Verdraagzaamheid De remonstranten in Twente hebben het remonstrantse jaarthema ‘Verdraagzaamheid in de global village’ krachtig opgepakt. In februari 2013 organiseren zij drie lezingen over het thema. In het kerstnummer 2012 van Kwadrant, het blad van de remonstranten in Twente, interviewde Foeke Knoppers de toekomstige sprekers . Hieronder de tekst. Het thema van het komende onderdeel van ons programma is 'Verdraagzaamheid in de global village'. We gaan ons bezighouden met vragen als: waardoor laten we ons inspireren als we proberen om verdraagzaam te zijn? Wat is de inbreng van remonstranten in de discussie over Islam en populisme? De landelijke Algemene Vergadering van Beraad die op zaterdag 9 maart 2013 gehouden wordt, zal aan dit thema gewijd zijn. Ter voorbereiding van deze AV van Beraad verscheen het boekje Islam, populisme en kerkelijke respons (te bestellen bij het landelijk bureau). In onze gemeente staan drie bijeenkomsten gepland. Op woensdagavond 6 februari houdt Prof. Dr. A. Hoogerwerf een inleiding over 'Zij en Wij'. Prof. Hoogerwerf is politicoloog en emeritus hoogleraar van de UT Twente. Op woensdagavond 13 februari komt Enis Odaci spreken over 'De inspiratie van de islam'. Enis Odaci is voorzitter van de stichting Humanislam en kenner van het Arabisch en de islamitische traditie. Op woensdagavond 20 februari zullen Ds Lense Lijzen en Enis Odaci met elkaar in gesprek treden over 'De rol van de religie in het publieke domein'. Ds Lijzen is remonstrants predikant in Groningen. Wat is volgens u de meest adequate omschrijving van verdraagzaamheid? Hoogerwerf: ‘Verdraagzaamheid of tolerantie is het vrijwillig dulden van iets waartegen men bezwaar heeft, maar waartegen men geen beschikbare machtsmiddelen toepast. Verdraagzame mensen zijn niet onverschillig, maar trachten de ander niet het zwijgen op te leggen en tonen zich bereid tot communicatie. Wie onverdraagzaam is, past wel machtsmiddelen toe, bijv. stigmatisering, vernedering, discriminatie, uitsluiting etc. Odaci: ‘Verdraagzaamheid is per definitie niet hetzelfde als tolerantie omdat tolerantie ook kan betekenen dat men iets wat niet spoort, omwille van de vrede, gedoogt. Verdraagzaamheid, ook religieuze verdraagzaamheid moeten we persoonlijk benaderen. Het christendom of de islam zijn niet verdraagzaam: de zichzelf christen of moslim noemende mens is verdraagzaam. Ik kom tot de volgende definitie: (Religieuze) verdraagzaamheid is jezelf uit liefde voor de ander zo inspannen, en de ander zoveel ruimte geven, dat hij of zij kan worden wie hij is. De grenzen van die ruimte worden bepaald door universele normen en waarden en niet door een dominante godsdienst, cultuur, dogma of ritueel’. Lijzen: ‘Verdraagzaamheid zie ik in haar meest verregaande vorm als het verdragen, het uithouden van wat je zelf eigenlijk niet verdragen kunt. Het is het respecteren van het feit dat een ander een andere opvatting heeft dan jijzelf hebt. Als dit wederzijds is, is er toch een basis om samen te leven en ook voor gesprek, voor omgang met elkaar. Bij een actieve verdraagzaamheid kom je ook op voor rechten van de ander zonder dat je hem inhoudelijk steunt. Dat is al een stap verder en soms veel gevraagd.’
Inspireert de religie die u aanhangt tot verdraagzaamheid? Zo ja, kunt u iets zeggen op welke wijze zij dat doet? Lijzen: ‘Als christen ben ik bereid tot verdraagzaamheid of ben ik in ieder geval bereid om dat steeds te blijven oefenen. Jezus’ onbevooroordeelde optreden vind ik daarbij een richtsnoer. Dat geldt ook voor zijn lessen. Deze verdraagzaamheid is binnen de christelijke sfeer al een heel karwei, maar moet ook opgebracht worden voor de mens met een andere religie of zonder religie. Je mag duidelijk zeggen wie je bent en wat voor jou belangrijk is, maar je mag je er niet op voor laten staan. Compassie is volgens mij een element dat bij verdraagzaamheid ook een rol speelt: je naar de andere mens toebuigen om te horen wat hem/haar drijft'. Odaci: ‘Ja, de islam inspireert mij niet alleen tot religieuze, maar vooral tot algemene verdraagzaamheid. Er zijn vele verzen uit de Koran die ingaan op de diversiteit in Gods schepping. Dit vers springt daaruit: “O, mensdom! Wij hebben u uit man en vrouw geschapen en Wij hebben u tot volkeren en stammen gemaakt, opdat u elkaar leert kennen. Voorzeker, de godvruchtigste onder u is de eerwaardigste bij God” (Hoofdstuk 49, vers 13). Hier staat in andere woorden dat mensen verschillend zijn, dat zij ook in wezen anders zullen (en mogen) denken. Maar dus ook dat iedereen van de ander (religie, cultuur, persoon) kan leren. De diversiteit in volkeren en gemeenschappen plaatst hen feitelijk gelijk aan de theologische startlijn: streef er vervolgens naar elkaar alleen voorbij te streven in goede handelingen ('godvruchtigheid'). Ik weet mij gesteund in het gegeven dat in Gods ogen de naam van mijn geloof niets zegt over de kwaliteit van mijn handelen'. Hoogerwerf: ‘Een belangrijke bron van inspiratie tot verdraagzaamheid is voor mij de joodse en christelijke sociale ethiek die in de Bijbel tot uiting komt. Tot de Bijbelse fundamenten van verdraagzaamheid behoren gedachten over solidariteit (zie het gebod van de naastenliefde), gelijkwaardigheid (zie het scheppingsverhaal waarin verteld wordt dat de mens geschapen is naar Gods evenbeeld) en verscheidenheid (zie in het O.T. het scheppingsverhaal (mannelijk en vrouwelijk en in het N.T. de christelijke gemeente waarin geen onderscheid gemaakt werd tussen Joden en Grieken en tussen slaven en vrije mensen)’ In ‘Islam, populisme en kerkelijke respons’ meent dr. Antje van der Hoek dat uit de PKN-nota Integriteit en Respect (2011) opgemaakt kan worden dat de PKN in de afgelopen jaren o.a. onder invloed van het anti-islampopulisme van Wilders is opgeschoven naar een vorm van anti-islam denken. Instemmend citeert zij de door Poorthuis en Salemink (zie hun ‘Van harem tot Fitna, beeldvorming van de Islam in Nederland’, Valkhof Pers 2011) uitgesproken zorg: ‘Daarmee dreigt een verwijdering tussen christendom en islam te ontstaan in een tijd dat de islam maatschappelijk voorwerp van minachting en demonisering wordt’. Bent u het eens met dr. van der Hoek en deelt u de zorg van Poorthuis en Salemink? Lijzen: ‘Ik geloof dat de PKN-nota een oprechte poging wil doen om handvatten te zoeken voor dialoog en samenwerking. Over het standpunt van Van der Hoek en Salemink kan ik niet veel zeggen. Als je probeert grenzen en verschillen tussen religies aan te geven, ligt een waardeoordeel al gauw op de loer'.
Odaci: ‘In tijden van onzekerheid en crises (o.a. schuldencrisis maar zeker ook een morele crisis) zoeken mensen vooral naar houvast. Het houvast dat de christelijke traditie bood is in de Nederlandse samenleving onder de toenemende secularisering onder druk komen te staan. Er is veel onzekerheid. Die onzekerheid van christenen staat tegenover een in de perceptie van mensen massieve (en van twijfel gevrijwaarde) aanwezigheid van de islam en moslims. Dat leidt tot vervreemding, angst en wantrouwen, die ook nog eens aangewakkerd worden door indrukwekkende gebeurtenissen als de aanslagen op de Twin Towers en, dichter bij huis, op Theo van Gogh. Dat de islam in het verdomhoekje is komen te zitten is niet in de laatste plaats ook te wijten aan de desastreuze retoriek van orthodoxe moslims op nationale televisie en, wat erger is, het stilzwijgen van prominente gematigde moslims. Ik geloof dat de fundamenten van een democratische rechtsstaat zoals Nederland die kent, echter sterk genoeg zijn om minachting en demonisering een buitengrens te stellen. De verwijdering tussen christenen en moslims kan alleen omgebogen worden als de media-werkelijkheid vervangen wordt door de alledaagse realiteit. Dat betekent de buurman spreken, de collega waarderen, de ervaringen delen. Er dient eerst contact te ontstaan op menselijk niveau en daarna pas op theologisch niveau'. Hoe oordeelt u over het beroep dat Wilders met regelmaat doet op de joods-christelijke traditie als hij zijn politieke overtuigingen verdedigt? Hoogerwerf: 'Dat beroep is terecht, voor zover zijn extreme onverdraagzaamheid tegenover moslims en niet-westerse migranten tot op zekere hoogte in de lijn ligt van veel onverdraagzaamheid in de loop der eeuwen (zie bijv. de onverdraagzaamheid van christenen t.o.v. Joden). Het is onterecht als je onder deze traditie de sociale ethiek van de Bijbel en van verdraagzame joden en christenen verstaat. In het licht van deze traditie is het diep beschamend dat de kerken, de grote politieke partijen, de media en de justitie jarenlang in Nederland weinig of geen fundamenteel verweer hebben geboden tegen het aanzetten van Wilders tot onverdraagzame haat en discriminatie'. Lijzen: ‘Het beroep dat Wilders doet op de joods-christelijke traditie bewijst dat hij niet weet waarover hij spreekt. Als een traditie zo gekenmerkt wordt door het opkomen voor de wees, de weduwe en de vreemdeling en je legt dat naast je neer, dan weet je niet (meer) wat deze traditie inhoudt, laat staan dat je er een beroep op kunt doen'. A Common Word (een open brief uit 2007 van 138 moslimgeleerden) en het Islam Memorandum van de PKN Integriteit en Respect roepen beide op om gezamenlijk actief te reageren op maatschappelijke ontwikkelingen. A Common Word geeft als motief hiervoor de centrale geboden die christendom en islam beide erkennen om God en de naaste lief te hebben. Het Islam Memorandum van de PKN wijst in de eerste plaats op de zorgen die zowel moslims als christenen hebben over de zich verhardende seculiere maatschappij ‘waarin toegewijde vormen van geloof onder druk staan’. Moslims en christenen kunnen in de tweede plaats samen een krachtiger stem laten horen ‘in het debat over godsdienstvrijheid en de vrijheid van geweten.’ Hoogerwerf: ‘In de praktijk blijken moslims, christenen en anderen op vele terreinen goed te kunnen samenwerken. Langs die weg kunnen zij samen bijdragen tot een menswaardige samenleving, het verdedigen van mensenrechten en het opkomen voor armen en zwakken. Het versmallen van die samenwerking tot het bestrijden van secularisatie en het verdedigen van de vrijheid van godsdienst en geweten is te eenzijdig, teveel vanuit de eigen groepering gedacht.’
Odaci: ‘Zeker kan dat, het moet zelfs. De overgrote meerderheid van de wereldbevolking is gelovig en zal dat ook blijven. Het ligt voor de hand dat er gezocht wordt naar een gezamenlijke taal en een gezamenlijke missie tussen gelovigen. We moeten niet eisen dat eensgezindheid over theologische concepten een randvoorwaarde voor samenwerking is. Godsdiensten kunnen en moeten het voortouw nemen, het goede voorbeeld geven en de beleidsmakers en beslissers inspireren'. Lijzen: ‘Een snel antwoord is natuurlijk, dat ze op maatschappelijk gebied kunnen samenwerken. Waarom niet? Maar het zal alleen werken als ze dit engagement delen vanuit hun traditie en het ook als een gezamenlijke opdracht zien. En niet alleen voor de eigen achterban, maar ook voor de samenleving als geheel. Misschien ook wel als voorbeeldfunctie, die henzelf overstijgt. Want veel oppositie tegen met name de islam komt natuurlijk ook uit niet-kerkelijke kring. Een gezamenlijk maatschappelijk optreden is dus niet zaligmakend, maar zou ik zien als stap naar een breder streven tot samenwerking in de samenleving. Misschien kunnen kerken daarbij voor hun islamitische broeders en zusters ook een soort wegwijzer en wegbereider zijn; zonder hen in een afhankelijke positie te brengen’. In zijn bijdrage aan islam populisme en kerkelijke respons houdt Prof. Jan Michiel Otto een pleidooi voor samenwerking tussen vrijzinnige christenen en vrijzinnige moslims en moslima’s. Citaat: ‘Vrijzinnige christenen en vrijzinnige moslima’s kunnen het eens zijn over het belang en de invoering van democratie en mensenrechten. Zij kunnen zich gezamenlijk inzetten voor interreligieuze verdraagzaamheid, voor verbetering van de vrouw en tegen wrede en inhumane lijfstraffen’. Is er volgens u een speciale rol weggelegd voor vrijzinnige moslims en christenen? Odaci: ‘Het label ‘vrijzinnig’ suggereert - ik spreek over de islam - dat de meerderheid van de moslims dogmatisch en orthodox van leer zou zijn. Een nadruk op vrijzinnigheid suggereert dat je alleen wat zou hebben aan een kleine groep lichtende voorbeelden als het gaat om maatschappelijke vragen. Dat is een misvatting en onbedoeld een devaluering van ‘andere’ gelovigen die op basis van subjectieve criteria opeens niet onder vrijzinnigheid vallen. Ik vind het belangrijker dat de moslims in Nederland hun onderlinge en interne rivaliteit laten varen en dat er een hervorming komt binnen de islam. Er moet een Nederlandse toepassing van de islam komen die afgestemd is op de Nederlandse cultuur met haar visie op de scheiding tussen kerk en staat en algemene grondwettelijke verworvenheden. Ik denk dat die Nederlandse islam alleen vormgegeven kan worden door de tweede en derde en volgende generaties moslims in Nederland. De christelijke gemeenschap kan daarbij helpen door het gesprek met moslims zo te organiseren dat moslims van elke snit bevraagd worden op hun bijdrage aan Nederland'. Lijzen: ‘Ik denk dat het mooi zou zijn als de niet-dogmatische gelovigen elkaar zouden kunnen vinden en een voortrekkersrol zouden kunnen vervullen bij vraagstukken als rechten voor vrouwen en interreligieuze verdraagzaamheid. Maar waar komen ze elkaar tegen? De vragen die aan de orde zijn, vragen om een ander commitment. Vrijzinnig, of niet-dogmatisch zijn, is niet voldoende helaas'.
Hoogerwerf: ‘Van vrijzinnigen mag je verwachten dat ze verdraagzaamheid vanzelfsprekend vinden. Gezien het kleine aantal vrijzinnigen is het weinig zinvol je daarbij sterk als vrijzinnig te profileren. Zinvoller is het een beroep te doen op de verdraagzaamheid van allerlei groeperingen’.