Wat is een training ? Het doel van een trainingssessie is om met het team en de spelers vastgestelde doelstellingen te bereiken. De doelstelling van de training bepaalt de inhoud van de trainingssessie. De keuze van de doelstellingen wordt door de leeftijd en het niveau van de spelers bepaald. De doelstelling van de training bepaalt het trainingsplan en de inhoud van de training : Het plan : Een training kan verdeeld worden in 4 onderdelen : -
Warming-up Conditioneel gedeelte Individuele techniek Tactisch gedeelte
De trainingsinhoud kan van training tot training en van trainer tot trainer verschillen. Er is geen algemeen plan. Het plan hangt van de vastgestelde doelstellingen af. Het wordt ook bepaald door het aantal teamtrainingen per week, de duur van de trainingen en andere variabelen. Aldus kan een training bestaan uit tactische, technische en conditionele onderdelen of een combinatie van deze drie. De inhoud : De inhoud wordt samengesteld uit oefeningen en gegeven advies. Dit is het technische verhaal dat door de trainer aan de spelers door oefeningen wordt gegeven en vergezeld wordt van demonstraties, verklaringen en correcties. De inhoud van de training wordt door de trainer gebruikt om het technische verhaal aan de spelers door te geven. De oefeningen op zichzelf zijn onvolledig als zij niet van het technische verhaal vergezeld gaan.
Waarom een training voorbereiden ? Een training voorbereiden is belangrijk. De trainer weet dan precies wat het thema en doelstelling van de training is wanneer hij op het veld arriveert. Ook hoeft hij niet na te denken met het opzetten van de organisatie van zijn training. De manier van trainen en instructies en adviezen staan al op papier. Het is een bewijs van kwaliteit omdat over de training is nagedacht en deze al in het hoofd van de trainer zit. De trainingsvoorbereiding staat de trainer toe om de training kritisch te bekijken en eventuele problemen op te lossen. Een training is een aaneenschakeling van sterke en zwakke momenten. De trainer moet : - de organisatie klaar zetten voordat de spelers aankomen (velden, pionnen, goals, ballen, etc.) en klaar zijn om de spelers te verwelkomen. - Start met een spel zodat spelers die vroeg arriveren beziggehouden worden (bijv.: jongleren). - Informeer de spelers: introduceer de doelstellingen van de training bij het begin en vertel welke oefeningen gedaan zullen worden om deze doelstellingen te bereiken. - regelmatige drinkpauzes - regelmatige stretching. - cool down aan einde training. - eindig met een korte discussie met de spelers over wat ze geleerd hebben. Een training bestaat niet alleen uit oefeningen. Meerdere elementen zijn toegevoegd in de oefeningen. Het is belangrijk om een training goed voor te bereiden zodat u geen verassingen tegenkomt.
Trainingsvoorwaarden en het raamwerk van uw training : Voordat u start met het maken van een training: neem de tijd om uzelf de volgende vragen te stellen : -
Hoelang duurt de training? (bepaal een effectieve tijd) Hoeveel ruimte is beschikbaar en welk materiaal is aanwezig? Hoeveel spelers ? Hoe is het weer ? Hoe is het veld? ( bijvoorbeeld: train geen slidings als het veld is hard en droog) Meer van bovenstaande vragen die van belang kunnen zijn op het maken van je training
Doelstelling training : U moet vaststellen wat het thema of doelstelling van de training is. Als u training een gedeelte van het jaarplan is, de doelstelling zal worden vastgesteld in de trainingsperiode je team is. Bijvoorbeeld: duel 1 tegen 1> elk training in deze periode bevat 1 tegen 1 training. Als u training niet een gedeelte van de jaarplanning is, u moet een doelstelling kiezen naar gelang de leeftijdsgroep, niveau en wat de team moet verbeteren afhankelijk van het niveau van de speler.
Keuze van de oefeningen : Wanneer u de doelstelling van de oefening heeft vastgesteld dient u de oefeningen te kiezen om die doelstelling te bereiken. U moet ook rekening houden met de voorwaarden van uw training: materiaal, ruimte, aantal beschikbare spelers. De oefeningen moeten afgestemd zijn op de doelstelling van de training. Wanneer u deze oefeningen kiest vraagt u uzelf dan steeds af: is deze oefening of wedstrijdvorm geschikt om de trainingsdoelstelling te bereiken ? Zoals eerder genoemd: controleer uw training zodat u zeker weet dat de oefeningen afgestemd zijn op de doelstellingen en aan de spelers aangepast zijn (leeftijdsgroep, niveau).(Bijvoorbeeld: laat uw beginnende spelers geen oefeningen doen met het geven van lange passes).
De duur van de oefeningen : De duur van de oefeningen is afhankelijk van de duur van de training en het aantal oefeningen dat u wilt geven. Wanneer u besluit hoelang een oefening duurt, vergeet dan niet om tijd te reserveren voor drinkpauzes. Gedurende de training moet de tijd bijgehouden worden. Probeert u zich te houden aan het tijdsschema. Hoewel, geef niet teveel aandacht aan de tijd. De spelers kunnen meer tijd nodig hebben om een oefening te begrijpen of uit te voeren. Een andere oefening kan goed werken en is efficiënt en interessant; soms is het beter om een bepaalde oefening langer te laten duren.
Waarom een training op papier helpt ? Een goede hulp voor op het trainingsveld : Het voordeel van een trainingsvoorbereiding is dat u het mee kan nemen naar het trainingsveld. Het geeft diverse voordelen. Het stelt de trainer in staat om de geschreven training bij de hand te hebben, het is een hulpmiddel met de tekeningen, de instructies en het advies dat aan de spelers gegeven wordt. Het papier kan behulpzaam voor de coach zijn. Het is altijd goed om dat bij de hand te hebben. De trainer moet de training in zijn hoofd hebben maar als hij iets vergeten is kan hij altijd op het formulier kijken. Verder kunnen notities, aanbevelingen en vragen beschreven worden en hoeft daarmee niet tot het einde van de training gewacht te worden. Het bijhouden van alle trainingssessies: Gooi het trainingsformulier niet weg als de training afgelopen is. Noteer elke oefening die goed verliep. Bij het maken van de volgende training kan dit behulpzaam zijn. Ook weet je exact welke trainingen en oefeningen u in de afgelopen weken of maanden hebt gedaan, de opmerkingen die u daarbij schreef, enz. Bewaar deze trainingen in uw archief. Dit geeft u de gelegenheid om te weten welke training u eerder hebt gegeven zodat u niet in herhalingen hoeft te treden.
Eindtermen +Opleiding en coachen debutantjes : U6 (5 jaar) Tijdens deze fase is er van voetbalspel nog geen sprake. Het kind leert algemene balvaardigheden aan zoals trappen, het werpen en het vangen van een bal om de coördinatie oog/hand te verbeteren. Deze vaardigheden leren ze het best aan terwijl ze naast en los van elkaar spelen. “Welkom in de wondere wereld van de voetbalkunst “ is een zin die je als trainer kan gebruiken om de ouders en spelertjes te begroeten bij de start van hun ontdekkingstocht waarbij jij graag als gids dienst zal doen. Als gids is het jouw taak de honger te stillen van die voetbaljeugd die zo snel mogelijk vaardigheden wil leren met de bal. Zijn vraag is geenszins te leren rondjes lopen, of te leren sprinten of lastig te worden gevallen met allerlei springen huppeloefeningen. De jonge Messi’s willen zoveel mogelijk met de bal leren, ze zijn leergierig en willen trots tonen wat ze met die bal al kunnen. Met hun fantasie, verbeeldingskracht en vindingrijkheid, die hun leeftijd eigen is, benutten ze reeds spontaan enkele bewegingen in oefeningen of kleine partijtjes, waardoor onbewust de basis wordt gelegd voor hun verdere creatieve ontwikkeling. Zeker bij deze jonge spelertjes moeten we af van de idee dat speel- en wedstrijdvormen de basis vormen van een goede jeugdopleiding. Persoonlijk pleiten we voor de stelling dat ondanks het feit dat voetbal een collectieve sport is, we de individuele kwaliteiten van een speler maximaal moeten proberen te benutten. Voor jongen kinderen is het beter om een aantal voetbalvormen te herhalen. Vandaar uit kies je meestal voor een “circuittraining”. Een doorschuifsysteem met meestal 3 vormen ( pass - afwerken - dribbel). Dit systeem helpt om een overzichtelijke organisatie te hebben voor de training. Circuittraining probeert de spelertjes zoveel als mogelijk kans te geven bezig te zijn en maakt de kans op “filetraining” (stilstaande spelertjes die moeten wachten) minimaal.
Passvorm
Afwerkvorm
Wedstrijdvorm Pingelvorm
Bij het aanleren van nieuwe technieken hanteer je meestal 3 fases: 1. De aandachtsfase (als trainer aandacht opeisen en afgeven), 2. De verwerkingsfase (vaak traag en frequent voordoen als trainer) 3. Doefase (uitvoeren).
Eindtermen geen specifieke eindtermen, enkel spelvreugde creëren Nota: Deze kinderen spelen wedstrijdvormen van 2-2 van echte wedstrijden is er dus nog geen sprake.
Jaarplan U6 ( 5jaar) MAAND Augustus
September
OMSCHRIJVING Balgewenning: Oog-voet-coördinatie Oog-hand-coördinatie Leiden van de bal zonder hindernissen met alle delen van de voet.
Oktober
Leiden van de bal MET hindernissen. Slalomdribbel. Dribbelen van tegenstander.
November
Scoren
December
Herhaling van enkele thema’s. Het houden van tests.
Januari februari
Balcontrole
Maart
Positiespel: het grote vliegtuig bij balbezit.
April
Herhaling van enkele thema’s. Het houden van tests.
OPMERKINGEN Leer de spelertjes hoe een bal aanvoelt. Leer ze met de ogen los te komen van die bal. Leer ze sturen met de bal. Die bal is als een auto “je moet sturen waar je naartoe wil”. Verder los komen met de ogen van de bal. Leren sturen met de auto “maar nergens tegenbotsen”. Kappen en draaien met de bal. Leren plaatsen van de bal. Om te scoren moet het schot niet hard maar goed gericht zijn. Het houden van tests als hulp voor het opmaken van de evaluatiefiches. Leren controleren van een bal op speelse manier. Leren van de verschillende posities bij balbezit op een speelse manier. Het houden van tests als hulp voor het opmaken van de evaluatiefiches.
Deze groep traint in de zaal gedurende de maanden januari februari
Eindtermen + Opleiding en coachen duiveltjes : U7-U8- U9 (6 tot 8 jaar) De bal is rond…..en die is moeilijk onder controle te krijgen. “Baas” worden over de bal = eerste leerfase. In deze leeftijdsfase gaat het om het ontwikkelen van de techniek. 1e jaars : BAL ALS DOEL 2e jaars : BAL/BASISVORM ALS DOEL Het ontwikkelen van het balgevoel. De kinderen moeten baas worden over de bal, zodat de bal een middel wordt om spelbedoelingen te kunnen realiseren. Deze spelbedoelingen moeten in de oefenstof tot uiting kunnen komen. Methodische aanpak om de leerdoelstellingen te realiseren (stapsgewijs werken): Van balgewenning naar doelgerichtheid. Van bal als doel naar bal als middel. Aandachtpunten voor de trainer Kennis en inzicht in alle voetbaltechnische handelingen is een voorwaarde. Voor iedereen een bal beschikbaar. Heel belangrijk is, dat de spelertjes alle oefeningen met de bal verwerken. Ondanks het feit dat er dikwijls op kleine ruimte wordt gespeeld moet er hier al aan een plaatsgebonden patroon gedacht worden. Laat de spelers creatief zijn. Veel afwisseling in training. Per training komen alle spelbedoelingen aan bod. Inspelen op de fantasiewereld van de kinderen. Zeer korte uitleg. Zelf voordoen is beter dan uitleggen. Spelertjes van deze leeftijd staan zeer open voor “nieuwe zaken”. Vele en goede “demonstraties” zijn bij die leeftijd zeer belangrijk. Actief deelnemen is dan ook noodzakelijk en daarom mogen de spelers niet te lang stilstaan. Vermijd “filetraining”! Tijd goed benutten. Ongeacht het speelse van het kind moet er toch getracht worden de training ordelijk te laten verlopen met de trainer als leider.
Piloot Pass vorm
t Vleugel
Vleugel
Pass vorm
t
Pass vorm
staart
Positiespel aanleren beperkt zich in de 1ste fase tot het eigen maken van ‘het vliegtuigmodel’, waarbij piloot - staart en 2 vleugeltjes begrippen zijn die vlotter aanleren dan de specifieke voetbaltermen In de 2de fase geleidelijk aan werken met positienummers. 1-4-7-9-11
t
Pass vorm
t
EINDTERMEN BASISVAARDIGHEDEN: Oefeningen balgewenning Leiden van de bal binnen- en buitenkant voet links en rechts, met de voetzool meenemen Aanname bal links en rechts over de grond, binnen- en buitenkant voet, voetzool Aanname bal links en rechts van een stuitende of hoge bal, voetzool Pas geven met links en rechts binnenkant voet Pas geven met links en rechts wreef Pas geven met links en rechts buitenkant voet Na aanname van de bal van richting veranderen, links, rechts en omdraaien Passeerbeweging/dribbel rechts en links met schijnbeweging, overstap 1-2 beweging Afwerken op doel Coördinatieoefeningen
Aandacht voor discipline
Eindtermen + Opleiding en coachen duiveltjes : U7-U8- U9 (6 tot 8 jaar) ( vervolg ) EINDTERMEN WEDSTRIJDGERICHT: Meevoetballende keeper Opbouw van achteruit Geen vaste posities Creativiteit, dribbelen kan en mag op elke positie EINDTERMEN MENTAAL Beseffen dat voetballen een teamsport is; winnen en verliezen doe je samen Leren accepteren dat ieder individu anders is en daar respect voor hebben Leren dat er hard gewerkt (getraind) moet worden om een goede prestatie te kunnen leveren Beslissingen van trainers, leiders en scheidsrechters leren accepteren Wisselbeurten horen er ook bij; iedereen wil graag voetballen
U7-U8- U9 (6 tot 8 jaar)
U10 U11 U12 U13 (9 tot 12 jaar)
3-4-3 4-3-3 Vanaf U14 (13 tot … jaar)
Jaarplan: U7-U8- U9 (6 tot 8 jaar) MAAND
OMSCHRIJVING
OPMERKINGEN
KLEMTOON BIJ WEDSTRIJDEN Veel 1+K/1+K : Het leren ontdekken van de tegenstander en de bal. Zorg dat ze vaak kunnen scoren. 1+K/1+K: Het verder leren ontdekken van een tegenstander.
Augustus
Balgewenning: Oog-voet-coördinatie Oog-hand-coördinatie
Leer door spelertjes hoe een bal aanvoelt.
september
Leiden van de bal zonder hindernissen met alle delen van de voet.
Leer ze met de ogen los te komen van die bal. Leer ze sturen met de bal. Die bal is als een auto “je moet sturen waar je naartoe wil”.
Oktober
Leiden van de bal MET hindernissen. Slalomdribbel. Dribbelen van tegenstander.
November
Scoren
Verder los komen met de ogen van de bal. Leren sturen met de auto “maar nergens tegenbotsen”. Kappen en draaien met de bal. Leren plaatsen van de bal. Om te scoren moet het schot niet hard maar goed gericht zijn.
December
Herhaling van enkele thema’s. Het houden van tests.
Het houden van tests als hulp voor het opmaken van de evaluatiefiches.
Januari Training zaal
Balcontrole
Leren controleren van een bal op speelse manier.
Februari Training zaal
Zaaltraining Balgewenning: Oog-voet-coördinatie Oog-hand-coördinatie
Leer door spelertjes hoe een bal aanvoelt.
Maart
Positiespel: het grote vliegtuig bij balbezit.
Leren van de verschillende posities bij balbezit op een speelse manier.
April
Herhaling van enkele thema’s. Het houden van tests.
Het houden van tests als hulp voor het opmaken van de evaluatiefiches.
1+K/1+K: Het verder leren ontdekken van een tegenstander. 1+K/1+K: Het verder leren ontdekken van een tegenstander en het leren scoren met een plaatsbal. 1+K/1+K
2+K/2+K: Het leren ontdekken van de hulp van een medespeler Veel 1+K/1+K : Het leren ontdekken van de tegenstander en de bal. Zorg dat ze vaak kunnen scoren. 4+K/3+K: numerieke meerderheid zodat ploeg in meerderheid veel in balbezit kan blijven. 1+K/1+K, 2+K/1+K, 2+K/2+K, 4+K/4+K
Enkele opmerkingen : Geef veel oefeningen, vooral pasoefeningen en dribbeloefeningen in de opstelling “ruitformatie”. Die ruitformatie moet door de duiveltjes gekend zijn voor ze naar de preminiemen doorgaan. Herhaal veelvuldig (vooral bij de laatstejaars) het terugvallen op de opstelling “ruitformatie”. Stel plezier (Funn) altijd voorop. Besteed daarom nagenoeg de helft van de duur van de training aan het spelen van wedstrijdjes. Vooral veel 1/1 - 2/2. Slechts bij het afsluiten van de training mag een wedstrijdje 4/4 gespeeld worden. Geef voor het plezier en voor de competitiegeest aan te scherpen vaak ook estafetteparcours. Besteed ook veel aandacht aan het oefenen van de minder goede voet. Bijna alle oefeningen, zoals pas-oefeningen, dribbelparcours of combinatievormen kunnen worden afgesloten met een trap op doel, kinderen doen het liefst de essentie van het spel en dit is doelpunten scoren.