Woord vooraf Het Beroepenhuis heeft zijn zevende werkingsjaar achter de rug. Sinds de opening in 2005 hebben meer dan 40 000 leerlingen, in klasverband, de interactieve tentoonstelling bezocht en de beroepenateliers beleefd. Onze eerste bezoekertjes volgen nu misschien hoger onderwijs of zijn aan het werk. Benieuwd of ze Het Beroepenhuis nog kennen en of ze er nog aan teruggedacht hebben. Zou onze werking toch een beetje invloed gehad hebben op hun studie- en/of beroepskeuze? Zeven schooljaren aan een stuk hebben we het aantal leerlingen zien stijgen. Voor het eerst is er een status quo. Daar is niets mis mee. We hebben eerder vastgesteld dat onze maximum capaciteit rond de 7000 à 7500 leerlingen ligt. Onze ruimte laat niet meer leerlingen toe en een kwalitatieve begeleiding vraagt ook kleine groepen. Bovendien merken we dat mobiliteitsproblemen het beginuur van de bezoeken in het gedrang brengt. Een tweede bezoek op dezelfde dag organiseren wordt dan lastig. Zeker als de klasjes ook weer tijdig terug op school willen zijn. Zeven jaar werking betekent ook wel dat de wereld veranderd is. Dit schooljaar kwam vanuit Nederland een frisse wind waaien. Hun grootscheepse actie voor wetenschap en techniek is gebaseerd op een onderzoek bij jongeren. De resultaten ervan hebben ze verwerkt in wat ze de Bètamentality noemen. Het Beroepenhuis kreeg de kans om van deze werking te proeven en verwerkte de kenmerken van de diverse bèta’s in de werking. Het voorbije schooljaar werd ook de laatste open ruimte in het gebouw gevuld. Er kwam een ontdekhoek van de kappers en de schoonheidszorg. Opnieuw vonden we enthousiaste initiatiefnemers en een creatief geïnspireerd productiehuis om in een mum van tijd ook voor deze twee sectoren een leuke en aantrekkelijke ontdekhoek te bouwen. Het betekent dat er geen ruimte meer is voor een twaalfde ontdekhoek. Als we in de toekomst toch nog andere beroepen in de kijker willen zetten zullen we dus erg creatief moeten te werk gaan. Ook de vernieuwing van de bestaande ontdekhoeken is stilaan aan de orde. De chemiesector doet het alvast! Naast de jongeren zelf willen we ook de ouders overtuigen van een bewuste studie- en beroepskeuze. Daarom zetten we in op ouderavonden (in samenwerking met de CLB’s) en open zondagen. Het is dan ook verheugend om vast te stellen dat we op de ouderavonden telkens een goede opkomst noteren en dat het aantal bezoekers op de open zondagen met 11% is toegenomen. Het Beroepenhuis wordt meer en meer een kenniscentrum voor het thema onderwijs – arbeidsmarkt. Als het om projecten gaat zoals het huis van de Voeding in Roeselare, Boetiek techniek van de Metaal en technologiesector of het STEM actieplan van de Vlaamse regering, telkens wordt Het Beroepenhuis betrokken. Dat is natuurlijk mooi als erkenning van de werking. Toch mogen we niet op onze lauweren rusten. We moeten verder vernieuwend en creatief blijven nadenken. Het Beroepenhuis gaf het voorbije schooljaar ook onderdak aan het WAW project van ‘Gent, stad in werking’. Het Beroepenhuis ontstond ooit als een van de eerste acties van dit open partnerschap. Toen er voor het project van arbeidsmarkteducatie naar een neutraal platform werd gezocht kwam men, bijna als vanzelfsprekend, in Het Beroepenhuis terecht. Toegegeven, de laatstejaars van het secundair onderwijs zijn niet direct onze prioritaire doelgroep. Maar ook dit project hebben we naar best vermogen ondersteund. 1
Ondertussen is Het Beroepenhuis ook een gegeerde stageplaats voor jongeren van de lerarenopleiding en het sociaal cultureel werk. Ook op dat terrein nemen we onze verantwoordelijkheid op. Uiteindelijk draait de werking, met nog steeds beperkte middelen, op een klein team van vaste medewerkers, aangevuld met vrijwilligers, stagiairs en uitzendkrachten. Elk van deze medewerkers geeft het beste van zichzelf om de kwaliteit van de werking hoog te houden. We danken hen van harte en kijken vol verwachting uit naar het komende schooljaar! Mil Kooyman Voorzitter
2
Inhoudstafel Woord vooraf
p. 1
1. Het Aanbod
p. 5
1.1 1.1.1 1.1.1.1 1.1.1.2 1.1.2 1.2 1.2.1 1.2.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.3.5 1.3.6 1.4
p. 5 p. 5 p. 5 p. 6 p. 9 p. 10 p. 11 p. 14 p. 14 p. 15 p. 16 p. 16 p. 16 p. 17 p. 18 p. 18
De interactieve tentoonstelling Begeleiding in de interactieve tentoonstelling Integratie bètamentality Methodiek begeleiding Vernieuwingen in de interactieve tentoonstelling De beroepenateliers Een overzicht van de beroepenateliers Vernieuwing van de beroepenateliers Educatieve omkadering ‘BEROEPEN(t)HUIS in de klas’ en ‘Helden van elke dag’ De nieuwe ‘voor en na’ les Hoekenwerk: 11 sectoren in 2 lesuren Links naar lesmaterialen in bevestiging reservatie Aanbod hogescholen Uitdelen van pakketjes met lesmaterialen na de materialenbeurs Open zondagen
2. Resultaten Bezoekers
p. 22
2.1 2.1.1
Werkingsjaar 2011-2012. Resultaten. Schooljaar 2011–2012. Aantal groepen, leerlingen en leerkrachten. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Aandeel scholen dat terugkomt. Schooljaar 2011–2012. Verdeling leerlingen Basisonderwijs en Secundair Onderwijs en leerjaren. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Schooljaar 2011–2012. Verdeling leerlingen over leerjaren. Vergelijking met voorgaande schooljaren.
P. 22
Schooljaar 2011–2012. Verdeling groepen over netten. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Schooljaar 2011–2012. Verdeling groepen over provincies. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Schooljaar 2011-2012. Deelname aan de beroepenateliers Schooljaar 2011–2012. Annuleringen. Schooljaar 2011–2012. Vrije bezoekers. Overzicht. Schooljaar 2011-2012. Open zondagen. Werkingsjaar 2011-2012. Evaluaties van de bezoekers. Evaluatie van de leerkracht/begeleider De inleiding aan de hand van het beroepenfilmpje De interactieve tentoonstelling (met zoektocht) De beroepenateliers Effecten van een bezoek aan het beroepenhuis Algemene evaluatie De omkadering in de klas.
p. 30
2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.1.7 2.1.8 2.1.9 2.2 2.2.1
2.2.1.1. 2.2.1.2. 2.2.1.3 2.2.1.4 2.2.1.5 2.2.2
3
p. 22 p. 24 p. 26
p. 31 p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p.
33 36 36 38 41 41 41 43 45 49 50
2.2.3 2.2.3.1 2.2.3.2 2.2.4 2.3 2.3.1
2.3.1.1 2.3.1.2 2.3.1.3 2.3.2 2.3.2.1 2.3.2.2 2.3.3 2.3.3.1 2.3.3.2
Voorbereiding en opvolging van het bezoek aan Het Beroepenhuis. Evaluatie van de leerlingen Vragen over het bezoek aan Het Beroepenhuis Enkele stellingen Conclusie Werkingsjaar 2011-2012. Onderzoek naar de effecten van een bezoek aan Het Beroepenhuis op de beeldvorming omtrent studie – en beroepskeuze. Scholen die beide vragenlijsten hebben ingevuld Vragen Enkele stellingen Conclusie Scholen die de vragenlijst voor het bezoek hebben ingevuld Vragen Enkele stellingen Scholen die de vragenlijst na het bezoek hebben ingevuld Vragen Enkele stellingen
p. p. p. p. p.
51 53 53 56 59
p. 61 p. 62 p. 62 p. 64 p. 71 p. 72 p. 73 p. 73 p. 74 p. 74 p. 75
3. Projecten, Activiteiten en Promotie
p. 77
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
p. p. p. p.
3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.11.1 3.11.2 3.12
Studiedag met materialenbeurs Opening ontdekhoek kapper en schoonheidsspecialist Bedrijfsbezoeken Doedagen WAW – Wijs! aan ’t werk arbeidsmarkteducatie voor de 3de graad SO Technologica Social profit beroepenrally Miummm IKANDA Kindercongres Boetiek Techniek Beurzen en nascholingen Beurzen Nascholingen Bereik van ouders (exclusief zondagen)
3.13
Promotie van Het Beroepenhuis. Het Beroepenhuis in de pers.
p. 111
77 81 83 88
p. 93 p. 98 p. 103 p. 104 p. 106 p. 107 p. 109 p. 109 p. 109 p. 111
4. Bereik van Het Beroepenhuis
p. 114
5. Personeel, Partners en Financiering
p. 115
5.1 5.2 5.3
p. 115 p. 116 p. 116
Personeel Partners Financiering
6. Besluit
p. 119
4
1. Het Aanbod Scholen die Het Beroepenhuis bezoeken krijgen een 3 uur durend programma. Na een korte inleiding met een filmpje bezoeken de leerlingen gedurende anderhalf uur de interactieve tentoonstelling. Daarnaast nemen de leerlingen gedurende anderhalf uur deel aan 2 beroepenateliers. Beide onderdelen – op een leuke manier informatie opdoen over beroepen in de interactieve tentoonstelling en zelf ondervinden wat beroepen inhouden in de beroepenateliers – versterken elkaar en zorgen voor een geslaagd concept. 1.1 De interactieve tentoonstelling 1.1.1 Begeleiding in de interactieve tentoonstelling 1.1.1.1 Integratie bètamentality Tijdens het schooljaar 2011–2012 werd dezelfde begeleidingsmethode als voorheen aangehouden en nog verder verfijnd. Er werd bij die verfijning rekening gehouden met actuele onderzoeken, met gevolgde vormingen en met de indeling van jongeren in vier types volgens het BètaMentality – model. (YoungWorks. (2010). BètaMentality 2011-2016. Jongeren boeien voor bèta en techniek). Dit model deelt jongeren op in vier groepen die elk een eigen houding hebben ten aanzien van wetenschap en techniek en geeft aan op welke manier deze verschillende groepen tot een keuze voor een wetenschappelijk of technisch beroep gemotiveerd kunnen worden. Het gaat over de types: concrete bètatechnici, carrière bèta’s, mensgerichte generalisten en non-bèta’s. Aan een stagiaire van de universitaire richting Onderwijspedagogiek, Stephanie Kerckaert, werd dan ook gevraagd om een onderzoek te voeren naar Het Beroepenhuis en Bètamentality. Het Beroepenhuis wil graag alle bètatypes bereiken, om bij de leerlingen de beeldvorming met betrekking tot beroepen te verruimen en om aan te tonen dat er voor ieder type mogelijkheden zijn in de technische beroepswereld. Om niet enkel Concrete Bètatechnici aan te trekken, moet dus ook gewezen worden op de tewerkstellings- en carrièremogelijkheden in veel technische beroepen (Carrière Bèta’s) en op het maatschappelijk aspect dat aan veel beroepen verbonden is (Mensgerichte Generalisten). Bij Non-bèta’s is het vooral belangrijk hun houding ten aanzien van wetenschappen en techniek positief te beïnvloeden. De huidige beeldvorming rond technische beroepen kan zelfs de Concrete Bètatechnici afschrikken, aangezien zij vooral veel uitdaging en afwisseling zoeken in hun beroep. In het onderzoek komt aan bod hoe Het Beroepenhuis de verschillende types momenteel bereikt in de tentoonstelling, tijdens de beroepenateliers en in het kringgesprek. Als conclusie van het onderzoek worden aanbevelingen gegeven om Het Beroepenhuis nog meer te richten op alle vier de bètatypes. Dit heeft reeds tot aanpassingen geleid in het kringgesprek en in de vragen tijdens de tentoonstelling. Er wordt blijvend nagedacht over een nog doordringender integratie van dit bètamentality-model in de begeleidingsmethodiek, maar ook in de lesmaterialen en bij andere projecten van Het Beroepenhuis.
5
1.1.1.2 Methodiek begeleiding De begeleidingsmethode blijft zoals steeds aangepast aan de doelgroep. Het Beroepenhuis richt zich tot de leerlingen van de 3de graad basisonderwijs (5de en 6de leerjaar) en de leerlingen van de 1ste graad van het secundair onderwijs (1ste en 2de jaar, a– en bstroom). Ook onthaalklassen en leerlingen uit het buitengewoon basis- en secundair onderwijs kunnen in Het Beroepenhuis terecht. Het bezoek begint met het bekijken van een beroepenfilmpje. De 11 sectoren worden hierin getoond aan de hand van een aantal beelden van technische beroepen. Daarbij is er een evenwichtige verhouding van mannen en vrouwen die in beeld komen. In het filmpje lezen de leerlingen ook uitspraken van mensen die vertellen waarom zij gaan werken. Arbeid en beroep worden zo omschreven als middel tot zelfrealisatie en als zinvolle bijdrage aan de samenleving.
Het filmpje vormt de basis voor een inleidend gesprek. De voorkennis van de leerlingen wordt hier aangesproken. Welke redenen kennen zij waarom mensen gaan werken? Welke beroepen kennen zij al? Door de structuur van beroepssectoren en beroepen aan te brengen, begrijpen de leerlingen de opbouw van de tentoonstelling beter. Voor minder taalvaardige groepen en voor het buitengewoon basis- en secundair onderwijs, wordt er na het filmpje gewerkt met prenten van beroepen die op een magneetbord in de juiste sector worden ondergebracht. Aan het einde van de inleiding wordt er uitgelegd welke beroepenateliers er precies zullen doorgaan die dag en worden de groepen gevormd. Maximum 2 groepen kunnen starten met de beroepenateliers en 2 andere groepen kunnen starten in de interactieve tentoonstelling ‘Helden van elke dag’. Doorheen de tentoonstelling leggen de leerlingen een individueel traject af op zoek naar beroepen uit 11 bedrijfssectoren: metaal en technologie, metaal en technologie bedienden, chemie en kunststoffen, bouw, transport en logistiek, voedingsindustrie, horeca, social profit, grafische industrie, haven en binnenvaart én de meest recente ontdekhoek met de beroepen kapper en schoonheidsspecialist. Elke sector draagt ook de mascotte van Het Beroepenhuis op één van de ontdekhoeken. Hieronder staan de mascottes van de 11 sectoren.
6
Per groep van maximum 15 leerlingen gaat er één begeleider van Het Beroepenhuis mee in de tentoonstelling. Hij/zij legt de opbouw van de ontdekhoeken uit en (bege)leidt de zoektocht.
De zoektocht bestaat uit vragen (lees– en doeopdrachten) die de leerlingen in groepjes van twee of drie moeten oplossen door in de tentoonstelling de antwoorden te zoeken. Als ze het juiste antwoord gevonden hebben (de begeleider controleert mondeling), komen ze naar een afspraakplaats waar ze nieuwe vragen meekrijgen.
De begeleider houdt bij in welke sectorhoek de leerlingen op ontdekking zijn gegaan. Hij/zij zorgt ervoor dat de leerlingen in elke sector een kijkje gaan nemen. Na de zoektocht kunnen de leerlingen nog even vrij rondlopen.
7
Er zijn verschillende niveaus van vraagjes, afgestemd op het niveau van de leerlingen. Ook tijdens de begeleiding kan het niveau van de vraagjes nog verfijnder afgestemd worden op de doelgroep.
De begeleiders hebben een groot individueel contact met de leerlingen zodat ze optimaal kunnen begeleiden.
8
Na de zoektocht heeft de begeleider een kringgesprek met de leerlingen over welke beroepen ze leuk vonden, over wat ze later willen worden en over wat ze bijgeleerd hebben. Dit moment wordt ook aangegrepen om eventuele vooroordelen over beroepen te weerleggen. Leerlingen krijgen hier ook de kans om vragen over onderwijsvormen of over beroepen te stellen.
Het bezoek aan de tentoonstelling met voorbereiding en kringgesprek duurt anderhalf uur. Dit wordt aangevuld met concrete doeactiviteiten in de beroepenateliers, waarvoor eveneens anderhalf uur gerekend wordt. De beroepenateliers komen uitgebreid aan bod onder 1.3 De Beroepenateliers. 1.1.2 Vernieuwingen in de interactieve tentoonstelling Tijdens het schooljaar 2011 – 2012 werd er een 11de ontdekhoek toegevoegd aan de tentoonstelling. De hoek is kleiner dan de andere hoeken en gaat over twee beroepen: kapper en schoonheidsspecialist. In het najaar van 2011 werd de 11de ontdekhoek in Het Beroepenhuis opgebouwd door het productiehuis Impressantplus. De hoek is er gekomen dankzij het FBZ (Fonds van Bestaanszekerheid) PC314 in samenwerking met UBK/UCB vzw en Besko vzw. De ontdekhoek bestaat uit 2 nieuwe modules. Voor het beroep kapper stap je als het ware een kapsalon binnen en kan je op krukjes gaan zitten. Een afbeelding geeft weer welke taken een kapper allemaal uitvoert en dankzij een elektronische verbindoefening kunnen de leerlingen ontdekken welke talenten je nodig hebt bij het uitvoeren van deze taken. 9
Voor het beroep schoonheidsspecialist zoeken de leerlingen op een tafelmodule naar de juiste behandeling bij een schoonheidsprobleem.
Deze 11de sector heeft de laatste vrije plek van de tentoonstellingsruimte in beslag genomen. Tijdens het schooljaar 2011-2012 is wel de aanzet genomen door de sector chemie en kunststoffen om hun ontdekhoek in de tentoonstelling te vernieuwen. De bestaande modules zullen grotendeels behouden worden, maar door nieuwe prints en nieuwe interacties zal het geheel een volledig vernieuwde inhoud krijgen. Er komt meer nadruk op life-sciences en de interacties worden meer doe-gericht. Er wordt gepland dat de vernieuwde ontdekhoek opgebouwd wordt in het najaar van 2012. 1.2 De beroepenateliers De bezoekers gaan aan de slag in 2 beroepenateliers. In groepjes van maximum 15 leerlingen worden de handen uit de mouwen gestoken. Gedurende twee keer 40 minuten kruipen de leerlingen in de huid van een bepaalde beroepsbeoefenaar en leren ze de verschillende talenten kennen waarover je moet beschikken om het beroep goed uit te oefenen. Een beroepenatelier bestaat steeds uit een inleiding, een doe-activiteit en een evaluatie. In de inleiding wordt aan de leerlingen gevraagd wat ze nog hebben onthouden uit de tentoonstelling over een bepaalde sector of een bepaald beroep. Daarna wordt hen het atelier uitgelegd en doen ze een oefening waardoor ze de verschillende talenten en competenties - nodig voor het uitoefenen van een bepaald beroep - leren kennen. In de 10
evaluatie wordt er aan de leerlingen gevraagd om alle competenties en talenten op te sommen. Het Beroepenhuis plant welke 2 beroepenateliers iedere groep zal uitvoeren, maar scholen kunnen ook een voorkeur voor bepaalde ateliers doorgeven. Tijdens het schooljaar 2011– 2012 werden er 9 verschillende beroepenateliers uitgevoerd. 1.2.1 Een overzicht van de beroepenateliers Hieronder volgt een overzicht van de 9 beroepenateliers: In het beroepenatelier transport en logistiek zijn de leerlingen de expediteurs en magazijnmedewerkers van een fictief speelgoedbedrijf en leren ze bestellingen klaarzetten en leveren met een transpallet. 2 Teams strijden om de eer van het beste team.
Voor de sector metaal en technologie worden de 2 sectoren uit de tentoonstelling, metaal en technologie en metaal en technologie bedienden, gecombineerd. Het atelier bestaat uit 2 activiteiten. Enerzijds maken de leerlingen als productieoperator aan de hand van een buttonapparaat zelf een badge. Anderzijds wordt er voor het basisonderwijs gewerkt met een reuzenpuzzel van een technische tekening van een fiets voor het beroep industrieel tekenaar. De leerlingen uit het secundair onderwijs vullen een grote denkpuzzel in, een logigram. Zo ontdekken de leerlingen de talenten van een teamleader.
Voor de sector horeca leren de leerlingen hoe het is om als barpersoneel een alcoholvrije cocktail te shaken en om als kelner met een dienblad klanten te bedienen. In het schooljaar 2010-2011 werd er met nieuwe professionele en kleurrijke materialen gewerkt om dit beroepenatelier nog meer uitstraling te geven. 11
Voor de sector chemie en kunststoffen maken de leerlingen als laboranten hun eigen tube tandpasta.
In het beroepenatelier voor de sector bouw leren de leerlingen hoe je een muurtje kan metselen en hoe je als sloper een muurtje veilig kan afbreken.
12
In het atelier voor de sector voedingsindustrie doen de leerlingen 4 verschillende opdrachten als kwaliteitsverantwoordelijke, productieoperator en inpakker.
Voor social profit worden 4 doe-activiteiten uitgevoerd die telkens gekoppeld worden aan een beroep uit de sector. Zo worden de beroepen ergotherapeut, logistiek assistent, verpleegkundige en maatschappelijk werker ontdekt.
In het beroepenatelier van de grafische industrie maken de leerlingen kennis met de beroepen drukwerkvoorbereider, drukker en drukwerkafwerker. De leerlingen maken zelf een boekje en kunnen nadien allerlei technieken uit de sector toepassen zoals uitkappen, zeefdrukken, schrijven met onzichtbare inkt, pregen en kleuren mengen.
In het beroepenatelier voor haven en binnenvaart maken de leerlingen kennis met twee beroepen: matroos en binnenvaartkapitein. Voor beide beroepen zijn er 2 activiteiten, dus 4 activiteiten in totaal waarover de leerlingen roteren in kleine groepjes. Als matroos 13
leren de leerlingen om een meertouw over een meerpaal of bolder te werpen. Daarnaast leren ze met een fijner touw de ‘zoetelievekes’ te leggen. Dit is een knoop waarmee je een armbandje maakt. Dit kunnen de leerlingen dan meenemen naar huis. Als binnenvaartkapitein leren de leerlingen alles over scheepsmeting. Dit is de techniek om te bepalen hoe zwaar een schip geladen is. Enerzijds gaan de leerlingen op 6 plaatsen in het gebouw ‘meten hoe diep het schip ligt’ om zo de lading te berekenen. Anderzijds kunnen de leerlingen een ponton dat in een bak met water ligt volladen met materialen tot het schip voldoende gezakt is om onder de brug te kunnen doorvaren.
1.2.2 Vernieuwing van de beroepenateliers Tijdens het schooljaar 2011-2012 werd de aanzet gegeven voor het vernieuwen van het atelier voor metaal en technologie en werd de basis gelegd voor het nieuwe beroepenatelier voor de beroepen kapper en schoonheidsspecialist. In het kader van het event Boetiek Techniek (zie ook 3.10 in dit jaarverslag) op 12 mei 2012 in Gent werd op vraag van de sector metaal en technologie een interactieve workshop ontwikkeld. Daarvoor werden verplaatsbare modules ontworpen en gemaakt door Impressant+. Bezoekers leerden de 4 beroepen productontwikkelaar, technisch tekenaar, matrijzenbouwer en procesoperator kennen aan de hand van een memory-stick die ze zelf konden maken. Na het event werden deze modules overgebracht naar Het Beroepenhuis waar ze gebruikt zullen worden in het beroepenatelier metaal en technologie. Dit atelier zal pas effectief in roulatie worden gebracht in het najaar van 2012. Na de gloednieuwe ontdekhoek in de tentoonstelling voor de beroepen kapper en schoonheidsspecialist zal in het najaar van 2012 ook een beroepenatelier voor deze sector klaar zijn. Als kapper zullen de jongeren leren om gezichtsvormen en kapsels aan elkaar te linken en zullen ze leren om een baard te scheren. Als schoonheidsspecialist leren ze masseren en een massage ondergaan. Het nieuwe beroepenatelier zal in het najaar van 2012 in roulatie worden gebracht. 1.3 Educatieve omkadering Een bezoek aan Het Beroepenhuis wordt best omkaderd door lessen op school. Voorbereiding en verwerking achteraf in de klas zijn belangrijk om de leerlingen bewust te laten omgaan met de inhoud van het bezoek, namelijk beroeps- en studiekeuze en talentenverkenning.
14
1.3.1 ‘BEROEPEN(t)HUIS in de klas’ en ‘Helden van elke dag’ Lesmateriaal om een bezoek te omkaderen werd ontwikkeld in het kader van het ESF zwaartepunt 5–project ‘Helden van elke dag’ in samenwerking met de Arteveldehogeschool (looptijd september 2004 – augustus 2006) en het ESF zwaartepunt 6– project ‘BEROEPEN(t)HUIS in de klas’ (looptijd augustus 2005 – juli 2007). Op de respectievelijke websites www.heldenvanelkedag.be en www.beroepenthuisindeklas.be vinden leerkrachten deze lesmaterialen terug. Deze laatste bevat onder meer beroepenateliers voor in de klas, korte lesideeën en een databank met lesmaterialen van sectoren en CLB’s en wordt regelmatig aangevuld met nieuwe lesmaterialen en links.
Tijdens het schooljaar 2011-2012 werd een vernieuwing voor deze websites in gang gezet. Zowel www.beroepenthusindeklas.be als www.heldenvanelkedag.be zijn namelijk subsites van Gsiw. Vanaf het schooljaar 2012-2013 zullen de websites niet langer verbonden zijn aan de Gsiw website en samengevoegd worden in één vernieuwde website. Die zal dan een subsite zijn van de website van Het Beroepenhuis. Bij die gelegenheid wordt er een grondige opfrisbeurt voorbereid.
15
1.3.2 De nieuwe ‘voor en na’ les Bovendien werd er sinds september 2011 een gloednieuwe les uitgewerkt. Deze les bestaat uit een luik voor het bezoek en een luik na het bezoek en vormt een ideale en beknopte omkadering bij een bezoek aan Het Beroepenhuis. De les werd ontwikkeld omdat de begeleiders in Het Beroepenhuis ondervonden dat het voor leerkrachten moeilijk is om te kiezen welke lesmaterialen te gebruiken als omkadering bij het bezoek. Leerkrachten hebben niet altijd de tijd om lessen te zoeken en te vergelijken op de website en hebben vaak weinig ruimte om uitgebreide didactische pakketten in te plannen in hun krap lessenrooster. Deze beknopte les die één lesuur vraagt voor het bezoek en nog eens één lesuur erna is een antwoord op deze nood. Zo worden leerkrachten nog meer geholpen om het bezoek zeker beknopt te omkaderen. Wie meer lesruimte kan vrijmaken kan nog steeds ook andere lesmaterialen van de website toevoegen. De volgende thema’s komen in de les aan bod: Waarom werken mensen ?, alle sectoren werken samen, sectoren en beroepen, talenten verkennen en gender. 1.3.3 Hoekenwerk: 11 sectoren in 2 lesuren Al sinds 2005, bij de start van het project BEROEPEN(t)HUIS in de klas, wordt er voor elk beroepenatelier dat in Het Beroepenhuis doorgaat, een alternatief gemaakt voor in de klas. Zo werden er de voorbije jaren telkens lessen toegevoegd voor de sectoren die nieuw aansloten bij Het Beroepenhuis. Het idee hierbij is natuurlijk dat leerkrachten zich niet moeten beperken bij de 2 beroepenateliers die ze in Het Beroepenhuis uitvoeren, want de ateliers voor andere sectoren kunnen in de klas georganiseerd worden. Helaas merken we dat niet alle leerkrachten de tijd nemen om voor elke sector uit Het Beroepenhuis apart een ‘beroepenatelier voor in de klas’ uit te voeren, telkens 1 tot 2 lesuren. Vaak hebben ze hiervoor onvoldoende lesuren ter beschikking. Zo is het idee ontstaan om een les ‘hoekenwerk’ te ontwikkelen. In een dergelijke les komen alle sectoren uit Het Beroepenhuis via een korte doe-opdracht, telkens in een ‘hoek’ van de klas, aan bod in 1 concept van maximum 2 lesuren. Deze les werd ontwikkeld gedurende het schooljaar 2011-2012 en zal vanaf september 2012 beschikbaar zijn voor de scholen via www.beroepenthuisindeklas.be . Er komen 11 sectoren aan bod en er worden 22 activiteiten aangeboden. Voor elke sector heeft de leerkracht dus de keuze uit 2 activiteiten, vaak een doe-opdracht of een opdracht met een werkblad (voor als het niet lukt om de benodigdheden voor de doeopdracht te verzamelen). Elke activiteit wordt gekoppeld aan een beroep uit de sector en de bijhorende talenten. 1.3.4 Links naar lesmaterialen in bevestiging reservatie Als scholen een bezoek reserveren, krijgen ze sinds september 2011 niet langer een gedrukte handleiding met een overzicht van de sectoren en beroepen in de tentoonstelling, maar een mail die hun bezoek bevestigd. In deze mail vinden ze behalve praktische informatie ook links naar lesmaterialen die worden aangeraden van de websites www.beroepenthuisindeklas.be en van www.heldenvanelkedag.be. Dit systeem waarbij bepaalde lesmaterialen vooraf worden geselecteerd, is een hele hulp voor leerkrachten die het soms moeilijk vonden om een keuze te maken uit de brede waaier aan lesmaterialen op beide websites. 16
1.3.5 Aanbod hogescholen Om de werking van het Beroepenhuis en de lesmaterialen beter bekend te maken bij toekomstige leerkrachten, werd er dit schooljaar 2011-2012 een concreet aanbod uitgewerkt naar hogescholen met lerarenopleidingen of opleidingen in sociaal werk. Dit aanbod werd bekend gemaakt bij de aanvang van het schooljaar in september 2011. Het aanbod bestaat uit 3 mogelijkheden: 1) De studenten kunnen gratis naar de jaarlijkse studiedag met materialenbeurs. 17
2) De studenten kunnen deelnemen aan een rondleiding op hun maat in Het Beroepenhuis. Hierbij worden de pedagogische principes van de begeleiding in de tentoonstelling en de methodiek van de beroepenateliers uit de doeken gedaan. Bovendien wordt er een uitgebreid bezoek gebracht aan de infotheek waarbij alle aanwezige lesmaterialen worden getoond en ingekeken. 3) De studenten worden uitgenodigd om voor Het Beroepenhuis te kiezen als stageplaats. 1.3.6 Uitdelen van pakketjes met lesmaterialen na de materialenbeurs Zoals elk schooljaar werd er een studiedag met materialenbeurs georganiseerd, dit schooljaar op 19 oktober 2011. In de weken na de beurs kon Het Beroepenhuis pakketjes met lesmaterialen blijven uitdelen aan bezoekende scholen met materiaal dat was achtergebleven na de beurs. Zo kregen 15 scholen pakketjes met: het bordspel Horeca, de poster Haven en binnenvaart, een poster over de autoindustrie van Toekomst op wielen, de beroepengids van TOFAM, de cd-rom Verboden de werf te betreden van FVB constructiv en stickers, flyers en kaarjes van Startruck. 1.4 Open zondagen Doelstellingen De inspanningen voor de promotie van onze ouderwerking leverden ons dit jaar een nieuw record op: niet minder dan 941 mensen bezochten onze open zondagen. Daarmee zetten we alweer een stap vooruit in ons streven naar een groter bereik. De inhoud en praktijk van die bezoeken bleven in grote lijnen dezelfde, hoewel we in functie van de toegankelijkheid voor een brede doelgroep enkele kleine aanpassingen moesten doen aan de educatieve omkadering. Zo hebben we nog meer dan anders voorrang gegeven aan de doe-opdrachten in de tentoonstelling, en minder aan het leeswerk. De totale hoeveelheid leeswerk werd dankzij de nieuwe ontdekhoeken de voorbije jaren wel erg ruim, hetgeen op zondag stilaan een drempel vormde voor jongeren die wat minder van lezen houden, of bijvoorbeeld aanleg hebben voor dyslectie of ADHD. Op die manier bleven we bouwen aan de realisatie van onze doelen: een leuke en actieve kennismaking met beroepen uit de technische sfeer; onze boodschap overbrengen rond het belang van talenten en interesses; een gezamenlijke activiteit voor het hele gezin; een lage drempel dankzij goedkope bezoeken zonder reservaties; en het aanreiken aan ouders van concrete methodieken om hun kind te ondersteunen bij een doordachte keuze. Onze aanpak De data van de 8 open zondagen lagen opnieuw in het voorjaar: 22 januari, 5 en 19 februari, 4 en 18 maart, 22 april, 6 mei en 3 juni 2012. Onze concrete aanpak bleef grotendeels dezelfde. Na het onthaal bekeken de bezoekers het filmpje, om naar aanleiding daarvan stil te staan bij de brede meerwaarde van arbeid. We verwoordden expliciet de kans om tijdens hun bezoek leuk en praktisch werk te maken van de denkoefening rond studiekeuze. Na een introductie in de tentoonstellingsruimte, gingen de gezinnen op eigen houtje aan de slag. Op elk moment was daar een begeleider beschikbaar voor extra tips of ondersteuning, waar sommige bezoekers graag een beroep op deden. Na afloop van de zoektocht werden mensen uitgenodigd om nog even na te praten aan het onthaal.
18
Opnieuw waren zowat alle bezoekers na afloop tevreden tot zelfs opgelucht dat ze hier waren geweest. En zoals de vorige jaren waren mensen vaak gecharmeerd door onze actieve en “verrassende” aanpak. We oogstten dus alweer lof voor zowel de huiscultuur, de concrete meerwaarde van de open zondagen voor jongeren en hun ouders én voor het overzicht van relevante websites in de werkbundel voor thuis ‘Je Studiekeuze Stap Voor Stap’. Ook opvallend: we hebben heel wat goede gesprekken gevoerd met mensen die nog niet vertrouwd waren met de eigenheid en de mogelijkheden van BSO en TSO.
Enkele citaten van jongeren: Ik ben hier twee keer geweest en dat is superleuk. Aicha Ik weet eindelijk wat ik wil doen! Tim En de volwassenen deden er nog een schepje bovenop: “Zeer interessant! Mijn dochter zit nu nog maar in het vijfde leerjaar maar wanneer ze in het tweede middelbaar zit, komen we zeker nog een keertje terug!” “Dit zou moeten verplicht worden voor iedereen die op het punt staat een studiekeuze te maken.” “Door de zoektocht in de tentoonstelling heeft mijn dochter een beter beeld wat wel en niet bij haar past.” “Prachtig uitgewerkt, die tentoonstelling. En ’t is enorm verhelderend om hier enerzijds beroepen te ontdekken waar we zelf nog nooit van hadden gehoord, en meteen een idee te krijgen van het soort studierichtingen dat daarnaartoe kan leiden.”
19
Mijn leerling Zoë is hier al eens geweest met haar ouders, en heeft op basis daarvan besloten om voor deze studierichting en onze school te kiezen. Leerkracht 2e Voeding-Verzorging, tijdens een bezoek met de klas De weinige kritische bedenkingen, waar we nochtans altijd voor hebben opengestaan, waren vooral van praktische aard: zo vonden twee ouders het een goed idee om met pijltjes duidelijk te maken waar de verschillende ontdekhoeken in de tentoonstelling zich bevonden, en dacht een ander dat dit concept beter zou aanslaan als verjaardagsfeestje of op woensdagnamiddag. Eén bezoeker van de 941 leek bij hoge uitzondering niet overtuigd van de meerwaarde van onze aanpak; die had naar eigen zeggen iets met veel meer theoretische info verwacht, en “indrukwekkender installaties zoals in Technopolis”.
20
De promotie De gevoerde promotie voor deze reeks zondagen was minder intensief dan anders, omdat we ons vanwege tijdsnood noodgedwongen moesten beperken tot het hoogst noodzakelijke, en de sterkst renderende media. Des te opmerkelijker natuurlijk dat we desondanks een record konden breken. Dat hebben we dus grotendeels te danken aan de vertrouwde pijlers van de promotie: De geschreven pers: Visie, De Bond en Klasse voor Ouders.
Ons promonetwerk: de ruim 200 onderwijsmensen die actief hielpen bij de gerichte verspreiding van de flyers. Belangrijke bedenking: ondanks de ruime verdubbeling van het aantal verspreide exemplaren tot meer dan 10000, stijgt het rendement van deze inspanning slechts heel beperkt. Dit is dus veruit ons meest arbeidsintensieve kanaal.
Het internet: naast de nieuwsbrieven van bevriende organisaties waren het vooral de gespecialiseerde online evenementenkalenders die véél bezoekers hebben overtuigd. De stijl stijgende lijn van de voorbije jaren heeft zich gewoon verder doorgezet, waardoor dit kanaal bijna evenveel bezoekers oplevert als de meer ‘traditionele’. Terzijde: daarnaast speelde ook het mindere weer in ons voordeel. In tegenstelling tot vorig schooljaar was het op deze zondagen zelden mooi, wat waarschijnlijk een bescheiden rol heeft gespeeld in dit goede resultaat. De toekomst Met enige trots komen we alweer tot dezelfde conclusie: dit kleinere luik van de werking van Het Beroepenhuis blijft uiterst relevant, en is kwalitatief sterk dankzij het kritisch 21
bijsturen van de educatieve omkadering én spreekt een groeiend publiek aan. We blijven hier dus op inzetten. Om ook volgend schooljaar een groot aantal ouders en kinderen op dezelfde manier te kunnen ondersteunen bij de soms moeilijke studiekeuze, zullen we vooral verder investeren in de promotie door er meer ruimte voor te maken, en ook te experimenteren met nieuwe kanalen.
2. Resultaten Bezoekers 2.1 Werkingsjaar 2011-2012. Resultaten. 2.1.1 Schooljaar 2011–2012. Aantal groepen, leerlingen en leerkrachten. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Aandeel scholen dat terugkomt. Schooljaar 2011-2012. groepen en leerlingen. september oktober november december januari februari maart april mei juni juli TOTAAL
Aantal n schooldagen 22 20 17 17 17 16 22 11 19 21 0 182
22
n schoolgroepen 2 15 18 18 32 36 48 24 31 23 1 248
Vergelijking met voorgaande schooljaren 2005-'06 2006-'07 2007-'08 2008-'09 2009-'10 2010-'11 2011-'12 TOTAAL
n schoolgroepen 80 213 220 223 242 256 248 1482
n leerlingen 2.446 5.586 5.966 6.451 6.745 7.276 7.018 41.488
n leerkrachten
645 680 663 1.988
Tijdens het schooljaar 2011–2012 ontvingen we 248 groepen (een groep krijgt een volledig programma van 3 uren) met in totaal 7.018 leerlingen. Zij werden begeleid door 663 leerkrachten. De meeste bezoekers kwamen in maart. Tegenover het schooljaar 2010-2011 daalde het leerlingenaantal met 3,5 %. Scholen die terugkomen 20052006 80 66
20062007 213 180
20072008 220 193
20082009 223 199
20092010 242 209
20102011 256 226
20052006 n scholen per jaar 66 n scholen dat terugkomt het schooljaar nadien 27 percentage scholen dat terugkomt 41
20062007 180
20072008 193
20082009 199
20092010 209
20102011 226
69
77
96
115
113
38
40
48
55
50
n scholengroepen uit n scholen
23
20112012 248 209
Tijdens het voorgaande schooljaar 2010–2011 ontvingen we 256 schoolgroepen uit 226 scholen. Van deze 226 scholen kwamen er 113 terug (50%). Sommige scholen konden evenwel geen bezoek meer reserveren omdat Het Beroepenhuis reeds volgeboekt was of de resterende vrije data niet meer in het schoolprogramma pasten. Er wordt enkel gekeken naar de scholen die terugkomen het jaar nadien. Met scholen die bvb. met 5 en 6 samenkomen en om de 2 jaar reserveren, werd geen rekening gehouden. 2.1.2 Schooljaar 2011–2012. Verdeling leerlingen Basisonderwijs en Secundair Onderwijs en leerjaren. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Schooljaar 2011-2012. Verdeling leerlingen over Basisonderwijs en Secundair Onderwijs n leerlingen 5106 1912 7018
basis secundair TOTAAL
n schoolgroepen 172 76 248
Vergelijking met voorgaande schooljaren n leerlingen
basis
secundair
2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 TOTAAL
1266 4112 4573 4557 4462 4906 5106 28982
1180 1474 1393 1894 2283 2370 1912 12506
24
basis in % 52 74 77 71 66 67 73
secundair in % 48 26 23 29 34 33 27
n schoolgroepen 2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2008 2009-2010 2010-2011 2011-2012 TOTAAL
basis 43 153 161 152 159 170 172 1010
secundair 37 60 59 71 83 86 76 472
Van de 248 groepen die Het Beroepenhuis bezochten, kwamen er 172 uit het basisonderwijs en 76 uit het secundair onderwijs. Het gaat hier om 5106 leerlingen uit het basisonderwijs (73%) en 1912 leerlingen uit het secundair onderwijs (27%). De trend waarbij ongeveer 30% van de bezoekers uit het secundair onderwijs en de overige 70% uit 25
het basisonderwijs komen, zette zich ook tijdens dit schooljaar door, al wordt de kloof opnieuw wat groter. 2.1.3 Schooljaar 2011–2012. Verdeling leerlingen over leerjaren. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Schooljaar 2011-2012. Verdeling leerlingen over leerjaren Leerjaren 4de 5de 6de 5de 6de 5de 6de bubao 1a 1b 1a 1b 1a 2a 1b 2b 1a 1b 2a 2a 2b 2a 2b Buso Okan Andere TOTAAL
n leerlingen 0 644 158 3739 565 161 513 127 26 22 0 444 127 35 21 428 8 7018
26
Wat het basisonderwijs betreft, kwam 73% van de leerlingen, namelijk 3.739, uit het 6de leerjaar, 644 leerlingen of 13% kwamen uit gemengde klassen van het 5de en het 6de leerjaar en 158 (3%) enkel met het 5de leerjaar. 565 leerlingen (11%) kwamen uit het buitengewoon basisonderwijs type 1 en/of type 8 en heel af en toe enkele leerlingen type 3. Wat het secundair onderwijs betreft, kwamen de meeste leerlingen uit het 1e jaar bstroom (513 of 27%), gevolgd door de leerlingen uit het 2e jaar a-stroom (444 of 23%). Daarna kwamen de leerlingen uit de onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers (428 of 22%). Op de vierde plaats staan de leerlingen uit het 1 e jaar a-stroom (9%). Daarna komen de leerlingen uit het 2e jaar b-stroom (127 of 7%) en de leerlingen uit het 1e jaar a– en bstroom (127 of 7%). Hierna kwam de groep leerlingen uit het 2e jaar a- en b-stroom (35 of 2%). Tenslotte waren er 26 leerlingen (1%) met een gemengde groep uit het 1e en 2e jaar a–stroom, uit het 1e en 2e jaar b–stroom (22 of 1%), uit het buitengewoon secundair onderwijs (21 of 1%) en 8 leerlingen die de jeugddienst kwamen. Vergelijking met voorgaande schooljaren
Leerjaren
2005-'06
4de 5de 6de
2006-'07
2007-'08
2008-'09
2009-'10
2010-'11 2011-'12
0
31
0
0
0
41
0
357
799
443
845
815
1218
644
5de
0
163
320
198
174
195
158
6de
732
2917
3502
3241
3045
3166
3739
bubao
177
202
308
267
428
286
565
5de 6de
Leerjaren
2005-'06
2006-'07
2007-'08
2008-'09
2009-'10
2010-'11 2011-'12
1a
113
130
281
119
149
263
161
1b
161
192
274
529
547
544
513
1a 1b
161
92
26
86
414
64
127
1a 2a
164
129
64
91
61
0
26
27
1b 2b
86
132
87
89
16
74
22
0
27
0
26
0
0
0
2a
177
273
243
292
188
595
444
2b
221
203
176
268
192
316
127
2a 2b
21
153
79
88
374
73
35
Buso
29
26
24
32
83
94
21
Okan
47
85
138
274
248
347
428
0
32
1
6
11
0
8
2446
5586
5966
6451
6745
7276
7018
1a 1b 2a
Andere TOTAAL
28
Wat de verdeling tussen de leerlingen van het basisonderwijs betreft, gelden dezelfde verhoudingen als tijdens het schooljaar 2010-2011, al zijn er opnieuw meer schoolgroepen met leerlingen uit het 6de leerjaar (stijging met 9%) tegenover een daling van de leerlingen die met het 5de en 6de leerjaar samen komen (daling met 12%). De groep leerlingen uit het buitengewoon basisonderwijs stijgt opnieuw (met 5%). Voor het secundair onderwijs kunnen we vaststellen dat de leerlingen uit het 1 e jaar bstroom en deze uit het 2e jaar a-stroom opnieuw van plaats wisselen op de eerste en tweede plaats. Dit jaar staat de groep met leerlingen uit het 1ste jaar b-stroom (27% van de leerlingen) als grootste groep, gevolgd door de groep leerlingen uit het 2e jaar astroom (23% van de leerlingen). Net zoals vorig schooljaar staan de OKAN – leerlingen op de 3e plaats met 22%. Hier kennen we opnieuw een stijging van het aantal leerlingen van 347 in het schooljaar 2010-2011 naar 428 dit schooljaar. Plaatsen 1, 2 en 3 worden dus meteen ingevuld door 72% van de leerlingen. Op de 4 e plaats staan de leerlingen uit het 1e jaar a-stroom (met 8% van de leerlingen). De 5e plaats wordt gedeeld door de gemengde groep met leerlingen uit het 1ste jaar a- en b-stroom, met opnieuw een verdubbeling van de leerlingen tegenover vorig schooljaar (van 64 naar 127), en de leerlingen uit het 2e jaar b-stroom (telkens 7% van de leerlingen), waar we wel een terugval van 316 naar 127 vaststellen. De rest wordt aangevuld met kleine groepen van achtereenvolgens de leerlingen uit het 2e jaar a- en b-stroom (met 35 of 2%), de gemengde groep leerlingen uit het 1e en 2e jaar a-stroom (met 26 of 1%), de gemengde groep leerlingen uit het 1e en 2e jaar b-stroom (met 22 of 1%), de leerlingen uit het Buso (met 21 of 1%) en tenslotte 8 leerlingen in het kader van Grabbelpas–activiteiten.
29
2.1.4 Schooljaar 2011–2012. Verdeling groepen over netten. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Schooljaar 2011-20 Verdeling schoolgroepen over netten.
vrij onderwijs gemeenschapsonderwijs gemeentelijk/stedelijk onderwijs provinciaal onderwijs Andere (Jeugdwerking, Stadsklassen,…) TOTAAL
aantal groepen 133 53
in % 54 21
50 1
20 0
11 248
4 100
Vergelijking met voorgaande schooljaren 2005-'06 2006-'07 2007-'08 vrij onderwijs 33 128 127 gemeenschapsonderwijs 21 36 30 gemeentelijk/stedelijk onderwijs 18 40 54 provinciaal onderwijs 7 5 5 Andere (Jeugdwerking, Stadsklassen,…) 1 4 4 TOTAAL 80 213 220
30
2008-'09 2009-'10 2010-'11 2011-'12 121 126 134 133 41 56 55 53 56 3
49 3
56 2
50 1
2 223
8 242
9 256
11 248
Wat de verdeling over de netten betreft, kwamen de meeste groepen uit het vrije net (54%). Daarna komen de schoolgroepen uit het gemeenschapsonderwijs (21%), het gemeentelijke net (20%) en via andere kanalen zoals stadsklassen en jeugdwerking (5%). Er was 1 provinciale school. 2.1.5 Schooljaar 2011–2012. Verdeling groepen over provincies. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Schooljaar 2011-2012. Verdeling groepen over provincies.
Oost - Vlaanderen Antwerpen Vlaams - Brabant West - Vlaanderen Limburg Brussels Hoofdstedelijk Gewest TOTAAL
aantal groepen 150 27 18 48 2
in % 60 11 7 19 1
3 248
1 100
31
Vergelijking schooljaren
met
voorgaande
2005-'06 Oost - Vlaanderen 56 Antwerpen 13 Vlaams - Brabant 6 West - Vlaanderen 5 Limburg 0 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 0 TOTAAL 80
2006-'07 111 26 35 35 0
2007-'08 115 22 30 47 1
2008-'09 115 26 24 54 1
2009-'10 129 31 28 47 2
2010-'11 146 31 23 53 0
2011-'12 150 27 18 48 2
6 213
5 220
3 223
5 242
3 256
3 248
32
Wat de verdeling over de provincies betreft, kwamen de meeste groepen uit Oost– Vlaanderen (60%). Daarna komt de provincie West–Vlaanderen (19%) en de provincie Antwerpen (11%). 7% van de groepen kwam uit de provincie Vlaams - Brabant en 1% uit het Brussels Hoofdstedelijk gewest. De provincie Limburg werd ook bereikt met 1%. 2.1.6 Schooljaar 2011-2012. Deelname aan de beroepenateliers Het Beroepenhuis tracht om elk atelier ongeveer even vaak te laten doorgaan. Dit is echter niet altijd mogelijk. Verschillende factoren hebben hierop een invloed: (1) ateliers die in dezelfde ruimte doorgaan kunnen niet gelijktijdig ingepland worden, (2) sommige ateliers zijn moeilijk te organiseren als er 120 bezoekers zijn op één dag, (3) sommige ateliers zijn minder geschikt voor leerlingen uit bijzonder onderwijs, voor anderstalige nieuwkomers of voor groepen die een leerling in een rolstoel mee hebben. Daarnaast (4) proberen we om niet te vaak van ateliers te wisselen binnen de stageperiode van een stagiair. Ook (5) geven leerkrachten voorkeuren door van ateliers die het beste binnen hun project passen en soms komen voorkeuren van leerkrachten die op dezelfde dag komen niet overeen. Tenslotte (6) trachten we om scholen die voor de 3 de of 4de keer op bezoek komen iets anders aan te bieden dan bij hun vorige bezoek. In het onderstaande schema wordt weergegeven hoe vaak elk beroepenatelier werd ingepland en hoeveel leerlingen het atelier hebben uitgevoerd tijdens het schooljaar 20112012. Telkens wordt ook weergegeven welk percentage van het totaal aantal scholengroepen of het totaal aantal leerlingen het beroepenatelier heeft uitgevoerd.
33
aantal % van totaal aantal scholengroepen aantal groepen leerlingen
% van totaal aantal leerlingen
65
26
1805
26
62
25
1771
25
48
19
1461
21
50
20
1372
20
Voedingsindustrie 57
23
1708
24
Social profit
47
19
1234
18
Bouw Grafische industrie Haven binnenvaart
66
27
1764
25
47
19
1361
19
54
22
1560
22
496
200
14036
200
Ateliers Chemie kunststoffen Horeca Transport logistiek Metaal technologie
Totaal
en
en en
en
Bij wijze van voorbeeld lees je deze tabel als volgt: Het beroepenatelier voor de sector chemie en kunststoffen werd door 65 (van de 248) bezoekende groepen uitgevoerd, dus 27% van de bezoekende scholen deed dit beroepenatelier. Dat betekent dat 1.805 leerlingen (van de 7.018) dit atelier hebben uitgevoerd, dus 26% van het totaal aantal bezoekende leerlingen. Omdat de leerlingen telkens 2 ateliers uitvoeren krijg je bij het totaal aantal scholengroepen een totaal van 496 groepen, met een totaal aantal leerlingen van 14.036. Wanneer deze cijfers gedeeld worden door 2 (want 2 ateliers per groep), krijg je het werkelijke totaal aantal groepen (256) en leerlingen (7.276) die Het Beroepenhuis bezocht hebben tijdens het schooljaar 2010-2011. Ook omdat leerlingen telkens 2 ateliers uitvoeren, krijg je 200% als alle percentages worden samengeteld. Om de verhoudingen tussen de frequentie van de beroepenateliers van de verschillende sectoren ten opzichte van elkaar zichtbaar te maken, werden de percentages naar 100% teruggebracht. Deze worden enkel getoond om de verhoudingen zichtbaar te maken. Het zou dus een foute interpretatie zijn om bijvoorbeeld te zeggen dat 13% van de bezoekers het atelier van de sector horeca heeft uitgevoerd. Voor die percentages raadpleeg je de bovenstaande tabel.
34
Ateliers
% groepen
% leerlingen
Chemie en kunststoffen
14
12
Horeca
13
13
Transport en logistiek
10
10
Metaal en technologie
10
10
Voedingsindustrie
11
12
Social profit
9
9
Bouw
13
13
Grafische industrie
9
10
Haven en binnenvaart
11
11
Bij een ideale verdeling tussen de 9 verschillende beroepenateliers, zou elk beroepenatelier 55 keer moeten worden ingepland (11%). In de praktijk is het onmogelijk om deze verdeling te waarborgen. Hieronder zie je de verhoudingen tussen de beroepenateliers van de verschillende sectoren in het schooljaar 2011-2012. verdeling scholengroepen
11%
14%
C&K Horeca
9% 13%
T&L M&T Voedingsind.
13%
Social profit
10%
Bouw Grafische ind.
9%
10%
H&B
11%
Wanneer we dan kijken hoeveel leerlingen er telkens in die scholengroepen zaten, wijzigen de verhoudingen nog lichtjes.
35
verdeling leerlingen
11%
12%
C&K Horeca
10% 13%
T&L M&T Voedingsind.
13%
Social profit
10%
Bouw Grafische ind.
9%
10%
H&B
12%
De meeste beroepenateliers komen ongeveer even vaak aan bod. Dit schooljaar kwamen grafische industrie en social profit in verhouding iets minder aan bod (elk 9% terwijl 11 % gemiddeld). Dit is vermoedelijk te wijten aan het feit dat er in de ruimte achteraan waar deze ateliers worden opgesteld 5 van de 9 ateliers kunnen doorgaan, terwijl in de ruimte vooraan slechts 4 ateliers roteren. 2.1.7 Schooljaar 2011–2012. Annuleringen. Er waren 13 annuleringen tijdens het schooljaar 2011-2012 waarvan er 4 toe te schrijven waren aan onvoorziene omstandigheden (sneeuwoverlast, staking treinen,…). Eén schoolgroep vond een andere activiteit in de buurt waardoor de transportkosten konden vermeden worden. Eén school zat boven het voorziene budget en een andere school kreeg geen toestemming van de directie. Voor 3 andere scholen werd geen reden opgegeven. Voor 2 van deze scholen werd een nieuwe datum gevonden. Op 27 maart hebben we zelf 3 scholen moeten annuleren omdat er geen elektriciteit voorhanden was door werken van Eandis. Voor één school kon een nieuwe datum worden gevonden. Er is tenslotte 1 school niet komen opdagen. 2.1.8 Schooljaar 2011–2012. Vrije bezoekers. Overzicht. datum bezoek
organisatie
reden van bezoek
aantal bezoekers
1
1/09/2011 OTC Gent
Knelpuntberoepen ontdekken
12
2
2/09/2011 OTC Gent
Knelpuntberoepen ontdekken
12
3
9/09/2011 BECI Brussel
Kennismaking
2
Kennismaking
56
4 5
29/09/2011 Hogent 5/10/2011 Integratiedienst Stad Gent
Workshop materialenbeurs
2
6
KAHO Sint-Lieven Sint 17/10/2011 Niklaas
Kennismaking
14
7
23/11/2011 OTC Gent
Knelpuntberoepen ontdekken
17
36
8
1/12/2011 Handelsreizigers in ideeën
Voorbereiding Boetiek Techniek
9
2/12/2011 Hogent
Kennismaking
10
10
15/12/2011 Lessius Hogeschool Mechelen Kennismaking
2
11
15/12/2011 Dienst werk Gent
Kennismaking
16
12
22/12/2011 Artevelde hogeschool Gent
Kennismaking
3
13
Plantijn Hogeschool 18/01/2012 Antwerpen
Kennismaking
6
14
18/01/2012 NMBS-Holding
Sponsoring
3
15
25/01/2012 DBO Vak-Werk Brussel
Kennismaking
2
4
16
2/02/2012 VDAB Gent
Kennismaking
14
17
13/02/2012 FVB Brussel
Kennismaking
9
18
16/02/2012 VDAB Gent
Kennismaking
7
19
22/02/2012 OTC - OCMW Gent
Knelpuntberoepen ontdekken
14
20
21/02/2012 HoGent
Kennismaking
15
21
15/03/2012 Ugent - Onderwijskunde
Kennismaking
12
22
Vlaams Huis van de Voeding 19/03/2012 Miummm Roeselare
Kennismaking
3
23
Algemeen beleid sociaal werk 20/03/2012 Hogent
Kennismaking
13
24
2/04/2012 Verapa Gent
Open zondag voor VERAPApubliek
1
25
2/04/2012 BOM Brussel
prospectie anderstalige nieuwkomers
2
Kennismaking
1
Kennismaking
2
26 27
24/04/2012 CLB GO Brussel 3/05/2012 Kazou Limburg Hasselt
28
19/06/2012 Bio Base Europe Terneuzen
Kennismaking
4
29
25/06/2012 Gemeente Kortenberg
Kennismaking
2
30
26/06/2012 VDAB Gent
prospectie anderstalige nieuwkomers
1
31
26/06/2012 Bond Moyson - thuishulp Gent Kennismaking
2
32
28/06/2012 Bedrijf ABC Gent
3
Kennismaking
266
Er werden gedurende het schooljaar ook 32 rondleidingen gegeven op aanvraag. Vanuit verschillende organisaties konden 266 bezoekers kennismaken met Het Beroepenhuis. 37
2.1.9 Schooljaar 2011-2012. Open zondagen. In het schooljaar 2011-2012 ontvingen we op de open zondagen niet minder dan 941 bezoekers. Dat is een stijging van 91 mensen of bijna 11% tegenover de vorige reeks, en dus een succes. Hieronder nog eens de positieve evolutie van het aantal bezoekers door de jaren heen.
Binnen deze reeks zondagen zien we dan weer een evolutie zoals we die min of meer konden verwachten op basis van onze eerdere ervaringen. Het enige dat enigszins verraste was het feit dat de curve dit jaar minder vloeiend oogt dan voorheen. De voorbije jaren waren de eerste zondagen rustiger en werd het toppunt bereikt ongeveer in maart om daarna opnieuw te zakken. Conclusie: de opkomst op een zondag is nooit volledig voorspelbaar.
De verhoudingen tussen het aantal jongeren en volwassen bezoekers sluit dan weer heel sterk aan bij het verleden. Hieronder een gedetailleerd overzicht.
38
1 2 4 3 5 6 7 8
Datum
# 10-14 # jonger # ouder # Totaal jarigen dan 10 dan 14 volwassenen
22/01/2012 5/02/2012 19/02/2012 4/03/2012 18/03/2012 22/04/2012 6/05/2012 3/06/2012 Totaal
56 33 61 52 28 47 34 39 350 481
12 9 20 21 9 19 11 7 108
6 0 5 0 2 2 8 0 23
65 40 90 69 39 68 46 43 460
139 82 176 142 78 136 99 89 941
De open zondagen blijken opnieuw aantrekkelijk voor gezinnen uit heel Vlaanderen: ook dit jaar hebben we mensen uit elke provincie over de vloer gekregen, en zelfs enkele dapperen uit Nederland.
39
Om in de toekomst op een efficiënte manier een groot aantal ouders en jongeren te blijven bereiken met dit aanbod, hebben we precies in kaart gebracht welke promotiekanalen het sterkste effect hadden.
Hieronder een schets van de evolutie per promokanaal door de jaren heen.
Opvallend is vooral de jaarlijks sterk stijgende lijn van het aantal mensen dat we bereikten via het internet. Net zoals bij de geschreven pers kost dit ons relatief weinig moeite en tijd. Dat staat in sterk contrast met ons andere belangrijke kanaal; de verspreiding van flyers via ons netwerk van geëngageerde onderwijsmakers, die deze gebruiken om hun leerlingen en ouders te tippen over ons aanbod. De systematische verdubbeling van de geïnvesteerde energie tijdens de laatste jaren, lijkt hoogstens voldoende om vergelijkbare resultaten te behalen. Het eigenlijke rendement ligt hier dan ook een stuk lager, en daar moeten we in de toekomst een oplossing voor zoeken door te experimenteren met andere opties.
40
2.2 Werkingsjaar 2011-2012. Evaluaties van de bezoekers. Met de evaluatieformulieren peilen wij naar de evaluatie van een bezoek aan Het Beroepenhuis bij de bezoekers. Dit zowel vanuit het standpunt van de leerlingen, als van de leerkrachten/begeleiders. Het laat ons toe om verbeteringen aan te brengen en van een bezoek aan Het Beroepenhuis een geslaagde ervaring te maken. Daarnaast willen we ook onderzoeken welke effecten een bezoek aan Het Beroepenhuis heeft op de beeldvorming van jongeren over technische beroepen. Tenslotte willen we ook nagaan welke projecten, lesmaterialen en activiteiten er gebruikt worden om de thema’s beroepsen studiekeuze in de klas te brengen. Het evaluatieformulier bestaat uit twee delen; - Het eerste deel is bedoeld voor de leerkracht/begeleider. Het bevat vragen over de inhoud van de interactieve tentoonstelling, de beroepenateliers en de begeleiding ervan. In dit deel worden ook de voorbereiding en opvolging van het bezoek toegelicht, alsook de algemene evaluatie. - Het tweede deel is bedoeld voor de leerlingen. De leerkracht evalueert en reflecteert met de leerlingen aan de hand van een kringgesprek. Van de 248 scholengroepen die Het Beroepenhuis bezochten, werden er 85 evaluatieformulieren ontvangen. 34% van de scholengroepen heeft zijn evaluatieformulier dus terugbezorgd. De responsgraad blijft dus ongeveer hetzelfde als vorig schooljaar. 2.2.1 Evaluatie van de leerkracht/begeleider 2.2.1.1. De inleiding aan de hand van het beroepenfilmpje Ik vond de inhoud van het filmpje (= beroepen, sectoren, uitspraken ‘waarom werken?’) goed. Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
68% 26% 4% 0% 2%
41
Ik vond de toelichting en het vraaggesprek bij het filmpje door de beroepenhuis – begeleider goed. Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
70% 28% 1% 0% 1%
Opmerkingen bij het filmpje 68% van de leerkrachten is het helemaal eens met de inhoud van het filmpje. De toelichting en het vraaggesprek worden door 70% van de leerkrachten goed bevonden. De leerkrachten vinden het filmpje een korte en bondige maar goede, motiverende intro voor de leerlingen. De leerkrachten vinden de begeleiding ‘enthousiast’ en ‘op het niveau van de leerlingen’. Het vraaggesprek verloopt ‘vlot’ en ‘duidelijk en rustig’ met een ‘doelgerichte vraagstelling’. Leerkrachten vinden het vooral positief dat de leerlingen reeds bij de start de kans krijgen om kennis te maken met de sectoren. Dat alle sectoren uit de tentoonstelling aan bod komen wordt dan ook erg positief onthaald. Enkele leerkrachten vermelden dat deze inleiding perfect aansluit bij de voorbereidende les die werd voorzien door Het Beroepenhuis. 4% van de leerkrachten zijn minder tevreden. Sommige leerkrachten geven echter aan dat het filmpje iets te snel gaat en te chaotisch is voor leerlingen met taalproblemen en leerlingen uit het buitengewoon onderwijs. Een begeleider van leerlingen uit het buitengewoon onderwijs geeft als suggestie de tekst in het filmpje auditief te ondersteunen. Een andere begeleider stelt voor om de prenten, die worden voorzien ter ondersteuning van deze leerlingen, te projecteren op het scherm. Daarnaast zijn er nog een aantal opmerkingen van praktische aard. Een aantal leerkrachten geeft de opmerking dat de stoelen te dicht staan opgesteld bij het scherm en, zoals we zelf reeds konden vaststellen, zijn de beelden van de film af en toe onvoldoende zichtbaar door teveel lichtinval. Tenslotte is er één leerkracht die vindt dat de inleiding veel te lang duurt en vrij zinloos is. 42
2.2.1.2. De interactieve tentoonstelling (met zoektocht) Ik vond de inhoud van de interactieve tentoonstelling (beroepenfiches, goed om weten, uitspraken, interacties, …) goed. Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
Ik vond de methodiek leesopdrachten) goed.
84% 14% 0% 0% 2%
(gestuurde
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
zoektocht
per
twee
met 91% 8% 0% 0% 1%
43
doe-
en
Ik vond de begeleiding leerlingen,…) goed.
(tijdens
zoektocht,
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
bij
de
nabespreking
met
86% 11% 0% 0% 3%
Opmerkingen bij de interactieve tentoonstelling De leerkrachten vinden een bezoek aan de tentoonstelling leuk, afwisselend en erg vernieuwend. 91% van de leerkracht duidt dan ook aan het helemaal eens te zijn met de manier van werken. Zij benoemen de tentoonstelling als een ‘zelfstandige leeractiviteit’ waarbij de leerlingen de kans krijgen op een ‘speelse’, ‘actieve’ manier bij te leren. De leerlingen krijgen zelf de kans om info ‘te ontdekken’ en zijn op die manier ‘betrokken’ en ‘gemotiveerd’. 44
84% van de leerkrachten is akkoord met de inhoud van de tentoonstelling. De leerlingen krijgen een beter beeld op de beroepen en hebben na het bezoek ook een beter beeld op hun eigen keuze. De uitbreiding met de nieuwe sectoren en de leuke nabespreking na het bezoek aan de tentoonstelling worden door meerdere leerkrachten aangehaald. Tenslotte wordt ook hier erg positief gereageerd op de begeleiding. 86% van de leerkrachten vindt de begeleiding zeer goed. Alles wordt vlot en duidelijk uitgelegd, de begeleiding weet de leerlingen te boeien en is aangepast aan de leerlingen. Sommige begeleiders van leerlingen uit het buitengewoon basisonderwijs vinden dat er te veel informatie wordt voorzien op de verschillende fiches. De leerlingen nemen volgens hen niet de moeite om alle teksten te lezen. Daarnaast vinden enkele begeleiders en leerkrachten dat er in de tentoonstelling te veel beroepen aanwezig die niet passen in de toekomstmogelijkheden van deze leerlingen of van leerlingen uit het 1 ste jaar BSO. Dit zorgt er volgens hen voor dat sommige leerlingen na het bezoek zeer onrealistische studiemogelijkheden opnoemen. Enkele leerkrachten geven aan dat de tentoonstelling voor een aantal leerlingen te lang duurt, andere leerkrachten vinden dat er te weinig tijd voorzien is om alles te zien. 2.2.1.3. De beroepenateliers Ik vond de methodiek van de beroepenateliers (een beroep zelf ervaren en de talenten nadien in een gesprek expliciet maken, …) goed. Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
76% 19% 0% 1% 4%
45
Ik vond de begeleiding van de beroepenateliers goed. Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
86% 9% 0% 1% 4%
Opmerkingen bij de methodiek en begeleiding van de beroepenateliers 76% van de leerkrachten gaat volledig akkoord met de aanpak van de beroepenateliers. De leerkrachten vinden dat de ateliers de werkelijkheid zeer goed nabootsen en de essentie van de beroepen verduidelijken. Zij vinden het heel boeiend, geven aan dat de leerlingen het als zeer fijn ervaren en dat zij dit niet zelf kunnen verwezenlijken in de klas. Verder worden de zeer afwisselende opdrachten, de actieve deelname van elk kind en het zelf ervaren van beroepen aangehaald als sterke punten. Ook de heldere uitleg en de gesprekjes achteraf, waarbij er wordt gepeild naar ervaringen en talenten, worden als een echte meerwaarde gezien. 9% van de leerkrachten is het ‘eerder eens’ en 1% is het ‘oneens’ met de aanpak van de beroepenateliers. 4% van de leerkrachten heeft hierover geen mening. Deze leerkrachten geven hiervoor verschillende redenen. Sommige leerkrachten vinden het jammer dat slechts 2 sectoren worden uitgediept. Anderen vinden dat je sommige ateliers gerust zelf op school kan realiseren en nog anderen vinden dat een aantal van de getoonde beroepen reeds in mindere of meerdere mate gekend zijn door de leerlingen. Eén leerkracht geeft aan dat de leerlingen spectaculairdere activiteiten hadden verwacht. Enkele begeleiders van leerlingen uit onthaalklassen vinden dat het soms iets te snel gaat en iets te moeilijk is voor hun leerlingen. Ook dit schooljaar zijn de leerkrachten opnieuw erg tevreden over de begeleiding. 86% van de leerkrachten ervaart de begeleiding als zeer goed.
46
Ik vond de inhoud van de beroepenateliers (kennisoverdracht) goed. Om onderstaande cijfers goed te kunnen lezen, is het belangrijk om te weten dat de leerkrachten telkens slechts twee ateliers beoordelen. Omdat de ene leerkracht strenger quoteert dan de andere, kunnen de ateliers moeilijk onderling vergeleken worden. Bouw
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
84% 8% 4% 0% 4%
Metaal en Eens technologie Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
77% 8% 15% 0% 0%
Transport en logistiek
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
82% 18% 0% 0% 0%
Horeca
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
73% 18% 0% 4% 5%
Social profit
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
71% 23% 0% 0% 6%
Chemie en Eens kunststoffen Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
90% 5% 0% 0% 5%
Grafische industrie
68% 16% 11% 0% 5%
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
47
Voedings industrie
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
83% 12% 0% 0% 5%
Haven en Eens binnenvaart Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
89% 6% 5% 0% 0%
Opmerkingen bij de inhoud van de beroepenateliers De inhoud van de ateliers wordt door de meest leerkrachten als goed ervaren. Bij meerdere ateliers zijn er echter enkelen die het ‘eerder oneens’ of ‘oneens’ zijn met de inhoud of hierover ‘geen mening’ hebben. Bij het atelier van de sector Bouw antwoordt 4% dat zij het ‘eerder oneens’ zijn. Eén leerkracht merkt hierbij op dat dit atelier te eenvoudig wordt voorgesteld en op deze manier ook te organiseren is in de klas. Bij het atelier van Metaal en technologie antwoordt 15% van de leerkrachten dat zij het ‘eerder oneens’ zijn met de inhoud van het atelier. Sommige leerkrachten vinden de leerwinst beperkt omdat het voor veel kinderen niet de eerste keer was dat zij zo’n badge maakten. Bij het atelier van Transport en logistiek is niemand het oneens. Als de groep te groot is, zijn er veel leerlingen die weinig kunnen doen en enkel kunnen toekijken. Bij het atelier Horeca is 4% het ‘oneens’. De voornaamste redenen hiervoor zijn volgens hen het chaotische verloop en het feit dat dit atelier ook op school te realiseren is. Bij het atelier van Social profit is niemand het oneens. Enkele leerkrachten vinden dat de leerlingen de opdracht met de rolstoel en de opdracht rond het gebruik van de tiltechniek niet serieus nemen. Enkel leerkrachten van kinderen uit het buitengewoon onderwijs en vanuit onthaalklassen geven aan dat de inhoud het atelier van Chemie en kunststoffen niet aansluit bij het niveau van hun leerlingen. Deze jongeren worden later geen laborant. Niemand is het oneens met dit atelier. Over het atelier van de Grafische industrie is niemand het oneens. 11% van de leerkrachten is het ‘eerder oneens’ met dit atelier. Sommige leerkrachten vinden dat dit atelier meer toegespitst mag zijn op hoe Grafische industrie tegenwoordig in zijn werk gaat. De technieken die de jongeren tijdens het atelier hanteren zijn geen moderne technieken. Niemand is het oneens over het atelier van de Voedingsindustrie. Eén leerkracht geeft aan dat de bewaartechnieken nog niet gekend zijn bij de 48
kinderen en gaat niet akkoord met deze opdracht uit het atelier Voedingsindustrie. 5% is het ‘eerder oneens’ met het atelier van de Haven en binnenvaart. Voor het atelier van Haven en binnenvaart geeft men aan dat men nog spectaculairdere dingen verwachtte en men vindt deze beroepen minder voor de hand liggend voor hun leerlingen. 2.2.1.4 Effecten van een bezoek aan het beroepenhuis Wat zijn volgens u de effecten van een bezoek aan Het Beroepenhuis in het kader van studie – en beroepskeuze? Verruiming van de kennis over de wereld van arbeid en beroepen in het algemeen (‘waarom werken’, bestaan van bedrijfssectoren,…) Bijdrage aan mentaliteitswijziging ten aanzien van praktisch uitvoerende en technische beroepen Bijdrage aan het verwerven van zelfkennis van de leerlingen wat betreft eigen talenten en interesses (zelfconceptverheldering) Beïnvloeding van beroeps- of studiekeuze
88% 56% 71% 34%
Toelichting bij de effecten 88% van de leerkrachten vindt dat een bezoek aan Het Beroepenhuis ‘bijdraagt tot de verruiming van de kennis over de wereld van arbeid en beroepen in het algemeen’. Zij vinden dat de leerlingen de mogelijkheid krijgen om hun kennis over de wereld van beroepen zowel theoretisch als praktisch te verruimen. Daarnaast vinden zij dat er heel wat beroepen aan bod komen die voordien onbekend waren voor de leerlingen. Het effect ‘bijdrage aan mentaliteitswijziging ten aanzien van praktisch uitvoerende en technische beroepen’ wordt door 56% van de leerkrachten aangeduid. De leerlingen ondervinden dat technische richtingen niet te onderschatten zijn en zij leren de beroepen ook naar waarde schatten. De leerkrachten geven ook aan dat de jongeren zelf wel zouden kiezen voor een technische opleiding maar dat zij sterk beïnvloed worden door hun ouders. 71% van de leerkrachten gaat akkoord met de stelling dat een bezoek aan Het Beroepenhuis ‘bijdraagt aan het verwerven van zelfkennis van de leerlingen wat betreft eigen talenten en interesses.’ Leerlingen krijgen de kans om te ervaren of ze iets graag zouden doen en het biedt de leerlingen een aanzet om verder op onderzoek uit te gaan wat betreft hun interesses en talenten. Tenslotte vindt 34% van de leerkrachten dat het bezoek ‘de beroeps – of studiekeuze beïnvloedt’. Leerlingen die het nog niet weten, krijgen ideeën, sommige leerlingen ontdekken nog nieuwe mogelijkheden voor later en leerlingen die echt nog geen idee hebben, vormen tijdens het bezoek een mening i.v.m. hun beroepskeuze. De leerkrachten geven ook aan dat de beroeps – en studiekeuze voor de leerlingen nog erg veraf ligt, dat leerlingen sterk beïnvloed worden door hun ouders. De beïnvloeding van de studie – en beroepskeuze is daarenboven moeilijk meetbaar.
49
Enkele uitspraken van leerkrachten die dit illustreren: “Alle leerlingen hebben effecten ondervonden. Er is voor elk wat wils ook al zitten de leerlingen in functie van hun studiekeuze vaak op verschillende niveaus.” Leerkracht SISO Deurne, Antwerpen. “Kinderen komen in contact met verschillende beroepen en ze worden geconfronteerd met eigen talenten en vaardigheden.” Leerkracht VBS Don Bosco Sint - Niklaas, Oost – Vlaanderen “De link naar zelfkennis en talent is nodig en goed. Een mooie aanvulling op onze lessen.” Leerkracht Leefschool De Oogappel Gent, Oost – Vlaanderen Denkt u Het Beroepenhuis volgend schooljaar terug te bezoeken? Ja Nee
84% 16%
Wat zijn de redenen om Het beroepenhuis volgend schooljaar al dan niet te bezoeken? 84% van de leerkrachten denkt eraan om volgend schooljaar opnieuw een bezoek te brengen aan Het Beroepenhuis. De leerkrachten vinden het bezoek ‘heel verruimend’, ‘verrijkend’, ‘zeer nuttig’ en ‘een unieke ervaring’ voor de leerlingen. Meerdere leerkrachten geven aan dat een bezoek aan Het Beroepenhuis perfect past binnen het thema ‘studiekeuze’. Het geeft leerlingen een betere kijk op hun eigen mogelijkheden en het helpt hen om een beginnende en vooral juiste keuze te maken. Enkele leerkrachten beschouwen het als een mooie afsluiter ter voorbereiding op het secundair onderwijs. Ook het enthousiasme, de grote betrokkenheid en de motivatie van de leerlingen worden aangehaald als argumenten om opnieuw een bezoek te brengen. Het bezoek biedt een meerwaarde voor alle leerlingen. Tenslotte wordt de manier van werken, waarbij er op een speelse manier heel wat wordt aangeboden, opnieuw vernoemd. Een minderheid van de scholen denkt niet terug te komen volgend schooljaar. De redenen hiervoor zijn gelijklopend met voorgaande jaren. Vele scholen plannen slechts om de twee of drie jaar een bezoek in het kader van zeeklassen of omdat zij Het Beroepenhuis bezoeken met hun 5de en 6de leerjaar samen. Voor andere scholen is dit afhankelijk van het jaarlijkse budget en voor enkele scholen is het vervoer moeilijk te organiseren. Eén enkele school denkt niet terug te komen omdat zij volgend schooljaar geen leerlingen in het 6 de leerjaar zullen hebben op hun school. 2.2.1.5. Algemene evaluatie In de algemene evaluatie worden er bijna uitsluitend positieve reacties gegeven door de verschillende scholengroepen. Leerkrachten zijn erg tevreden over het bezoek en vinden het bezoek voor ‘herhaling vatbaar’. Zij benoemen het als ‘vernieuwend’, ‘educatief’ en ‘zeer goed georganiseerd’! Het bezoek is volgens hen ‘leuk en aangenaam’ maar ook erg ‘leerrijk’ voor de leerlingen. De leerkrachten vinden het bezoek ‘zeer geslaagd’ door de 50
vaste structuur, het actieve karakter en de goede nabespreking bij elke activiteit. De ‘enthousiaste’, ‘vlotte’, ‘gemotiveerde’ begeleiding op maat van de leerlingen, de aanpak en de afwisseling tijdens het bezoek worden ook erg positief onthaald. Tenslotte verwijzen de leerkrachten opnieuw naar het enthousiasme en de motivatie van hun kinderen. Eén leerkracht zegt: “Bij ons op school de moeilijkste klasgroep maar doordat hier alle leerlingen actief betrokken werden, werkten al de leerlingen toch goed mee.” Enkele uitspraken van leerkrachten die dit illustreren: “We doen dit nu al vijf jaar en we zijn van plan om volgend jaar terug te komen. Dit vertelt genoeg denk ik.” Leerkracht De Wegwijzer Wakken – West – Vlaanderen “Mooie aanzet om verder in de klas aan de slag te gaan.” Leerkracht Leefschool De Oogappel Gent – Oost – Vlaanderen “Het is altijd leuk om bij jullie op bezoek te komen!” Leerkracht Pius X Destelbergen – Oost – Vlaanderen “Kinderen werden op een leuke manier aangezet tot nadenken over verschillende beroepen.” Leerkracht GO Irishof – Antwerpen “Het Beroepenhuis is een schitterend initiatief!” Leerkracht Sint – Paulus Wevelgem – West – Vlaanderen “Zou ergens moeten verplicht zijn in het programma van de lagere school.” Leerkracht Oefenschool Blankenberge – West - Vlaanderen
2.2.2 De omkadering in de klas. Voorbereiding en opvolging van het bezoek aan Het Beroepenhuis Heeft u de leerlingen voorbereid op een bezoek aan Het Beroepenhuis? Ja Nee Niet ingevuld
67% 26% 7%
51
Hoe heeft u de leerlingen voorbereid op een bezoek aan Het Beroepenhuis? Lesvoorbereiding van Het Beroepenhuis Materiaal van Het Beroepenhuis: Beroepen(t)huis in de klas Materiaal van Het Beroepenhuis: Helden van elke dag Materiaal van het CLB Handboek, werkboek of methode Andere materialen (bv. zelf ontwikkeld, elders gevonden,…) Andere activiteiten (bv. doedag, bedrijfsbezoek, bezoek aan andere scholen,…)
26% 22% 11% 46% 8% 16% 21%
Heeft u een naverwerking voorzien van het bezoek aan Het Beroepenhuis? Ja Nee Niet ingevuld
82% 10% 8%
Hoe gebeurt de naverwerking van het bezoek aan Het Beroepenhuis? Lesvoorbereiding van Het Beroepenhuis Materiaal van Het Beroepenhuis: Beroepen(t)huis in de klas Materiaal van Het Beroepenhuis: Helden van elke dag Materiaal van het CLB Handboek, werkboek of methode Andere materialen (bv. zelf ontwikkeld, elders gevonden,…) Andere activiteiten (bv. doedag, bedrijfsbezoek, bezoek aan andere scholen,…)
25% 19% 15% 46% 13% 28% 36%
Het gebruikte materiaal dat hierboven nog niet aan bod kwam: - Op stap naar het secundair onderwijs - Interview met mensen uit het beroepsleven - VDAB beroepenfilmpjes - Kringgesprek met de leerlingen - Spreekbeurt - Artikel/verslag voor de schoolwebsite - Spel kies raak - Lesmateriaal Hout vasthouden - Evaluatie Beroepenhuis Andere activiteiten: - Bezoek aan een secundaire school - Voorstelling ‘Multiple Choice’ - Beroepenbeurs - Kieswijsbeurs - Doedag - Snuffelstage - Bezoek van oud – leerlingen
52
2.2.3 Evaluatie van de leerlingen 2.2.3.1 Vragen over het bezoek aan Het Beroepenhuis Wat hebben jullie geleerd uit het bezoek? Op de vraag wat ze hebben geleerd uit het bezoek, antwoorden de leerlingen dat ze nieuwe beroepen hebben leren kennen. Ze hebben geleerd dat er verschillende sectoren zijn en dat er erg veel beroepen bestaan. De leerlingen geven aan dat ze door zelf activiteiten uit te voeren, beter snappen hoe de verschillende beroepen in elkaar zitten. Ze hebben ontdekt dat sommige beroepen leuker zijn en niet zo eenvoudig zijn als ze voordien dachten. Dat alle beroepen nodig zijn en dat zowel mannen als vrouwen voor elk beroep kunnen kiezen, komt ook terug in de antwoorden van de leerlingen. Daarnaast nemen de leerlingen uit het bezoek mee dat zij moeten nadenken over hun talenten en dat zij rekening moeten houden met hun kwaliteiten bij het maken van een studie – of beroepskeuze. Zij vinden dat de info hen helpt bij het kiezen van de richting die zij willen uitgaan. Enkele uitspraken van leerlingen die dit illustreren: “Ik weet nu echt wat ik wil worden!” Leerling VBS Don Bosco Sint – Niklaas – Oost Vlaanderen “Ik weet nu welke beroepen bij mij passen.” Leerling Emmaüsinstituut Aalter – Oost – Vlaanderen “Er zijn nieuwe beroepen die me aanspreken.” Leerling GBS Walfergem Asse – Vlaams – Brabant “je moet goed nadenken over welk beroep je later wilt doen.” Leerling Sint – Lodewijkscollege Brugge – West – Vlaanderen
Vonden jullie het bezoek boeiend, aangenaam, leuk? Ja Nee Geen mening
87% 3% 10%
53
Enkele uitspraken van leerlingen die dit illustreren: Ja, ik vond het bezoek boeiend, aangenaam, leuk: “Heel afwisselend, geen tijd voor verveling.” Leerling Sint – Lodewijkscollege Brugge – West – Vlaanderen “Nieuwe beroepen ontdekken.” Leerling GBS Melle – Oost – Vlaanderen “Ik zou er elke dag naar toe willen.” Leerling Sint – Lutgardisbasisschool – Oost – Vlaanderen “Je moest niet kijken maar doen.” Leerling VBS Don Bosco Sint – Niklaas – Oost – Vlaanderen “Op een leuke wijze uitgelegd.” Leerling GBS Destelbergen – Oost – Vlaanderen “Beroepen uittesten.” Leerling Heilig Hartcollege Waregem – West - Vlaanderen Nee, ik vond het bezoek niet boeiend, aangenaam, leuk: “Hetgeen ik later wil doen, kwam niet aan bod.” VGB School Wevelgem Centrum – West – Vlaanderen “Ik had ook nog andere beroepen willen doen.” Leerling St – Lodewijkscollege Brugge – West – Vlaanderen “Er was te weinig tijd.” Leerling Ten Bunderen – West – Vlaanderen “Ik zou nog meer doe – opdrachten willen doen.” Leerling Edward Poppe Instituut – Oost - Vlaanderen
54
Hebben jullie dankzij het bezoek aan Het Beroepenhuis kunnen ontdekken wat je goed en minder goed kan? Ja Nee Geen mening
45% 32% 23%
Enkele uitspraken van leerlingen die dit illustreren: Ja, ik heb kunnen ontdekken wat ik goed en minder goed kan: “Ik heb mezelf een beetje beter leren kennen.” Leerling GBS De Droomwolk – Oost – Vlaanderen “Het bevestigde wat ik al dacht.” Leerling Oefenschool Blankenberge – West – Vlaanderen “In sommige zaken was ik beter dan in andere.” Leerling GBS De Droomwolk – Oost – Vlaanderen “Ik heb geleerd wat ik niet goed en goed kan.” Leerling VBS Don Bosco Sint – Niklaas – Oost – Vlaanderen Nee, ik heb niet kunnen ontdekken wat ik goed en minder goed kan: “Ik wist al wat ik kon.” Leerling VBS Heist op den Berg – Antwerpen “We leerden dat al”. Leerling Macharius Gent – Oost - Vlaanderen Weten jullie dankzij het bezoek aan Het Beroepenhuis beter welke beroepen wel of niet bij jullie passen? Ja Nee Geen mening
49% 26% 25% 55
Enkele uitspraken van leerlingen die dit illustreren: Ja, ik weet beter welke beroepen nu bij mij passen of niet: “Ik heb het daar kunnen ontdekken.” Leerling VGB School Wevelgem Centrum – West – Vlaanderen “Door proberen en bekijken, leren we het beroep beter kennen.” Leerling GO Vierhuizen – Oost – Vlaanderen “Ik ben meer te weten gekomen en daardoor zekerder van mijn keuze.” Leerling Don Bosco Aalst – Oost – Vlaanderen “Het heeft mij beter doen nadenken.” Leerling Oefenschool Blankenberge – West – Vlaanderen “Ik weet nu meer wat bij mij past.” Leerling GBS De Droomwolk – Oost - Vlaanderen Nee, ik weet niet beter welke beroepen nu bij mij passen of niet: “Ik wist al wat ik wou!” Leerling Paramedisch Instistuut – Antwerpen “Moeilijk om nu al te beslissen.” VGB School Wevelgem Centrum – West Vlaanderen 2.2.3.2 Enkele stellingen Alle beroepen zijn belangrijk en waardevol in onze samenleving. Ja Nee Geen mening
85% 8% 7%
56
Enkele uitspraken van leerlingen die dit illustreren: Ja, alle beroepen zijn belangrijk en waardevol in onze samenleving. “Alle beroepen zijn nodig voor de goede gang van zaken in de samenleving.” Leerling Heilig Hart College – West – Vlaanderen “Iedereen heeft zijn taak anders draait het hier niet.” Leerling GBS Het Gryspeertje – Antwerpen “Een staking is hiervan het bewijs.” Leerling VLS Klim – Oost - Vlaanderen Nee, niet alle beroepen zijn belangrijk en waardevol in onze samenleving. “Sommige beroepen zijn niet nodig omdat je het zelf kan (vb. tuinman)” Leerling Pius X – Oost – Vlaanderen Alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen. Ja Nee Geen mening
79% 10% 11%
57
Enkele uitspraken van leerlingen die dit illustreren: Ja, alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen. “Iedereen heeft recht om te kiezen wat hij/zij graag doet.” Leerling VGB School Wevelgem Centrum – West – Vlaanderen “Je kiest een beroep in functie van waar je goed in bent, wat je leuk vindt en wat bij jou past.” Leerling VBS De Pint – Oost - Vlaanderen “Het kan maar het komt weinig voor.” Leerling Heilig Hart college – West – Vlaanderen “Sommige beroepen zijn minder geschikt/logisch maar alles moet kunnen.” Leerling Leefschool de Oogappel – Oost – Vlaanderen “Nu wel maar vroeger niet.” Leerling GBS Kallo – Oost – Vlaanderen “Iedereen kan elk beroep doen.” Leerling VBS Don Bosco – Oost – Vlaanderen Nee, niet alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen. “Sommige beroepen zijn meer mannelijk of vrouwelijk” Leerling GBS De Droomwolk – Oost - Vlaanderen Jongeren die nu al talent en interesse hebben voor techniek (handig, zorgzaam, veilig, communicatief, planmatig,…), die kiezen het best voor een technische opleiding (TSO of BSO) of een technisch beroep. Ja Nee Geen mening
55% 24% 21%
Enkele uitspraken van leerlingen die dit illustreren: Ja, jongeren die nu al talent hebben voor techniek, die kiezen het best voor een technische opleiding of een technisch beroep: 58
“Je zal het leuker vinden, daardoor meer gemotiveerd zijn en betere resultaten halen.” – Leerling GBS De Windwijzer – Oost – Vlaanderen “Je moet je talent volgen en doen wat je graag doet.” Leerling VLS Klim – Oost – Vlaanderen “Werk je liever met je handen doe dan onmiddellijk TSO of BSO.” Leerling GBS Destelbergen – Oost - Vlaanderen Nee, jongeren die nu al talent hebben voor techniek, die kiezen het best voor een technische opleiding of een technisch beroep: “Misschien heb je nog andere interesses?” Leerling GBS De Droomwolk – Oost – Vlaanderen “Op jonge leeftijd weet je nog niet precies wat je echt wilt.” Leerling VLS Klim – Oost – Vlaanderen “Het is niet omdat je handig bent dat je daar persé je beroep van moet maken.” – Leerling VBS De Minnestraal – Oost – Vlaanderen “Als je begint in een technische richting en je vindt het toch niet leuk dan kan je niet meer terug.” – Leerling Oefenschool – West - Vlaanderen 2.2.4 Conclusie De inhoud van de inleiding, de interactieve tentoonstelling en de beroepenateliers wordt door gemiddeld 79% van de leerkrachten helemaal goed bevonden. 14% is het ‘eerder eens’ met de inhoud. 3,50% is het ‘eerder oneens’. 0,50% is het oneens en 3% formuleert er geen mening over. De ervaringsgerichte aanpak van tentoonstelling en beroepenateliers wordt gemiddeld door 84% goed bevonden. 13% is het ‘eerder eens’ met de aanpak. Niemand is het ‘eerder oneens’ en 0,50% is het oneens. 2,50% formuleert er geen mening over. Tenslotte vindt gemiddeld 86% de begeleiding van de activiteiten goed, 10% is het daarmee ‘eerder eens’. Niemand is het ‘eerder oneens’ en 0,50% is het ‘oneens’. 3,50% formuleert er geen mening over. De antwoorden van de leerkrachten lopen gelijk met de antwoorden die zij formuleerden in de evaluatie van vorig schooljaar. Wat betreft de inleiding zijn er slechts enkele opmerkingen. Vanuit het buitengewoon onderwijs maakt men opnieuw de opmerking dat het filmpje te snel gaat voor hun leerlingen. De snelheid van het filmpje werd reeds aangepast bij de vernieuwing ervan maar om ervoor te zorgen dat het ook voor de andere doelgroepen een uitdaging blijft, kan dit niet nog meer vertraagd worden. De prenten, ter ondersteuning van de inleiding voor deze leerlingen, zijn sinds dit schooljaar wel uitvergroot. Met de opmerking dat de stoelen te dicht bij het scherm geplaatst staan, wordt rekening gehouden. Ook de tentoonstelling wordt in zijn geheel even positief geëvalueerd als vorig schooljaar. Net als vorig schooljaar krijgen we de feedback dat er op de beroepenfiches te veel informatie wordt voorzien voor leerlingen van het buitengewoon onderwijs. Daarnaast geven deze leerkrachten aan dat er te veel beroepsmogelijkheden getoond worden die niet passen voor leerlingen van het buitengewoon – en/of beroepsonderwijs. Deze beide opmerkingen zijn correct maar onze doelgroep reikt verder dan alleen het buitengewoon 59
onderwijs en het beroepsonderwijs waardoor er met deze opmerkingen weinig rekening kan gehouden worden. Bij de keuze van de ateliers wordt er overigens reeds rekening gehouden met de doelgroep en in de tentoonstelling maken we gebruik van aangepaste vraagjes. Tenslotte zijn er enkele scholen die vinden dat het bezoek aan de tentoonstelling te lang duurt terwijl anderen vinden dat er nog meer tijd mag voorzien worden voor de zoektocht in de tentoonstelling. Wat de beroepenateliers betreft, zet de positieve trend zich verder. Eén van de meest voorkomende opmerkingen blijft de vraag naar meer ateliers tijdens één bezoek, maar zoals reeds voorgaande jaren vermeld, blijft dit een vraag waar wij niet kunnen op ingaan. Een bezoek verlengen is voor Het Beroepenhuis praktisch niet haalbaar en ook voor de meeste scholen is dit niet mogelijk. Enkele leerkrachten hadden spectaculairdere activiteiten verwacht en vinden dat de ateliers zoals ze nu georganiseerd worden, ook realiseerbaar zijn in de klas. In de mate van het mogelijke en volgens de beschikbare middelen wordt er getracht om de ateliers te vernieuwen en aan te passen. Anderen vinden dat er tijdens de ateliers beroepen worden getoond die reeds in mindere of meerdere mate gekend zijn door de leerlingen. Natuurlijk zullen een aantal beroepen reeds gekend zijn door de leerlingen maar tijdens de beroepenateliers worden de beroepen verder uitgediept en maken de leerlingen ook al doende kennis met enkele taken en bijhorende talenten. Wat betreft de effecten van een bezoek in het kader van studie- en beroepskeuze, zijn de cijfers sterk gestegen ten opzichte van vorig jaar. 88% van de leerkrachten duidt aan dat de leerlingen een grotere kennis hebben over de wereld van arbeid en beroepen in het algemeen. 56% van de leerkrachten vindt dat een bezoek aan Het Beroepenhuis bijdraagt tot een mentaliteitswijziging t.a.v. technische beroepen en 71% duidt aan dat een bezoek bijdraagt tot het verwerven van zelfkennis van de leerlingen wat betreft eigen talenten en interesses. Opvallend is dat maar liefst 34% van de leerkrachten vindt dat de studie – en beroepskeuze van de leerlingen door een bezoek aan Het Beroepenhuis rechtstreeks beïnvloed werd. Wat de voorbereiding van een bezoek aan Het Beroepenhuis betreft, duidt 67% van de leerkrachten aan dat zij het bezoek kaderen in een ruimer traject rond studiekeuze. De manieren waarop het bezoek wordt voorbereid, verschilt. 36% maakt in de voorbereiding gebruik van het materiaal dat door Het Beroepenhuis zelf ter beschikking wordt gesteld. 82% van de leerkrachten geeft aan een naverwerking te voorzien. 41% van de leerkrachten gebruikt hiervoor het materiaal van Het Beroepenhuis. Ook dit schooljaar werd er aan de hand van een kringgesprek gepolst naar de mening van de leerlingen. De antwoorden van de leerlingen op enkele vragen en stellingen tonen duidelijk dat hun bezoek aan Het Beroepenhuis een positieve ervaring was. Ook hier blijven de antwoorden gelijklopen met vorig schooljaar. Op de vraag of zij het bezoek leuk vonden, antwoordt 87% van de leerlingen positief. 10% antwoordt hierover geen mening te hebben en slechts 3% van de leerlingen vindt het bezoek niet leuk. Door de ervaringsgerichte manier van werken, heeft 45% van de leerlingen kunnen ontdekken wat zij goed of minder goed kunnen. 23% van de leerlingen formuleert geen mening over deze vraag en 32% van de kinderen antwoordt nee. Maar liefst 49% van de leerlingen antwoordt positief op de vraag of zij, dankzij het bezoek, beter weten welke 60
beroepen bij hen passen. 25% van de leerlingen duidt aan hier geen mening over te hebben en 26% vindt niet dat ze dit niet beter weten na het bezoek. Daarnaast geven de antwoorden op de stellingen aan dat het bezoek een erg positief effect teweegbrengt ten aanzien van de waardering van de voorgestelde (technische) beroepen. 85% van de kinderen vindt dat ‘alle beroepen belangrijk en waardevol zijn in onze samenleving’, 7% van de kinderen heeft hierover geen mening en 8% gaat niet akkoord. Daarnaast is 79% akkoord met de stelling dat ‘alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen’, 11% duidt aan geen mening te hebben en 10% van de jongeren gaat niet akkoord. Op de laatste stelling ‘jongeren die nu al talent en interesse hebben voor techniek kiezen het best voor een technische opleiding of een technisch beroep’ antwoordt 55% positief, 21% antwoordt ‘geen mening’ en 24% gaat niet akkoord met deze stelling. Ze vinden dat de andere factoren ook een rol spelen. Uit deze cijfers blijkt dat nog steeds de meerderheid van zowel leerkrachten als leerlingen erg tevreden zijn over hun bezoek aan Het Beroepenhuis. In de evaluatie van de leerkrachten vinden we een sterke stijging terug in de aangegeven effecten van een bezoek. Op vlak van horizonverruiming is er een stijging van 22% (van 66% naar 88%), het effect ‘zelfconceptverheldering’ wordt door 33% (van 38% naar 71%) meer leerkrachten aangeduid, met een verandering in mentaliteit gaan tot 28% (van 28% naar 56%) meer leerkrachten akkoord en ook de beïnvloeding van de studie – en beroepskeuze stijgt met 11% (van 23% naar 34%). De doelstellingen horizonverruiming, herwaardering van technische beroepen en zelfconceptverheldering worden duidelijk bereikt! In de evaluatie kunnen we lezen dat het bezoek voor herhaling vatbaar is en vele scholen geven aan elk jaar terug te komen. 84% duidt dan ook aan om Het Beroepenhuis volgend schooljaar opnieuw te bezoeken. 2.3 Werkingsjaar 2011-2012. Onderzoek naar de effecten van een bezoek aan Het Beroepenhuis op de beeldvorming omtrent studie – en beroepskeuze. In het schooljaar 2010-2011 werd dit onderzoek reeds gevoerd door Nele Van den Bulcke, student Pedagogische Wetenschappen aan de Universiteit Gent. Om blijvend na te gaan of Het Beroepenhuis zijn doelstellingen bereikt, werden het onderzoek en de vragenlijsten geëvalueerd en aangepast en het formulier werd het hele jaar door beschikbaar gesteld voor leerkrachten. Het onderzoek bestaat uit 2 delen, een voor- en na- vragenlijst. Aan de hand van enkele vragen en stellingen wordt er gemeten of de mening van de leerlingen verandert na een bezoek aan Het Beroepenhuis. Van de 248 scholengroepen die Het Beroepenhuis bezochten, werden er 54 vragenlijsten ontvangen. Dit is een responsgraad van 22%. Hiervan hebben 45 scholen de vragenlijst vóór het bezoek ingevuld, 25 scholen hebben de vragenlijst na het bezoek ingevuld en 17 scholen hebben de vragenlijst zowel voor als na het bezoek ingevuld. Enkel uit de gegevens van de scholen die zowel de vragenlijst voor als na het bezoek hebben ingevuld, kunnen wij een aantal conclusies trekken. De responsgraad bedraagt dus slechts 7%.
61
2.3.1. Scholen die beide vragenlijsten hebben ingevuld 2.3.1.1. Vragen Weet je al welke studierichting je wil volgen? Voor 55% 12% 32% 1%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
Na 67% 13% 20% 0%
Verschil +12% +1% -12% -1%
Van de leerlingen die al zeker weten welke studierichting ze zullen volgen, hoeveel denken er ASO, TSO, BSO, KSO? Voor 71% 23% 6% 0%
ASO TSO BSO KSO
62
Na 68% 25% 6% 1%
Verschil -3% +2% 0% +1%
Opmerkingen 55% van de leerlingen geeft voor het bezoek aan, zeker te weten welke studierichting zij willen volgen. 71% van deze leerlingen kiest voor ASO, 23% voor TSO en 6% voor BSO. Meerdere leerlingen geven aan dat deze keuze gestuurd wordt door hun ouders en hun leerkrachten. Bij enkele leerlingen speelt ook de keuze van vrienden en andere familieleden een rol. Anderen maken deze keuze op basis van hun talenten, resultaten en interesses in vakken. Ook de opvattingen dat ASO beter is voor hun toekomst, dat het leidt tot goed werk en meer beroepen mogelijk maakt, speelt een rol in de studiekeuze. Na het bezoek zien we een stijging van 12% in het aantal leerlingen dat zeker weet welke studeirichting zij willen volgen (67% van de leerlingen). Het aantal leerlingen met geen mening neemt af met 12%. Als het gaat over welke onderwijsvorm zij zullen volgen dan zien we een lichte daling van 3% bij de leerlingen die kiezen voor ASO en een lichte stijging van 2% bij de leerlingen die kiezen voor TSO. Weet je van jezelf wat je goed en minder goed kan? Voor 79% 9% 10% 2%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
Na 81% 8% 11% 0%
Verschil +2% -1% +1% -2%
Opmerkingen 79% van de leerlingen duidt voor het bezoek aan dat zij weten van zichzelf wat zij goed en minder goed kunnen. Na het bezoek antwoordt 81% positief op deze vraag. De resultaten voor en na het bezoek zijn dus vergelijkbaar, al kunnen we een lichte stijging van 2% vaststellen. De leerlingen geven aan dat zij door ervaring weten waar ze goed en minder goed in zijn maar zij weten dit moeilijk te verwoorden. Anderen komen meer te weten over hun talenten doordat de leerkracht hen erop wijst en door de punten op hun rapport. De leerlingen die antwoorden dit niet te weten (eerst 9% en dan 8%) hebben, volgens de leerkracht, een laag zelfbeeld en geven zelf ook aan in niets uit te blinken.
63
Weet je welke beroepen wel of niet bij jou passen? Voor 53% 27% 18% 2%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
Na 67% 11% 22% 0%
Verschil +14% -16% +4% -2%
Opmerkingen Voor hun bezoek aan Het Beroepenhuis geeft 53% van de leerlingen aan te weten welke beroepen bij hen passen. 27% weet dit nog niet en 18% heeft geen mening. De leerlingen weten niet echt wat er allemaal mogelijk is. Zij hebben geen volledig beeld van alle beroepen die er bestaan en zij vinden het moeilijk om te weten wat de beroepen inhouden zonder het echt mee te maken. Daarnaast zijn er een aantal leerlingen die twijfelen omdat er te veel keuze is. Leerlingen die weten welke beroepen bij hen passen, leiden dit af uit hun rapport en hun talenten. Na het bezoek aan Het Beroepenhuis geeft 67% van de leerlingen aan te weten welke beroepen bij hun passen. Dit is een stijging van 14%. Het aantal jongeren dat niet akkoord gaat, daalt met 16%. Ook bij de leerlingen die geen mening hebben, zien we een lichte stijging van 4% (van 18% naar 22%). Hier zou men uit kunnen afleiden dat een bezoek aan Het Beroepenhuis sommige jongeren doet twijfelen aan hun oorspronkelijke ideeën. 2.3.1.2. Enkele stellingen Technische beroepen zijn makkelijker dan andere beroepen. Voor 8% 65% 25% 2%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
64
Na 20% 56% 24% 0%
Verschil +12% -9% -1% -2%
Opmerkingen 8% van de leerlingen gaat voor het bezoek akkoord met de stelling dat technische beroepen makkelijker zijn dan andere beroepen. Als reden geven deze leerlingen dat je niet zoveel moet nadenken bij deze beroepen en je moet er niet zoveel voor studeren. 65% van de leerlingen gaat niet akkoord. Deze leerlingen vinden dat je voor technische beroepen ook talenten en vaardigheden nodig hebt. Elke richting heeft zijn moeilijkheden en ook beroepen waarbij je met je handen werkt, zijn niet altijd gemakkelijk. De leerlingen die geen mening hebben (25%), vinden dat je dit niet kan weten als je dit zelf nog niet gedaan hebt. Na het bezoek zien we een stijging van 12% bij de leerlingen die akkoord gaan met deze stelling (van 8% naar 20%). Het aantal jongeren dat niet akkoord gaat, daalt met 9% (65% naar 56%). Het aantal leerlingen met geen mening blijft ongeveer gelijk (24%). Er worden door de leerlingen geen opmerkingen gegeven waaruit wij de oorzaak van deze stijging kunnen afleiden. Vanuit onze ervaring vermoeden wij echter dat dit te maken heeft met de aard van de activiteiten in Het Beroepenhuis. De laagdrempelige activiteiten, uitgewerkt op het niveau van de leerlingen, zorgen ervoor dat alle leerlingen begrijpen waarover het gaat en binnen een beperkte tijd een opdracht kunnen uitvoeren. De leerlingen ervaren een succesbeleving en kijken met een positief gevoel terug op de uitgevoerde opdracht. Mogelijks ervaren zij sommige beroepen als gemakkelijk gebaseerd op hun succeservaring en behaalde resultaten. ASO, BSO, KSO en TSO zijn allemaal evenwaardig. Voor 37% 42% 19% 2%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
65
Na 63% 20% 17% 0%
Verschil +26% -22% -2% -2%
Opmerkingen 37% van de leerlingen vindt, voor hun bezoek aan Het Beroepenhuis, dat alle onderwijsvormen evenwaardig zijn. Er worden enkel andere accenten gelegd. Zij vinden iedereen evenwaardig en zij vinden alles belangrijk. Het ene beroep is niet meer waard dan het andere want alle beroepen zijn nodig. 42% van de leerlingen gaat niet akkoord met de stelling dat alle onderwijsvormen evenwaardig zijn en 19% heeft hierover geen mening. Deze leerlingen vinden de onderwijszvorm ASO beter. Zij vinden dat je later meer mogelijkheden en keuzes hebt als je ASO studeert. ASO is volgens hen moeilijker en geeft je de kans om een moeilijker beroep uit te oefenen. Doordat de verschillende richtingen leiden tot verschillende beroepen, vinden zij deze niet evenwaardig aan elkaar. Na het bezoek aan Het Beroepenhuis zijn er maar liefst 26% meer leerlingen die akkoord gaan met deze stelling. Het bezoek heeft dus duidelijk een opwaarderend effect ten aanzien van alle onderwijsvormen. De leerlingen vinden dat ieder beroep zijn eigen specialiteiten heeft, ook al behaal je verschillende diploma’s. 17% van de leerlingen heeft hierover na het bezoek nog steeds geen mening. Deze leerlingen hebben geen beeld van KSO en BSO waardoor ze het moeilijk vinden om op deze vraag te antwoorden. Bij de leerlingen die niet akkoord gaan, zien we een daling van 22%, van 42% naar 20%. Deze leerlingen blijven erbij dat ASO een sterke basis is om later verder te studeren. Leerlingen die kiezen voor TSO zullen volgens hen direct aan het werk gaan na het afstuderen. Hoe meer verschillende beroepen je leert kennen, hoe beter je uiteindelijk een beroep zal kunnen kiezen dat bij jou past. Voor 88% 5% 5% 2%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
66
Na 82% 8% 10% 0%
Verschil -6% +3% +5% -2%
Opmerkingen Voor hun bezoek aan Het Beroepenhuis vindt 88% van de leerlingen dat zij door veel verschillende beroepen te leren kennen, beter het beroep kunnen kiezen dat bij hen past. De leerlingen vinden dat je eerst moet weten wat er allemaal bestaat en zij vinden dat hoe meer zij weten, hoe meer kans zij hebben om het juiste beroep te kiezen. Hoe meer beroepen zij uitproberen, hoe beter zij hun interesses en capaciteiten ontdekken. 5% antwoordt nee op deze stelling. Zij vinden ‘hoe meer beroepen, hoe meer twijfels’. Na een bezoek aan Het Beroepenhuis zien we een lichte daling van 6% in het aantal kinderen dat akkoord gaat met deze stelling. 82% van de leerlingen gaat nog steeds akkoord. Door hun bezoek aan Het Beroepenhuis weten zij nog duidelijker wat bij hen past. Verschillende beroepen leren kennen, betekent voor hen het uitbreiden van hun mogelijkheden. Anderen twijfelen hierdoor nog meer, vinden het verwarrend en vinden dat er te veel keuze is waardoor zij nog moeilijker kunnen kiezen. Alle beroepen zijn belangrijk en waardevol in onze samenleving. Voor 93% 2% 3% 2%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
67
Na 92% 5% 3% 0%
Verschil -1% +3% 0% -2%
Opmerkingen Als je de resultaten op deze stelling voor en na het bezoek vergelijkt dan blijven deze min of meer gelijk. 93% (voor) en 92% (na) van de leerlingen gaat akkoord met deze stelling. De kinderen vinden dat alle beroepen elkaar nodig hebben, dat sommige beroepen elkaar aanvullen en zij geloven dat de samenleving niet meer zou draaien als er één beroep zou wegvallen. De 2% (voor) en 5% (na) van de leerlingen die niet akkoord gaat met deze stelling, geeft als reden dat sommige beroepen nutteloos of minder belangrijk zijn dan andere (vb. kunstenaar, schrijver). Eigenaardig is dat de beroepen wel doorgaans als evenwaardig worden bestempeld, terwijl dit voor de onderwijsvormen (ASO, TSO, BSO, KSO) veel minder het geval is. Alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen. Voor 73% 14% 11% 2%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
68
Na 74% 15% 11% 0%
Verschil +1% +1% 0% -2%
Opmerkingen Ook bij deze stelling loopt de mening van de kinderen voor en na het bezoek min of meer gelijk. 73% en 74% van de leerlingen vindt dat alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door mannen en vrouwen. De leerlingen die akkoord gaan, geven aan dat mannen en vrouwen dezelfde rechten hebben, gelijke kansen moeten krijgen en een onderscheid maken, zou discriminatie zijn. Als je iets graag doet, maakt het volgens hen niet uit of je man of vrouw bent. 14% en 15% van de leerlingen vindt niet dat alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen. Sommige beroepen zijn volgens hen te zwaar en niet logisch voor meisjes (vb. metselaar). Andere beroepen vinden ze dan weer raar voor mannen (vb. manicure). Sommige kinderen geven aan dat het wel kan maar niet altijd mag (vb. priester) of nog niet altijd gebeurt. Beroepen waarbij je ook veel met je handen moet werken, daar verdien je vaak veel geld mee. Voor 33% 33% 32% 2%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
Na 44% 21% 35% 0%
Verschil +11% -12% +3% -2%
Opmerkingen Voor hun bezoek aan Het Beroepenhuis denkt 33% van de leerlingen dat je vaak veel geld kan verdienen met beroepen waarbij je veel met je handen moet werken. De kinderen vinden dat dit afhankelijk is van welk beroep je uitoefent. Zij denken dat mensen die met hun hoofd werken en bureauwerk doen, meer verdienen. Na het bezoek zien we een stijging van 11%, 44% gaat na het bezoek akkoord met deze stelling. Sommige leerlingen vinden dat mensen die in een bedrijf aan de band werken niet veel verdienen. Anderen denken dat je met beroepen waar een tekort aan is in de maatschappij, veel geld kan verdienen. Ruim 32% en 35% van de leerlingen geeft aan geen mening te hebben over deze stelling. De kinderen kennen de lonen niet en hebben geen zicht op de verdiensten per beroep.
69
Als je kiest voor een technische opleiding en een technisch beroep, dan heb je veel kans om na het afstuderen sneller werk te vinden dan in andere beroepen. Voor 41% 18% 39% 2%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
Na 53% 21% 26% 0%
Verschil +12% +3% -13% -2%
Opmerkingen 41% van de leerlingen denkt dat je als je kiest voor een technisch beroep, veel kans maakt om sneller werk te vinden dan in andere beroepen. Als reden geven de leerlingen aan dat er meer vacatures zijn voor technische beroepen en er dus meer technische beroepskrachten nodig zijn. 18% van de leerlingen gaat niet akkoord en denkt dat je met een ASO – diploma sneller werk kan vinden. Anderen denken dat je evenveel kans maakt. 39% heeft uiteindelijk geen mening en vindt dat dit afhankelijk is van het aantal vacatures. Sommige van deze leerlingen begrijpen niet wat er met de stelling wordt bedoeld. Na het bezoek antwoordt 53% van de leerlingen positief op deze stelling. Dit is een stijging van 12% ten opzichte van de resultaten van voor het bezoek. Ook hier geven de leerlingen aan dat er veel technische werkkrachten nodig zijn. 21% gaat niet akkoord, dat is een lichte stijging van 3%. Deze leerlingen geven aan dat als er geen vraag is naar een specifiek technisch beroep, je ook niet onmiddellijk werk zal vinden. Tenslotte heeft 26% geen mening over deze stelling. Dit is een daling van 13%. Jongeren die nu al talent en interesse hebben voor techniek en graag met techniek bezig zijn, die kiezen het best voor een technische opleiding of een technische beroep. Voor 68% 12% 18% 2%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen 70
Na 69% 16% 15% 0%
Verschil +1% +4% -3% -2%
Opmerkingen Zowel voor als na het bezoek gaat de meerderheid van de leerlingen akkoord met deze stelling. 68% (voor) en 69% (na) vindt dat je best voor een technische opleiding/beroep kiest als je al talent en interesse hebt voor techniek. De leerlingen vinden dat je op die manier snel kunt bijleren over iets wat je graag doet en het geeft je meer kansen om het beroep uit te oefenen dat bij jou past. Als je kiest voor wat je graag doet, zal je ook meer motivatie hebben om je in te zetten. 12% (voor) en 16% (na) vindt niet dat je in dit geval voor een technische opleiding moet kiezen. Deze leerlingen vinden dat je bepaalde talenten ook kan gebruiken in een ASO – richting of zij vinden ASO een goede basis waarna je nog steeds kan kiezen voor een technische opleiding/beroep. Sommigen vinden zichzelf te jong om nu al te beslissen en anderen vinden dat er ook nog andere interesses en talenten kunnen zijn waar je liever in verder gaat. 2.3.1.3. Conclusie Doordat slechts 17 van de 54 scholen beide vragenlijsten hebben ingevuld en enkel die vragenlijsten bruikbaar zijn, kunnen de resultaten niet veralgemeend worden naar alle bezoekende scholen van Het Beroepenhuis. Toch kunnen we uit deze resultaten een aantal besluiten trekken. Uit het onderzoek blijkt dat 12% meer jongeren na het bezoek zeker zijn van wat ze willen studeren (van 55% naar 67%). 14% Meer leerlingen weten ook welke beroepen wel of niet bij hen passen. Met de stelling ‘ASO, BSO, KSO en TSO zijn allemaal evenwaardig’ gaan maar liefst 26% meer leerlingen akkoord na het bezoek (van 37% naar 63%). Daarnaast stijgt het aantal leerlingen dat akkoord gaat met de stelling ‘Beroepen waarbij je veel met je handen moet werken, daar verdien je vaak veel geld mee’ met 11% (van 33% naar 44%).
71
Ook met de stelling ‘Als je kiest voor een technische opleiding en een technisch beroep, dan heb je veel kans om na het afstuderen sneller werk te vinden dan in andere beroepen’ gaan 12% meer leerlingen akkoord na het bezoek. Bij een aantal vragen en stellingen blijven de resultaten voor – en na het bezoek min of meer gelijk. Dit is zo bij de vraag ‘Van de leerlingen die al zeker weten welke studierichting zij zullen volgen hoeveel denken er ASO, TSO, BSO, KSO?’ (daling bij ASO van 71% naar 68% en stijging bij TSO van 23% naar 25%). Ook bij de vraag ‘of de leerlingen beter weten van zichzelf wat ze goed en minder goed kunnen’, blijven de resultaten min of meer gelijk (stijging van 79% naar 81% bij leerlingen die ja antwoorden op deze vraag). Ook bij de stellingen ‘Alle beroepen zijn belangrijk en waardevol in onze samenleving’, ‘Alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen’ en ‘Jongeren die nu al talent en interesse hebben voor techniek en graag met techniek bezig zijn, die kiezen het best voor een technische opleiding of een technisch beroep ‘ zien we dat er weinig wijzigingen zijn in de antwoorden van de leerlingen. Twee stellingen behalen op het eerste zicht minder goede resultaten: Met de stelling ‘Technische beroepen zijn makkelijker dan andere beroepen’ gaan na het bezoek 12% meer leerlingen akkoord. Uit de argumenten van de leerlingen kan niet worden afgeleid waardoor die stijging veroorzaakt wordt. In het verleden hebben we echter al eens vastgesteld dat de laagdrempeligheid van de ateliers voor sommige leerlingen het effect heeft van een persoonlijke succesbeleving. Deze ervaring kan misschien bepalen hoe de leerlingen de moeilijkheidsgraad van het beroep inschatten. Ook bij de stelling ‘Hoe meer verschillende beroepen je leert kennen, hoe beter je uiteindelijk een beroep zal kunnen kiezen dat bij jou past.’ zien we een daling in de resultaten. Er gaan na het bezoek 6% minder leerlingen akkoord. Deze daling is te verklaren aan de hand van de argumenten van de leerlingen. Door met meer beroepen kennis te maken, slaan de leerlingen aan het twijfelen waardoor zij nog moeilijker kunnen kiezen. Algemeen kan gesteld worden dat een bezoek aan Het Beroepenhuis zeker een positief effect heeft op de beeldvorming rond studie – en beroepskeuze. De leerlingen brengen na hun bezoek duidelijk meer waardering op voor de technische studierichtingen en beroepen. 2.3.2. Scholen die de vragenlijst voor het bezoek hebben ingevuld Hieronder geven wij jullie de resultaten mee van de scholen die enkel voor het bezoek aan Het Beroepenhuis de vragenlijst hebben ingevuld. Deze gegevens geven geen mogelijkheid tot het formuleren van besluiten maar het geeft wel een algemeen zicht op de beeldvorming van de jongeren over de thema’s die Het Beroepenhuis wil aanpakken.
72
2.3.2.1
Vragen
Wie weet al welke studierichting hij/zij wil volgen? Ja Nee Geen mening
57% 11% 32%
Van de leerlingen die al zeker weten welke studierichting ze zullen volgen, hoeveel denken er ASO, TSO, BSO, KSO? ASO TSO BSO KSO
61% 19% 19% 1%
Weet je van jezelf wat je goed en minder goed kan? Ja Nee Geen mening
79% 8% 13%
Weet je welke beroepen wel of niet bij jou passen? Ja Nee Geen mening
56% 18% 26%
2.3.2.2 Enkele stellingen Technische beroepen zijn makkelijker dan andere beroepen. Ja Nee Geen mening
13% 64% 23%
ASO, BSO, KSO en TSO zijn allemaal evenwaardig. Ja Nee Geen mening
37% 38% 25%
Hoe meer verschillende beroepen je leert kennen, hoe beter je uiteindelijk een beroep zal kunnen kiezen dat bij jou past. Ja Nee Geen mening
86% 6% 8% 73
Alle beroepen zijn belangrijk en waardevol in onze samenleving. Ja Nee Geen mening
87% 5% 8%
Alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen. Ja Nee Geen mening
76% 14% 10%
Beroepen waarbij je ook veel met je handen moet werken, daar verdien je vaak veel geld mee. Ja Nee Geen mening
36% 30% 34%
Als je kiest voor een technische opleiding en een technisch beroep, dan heb je veel kans om na het afstuderen sneller werk te vinden dan in andere beroepen. Ja Nee Geen mening
35% 23% 42%
Jongeren die nu al talent en interesse hebben voor techniek en graag met techniek bezig zijn, die kiezen het best voor een technische opleiding of een technische beroep. Ja Nee Geen mening
70% 11% 19%
2.3.3. Scholen die de vragenlijst na het bezoek hebben ingevuld Hieronder geven wij jullie de resultaten mee van de scholen die enkel na het bezoek aan Het Beroepenhuis de vragenlijst hebben ingevuld. Deze gegevens geven geen mogelijkheid tot het formuleren van besluiten omdat wij geen zicht hebben op de beeldvorming van de kinderen voor het bezoek. Het geeft wel een idee over de visie van de leerlingen over de thema’s die Het Beroepenhuis wil aanpakken. 2.3.3.1. Vragen Wie weet al welke studierichting hij/zij wil volgen? Ja Nee Geen mening
62% 14% 24% 74
Van de leerlingen die al zeker weten welke studierichting ze zullen volgen, hoeveel denken er ASO, TSO, BSO, KSO? ASO TSO BSO KSO
67% 22% 11% 0%
Vond je het bezoek boeiend, aangenaam, leuk? Ja Nee Geen mening
90% 3% 7%
Weet je van jezelf wat je goed en minder goed kan? Ja Nee Geen mening
77% 6% 17%
Weet je welke beroepen wel of niet bij jou passen? Ja Nee Geen mening
68% 11% 21%
2.3.3.2. Enkele stellingen Technische beroepen zijn makkelijker dan andere beroepen. Ja Nee Geen mening
17% 55% 28%
ASO, BSO, KSO en TSO zijn allemaal evenwaardig. Ja Nee Geen mening
55% 28% 17%
Hoe meer verschillende beroepen je leert kennen, hoe beter je uiteindelijk een beroep zal kunnen kiezen dat bij jou past. Ja Nee Geen mening
82% 8% 10%
75
Alle beroepen zijn belangrijk en waardevol in onze samenleving. Ja Nee Geen mening
89% 7% 4%
Alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen. Ja Nee Geen mening
78% 12% 10%
Beroepen waarbij je ook veel met je handen moet werken, daar verdien je vaak veel geld mee. Ja Nee Geen mening
39% 25% 36%
Als je kiest voor een technische opleiding en een technisch beroep, dan heb je veel kans om na het afstuderen sneller werk te vinden dan in andere beroepen. Ja Nee Geen mening
47% 21% 32%
Jongeren die nu al talent en interesse hebben voor techniek en graag met techniek bezig zijn, die kiezen het best voor een technische opleiding of een technische beroep. Ja Nee Geen mening
66% 16% 18%
76
3. Projecten, Activiteiten en Promotie 3.1 Studiedag met materialenbeurs
-
Op 19 oktober 2011 vond de 6de editie van de studiedag met materialenbeurs voor het schooljaar 2010-2011 plaats. Het programma zag er als volgt uit: 13u tot 17u: Beurs met materialen over beroeps – en studiekeuze Vrij bezoek aan de interactieve tentoonstelling Koffiebar 13u30 tot 14u15: Rondleiding en kennismaking met de tentoonstelling, beroepenateliers en de projecten van Het Beroepenhuis vzw 14u30 tot 15u15: Rondleiding en kennismaking met de tentoonstelling, beroepenateliers en de projecten van Het Beroepenhuis vzw 15u30 tot 16u30: Good practices: Workshop met voorbeelden van goede klaspraktijken over de thema’s beroeps- en studiekeuze en talentverkenning.
Er waren 147 mensen ingeschreven, waarvan 120 mensen aanwezig waren. Deze 120 kunnen verdeeld worden over 90 bezoekers en 30 standhouders. Van de 90 bezoekers waren er 21 leerkrachten of CLB-medewerkers, 64 studenten in lerarenopleiding en 5 docenten van lerarenopleidingen. We zien hier dus duidelijk een verminderende interesse van leerkrachten en een stijgend aantal studenten in vergelijking met vorige jaren. Deze evolutie is niet verwonderlijk omdat Het Beroepenhuis natuurlijk al bij veel leerkrachten gekend is na de jarenlange werking en na 6 edities van deze studiedag met materialenbeurs. De stijging van bezoekende studenten is een gevolg van de expliciete uitnodiging naar de hogescholen met een lerarenopleiding. In de periode na de studiedag met materialenbeurs werden alle standhouders bevraagd. Er is zeker voldoende enthousiasme om de beurs jaarlijks te laten doorgaan, zelfs als het publiek steeds meer verschuift van leerkrachten naar studenten.
77
Heel wat mensen volgden op 19 oktober een rondleiding die bestond uit een bezoek aan de interactieve tentoonstelling, een bezoek aan een speciaal uitgestalde expo van de beroepenateliers en een korte presentatie om andere projecten van Het Beroepenhuis te belichten. De meeste mensen bleven na de rondleiding nog even om op eigen houtje de tentoonstelling nog verder te bekijken en de beurs met lesmaterialen te bezoeken.
Ook de workshop ‘good practices’ kon op heel wat interesse rekenen. Eerst werd de nieuwste les van www.beroepenthuisindeklas.be toegelicht, namelijk de ‘voor en na’ les om een bezoek te omkaderen.
78
Vervolgens kwam Chris Maes, leerkracht van het 6de leerjaar uit Leefschool De Buurt, aan het woord. Zij had met de school deelgenomen aan een prioritaire nascholing over onderwijsloopbaanbegeleiding en kwam toelichten hoe dat bij hen op school in de praktijk was gebracht. Hierna was er aandacht voor het project ‘Latent Talent’. Binnen dit project kunnen ambassadeurs, Gentse allochtonen werkzaam in verschillende sectoren, uitgenodigd worden in scholen om te getuigen over de mogelijke hindernissen die ze als allochtone jongeren ondervonden in hun onderwijs- en werkloopbaan. De 21 standhouders: Organisatie
Materiaal Website
Beroepengids Tewerkstellings - en opleidingsfonds Arbeiders Metaal Oost-Vlaanderen (TOFAM) Brochure Folder van de binnenvaartschool KTA Zwijndrecht Cenflumarin Folder 'Binnenvaart Hoezo' algemene informatie over de sector Fonds voor de Rijn- en Binnenscheepsvaart
Lespakket 'Alle Hens Aan Dek' kant-en-klaar lesmateriaal voor leerkrachten Informatiepakket Informatiefilm Maritieme Opleidingen en Beroepen
Areyouwaterproof
Educatieve CD-ROM Een Zee van Mogelijkheden docentenmap brochures Printmedia Onderwijs Beroepenkaartspel
GRAFOC Printmedia Opleidingscentrum
DVD hoe wordt een krant gedrukt Hier brandt de lamp! Op zoek naar de stroombron ElektroGREENbox
VORMELEK vzw Elektrotechnische sector
Elektrokick Bordspel
Horeca Vorming Vlaanderen
Affiches 'toffe jobs'
79
Overzicht hotelscholen Website eurocatering Horeca Vorming Vlaanderen
Info over beroepen in de HoReCa sector Pictokap tool
FBZ PC 314
Kinderboek “De Kapper”
Kapper en schoonheidsspecialist
PPT in CD-ROM of outprints ”Kapper niet zomaar een beroep” Promotiefilmpje Startruck Educatief pakket BO: 'Vrachtwagenvragen' + handleiding Educatief pakket SO: 'Vrachtwagenavonturen' + handleiding
Sociaal Fonds Transport en Logistiek (SFTL)
Flyers en stickers
Vlaams Instituut voor Vorming en Opleiding in de Social profit (VIVO)
Beroepenzoeker Social Profit (waaier van beroepenfiches)
Fonds voor opleidingen in de bouwnijverheid (FVB )
Infofiche over 'Bouwblokken' en 'Verboden de werf te betreden' Brochure 'Move your World' 3-DVD box logistiek
Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij OostVlaanderen (POM)
Overzicht tools logistiek
Educam
Brochures Lessenpakket hout vasthouden
Opleidingscentrum Hout
DVD hout vasthouden Beroepenfilmpjes Cobra-fiches
VDAB
Website Studiekiosk Onderwijsvakmansroute
Unizo-stichting Onderwijs & Ondernemen
Diverse folders
De Schoolbrug
Kies Raak! Wathoe Leren Kiezen werkboekjes en brochures Info over de nieuwe website Onderwijskiezer.be Wathoe Leren leren-materiaal
CLB GO!
Vakbeschrijvingen
VCLB
uitgaven van VCLB-Service cvba Brochure De grote Stap. Secundair onderwijs in de regio Gent -2011 Website www.destapgent.be
De Stap
Website Stapper www.destapgent.be/stapper
80
Powerpoint-presentaties over secundair onderwijs Pedagogische Begeleidingsdienst Stad Gent TNT (3de graad BAO) Techniek 3D Plantyn
Techniek Explora
3.2 Opening ontdekhoek kapper en schoonheidsspecialist Op 5 december 2011 vond de officiële opening plaats van de 11 de ontdekhoek in Het Beroepenhuis voor de beroepen kapper en schoonheidsspecialist. Een uitgebreide beschrijving van de nieuwe ontdekhoek staat in het eerste hoofdstuk van dit jaarverslag onder 1.1.2. De nieuwe ontdekhoek is kleiner dan de andere hoeken, met slechts twee modules voor twee beroepen: kapper en schoonheidsspecialist. Daardoor paste de hoek nog net in de laatste vrije ruimte in de tentoonstelling. De modules en de bijhorende interacties kwamen tot stand dankzij het Fonds van Bestaanszekerheid PC314 in samenwerking met UBK/UCB vzw en Besko vzw.
81
Het programma van de dag zag er als volgt uit: 14:00-14:30 Ontvangst 14:30-15:15 Verwelkoming door Dhr. Mil Kooyman, voorzitter van Het Beroepenhuis vzw. Toespraak door Dhr. Jef Vermeulen en Dhr. Stéphane Coigné, bestuurders UBK/UCB vzw. Toespraak door Dhr. John Boeckx,voorzitter Besko vzw 15:15-16:00 Plechtige opening van de ontdekhoek Kapper en schoonheidsspecialist en rondleiding doorheen Het Beroepenhuis 16:00-16:15 Toespraak door Mevr. Sophie Bracke, Gentse schepen voor Werk en Innovatie 16:15-16:30 Toespraak door Dhr. Lucas Brion, Raadgever van het Kabinet Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Gelijke Kansen,Jeugd en Brussel 16:30 Receptie
De organisatoren kozen er bewust voor om ook het onderwijs uit te nodigen op dit event.
Zo waren er in totaal 74 aanwezigen, waarvan 31 leerkrachten en directeurs van de scholen met haartooi of schoonheidszorgen in het studieaanbod.
82
3.3 Bedrijfsbezoeken De eerste bedrijfsbezoeken met jongeren van Het Beroepenhuis vzw vonden plaats in het schooljaar 2006 – 2007. Deze bedrijfsbezoeken kaderden in het ESF – project ‘BEROEPEN(t)HUIS in de klas’ en werden georganiseerd in de provincie Oost – Vlaanderen. De schooljaren nadien werden de bedrijfsbezoeken opnieuw georganiseerd en uitgebreid naar de andere provincies. Deze bedrijfsbezoeken zijn ondertussen een vaste waarde geworden in het Beroepenhuis en worden jaarlijks opnieuw georganiseerd. De beroepen en het productieproces staan nog steeds centraal bij deze bedrijfsbezoeken. Daarnaast blijven de twee belangrijke peilers, beroepen leren kennen aan de hand van actieve doe – opdrachten en rechtstreeks contact met de beroepsbeoefenaar zelf, de rode draad doorheen deze bedrijfsbezoeken. Tijdens het schooljaar 2011-2012 waren er 7 deelnemende bedrijven en in totaal werden er 13 bezoeken georganiseerd. Dit is beduidend minder dan vorig schooljaar. Vele ‘vaste’ bedrijven hebben er, om uiteenlopende redenen, voor gekozen om dit schooljaar geen bedrijfsbezoek te organiseren. Bij sommige bedrijven was dit te wijten aan een personeelswijziging, één bedrijf wijst op de impact op de productie, voor een ander bedrijf was de periode niet ideaal en bij nog een ander bedrijf was het niet haalbaar om doe – opdrachten te voorzien. Daarnaast zijn er nog twee bezoeken geannuleerd. Eén bezoek aan Coca – cola werd afgezegd door de school wegens ziekte van de leerkracht en één bezoek werd geannuleerd door het bedrijf Improvisio wegens een tekort aan personeel. 83
In het volgende schema zie je een overzicht van de deelnemende bedrijven, hun activiteit, hun provincie en de bezoekdata. Bedrijf
Activiteit
Provincie
Datum bezoek
Picanol Group
productie van weefmachines
West - Vlaanderen
29/02/2012
Wienerberger NV Pottelberg
productie van dakpannen
West - Vlaanderen
27/02/2012 29/02/2012 5/03/2012
Thermote & Vanhalst
distributie van heftruckonderdelen
West - Vlaanderen
6/02/2012 13/02/2012
Improvisio
brasserie
Vlaams - Brabant
6/03/2012 8/03/2012 29/03/2012
Coca - cola
productie van drank
Antwerpen
27/02/2012 28/02/2012
HTMS
productie van metalen afdichtingen
Antwerpen
6/03/2012
Potiron
brasserie
Antwerpen
6/03/2012
84
Omdat het aantal leerlingen en het aantal bezoeken verschilt van bedrijf tot bedrijf, krijg je in het onderstaande schema een overzicht van het aantal bezoeken die de verschillende bedrijven organiseerden, het aantal scholen dat zo bereikt werden per bedrijf en het aantal leerlingen. Bovendien wordt in dit schema de verdeling tussen leerlingen uit het basisonderwijs en uit het secundair onderwijs weergegeven. Bedrijfsbezoeken
Aantal bezoeken
Aantal scholen
Aantal leerkrachten
Aantal leerlingen
Aantal leerlingen basisonder wijs
1 Picanol Group
1
1
1
19
19
0
Wienerberger NV 2 Pottelberg
3
3
4
40
40
0
Thermote & 3 Vanhalst
2
2
2
37
37
0
4 Improvisio
3
2
4
36
24
12
5 Coca - cola
2
2
7
46
22
24
6 HTMS
1
1
4
20
20
0
7 Potiron
1
1
2
14
14
0
13
12
24
212
176
36
TOTAAL
Aantal leerlingen secundair onderwijs
Er werden 4 evaluatieformulieren ingevuld teruggestuurd door de deelnemende bedrijven. Van de 12 scholen werden er ook 4 evaluatieformulieren ontvangen. Uit deze evaluaties kunnen we afleiden dat zowel de bedrijven, leerkrachten als leerlingen erg tevreden waren over de bedrijfsbezoeken.
100% van de bedrijven was tevreden over de samenwerking met Het Beroepenhuis. 50% heeft deze samenwerking als uitstekend ervaren en 50% vond deze samenwerking goed. Op de vraag over de tijdsindeling geeft men dezelfde antwoorden. De ondersteuning van de leerkrachten tijdens het bezoek wordt door 100% van de bedrijven als uitstekend benoemd. 75% van de bedrijven vond het gedrag van de leerlingen uitstekend en 25% vond het gedrag goed. Op de vraag of zij zo’n bedrijfsbezoek opnieuw zouden organiseren antwoorden alle bedrijven unaniem ja! Op de vraag of er aanpassingen nodig zijn naar 85
volgend schooljaar, antwoordt één bedrijf dat het jammer is dat de ouders niet betrokken zijn bij het bedrijfsbezoek.
Op de vragen over tijdsindeling, begeleiding van de bedrijfsmedewerkers en de activiteiten antwoorden alle leerkrachten positief. De antwoorden variëren van goed tot uitstekend. Opnieuw worden de grote betrokkenheid van de leerlingen, het interactieve karakter waarbij de leerlingen zelf iets mogen doen en de vriendelijke begeleiding meermaals vernoemd. De leerlingen toonden veel interesse, waren onder de indruk en staken veel op over de werking van een bedrijf. Wat volgens de leerkrachten de effecten zijn van een deelname aan de bedrijfsbezoeken in het kader van studie – en beroepskeuze, vind je in onderstaand schema: Verruiming van de kennis over de wereld van arbeid en beroepen in het 80% algemeen (waarom werken, bestaan van bedrijfssectoren, bedrijfscultuur,…) Bijdrage aan mentaliteitswijziging ten aanzien van praktisch uitvoerende 100% en technische beroepen Bijdrage aan het verwerven van zelfkennis van de leerlingen wat betreft 40% eigen talenten en interesses Beïnvloeding van beroeps – of studiekeuze
100%
Dit zijn erg goede scores! Deze scores bewijzen dat de bedrijfsbezoeken erg nuttig zijn in het kader van de studie – en beroepskeuze. Ook uit de reacties van de leerlingen kunnen we afleiden dat de bedrijfsbezoeken hun doel bereikt hebben. 97% van de leerlingen vindt het bedrijfsbezoek leuk, boeiend en aangenaam. 90% heeft door het bezoek een beter beeld van wat bepaalde beroepen inhouden. Net zoals vorig schooljaar heeft 100% van de leerkrachten het bedrijfsbezoek voorbereid. 80% deed dit aan de hand van de voorziene lesvoorbereiding. Daarnaast maakten de leerkrachten gebruik van andere lesmaterialen. Volgende citaten die door de leerlingen, leerkrachten en bedrijven naar Het Beroepenhuis werden gestuurd, illustreren het enthousiasme: 86
Enkele reacties van de leerkrachten: “Het bezoek was zeer goed georganiseerd! De mensen die uitleg gaven over hun beroep deden dat uitstekend. Zij lieten de kinderen zelf dingen uitproberen en dat is natuurlijk interessant.” “Alle leerlingen waren zeer geïnteresseerd in de verschillende beroepen en waren onder de indruk van de enorme omvang van het bedrijf.” “Ik ben ervan overtuigd dat de leerlingen veel hebben opgestoken over de werking binnen een groot bedrijf. Het is anders zo’n ver van hun bed, als je praat over beroepen binnen een bedrijf.” “Het is belangrijk dat de leerlingen kennismaken met verschillende dingen. Niet enkel met wat ze kennen of met wat algemeen aanvaard is.”
Enkele reacties van de leerlingen: “Ik was blij om eens andere beroepen te leren kennen. De niet zichtbare beroepen.” “We leerden dat je echt moet kiezen voor een beroep dat je graag wilt doen.” “We leerden dat zowel mannen als vrouwen dezelfde beroepen kunnen uitvoeren.” “Techniek is toch niet zo makkelijk als men denkt.” “We hebben deze beroepen onderschat.” Enkele reacties van de bedrijven: “Zeer enthousiaste leerlingen die reeds goed op de hoogte gebracht waren door de leerkracht i.v.m. de werking van het bedrijf.” “De kinderen die komen hebben een formidabele dag achter de rug en wij hopen dat ze met de doe – fase in contact komen met een beroep dat ze later misschien willen leren.”
87
3.4 Doedagen Het uitgangspunt van de doedagen is om leerlingen uit het 6de leerjaar in contact te brengen met verschillende beroepen en de bijhorende technieken. Dit gebeurt aan de hand van doe-activiteiten in de verschillende VDAB-competentiecentra. Verschillende sectoren komen hierbij aan bod. Er wordt gewerkt met realistische en concrete materialen. Instructeurs en cursisten in de centra staan zelf in voor de begeleiding van de activiteiten. Het Beroepenhuis vzw zorgt voor de organisatie, voor het bereiken van de scholen en voor de pedagogische omkadering. De VDAB stelt de opleidingscentra en het nodige materiaal ter beschikking.
De voordelen voor de jongeren zijn de concrete ervaring met de realiteit van een opleidingscentrum, het leren kennen van technieken en beroepen, het leren respecteren en waarderen van deze technieken en de mensen erachter. Daarnaast ondervinden ze dat techniek en technologie in functie van de mensen staan en ook door mensen gemaakt worden. Tenslotte kunnen ze dankzij de doe-activiteiten eigen talenten ontdekken. Door het voorzien van een concrete omkadering (voorbereiding en verwerking) worden techniek en technische beroepen meer in de klas gebracht en kan er op een innovatieve manier rond worden gewerkt. In het schooljaar 2011 - 2012 werd de doedag opnieuw georganiseerd in alle Vlaamse provincies. Op 27 oktober 2011 ging de doedag door in de provincies Oost – Vlaanderen (7 competentiecentra), West – Vlaanderen (7 competentiecentra), Vlaams – Brabant (3 competentiecentra) en voor de eerste maal in het Brussel Hoofdstedelijk Gewest (1 competentiecentrum). Op 29 maart 2012 vond de doedag plaats in de provincies Antwerpen (7 competentiecentra) en Limburg (6 competentiecentra).
88
In totaal werden 88 scholen met 2061 leerlingen verwelkomd.
Doedagen Oost Vlaanderen leerlingen leerkrachten TOTAAL
Brussel Hoofdstedelijk Gewest
Vlaams Brabant
Limburg
Antwerpen TOTAAL
444
321
390
93
373
440
2061
33
30
28
6
28
32
157
477
351
418
99
401
472
2218
Oost Vlaanderen scholen
West Vlaanderen
18
West Vlaanderen
Brussel Hoofdstedelijk Gewest
Vlaams Brabant 17
16
4
Limburg 18
Antwerpen TOTAAL 15
88
De leerlingen maken kennis met beroepen en sectoren die in de VDAB – centra aan bod komen. De sectoren bouw, metaal en technologie, transport en logistiek, metaal en technologie bedienden, horeca, grafische industrie, social profit, chemie en kunststoffen, haven en binnenvaart, schoonmaak, elektriciteit, confectie en textielverzorging, industriële automatisering, tuinaanleg en onderhoud, verkoop en hout zijn vertegenwoordigd tijdens de doedag.
De jongeren nemen deel aan activiteiten zoals lassen, pannenkoeken bakken, een lichtschakeling maken, een kraan besturen, meerijden met een vrachtwagen, servetten vouwen, mozaïektegels bevestigen,… Zij maken al doende kennis met beroepen zoals o.a. verkoper, professioneel schoonmaker, technicus domotica, procesoperator, hovenier, verpleegkundige… . Zij gaan aan de slag met hout, leren werken met een stikmachine, ontwerpen zelf een cover van een tijdschrift, ervaren wat het is om een schip te besturen,… . Dit zijn slechts enkele voorbeelden uit het aanbod van activiteiten die tijdens de doedag aan bod komen. 89
Opnieuw zijn de reacties van leerlingen, leerkrachten en VDAB – competentiecentra enthousiast, zeer positief en erg lovend! Leerkrachten geven aan dat de leerlingen de doedag benoemen als meest interessante en plezierigste activiteit van het schooljaar. Het enthousiasme en de grote interesse van de leerlingen is volgens hen te wijten aan de ervaringsgerichte manier van werken, de variatie aan activiteiten en het knappe materiaal waarmee de leerlingen aan de slag kunnen. Leerkrachten verwijzen opnieuw naar de goede organisatie en het belang van dergelijke initiatieven om te werken aan de beeldvorming van de technische beroepen want het is voor hen onmogelijk om dit op zo’n manier in de klas te organiseren.
Wat volgens de leerkrachten de effecten zijn van een deelname aan de doedag in het kader van studie – en beroepskeuze, vind je in onderstaand schema
Verruiming van de kennis over beroepen
91%
Bijdrage aan mentaliteitswijziging ten aanzien van praktisch uitvoerende en technische beroepen
76%
Bijdrage aan het verwerven van zelfkennis van de leerlingen wat betreft eigen talenten en interesses
81%
Beïnvloeding van beroeps – of studiekeuze
41%
Dat ook de leerlingen opnieuw enthousiast zijn, dat kunnen we lezen in de antwoorden van de leerlingen. 97% van de leerlingen vond de doedag boeiend, aangenaam en leuk. Op de vraag of ze dankzij de doedag hebben kunnen ontdekken wat ze goed of minder goed kunnen, antwoordt 75% van de leerlingen positief. Op de vraag of ze beter weten welke beroepen wel of niet bij hun passen, antwoordt 63% van de leerlingen ja. Respectievelijk 87% vindt dat alle beroepen belangrijk en waardevol zijn in onze samenleving. Op de stelling: ‘Jongeren die nu al talent hebben voor techniek (handig, zorgzaam, veilig, communicatief, planmatig,…) die kiezen best voor een technische opleiding of een technisch beroep’, antwoordt 53% positief.
90
Uit de evaluaties van de VDAB competentiecentra blijkt dat de doedag ook voor hen opnieuw een succes was! Zij vinden het erg aangenaam om deze doedag te organiseren en de leerlingen en leerkrachten te ontvangen. Ook de samenwerking met Het Beroepenhuis wordt als zeer goed ervaren.
De doedag werd voor het eerst ook georganiseerd in het Brussels Hoofdstedelijk gewest. De doedag ging door in het centrum in Anderlecht. De 94 leerlingen en hun leerkrachten waren ook hier erg enthousiast en gingen tevreden terug naar huis! Toch komen er hier en daar minder positieve opmerkingen naar boven. De VDAB – centra blijven het belangrijk vinden dat een medewerker van Het Beroepenhuis aanwezig is tijdens de doedag. Sinds dit schooljaar werden er voor het eerst leden vanuit de Raad van Bestuur op pad gestuurd om Het Beroepenhuis zoveel mogelijk te vertegenwoordigen. Dit was een succes voor de doedag in oktober (waar in bijna elk centrum iemand aanwezig was) maar tijdens de doedag in april was de opkomst iets minder groot waardoor dit deels terugkomt in de evaluaties. Ook dit schooljaar waren er scholen die niet tijdig aanwezig waren in het centrum waar zij verwacht werden. Eén school was zelfs helemaal niet op de hoogte van het einduur en had geen lunch voorzien voor zijn/haar leerlingen. De scholen krijgen alle informatie tijdig toegestuurd per mail, per brief en telefonisch wordt vermeld dat zij tijdig aanwezig moeten zijn. Dit zal bij een volgende editie opnieuw duidelijk naar de scholen worden gecommuniceerd.
91
Ook rond de inschrijvingsmodaliteiten blijven er bij de VDAB – centra onduidelijkheden bestaan. Sommige centra blijven pleiten voor ‘elk jaar nieuwe scholen’ en ‘meerdere scholen per centrum’ maar er wordt nog steeds gewerkt met een wedstrijd waardoor er geen scholen kunnen uitgesloten worden. Het is dus niet mogelijk om er voor te zorgen dat een centrum elk jaar nieuwe scholen of meer dan één school ontvangt. Vorig schooljaar kwam de zichtbaarheid van Het Beroepenhuis vzw, als partner van de doedag naast de VDAB reeds aan bod in de evaluatie. Er zijn dit schooljaar een aantal afspraken gemaakt en een aantal acties ondernomen met betrekking tot deze zichtbaarheid en er werd dit schooljaar dan ook een verbetering vastgesteld. In een aantal centra werd dit onvoldoende opgenomen dus blijft dit een aandachtspunt bij een volgende editie. Volgende citaten die door de leerlingen en leerkrachten naar Het Beroepenhuis werden gestuurd, illustreren de goede evaluaties: Enkele reacties van de leerkrachten: “Dit is de manier waarop de leerlingen een beter beeld krijgen op technische beroepen. Voor sommigen zal dit zorgen voor een bewustere keuze voor een technische opleiding. Voor anderen bracht dit zeker een betere kijk en meer respect voor technische beroepen.” “Voor veel beroepen geldt: onbekend is onbemind. Doordat leerlingen deze beroepen leren kennen, gaan ze er ook anders naar gaan kijken.” “Enkele kinderen wisten – na een bepaalde activiteit – te vertellen dat ze graag voor zo’n job wilden leren.” “Sommige leerlingen leren zichzelf (qua vaardigheden) veel beter kennen en ontdekken nieuwe talenten bij zichzelf.”
Enkele reacties van de leerlingen: “Je mocht de beroepen zelf uitvoeren en leerde ze kennen op een speelse manier, dit kan helpen bij onze studiekeuze.” “Tofste schoolactiviteit tot nu toe!” 92
“Ik vond de doedag…cool, super, formidabel, supermegacool, supertof, WAW!!” “Ik heb gezien wat ik als beroep wil doen.” “Twee meisjes van de klas willen elektricien worden.” “Na de doedag ontdekte ik wat bij mij past.” “Het is beter dat je van in het begin zo’n technische richting volgt dan een algemene richting te kiezen die je niet ligt.” 3.5 WAW – Wijs! aan ’t werk - arbeidsmarkteducatie voor de 3de graad SO
Doelen Het onderzoek dat Het Beroepenhuis in het voorjaar van 2011 had gevoerd bevestigde de nood aan extra arbeidsmarkteducatie bij jongeren in de laatste jaren van het secundair, én de nood aan ondersteuning daarin voor leerkrachten. Gent, stad in werking investeerde daarom in nieuwe projectmiddelen voor 2012. Op basis van de richtlijnen van de stuurgroep en de verzamelde kennis en ideeën beoogden we een dubbel aanbod vanuit het project ‘Wijs! aan ’t werk’ (WAW): - een ‘goestingsmethodiek’ op maat van jongeren voor in de klas, die hen kennis laat maken met de uitdagingen voor schoolverlaters én hen daarnaast concrete goesting geeft om ook andere bestaande werkvormen en initiatieven over de arbeidsmarkt te gebruiken. - een toegankelijk digitaal platform waar die laatste worden verzameld in een productenmand voor Gentse leerkrachten. Ook jongeren vinden hier alle links terug die ze nodig hebben om zelf op zoek te gaan naar een antwoord op hun vragen. Andere doelstellingen voor het voorjaar van 2012: - de bekendmaking van dit aanbod bij het ruime publiek én de Gentse scholen dankzij een sterk communicatieplan met een publieksevenement, verspreiding van promotiemateriaal en aanwezigheid op de verschillende overkoepelende directievergaderingen. - het uitrollen van WAW naar een brede doelgroep van leerlingen uit alle onderwijsvormen en netten. 93
Resultaten In het najaar van 2011 (WAW Fase I) ontwikkelde Het Beroepenhuis een kwalitatieve methodiek, mede dankzij de input van de stuurgroep en de interactie met een klankbordgroep. Die klankbordgroep bestond uit een divers testpubliek van leerlingen en onderwijsmakers uit verschillende Gentse onderwijsvormen (OV) en netten:
School
Klas
OV
Net
Datum
KTA GITO Groenkouter
6e Elektrische installaties / Hout / Werktuigmachines
BSO GO!
23/11/2011
KTA GITO Groenkouter
7e Kantoor
BSO GO!
24/11/2011
IVV St.-Vincentius
6e Jeugd en gehandicaptenzorg
TSO Vrij
24/11/2011
Atheneum Wispelberg
6e Humane wetenschappen
ASO Stedelijk 28/11/2011
Atheneum Gentbrugge
6e Humane wetenschappen / Wetenschappen
ASO GO!
29/11/2011
Begin januari 2012 werd een educatieve medewerker halftijds in dienst gesteld om het project verder uit te bouwen. Gedurende het voorjaar van 2012 (WAW Fase II) gaf deze de vormingsessies op nog meer scholen: School
Richting
OV
Net
KTA MOBI
6e Autotechniek / Informaticabeheer / Industriële wetenschappen / Handel / Elektromechanica
TSO
GO!
14/02/2012
KTA MOBI
7e Onderhoud van motorfietsen / Bouw en renovatie / Diesel- en LPG-motoren / Industriële elektriciteit
BSO
GO!
27/02/2012
Visitatie Mariakerke
7e Logistiek / Winkelbeheer
BSO
Vrij
29/02/2012
BSO
Vrij
3/05/2012
Hoger Technisch 6e Elektriciteit / Centrale verwarming en Instituut Sint-Antonius sanitair / Carrosserie 94
Datum
CDO De Rotonde
6e Kantoor
BSO
Vrij
7/05/2012
Onze-Lieve-VrouweInstituut
7e Kantoor / Organisatie-assistent
BSO
Vrij
8/05/2012
KTA MOBI
7e Vrachtwagen
BSO
GO!
8/05/2012
KTA MOBI
6e Vrachtwagen
BSO
GO!
9/05/2012
IVV Sint-Vincentius
7e Kinderzorg
BSO
Vrij
15/05/2012
Onze-Lieve-VrouweInstituut
7e Haarstylist
BSO
Vrij
21/05/2012
CDO De Rotonde
DBSO
Vrij
22/05/2012
Hoger Technisch Instituut Sint-Antonius 6e en 7e Automechanica
BSO
Vrij
22/05/2012
Hoger Technisch Instituut Sint-Antonius 6e Koeling / Autotechniek
TSO
Vrij
23/05/2012
VIP-school Martelaarslaan - ZIEK
7e Verkoop / Publiciteit en illustratie
Sted.
4/06/2012
CDO De Rotonde
DBSO
Vrij
7/06/2012
CDO De Rotonde
DBSO
Vrij
8/06/2012
Don Bosco Instituut
7e Houtbewerking / Mechanica
BSO
Vrij
8/06/2012
Don Bosco Instituut
7e Grafische afdeling / Elektriciteit
BSO
Vrij
8/06/2012
Don Bosco Instituut
7e Bouw
BSO
Vrij
11/06/2012
OKAN
Prov.
20/06/2012
Provinciale Middenschool
Het effectief aantal bereikte leerlingen voor het schooljaar 2011-2012 per onderwijsvorm: # groepen # aantal lln
%
BSO
15
177
60
TSO
3
39
13
ASO
2
35
12
DBSO
3
34
12
OKAN
1
10
3
Totaal
24
295
100,00
95
Daarnaast maakten ook 90 onderwijsmensen persoonlijk kennis met het aanbod op school en tijdens het publieksevenement van 7/03 (Kick-off; 65 aanwezigen).
Uit een uitgebreide bevraging bij alle bereikte leerlingen en leerkrachten bleek de appreciatie voor de ontwikkelde goestingsmethodiek en website opmerkelijk groot: -
-
Onze aanpak creëert een sterke interactie met de leerlingen omtrent het thema, en bevordert een grote betrokkenheid en interesse van hun kant. Dankzij de flexibiliteit van de methodiek ontstaat als vanzelf een vorming op maat van elke specifieke groep, die concrete antwoorden geeft op de diverse noden van de doelgroep. Dit bleek het geval bij BSO, TSO én ASO. We stelden een duidelijk ‘goestingseffect’ vast: ruim de helft (!) van de bereikte jongeren waren concreet gemotiveerd om naar aanleiding van deze sessies diverse subthema’s verder aan te snijden in latere lessen. Arbeidsmarkteducatie in het algemeen werd na afloop van de sessies als zeer relevant beschouwd door leerlingen én leerkrachten. Zowel leerlingen als leerkrachten waren bijgevolg doorgaans sterk geïnteresseerd in de toegankelijke online productenmand (www.wijsaantwerk.be).
96
Toekomst De projectperiode van WAW eindigt voorlopig op 31 december 2012. Wat daarna gebeurt is nog af te wachten. In het kader van een onderzoek naar de mogelijkheden voor WAW op langere termijn was er onder andere uitgebreid contact met de mensen van RESOC Antwerpen, die samen met een breed partnerschap instaan voor de TRANSIT schoolverlatersdagen. Op basis van onze eigen ervaringen en die van andere vergelijkbare initiatieven werd reeds berekend wat de kostprijs zou zijn van de mogelijke concrete opties voor de toekomst. -
Voor het najaar van 2012 staan alvast de volgende acties nog op het programma: nog meer vormingsessies in scholen een do-it-yourself-editie van de goestingsmethodiek voor leerkrachten een concrete vraag vanuit het Gentse Deeltijds BSO om in de nabije toekomst te bekijken hoe ons aanbod kan worden geoptimaliseerd voor deze doelgroep Conclusie Het eerste project van Het Beroepenhuis voor een nieuwe doelgroep, namelijk leerlingen uit de derde graad van het secundair onderwijs, was een succes. We zijn erin geslaagd om een kwalitatief sterk aanbod te ontwikkelen dat helemaal op maat van de doelgroep is en we hebben dit ook concreet in de klas gebracht. De feedback van leerlingen en leerkrachten was positief.
97
3.6 Technologica Tijdens het schooljaar 2011-2012 werd Technologica opnieuw georganiseerd door het Regionaal Technologisch Centrum (RTC) van Oost – Vlaanderen, samen met de Provincie Oost – Vlaanderen, TOFAM Oost – Vlaanderen en Gent, stad in werking (Gsiw). Technologica is een wedstrijd waarbij laatstejaars van het BSO en TSO uit de studierichtingen mechanica – elektriciteit, auto en koeling-warmte hun Geïntegreerde Proef (GiP) voorstellen op een beurs. Technologica vond plaats op 24 mei 2012 en voor de 4de maal werd aan Het Beroepenhuis gevraagd om een programma te voorzien om jongeren warm te maken voor techniek. Voorgaande jaren werd er geopteerd om jongeren uit de 1ste graad secundair onderwijs uit te nodigen om deel te nemen maar dit schooljaar werd het programma voor het eerst uitgewerkt voor jongeren van het 6de leerjaar.
Opnieuw werd er door Het Beroepenhuis omkaderend lesmateriaal opgesteld ter voorbereiding en ter evaluatie in de klas. Ook voor de gippers die hun GiP moeten voorstellen aan het publiek werd opnieuw een lesvoorbereiding opgemaakt. Tijdens het evenement zelf waren er 627 leerlingen uit het 6de leerjaar en 42 leerkrachten aanwezig, verdeeld over de voor – en namiddag. De leerlingen werden verdeeld in groepjes van 10 à 12 leerlingen en de dag werd gestart met een korte gezamenlijke inleiding. Vervolgens vertrok elk groepje, onder leiding van een begeleider, naar een activiteit. Deze begeleiders bestonden uit interim-krachten en studenten van de lerarenopleiding en deze werden vooraf gebriefd door Het Beroepenhuis. Zij loodsten de jongeren, via een doorschuifsysteem doorheen alle activiteiten. De dag werd uiteindelijk afgesloten met een quiz waarbij het winnende groepje beloond werd met cinematickets.
98
Net als vorig schooljaar bestonden de activiteiten uit twee delen. Een zoekopdracht op de beursgrond en 4 korte doe – activiteiten die opgebouwd werden rond de 4 verschillende fases die je moet doorlopen bij het maken van een GiP: een idee bedenken, een materiaalkeuze maken, de uitwerking en de toepassing. Voor elke fase werd één opdracht uitgewerkt waarbij de leerlingen een concreet talent konden testen: creatief zijn, milieubewust werken, technisch inzicht en veiligheidsregels respecteren.
De activiteiten rond veiligheid, milieu en de zoekopdracht op de beurs werden door Het Beroepenhuis uitgewerkt. Opnieuw werd er voor de activiteit rond technisch inzicht samengewerkt met KAHO Sint – Lieven. Zij maakten net als vorig jaar een pop-pop-bootje met de leerlingen.
99
Nieuw dit schooljaar was de samenwerking met Hogeschool Gent voor de activiteit rond creatief talent. Zij lieten de leerlingen kennis maken met de werking van een homopolaire motor. Deze motor werkt op basis van de Lorentz – kracht. Een kracht die ontstaat doordat magnetische velden en elektrische stroom elkaar kruisen. De jongeren plooien een koperdraadje in een creatieve vorm en plaatsen dit op een batterij die geplaatst is op een magneet. Doordat het koperdraadje de elektriciteit geleidt tot bij de magneet, gaat het koperdraadje draaien.
Vanuit het RTC Oost-Vlaanderen werden er dit schooljaar voor het eerst ook workshops voorzien voor de begeleidende leerkrachten om hen meer informatie te geven over hoe zij kunnen werken rond techniek in de klas. De leerkrachten konden deelnemen aan een theoretische workshop rond bètamentality en aan een meer praktische workshop georganiseerd door Timelab.
In onze evaluatieformulieren vroegen we nadien wat volgens de leerkrachten de effecten waren van hun bezoek aan Technologica met leerlingen. Van de 15 scholen konden we 9 evaluatieformulieren ontvangen. 100% van de leerkrachten vindt dat het bezoek aan Technologica de interesse voor techniek aanwakkert. 33% duidt aan dat Technologica bijdraagt aan de verruiming van de kennis over studierichtingen. Met de stelling dat Technologica bijdraagt aan een mentaliteitswijziging ten aanzien van TSO en BSO is 78% het eens en 11% van de leerkrachten gelooft dat een bezoek aan Technologica de beroeps – of studiekeuze beïnvloedt. Dat slechts 11% van de leerkrachten akkoord gaat met die laatste stelling, dat de deelname aan Technologica de leerlingen beïnvloedt wat betreft hun beroeps – of studiekeuze, is te wijten aan het moment waarop Technologica plaatsvindt. De meeste 100
leerlingen hebben op het einde van het schooljaar al een keuze gemaakt en zijn zelfs al ingeschreven in een secundaire school. Ook dit schooljaar geven bijna alle scholen aan dat zij volgend schooljaar opnieuw zouden deelnemen aan Technologica. Eén school geeft aan dit niet te zullen doen omdat mei een erg drukke periode is en omdat er heel wat andere activiteiten rond studie – beroepskeuze bestaan waaruit zij als leerkrachten kunnen kiezen.
Ook aan de leerlingen werd gevraagd om het bezoek aan Technologica te evalueren. Deze evaluatie werd uitgevoerd aan de hand van 6 stellingen. Jammer genoeg vonden maar weinig leerkrachten de tijd om de evaluatie met de leerlingen in te vullen. Uiteindelijk is er een responsgraad van ongeveer 18%. 47% van de leerlingen vond het bezoek aan Technologica leuk. 37% heeft hierover geen mening en slechts 16% vond het bezoek aan Technologica niet leuk. Op de vraag of ze het bezoek aan de beurs leuk vonden, antwoordt 42% positief, 42% heeft geen mening en 16% vond dit niet leuk. De doe – opdrachten worden door 67% van de leerlingen als leuk bevonden, 7% heeft geen mening en 26% geeft aan de doe – opdrachten niet leuk te vinden.
33% van de leerlingen vindt dat ze door het bezoek ontdekt hebben dat techniek tof is. 44% heeft hierover geen mening en 23% geeft aan dit niet ontdekt te hebben. Op de vraag of ze door het bezoek meer weten over TSO en BSO antwoordt 32% van de leerlingen ja, 17% antwoordt geen mening en 51% antwoordt negatief. 72% vindt dat ze door het bezoek hebben stilgestaan bij het feit dat techniek overal in ons leven aanwezig is, 17% heeft hierover geen mening en 11% gaat niet akkoord met deze stelling. 101
Deze scores liggen beduidend lager dan vorig schooljaar! Dat de leerlingen het bezoek minder positief ervaren heeft vooral te maken met de moeilijkheidsgraad op de beurs die voor veel leerlingen te hoog gegrepen was. Leerlingen geven daarnaast ook aan dat zij techniek al leuk vonden voor hun deelname aan Technologica en dat zij de inhoud van TSO en BSO al kenden. Vandaar de lagere scores op deze stellingen. Wel geven de leerlingen aan dat zij nog niet hadden stilgestaan bij de aanwezigheid van techniek in alle aspecten van ons leven. Enkele reacties van leerkrachten en leerlingen: Leerkracht: “Fantastische organisatie voor zo’n grote groep kinderen.” Leerkracht: “De leerlingen waren erg enthousiast, De GiP’s vonden ze soms wat moeilijk te begrijpen maar ze waren onder de indruk van wat er te zien was en wat er gemaakt was. Ook de proefjes in de groepen vonden ze erg leuk. Het was fijn om te zien dat onze leerlingen goed werden opgevangen! Een tiptop organisatie!”
Leerkracht: “De leerlingen krijgen een breed beeld van wat je allemaal kunt doen als je een TSO of een BSO richting volgt. Vooral het feit dat de leerlingen effectief zien welke toepassingen er allemaal gemaakt worden door leerlingen die een TSO of een BSO richting volgen, zorgt al dat de leerlingen meer respect krijgen voor die richtingen.” Leerling: “Anders dan gewoon les volgen en we leren toch iets bij.” Leerling: “Eenvoudige voorwerpen moeten gemaakt worden en dit is techniek. Hier had ik nog nooit bij stil gestaan.”
102
3.7 Social profit beroepenrally Op dinsdag 18 oktober 2011 namen 113 jongeren uit het 2dejaar ASO en 12 leerkrachten van de Provinciale Middenschool, Middenschool II en Atheneum Wispelberg deel aan de zorgberoepenrally in het centrum van Gent, in de buurt van het AZ Sint-Lucas.
Dit evenement was een initiatief van de Stad Gent , Dienst Werk en Economie in samenwerking met Het Beroepenhuis vzw. Heel wat partners uit de zorgsector toonden zich bereid hieraan mee te werken: AZ Sint-Lucas, St-Jan de Deo, Kinderdagverblijf Beregoed, Solidariteit voor het gezin, RVT Sint-Jozef, IVV Sint-Vincentius en Schoolspotters. De leerlingen konden kennismaken met de beroepen pneumoloog, technoloog medische beeldvorming, psychiatrisch verpleegkundige, kinderverzorger, thuisverpleegkundige en ergotherapeut . Om 9u worden de leerlingen verwacht. Na een korte inleiding wandelen de jongeren een uitgestippelde route die hen bij de 6 beroepen bracht. Bij elk beroep kregen ze een doe opdracht om het beroep eventjes te proeven. Zo konden ze een luier verversen bij een realistisch nagemaakte babypop in het kinderdagverblijf, verbanden leren leggen als thuisverpleegkundige en een alcoholtest doen als psychiatrisch verpleegkundige. Bij de pneumoloog konden ze elkaars longinhoud testen en werden de gevolgen van roken aangekaart. Verder konden de jongeren ook tijdens het wandelen onverwachte opdrachten krijgen zoals het reanimeren van een persoon of en prik leren zetten op een kurkbord.
Zoals steeds zorgde Het Beroepenhuis voor een educatieve omkadering in de vorm van een les vooraf en een les nadien. Zo wisten de jongeren al heel wat over de sector en de 103
beroepen voor ze aan de rally begonnen. Tijdens en na de rally was het hun taak om vooral stil te staan bij hun eigen talenten en interesses in de sector.
Er was bij de partners veel enthousiasme over de zorgberoepenrally. Ook alle leerkrachten zijn over het algemeen heel positief en behalve enkele uitzonderingen vonden de jongeren het een hele leuke voormiddag waarin ze veel bijleerden over de sector en waarbij sommigen zelfs letterlijk te kennen geven nu een beroep in de zorgsector te willen uitvoeren later. We zijn zeker in de opzet van dit event, namelijk een positieve beeldvorming neerzetten van de sector en interesse wekken bij de jongeren, geslaagd. 3.8 Miummm
Het Miummm, Vlaams huis van de voeding vzw is een doe – en belevingscentrum over voeding in Roeselare. In het kader van de opstart van Miummm bezochten de mensen van het huis van de voeding Het Beroepenhuis. Men maakte kennis met het concept en de manier van werken in Het Beroepenhuis. Vanuit de interesse voor dit concept werd Het Beroepenhuis verder geconsulteerd en zetelde Het Beroepenhuis zelfs als jury bij het aanstellen van het productiehuis dat het doe- en belevingscentrum vorm zou geven. Op 3 mei 2012 ging het Miummm officieel open voor het publiek. In het schooljaar 2011-2012 kwam ook de nood om vorm te geven aan een atelier dat jongeren zouden kunnen uitvoeren als aanvulling bij de tentoonstelling. Hiervoor werd opnieuw contact opgenomen met Het Beroepenhuis. De uitwerking van dit atelier kaderde binnen de doelstelling van het Miummm om ‘jongeren warm te maken voor een opleiding en/of carrière in de agro – voedingssector’ en werd ontworpen voor jongeren uit de 3de graad BSO en TSO uit de richtingen Voeding en Landbouw. 104
De doelstelling van het atelier is om jongeren een beter zicht te geven op de tewerkstellingsmogelijkheden in de Voedingsindustrie en hen zelf te laten ervaren welke competenties daarbij aansluiten. De jongeren doen dit door kennis te maken met 4 beroepen (onderhoudstechnicus, operator, productontwikkelaar of productiemedewerker) uit deze sector. Per beroep voeren zij een activiteit uit waarbij zij enkele concrete competenties kunnen testen. Het atelier start met een inleiding waarbij er kan teruggekoppeld worden naar de jongeren hun ervaringen in de tentoonstelling, waarbij er aandacht is voor hygiëne en waarbij er kort wordt ingegaan op de beroepen waarmee de jongeren zullen kennismaken. Het tweede deel van het atelier bestaat uit een doorschuifsysteem waarbij de leerlingen in kleine groepjes de activiteiten uitvoeren: Als kwaliteitsverantwoordelijke nemen de leerlingen deel aan 3 opdrachten. Zij testen de grondstoffen voor het maken van limonade, maken de limonade en proeven deze limonade om na te gaan of deze voldoet aan de vooropgestelde criteria. Als onderhoudstechnicus bepalen de jongeren de volgorde van te ondernemen stappen bij het oplossen van een probleem. Zij plaatsten de nodige acties in de juiste volgorde binnen een vooropgestelde tijd. Om de jongeren te laten kennismaken met het beroep operator nemen de leerlingen deel aan een bordspel. In dit bordspel zitten kennisvragen en doe - opdrachten verwerkt rond verschillende thema’s zoals veiligheid, taken, competenties,…). De jongeren hebben als doel het verzamelen van verschillende onderdelen van een machine, verpakking of product. Degene die het eerst de machine/verpakking/product volledig in elkaar kan steken, is de winnaar van het spel. Om te zorgen dat het zicht op de tewerkstellingsmogelijkheden zoveel mogelijk afgestemd is op de doelgroep, verschilt het 4de beroep waarmee de jongeren kennismaken. Jongeren uit TSO – richtingen maken kennis met het beroep productontwikkelaar en jongeren uit BSO en BUSO – richtingen maken kennis met het beroep productiemedewerker. Als productontwikkelaar gaan de leerlingen aan de slag om een nieuw product te ontwikkelen. Zij bepalen de doelgroep, maken een behoefteanalyse en bepalen de verschillende ingrediënten. Bij het kiezen van de ingrediënten houden de jongeren rekening met de haalbaarheid (smaak, kostprijs en gezondheid). Uiteindelijk geven zij vorm aan hun verpakking en kiezen zij een naam voor hun product. Leerlingen die kennismaken met het beroep productiemedewerker krijgen de taak om binnen een bepaalde tijd een aantal gebakjes in te pakken (dozen vouwen, gebakjes in taartvormpjes leggen, gebakjes in dozen en dozen sluiten). De jongeren moeten zich zelf organiseren en onderling de taken verdelen. Na een eerste poging komt de begeleider tussen om de leerlingen te doen stilstaan bij hun manier van werken en hoe dit nog sneller en efficiënter zou kunnen. Op het einde van het atelier is er ruimte voorzien om te reflecteren over de ontdekte competenties. Tijdens het uitvoeren van de activiteiten duiden de jongeren in een competentietabel aan in welke mate zij de competenties bezitten en hoeveel zij hierin nog kunnen groeien. 105
Na de activiteiten gaan zij in hun groep per beroep nadenken over bereikte resultaten, nodige kennis, nodige vaardigheden en nodige attitudes aan de hand van een mindmap. Als afsluiter nemen de leerlingen deel aan een loopbaangesprek in de vorm van speed dating. De jongeren stellen 5 verschillende vragen aan 5 verschillende personen en noteren de antwoorden. Na dit loopbaangesprek bezorgen zij de juiste antwoorden aan de juiste personen zodat elke leerling een soort van portfolio heeft met zijn/haar antwoorden op de vragen van het loopbaangesprek. Het atelier werd zowel inhoudelijk als praktisch uitgewerkt door Het Beroepenhuis en ook de testfase in mei werd door Het Beroepenhuis uitgevoerd. De feedback van betrokken leerkrachten, van het Miummm en de eigen opmerkingen waren vooral van praktische aard. Op basis van de opmerkingen over timing, te gebruiken materiaal, opmaak werkblaadjes en niveau van de verschillende doelgroepen werden aanpassingen doorgevoerd en tips voor de toekomst geformuleerd. 3.9 IKANDA Kindercongres
In november 2009 vond de eerste editie van het kindercongres IKANDA plaats. Dit werd door Flanders DC georganiseerd ter afsluiting van het Europees Jaar van Creativiteit en Innovatie. Er werden toen 1500 leerlingen uit het 6de leerjaar uit heel Vlaanderen uitgenodigd. De centrale thema’s waren talent, wetenschap, creativiteit en ondernemerschap. In het schooljaar 2011-2012 werd IKANDA opnieuw georganiseerd. Deze editie vond plaats op 19 oktober 2010. De thema’s bleven hetzelfde, opnieuw werden de leerlingen van het 6de leerjaar uitgenodigd maar er werden meer leerlingen bereikt dan het jaar voordien. Tijdens deze dag waren maar liefst 2500 leerlingen aanwezig. IKANDA blijkt een groot succes dus dit schooljaar werd er een derde editie georganiseerd. Opnieuw kwamen dezelfde thema’s aan bod: talent, wetenschap, creativiteit en ondernemerschap en waren er 1500 aanwezige leerlingen. IKANDA ging dit keer door in het voorjaar en vond plaats op 17 april 2012. Het programma was vergelijkbaar met de voorgaande jaren. Twee plenaire gedeeltes met daartussen een middagpauze met workshops. De presentatie van het geheel werd opnieuw uitgevoerd door Sofie Van Moll en Kobe Van Herwegen. De sprekers Sofie Dumont, Maarten Slembrouck, Marc De Bel, Martin heylen, Sil Janssen, Sven Nys, Herman Verbruggen en Fatty K. vertelden over hun talent, creativiteit en ondernemerschap. Tussen de beide plenaire gedeeltes kregen de kinderen de tijd om gedurende 2 uur allerlei activiteiten uit te voeren rond de 3 grote thema’s. De leerlingen konden deelnemen aan 106
verschillende workshops uitgevoerd door verschillende dans – en kunstorganisaties, aan workshops rond wetenschap uitgevoerd door Technopolis, verschillende Hogescholen en Universiteiten en aan workshops uitgevoerd door Het Beroepenhuis rond het thema ondernemen. Zeker 800 leerlingen namen deel aan de activiteiten georganiseerd door Het Beroepenhuis.
De leerlingen konden opnieuw deelnemen aan verschillende mini – ateliers waarbij voor de sectoren van Het Beroepenhuis één of meerdere beroepen met doe – activiteit werden voorzien. Een sleutelkastje in elkaar steken als schrijnwerker, metaal plooien zoals een echte metaalbewerker, als kwaliteitsverantwoordelijke smaken herkennen, enveloppen plooien als drukwerkafwerker,… zijn slechts enkele voorbeelden van de 15 activiteiten waaraan de leerlingen konden deelnemen. Vanuit de sector chemie en kunststoffen kwam men opnieuw zelf de activiteit begeleiden waarbij de leerlingen als laboranten aan de slag gaan en haargel maken. Voor de jongeren alleszins opnieuw een boeiende dag om nooit te vergeten! Meer info over IKANDA vind je op: http://www.ond.vlaanderen.be/ikanda2009/ www.ikanda2010.be of op www.flandersdc.be/nl/ikanda-2012/.
,
3.10 Boetiek Techniek Op zaterdag 12 mei vond Boetiek Techniek plaats, een doe – beurs met en over techniek georganiseerd door Dienst werk van Stad Gent, TOFAM Oost – Vlaanderen en Agoria. Dit evenement werd georganiseerd in de Gentse binnenstad, op het St – baafsplein en de Korenmarkt, ter promotie van de sector Metaal en technologie. Aan de hand van een 20 -tal interactieve, speelse en educatieve standen kregen 10 tot 14 – jarigen de kans om kennis te maken met techniek en de vele opleiding– en beroepsmogelijkheden van de sector. De standen werden bevolkt door een 13-tal bedrijven uit de sector maar ook andere organisaties waaronder enkele onderwijsinstellingen, de VDAB, RTC Oost - Vlaanderen, TOFAM Oost - Vlaanderen en ook Het Beroepenhuis waren aanwezig op deze beurs. De beurs was vrijblijvend te bezoeken en het beoogde doelpubliek waren toevallige passanten. Dit maakt het moeilijk om een correcte meeting uit te voeren wat betreft het bereikte aantal mensen. Aan beide standen van Het Beroepenhuis (één stand per plein) 107
werden in totaal 735 mensen bereikt, 245 jongeren en 490 ouders. Dit aantal werd berekend op basis van het uitgedeelde materiaal. De activiteiten door de bedrijven en organisaties voorzien, waren ervaringsgericht en erg divers. Zo konden de kinderen bij het bedrijf VHA een spin – robot maken. Het REC Radiocentrum gaf jongeren de kans om een radiotoestel te bouwen. Bij de VDAB graveerden de kinderen hun eigen naam in een metaalplaat en het bedrijf Gilbos hielp de kinderen een knipperlicht in elkaar monteren.
Als doe – activiteit voor Het Beroepenhuis werd een mobiele module uitgewerkt door het bureau Impressantplus. De module werd zo ontworpen dat deze ook te gebruiken is als beroepenatelier in Het Beroepenhuis voor de sectoren Metaal en technologie en Metaal en technologie bedienden (zie ook 1.2.2. in dit schooljaarverslag). Als uitgangspunt wordt er vertrokken van het productieproces voor het maken van een USB – stick. De jongeren maken kennis met 4 beroepen waarbij zij het productieproces doorlopen, per beroep 1 opdracht uitvoeren en concreet één talent testen. Zij starten bij het beroep productontwikkelaar en gebruiken hun fantasie om een USB – stick te ontwerpen. Daarna testen de jongeren, als technisch tekenaar, het talent ruimtelijk inzicht. Als matrijzenbouwers werken zij zo nauwkeurig mogelijk bij het bevestigen van het vierde koperstrookje en zij testen meteen de juistheid van hun werk met een controletoestel. Uiteindelijk kruipen zij even in de huid van een procesoperator. Via de computer zetten de jongeren alle machines in gang en opduikende problemen lossen zij zo snel mogelijk op. Kortom de jongeren zorgen ervoor alles op rolletjes loopt zodat er USB – sticks geproduceerd kunnen worden. Kinderen die het proces doorlopen hadden, kregen op het einde een USB – stick cadeau. Daarop stond ook het computerspelletje van het beroep procesoperator. Als het spelletje voltooid is, zien de leerlingen de link naar de website www.metaal.mijnberoep.be.
108
3.11 Beurzen en nascholingen 3.11.1 Beurzen Tijdens het schooljaar 2011-2012 was Het Beroepenhuis vzw vertegenwoordigd op 3 beurzen. (1) en (2): Voor het 7de jaar op rij namen we deel aan de TOP-dag in Technopolis, Mechelen, op 14 en 15 november 2011. Deze beurs en studiedag wordt al 7 jaar ingericht voor leerkrachten uit het secundair onderwijs en sinds vorig jaar is er ook een dag voor basisonderwijs. Op de beurs worden alle uitgeverijen en ontwikkelaars van didactische materialen die werken rond het thema techniek gebundeld. Het Beroepenhuis stalde behalve de informatie over de eigen werking ook de lesmaterialen uit die door sectoren en andere organisaties werden ontwikkeld. (3) Op 17 november 2011 organiseerde Competento een infomarkt in Brussel. Het Kenniscentrum Competento is een initiatief van de Vlaamse Regering dat wordt uitgewerkt door het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming – SYNTRA Vlaanderen. Competento geeft elk schooljaar een digitale inspiratiegids uit met een informatiefiches van ondernemende klasprojecten. Het Beroepenhuis staat telkens met verschillende projecten in deze gids. Op de infomarkt werden alle aanbieders uit de inspiratiegids van Competento uitgenodigd. Helaas bleek de beurs weinig succes te hebben en bleken de bezoekers zelfs niet eens de verwachte doelgroep te zijn. Deelnemers beurzen 2011-2012 aanwezigen info beroepenop beurs huis mee doelpubliek TOPdag 22/11 basis
139
TOPdag 24/11 secundair
459
44 leerkrachten basis 114 leerkrachten secundair de
Infomarkt Competento TOTAAL
de
leerkrachten 2 en 3 graad secundair onderwijs en docenten 11 hoger onderwijs
30 628
169
3.11.2 Nascholingen Het beroepenhuis nam tijdens het schooljaar 2011-2012 deel aan 3 verschillende nascholingen. (1) Bètamentality In het kader van de sectorenwerking van de Stad Gent werd op 21 juni 2011 een spreker uitgenodigd van youngworks over BètaMentality, dit ter voorbereiding van wat in mei 2012 het publieksevent Boetiek Techniek zou worden. Het onderzoek en het BètaMentalitymodel uit Nederland sloeg aan en op 10 oktober 2011 werd er opnieuw een workshop georganiseerd, dit keer door RTC Oost-Vlaanderen. Beide workshops werden gevolgd door verschillende medewerkers van Het Beroepenhuis.
109
Het BètaMentality-model ligt aan de basis van het Platform Bèta Techniek in Nederland dat als doel heeft om meer leerlingen te laten kiezen voor bètatechnisch onderwijs zodat dat talent ook door de bedrijven kan worden benut. Het model deelt jongeren op in vier groepen die elk een eigen houding hebben ten aanzien van wetenschap en techniek en geeft aan op welke manier deze verschillende groepen tot een keuze voor een wetenschappelijk of technisch beroep gemotiveerd kunnen worden. Het gaat over de types: concrete bètatechnici, carrière bèta’s, mensgerichte generalisten en non-bèta’s. Voor Het Beroepenhuis, die als kerntaak heeft jongeren motiveren voor een technische opleiding of voor een praktisch-uitvoerbare beroep, is het dus belangrijk om elke groep jongeren uit dit model te bereiken. De theorie van dit model wordt dan ook verwerkt in de begeleidingen van Het Beroepenhuis. (zie ook hoofdstuk 1.1.1.1. in dit jaarverslag) (2) HorizonTaal – Studiekeuze als ontdekking Op een middagconferentie op 9 mei 2012 werd het educatief pakket HorizonTaal voorgesteld. Het pakket werd ontworpen door Magda Vanmontfort in samenwerking met het Limburgs Overleg Onderwijs – Arbeid (LOOA) en op initiatief van de gedeputeerde voor onderwijs van de provincie Limburg, Frank Smeets. Met dit lespakket kunnen leerlingen uit de eerste graad van het secundair onderwijs uit de A- en de B-stroom 10 verschillende kennisdomeinen op een diepgaande manier verkennen. Daarbij gaan ze nadenken over hun interesses en mogelijkheden qua studie- en beroepskeuze, begeleid door hun leerkrachten en CLB-medewerkers. Eén van de 10 kennisdomeinen is techniek en technologie. Per kennisdomein kunnen de leerlingen kiezen uit 6 activiteiten die telkens aan een concreet beroep worden verbonden. Naast horizonverruiming en zelfconceptverheldering staat ook taalvaardigheid centraal in dit vakoverschrijdend lespakket. (3) 100 jaar keuzes en kansen – CLB doet ertoe! Op dinsdag 15 mei 2012 werd de 100ste verjaardag van het VCLB Waas en Dender gevierd met een boeiende studiedag over loopbaanbegeleiding en kansenbevordering. Als start van de dag werd een handig model toegelicht voor alle kansenbevorderingsinitiatieven. Vervolgens konden er 2 workshops naar keuze gevolgd worden. De eerste workshop werd verzorgd door Marie-Paule Gavel van VCLB Gent over het loopbaangesprek. Opvallend voor Het Beroepenhuis was dat de spreekster het belang van een bezoek aan Het Beroepenhuis benadrukte en heel vaak verwees naar de website van Het Beroepenhuis als rijke bron aan lesmaterialen. In de tweede workshop kwamen de mensen van De Schoolbrug vzw aan het woord. Ze toonden het pakket Kies Raak!, een methode om samen met ouders van leerlingen in 6 bijeenkomsten op talentenzoektocht te gaan. Zo kunnen ouders hun kinderen veel beter begeleiden in hun studiekeuze met kennis van de structuur van het secundair onderwijs en met kennis van factoren die doorwegen in een schoolkeuze. Ondertussen verkennen de leerlingen de beroepenwereld en doen ze een persoonlijke talentenzoektocht. De studiedag werd afgesloten met twee specialisten aan het woord: Professor Bieke De Fraine (KU Leuven) over de effecten van zittenblijven en Evi Verduyckt (raadgever van 110
Vlaams minister van onderwijs en gelijke kansen Pascal Smet) over de toekomstige uitdagingen op vlak van ‘keuzes en kansen’. 3.12 Bereik van ouders (exclusief zondagen) Naast onze open zondagen waren er opnieuw enkele andere evenementen waarop we ouders konden bereiken om hen kennis te laten maken met ons aanbod. Organisator
# ouders
29 november 2011 VCLB Gent
# jongeren
Totaal
50
8
58
35
7
42
26 april 2012 VCLB Gent
13
7
20
3 juli 2012 VCLB Gent
14
10
24
Totaal:
112
32
144
%
78
22
17 januari 2012 Interstedelijk CLB Stad Gent
Zoals in het verleden maakten zowel het VCLB Gent als het Interstedelijke CLB Stad Gent gebruik van ons gebouw voor in totaal 4 infoavonden. Bij die eerste twee gelegenheden nodigden zij telkens ouders uit van wie de kinderen in de laatste graad van het basisonderwijs en in de eerste graad van het secundair zaten, ons doelpubliek dus. Telkens stelde één van onze medewerkers Het Beroepenhuis kort voor, waarbij natuurlijk duidelijk geschetst werd wat wij voor hen kunnen betekenen. Ook kregen de bezoekers bij de eerste twee van die avonden een korte rondleiding door het hele gebouw, en dat wakkerde de interesse steevast aan. Op de laatste twee avonden organiseerde het VCLB in navolging van het experiment van vorig schooljaar telkens een infomoment voor gezinnen met kinderen van 14 of 15 jaar die geheroriënteerd zouden worden richting TSO of KSO, en was er tijdens een presentatie voor de ouders door het VCLB ook een activiteit op maat voor de jongeren in onze tentoonstelling. In onderling overleg werd een gloednieuw educatief concept ontwikkeld, dat hen helpt om een beeld te krijgen van het grote aantal interessante opties binnen de beroepen uit de technische sfeer. Daarbij werd expliciet aandacht besteed aan de mogelijke nieuwe start dankzij een studiekeuze in functie van hun talenten, in contrast tot de negatieve ervaring die hier voor deze jongeren vaak van gemaakt word. Ondanks de beperkte opkomst werd deze aanpak toch gesmaakt. 3.13 Promotie van Het Beroepenhuis. Het Beroepenhuis in de pers. Voor de promotie van Het Beroepenhuis en de aankondiging van de projecten en de evenementen werd gedurende het schooljaar via verschillende kanalen promotie gevoerd. In de eerste plaats verstuurt Het Beroepenhuis zelf mailings. Afhankelijk van het project worden specifieke doelgroepen aangeschreven. Voor activiteiten gericht naar leerkrachten werkt Het Beroepenhuis ook samen met Klasse. Via het tijdschrift ‘Klasse voor ouders’ en de nieuwsbrieven van klasse worden lerarendagen aangekondigd, zoals onze jaarlijkse studiedag met materialenbeurs. 111
Het Beroepenhuis heeft ook folders en posters om zichzelf kenbaar te maken op beurzen, fora, bij bedrijfsbezoeken, enz. Volgende folders werden ontwikkeld: (1) een folder met algemene informatie over Het Beroepenhuis maar ook ter promotie van ‘BEROEPEN(t)HUIS in de klas’ met lesmaterialen en projecten, (2) een flyer voor ouders over de open zondagen en (3) een folder voor leerkrachten over het project ‘Wijs aan ’t Werk’. Bij alle evenementen van Het Beroepenhuis wordt telkens een persmailing georganiseerd. Daarnaast werden er dit schooljaar heel wat inspanningen gedaan om de zondagen bekend te maken. Tijdens het schooljaar 2011-2012 kregen de initiatieven van Het Beroepenhuis opnieuw heel wat persaandacht. In de tabel hieronder worden ze opgelijst. Titel
bron
Talenten ontdekken
Klasse Lerarenkaart nieuwsbrief
augustus 2011
Open Zondagen
Website IPV
18 september 2011
Ontdek je talent
Klasse Lerarenkaart nieuwsbrief
oktober 2011
Het Beroepenhuis
Europa in je buurt - Provincie OostVlaanderen/Europe Direct
oktober 2011
Beroepenrally Gent
AVS-nieuws
18 oktober 2011
Beroepenrally Gent
Radio 2
18 oktober 2011
Tieners proeven van job in ziekenhuis
Het Laatste Nieuws
19 oktober 2011
Doedag 27/10/2011
KETNET - Karrewiet
27 oktober 2011
Doedag 27/10/2011
Het Laatste Nieuws
28 oktober 2011
Kom eens kijken naar een technisch knelpuntberoep
LVZ magazine (Vrij Ondernemen Liberaal Verbond voor Zelfstandigen)
Leerlingen actief op VDAB doe-dag
Het Laatste Nieuws
4 november 2011
Bezoek het Beroepenhuis!
Nieuwsbrief De Stap
25 november 2011
Bezoek Het Beroepenhuis met je zoon of dochter!
www.visitgent.be
9 december 2011
Open Zondag voor ouders en kinderen
Wattedoen.be
9 december 2011
Open Zondag voor ouders en kinderen
Uitinvlaanderen.be
12 december 2011
Open Zondag
Weekup
12 december 2011
Open Zondag voor ouders en kinderen
Waarnaartoe.be
12 december 2011
Open Zondag voor ouders en kinderen
Internetagenda Zone 09
12 december 2011
Open Zondag voor ouders en kinderen
kinderenwelkom.be
12 december 2011
112
datum
oktober/ november/ december 2011
Open Zondag voor ouders en kinderen
Mijnevent.be (Nieuwsblad, …)
12 december 2011
Open Zondag voor ouders en kinderen
Uitmetvlieg.be
12 december 2011
De 'Open zondagen' van Het Beroepenhuis
Nieuwsbrief flankerend onderwijsbeleid januari 2012: over studienamiddagen, beurzen, open zondagen en nog veel meer
10 januari 2012
Ontdek je toekomstig beroep
Nieuwsbrief van Klasse voor Ouders XTR
19 januari 2012
Het Beroepenhuis stelt voor: een waaier aan beroepen om zelf uit te testen
Visie
20 januari 2012
Buffalo's geven aftrap van 'Boetiek Techniek'
De Gentenaar
8 maart 2012
Leerlingen maken kennis met horecaberoepen
Het Laatste Nieuws
9 maart 2012
Het Beroepenhuis maakt nu ook op zondag kinderen warm voor beroepen in de technische sfeer
Intranet, website en nieuwsbrief Port Of Ghent
15 maart 2012
Twaalfjarigen leren horecastiel
Het Nieuwsblad
30 maart 2012
Wat wil ik later worden?
De Bond
Technologica: basisonderwijs
rtcoostvlaanderen.be
Bezoek Het Beroepenhuis met je zoon of dochter
Nieuwsbrief Gent, stad in werking
mei 2012
Technische hoogstandjes op Technologica 2012 Nieuwsbrief Gent, stad in werking
mei 2012
Nieuwe webstek voor BEROEPEN(t)HUIS in de klas
Nieuwsbrief Gent, stad in werking
juli 2012
Technologica 2012 zit erop
Nieuwsbrief Gent, stad in werking
juli 2012
113
13 april 2012 9 mei 2012
4. Bereik van Het Beroepenhuis Het totale bereik van Het Beroepenhuis bedraagt 14.608 personen waarvan 9.271 bij activiteiten in Het Beroepenhuis zelf en 5.337 buitenshuis. In totaal bereikten we 11.884 leerlingen en 2.724 anderen. Er waren 7.531 leerlingen aanwezig op de activiteiten in huis en 4.353 op de activiteiten buitenshuis (waarvan 295 leerlingen uit de 3 e graad secundair onderwijs via het project ‘Wijs aan t’Werk’). Tegenover het bereik van het schooljaar 2010-2011 (16.114) is er een daling met 10% wat betreft het totaalbereik. Dit heeft bijna uitsluitend te maken met het wegvallen van een grote beurs waar in het verleden meteen een 2.000-tal leerlingen konden worden bereikt.
Bereik van Het Beroepenhuis schooljaar 2011-2012 in huis Bezoekers tijdens de schooluren
7681
Vrije bezoekers tijdens de schooluren
266
Bereik ouderwerking
1085
Studiedag met materialenbeurs
120
Opening ontdekhoek Kapper en Schoonheidsspecialist
74
buitenshuis
Bedrijfsbezoeken
236
Doedagen
2218
Teamdag VDAB
45
Bereik Wijs aan 't werk (3e graad SO!)
385
Beroepenrally Social Profit
125
Ikanda Kindercongres
800
Technologica
669
Boetiek Techniek
735
Beurzen en nascholingen
169 9.271
TOTAAL
5.337
14.608
Bezoekers tijdens de schooluren
Leerlingen
Niet - leerlingen
7018
663
Vrije bezoekers tijdens de schooluren
266
Bereik ouderwerking
513
Studiedag met materialenbeurs
572 120
114
Opening ontdekhoek Kapper en Schoonheidsspecialist
74
Bedrijfsbezoeken
212
24
Doedagen
2061
157
Teamdag VDAB
45
Bereik Wijs aan 't werk (3e graad SO!)
295
90
Beroepenrally Social Profit
113
12
Ikanda Kindercongres
800
Technologica
627
42
Boetiek Techniek
245
490
Beurzen en nascholingen
169 11.884
TOTAAL
2.724
14.608
5. Personeel, Partners en Financiering 5.1 Personeel Het personeel in dienst van Het Beroepenhuis vzw bestond tijdens het schooljaar 20112012 uit de coördinator, de verantwoordelijke educatieve projecten, drie educatieve medewerkers en de logistiek medewerker. Voor het project ‘Wijs aan ‘t Werk’ werd een projectmedewerker voor bepaalde duur aangeworven. Voor het schooljaar komt dit gemiddeld neer op een totaal van 4,59 voltijdse equivalenten. Voor de begeleiding in de tentoonstelling en het meewerken aan de educatieve omkadering werd tevens beroep gedaan op negen stagiairs van de Hogeschool Gent, de Artveldehogeschool en de Pedagogische wetenschappen van de Universiteit Gent. Daarnaast was er een pool van zeven tijdelijke krachten (waaronder enkele werkstudenten) die instonden voor de begeleiding van de leerlingen. Het onderhoud van het gebouw werd door een pwa– werknemer gedaan.
115
5.2 Partners Tijdens het schooljaar 2011–2012 zetelden volgende organisaties in de raad van bestuur en/of algemene vergadering van Het Beroepenhuis vzw: ABVV, ACV Gent–Eeklo, Bouwunie Oost-Vlaanderen, Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid Oost-Vlaanderen, Tofam Oost-Vlaanderen, Vormetal Oost– en West–Vlaanderen, UBK-UCB, Transport en Logistiek Vlaanderen, VIVO Social profit, Sociaal Fonds Transport en Logistiek, COBOT, Vlaams centrum voor vorming en vervolmaking in de Horecasector, Chemische nijverheid Gewest Gent, IPV, Grafoc, de Gentse havengemeenschap, Resoc Serr GRG, VAO Syntra Vlaanderen, Syntra Midden-Vlaanderen gewest Gent, UNIZO Oost–Vlaanderen+, de CLB’s van het gemeenschapsonderwijs, stedelijk net en vrije net, Jeugd en Stad, VDAB, de provincie Oost–Vlaanderen (onderwijs) en de Stad Gent (economie en onderwijs).
5.3 Financiering Een bezoek aan Het Beroepenhuis kost 5 euro per leerling. Begeleiders bij de schoolbezoeken komen gratis mee. De inkomgelden zijn echter niet voldoende om de personeels– en werkingskosten te financieren. Daarom wordt beroep gedaan op allerhande instanties om de werking te garanderen. Door de Vlaamse Overheid (het Departement Onderwijs en Vorming), Stad Gent, Provincie Oost–Vlaanderen, verschillende sectorfondsen alsook door de sponsoring van enkele bedrijven werd de werking tijdens het schooljaar 2011-2012 ondersteund. De onderhoudskosten werden solidair gedragen door alle deelnemende sectoren. Tenslotte werkte Het Beroepenhuis vzw tegen betaling meerdere projecten uit in opdracht van andere organisaties.
De volledige financiële verslaggeving gebeurt in de resultatenrekeningen van 2011 en 2012.
116
117
118
6. Besluit Uit het voorbije schooljaar, het 7de schooljaar sinds de oprichting in 2005, wordt duidelijk dat de intensieve en kwalitatieve aanpak van Het Beroepenhuis nog steeds loont. Uit de evaluaties van leerkrachten en leerlingen blijkt immers een enorme tevredenheid en de effecten van een bezoek aan Het Beroepenhuis zijn groot. Maar liefst 88% van de leerkrachten vindt dat de leerlingen een grotere kennis hebben over de wereld van arbeid en beroepen in het algemeen na een bezoek. Ook 56% van de leerkrachten vindt dat een bezoek aan Het Beroepenhuis bijdraagt tot een mentaliteitswijziging t.a.v. technische beroepen en 71% duidt aan dat een bezoek bijdraagt tot het verwerven van zelfkennis van de leerlingen wat betreft eigen talenten en interesses. Opvallend is bovendien dat maar liefst 34% van de leerkrachten vindt dat de studie – en beroepskeuze van de leerlingen door een bezoek aan Het Beroepenhuis rechtstreeks beïnvloed werd. Voor het eerst werd ook een heel schooljaar lang een onderzoek gedaan naar de veranderende standpunten van leerlingen zowel voor als na hun bezoek aan Het Beroepenhuis. Helaas was de responsgraad hierop nog onvoldoende groot, maar enkele resultaten zijn wel een pluim voor onze werking. Zo weten meer leerlingen na een bezoek wat ze willen studeren en welk beroep er wel of niet bij hun past. Daarnaast zijn we bijzonder trots op dit resultaat: na een bezoek gaan veel meer leerlingen (26% meer) akkoord met de stelling dat ASO, TSO, KSO en BSO evenwaardig zijn. Dat onze intensieve aanpak met diversifiëring naar de doelgroep gewaardeerd wordt, blijkt ook uit het stijgend aantal bezoekers uit het buitengewoon basisonderwijs en uit onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers. Beide doelgroepen vallen vaak uit de boot bij andere initiatieven en net deze leerlingen hebben nood aan een ervaringsgerichte kennismaking met de doorstroommogelijkheden. Daarnaast stijgt het succes van onze ouderwerking eveneens met 11%. Deze belangrijke doelgroep van ouders, die toch grotendeels mee de onderwijsloopbaan van hun kinderen bepalen, bereiken we op de open zondagen én op de ouderavonden van CLB’s die in Het Beroepenhuis doorgaan. Het schooljaar 2011-2012 bracht opnieuw vernieuwing in het aanbod van Het Beroepenhuis. De laatste ruimte in de tentoonstelling werd ingenomen door twee nieuwe beroepen: kapper en schoonheidsspecialist. Een andere ontdekhoek van het eerste uur, die van de sector chemie en kunststoffen, werd helemaal vernieuwd wat inhoud en interacties betreft. Tot slot werd ook het beroepenatelier voor de sector metaal en technologie (zowel voor arbeiders als bedienden) volledig veranderd met uitdagende opdrachten die ontwikkeld werden in het kader van Boetiek Techniek. Dankzij al deze aanpassingen blijven we onze vaste klanten elk schooljaar opnieuw verrassen. Daarenboven blijven we de leerkrachten trakteren op steeds nieuw lesmateriaal om het bezoek aan Het Beroepenhuis te omkaderen. Het voorbije schooljaar werd er volop ingezet op een perfect aansluitende ‘voor en na’ - les voor leerkrachten die slechts beperkte tijd kunnen vrijmaken in hun lessenrooster. Eveneens werd er een nieuw hoekenwerk gelanceerd waarbij leerkrachten in 2 lesuren tijd op een actieve manier de 11 sectoren uit Het Beroepenhuis kunnen aanstippen. De toegankelijkheid van de lesmaterialen werd bovendien vereenvoudigd, door leerkrachten per mail een bevestiging te sturen van hun 119
reservatie en in deze bevestigingsmail directe links te leggen naar de aangewezen lesmaterialen. Niet alleen de leerkrachten zijn hiermee bediend, ook heel wat leerkrachten in opleiding werden het voorbije schooljaar geïnformeerd over de lesmaterialen én de werking van Het Beroepenhuis. Het Beroepenhuis zet nu actief in op deze doelgroep van studenten in lerarenopleiding zodat we ook naast stageperiodes van individuele stagiairs, groepen studenten konden ontvangen op de jaarlijkse materialenbeurs en voor een rondleiding met de klas. In het schooljaar 2011-2012 ging Het Beroepenhuis ook op bezoek naar de Gentse scholen, meer specifiek naar de 3de graad secundair onderwijs, met de goestingmethodiek van WAW of Wijs! aan ’t werk. Met dit project richtte Het Beroepenhuis zich voor het eerst naar die oudere doelgroep met een arbeidsmarkteducatief pakket. Deze vorming werd in Het Beroepenhuis ontwikkeld op vraag van Gent, Stad in werking. Daarnaast was Het Beroepenhuis opnieuw partner in heel wat projecten zoals de bedrijfsbezoeken, de doedagen in samenwerking met de VDAB, Technologica in samenwerking met RTC Oost-Vlaanderen en IKANDA in samenwerking met Flanders DC. Nieuw dit schooljaar was de deelname aan het event ‘Boetiek Techniek’ in het teken van de promotie van de sector metaal en technologie. Ook werd er voor het eerst een beroepenatelier ontwikkeld op vraag van buitenaf. Zo ontstond het beroepenatelier over tewerkstelling in de voedingsindustrie voor het Miummm (Het Vlaams huis van de voeding) in Roeselare, te gebruiken met leerlingen uit de 3de graad van het secundair onderwijs. Tot slot kreeg Het Beroepenhuis ook de kans om het concept van de beroepenrally opnieuw uit te voeren (na een eerste test in Brugge in 2009), dit keer in Gent. Op vraag van de sectorenwerking van Stad Gent werd er samen met verschillende partners uit de social profit een zorgberoepenrally georganiseerd. We kunnen besluiten dat ook na het 7de werkingsjaar van Het Beroepenhuis blijkt dat onze doelstellingen brandend actueel zijn. Ondanks de economische crisis blijven bedrijven op zoek naar geschikt personeel en de nood aan jongeren die kiezen voor een opleiding in de technische sfeer blijft groot. Het competentiebeleid dat eerst hot was op de arbeidsmarkt is nu helemaal doorgedrongen naar de onderwijswereld, waar volop wordt ingezet op talenten. Het Beroepenhuis werkt dankzij de steun van onze partners en financierders al sinds het ontstaan in 2005 onafgebroken aan talentverkenning en horizonverruiming van de jongeren en blijft tegelijkertijd inspelen op de veranderende context met nieuwe samenwerkingsverbanden, projecten en lesmaterialen. Het Beroepenhuis is dan ook klaar voor de toekomst en staat open voor de vernieuwing die ongetwijfeld uit het STEMactieplan zal voortvloeien.
Sara Kooyman Verantwoordelijke educatieve projecten 120
121