Preek over 1 Timoteü s 2 vers 1-7. Heilzame leer (deel II): politiek en samenleving Ik begin met een kleine peiling. Wie van jullie is lid van een politieke partij? En wie maakt gebruik van zijn of haar stemrecht (je hoeft niet te vertellen op wie)? We houden de uitslag even in het achterhoofd, dan kom ik daar straks op terug. Paulus schrijft een brief aan een predikant in een kerk in een omgeving waar het christelijk geloof helemaal nieuw is. Allereerst, schrijft hij aan Timoteüs, moet duidelijk zijn dat dit geloof niet de zoveelste religie is die draait om do’s & don’ts. Het draait in het christelijke leven niet om regels maar om Jezus. Hij is de Rechtvaardige: Hij is de vervulling van elke regel, vorm en ceremonie die God mensen ooit gegeven heeft. Christenen mogen regels gebruiken om dichter bij Christus te komen en te leren leven voor Hem. Tweede punt dat Paulus maakt gaat over politiek. Politiek is een manier om invloed uit te oefenen op de samenleving waarin je leeft. Het gaat dus over de vraag: hoe leven volgelingen van dit nieuwe geloof zich in de samenleving? Wat verwachten ze daarvan? Een belangrijke vraag. Het gaat vandaag in het tweede deel van de serie ‘heilzame leer’ dus over christelijke politiek. Een voorvraag zou kunnen zijn: is dit wel een geschikt onderwerp voor een preek? Moet een preek niet gaan over een meer persoonlijk onderwerp: wie is God voor jou en hoe breng jij in de praktijk dat je gelooft? Nee, niet altijd. Of misschien moeten we zeggen dat het onderwerp van vanochtend blijkbaar, volgens de Bijbel bedoel ik dan, toch een onderwerp is dat ons allemaal persoonlijk aangaat. Timoteüs krijgt de concrete opdracht om de gemeenteleden van Efeze te onderwijzen in de heilzame, christelijke leer. En daar hoort bij de vraag hoe je als christen politiek mag bedrijven. Hoe sta je nu als christen in de samenleving? Bekend is de uitdrukking: ‘wel in de wereld maar niet van de wereld.’ Daarmee bedoelen we dat de samenleving ons als het goed is, interesseert. Maar hoe? En waarom? En hoe maak je nu duidelijk dat je wel in de wereld leeft maar tegelijk niet van de wereld bent?
[dia 1] Twee vragen vanmorgen in de preek. 1) Wat is christelijke politiek? 2) Wat is Gods bedoeling met christelijke politiek? Christelijke politiek
[dia 2 - titel] De meesten van jullie maken gebruik van het stemrecht dat je onder normale omstandigheden hebt gekregen vanaf je 18e verjaardag. Dat is heel mooi, dat wil zeggen dat geloven voor jullie niet betekent dat je die verantwoordelijkheid minderwaardig vindt, of niet van belang voor een christen. Alsof christen-zijn niks te maken heeft met de wereld waar je in leeft. Met politiek. Minder zijn ook zelf lid van een politieke partij. Een enkeling is of was ook zelf actief in de politiek. In onze traditie is het altijd de hoofdlijn geweest, dat het waardevol is om jezelf ook actief en verantwoordelijk in te zetten voor de samenleving waarin je woont. Dat kan op verschillende manieren. Maar het kan zijn dat je je juist daarom veel zorgen maakt. Zeker na de uitslagen van de laatste Tweede Kamerverkiezingen. Het CDA werd nagenoeg gehalveerd, de Christen Unie ging één zetel terug. Alleen de SGP won een beetje maar dat resulteerde niet in een extra zetel. Nog verontrustender is het misschien als je bedenkt dat van al die zetels die bij het CDA zijn verdwenen er niet één terecht is gekomen bij de CU. Dat betekent dat heel veel mensen niet stemden op het CDA omdat het een christelijke partij is. Dat is, zou ik zeggen, pas echt reden om je zorgen te maken over de toekomst van christelijke politiek in Nederland. Toch maak ik me daarover niet zo’n zorgen. Zeker niet na het lezen van 1 Timoteüs 2 vers 1-7. Christelijke politiek – de manier voor christenen om invloed uit te oefenen op de samenleving waarin je woont, dat is volgens Paulus níet in de eerste plaats: lid worden van of stemmen op een christelijke politieke partij (in die tijd bestond er natuurlijk geen democratisch partijenstelsel). Christelijke politiek is streven naar invloed. Door gebed. [dia 2.1] Christelijke politiek is volgens Paulus: bidden voor alle mensen en voor overheden in het bijzonder. Paulus vraagt de kerk te bidden voor alle mensen. En dan voor overheden. Die volgorde is logisch want zíj vertegenwoordigen en regeren alle mensen. Bidden voor alle mensen doe je dus in ieder geval door te bidden voor de overheid.
Waarom is dat, waarom vraagt Paulus ons om te bidden en niet om op andere manieren te streven naar invloed? Dat komt, omdat ook voor buitenstaanders (bedenk weer dat het christelijk geloof relatief nieuw was in de samenleving van Efeze) duidelijk moest worden dat de kerk niet bestond uit de zoveelste groep religieus geïnteresseerde mensen die zich óf niet interesseert voor de samenleving waarin ze leeft óf denkt dat ze Gods koninkrijk (lees: hun eigen voorkeurssamenleving) wel even zelf zullen vestigen. Daarom vooral: bidden. Christelijke politiek is bidden. Voor iedereen. De waarheid van het evangelie is bedoeld voor álle mensen (vers 4). Dat is Gods wil. En juist daarom is preken nooit beperkt tot onze kring alleen, of alleen bedoeld voor ons persoonlijk geluk. Gods boodschap is universeel: bedoeld voor iedereen. De kerk doet voorbeden voor alle mensen door te bidden voor de overheid. Dat is heilzaam. [dia 2.2] Iedereen kan eraan zien dat a) de kerk geen sekte is. Want dat gebeurt er, wanneer we in de kerk alleen nog maar geïnteresseerd zijn in onszelf. En [dia 2.3] b) dat Gods heilsboodschap niet ons project is, maar Gods werk. Als we bidden, staan wij met lege handen. Daarom: bidden. Dat is de basishouding voor een heilzame levensstijl. Als de christelijke gemeente niet bidt, dan is zij niet eens kerk. In de kerk leven mensen van genade. En genade moet je gegeven worden. Bidden is volgens Paulus dé manier om invloed uit te oefenen als christenen in de wereld waar wij in leven. Je mogen smeken, voorbede doen en danken voor de wereld. Voor mensen. Voor overheden. Voor de duidelijkheid: niet alleen voor christenen in de overheid. Daarvan was natuurlijk in de dagen van Paulus ook helemaal geen sprake. Maar voor alle (!) mensen. Christenen leven, ook in de manier waarop zij politiek bedrijven, niet voor zichzelf maar voor de wereld. Bidden is dan ook het brengen van geestelijk offers (vgl. Romeinen 15:16; Fil. 4:18; 1 Petrus 2:5). Zoals Christus bidt voor ons (Paulus schrijft: Hij bemiddelt tussen God en mensen), zo mag jij bidden voor anderen tot God. Lees thuis Jeremia 29, waarin de profeet iedereen vanuit Jeruzalem oproept: ‘Bid tot de HEER voor de stad waarheen ik jullie weggevoerd heb en zet je in voor haar bloei, want de bloei van de stad is ook jullie bloei.’ (vers 7)
Dat laatste zet ons op het spoor van het tweede punt. De eerste vraag was: wat is christelijke politiek? Antwoord: dat je als christen bidt voor iedereen, vooral door te bidden voor de overheid. Want Gods boodschap in universeel. Hij wil dat alle mensen gered worden. Als de kerk niet bidt, is ze niet eens kerk. En waar de kerk alleen bidt voor zichzelf, wordt ze een sekte. Gods doel met christelijke politiek
[dia 3] God heeft ook een doel met christelijke politiek: bidden voor de overheid. [dia 3.1] Namelijk (vers 2-4): ‘opdat we rustig en ongestoord kunnen leven, in alle vroomheid en waardigheid. Dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze redder, die wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen.’ In vers 2 lijkt het alsof het enige doel toch weer heel persoonlijk is, namelijk dat wij rustig en ongestoord kunnen leven. Maar bedoeld wordt natuurlijk geen gezapige rust. De bedoeling is dat wij – de kerk – door die rust in alle vroomheid en waardigheid zullen leven om anderen te winnen voor Gods wil, namelijk: dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen! Daarmee bedoelt Paulus niet dat iedereen automatisch gered zal worden. Hij bedoelt: het is nu niet meer de tijd dat alleen Israëlieten worden gered, maar alle mensen uit alle volken: ‘God slaat echter geen acht op de tijd waarin men hem niet kende, maar roept nu overal de mensen op om een nieuw leven te beginnen,’ (Hand. 17:30) [dia 4 – leeg scherm] De drijvende kracht achter onze inzet voor de samenleving, of je dat nu doet door te stemmen of door je actief in te zetten voor het land, voor de stad, voor het dorp of de wijk waarin je woont, in ieder geval door te bidden, de drijvende kracht achter ons gebed voor de overheid is niet dat het lekker rustig is maar dat het openbaar belang door ons volop in vrijheid en vrijmoedigheid benut wordt om Gods evangelie, zijn redding te verkondigen. Jeremia schreef aan de Israëlieten in ballingschap: bedenk goed dat de bloei van de stad waarin God je een plaats gaf – sterker nog: waarheen ik je heb weggevoerd! – ook jullie bloei is. In het toenemende ongeloof van vandaag zit et als in die ballingschap oordeel. Maar in Gods oordelen zit genade. Altijd.
Daarom mogen we toch bidden voor land, stad of dorp. Omdat hun bloei onze bloei is. Toenemende vrijheid van Nederland is ook onze vrijheid maar let wel: om Gods evangelie te verkondigen. Het is goed om te bedenken dat altijd als het christelijk geloof zich als een nieuwe religie ergens vestigde, ze zich verantwoorde tegenover overheden. Dat deed Paulus, in Efeze. Maar de Gereformeerde Kerk is ook zo begonnen: Artikel 36 van de NGB: [dia’s 5 tot 8 rustig doorklikken] ‘Wij geloven dat onze goede God om de verdorvenheid van het menselijk geslacht geboden heeft, dat er koningen, vorsten en overheden zullen zijn. […] Haar taak is niet alleen zorg te dragen voor de openbare orde en daarover te waken, maar ook de heilige dienst van de kerk te beschermen, en te bevorderen dat het koninkrijk van Jezus Christus komt en het Woord van het evangelie overal gepredikt wordt, […] Verder is ieder, welke positie hij ook heeft, verplicht zich aan de overheid te onderwerpen, belasting te betalen, haar eer en eerbied te bewijzen, haar gehoorzaam te zijn in alles wat niet in strijd is met Gods Woord, en voor haar te bidden dat de Heer haar bestuurt op al haar wegen, zodat wij een stil en rustig leven mogen leiden in alle godsvrucht en waardigheid. […]’ Dat laatste is even belangrijk. We bidden niet alleen zodat wij een ‘stil en rustig leven mogen leiden’ maar voor ook: ‘in alle godsvrucht en waardigheid.’ Het kan bijvoorbeeld niet zo zijn dat we als christenen in de politiek opkomen voor de zondagsrust maar zelf van die rust geen gebruik maken om naar de kerk te gaan. Of dat we opkomen voor de waardigheid van alle leven (jong en oud) en vervolgens zelf kritiekloos meegaan in allerlei ontwikkelingen rond bijvoorbeeld de 20 weken echo die, zo wordt meer en meer duidelijk, in de wereld om ons heen gebruikt wordt als een laatste check voor een late abortus. Begrijp me goed. Daarmee is niet gezegd dat de 20 weken echo taboe is maar wel dat wij erover na moeten denken hoe we daar mee omgaan. Zo werden in vroeger tijden mensen voor het evangelie gewonnen. Doordat ze zagen dat christenen andere keuzes maakten. Te vondeling gelegde kinderen in hun huis opnamen. Of slachtoffers van de pest begroeven met gevaar voor eigen leven.
[dia 9 – leeg scherm] Christelijke politiek is dus niet dat wij anderen dwingen te leven in onze voorkeurssamenleving (dat wordt trouwens ook steeds meer onmogelijk) maar dat wij bidden voor onze overheid om zo zelf ongestoord en vrijmoedig het evangelie te kunnen verkondigen, zodat God door ieder geëerd en gediend wordt, zoals Hij in zijn Woord gebiedt.’ Wij geloven dat God Koning is. Wij kunnen anderen niet dwingen Hem te erkennen. We kunnen wel bidden en zelf het goede voorbeeld geven. Anderen kunnen ons trouwens ook niet dwingen. Wij zijn God meer gehoorzaam dan mensen. De kerk mag ook kritische geluiden laten horen aan de overheid. Een voorbeeld daarvan is de steun die we als kerk recent hebben betuigd aan een brief waarin zorg wordt geuit over de omstandigheden waaronder vreemdelingen worden gedetineerd op Schiphol. Wij gaan niet over wanneer iemand in Nederland mag verblijven en wanneer niet. We mogen en moeten wel opkomen voor de omstandigheden waaronder. Ik zei net dat ik niet zo bezorgd ben over de neergang van de christelijke politiek. Daarmee bedoel niet dat het niet jammer is dat steeds minder mensen stemmen op christelijke politici. Want daarmee verdwijnt een krachtige lobby. Politieke invloed kan namelijk een belangrijk middel zijn om invloed uit te oefenen voor de verkondiging van Gods evangelie. Maar wij moeten niet denken dat wij Gods koninkrijk wel even zullen vestigen door anderen onze regels op te leggen. In het zetelverlies – en daarom verwees ik net naar Jeremia 29 – wordt ook Gods oordeel zichtbaar over onze samenleving. Meer en meer mensen verharden in ongeloof in een samenleving waarin het evangelie eeuwen lang ongestoord kon worden verkondigd. De discussie over openingstijden van winkels op zondag mag ook in dat licht bekeken worden. Zondagsrust is niet belangrijk om de zondagsrust. Dat hoor je christenen toch nog wel eens zeggen. Zondagsrust is belangrijk om te rusten bij God. Als mensen dat niet willen dan moeten ze zich maar over de kop shoppen of werken. Intussen krijg je het als christen natuurlijk steeds moeilijker, want ja: waarom zou een moslim vrijdags niet eerder vrij krijgen en een christen wel de hele zondag?
Voor christelijke invloed in politiek en samenleving geldt net zoiets als voor christelijke omgang met geld. Jezus zegt: maak vrienden met behulp van de valse Mammon (Lucas 16:19). [dia 10] Zo mag je ook de politiek gebruiken, maar als middel. Niet als doel op zich. Paulus heeft dat trouwens ook gedaan. Toen hij bedreigd werd deed hij een beroep op de (Romeinse!) keizer en in Efeze werd hij vrienden met enkele hoge functionarissen en de stadssecretaris die hem daar redden van een lynchpartij door het volk. (Hand. 19) Waarom zouden zij dat hebben gedaan? Ongetwijfeld omdat ze hebben gemerkt dat Paulus er niet op uit was om een nieuwe sekte te beginnen. Maar doordat hij mensen opriep om te bidden voor iedereen en voor gezagsdragers in het bijzonder. Daarvan ging een heilzame werking uit. Want dankzij de bescherming van overheden ging het evangelie verder. En zo is het ook hier gekomen. Willibrord en Bonifatius konden de Lage Landen ook kerstenen door de bescherming van overheden. Wat is christelijke politiek? Vooral bidden. Voor alle mensen. Met welk doel? Zodat Gods evangelie door ons in de praktijk kan worden gebracht en verkondigd. ‘Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen.’ (vers 6) Die boodschap is heilzaam. Voor iedereen. Tot eer van God in eeuwigheid. [amen]