingen komen inzichtelijk in beeld en worden doeltreffend geanalyseerd, waardoor het onderwijs aan een individuele leerling of aan een groep leerlingen naar behoefte aangepast kan worden. Binnen de schoolbesturen is ICT een belangrijk thema. Er wordt vooral aandacht besteed aan de implementatie, scholingen en kennisoverdracht. 9
Conclusie De rol van ICT in het onderwijs is steeds belangrijker en ICT is steeds nadrukkelijker aanwezig. ICT kan de leerkrachten niet vervangen, maar kan wel een aantal taken van de leerkrachten overnemen, versnellen en vergemakkelijken. Met ICT wordt het onder andere mogelijk om de leerlingen gedifferentieerd en op een uitdagende manier les te geven. De scholen hebben ICT beperkt tot zeer beperkt opgenomen als thema in hun schoolplan. Binnen de schoolbesturen is ICT een thema, waarbij vooral aandacht wordt besteed aan implementatie, scholing en kennisoverdracht.
3.2 Deskundigheid Wat vinden scholen en schoolbesturen van de ICT-vaardigheden van de leerkrachten? Merken de scholen een verschil tussen de ICT-vaardigheden van de jonge en oude generatie leerkrachten? Hebben de leerkrachten scholing gehad om apparatuur en software optimaal te benutten? Al deze vragen hebben te maken met de deskundigheid van de leerkrachten. Hun deskundigheid hangt samen met hun enthousiasme voor het digitaliseren van het onderwijs. De leerkrachten moeten willen digitaliseren, anders komt de digitalisering moeilijk van de grond. Primair onderwijs (po) Respondenten uit het po vinden dat de leerkrachten voldoende ICT-basisvaardigheden beheersen na een scholing of cursus. Tijdens de scholingen is gebleken dat de leerkrachten problemen ondervinden die te maken hebben met hun kennis en kunde met betrekking tot ICT, maar ook met hun enthousiasme om te willen digitaliseren. Verder blijkt er een verschil te zijn tussen de ICT-vaardigheden van de jonge en oude generatie leerkrachten. Een aantal leerkrachten van de oude generatie is langzamer en minder innovatief. Dit heeft te maken met hun geringe enthousiasme om te digitaliseren. Een aantal leerkrachten van de jonge generatie daarentegen, denkt het allemaal wel te weten maar overschat zichzelf. Voortgezet onderwijs (vo) Respondenten uit het vo vinden dat de leerkrachten niet voldoende ICTbasisvaardigheden beheersen. De leerkrachten missen heel wat vaardigheden om digiborden en tablets optimaal te benutten. De scholen merken weinig verschil tussen de ICT-vaardigheden van de jonge en oude generatie leerkrachten, maar merken wel een duidelijk verschil tussen de enthousiaste en niet-enthousiaste leerkrachten. De scholen bieden niet of nauwelijks scholing aan. Dit heeft te maken met de kosten. De leerkrachten leren voornamelijk van elkaar, maar dat blijkt voor sommigen niet voldoende te zijn. De scholen proberen de leerkrachten op diverse manieren te stimuleren om te digitaliseren. De leerkrachten worden bijvoorbeeld in de gelegenheid gesteld om zelf digitaal lesmateriaal te ontwikkelen. Middelbaar beroepsonderwijs (mbo) Respondenten uit het mbo vinden dat de ICT-vaardigheden van de leerkrachten enorm uiteenlopen. Er zijn leerkrachten die heel actief bezig zijn met digitaliseren, maar er zijn ook leerkrachten die er geen tijd aan besteden. Het digitaliseren heeft meer te maken met het enthousiasme van de leerkrachten. De oude generatie is minder enthousiast dan de jonge generatie leerkrachten, maar er zijn ook ouderen die meer gedigitaliseerd zijn dan jongeren. De scholen verzorgen periodiek scholingen waarbij het accent sterk ligt op de knoppenkennis en niet zozeer op het didactische gebruik, omdat maar een beperkt aantal leerkrachten de digiborden optimaal benut. Schoolbesturen Respondenten van de schoolbesturen constateren dat de ICT-vaardigheden van de leerkrachten verschillen. De verschillen hebben te maken met de leeftijd en het enthousiasme van de leerkrachten om te willen digitaliseren. De jonge generatie 10
leerkrachten heeft meer ervaring met ICT, maar sommige leerkrachten uit de jonge generatie missen net zoals de leerkrachten van de oude generatie de basiskennis en basisvaardigheden. Een aantal schoolbesturen verzorgt scholing op aanvraag van de scholen en een aantal schoolbesturen laat het verzorgen van scholing over aan de individuele scholen. Conclusie Veel leerkrachten beschikken over onvoldoende ICT-basisvaardigheden. Dit heeft te maken met de leeftijd, maar zeker ook met het enthousiasme van de leerkrachten om te digitaliseren. De meeste leerkrachten van de oude generatie zijn minder enthousiast dan de jonge generatie leerkrachten, maar er zijn uitzonderingen. Sommige scholen proberen de leerkrachten te enthousiasmeren en bieden op beperkte schaal scholing aan. Andere scholen bieden helemaal geen scholing aan vanwege de kosten. Een aantal schoolbesturen verzorgt scholing op aanvraag van de scholen.
3.3 Inhoud en toepassingen Ontwikkelen de scholen zelf digitaal lesmateriaal? Wat vinden de scholen en schoolbesturen van het digitale lesmateriaal? Vinden de scholen en schoolbesturen dat het digitale lesmateriaal een kwaliteitskeurmerk moet krijgen? Gebruiken de scholen digitaal lesmateriaal van educatieve uitgeverijen? Al deze vragen hebben te maken met de inhoud en toepassingen van de educatieve content en software van de scholen. Primair onderwijs (po) De respondenten uit het po ontwikkelen zelf digitaal lesmateriaal. Het digitale lesmateriaal is onder de maat tot zelfs slecht. De scholen vinden dat het digitale lesmateriaal zeker een kwaliteitskeurmerk moet krijgen. De scholen gebruiken ook het digitale lesmateriaal van educatieve uitgeverijen (Zwijsen, Malmberg, Noordhoff, ThiemeMeulenhoff). Voortgezet onderwijs (vo) De respondenten uit het vo ontwikkelen zelf digitaal lesmateriaal. De scholen vinden dat het digitale lesmateriaal geen kwaliteitskeurmerk hoeft te krijgen. De leerkrachten bepalen zelf de kwaliteit. Als het digitale lesmateriaal veel wordt gebruikt, gaan de leerkrachten er vanuit dat de kwaliteit goed is. Daarnaast maken de leerkrachten beperkt gebruik van het digitale lesmateriaal dat door andere scholen is ontwikkeld. Het digitale lesmateriaal is overal op internet te vinden, maar de leerkrachten hebben vaak geen tijd om overal op internet te zoeken naar digitaal lesmateriaal. Verder maken de scholen ook gebruik van digitaal lesmateriaal van educatieve uitgeverijen. Middelbaar beroepsonderwijs (mbo) Respondenten uit het mbo ontwikkelen zelf weinig digitaal lesmateriaal. De leerkrachten bepalen zelf de kwaliteit. De scholen vinden een kwaliteitskeurmerk gewenst, omdat ze dan zeker weten dat de kwaliteit van het digitale lesmateriaal goed is. De scholen maken ook gebruik van digitaal lesmateriaal van educatieve uitgeverijen. Schoolbesturen De respondenten uit de schoolbesturen vinden dat het digitale lesmateriaal op te veel verschillende plekken op internet te vinden is en dat de kwaliteit te zeer uiteenloopt. Het digitale lesmateriaal is vaak onder de maat tot zelfs slecht. De respondenten vinden dat digitaal lesmateriaal absoluut een kwaliteitsmerk moet krijgen. Conclusie Digitaal lesmateriaal is overal op internet te vinden en de kwaliteit van het digitaal lesmateriaal toont grote verschillen. De vo-scholen en schoolbesturen hebben behoefte 11
aan een centrale plaats voor digitaal lesmateriaal. Daarnaast hebben de po-scholen, mbo-scholen en schoolbesturen behoefte aan een kwaliteitskeurmerk. De scholen maken voornamelijk gebruik van digitaal lesmateriaal dat ze zelf hebben ontwikkeld, digitaal lesmateriaal dat door andere scholen is ontwikkeld en digitaal lesmateriaal van educatieve uitgeverijen.
3.4 Infrastructuur Wat vinden de scholen en schoolbesturen van digiborden, tablets en smartphones in het onderwijs? Welke hardware gebruiken de scholen? Hoe wordt de hardware ingezet? Zijn de scholen en schoolbesturen geïnteresseerd in eduroam? Al deze vragen hebben te maken met de infrastructuur op de scholen. Primair onderwijs (po) Respondenten uit het po gebruiken het digibord onder andere om er les mee te geven en het internet mee op te kunnen om informatie op te zoeken of een filmpje te bekijken. De scholen vinden dat de leerkrachten meer interactie kunnen bereiken met het digibord, maar missen hiervoor interactieve software. Sommige scholen gebruiken tablets ter ondersteuning van de lessen. De leerlingen kunnen met een tablet meer, gevarieerder en op eigen niveau oefenen. De leerkrachten kunnen de tablets koppelen aan het digibord, waardoor de lessen interactiever worden. De scholen gebruiken geen smartphones, omdat ze vinden dat de smartphones nu geen toegevoegde waarde hebben. De scholen hebben behoefte aan meer informatie over eduroam. Voortgezet onderwijs (vo) Respondenten uit het vo stellen dat het digibord de leerkrachten ondersteunt bij hun lessen, maar vinden ook dat het gebruik ervan wordt gehinderd door technische nadelen zoals uitval van het bord of de beamerlamp. Vrij weinig scholen gebruiken tablets. Een aantal leerkrachten gebruikt de tablet ter ondersteuning van de lessen of als vervanging van de werkboeken. De leerkrachten missen voldoende betaalbaar interactief digitaal lesmateriaal van educatieve uitgeverijen. Een aantal leerkrachten heeft een tablet gekregen om het zelf ontwikkelde digitale lesmateriaal te testen, maar zijn, ook na een cursus, onvoldoende op de hoogte van de mogelijkheden van de tablet. De scholen maken nauwelijks gebruik van smartphones. De leerlingen gebruiken hun smartphone hooguit voor het bekijken van hun lesrooster en cijferlijst. De scholen vinden dat smartphones meer gebruikt zouden kunnen worden. Niet alle scholen zijn bekend met eduroam. Er is behoefte aan (meer) informatie over eduroam. Middelbaar beroepsonderwijs (mbo) Respondenten uit het mbo vinden dat het digitale lesmateriaal niet is toegespitst op interactie tussen het digibord en de leerlingen. Het digibord wordt slechts gebruikt als presentatiemiddel en om aantekeningen op te slaan. Sinds het schooljaar 2013-2014 is een aantal scholen aan het experimenteren met tablets. Uit de ervaringen van de leerkrachten blijkt dat een tablet afleidt en niet altijd door de leerlingen wordt gebruikt zoals de bedoeling is. Een tablet is echter een zeer toegankelijk, eigentijds, licht en gemakkelijk hanteerbaar leermiddel en nodigt de leerlingen uit om er mee te werken. De scholen maken nauwelijks gebruik van smartphones. Een smartphone heeft een klein scherm, maar zou bijvoorbeeld goed gebruikt kunnen worden voor het geven van meningen over stellingen. De scholen zijn niet bekend met eduroam. Er is behoefte aan informatie over eduroam.
12
Schoolbesturen De scholen mogen zelf bepalen of zij digiborden, touchscreens en/of tablets aanschaffen. Een van de schoolbesturen wil in 2015 graag de hardware centraal aanschaffen voor haar scholen. Het schoolbestuur vindt de aanschaf (prijs, kwaliteit, leveranciers) momenteel te divers. Een aantal scholen is aan het experimenteren met tablets. Een van de schoolbesturen zou graag willen dat elke leerling een eigen tablet heeft, zodat de scholen de leerlingen onderwijs op maat kunnen aanbieden. Een ander schoolbestuur zou graag willen dat de leerkrachten voldoende ICT-basisvaardigheden beheersen voordat de scholen tablets gaan aanschaffen. De schoolbesturen zien de voordelen van smartphones in het onderwijs. Smartphones zouden bijvoorbeeld ingezet kunnen worden voor het beantwoorden van keuzevragen, waarbij iedere leerling het antwoord op zijn/haar telefoon kan intypen. De schoolbesturen zijn bekend met eduroam, maar is er behoefte aan meer informatie over eduroam. De schoolbesturen willen graag weten wat eduroam precies inhoudt, wat de toegevoegde waarde is en wat het kost. Conclusie De po-scholen en vo-scholen gebruiken het digibord om de lessen interactief te maken door middel van animaties en filmpjes van het internet of andere mogelijkheden die het internet biedt. De mbo-scholen stellen dat er geen interactie is tussen het digibord en de leerlingen, omdat de software van de lesmethodes niet voldoende interactief is. De poscholen missen ook voldoende interactieve software bij de gebruikte lesmethodes. Een aantal scholen gebruikt tablets ter ondersteuning van de lessen of als vervanging van de werkboeken. Een tablet kan gekoppeld worden aan het digibord, waardoor de lessen interactiever worden. Een schoolbestuur zou graag willen dat elke leerling een eigen tablet heeft, zodat onderwijs op maat aangeboden kan worden. Een ander schoolbestuur stelt zich op het standpunt dat de leerkrachten voldoende ICT-basisvaardigheden moeten beheersen voordat de scholen gaan experimenteren met tablets. De po-scholen maken geen gebruik van smartphones, omdat ze vinden dat ze nu geen toegevoegde waarde hebben. Op de vo-scholen en mbo-scholen worden smartphones door de leerlingen hooguit gebruikt voor het bekijken van hun lesrooster of cijferlijst. Ze zien wel specifieke toepassingen voor de smartphone bijvoorbeeld voor het geven van meningen over stellingen. De schoolbesturen zien de voordelen van smartphones, maar doen hier nog niets mee. De scholen en schoolbesturen hebben behoefte aan (meer informatie) over eduroam.
4. Krachtenveldanalyse De uitkomst van de analyse van de resultaten worden in dit hoofdstuk weergegeven in een krachtenveld. Hierin worden de meest voorkomende overeenkomsten en de meest opvallende verschillen tussen de leerkrachten, ICT-beleidsadviseurs, (ICT-)directeuren, ICT-programmamanagers, ICT-coördinatoren en bestuursvoorzitters geanalyseerd. De overeenkomsten en verschillen zijn gebaseerd op de behoeften van de respondenten.
4.1 Behoeften Uit de resultaten van de krachtenveldanalyse kunnen de behoeften van de scholen en schoolbesturen met betrekking tot de digitalisering van het onderwijs in de regio Haaglanden gedestilleerd worden: Primair onderwijs (po) De respondenten van het po hebben behoefte aan:
13
-
-
-
een uitbreiding van Basispoort tot één toegangspoort zodat er daadwerkelijk sprake is van beheersverlichting. Basispoort is nu beperkt tot een paar grote uitgeverijen die daar een deel van hun eigen software ontsluiten. betere en snellere computers en beamers om de lessen interactiever te kunnen maken en om sneller te kunnen werken. meer computergebruik in de klassen om de leerlingen onderwijs op maat aan te kunnen bieden. een systeem dat de ontwikkeling van de leerlingen bijhoudt en daarmee bijdraagt aan de werkdrukverlichting van de leerkrachten. interactiever digitaal lesmateriaal om de lessen interactiever te kunnen maken. het interactiever inzetten van digiborden, tablets en smartboarden om de lessen interactiever te kunnen maken. informatie over eduroam om na te gaan of het een optie is voor de school. netwerkbijeenkomsten tussen ICT-coördinatoren van de scholen die onder hetzelfde schoolbestuur vallen, maar ook netwerkbijeenkomsten tussen ICTcoördinatoren van de scholen die onder andere schoolbesturen vallen met als doel kennisdeling. scholingen die aangeboden of georganiseerd worden door schoolbesturen om de leerkrachten te stimuleren om te willen digitaliseren. een kwaliteitskeurmerk voor het digitaal lesmateriaal omdat het digitaal lesmateriaal onder de maat tot zelfs slecht is.
Voortgezet onderwijs (vo) De respondenten van het vo hebben behoefte aan: -
-
-
-
-
-
-
het delen van best practices om niet steeds opnieuw hetzelfde wiel uit te hoeven vinden wat betreft het aanschaffen van digitaal lesmateriaal, het aanschaffen van hardware en de manier waarop lessen interactief gemaakt kunnen worden. een centrale plaats waar leerkrachten hun digitaal lesmateriaal per niveau en per vak op kunnen plaatsen en kunnen delen met anderen. De leerkrachten vinden dat de uitgeverijen duur en afgeschermd digitaal lesmateriaal hebben waarbij geen eigen inbreng mogelijk is. een applicatie die controleert wat leerlingen op hun tablet doen omdat leerlingen soms andere dingen doen dan ze te horen doen. (Snappet is geen optie als een tablet eigendom is van de leerling. De school mag de rechten van de leerling niet beperken.) een applicatie voor tablets die de leerlingen van leerjaar 1 laat zien wat een vak of sector inhoudt met als doel loopbaanoriëntatie. ondersteuning voor leerkrachten bij het maken van digitaal lesmateriaal omdat niet alle leerkrachten de kennis en kunde beheersen om goed digitaal lesmateriaal te ontwikkelen. ondersteuning voor scholen bij het aanbieden en organiseren van scholing met betrekking tot het werken met bepaalde software, de ICT-vaardigheden, het maken en goed inzetten van digitaal lesmateriaal en het interactief en optimaal inzetten van digiborden, tablets en smartphones omdat niet alle scholen in staat zijn om scholing aan te bieden of te organiseren. informatie over eduroam om na te gaan of het een optie is voor de school. netwerkbijeenkomsten met mensen van diverse lagen en mensen met diverse expertise (leerkrachten, ICT-coördinatoren, directeuren, schoolbesturen, specialisten) met als doel kennisdeling. structuur rondom ICT in de scholen om duidelijkheid te krijgen over wat er precies nodig is om te digitaliseren en hoe dat geïmplementeerd kan worden. middelen en/of applicaties om de motivatie van leerlingen te prikkelen. betaalbaar en interactief digitaal lesmateriaal om tablets in te kunnen zetten in het onderwijs. veel samenwerking tussen vo-scholen met als doel kennisdeling.
14
-
informatie voor de ICT-coördinatoren vanuit de directie en het schoolbestuur over de mogelijkheden van ICT. De ICT-coördinatoren vinden dat zij de directie en het schoolbestuur het beste kunnen adviseren omdat ze verstand hebben van ICT en dicht bij de werkvloer staan.
Middelbaar beroepsonderwijs (mbo) De respondenten van het mbo hebben behoefte aan: -
-
-
partijen die kunnen helpen om ICT op een goede manier in te zetten als scholen dat zelf niet kunnen. een digitale leeromgeving waarbij deze omgeving niet specifiek één programma hoeft te zijn, maar ook een samenstelling van programma’s kan zijn. Er zijn nu te veel verschillende manieren waarop de leerkrachten hun lesmateriaal beschikbaar stellen aan de leerlingen en waarop de leerkrachten met elkaar kunnen communiceren. visie en beleid die de leerkrachten ‘dwingen’ om te digitaliseren. Leerkrachten zijn professionals die zich zelf horen te bekwamen. Mochten leerkrachten hiertoe niet bereid zijn, dan kunnen visie en beleid de leerkrachten ‘dwingen’ om te digitaliseren. een kwaliteitskeurmerk voor het digitaal lesmateriaal omdat het digitaal lesmateriaal onder de maat tot zelfs slecht is. informatie over eduroam omdat het nog niet bekend is bij de scholen.
Schoolbesturen De respondenten van de schoolbesturen hebben behoefte aan: -
-
goede onderwijskundige software omdat leerkrachten geen tijd hebben om uit te zoeken welke software goed en welke slecht is. een elektronische leeromgeving die per leerling de leerstof bijhoudt, plant en analyseert waardoor de leerkrachten de leerstof kunnen loslaten en kunnen uitgaan van de individuele ontwikkeling van de leerling. het enthousiasmeren van de leerkrachten om met bepaalde software te gaan werken. digitale structurele doorgaande leerlijnen om gedifferentieerd en adaptief les te kunnen geven. een intelligent systeem dat het correctiewerk van de leerkrachten overneemt met als doel werkdrukverlichting en tijdsbesparing. het versterken van de ICT-vaardigheden van de leerkrachten omdat niet voldoende leerkrachten voldoende ICT-vaardigheden beheersen. netwerkbijeenkomsten en meer samenwerking tussen schoolbesturen met als doel kennisdeling. informatie over eduroam om na te gaan of het een optie is voor de scholen. het bundelen en samen op pad sturen van scholen die hetzelfde willen zodat de scholen niet steeds opnieuw zelf het wiel hoeven uit te vinden. beter en meer contact tussen de schoolbesturen en Digitaal Leren omdat er nu te weinig contact is en Digitaal Leren meer kan betekenen voor de scholen. een kwaliteitskeurmerk voor het digitaal lesmateriaal omdat het digitaal lesmateriaal onder de maat tot zelfs slecht is.
4.2 Analyse Naar aanleiding van de bovenstaande behoeften van de respondenten van de scholen en schoolbesturen, zijn er drie centrale thema’s te benoemen. De drie thema’s worden geanalyseerd op de meest voorkomende overeenkomsten en de meest opvallende verschillen. Daarbij wordt rekening gehouden met de verschillen van behoeften tussen de verschillende soorten respondenten (bijvoorbeeld leerkracht, ICT-coördinator).
15
Scholing Op basis van de door de respondenten verstrekte informatie kan de volgende voorlopige conclusie worden getrokken (met enige terughoudendheid in verband met de geringe omvang van de steekproef): Vanuit het po en vo is er behoefte aan scholing op twee gebieden 1. Met betrekking tot kennis van en vaardigheid in het toepassen van digitaal leermateriaal; 2. Op het gebied van ICT vaardigheden als zodanig. Er is een voorkeur voor het centraal aanbieden van scholing, hetzij door het schoolbestuur (of een combinatie van scholen), hetzij door Digitaal Leren Digitaal lesmateriaal Respondenten in het po en mbo geven aan behoefte te hebben aan interactief digitaal lesmateriaal met een kwaliteitskeurmerk. Deze behoefte leeft niet zozeer in het vo. Respondenten uit het vo achten de docenten zeer goed in staat zelf te bepalen of digitaal leermateriaal van voldoende kwaliteit is. Netwerken en samenwerken De respondenten uit het po, het vo en de schoolbesturen hebben behoefte aan netwerkbijeenkomsten met mensen van diverse lagen en mensen met diverse expertise (leerkrachten, ICT-coördinatoren, directeuren, schoolbesturen, specialisten). De netwerkbijeenkomsten kunnen betrekking hebben op visie, deskundigheid, inhoud en toepassingen, en infrastructuur. Respondenten uit het po en vo willen benadrukken de cruciale rol van de ICT-coördinatoren. De respondenten van het vo en mbo hebben daarnaast behoefte aan partijen die hen kunnen ondersteunen bij het digitaliseren, ook op het gebied van visie-ontwikkeling. Respondenten uit het po en vo willen graag meer samenwerken met andere po-scholen en vo-scholen. De respondenten van de schoolbesturen vinden ook dat er meer samengewerkt kan worden. Het gaat hierbij niet alleen om de samenwerking tussen schoolbesturen onderling, maar ook tussen de samenwerking van schoolbesturen en Digitaal Leren.
5. Conclusie In dit onderzoek is onderzocht wat de behoeften zijn van de scholen en schoolbesturen met betrekking tot de digitalisering van het onderwijs in de regio Haaglanden, met als doel Digitaal Leren inzicht te geven in de behoeften om vervolgens te kunnen bijdragen aan de vervulling ervan. Uit het onderzoek blijkt dat de respondenten van het po en vo behoefte hebben aan scholing op diverse gebieden. Sommige scholen kunnen geen scholing aanbieden omdat het te duur is. Deze scholen hebben behoefte aan ondersteuning bij het aanbieden of organiseren van scholing. Het gaat hierbij om scholing over het werken met bepaalde software, over het versterken van de ICT-vaardigheden (het maken en goed inzetten van digitaal lesmateriaal en interactief en optimaal inzetten van digiborden, tablets en smartphones) en over het effectief en efficiënt inzetten van ICT. Daarnaast blijkt dat de respondenten uit het po en mbo behoefte hebben aan interactief digitaal lesmateriaal, dat de respondenten uit het vo behoefte hebben aan een centrale plaats waarop digitaal lesmateriaal geplaats kan worden door leerkrachten voor leerkrachten en dat de respondenten van de schoolbesturen behoefte hebben aan goede kwalitatieve software. Ook hebben de respondenten uit het po, het mbo en de schoolbesturen behoefte aan een kwaliteitskeurmerk voor het digitaal lesmateriaal.
16
Uit het onderzoek blijkt ook dat de respondenten uit het po, het vo en de schoolbesturen behoefte hebben aan netwerkbijeenkomsten met mensen van diverse lagen en mensen met diverse expertise en aan samenwerking.
6. Aanbevelingen In dit hoofdstuk staan de specifieke behoeften van de respondenten van de scholen en schoolbesturen onderverdeeld in de drie thema’s van de krachtenveldanalyse. Scholing -
-
Zorg ervoor dat digiborden, tablets en smartphones interactief worden ingezet (po). Zorg ervoor dat schoolbesturen scholing gaan aanbieden of organiseren om leerkrachten te stimuleren om te willen digitaliseren (po). Zorg ervoor dat scholen worden ondersteund bij het aanbieden en organiseren van scholing over het werken met bepaalde software en over het versterken van de ICT-vaardigheden (het maken en goed inzetten van digitaal lesmateriaal en het interactief en optimaal inzetten van digiborden, tablets en smartphones) (vo). Zorg ervoor dat leerkrachten worden geënthousiasmeerd om bepaalde software te gaan gebruiken (schoolbesturen). Zorg ervoor dat de ICT-vaardigheden van de leerkrachten worden versterkt (schoolbesturen).
Digitaal lesmateriaal -
-
-
Zorg ervoor dat leerlingen meer met computers gaan werken (po). Zorg ervoor dat er meer interactief digitaal lesmateriaal beschikbaar is (po, mbo). Zorg ervoor dat er een centrale plaats komt waar leerkrachten hun digitaal lesmateriaal per niveau en per vak op kunnen plaatsen en kunnen delen met anderen (vo). Zorg ervoor dat leerkrachten worden ondersteund bij het maken van digitaal lesmateriaal (vo). Zorg ervoor dat er middelen en/of applicaties beschikbaar zijn waarmee leerlingen geprikkeld kunnen worden (vo). Zorg voor goede onderwijskundige software (schoolbesturen). Zorg ervoor dat er digitale structurele doorgaande leerlijnen zijn die de leerkrachten de mogelijkheid bieden om gedifferentieerd en adaptief les te geven (schoolbesturen). Zorg voor een kwaliteitskeurmerk voor het digitaal lesmateriaal (po, mbo, schoolbesturen).
Netwerken en samenwerken -
-
Zorg ervoor dat de werkvloer wordt gehoord (po, vo). Zorg ervoor dat scholen bij andere scholen gaan kijken (po, vo). Zorg ervoor dat er netwerkbijeenkomsten worden georganiseerd voor ICTcoördinatoren van de scholen die onder hetzelfde schoolbestuur vallen en dat er ook netwerkbijeenkomsten worden georganiseerd voor ICT-coördinatoren van de scholen die onder diverse schoolbesturen vallen (po). Zorg ervoor dat het onderwijs wordt geïnformeerd over eduroam (po, vo, mbo, schoolbesturen). Zorg ervoor dat scholen hun best practices kunnen delen wat betreft het aanschaffen van digitaal lesmateriaal, het aanschaffen van hardware en de manier waarop lessen interactief gemaakt kunnen worden (vo).
17
-
Zorg ervoor dat er netwerkbijeenkomsten worden georganiseerd met mensen van diverse lagen en mensen met diverse expertise (vo). Zorg ervoor dat er structuur is in de scholen wat betreft het digitaliseren (vo). Zorg ervoor dat scholen onderling veel gaan samenwerken (vo). Zorg ervoor dat ICT-coördinatoren worden geïnformeerd over de mogelijkheden van ICT (vo). Zorg ervoor dat de visie of het beleid van de schoolleiding de leerkrachten ‘dwingt’ om te digitaliseren (mbo). Zorg ervoor dat er partijen beschikbaar zijn (op het moment dat daar behoefte aan is) die de scholen kunnen helpen om te digitaliseren (mbo). Zorg ervoor dat er netwerkenbijeenkomsten en meer samenwerking plaatsvindt tussen schoolbesturen (schoolbesturen). Zorg ervoor dat de vragen van scholen worden gebundeld en de scholen die hetzelfde willen samen op pad worden gestuurd (schoolbesturen). Zorg ervoor dat er beter en meer contact is tussen de schoolbesturen en Digitaal Leren (schoolbesturen).
Digitaal Leren kan bijdragen aan het vervullen van de bovenstaande behoeften maar kan dat niet alleen. Digitaal Leren wordt geadviseerd om samen te werken met andere organisaties. Digitaal Leren zou bijvoorbeeld samen met Kennisnet kunnen kijken hoe scholen zonder structuur rondom ICT een visie kunnen ontwikkelen op het gebied van digitalisering. Ook zou Digitaal Leren samen met Kennisnet kunnen kijken naar het aanbieden en/of organiseren van scholing. Met onder andere Basispoort, VO-content en educatieve uitgeverijen zou Digitaal Leren kunnen kijken naar het digitaal lesmateriaal. Digitaal Leren is echter niet in staat om alle aanbevelingen tegelijkertijd te realiseren. Het wordt daarom aanbevolen om een prioriteitenlijst op te stellen, rekening houdend met onder andere de huidige situatie, doorlooptijd, risico’s, kwaliteit en vervulling van de behoeften. Tot slot wordt Digitaal Leren geadviseerd om dit onderzoek groter uit te zetten, omdat een relatief kleine groep respondenten heeft deelgenomen aan dit onderzoek en er dus geen algemene conclusie getrokken kan worden die voor het hele Haagse onderwijsveld geldt.
18
Bijlage De interviewvragenlijst Visie 1. Digitalisering onderwijs – algemeen Waar denkt u aan bij de digitalisering van het onderwijs? 2. Rol ICT in het onderwijs Wat is volgens u het belang van ICT in het onderwijs? 3. Visie van de school/het schoolbestuur Is de digitalisering van het onderwijs een thema binnen de school/het schoolbestuur? 4. Behoefte aan professionalisering Wat merkt u van de digitalisering op de school/scholen? Hoe zou u de digitalisering van het onderwijs willen zien? Welke behoefte(n) heeft u? 5. Samenwerken met andere organisaties Zijn er buiten de school/het schoolbestuur andere organisaties met wie er wordt samengewerkt om de school/scholen te digitaliseren? Welke rol zou Digitaal Leren kunnen vervullen in het realiseren van uw behoefte(n)? Praktijk 6. ICT-vaardigheden van de leerkrachten Wat vindt u van de ICT-vaardigheden van de leerkrachten op de school/scholen? Merkt u een verschil tussen de ICT-vaardigheden van de jonge en oude generatie leerkrachten? 7. Scholing leerkrachten Hebben de leerkrachten scholing gehad om apparatuur en software optimaal te benutten? Wat voor scholing hebben de leerkrachten gehad en welke problemen zijn daarbij ondervonden? Waarom hebben de leerkrachten geen scholing gehad? Is er volgens u wel behoefte aan scholing? 8. Digitaal lesmateriaal Wat vindt u van het op dit ogenblik beschikbare digitaal lesmateriaal? Vindt u dat het digitaal lesmateriaal een kwaliteitskeurmerk moet krijgen? Welk digitaal lesmateriaal wordt er op de school/scholen gebruikt? Hardware 9. Digiborden in het onderwijs Wat vindt u van digiborden in het onderwijs? Hoe wordt er interactie bereikt met digiborden? Wat zijn de voor- en nadelen van digiborden? 10. Tablets in het onderwijs Wat vindt u van tablets in het onderwijs? Hoe wordt er interactie bereikt met tablets? Wat zijn de voor- en nadelen van tablets? 11. Smartphones in het onderwijs Wat vindt u van smartphones in het onderwijs? Hoe wordt er interactie bereikt met smartphones? Wat zijn de voor- en nadelen van smartphones? 12. Eduroam Heeft u weleens van eduroam gehoord? Heeft u interesse in eduroam? Heeft u nog vragen en/of opmerkingen?
19