Wat zouden de prioriteiten in het Energieakkoord voor duurzame groei moeten zijn? 1. Langjarige stabiliteit van beleid. - Duidelijke keuze van stimuleringsmaatregelingen voor langere termijn. (subsidie, belastingvoordeel, beprijzing CO2). - Duidelijke keuze in sturingsmiddelen (CO2 reductie, energie efficiency , leveranciersverplichting – what’s next?) en zorgen dat deze ook werken. - Ketenbenadering (niet 1 element stimuleren, want het werkt pas als de hele keten werkt). - Stimuleren/prikkelen van consumenten, prosumenten, industrie, ondernemers om duurzame initiatieven te nemen en te investeren in duurzaam, door weghalen (financiële) belemmeringen. 2. Kleinschalige Energie opwekking door middel van energie producerende huizen. 3. - Aandacht voor energiebesparing / gebouwisolatie. - Maak het financieel aantrekkelijk voor burgers om zelf te investeren in energieopwekking en energiebesparing. - Verplichtingen voor energiebedrijven om energie te leveren uit hernieuwbare bron. - Transparant maken van de certificatenhandel in groene stroom. 4. Gelijkend op het pakket in Duitsland. Integraal oppakken energiebesparing ook mobiliteit, bebouwde omgeving en bedrijven. Niet alleen over duurzame energie. 5. Stimuleren bottom up initiatieven voor verduurzaming in stad en wijk! 6. Consistentie in rijksbeleid en niet steeds kortlopende en wisselende regelingen. saldering van energie, incl. energiebelasting ruim mogelijk maken. werkgelegenheid stimuleren door productie van duurzame energie. 7. Alle overheidsgebouwen energieproducerend uitvoeren. Dat schept thans werkgelegenheid en zorg voor een kwaliteitsslag in de bebouwde omgeving. Dit kan met bestaande budgetten, een andere organisatie en financial engineering. 8. Absolute prioriteit moet zijn lokale - regionale opwekking. Noodzakelijk voor vergroting draagvlak onder burgers. Gebruik de kracht van zelf organisatie 9. Betaalbare, eigen en duurzame energie voor alle kleinverbruikers in Nederland. Een huishouden in NL geeft al gemiddeld een netto maandsalaris uit aan energie en met de voorgenomen opslagen als SDE+ heffing en verhoging EB zal energiearmoede hand over hand toenemen terwijl hier zeer veel kansen liggen om lokaal aan de slag te gaan. Erken de O van Onderop als een zeer serieuze partij, de stem van het volk en faciliteer die beweging in plaats van vasthouden aan het oude niet meer goed functionerende systeem. 10. Het geschikt maken van het net voor decentrale energie opwekking. 11. Zorg er dus voor dat de burger of eindgebruiker altijd centraal komt te staan in de ontwikkelingsprocessen. De markt en de overheid zijn dan dienstbaar aan de wensen van de eindgebruiker. 12. Vormgeving EU ETS Aanpak energiebesparing bestaand bouw Invulling 18% duurzaam inpassing duurzaam in elektriciteitsvoorziening Verduurzamen transport 13. - Stabiliteit in het beleid en zo stimuleren van stabiele groei van duurzame eigen Nl productie - Verdisconteren van milieu- en andere negatieve effecten in de prijs van energie: level playing field - Daarbovenop via subsidie tijdelijk en stabiel (<20 jaar) ondersteunen van vormen van duurzame energie die sterke kostprijsdaling kunnen laten zien. - Transitie voorbereiden zoals indertijd bij het "gasgebouw"
14. 1. Streven naar onafhankelijkheid van Russisch gas. 2. Voorkomen van inzet van voedsel als biobrandstof; dit geldt m.i. ook voor veevoer. 3. Energiebesparing 4. Opwekking van elektriciteit door zon-, wind- en watergerelateerde energie (getijde, golfslag, zoet/zoutwater; kan Nederland een voorsprong in opbouwen) 5. "Smart grid" uitrollen 15. vergroening van het belasting stelsel afbouw voordelen fossiel 16. Er moet een duidelijke probleemoverstijgende visie komen, die vervolgens wordt 'verkocht' aan bestuurders, ambtenaren en burgers. "Leven mét de planeet, in plaats van van" Verder hoeft op korte termijn niet zo heel veel anders te gebeuren dan zoals het nu gaat. De(ze) krachten van de markt, wereldwijd ook, zijn te groot om te sturen. Neem Duitsland, begin dit jaar nog bejubeld om hun 20% duurzaam, met het wegvallen van de subsidies daar worden de overal opgestelde panelen een blok aan het been. Doch, een bovenstaande visie, doe/denk/werk je vanuit een andere intentie dan louter geld & belangen. 17. Van lokaal energieproductie naar centraal overslag van de surplus. Dus niet van centraal naar lokaal toevoer. 18. Draagvlak en invloed van burgers; primaire doelstelling is een duurzame samenleving; een duurzame economie en groei is het gevolg daar (niet het doel!). 19. 100% aandacht voor het procesonderdeel "wie levert welke energie aan wie" 20. Om de punten van NederlandKrijgtNieuweEnergie veder op te pakken in relatie tot faciliteren van salderen/zelfleveren zonder energiebelasting aan coöperaties. Om dit discussie over dat dit te duur is, te pareren door de maatschappelijke kosten en baten van ook de economische ontwikkelingen en nieuwe banen mee te tellen als opbrengsten. En om ook de maatschappelijke kosten van bv. fijnstof /gezondheidszorg / cara door kolencentrales en transport wel om te rekenen in kosten die niet meegenomen nu. Om ook het consumentenvertrouwen en vertrouwen van de burger op energiegebied via dat salderen te vergroten. Om daarnaast het niet goed werkende ETS heel kritisch te bekijken en voorstellen te doen over hoe ETS wel beter kan gaan werken (achterliggend doel minder vervuilen en minder fijnstof en co2 en noxen etc.). Verder als prioriteit dat gas niet als maximaal te benutten bron mag gelden maar alleen als transitiemiddel. Het lijkt er nu op dat we de opbrengsten uit gas willen maximaliseren, terwijl dat de echte verduurzaming in de gebouwde omgeving bv. kan tegenhouden/belemmeren. Dit kan wellicht wel de wens van bv Shell, Gasunie en de schatkist zijn, maar beter zou zijn dat we de afhankelijkheid van ons land van deze inkomsten afbouwen en verleggen versneld naar duurzaam. Een ander punt is 2050 als doel 100^% duurzaam, dat vraagt om heldere tussendoelen per 5 of 10 jaar die nu al flink ambitie kunnen / moeten hebben. Daarnaast moet / kan er meer gedaan worden aan cascade in de biobased economy, verhogen van de productie van duurzame biomassa in eigen land en aanscherpen van de Nederlandse en Europese duurzaamheidcriteria van vaste en gasvormige biomassa. Daarnaast is het cruciaal dat de juridische kennis over verduurzaming van wetten, regels, codes en methodebesluiten bij de NMA/Energiekamer versneld wordt opgeschaald en dat die wetten en regels etc. helemaal doorlopen worden op faciliterend en juist niet blokkerend voor duurzame opwekking in Nederland. Wellicht moet er zelfs met een quotum van duurzame inbreng in gremia als NMA/EnergieKamer en GEN gewerkt gaan worden. Daarnaast denk ik dat de samenstelling van de SER zelf en van de kroonleden van de SER opnieuw bekeken kunnen worden op mate van en representativiteit van duurzame energie en duurzaamheid. Hierbij wil ik graag aantekenen dat de vertegenwoordigingen van organisaties als VNO / FME / LTO / Natuur en Milieu door onze duurzame energiesector niet als representatief ervaren worden voor onze sector omdat zij vaak ook andere agenda's ernaast hebben.. En verder ( nu even tot slot , maar er is veel meer...).
21. Energiebelasting op Gas/elektra 1 ct verhogen, met dat geld Duurzame maatregelen subsidiëren. BTW op PV panelen, warmtepompen, zonthermische zonneboilers en ook op de bronsystemen naar laag tarief. 22. Energiebelasting op Gas/elektra 1 ct verhogen, met dat geld Duurzame maatregelen subsidiëren. BTW op PV panelen, warmtepompen, zonthermische zonneboilers en ook op de bronsystemen naar laag tarief. 23. Energiebesparing in de gebouwde omgeving. 24. Duurzame groei is een bedrieglijke term die de spanning tussen groei van de productie en consumptie (BBP) en de druk op natuur en milieu verhult. Eerste prioriteit is dan ook de werkelijkheid benoemen zoals die is. Tweede prioriteit is omkering van de voorkeursvolgorde, van nu voorrang voor groei en maar hopen dan innovatie de natuur- en milieuproblemen in de hand houdt, naar voorang voor werken binnen de natuurgrenzen, en maar hopen dat door innovatie nog wat groei resteert. 25. Langjarig stabiel investeringsklimaat met heldere doelen en bijpassend instrumentarium en middelen. Voor het overige: laat het aan de markt en de marktpartijen. Ga niet rommelen in de rolverdeling tussen marktpartijen en (gereguleerde) netbeheerders. geef burgers en bedrijven meer prikkels om te komen tot energiebesparing en energie-efficiency; kijk ook naar het energieverbruik bij het vervoer en naar de emissies in de landbouw/veeteelt. 26. Think globally, act locally. In het zuiden van Europa gaat het economisch slecht. Daar is wel veel zon die gratis is. Mijn advies: investeer hevig (vele tientallen miljarden euro's) in zonne-energie op te wekken in Zuid-Europa, de elektriciteit gaat wordt verkocht aan Noord-Europa. Noord-Europa betaalt voor de energie aan Zuid-Europa en zo kan Zuid-Europa weer producten uit Noord-Europa kopen. Dit principe houdt de (solidariteit binnen de) EU in stand. 27. - Meters maken: besluitvorming technieken van nu (wind op land, biomassa) - draagvlak vergroten via publiekscampagne/ bestuurlijke taal (voorkomen dat als puntje bij paaltje komt, bijv. bij besluitvorming -benutten bestaande projecten door additie innovatie 28. Het loslaten van energie belasting en accijns op hernieuwbare en schonere brandstoffen. Afrekenen op CO2 uitstoot. Leg in de wet vast dat de CO2 reductie de maatstaf is voor de beprijzing/belasting voor brandstoffen. 29. Dat er uitgegaan wordt van beperking van de CO2 uitstoot. Kolencentrales goedpraten door een klein percentage biomassameestook is het goedpraten van iets dat krom is. Eerste prioriteit zou dan ook moeten zijn het stil leggen van de kolencentrales en het overgaan op transitie brandstof gas en 100% biomassacentrales die enkel de reststromen van een hoogwaardigere benutting verstoken. 30. Consistentie en coherentie in beleid. Verankering in de wet. Grand Design. 31. Er zou oog moeten zijn voor de verschuivende rol van verschillende organisaties. Tussen de traditionele verdeling van overheid en markt wringt zich de burger die zelf aan de slag gaat met energie. De maatschappelijke dynamiek dient op gepaste wijze gefaciliteerd te worden. 32. 1. Creëren van bewustwording van A. energieverbruik. B. mogelijkheden om daarop te besparen en C. restant duurzaam op te wekken. 2. Bieden van concreet handelingsperspectief: Hoe kan ik mijn energieverbruik reduceren en verduurzamen? 3. Daarbij vraag en aanbod bij elkaar brengen: met wie kan ik concreet aan de slag? 4. Van andere aard maar wel erg belangrijk: Voor de negatieve milieu- en klimaatgevolgen van het verbranden van fossiele brandstoffen wordt niet betaald.
CO2 moet beprijsd worden zodat duurzame alternatieven een gelijk speelveld krijgen. Het CO2-emissiehandelsysteem heeft tot nu toe gefaald. Hoe is dit werkbaar te maken zodat het koolstofarme economie stimuleert? 33. Onbeperkt salderen voor burgers en bedrijven en geen belasting betalen over zelf opgewekte stroom. Kolentax. 34. Bepleiten van een modern feed-in systeem voor duurzame energie dat alle Duitse en Deense ervaring heeft verwerkt. Geen quotasysteem, geen leveranciersverplichting, gewoon SDE. 35. De overheid zal een duidelijk faciliterende rol moeten spelen in de transitie naar een duurzaam energievoorziening. Het investeringsklimaat op het gebied van duurzame energie zal gedragen moeten worden door een groot deel van de politieke partijen zodat dit klimaat niet bij elk nieuw kabinet weer omslaat. Verder moet er meer ruimte worden gegeven aan lokale initiatieven (bijv. afschaffing energiebelasting PV op andermans dak), moet de overheid duidelijk een signaal afgeven aan de leveranciers dat de energiemarkt gaat veranderen en zullen belemmeringen weggenomen moeten worden om te kunnen experimenteren met nieuwe infrastructuren en technologieën zoals smart grids. 36. Wij willen betaalbare, eigen en duurzame energie. Dat zijn de kernwaarden waarvoor onze lokale initiatieven gaan! 37. - Een breed gedragen visie op de rol van Nederland in Europa en in de wereld als het aankomt op de energietransitie (klimaatdoelstellingen, energie-efficiëntie en hernieuwbare energie). Wil Nederland weer een koploper worden in Europa, en in de wereld? - ambitieuze langetermijn doelstellingen (na 2020) voor klimaat, duurzame energie, en energiebesparing - functionele criteria/randvoorwaarden voor beleidsinstrumenten waardoor consistentie van beleid ontstaat. 38. Decentraliserende energie opwekkings mogelijkheden. 39. Energiereductie en Duurzame Energieproductie Verbod op het gebruik van fossiele brandstoffen. 40. Belemmeringen wegnemen: * organisatorisch / wetgeving; * financieel, de banken verplichten een rol te vervullen, gelijk het voornemen dit te doen met de energiebedrijven. 41. Het Ontwerpadvies bepleit een consistent en coherent energie- en klimaatbeleid voor de lange termijn. Wij –leden van het Platform voor een duurzame en solidaire economie- kunnen met deze intentie volmondig instemmen. De grote lijnen van het rapport geven naar onze mening ook voldoende urgentie en de context aan die daarbij een belangrijk is. We hebben bij de verwoording van het ontwerpadvies echter ook een aantal opmerkingen die bij overname in het definitieve advies het uitzicht op een toekomstbestendig energie- en klimaatbeleid realistischer zullen maken. Wij onderscheiden daarbij zes opmerkingen: 1.Nederland behoort tot de rijkste landen van de wereld met een hoge kwaliteit van leven. De verantwoordelijkheid voor de negatieve impact van onze levensstijl wordt echter nog niet genomen. We leggen als land een onverantwoord groot beslag op de mondiale milieugebruiksruimte. Onze gemiddelde ecologische voetafdruk is ruim 3,5 keer te groot! Het belangrijkste aandeel daarin is ons energieverbruik. Wanneer we daarom een betrouwbare, betaalbare en schone energiehuishouding te realiseren kan dit alleen als ook de ecologische voetafdruk sterk verminderd. Wij zijn van mening dat de daarvoor veelvuldig gehanteerde term ‘energieakkoord voor duurzame groei’ onvoldoende de noodzaak voor deze vermindering uitdrukt. Een betere titel van het ontwerpadvies zou bij ongewijzigde advisering dan ook luiden: “Naar een akkoord voor een duurzame energiehuishouding”.
2.Het Platform is ingenomen met de koppeling tussen langetermijnaanpassingen in de energiehuishouding en de economie. Immers het geïsoleerd ontwerpen van beleid voor alleen de energiehuishouding doet onvoldoende recht aan de verwevenheid van de hele economie (en van de hele samenleving) met energie. Dit roept de vraag op naar de relatie van de energietransitie met andere transities (duurzame landbouw, de duurzame stad, de circulaire economie). In paragraaf 4 punt 2 worden meerdere nationale sectoren genoemd. Niet duidelijk is of deze sectoren een limitatieve opsomming vormen. Wij menen dat een opzet voor een nationale economische transitie noodzakelijk is, maar gezien de hoge urgentie van het klimaatprobleem achten we een begin met de energietransitie billijk en begrijpelijk. 3.In het hierboven genoemde punt uit het ontwerpadvies missen wij aandacht voor de ontwikkeling van een meer op de regio georiënteerde economie. Zo een economie kan een belangrijke bijdrage zijn aan de ontwikkeling van een circulaire economie. Dit sluit aan bij de passage over de bouwsector in het ontwerpadvies. 4.U schrijft: “Vooruitlopend op dit akkoord wijst de SER op het belang van een heldere coördinatie tussen departementen, die recht doet aan de vele beleidsdimensies (inclusief fiscale, sociale en arbeidsmarktaspecten)”. Wij onderschrijven dit belang, maar menen dat het belang van een langetermijnbeleid het rechtvaardigt om verder te gaan dan alleen coördinatie. De instelling van een speciaal commissaris (analoog aan de positie van de Deltacommissaris), of het opnemen van duurzame doelen in de Grondwet, of het ontwerpen van een nieuwe Raad van State (zoals bepleit door Willem Schinkel) versterken de mogelijkheid voor het realiseren van langetermijn doelen. 5.Voor het ontwikkelen van draagvlak van …”een gedeeld perspectief voor de lange termijn”… en de betrokkenheid van o.a. milieuorganisaties, burger- en consumentenorganisaties en lokale energie- en klimaatorganisaties is het ons inziens van belang dat de transitie voor de burgers en hun organisaties ook voldoende perspectief geeft in termen van ‘de sterkste schouders die de zwaarste lasten dragen’. 6.Voor het ontwikkelen van diverse instrumentaria voor politieke én maatschappelijke betrokkenheid verwijzen wij graag naar het rapport van de WBGU, the German Advisory Council on Global Change. In dit rapport worden diverse deliberatieve participatieprocessen beschreven, waaronder een plaats voor de rechten van kinderen in deze. 42. 1. Particulier investeren interessant maken: Saldering van energie binnen coöperaties en over 2 locaties van dezelfde eigenaar: installaties in eigen bezit die op een andere plek dan de eigen verbruiksaansluiting energie op het net leveren salderen met de eigen verbruiksaansluiting. 2. Stimulering en fiscaal vriendelijke behandeling van kolencentrales beëindigen. 3. Investeren in opslag- in plaats van transport capaciteit. 4. Buitenlandse TenneT belangen verkopen. Die dienen geen enkel Nederlands doel, het is dom ondernemen op kosten van de belastingbetaler en daarmee laakbaar. 43. Ruim baan voor duurzame energie op alle schaalniveaus. De grootschalige duurzame energietechnologie is vertegenwoordigd in poldermodel. Ondervertegenwoordigd is de energiebeweging van onderaf en de belangen van kleinverbruikers. Deze beweging kan versnelling kleinschalig decentraal , mn zon mogelijk maken. Mobiliseren van burger kapitaal bovendien versnelling grotere projecten. 44. Trias energetica: 1. Energiebesparing (probleem verkleinen) 2. Omslag naar duurzaam opgewekte energie 3. Voordat die omslag definitief wordt, zo zuinig mogelijk omgaan met fossiele energie. We schijnen in NL maar niet te beseffen dat onze gasvoorraad over 25 jaar op is. Schaliegas, los van de bedenkelijke milieuproblemen, kan daar nog een paar jaartjes aan toevoegen. Daarna hebben we een inkomstenderving van pakweg 14 miljard (aardgasbaten) EN een nieuwe kostenpost (omdat we voortaan energie moeten gaan importeren), per saldo een schadepost van 20 miljard (raming), tegen huidige geldwaarde.
45. Energiebelasting verhogen voor de grootverbruikers zsm uitbouwen van de capaciteit wind, zon en warmtepomp/WKO/aardwarmte projecten, in combinatie met gas. Inschatting maken welke projecten het eerst rendabel zijn en daarmee beginnen, maar ook een plan hebben om het uit te bouwen. Saldering regelen zodat de bottomup beweging hard kan groeien CO2 taks of kolentaks invoeren Onderzoek steunen naar diepe geothermie, ccs voor gas, blue energy, elektrisch rijden. 46. Alle aanpassingen aan bijv infrastructuur, huizen moeten een stevig duurzaamheidselement hebben. Initiatieven van bedrijven, particulieren moeten niet tegengewerkt worden, maar gestimuleerd worden; procedureel en financieel. 47. Maak van energie weer een echte nutsvoorziening; van iedereen, voor iedereen. Laat de belangen van de eindgebruiker bepalend zijn. Laat commerciële belangen uit de sector. Bij een nutsvoorziening hoort de voorziening voorop te staan, niet de commercie. 48. De prioriteit zou moeten liggen op het betrekken van de burger bij de ontwikkeling van duurzame energie. In den lande zijn diverse kleinschalige initiatieven om duurzame energie te ontwikkelen. Die initiatieven moeten nu vrijwel zonder steun opboksen tegen allerlei belemmeringen van hun idee. Tegelijkertijd worden allerlei 'wilde"plannen gelanceerd gericht op grootschaligheid die even zo vaak een stille dood sterven. 49. Onderschrijf wat er in het akkoord wordt genoemd. Er is in het akkoord een sterke focus op de electriciteitssector als intensieve industrie. Naast deze industrie zijn wij ook Gasland. We willen streven naar de Gasrotonde van de Noord Europese markt. Dit wil de gassector bewerkstelligen door schoon, schoner en schoonst te werken. Vergroening van de fossiele energiehuishouding door vergisting, vergassing en waterstoftechnologie zijn hierbij belangrijke speerpunten. 50. Allereerst duurzaam, en groei komt dus op de tweede plaats. Als groei niet duurzaam kan dan geen groei. De ooit ingevoerde milieubelasting op niet-duurzame stroom moet weer worden ingevoerd; met de opbrengst ervan kan de energiebelasting worden verminderd. Grootgebruikers moeten onder hetzelfde regiem worden gebracht. Wind- en zonne-energie moeten betrouwbaarder (aantrekkelijker) worden gemaakt door een (hoogspanning, gelijkstroom) Europees distributienetwerk. 51. Consistent beleid voorwaarden: - technologieneutraal beleid - hoge CO2 prijs. 52. Van primair belang is aan de mensen duidelijk maken waarom een transitie nodig is en wat daarbij komt kijken. 6000 MW windenergie op land heeft landschappelijk effecten. Dat is niet erg maar als mensen denken dat het voor een energievorm is die niets oplevert, wordt het onhaalbaar. Daarnaast het egaliseren van wetgeving voor groot en kleinverbruikers. En voor particulieren en producenten. Laat dat onderscheid verdwijnen en maak iedereen gelijkwaardig verantwoordelijk voor de productie van duurzame energie. En maak een einde aan de lokale normering. Nu heeft elke gemeente eigen regels tav zonnepanelen op daken, voorwaarden voor de plaatsing van windturbines. 53. Ten eerste moet het energieakkoord duurzaamheid breed definieren, het moet niet alleen gaan om klimaat effecten maar ook naar de andere planetary boundaries zoals biodiversiteitsverlies, uitputting grondstoffen enz. Verder moet het akkoord zich niet alleen uitspreken over de doelen en de weg er heen maar ook over het soort beleid dat ingezet wordt. Het moet gaan om consistent beleid dat een stabiele situatie creëert waarop alle partijen ook op de langere termijn op kunnen rekenen.
54. 1. Denk vanuit de urgentie van het klimaatvraagstuk. 2. Loskoppelen duurzame energieproductie als inkomstenbron van de schatkist. 3. Stoppen met subsidies voor fossiele energie. 4. Denk vanuit integrale decentrale energie-concepten en de daarvoor noodzakelijke collectieve infrastructuur. Organiseer die infrastructuur en sla de kosten om via tarieven voor alle energieverbruikers. 5. Voer een echte CO2-tax in. 55. Duurzame groei is afbouw van conventionele middelen. Prioriteit is afbouw van de belangen van stake-holders van de conventionele aanbieders. 56. Voor de huurwoningvoorraad: Het ondersteunen en versterken van het in juni 2012 ondertekende convenant Energiebesparing Huursector: 33% energiebesparing 20082020, alle corporatiewoningen naar energielabel B (+/- 40 PJ), particuliere huurwoningen minimaal naar C, lagere woonlasten voor huurders https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-175674.html . Woningcorporaties, huurdersorganisaties en particuliere verhuurders hebben deze ambitieuze doelstellingen afgesproken en organiseren tal van activiteiten om deze doelstellingen waar te maken. 57. Verruiming van de salderingsregels. Salderen over 2 aansluitingen mogelijk maken. Zodat het boer zoekt buur principe mogelijk wordt. Zodat ook mensen, die geen goed dak hebben om zonnepanelen te leggen, toch de mogelijkheid krijgen om in zonnepanelen te investeren. Dit geeft ook mogelijkheden voor huurders om zonnestroom te verkrijgen via boer zoekt buur principes. Op dit moment is er een een vorm van discriminatie in de saldeer mogelijkheid. Het is alleen voorbehouden aan mensen met een eigen dak dat in de goede richting ligt, zonder schaduw. Als dit mogelijk wordt voor een aantal jaren zal dit een grote impuls geven in duurzaamheid. 58. 1. Besparing door verbetering van de efficiëntie, waarmee we (fossiele en duurzame) brandstoffen omzetten in warmte (60% NL energiegebruik), elektriciteit (20%) en beweging (20%). 2. Verduurzaming van brandstoffen, door meer inzet van zon, wind, biomassa, waterkracht. 3. Vermindering van energie eindgebruik. Deze 3 prioriteiten zijn uitputtend alle opties om het energie systeem duurzamer te maken, in volgorde van bijdrage, urgentie en haalbaarheid. 59. De aandacht ligt te veel bij technische innovaties op het gebied van duurzaamheid en energie. Een groot deel van de beschikbare fondsen is gericht op technische innovaties. Maar zonder een mentaliteits- en gedragsverandering gaan technische innovaties onvoldoende rendement opleveren. Zet in op sociale innovatie, sociaal innovatieve politiek, ketenoptimalisatie en stakeholdermanagement. 60. Kies voor selectieve groei van duurzame ontwikkeling en energie, want de huidige verspilling moet zeker niet meer groeien. 61. Alle kolencentrales dicht voor 2020! Nav. klimaatwetenschappers als James Hansen van NASA, maar ook een groot aantal hoogleraren van eigen bodem (Open brief wetenschappers tegen kolencentrales, Jan Rotmans, et al). Biomassa bijstoken (waarvoor kolencentrales nodig zijn) is geen duurzame energie. 62. Faciliteren van cooperaties van eindgebruikers (bewoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties, overheid) die investeren in PV op grote daken of braakliggende terreinen om in eigen electriciteitsbehoefte te kunnen voorzien middels collectieve zelflevering. Belang: burger- en bedrijvenkracht benutten door te facilteren en niet te frustreren; klimaatdoelstelling halen, BTW-inkomsten, werkgelegenheid, sociale cohesie; wildgroei in creatieve oplossingen, als variatie op virtuele saldering (zoals bv Herman de Stroomverdeler) onnodig maken.
63. Nieuwe spelregels vd overheid, die initiatieven stimuleren. 64. 1. Kennisontwikkeling op het gebied van duurzame energie, energiebespraring & energie transitie 2. Zorg dragen voor voldoende experimenteerruimte 3. Betrekken van inwoners & gebruikers bij de ontwikkeling van duurzame energie projecten 65. Innovatie is geen prioriteit, maar een gevolg van goede condities voor duurame bedrijvigheid. Burgers en bedrijven die graag willen investeren in duurzame energie en energie neutraal wonen. Burgers die liever een elektrische auto hebben dan een fossiel aangedreven type. Belasting voordeel creert een deel van die condities Gun burgers het voordeel van windparken op het land, geef investerende gezinnen in een windpark, vrijstelling van de energiebelasting. Niet zoals het regeerakkoord voorstelt, in de nabijheid van de investeerder, want windparken zijn regionaal en in dun bevolkte gebieden, dat voordeee moet landelijk eerlijk verdeeld worden opnder burgers, niet uitsluitend bedrijven zoals nu het plan is. 66. 1. Energiebesparing, met name in de gebouwde omgeving, in het verkeer, in de landbouw, de industrie, en de gezondheidszorg (ziekenhuizen) Hier valt veel winst te behalen, met name in woning-isolatie: zie wetenschappelijke rapporten en beleidsstudies. 2. Beter "meten" van economische groei door overheid, schaarste en betrouwbaarheid energievoorziening en broeikasemissies meenemen in afwegingen. 2. Externaliteiten beter verdisconteren in economische analyses (van overheid en grootschalige energie-investeringen): Dit houdt tevens in het afstemmen van de discontovoet in economische (Kosten-Baten) analyses van beleid: niet zomaar kosten en baten in de toekomst afwaarderen, maar een premium rekenen voor de onzekerheid over energiekosten. 3. Alle verkapte subsidies op emissierijke energiebronnen (steenkool, schaliegas) afschaffen en eerlijk alle milieubelasting doorvertalen naar verborgen kosten in vergelijkingen met vernieuwbare energie-winning. 67. Gebouwde omgeving is grootste kanshebber. Mander energielabel met veel élan. Lift mee op bewustzijn in deze rond de auto en huishoudelijke apparaten. Ondersteun met fiscale instrumenten zoals b.v. glijdende schaal OZB. 68. Hernieuwbare energie ontlasten fossiele energie realistisch belasten , maar geen gouden kip van maken arbeid niet belasten gestaffeld verbruik belasten. 69. 1. Hanteer de trias-energetica consequent in het beleid. 2. Zet ambitieus in op energiebesparing als handelingsperspectief voor de meeste mensen. 3. Normeer de bestaande woning-en gebouwvoorraad op energieverbruik en materiaalgebruik. 70. 1. Benader transitievraagstukken vanuit een systeemperspectief. Neem als basis de kracht en eigenschappen van de bestaande assets en infrastructuur en definieer van daaruit een efficiënt en betaalbaar transitieprogramma waarbij duurzaamheid, doelmatigheid en kostenefficiëntie en leveringszekerheid de uitgangspunten zijn. 2.Maak gebruik van specifieke verworvenheden: de kracht van het uitgebreidegastransportnet en de gasopslagen in Nederland. Dit speelt vanwege haar grote capaciteit een onmisbare rol in (de transitie naar) een duurzame economie. Onder andere door het voorzien van flexibiliteit en een stabiele back-up van de elektriciteits-, warmte- en gasvraag in Nederland. Het gasnet (met daarmee verbonden gasopslag) is door zijn unieke capaciteit en uitgebreidheid het aangewezen medium voor de opslag van duurzame elektriciteit (Power2Gas/windgas). 3. Probeer de gasvraag in Nederland zoveel mogelijk te vergroenen door middel van het inzetten van nationale en internationale groengasstromen andere met duurzame energie verkregen gassen zoals waterstof. 4. Maak snelle stappen met emissiereductie door viezere brandstoffen zoals kolen in elektriciteitsopwekking te vervangen voor schonere brandstoffen zoals (groen) gas en vervanging van stookolie en diesel in wegtransport en scheepvaart door (bio)LNG (Liquified Natural Gas) en groen gas (CNG: Compressed Natural gas). Volle inzet voor een naar behoren werkend CO2 beprijzing/reductiesysteem is noodzakelijk, al
dan niet via een goed werkend ETS, een CO2-prijs of een emissiecap. 71. Subsidie reduceren en meer kijken naar buurlanden zoals bijvoorbeeld Duitsland waarbij locale initiatieven worden ondersteund i.p.v. subsidie verstrekken wordt er gelijk geld verdiend door diegene die heeft geïnvesteerd i.p.v. degene die het faciliteerd zoals een energiemaatschappij. 72. Duurzaam op alle fronten: transparante geldstromen, eerlijk delen, korte (vervoers)lijnen, terug brengen van kringlopen. Zo min mogelijk anonimiteit. 73. Level playground. Geen bevoordeling fossiele energie. Positieve bevoordeling duurzame energie, want dat heeft positief gewenste effecten. Doorrekenen ALLE maatschappelijke kosten van fosiele en kernenergie. Lokale projecten optimaal ondersteunen. 74. Er zou meer aandacht voor duurzame warmte moeten zijn, immers 40% energiegebruik is voor warmte tegen 28% voor elektriciteit. Met het stimuleren van warmtenetten (ook kleinschalig) en besparing kunnen grote slagen in CO2 vermindering worden gerealiseerd. Meer aandacht voor innovatieve dienstverlening op het gebied van duurzame energie. Hierbij denk ik aan combinaties met financiële arrangementen zoals energy service company's die bieden, Lokaal Duurzame Energiebedrijven die vooral lokaal samenwerking in projecten stimuleren en ondersteunen, het faciliteren van samenwerking in de keten, of nieuwe dienstverlening voor exploitatie, beheer en onderhoud van duurzame installaties. Dit heeft een groot potentieel aan arbeidsplaatsen. Voor biomassa is het noodzakelijk ook naar het potentieel van Nederlandse (rest)stromen te kijken, omdat daar transportkilometers bespaard kunnen worden. De koppeling met biobased economy is essentieel om een zo hoog mogelijke inzet en cascadering van biomassa te garanderen. 75. Decentrale productie, gedeelde winst, mix van productiemethoden 76. - Genoeg fysieke ruimte voor wind op land als goedkoopste optie om structureel mee te verduurzamen, met medenemen van windprojecten die al eerder onder Rijkscoordinatieregeling zijn geschaard - Vergroening van het stelsel voor energiebelasting inclusief maximaal verruimen van mogelijkheden voor saldering 77. - Vrijstelling e-belasting voor lokale cooperaties die in eigen e-behoefte voorzien revolving fund early stage innovaties – Rijksgarantieregeling investeringen lokale projecten - Succesindicator = afnemende gasinkomsten overheid 78. - Stopzetten / verminderen van subsidie aan fossiele brandstoffen en nucleaire energie. - Uitwerking van langdurige fiscale wijzigingen voor lokaal opgewekte energie zoals nu voor (zonne)energie voorgesteld in het regeerakkoord. - Faciliteren aanvragen particuliere energienetwerken en warmtenetwerken. - Versnellen / vereenvoudigen procedure wind op land 79. Het omslaan van de vastrechtkosten in de prijsstelling van fossiele energie. Dat zal de prijs per eenheid vanzelf opdrijven en daarmee innovatieve en duurzame opwekking eerder concurrerend maken.