Wat leer ik in groep ….
5
Op deze kaart staat in het kort beschreven wat uw kind leert in groep 5. Per vakgebied zijn de belangrijkste doelen en/ of onderdelen beschreven. Op die manier kunt u zich een beeld vormen van de leerstof van groep 5 en misschien kunt u er thuis wel eens op aansluiten!
TAAL In alle groepen is er per thema aandacht voor allerlei verschillende vormen van taal, zoals mondelinge taalvaardigheid ( een gesprek voeren, spreken en luisteren) , schriftelijke taalvaardigheid (een brief kunnen schrijven) en spelling. Hieronder vindt u de belangrijkste doelen en de nieuwe onderdelen die aan bod komen op het gebied van ‘verkennen van taal’. Het gaat dan om het verkennen van tekens , woorden, zinnen en taalgebruik. De kinderen leren woorden in alfabetische volgorde zetten op grond van de eerste, tweede en derde letter van het woord. De kinderen leren de regelmatige en onregelmatige vormen van de trappen van vergelijking. De kinderen leren zinnen in de gebiedende wijs zetten. De kinderen leren voorzetsels herkennen en gebruiken. De kinderen leren persoonlijke voornaamwoorden herkennen en gebruiken. De kinderen leren bijwoorden herkennen en gebruiken. De kinderen leren mannelijke en vrouwelijke persoonsnamen herkennen en gebruiken. De kinderen leren open en gesloten vragen herkennen en gebruiken.
SPELLING Bij spelling wordt onderscheid gemaakt tussen luisterwoorden ( schrijf het woord zoals je het hoort), weetwoorden ( die moet je weten) en regelwoorden ( bij deze woorden hoort een regel). Er zijn voor kinderen die moeite hebben met spelling ook spellingshulpjes.
De volgende spellingscategorieën komen aan bod per thema: Thema 1: ng/nk, eer/oor/eur en aai/ooi/oei (luisterwoorden) Thema 2: eeuw, ieuw, uw (luisterwoorden), ch/cht, ij/ ei (weetwoorden) Thema 3: ij/ ei, be-, ge-, ver-, -te , ig, -lijk (weetwoorden) thema 4: eind –d (regelwoorden), open en gesloten lettergreep (met dubbele medeklinker) (regelwoorden) thema 5: au/ou, ch/cht (weetwoorden), verkleinwoord met -je, -tje, -etje (regelwoorden) thema 6: eind -d (regelwoorden), open en gesloten lettergreep (regelwoorden) thema 7: v-, f-, z-, s- (luisterwoorden), gesloten lettergreep dubbele medeklinker (regelwoorden) open lettergreep, tweetekenklank (regelwoorden) Thema 8: Overtreffende trap, elen, -eren, -enen, samenstellingen zonder tussenletter (regelwoorden)
LEZEN Voor technisch lezen wordt gebruik gemaakt van de methode ‘estafette’. Midden groep 5 beheersen de meeste kinderen leesniveau M (midden) 5, eind groep 5 is dit E (eind) 5. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van de methode ‘Nieuwsbegrip’ voor begrijpend lezen. Nieuwsbegrip ontwikkelt wekelijks teksten die aansluiten op het nieuws.
REKENEN Hieronder vindt u de belangrijkste nieuwe onderdelen per blok. Elk hoofdstuk is er ook aandacht voor het automatiseren en herhalen van eerder aangeboden sommen. In elk blok komt ook meetkunde en ruimtelijk inzicht aan de orde, zoals bouwsels, positiebepalen e.d.
2
Wilt u meer weten over wat de kinderen leren en op welke manier, neemt u dan eens een kijkje op de volgende website: http://www.malmberg.nl/Basisonderwijs/Methodes/Rekenen/De-wereld-ingetallen/Leerlijnenoverzicht/Leerlijnen.htm Blok 1 en 2 A Sprongen van 1, 10 en 50 t/m 1000 Afronden op honderdtallen Getallenlijn t/m 1000 en getalvolgorde Tafel van 7 en 8 Introductie deelteken Samenhang tussen delen en vermenigvuldigen Introductie minuut Lengte: verhoudingen, introductie kilometer Verkennen symmetrie Plattegrond en schaal Blok 3 en 4 A Tellen en terugtellen in sprongen 2, 10, 100 en 200 Optellen en aftrekken t/m 1000 Herhalen Tafels 0 t/m 10 Introductie kommanotatie in geldcontext Tafel van 9 en Tientaltafels Klokkijken: digitaal en analoog, introductie seconde Jaarkalender Inhoud: introductie milliliter Introductie oppervlakte en omtrek Routes berekenen Blok 1 en 2 B Positiewaarde, schattend tellen en ordenen getallen t/m 1000 Inhoud: liter Samenstelling getallen t/m 1000 Tellen met sprongen van 20, 25 en 50 Tafels tussen 10 en 20 Vermenigvuldigingen Delen met rest Tijdschema aflezen Lengte: m en cm (kommanotatie), introductie decimeter Gewicht: kg en halve kg Blok 3 en 4 B Tellen en terugtellen t/m 2000 Deeltafels Diversen: afstand-tijd Eerste verkenning t/m 10 000 (tellen sprongen 1, 10 en 100) Positiewaarde van cijfers in een getal Schattend vermenigvuldigen Delen door 4: een vierde deel, een kwart Lengte: introductie millimeter Inhoud: introductie deciliter Oppervlakte en omtrek berekenen aan de hand van blokjespapier Temperatuur: introductie thermometer Diagrammen: lijngrafiek aflezen 3
GESCHIEDENIS Geschiedenis: methode: Een zee van tijd. De methode bestaat uit 6 thema’s en elk thema heeft 5 lessen. Na les 3 en 5 is er een toets. In groep 5 doen we die nog samen om de manier van toetsen te oefenen. De lessen worden gegeven uit een lesboek en verwerkt in een werkboek. Er wordt veel gebruik van filmpjes, die van Teleblik, Schooltv-beeldbank, Het Klokhuis en andere sites worden gehaald. Voor elke toets wordt er een samenvatting behandeld, die de kinderen mee naar huis krijgen.
AARDRIJKSKUNDE Voor aardrijkskunde gebruiken we de methode ‘Meander’. Elk thema wordt ingeleid met een verhaal met Meander, Brandaan en Naut. De stof is verdeeld in 5 thema’s. Elke derde les is een topografieles. De topografie van Nederland, provincies en provinciehoofdsteden wordt in de eerste weken behandeld. Elk thema wordt afgesloten met een toets. In groep 5 doen we die nog samen om de manier van toetsen te oefenen. De topografie wordt wel behandeld , maar nog niet getoetst. Er wordt veel gebruik van filmpjes, die van Teleblik, Schooltv-beeldbank, Het Klokhuis en andere sites worden gehaald.
NATUURONDERWIJS EN TECHNIEK We maken gebruik van de methode Leefwereld. Gedurende het schooljaar wordt er een keuze gemaakt uit de volgende onderwerpen: 1. Wij eten 2. Bakken maar! 3. We gaan bouwen 4. Bang voor spinnen 5. Afvaleters 6. Ziek zijn 7. Aantrekken en afstoten 8. Herfstweer 9. In de boot 10. Met huid en haar 11. Wat is afval 12. Lekker en gezond 13. Bij de tandarts 14. Vloeistoffen 15. De weg op het Station 16. Vol spanning 17. Katjesbomen 18. Bollen en knollen 19. kikkers en padden 4
20. 21. 22. 23. 24.
Je blote buitenkant Kleuren! Papier maken Wie niet sterk is… Griezels in de nacht
Er wordt gewerkt met een boek en werkbladen. Er worden geen toetsen afgenomen.
SOCIALE VAARDIGHEDEN EN EXPRESSIE Onder expressie verstaan we tekenen, handvaardigheid , muziek , dans en drama. We hebben hiervoor de methode ‘moet je doen’. De leerkrachten maken hieruit een keuze of zoeken activiteiten die aansluiten bij thema’s vanuit andere vakgebieden. Voor sociale vaardigheden hebben we de methode ‘kanjertraining’. Het belangrijkste doel is dat een kind positief over zichzelf en een ander leert denken. De Kanjertraining geeft kinderen handvatten in sociale situaties en daardoor komt tijd en energie vrij. Binnen de Kanjertraining worden kinderen geconfronteerd met de gevolgen van hun gedrag. Deze informatie krijgen ze van hun klasgenoten en indien nodig van de leerkrachten. Het principe van de Kanjertraining bestaat uit het bewust worden van vier manieren van reageren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van vier typetjes: Pestvogel (zwarte pet): Uitdager, bazig, hork, pester. Het zwarte petten gedrag denkt goed over zichzelf, maar niet goed over een ander. Aap (rode pet): Grapjurk, uitslover, meeloper, aansteller, malloot. Het rode petten gedrag denkt niet goed over zichzelf, maar ook niet goed over een ander. Konijn (gele petten gedrag): Te bang, vermijdend, faalangstig en stil. Het gele petten gedrag denkt slecht over zichzelf en goed over een ander. Tijger (witte pet):, gewoon, normaal, te vertrouwen, aanspreekbaar op gedrag. Het witte petten gedrag denkt goed over zichzelf en de ander. Tijdens de Kanjertraining staan vijf afspraken centraal: -
We vertrouwen elkaar. We helpen elkaar. Niemand speelt de baas. Niemand lacht uit. Niemand doet zielig. HOE LEREN WE KINDEREN OM TE GAAN MET PESTVOGELS? Uitschelden, Reactiemogelijkheden Ik doe daarom als een tijger. De pestvogel scheldt mij uit. Ik zeg: Nou en! ….en loop weg. Ik gebruik mentale judotechniek. Dat doe ik door niet tegen te spreken
5
maar te denken: als jij dat wil zeggen, ga je gang, maar ik heb geen zin om hiernaar te luisteren. Ik haal mijn schouders op en laat de pestvogels en de aapjes kletsen. Ik weet dat de pestvogel en het aapje altijd ruzie willen, omdat ze stoer willen doen of grappig willen zijn. Daarom ga ik het winnen. De aapjes en pestvogels krijgen hun zin niet. Ik laat mij niet uitdagen. Ze zijn niet wijzer. Vals beschuldigen, spullen afpakken, schoppen, slaan, duwen, voordringen, bedreigen en de baas spelen. Reactiemogelijkheden:
Ik let op mijn gevoel: ruziemaken is vervelend. Ik denk na wat ik wel en niet wil. Ik vraag of de pestvogel wil stoppen, want ik vind dit niet leuk. En ik loop weg. Als de pestvogel doorgaat, roep ik de hulp in van de leerkracht. Deze zorgt voor een passende straf voor de pestvogel en licht desgewenst de ouders van de pestvogel in.
In de kanjertraining wordt vaak gevraagd: is het jouw bedoeling om….jouw moeder teleurgesteld te krijgen ….de juf kwaad te maken …..deze jongen verdrietig te maken? Als het kind antwoordt dat het zijn bedoeling is kan het antwoord zijn: “Dat is dan gelukt, maar dan heb je een probleem, het wordt niet geaccepteerd. Kinderen willen niet met je spelen als je je zo gedraagt. Als je iedereen dwars wil zitten ben je op de goede weg.” Antwoordt het kind dat het niet zijn bedoeling is, dan antwoorden we: “Doe dan anders!” Het kind krijgt dan tips van de andere kinderen en eventueel van de leerkracht over de manier waarop hij dat kan aanpakken. De Kanjertraining probeert elk kind in te laten zien dat het beter en prettiger is voor jezelf en voor een ander om je goed te gedragen. Iedereen wil toch een kanjer zijn!
HUISWERK Het huiswerk wordt opgebouwd van groep 4/ 5 naar groep 8. Het huiswerk dat de kinderen mee krijgen, moeten ze in principe zelfstandig kunnen maken. In groep 5 wordt er ook gestart met spreekbeurten. Hier worden in groep 5 andere eisen aan gesteld dan in groep 8. Binnenkort ontvangt u hiervoor nog een hulpkaart, zodat u weet wat de bedoeling is.
5 tafels
6
6
7
8
bordrij
bordrij
woordpakketten
woordpakketten
spreekbeurt
spreekbeurt
spreekbeurt
spreekbeurt
Nieuwsbegrip
Nieuwsbegrip
boekenbeurt
Nieuwsbegrip
Nieuwsbegrip
topo
topo
topo
Meander
Meander
Meander
Geschiedenis
Geschiedenis
Geschiedenis
werkstuk
werkstuk
werkstuk
boekbespreking
boekbespreking huiswerkboekje
7