1
Waterbesparing bij een industriële wasserij Een helder ‘water’ advies met het werkboek kringloopsluiting
1 Inleiding In deze praktijkcase heeft men onderzocht of het werkboek kringloopsluiting ook daadwerkelijk in de praktijk werkt. Bij een industriële wasserij in Schiedam is aan de hand van het werkboek gezocht naar mogelijkheden voor water- en energiebesparing . In deze samenvatting willen we u laten zien hoe het werkboek werkt in de praktijk en tot welke resultaten het heeft geleid. Wij hopen u daarmee te stimuleren het werkboek zelf ook te gaan gebruiken in uw dagelijkse praktijk.
2
De situatie: Een industriële wasserij
De praktijktest is in opdracht van RIZA door IWACO uitgevoerd bij de vestiging van Berendsen in Schiedam. Berendsen is een internationaal, beursgenoteerd concern van industriële wasserijen, dat in Europa circa 80 wasserijen heeft. Berendsen in Nederland wast vooral poetsdoeken, overalls, bedrijfskleding en ander bedrijfstextiel. Het reinigen van de bedrijfskleding omvat meer dan het wassen alleen. Ook het herstel van kleding en transport en logistiek vormen een belangrijk onderdeel van de bedrijfsactiviteiten. De kernactiviteit van Berendsen is te omschrijven als: het leveren van schone bedrijfskleding in goede staat op het juiste moment en op de juiste plek. Het proces Bij Berendsen in Schiedam wordt hoofdzakelijk bedrijfstextiel gewassen uit de zware industrie. De bedrijfskleding wordt gewassen in zogenaamde “open eind wasmachines” volgens het natwas proces. Het wassen gebeurt daarin op dezelfde manier als thuis, alleen in grotere wasmachines. Het wassen is een batch proces. De machines worden beladen en het wasprogramma wordt ingesteld. De was blijft in de trommel terwijl de verschillende bewerkingen (spoelen, wassen etc.) worden uitgevoerd. Na afloop van het wasprogramma wordt het water afgevoerd. De was wordt er uitgehaald en in droogtrommels gedroogd. Het wasproces bestaat in grote lijn uit de volgende stappen: voorspoelen, wassen, naspoelen en drogen. Het wasproces is geïllustreerd in figuur 1.
Voorwas
Hoofdwas
Spoelen/cool down
Spoelen
Bleken
Figuur 1: Schematische weergave nat wassen.
Spoelen
Neutraliseren
2
Water in het wasproces Water is een essentiële hulpstof voor het wasproces, als oplosmiddel voor het wasmiddel, transportmiddel voor het afvoeren van vuil uit de was etc. Het water- en energieverbruik zijn sterk met elkaar verweven. Het grootste deel van het energieverbruik is nodig om het water op te warmen tot de voor het wasprogramma benodigde temperatuur. Het afvalwater van Berendsen in Schiedam gaat naar een waterzuiveringsinstallatie, die uit een voorfiltratie en een microfiltratie (keramische membranen) bestaat. Het effluent van de waterzuivering wordt over een koeltoren geleid om het af te koelen tot de maximaal toegestane temperatuur van 30°C voor het op het riool wordt geloosd. Het permeaat van de waterzuivering wordt voor een deel hergebruikt in de wasmachines. De voorgeschiedenis Een aantal jaren geleden is er in Schiedam al gewerkt aan hergebruik van water. Het permeaat van de waterzuivering werd ingezet als voorwaswater. Het water voor hergebruik werd getransporteerd in open goten, slechts door een schot gescheiden van de goten waardoor het afvalwater werd getransporteerd. Daardoor werd het schone permeaat makkelijk verontreinigd met afvalwater dat net uit de wasmachines kwam. Om water te besparen werd verder het voorwaswater weer ingezet bij de hoofdwas. Het in de voorwas uitgewassen vuil werd daardoor meegenomen naar de hoofdwas. De manier waarop het hergebruik van het water werd uitgevoerd had tot gevolg dat de was niet meer schoon werd en klanten ontevreden werden. De maatregelen zijn daarop weer teruggedraaid. De mislukking van deze eerdere pogingen om te komen tot wateren energiebesparing hebben er voor gezorgd dat het personeel sceptisch staat tegenover nieuwe initiatieven op dat terrein. De motivatie om over te gaan tot waterbesparing lag destijds in het WEG (Water, Energie en Grondstoffen) programma. Een concernbreed programma, met het doel jaarlijks 10% te besparen op het water, energie en grondstoffengebruik. Aan het programma was een prijs verbonden voor de vestiging die het beste resultaat boekte. De afgelopen jaren is de aandacht van de concernleiding vooral gericht op verbetering van het bedrijfsresultaat. De personeelskosten vormen verreweg het grootste aandeel in de productiekosten. Verbetering van het bedrijfsresultaat is dus met name te bereiken door verhoging van de productiviteit van de medewerkers. De concernleiding heeft daarom een nieuw programma geïntroduceerd gericht op verhoging van de productiviteit. Hoewel water een essentiële hulpstof is voor het proces maakt het slechts een beperkt deel uit van de productiekosten. De aandacht voor water en de daaraan verbonden kosten is op dit moment dan ook beperkt.
3
Waterbesparen : stap voor stap inzicht in de waterhuishouding met het werkboek kringloopsluiting
Inzicht in de waterhuishouding binnen een productieproces is noodzakelijk om de mogelijkheden voor besparing na te gaan. Om het water zo lang mogelijk in het proces te houden, moet duidelijk zijn waar in het proces water wordt gebruikt, waarvoor dat water wordt gebruikt en welke kwaliteit er nodig is. Niet alleen aan het einde van een productieproces wordt water weggegooid. Ook tijdens tussenstappen in het proces kunnen verliezen optreden of kan de kwaliteit zo worden beïnvloed dat hergebruik niet meer mogelijk is. Door (samen met een bedrijf) de stappen uit het werkboek te doorlopen licht u de waterhuishouding in het betreffende proces systematisch door. Hierdoor wordt snel duidelijk waar in het proces water wordt verbruikt en waar kansen liggen om water te besparen of her te gebruiken. Als dat duidelijk is kunnen maatregelen worden geïnventariseerd om de mogelijke besparingen te realiseren.
3
Het hele traject om waterbesparingen binnen een bedrijf te realiseren wordt in het werkboek kringloopsluiting onderverdeeld in een vijftal stappen: 1. Voorbereiding: De voorbereiding moet leiden tot draagvlak en interesse binnen een bedrijf om de waterhuishouding eens grondig onder de loep te nemen. Deze stap kan zowel door (regionale en lokale) overheden gezet worden, als door een initiatiefnemer binnen een bedrijf. 2. Analyse: De analyse richt zich op het verkrijgen van inzicht in de huidige situatie van het bedrijf. Daaruit volgen knelpunten en kansen met betrekking tot de waterhuishouding. 3. Het genereren en beoordelen van verbeteropties: Deze stap moet leiden tot een lijst met opties om te komen tot waterbesparing die zijn beoordeeld op hun haalbaarheid (in technische, economische en organisatorische zin). 4. Planning en implementatie: Deze stap richt zich op het uitwerken van het implementatietraject voor de gekozen maatregelen. In een implementatieplan wordt beschreven wie wat moet gaan doen en op welk moment. 5. Borging van de verbeterde situatie: Doel van deze stap is het in stand houden van de verbeterde situatie. Dat wordt gedaan door het vastleggen van taken en verantwoordelijkheden in bijvoorbeeld een milieuzorgsysteem. Het wordt ook gedaan door de verbeteringen duidelijk zichtbaar te maken en terug te koppelen. Bij het project bij Berendsen in Schiedam zijn de stappen 2 en 3 van het werkboek doorlopen. De voorbereiding was bij de start van het project feitelijk al achter de rug (er was al interesse voor het uitvoeren van een studie). De stappen 4 en 5 vragen een dermate lange tijdspanne dat uitvoering daarvan niet binnen het project paste. Voor stap 2 zijn een analyse van de water- en energiehuishouding (water- en energiebalansen) en een analyse van de daaraan gerelateerde kosten uitgevoerd. Stap 3 uit het werkboek is gesplitst in het genereren en het selecteren van mogelijke maatregelen. In het project zijn de volgende vier onderdelen te onderscheiden: 1. Het opstellen van een water- en energiebalans; 2. Het bepalen van aan water en energie gerelateerde kosten; 3. Het genereren van opties voor water- en energiebesparing; 4. Het selecteren van de mogelijke maatregelen. De onderdelen worden hieronder toegelicht. 1. Het opstellen van een water- en energiebalans De methodiek (stap 2, analyse) Door de waterhuishouding weer te geven in een waterbalans wordt een duidelijk inzicht gekregen in de mogelijkheden voor waterbesparingen. Naast de waterbalans is ook informatie over de context van een bedrijf (relatie met leveranciers, bevoegd gezag, omwonenden etc.) belangrijk om de mogelijkheden voor waterbesparing in te schatten. Voor het opstellen van een waterbalans zijn veel gegevens nodig. In de instrumentenbibliotheek van het werkboek worden checklisten en informatiebronnen gegeven die u (en het bedrijf) kunnen helpen bij het verzamelen van informatie. Verder worden technieken aangereikt waarmee u bedrijfsprocessen en waterstromen kunt schematiseren. Hoe was het bij Berendsen? Omdat bij Berendsen water en energie sterk met elkaar verbonden zijn is naast de waterbalans ook de energiebalans opgesteld. Daarmee kan het effect van waterbesparingen op de energiehuishouding worden geschat. Bovendien vormt de energiebalans een check op de waterbalans: waterdebieten en temperaturen leveren energiestromen en beide balansen moeten een logisch geheel vormen.
4
Voor het opstellen van de water- en energiebalans bij Berendsen waren gegevens nodig over het waterverbruik van de wasserijonderdelen, wasprogramma’s, waterzuivering en de bedrijfsuren. Doordat Berendsen in het verleden al heeft gekeken naar waterbesparing zijn er veel mogelijkheden om gegevens te meten in het proces ingebouwd. In feite kan alles worden gemeten bij Berendsen. De betrouwbaarheid van de metingen bleek echter een belangrijke rol te spelen. Het onderhoud en de calibratie van (met name debiet)meters was niet optimaal, waardoor de debietmeters onbetrouwbare resultaten leverden. Er is daarom een extra meetweek ingelast. Een ander punt dat naar voren kwam was, dat registratieperiodes niet altijd een zelfde aantal werkdagen besloegen (er werd gewerkt met kalendermaanden). Dat maakt extrapolatie van gegevens naar jaargegevens lastig. Registratieperiodes met een vast aantal werkdagen hebben daarom de voorkeur. In de onderstaande figuur is de water- en energiebalans van Berendsen weergegeven. Aardgas (26601 m3/mnd)
water 2382 m3/mnd
Ontharder
511 m3/mnd
Stoomketel
20 KW
stoom (188 t/mnd) Finishers en drogers
498 KW
verdamping
stoom (120 t/mnd) 317 KW permeaat 1471 m3/mnd 147 KW 1550 m3/mnd 62 KW
Wasmachines
3021 m3/mnd 526 KW verdamping
321 m3/mnd
Waterzuivering
13 KW
3342 m3/mnd
Koeltoren
534 KW
99 m3/mnd 210 KW
1772 m3/mnd 177 KW 255 m3/mnd 185 KW
Rioollozing
2027 m3/mnd 362 KW
Figuur 2 : De water- en energiebalans bij Berendsen (vereenvoudigde weergave) De water- en energiebalans geven een helder inzicht in waar de belangrijkste water- en energieverbruikers zitten. Uit de balansen is geconcludeerd dat de spui van de stoomketel erg hoog is en dat daarmee een aanzienlijke hoeveelheid energie en water weglekt naar het riool (dit was in een eerdere energiestudie niet naar voren gekomen). Verder bleek dat in de koeltoren een aanzienlijk deel van de energie, die eerst in het opwarmen van het water was gestoken, werd weggekoeld.
5
Wat levert het u op? Een goede waterbalans geeft u duidelijk inzicht in de waterhuishouding van een proces. Door een balans op te stellen wordt voorkomen dat er “wat over het hoofd wordt gezien”. Door naast de waterbalans ook een energie- en/of stofbalans te maken kan de waterbalans worden gecheckt en kan het effect van mogelijke maatregelen goed worden ingeschat. 2. Het bepalen van de water- en energie gerelateerde kosten De methodiek (stap 2, analyse). Het doel is een overzicht te krijgen waar de verschillende kosten gemaakt worden, voor welk doel (bijvoorbeeld verschillende bewerkingsstappen in het proces) en hoe de kosten zich verhouden tot de andere kosten bij het uitvoeren van de bedrijfsvoering (verhouding tot bijvoorbeeld personeelskosten). In het werkboek staat aangegeven hoe zo’n kostenoverzicht kan worden gemaakt. In de praktijk blijken er vaak meer kosten aan het gebruik van water vast te zitten dan bedrijven zich realiseren. Er wordt alleen met de inname en/of lozingskosten gerekend. Kosten voor het opwarmen van water, het zuiveren ervan of transport worden niet meegenomen. Dat zou wel moeten. Naast het kostenoverzicht moet er duidelijkheid zijn over de randvoorwaarden die het bedrijf hanteert voor investeringen (terugverdientijden). Bedrijven beschouwen waterbesparende maatregelen als nieuwe investeringen en zullen ze tegen de daarvoor geldende randvoorwaarden afwegen. Hoe was het bij Berendsen? Voor Berendsen is een kostenoverzicht opgesteld. Daaruit blijkt dat de inname van water en de lozingsheffing maar een beperkt deel van de waterkosten vormen. Het leeuwendeel van de kosten wordt gevormd door de bedrijfskosten van de waterzuivering. Daarnaast vormen de energiekosten voor het opwarmen van water en het genereren van stoom een belangrijke post. De personeelskosten vormen echter het overgrote deel van de totale productiekosten. Berendsen is een sterk productiegericht bedrijf. Alle investeringen worden op bedrijfseconomische gronden afgewogen. Als randvoorwaarde voor nieuwe investeringen hanteert Berendsen een terugverdientijd van maximaal 2 jaar. De besparingen op water- en energiekosten worden over het algemeen gerelateerd aan de totale bedrijfskosten. Daarin vallen de kosten vaak weg ten opzichte van de totale kosten. De invloed van een kostenbesparing op de winst is echter veel groter (en daarmee motiverender). Elke bespaarde gulden is immers pure winst. Wat levert het u op? Een kostenoverzicht zoals bij Berendsen is gemaakt levert u inzicht in de plekken waar u zich het best op kunt richten (waar valt het meeste te behalen) en waarmee u mensen binnen het bedrijf het best kunt motiveren. Het levert ook inzicht in de voorwaarden die het bedrijf hanteert bij het beoordelen van investeringsaanvragen. Dat is erg belangrijk in de discussie over de criteria die worden gehanteerd bij het beoordelen van mogelijke maatregelen.
6
3. Het genereren van maatregelen voor water- en energiebesparing De methodiek (stap 3, het genereren en beoordelen van verbeteropties) Doel van dit onderdeel in het werkboek is het opstellen van een lijst met opties voor verbetering van de waterhuishouding. De haalbaarheid van de opties is in eerste instantie nog niet van belang. Het gaat er vooral om veel en diverse opties boven tafel te krijgen. De uitwerking en beoordeling volgt later. In het werkboek wordt de brainstormsessie gebruikt als een methode om dit te bereiken. Voor een brainstorm worden deskundigen uitgenodigd uit zowel het bedrijf als bijvoorbeeld kennisinstituten of adviesbureaus. In het werkboek worden checklists gegeven aan de hand waarvan een brainstormsessie kan worden voorbereid. Verder wordt ingegaan op het samenstellen van de groep tijdens een brainstormsessie en worden technieken gegeven waarmee de creativiteit tijdens een brainstormsessie kan worden bevorderd. Hoe was het bij Berendsen? Bij Berendsen zijn twee brainstormsessies gehouden waarbij deskundigen van Berendsen, RIZA en IWACO aanwezig waren. De brainstormsessies hebben een lijst met zo’n vijftig opties voor verbetering van de water- en energiehuishouding opgeleverd. Deze opties variëren van aanpassingen in het proces (een ander type wasmachine), hergebruikopties voor water (zeep aanmaken met permeaat), energiebesparingsopties (zuiveringsslib gebruiken als brandstof) en het toepassen van technieken (bioreactor, oxidatietechnieken voor behandeling van het permeaat) tot maatregelen op het gebied van cultuur (demonstratieprojecten). Een aantal opties kan op korte termijn worden gerealiseerd, een aantal pas op de lange termijn. Lang niet alle opties kunnen door Berendsen alleen worden gerealiseerd. De haalbaarheid hangt vaak af van “externe” factoren en actoren zoals de verdere ontwikkeling van technieken of de medewerking van de wasmiddelenleverancier. Deze leverancier geeft garanties af over het wasresultaat, maar kan die intrekken als zij geen vertrouwen heeft in de aanpassingen die Berendsen in het proces wil doorvoeren. Bovendien kunnen een aantal zaken niet op vestigingsniveau worden geregeld, maar vragen een aanpak op concernniveau. Voor de wasmiddelen wordt bijvoorbeeld een raamcontract op concernniveau afgesloten. Aanpassingen kunnen dus alleen op concernniveau worden doorgevoerd. Naast de lijst met mogelijkheden is er tijdens de brainstormsessie ook een lijst gemaakt met factoren die het invoeren van maatregelen om water en energie te besparen, belemmeren. Zo worden investeringen binnen Berendsen getoetst aan een korte terugverdientijd van 1 tot 2 jaar. De kosten van water maken maar 1% uit van de totale kosten (en zijn ook in absolute zin beperkt). Dat betekent dat maatregelen moeilijk zijn terug te verdienen binnen de randvoorwaarde. Wat levert het u op? Door deel te nemen aan een brainstorm met een bedrijf krijgt u een goed inzicht in het totaal van mogelijkheden. U kunt met uw blik eigen verassende ideeën inbrengen (als de sfeer in de brainstorm daar goed voor is). In de brainstorm moet niet alleen over de kansen worden gesproken, maar ook over de knelpunten en criteria waarop de kansen moeten worden afgewogen. U krijgt een goed inzicht in wat het bedrijf beweegt. Daardoor kunt u beter zoeken naar mogelijkheden die voor beide partijen aantrekkelijk zijn.
7
4. Het selecteren van de mogelijke maatregelen De methodiek (stap 3, genereren en beoordelen van verbeteropties) Uit de lange lijst met opties voor verbeteringen moet een selectie worden gemaakt van de meest kansrijke. Deze kunnen vervolgens verder worden uitgewerkt en uiteindelijk worden gerealiseerd. In het werkboek wordt een schema in vier stappen gepresenteerd om te komen tot een selectie van verbeteropties: - Bewerking van de groslijst: De opties worden geordend, sterk op elkaar lijkende opties worden geclusterd en onrealistische opties worden afgevoerd. - Formulering van de criteria: De criteria kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op het effect op het water- en energiegebruik, bedrijfeconomische, technische, logistieke, maatschappelijke en organisatorische aspecten. Niet alleen de criteria moeten worden vastgesteld, ook de (relatieve) waarde dat aan een criterium wordt gehecht moet worden vastgesteld. In het werkboek is een checklist met mogelijke criteria opgenomen. - Waardering van de opties: Op basis van de criteria en weegfactoren worden de opties gewogen. Daarvoor zijn presentatietechnieken en methoden zoals een multi criteria analyse beschikbaar. Door de opties in een tabel te scoren ontstaat er een overzicht van zowel kwantitatieve als kwalitatieve scores. Het invullen van een dergelijke tabel is een kennisintensief werk en moet door deskundigen gebeuren. Het invullen van de beoordelingstabel geeft ook inzicht in de blinde vlekken in de informatie. - Selectie van verbeteropties: Op basis van de beoordeling van de opties moeten keuzes worden gemaakt. De selectie van de uit te werken opties moet door de besluitvormers (het management) plaatsvinden. Daarbij moet onder andere rekening worden gehouden met het draagvlak. Hoe ging het bij Berendsen? Tijdens de eerste brainstormsessie met Berendsen is een lijst met criteria geformuleerd en zijn daar gewichten aan toegekend. Van de opties op de groslijst is een eerste selectie gemaakt. Die selectie is gebaseerd op een inschatting van de haalbaarheid en of een optie op korte dan wel lange termijn realiseerbaar is. Lange termijn opties zijn geparkeerd en niet in de beoordeling meegenomen. De opties die de eerste selectie zijn doorgekomen zijn kwalitatief (met plussen en minnen) beoordeeld. Door het aantal plussen en minnen van een optie te vermenigvuldigen met de weegfactor van het criterium ontstond een totaalscore. Op basis van de scoring is besloten de volgende vijf opties in het project verder uit te werken: 1. Het scheiden van de buffertank tussen de waterzuivering en koeltoren in combinatie met het opwarmen van het influent stoomketel met schoon water; 2. Het beperken van de spui van de stoomketel; 3. Het hergebruik van de spui van de stoomketel; 4. De waterzuivering op halve kracht laten draaien; 5. Het aanscherpen van het watermanagementsysteem. In die verdere uitwerking is kort gekeken naar de technische haalbaarheid van de optie, de besparingen die er mee behaald kunnen worden en de kosten die er aan verbonden zijn. Uit die uitwerking bleek, dat de maatregelen 1 en 2 (zoals hierboven aangegeven) binnen de randvoorwaarden van een terugverdientijd van minder dan twee jaar viellen. Met de maatregelen kan ruim 40% op het energieverbruik en ongeveer 10% op het waterverbruik worden bespaard. Het aanscherpen van het watermanagement systeem zou zich moeten richten op uniformering van de kentallen en benchmarking ten opzichte van andere wasserijen Omdat de bedrijfseconomische gevolgen op de lange termijn moeilijk in te schatten zijn, zijn deze niet in dezelfde beoordeling meegenomen als de korte termijn opties. Ze zouden dan vrijwel zeker wegvallen, terwijl de potentie op lange termijn groot kan zijn. Implementatie van lange termijn opties zal over het algemeen niet op vestigingsniveau, maar op concernniveau moeten plaatsvinden. Uit een kwalitatieve beoordeling kwamen de volgende lange termijn opties als het meest kansrijk naar voren:
8
-
Terugwinnen van chemicaliën (in overleg/samenwerking met de wasmiddelenleverancier). Direct gestookte wasmachines en finishers (ontwikkelen samen met apparatenbouwers). Inzet van gezuiverd oppervlaktewater (overleg met wasmiddelenleverancier in vermand met garanties). Indampen van concentraat met gebruik van restwarmte. Inzet van oxidatietechnieken voor verdere behandeling van het concentraat. Demonstratieprojecten opzetten samen met de wasmiddelenleverancier (cultuur, imago).
Wat levert het u op? Zoals al eerder gezegd levert de discussie over criteria en weegfactoren u inzicht op in wat ècht belangrijk is voor een bedrijf. Bovendien raakt u op deze manier al in een zeer vroeg stadium betrokken bij de uitwerking van mogelijke maatregelen. U wordt niet geconfronteerd met maatregelen waar het bedrijf al voor gekozen heeft (en die u dus alleen met grote moeite nog wat gewijzigd krijgt). U kunt nog invloed uitoefenen en zoeken naar mogelijkheden die voor beide partijen “winst” opleveren. 4
Het werkboek in de praktijk, een korte evaluatie
De studie bij Berendsen heeft de betrokkenen veel geleerd over de bruikbaarheid van het werkboek in de praktijk. Het werkboek helpt u samen met een bedrijf in een vijftal stappen de waterhuishouding van het proces te analyseren en opties voor verbeteringen te zoeken. U krijgt helder inzicht in de water- en energiestromen binnen het proces. In het werkboek wordt niet alleen aandacht geschonken aan het doorlichten van de waterhuishouding, maar ook aan andere aspecten die hierbij van belang zijn. U krijgt ook inzicht in investeringskosten en terugverdientijd, technische en organisatorische haalbaarheid. Via deze weg kunt u samen met het bedrijf komen tot verbeteropties om het waterverbruik te beperken. De systematische aanpak van het werkboek werpt zijn vruchten af. Door de waterbalans op te stellen kwamen “verborgen” waterverliezen aan het licht die niet eerder waren gesignaleerd. De brainstorm met deskundigen van buiten het bedrijf heeft een groot aantal opties voor water- en energiebesparing opgeleverd, ook opties die niet eerder waren genoemd. Het resultaat van de studie (twee maatregelen die binnen de bedrijfeconomische randvoorwaarden vallen en leiden tot 40% energie en 10% waterbesparing) is goed. Daarnaast zijn een aantal interessante opties voor de lange termijn genoemd die in samenwerking met anderen (concernleiding, wasmiddelenleverancier, apparatenbouwer) uitgewerkt kunnen worden. De studie heeft een aantal nieuwe inzichten opgeleverd, waar Berendsen in de komende jaren mee verder kan. De studie bij Berendsen leert ons echter ook dat het werkboek “een maatje te groot” is voor een bedrijf als Berendsen Schiedam. Het werkboek verdient een plaats tussen de quick scans (voor eenvoudige bedrijven) enerzijds en de geautomatiseerde methoden (voor grote complexe bedrijven) anderzijds. De omvang van het werkboek kan een drempel opwerpen. Het werkboek is compleet. Het doorlopen van het werkboek vraagt daardoor de nodige (tijds)inspanning. De kosten van een studie aan de hand van het werkboek zullen dan ook aanzienlijk hoger liggen dan die voor een quick scan. Bij Berendsen zijn dan ook niet alle onderdelen uit de stappen 2 en 3 van het werkboek uitgevoerd. Het gevaar bestaat dat het werkboek een project nog onvoldoende stuurt, zodat men makkelijk terug kan vallen in de vertrouwde werkwijze. Er zit ook een discrepantie tussen de lange termijn waar het werkboek zich op richt en de korte termijn van bedrijven met een “doecultuur” als Berendsen. In dergelijke bedrijven kun je als manager wel een lange termijn visie hebben, maar de afrekening vindt plaats op korte termijn (financiële jaarresultaten). Je wordt dus in een korte termijn visie gedwongen. Het aspect imagoverbetering dat in het werkboek wordt gezien als motivatie voor milieumaatregelen is voor Berendsen niet van toepassing.
9
Informatie Wilt u na het lezen van deze samenvatting meer informatie over het werkboek kringloopsluiting, of wilt u deze bestellen, dan kunt u contact opnemen met mevrouw L.W. Volkers-Verboom van de afdeling Procestechnologie van het RIZA (telefoonnummer 0320 – 298448; e-mail-adres
[email protected].) Ook kunt u informatie vinden over dit onderwerp op de http://www.riza.nl/ de website van het Steunpunt Emissies van het RIZA, www.wateremissies.nl. _____________________ Colofon Redactie : IWACO, adviesbureau voor water en milieu Eindredactie : RIZA September 2001