Wat vraag ik me af voor, tijdens en na het lezen?
VOOR HET LEZEN Strategie 1: Waarom wil ik lezen? Wat is mijn leesdoel? Vul de zin aan: Ik wil … Over welk onderwerp wil ik lezen? Heb ik vragen over het onderwerp? Strategie 2: Wat zal ik lezen? Wat voor soort tekst wil ik lezen? Aan welke kenmerken kan ik zien wat voor soort tekst dit is? Waar gaat deze tekst over? o Welk onderwerp heeft deze tekst? o Kan ik voorspellen wat erin zal staan? Hoe kan ik iets opzoeken wat ik wil weten? Strategie 3: Wat weet ik al? Wat weet ik over dit onderwerp? Welke nieuwe informatie staat er in de tekst? Wat heeft de nieuwe informatie te maken met wat ik al wist?
TIJDENS HET LEZEN
Strategie 4: Welke vragen heb ik? Welke vragen heb ik over dit onderwerp? Welke antwoorden op mijn vragen vind ik in de tekst? Zijn er nog vragen onbeantwoord? Hoe kan ik verder zoeken?
Strategie 5: Wat doe ik als ik het niet meer snap? Hoe komt het dat ik het niet meer snap? Ik weet niet wat een woord betekent. Deze tekst is veel te moeilijk voor mij. Ik weet niet waar een verwijswoord naar verwijst. Ik ben de draad kwijt.
Strategie 6: Wat heb ik gelezen? Tabel of schema; welke informatie haal ik hieruit? Hoe kan ik deze tekst uittekenen? Hoe kan ik deze tekst samenvatten? (groep 7‐8) Wat is de hoofdgedachte? Wat is het doel van de schrijver? (groep 7‐8)
NA HET LEZEN Strategie 7: Heb ik mijn leesdoel bereikt? Heb ik mijn leesdoel bereikt? (groep 7‐8) Ging de tekst over dit onderwerp? Zijn mijn vragen beantwoord? Wat kan ik verder doen?
1 Waarom wil ik lezen?
a Mijn leesdoel is: Ik wil meer weten over flamingo’s.
Waar zou jij op zoek gaan naar informatie? ……………………………………..…………………..………………………………..………….……..
b Lees het artikel ‘Dag oudje’ op pagina 9 van Kidsweek. Hoe kun jij zien dat dit een nieuwsartikel is?
………………………………………..……………………....…….......……….……………………………………..……………..……………..…..………….….….
c
Wat is het onderwerp van het artikel? ……………………………………………..…………………………………………………………………………………………………………………….…………..
d Wat weet jij al over dit onderwerp? ………………………………………………..…………………………………………………………………………………………………………………….…………..
e Bedenk een vraag over het onderwerp, waarop je het antwoord NIET weet. …………………………………………………………………….…………………………………….…………..
……………………………………..……………………..…..………………...……………………..…………………….…………………..……………………..……………………..……………………..……………..
2 Wat doe ik als ik het niet meer snap?
Lees het artikel ‘Te zien: knikkerblik van Anne Frank’ op pagina 4 van Kidsweek. In de tekst staan een aantal moeilijke woorden. Leg uit hoe jij achter de betekenis kunt komen en vertel vervolgens wat het woord betekent. Vul de tabel hieronder in.
Moeilijke woorden: knikkerblik concentratiekamp tentoonstelling
Hoe kom ik achter de betekenis van dit moeilijke woord?
Wat is de betekenis?
3 Oefenen met meerkeuzevragen
4 Wat heb ik gelezen? Bekijk de foto bij het artikel ‘Lego‐meisje wil avontuur’ op pagina 10 van Kidsweek, maar lees de tekst nog niet.
Lees het artikel ‘Chaos door golven’ op pagina 6 van Kidsweek en beantwoord de vragen hieronder. Er is één antwoord goed!
1 Hoe kun je zien dat dit artikel een ‘nieuwsartikel’ is?
A B C D
Aan de feiten. Aan de meningen. Aan de alfabetische volgorde van de vragen. Aan de vragen en antwoorden.
2 Op welke vraag staat het antwoord in de tekst?
A B C D
Wat is het verschil tussen eb en vloed? Hoeveel inwoners helpen de boel op te ruimen? In welk land ligt het plaatsje Bermeo? Zijn er veel mensen omgekomen bij de vloedgolven?
3
Wat is het doel van de schrijver?
A B C D
Jou overhalen naar Spanje te gaan. Jou vermaken met een spannend verhaal. Jou uitleggen hoe je iets moet doen. Jou vertellen wat er in de wereld gebeurt.
a Wat zie je op de foto bij het artikel ‘Lego‐meisje wil avontuur’?
………………..………………..………..…………..…………….…………………………...……..
b Waar denk jij dat de tekst over gaat? Leg uit waarom.
………………..………………..…………………………..…………….……………..………………..
c Lees nu het artikel ‘Lego‐meisje wil avontuur’ op pagina 10 van Kidsweek. Klopte jouw voorspelling bij opdracht b?
………………..………………..………………..……………..…………….……………..……………
d Beeld (bijvoorbeeld een foto) kan soms meer zeggen dan duizend woorden. Ook de scoopjes in Kidsweek vertellen jou waar een tekst over gaat. Wist je dat er meer dan 50 verschillende scoopjes zijn? Je hebt ze in alle soorten en maten. Er zijn lachende scoopjes, vliegende scoopjes en voetballende scoopjes. Maar een Valentijns‐ scoop? Die hebben we nog niet!
Daarom hebben wij jouw hulp nodig! Ontwerp jouw Valentijns‐scoop op pagina 15 van het lesboekje en stuur deze vóór 14 februari naar: Kidsweek in de Klas, Meeuwenlaan 98‐100, 1021 JL Amsterdam of mail naar:
[email protected]. Wie weet win jij een Kidsweek‐prijzenpakket én plaatsen we jouw scoop binnenkort in het lesboekje!
.
1 Alle strategieën
a Mijn leesdoel is: ik wil meer weten over de Olympische Spelen.
Waar zou jij op zoek gaan naar informatie? …………………………………………………………………….........……………………..….
b Lees het artikel ‘Dit moet je zien: slopestyle’ op pagina 11 van Kidsweek. Hoe kun jij zien dat dit een nieuwsartikel is?
……………………………………………………………………………………………………………………….…………………..…………………………………….………………………………………………..……….
c Wat is het onderwerp van het artikel? …………………………………………………………………………….…………………………………………….……………………………………………………
d Wat weet je al over dit onderwerp? …………………………………………………………………………….…………………………………………….………………………………………………………..
e Welke informatie is nieuw voor jou? Onderstreep deze informatie met rood. f Bedenk een vraag over het onderwerp van het artikel waarop het antwoord NIET in de tekst staat.
……………………………………………………………………………………………………………………….…………………..…………………………………….………………………………………………..……….
g Wat doe jij als je niet weet wat een woord betekent? …………………………………………………….…………………………………………….………………………………………………..…..
h Pak een oefenblaadje en schrijf een samenvatting van het artikel. i Mijn leesdoel is: ik wil meer weten over de Olympische Spelen. Heb je na het lezen van dit artikel jouw leesdoel bereikt? Leg uit waarom wel of niet.
……………………………………………………………………………………………………………………….…………………..…………………………………….………………………………………………..………. ……………………………………………………………………………………………………………………….…………………..…………………………………….………………………………………………..……….
2 Oefenen met meerkeuzevragen
3 Wat heb ik gelezen? Bekijk de foto bij het artikel ‘Lego‐meisje wil avontuur’ op pagina 10 van Kidsweek, maar lees de tekst nog niet.
Lees het artikel ‘Nieuw seizoen Hotel 13’ op pagina 18 van Kidsweek en beantwoord de vragen hieronder. Er is één antwoord goed!
1 Hoe kun je zien dat dit artikel een ‘interview’ is?
A B C D
Aan de feiten. Aan het stappenplan. Aan de vragen en antwoorden. Aan de alfabetische volgorde van de vragen.
2 Op welke vraag staat het antwoord NIET in de tekst?
A B C D
In welk land wordt ‘Hotel 13’ opgenomen? Wie speelt Sarah in ‘Hotel 13’? Uit welk land komt Carola? Gaan Sarah, Patrick en Carola naar school?
3
Wat is een antoniem voor het woord ‘voordeel’?
A B C D
nut nadeel positieve pluspunt
a Wat zie je op de foto bij het artikel ‘Lego‐meisje wil avontuur’?
………………..………………..………..…………..…………….…………………………...……..
b Waar denk jij dat de tekst over gaat? Leg uit waarom.
………………..………………..…………………………..…………….……………..………………..
c Lees nu het artikel ‘Lego‐meisje wil avontuur’ op pagina 10 van Kidsweek. Klopte jouw voorspelling bij opdracht b?
………………..………………..………………..……………..…………….……………..…………… d Beeld (bijvoorbeeld een foto) kan soms meer zeggen dan duizend woorden. Ook de scoopjes in Kidsweek vertellen jou waar een tekst over gaat. Wist je dat er meer dan 50 verschillende scoopjes zijn? Je hebt ze in alle soorten en maten. Er zijn lachende scoopjes, vliegende scoopjes en voetballende scoopjes. Maar een Valentijns‐ scoop? Die hebben we nog niet!
Daarom hebben wij jouw hulp nodig! Ontwerp jouw Valentijns‐scoop op pagina 15 van het lesboekje en stuur deze vóór 14 februari naar: Kidsweek in de Klas, Meeuwenlaan 98‐100, 1021 JL Amsterdam of mail naar:
[email protected]. Wie weet win jij een Kidsweek‐prijzenpakket én plaatsen we jouw scoop binnenkort in het lesboekje!
1 Alle strategieën
a Mijn leesdoel is: ik wil weten welke gedragsstoornissen er bij kinderen bestaan.
Waar zou jij op zoek gaan naar informatie? …………………………………………………………………….........………………………………….....……………………..….
b Lees het artikel ‘Ik voel me gewoon een meisje’ op pagina 4 van Kidsweek. Hoe kun jij zien dat dit een nieuwsartikel is?
……………………………………………………………………………………………………………………….…………………..…………………………………….…………………………………..……….
c Wat is het onderwerp van het artikel? …………………………………………………………………………….…………………………………………….…………………………………………
d Wat weet je al over dit onderwerp? …………………………………………………………………………….…………………………………………….………………………………………..
e Welke informatie is nieuw voor jou? Onderstreep deze informatie met rood.
f Bedenk een vraag over het onderwerp van het artikel waarop het antwoord NIET in de tekst staat.
……………………………………………………………………………………………………………………….…………………..…………………………………….………………………………………………..………. g Ga op zoek naar het antwoord op jouw zelfbedachte vraag. …………………………………………………………………………………………………………….………….………..……………
h Wat doe jij als je niet weet wat een woord betekent? …………………………………………………….…………………………………………….………………………………………………..…..
i Pak een oefenblaadje en schrijf een samenvatting van het artikel. j Mijn leesdoel is: ik wil weten wat een genderstoornis is. Heb je na het lezen van dit artikel jouw leesdoel bereikt? Leg uit waarom wel of niet.
……………………………………………………………………………………………………………………….…………………..…………………………………….………………………………………………..………. ……………………………………………………………………………………………………………………….…………………..…………………………………….………………………………………………..……….
2 Oefenen met meerkeuzevragen a Lees het 7Days‐artikel op pagina 10 van het lesboekje van Kidsweek en beantwoord de vragen hieronder. Er is één antwoord goed! 1 Lees de twee zinnen hieronder: 1 – ‘Uitvinding’ is een synoniem voor ‘ontdekking’. 2 – ‘Toevalstreffer’ is een antoniem voor ‘geluk’. Zijn de zinnen WAAR of NIET WAAR? A Beide zinnen zijn WAAR. B Zin 1 is WAAR, zin 2 is NIET WAAR. C Zin 1 is NIET WAAR, zin 2 is WAAR. D Beide zinnen zijn NIET WAAR. 2 Wat is het doel van de schrijver? A De schrijver wil verslag uitbrengen. B De schrijver wil zijn mening geven. C De schrijver wil je vermaken. D De schrijver wil je iets verkopen. b Bedenk nu zelf ook twee meerkeuzevragen bij het 7Days‐artikel. Schrijf de vragen op een oefenblaadje en laat jouw buurman of buurvrouw deze twee vragen beantwoorden.
3 Wat heb ik gelezen? Bekijk de foto bij het artikel ‘Kinderen protesteren mee’ op pagina 7 van Kidsweek, maar lees de tekst nog niet.
a Wat zie je op de foto bij het artikel?
………………..………………..………..…………..…………….…………………………...……..
b Waar denk jij dat de tekst over gaat? Leg uit waarom.
………………..………………..…………………………..…………….……………..………………..
c Lees nu het artikel ‘Kinderen protesteren mee’ op pagina 7 van Kidsweek. Klopte jouw voorspelling bij opdracht b?
………………..………………..………………..……………..…………….……………..……………
d Beeld (bijvoorbeeld een foto) kan soms meer zeggen dan duizend woorden. Ook de scoopjes in Kidsweek vertellen jou waar een tekst over gaat. Wist je dat er meer dan 50 verschillende scoopjes zijn? Je hebt ze in alle soorten en maten. Er zijn lachende scoopjes, vliegende scoopjes en voetballende scoopjes. Maar een Valentijns‐ scoop? Die hebben we nog niet!
Daarom hebben wij jouw hulp nodig! Ontwerp jouw Valentijns‐scoop op pagina 15 van het lesboekje en stuur deze vóór 14 februari naar: Kidsweek in de Klas, Meeuwenlaan 98‐100, 1021 JL Amsterdam of mail naar:
[email protected]. Wie weet win jij een Kidsweek‐prijzenpakket én plaatsen we jouw scoop binnenkort in het lesboekje!
Aaaah de schoteltjes zijn op! Droom jij ervan baanbrekende ontdekkingen te doen? Doe dan vooral niet te veel je best. Veel belangrijke vondsten uit de geschiedenis hebben we te danken aan puur geluk. 7Days bespreekt iedere week zo’n toevalstreffer. Aflevering 17: het ijshoorntje. Door Sytse Wilman Wat is er nou lekkerder in de zomer dan een ijsje eten? Eerst het zachte, koele ijs en dan zo’n knapperig koekje. Deze heerlijke combinatie hebben we te danken aan een toevallige samenloop van omstandigheden. Tot zo’n honderd jaar geleden at je roomijs alleen van een schoteltje. Zo hoorde dat. Een ijsverkoper op de wereldbeurs in de Verenigde Staten hield zich daar netjes aan. Maar de bezoekers van de beurs waren zo dol op zijn ijs dat hij al snel schoteltjes te kort kwam. Hij raakte in paniek. Geen schoteltjes = geen ijs verkopen = geen geld verdienen. Toen zag hij dat een kraampje naast dat van hem wafeltjes verkocht. Die waren niet zo populair. De ijsverkoper kreeg een idee: wat als hij zijn ijs nou niet op een schoteltje maar in zo’n wafel verkocht? De twee verkopers gingen ermee aan de slag en het publiek ging helemaal los. Een voltreffer! Het ijshoorntje veroverde al snel de wereld. Heeft deze uitvinding de wereld nou echt veranderd? Dat niet. Maar het heeft veel mensen wel een extra fijne zomer bezorgd. We mogen dus best blij zijn met deze toevalstreffer. En met het feit dat er een wafelverkoper naast de ijsverkoper stond en niet naast een visboer. Dan liep je in de vakantie rond met een gerookte makreel vol roomijs.
Bron: 7Days
hurktoiletten
Anne Frank huis
is de hoofdstad van Nederland. ‘Toen schreven ze me in bij VUmc, in Amsterdam.’ (pag. 4)
is een dag waarop opnames worden gemaakt voor films en tv‐programma’s. 'Hoe ziet een draaidag eruit?' (pag. 18)
Bermeo
is een stadje in het noorden van Spanje. ‘In het Spaanse havenstadje Bermeo zorgde een storm voor enorme vloedgolven.' (pag. 6)
is een bot vlak onder je hals. Aan dit bot zitten je bovenste ribben en je schouderblad vast.
Engeland
'Toen brak een Noorse snowboarder – die veel kans maakt op een medaille – zijn sleutelbeen tijdens een training. (pag. 11).
Great Barrier is het grootste koraalrif ter wereld. ‘Het Great Barrier Reef is een prachtig Reef
onderzees natuurgebied.’ (pag. 7)
innerlijk
De gedachten en gevoelens van een mens.
Amsterdam
sleutelbeen
is een stad in Zuid‐Holland. ‘De Tweede Wereldoorlog in 100 voorwerpen in de Kunsthal in Rotterdam.’ (pag. 4)
Rotterdam
draaidag
is het huis waar de Joodse Anne Frank tijdens de Tweede Wereldoorlog ondergedoken zat. Nu is het een museum. 'Bij een verhuizing twee jaar geleden, besloot Toosje de knikkers weg te geven aan het Anne Frank Huis.’ (pag. 4)
zijn wc’s waar je boven moet hurken in plaats van dat je erop moet zitten. 'In Frankrijk heb je hurktoiletten.' (pag. 2)
‘Terwijl het volgens hen juist meer om het innerlijk moet gaan.’ (pag. 19)
is een land in het westen van Europa. ‘De afgelopen maanden stroomden door extreem weer Britse velden en dorpen vol water.’ (pag. 6)
Phoenix
Paraguay
is een stad in Noord‐Amerika. ‘Zestien kilo kat zat er vorige week op de hondenweegschaal van het dierenasiel in de Amerikaanse plaats Phoenix.’ (pag. 7)
is een land in Zuid‐Amerika. ‘Noella is één van de muzikanten van het Orkest uit Paraguay. (pag. 10)
Recycle
Schrijf de antwoorden op een oefenblaadje! A
Lees ‘Ik voel me soms net Mowgli uit Jungle Book’ op pag. 19 van Kidsweek.
B
1) ‘Ik voel me soms net Mowgli uit Jungle Book’ a) Welke dieren zitten in en rond het huis van Chandana? Noem er drie. b) Hoeveel bomen zijn er geplant? c) Waarom hoeft Chandana maar twee uur Engels te volgen? d) Zou jij willen dat jouw school net zo was als die van Chandana? e) Zou jij in Auroville willen wonen? Leg uit waarom.
2) Lees tekst 1 op pagina 13 hiernaast. a) Hoeveel mensen wonen in India? b) Waarom mag je in India niemand aanraken met je linkerhand? c) Waarom mag je geen koeien eten in India?
3) Bekijk kaart 1 op pagina 13 hiernaast. Schrijf in de legenda de juiste landen bij de juiste kleuren. Je mag een atlas gebruiken.
4) Lees tekst 2 op pagina 13 hiernaast. Wat is typisch Nederlands? Noem twee voorbeelden.
Lees ‘Ik voel me soms net Mowgli uit Jungle Book’ op pag. 19 van Kidsweek.
Lees ‘Ik voel me soms net Mowgli uit Jungle Book’ op pag. 19 van Kidsweek.
C
1) a) b) c)
‘Ik voel me soms net Mowgli uit Jungle Book’ Wat is Auroville? Waarom gaan mensen in Auroville wonen? Ben jij het EENS of ONEENS met de stelling hieronder. Leg uit waarom. Elke dag sporten zou in Nederland verplicht moeten zijn.
d) Zou jij in Auroville willen wonen? Leg uit waarom.
2) Lees tekst 1 op pagina 13 hiernaast. a) Noem twee typisch Indiase gewoontes. b) Welke vreemde verkeersregel is er in India? 3) Bekijk kaart 1 op pagina 13 hiernaast. Je mag bij deze vraag een atlas gebruiken. a) Schrijf in de legenda de juiste landen bij de juiste kleuren. b) Wat is de hoofdstad van India?
4) Lees tekst 3 op pagina 13 hiernaast. Wat vind jij ervan dat Belgen grappen over Nederlanders maken? Leg uit waarom.
1) ‘Ik voel me soms net Mowgli uit Jungle Book’ a) Wat vind je ervan dat de stad Auroville bestaat? Leg uit waarom. b) Noem twee verschillen tussen de school van Chandana en jouw school. c) Denk jij dat Nederland ook zonder politie zou kunnen? Leg uit waarom. 2) Lees tekst 1 op pagina 13 hiernaast. a) Wat betekent het woord ‘cultuur’? b) Noem drie Indiase gewoontes. c) Waarom mag je in India geen koeien eten? d) Wat vind jij van de manier waarop mensen in India met koeien omgaan? Leg uit waarom. e) Zou jij naar India willen? En als je al een keer in India bent geweest, hoe vond je het daar? Leg uit waarom.
3) Bekijk kaart 1 op pagina 13 hiernaast. a) Vul de legenda in. Je mag een atlas gebruiken. b) Schrijf van de zes landen de hoofdstad op.
4) Lees tekst 3 op pagina 13 hiernaast. Wat vind jij gek aan jouw cultuur? Leg uit
waarom.
TEKST 2http://piasnites.com/nl/pias‐ni
TEKST 1
India India ligt in Azië. Het land is tachtig keer zo groot als Nederland. Er wonen meer dan een miljard mensen. In India is de cultuur heel anders dan bij ons in Nederland. Dat betekent dat mensen op een andere manier leven en andere gewoontes hebben. Voor mensen uit India is het bijvoorbeeld normaal om met je handen te eten. Ze gebruiken daarbij alleen hun rechterhand. Je linkerhand gebruik je als je naar het toilet gaat. Indiase mensen raken daarom nooit iemand anders aan met hun linkerhand. Dat vinden ze heel vies. Indiase mensen hebben ook liever niet dat vrouwen in hun bikini naar het strand gaan. En mannen moeten altijd een lange broek aan. Bijzonder geloof Veel mensen in India zijn Hindoestaans. Ze geloven in veel verschillende goden. Ze geloven ook dat koeien heilig zijn. Koeienvlees mag dus niet worden gegeten. En er lopen veel koeien over straat in India. Als een koe oversteekt, krijgt hij gewoon voorrang. Wat een luxe koeienleven!
Kaart 1
Legenda …………………………… ……………………………
…….……………………..
….……………….………. ……….………….………. ……………………………
TEKST 2 Cultuur Jij vindt de Indiase cultuur vreemd? Voor mensen uit andere landen zijn Nederlandse gewoontes net zo raar. Wat dacht je van Koninginnedag, Sinterklaas en schaatsen? Dat is typisch Nederlands en dus best gek voor anderen. Misschien maak jij soms een grap over een Belg. Maar Belgen maken ook grappen over ons. Ze vinden ons gierig. Kende je deze al? ‘Waarom hebben Hollanders zulke grote neusgaten? Omdat lucht gratis is!’
Schrijf de antwoorden op een oefenblaadje! Bekijk de rubriek ‘Fotonieuws’ op pagina 3 van Kidsweek.
A
B Bekijk de rubriek ‘Fotonieuws’ op
pagina 3 van Kidsweek.
1) a) b) c) d) e) 2) a) b)
‘Fotonieuws’ Welke foto vind je het mooist? Leg uit waarom. Waarom denk je dat deze foto’s zijn gekozen? Wat vind je van een pagina vol foto’s? Hoeveel scoopjes tel jij in Kidsweek? Waarom denk je dat er scoopjes in de krant staan?
C
Bekijk de rubriek ‘Fotonieuws’ op pagina 3 van Kidsweek.
1) a) b) c)
‘Fotonieuws’ Waarom denk je dat deze foto’s zijn gekozen?
1) ‘Fotonieuws’ a) Wat vind je van de rubriek Fotonieuws? Leg
Leg uit waarom.
Wat zou je ervan vinden als er alleen maar foto’s in de krant zouden staan? Waarom denk je dat er scoopjes in de krant staan?
b) Ben jij het EENS of ONEENS met de stelling hieronder. Leg uit waarom. Beeld is belangrijker dan tekst!
uit waarom.
Lees tekst 1 op pagina 15 hiernaast. Waarom staan er foto’s in de krant? Waarom zegt een foto meer dan duizend woorden?
2) Lees tekst 1 op pagina 15 hiernaast. Maak de zin af: Een foto zegt meer dan duizend woorden, omdat …
2) a) b)
3) Lees de opdracht ‘Gezocht: scoop voor Valentijn’ hieronder en verras Kidsweek in de Klas met jouw Valentijns‐scoop.
3) Lees de opdracht ‘Gezocht: scoop voor Valentijn’ hieronder en verras Kidsweek in de Klas met jouw Valentijns‐scoop.
3) Lees de opdracht ‘Gezocht: scoop voor Valentijn’ hieronder en verras Kidsweek in de Klas met jouw Valentijns‐scoop.
Lees tekst 1 op pagina 15 hiernaast. Waarom zegt een foto meer dan duizend woorden? Wat vind jij de beste foto in Kidsweek? Leg uit.
Gezocht: scoop voor Valentijn! In deze les heb je geleerd dat beeld soms meer kan zeggen dan duizend woorden. Ook de scoopjes in Kidsweek vertellen jou waar een tekst over gaat. Wist je dat er meer dan 50 verschillende scoopjes zijn? Je hebt ze in alle soorten en maten. Er zijn lachende scoopjes, vliegende scoopjes en voetballende scoopjes. Maar een Valentijns‐scoop? Die hebben we nog niet!
Daarom hebben wij jouw hulp nodig! Ontwerp jouw Valentijns‐scoop op pagina 15 hiernaast en stuur jouw scoop vóór 14 februari naar Kidsweek in de Klas, Meeuwenlaan 98‐100, 1021 JL Amsterdam of mail naar:
[email protected].
Wie weet win jij een Kidsweek‐prijzenpakket én plaatsen we jouw scoop in het lesboekje! Aan de slag dus!
WIN!
TEKST 2 TEKST 2
TEKST 1
Een foto zegt meer dan duizend woorden
Op één dag krijg je super veel beelden te zien. Op internet, op sociale media, in advertenties in bushokjes en natuurlijk in Kidsweek. Vaak heb je het niet eens door. Nog niet zo lang geleden kregen mensen helemaal niet zo veel foto’s te zien. Toen waren foto’s nog bijzonder. En de eerste kranten? Die bestonden alleen maar uit tekst! Nu is het haast onmogelijk om een krantenpagina zonder foto’s te vinden. Dat is niet voor niets: foto’s vertellen een verhaal. Dankzij een foto weet je vaak meteen waar een artikel over gaat. Veel mensen zeggen daarom: een foto zegt meer dan duizend woorden.
Teken hier jouw Valentijns‐scoop!
Vul je gegevens in en stuur deze pagina naar: Kidsweek in de Klas – Meeuwenlaan 98‐100 – 1021 JL Amsterdam Deze scoop is gemaakt door: ………………………..…………………………………………Uit groep: ……………………….…………………..…… Straat en huisnummer: ………………………………………..…………… Postcode en woonplaats: ………………………………………..…….
Horizontaal 3. 5. 7. 10. 12. 13.
Hij droeg alleen een ... en had lang haar en een baard. (pag. 10) 'Ik wil altijd ... blijven maken en daarmee later andere kinderen helpen.' (pag. 10) Ze lijken soms wel acrobaten in het ... (pag. 11) De demonstranten willen maar één ding: een nieuwe ... (pag. 7) Sarah: ‘Er is een nieuw ...’ (pag. 18) Is ze dan nooit bang voor ...? (pag. 19)
Verticaal 1. 2. 4. 6. 7. 8. 9. 11. 12.
Het zou je ... twee keer zo sterk kunnen maken. (pag. 11) Dat vindt ... Phil uit Punxsutawney. (pag. 9) Dan stoot je gewoon je plassende ... even aan. (pag. 2) ‘Het waren voor mij toch maar gewoon een paar ...’ (pag. 4) Sinds oktober lagen de dieren te ... in hun hol. (pag. 9) ‘Jongens gaan op avontuur, redden mensen, gaan werken en zwemmen zelfs met ...’ (pag. 10) De verzorgers gaan misschien een ... bij hem neerzetten. (pag. 9) En hij noemde de ...: Yongjinglong datangi. (pag. 6) Daar leerde hij één belangrijke ... (pag. 11)
Jaargang 5, week 6, 6 februari 2014 Kidsweek in de Klas hoort bij Kidsweek en is een uitgave van Uitgeverij Young & Connected BV. Redactieadres Meeuwenlaan 98‐100, 1021 JL Amsterdam Directeur Y&C Mark Termeer Redactie Jolien Huis in ’t Veld, Simone den Braber Operations Angela Kokshoorn Contact mail naar
[email protected] of bel met de Lezersservice 020‐6304707 van maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 13.00 uur. Druk Dijkman Offset, Diemen Bezorging PostNL Copyright 2014, Kidsweek in de Klas. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van enige methode of vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de directeur. De inhoud van Kidsweek in de Klas is auteursrechtelijk beschermd. Eventuele rechthebbenden die wij niet hebben kunnen achterhalen, verzoeken wij contact op te nemen met de directeur.