Voorbeeld VROUW 48 jaar – oktober 2013
Vrouw Leeftijd
N.N. 48
Wat wil je bereiken met het stijladvies •
•
Comfortabele kledingstijl ontdekken/ontwikkelen waarin ik me op mijn gemak voel Specifieke vragen zijn: - wat kan ik doen om optisch taille te creëren - welk model broek past het best bij mijn lichaamsvorm
Bijzonderheden • •
Houdt niet van rokken en jurken Houdt niet van dessins
Lichaamsverhoudingen Lengte Botstructuur Hals & gezicht Boven/onderlijf Buste
176 gemiddeld ‘langwerkend’ +/in verhouding tot postuur recht rond aflopend +/-
Taille Vorm schouders Schouder/heup Vorm heupen recht Vorm billen lichte ronding Vorm benen slank
Stijladvies Algemeen • • • • •
•
•
Je hebt een slank en atletisch ogend figuur en mooie lengte Bijna alle lichaamsvormen zijn in verhouding met elkaar Je bovenlichaam is lang in verhouding tot je onderlichaam Je hebt de neiging je qua kleur en stijl (te) voorzichtig te kleden Door beter te weten wat in je voordeel werkt qua kleur en vorm zal je tijdens het winkelen met meer gemak kleding vinden die bij je past en die je graag draagt Zorg voor kleding in de juiste maat en die goed aansluit op je lijf. Te groot/wijd maakt je grover dan je bent Je voelt goed aan wat bij je past. Luister er naar en laat je er niet van af brengen door anderen
Figuur type V-type Accent bovenlichaam •
•
Aandachtspunt is de (maximale) lengte van bovenstukken (jasjes, vesten, truien, tunieken) Optisch taille vormgeven
• • • •
Werken met twee lengtes over elkaar past goed bij je lichaamsvorm Geen nadruk en accenten leggen op schouders Door lengte gezicht/hals: gebruik ronde halslijnen Geen extra massa geven
Accent onderlichaam • • •
Benen zijn in verhouding tot je bovenlijf kort Smalle heupen/billen volume geven Aandachtspunt is lengte en model van broek
Hals •
•
• • •
Ronde halslijn is best passend. Daarmee breng je balans aan in de lengtewerking van je gezicht/hals Leg je hand plat op je borst met de duim in kuiltje van je hals. Onderkant van de hand geeft de diepte van je decolleté aan (formele settings) Draag onder een V-halslijn een hemdje/shirt met ronde hals Vermijd rechte en boot halslijnen. Die geven de schouders extra breedte Wel: halterlijn
Col • •
Lager hangende, rondvallende col (rol col/kraag) Geen hoog gesloten col: maakt je schouders massief
Schouders •
•
•
Bredere schouderbandjes, want smalle en spaghetti bandjes maken dat je schouders breder lijken Pas op met grote cols, brede kragen, brede schouders (belijningen). Te veel massa rondom je schouders/hals maakt dat je uit balans raakt, je lijkt om te vallen Geen epauletten
Lengte top/jasje •
• • • • • •
Om balans aan te brengen tussen je boven- en onderlijf: kies voor iets kortere lengtes van je tops/jasjes Beste lengte is tot op heup-bot Maximale lengte is in je liesplooi Ook prima: tot net voorbij je taille Randje van shirt onder jasje of tweede shirt laten uitkomen Top/overhemd in je broek in dragen (pittig en stijlvol) Opstaande kraag geeft pit
Model top/jasje • •
• •
•
• • •
Licht getailleerd Optisch getailleerd door stiksels of belijningen in de lengte, niet in de breedte (dus geen taillenaad) Duidelijk getailleerd gesneden tops vermijden Geen riemen of accenten, zoals een zak of klep van zak, in of ter hoogte van de taille Wikkelshirts en wikkeljasjes wel. Ze wekken door hun V-vorming de suggestie van taille Langer shirt/tuniek met lichte taillering of lichte A-lijn Geen hoog gesloten of recht opgaand gesloten jasjes Geen bolero
Kraag/Revers • • • •
Opstaande kraag in nek kan goed Smalle revers Revers niet te lang, want dan geven ze je bovenlichaam extra lengte Pas op met revers die “naar buiten” wijzen en daarmee je schouders breder doen lijken
Borsten • •
In verhouding tot je bovenlijf De investering in een goede BH betaalt zich terug in een mooi silhouet en in kwaliteit
Tuniek •
• •
Lengte: ongeveer ter hoogte van het eind van je vingers als je de arm langs je lijf recht naar beneden laat hangen A-lijn Wikkeltuniek geeft taille-effect
Mouw • • •
Volle lengte arm gebruiken, maar stof mag niet plooien op hand Mouwinzet: geen raglanmouw Geen vleesmuis-mouw
Stoffen bovenlijf • •
Geen grof gebreide truien of vesten (maakt bovenlijf grover) Fijne en soepele stoffen die niet kleven
Stoffen onderlijf • •
Stevige stoffen Brede(re) krijtstreep
Broekmodel/lengte • • • • • •
• •
Verticale belijning of dessin prima Steekzakken zijn prima Broek laten aansluiten op buik en billen Pijp vanaf heup recht naar beneden of pijp die iets wijder wordt onderaan Pijpen iets los om het been Volle lengte van het been benutten door de pijp volledig te laten eindigen op wreef, met kleine knik in de stof Geen lage heupbroeken, wel hogere modellen Pas op met skinny jeans: draag daar tuniek met voldoende lengte op en draag ze met laarzen om balans te houden tussen “boven” en “beneden”
Billen • •
Kleppen op kontzakken prima, ze geven volume aan je billen Broek goed laten aansluiten op billen (dus goed passende maat)
Jack/jas • • • •
Lengtes: iets langer als bij de tops en jurk/roklengtes (Licht) getailleerd Met boord op heup-bot Net op en onder knie
Schoenen/laarzen • • •
Enkelbandje aan schoen mijden (maakt been optisch korter) Hakje heeft voorkeur (3 à 4 cm) geeft been lengte Open wreef doet been langer lijken
Een weetje: stoppunt •
Een stoppunt is een overgang in kleur, in lengte, in tekst, in belijning en vraagt (onbewust) de aandacht. Stop je bijvoorbeeld met je top op het breedste punt van je bovenbeen, dan registreert ons brein dit en “ziet” dus juist het breedste deel. De lijnen van wikkeltops of wikkeljurkjes creëren een V-lijn die ook nog eens de nadruk op een taille legt. Ons brein “leest” dat als “slank”. Heb je korte benen en heeft je broek lengte tot halverwege je kuit, dan “knip” je als het ware je benen in stukjes en verlies je optisch beenlengte
Klein of groot •
De ondergrond is hetzelfde. Leg er iets kleins op en de ondergrond lijkt groter. Leg er iets groots op en de ondergrond oogt kleiner. Hiermee kun je spelen. Kies je voor een klein dessin dan oogt je lijf groter. Kies je voor meer robuuste vormen, dan lijk jij kleiner. Of: kies je voor een bredere schouderband dan oogt je schouder fijner. Kies je voor een smalle schouderband, dan oogt je schouder grover
Kleurgebruik •
• •
•
•
Er was geen twijfel over: kleur doet veel voor je! Je gaat er van stralen en je wordt zichtbaar Kies uit je zomerpalet de krachtige tinten “Kleine” toevoegingen van kleur, zoals de rand van een shirtje dat ergens onder uit piept of een sjaal kunnen veel voor je doen Draag lichtste kleuren het dichtst bij het gezicht en de donkerste kleuren daar buiten (zie tekening) Donkere kleuren maken kleiner, lichte kleuren halen naar voren
Tip om een sjaal te knopen: •
•
.
Vouw de sjaal dubbel en leg deze om je nek, zodat er voor links een lus hangt en rechts de twee losse einden. Steek nu één los eind door de lus. Draai daarna onderaan de bocht van de lus een halve slag. Er ontstaat nu een soort oog. Haal het tweede losse eind hier doorheen. Houd nu de beiden losse einden in de ene hand en trek met je andere hand aan de oplopende sjaal, zodat je als het ware een soort knoop aantrekt.
Taxusplantsoen 14 9401 RG Assen
[email protected] 06 15 68 00 41 @jestylist op twitter www.gerdienbreimer.nl www.facebook.com/jestylist