1
DE VRIJMETSELARIJ, VANDAAG Conferentie van de heer Henri Bartholomeeusen, Grootmeester van het Grootoosten van België, gehouden op vrijdag 1 juni 2007 in le Cercle Humaniste Henri La Fontaine, Salle Jules Bastin, gemeentehuis van Waterloo.
1) Inleiding Wat is de Vrijmetselarij vandaag? Hoe kan ze worden omschreven, waarom fascineert ze? En vooral waarom zou ik vanavond over de vrijmetselarij spreken, aangezien ze zich al zo lang, en vooral in België, als een discreet of zelfs geheim, genootschap aandient? War is haar plaats in de wereld? Haar doel? Voor zover ze een doel heeft? Wie zijn haar tegenstanders en waarom? Hoe wordt men vrijmetselaar en waarom? Zijn er onder ons veel vrijmetselaars? Wat doen ze precies? Waar halen zij hun inspiratie? Hebben ze een geheimtaal? Dat zijn enkele vragen waarop u zeker geen antwoord verwacht, vragen waarop ik, tegen alle verwachtingen in, toch zal trachten te antwoorden, al is het in een gewilde willekeurige volgorde. Maar vooraf, dames en heren, vriendinnen en vrienden, wens ik, • • •
de heer Daniel Somville en « le Cercle Humaniste Henri Lafontaine » die deze bijeenkomst mogelijk hebben gemaakt, te danken … te groeten, te preciseren, dat ik weliswaar aangekondigd werd als de Grootmeester van het Grootoosten van België, maar dat ik in mijn persoonlijke naam zal spreken.
Sommigen onder u denken misschien dat zij toch de Grootmeester en niet mijn bescheiden persoon zullen aanhoren. En deze volkomen juiste bedenking helpt mij onmiddellijk tot de kern van de zaak te komen. De Vrijmetselarij is vandaag meer dan ooit – met uitzondering misschien van Frankrijk – zozeer bekommerd om de vrijheid van mening, om de gewetensvrijheid en de vrijheid van meningsuiting van haar leden dat, behalve wanneer daartoe een uitdrukkelijk mandaat werd gegeven, er geen sprake kan van zijn de stem van 10.000 zelfs van 25.000 Broeders en Zusters, als ik alle Belgische obediënties in aanmerking neem, te herleiden tot een enkele stem, a fortiori die van een Grootmeester. De Vrijmetselarij is geen kerk die haar doctrine, haar geloof of haar wetten via een paus, een dominee, een rabbijn of ayatollah verkondigt. Zij is evenmin een centrum voor lekenactie, ook al zijn er raakpunten. Zij is geen politieke partij, geen filosofische stroming, geen vakbond en zij kan noch wil zich laten gebruiken, dwingen of inperken, ongeacht de hoedanigheid van haar voornemens.
2 Dat is de reden, dames en heren, vrienden en vriendinnen, waarom de Grootmeester van België, wanneer hij u in die hoedanigheid toespreekt, hoe paradoxaal dat ogenschijnlijk dat ook moge lijken, slechts in persoonlijke naam spreekt. Ik heb veel bewondering voor bepaalde serviceclubs en niet-gouvernementele organisaties die personen van alle nationaliteiten, overtuigingen, levensbeschouwingen, beroepen en politieke tendensen verenigen. Bepaalde serviceclubs en ngo’s leveren uitstekend werk op filantropisch gebied en dragen meer bepaald bij tot het uitroeien van bepaalde ziektes op wereldniveau. De Vrijmetselarij is echter geen serviceclub. In tegenstelling tot die verenigingen • • •
wil zij geen zielen winnen, verdedigt zij geen enkele ideologie, is zij, wat sommige vrijmetselaar ook mogen denken, niet verplicht erkend te worden om te bestaan.
Het is vooral dankzij het respect voor de civiele, democratische maatschappij waarin zij is geworteld, dat zij haar bestaan in alle discretie toont.
2) Openbaarheid Deze conferentie richt zich niet tot vrijmetselaars. Om begrijpelijk te blijven en u bij benadering te kunnen uitleggen wat ze is, dien ik dus enkele elementaire zaken te verduidelijken. Ik zal dat noodgedwongen op een onvolmaakte en eigenlijk vereenvoudigde wijze doen. Ik verontschuldig mij daarvoor bij de vrijmetselaars die hier aanwezig zijn U zal hebben begrepen dat ik de Vrijmetselarij niet zomaar kan omschrijven daar haar te vergelijken met meer bekende instellingen omdat zij een genootschap sui generis is dat in de loop der eeuwen op een empirische wijze en in opeenvolgende lagen is gegroeid. Zij leeft haar eigen leven. In haar ruimste betekenis, bekeken vanuit Sirius, is de Vrijmetselarij de Universele Maçonnieke Orde die, op wereldniveau, is verdeeld in twee grote historische stromingen die dateren van de 18e eeuw. Beide zijn Angelsaksisch van oorsprong, •
de eerste, deïstische stroming, staat onder bescherming van de Verenigde Grootloge van Engeland. Zij wordt regulier genoemd omdat zij onder meer haar aanhangers een geloof in een opperwezen en in de onsterfelijkheid van de ziel oplegt. Zij heeft zich verspreid in de Angelsaksische wereld, met andere woorden in Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en de landen van het Gemenebest. Zij is niet vrij van een zekere discriminatie op grond van geloof en het behoren tot een bepaalde volksgroep aangezien zij een onderscheid maakt
3 tussen de gekleurde vrijmetselaars van Prince Hall en bepaalde loges die enkel voor blanken toegankelijk zijn. •
De tweede stroming, die de wetenschappen en de Mens centraal stelt, is ontsproten aan het christelijke humanisme en de Verlichting, heeft op het Europese continent een hoge vlucht genomen. Zij wordt liberaal of ook nog adogmatisch genaamd om redenen die u al hebt geraden en zij eist geen enkele vorm van transcendentie zonder die daarom te verbieden.
Van Sirius opnieuw op de aarde: hoe kunnen we het maçonnieke fenomeen bevatten? Aangezien het om een initiatiek genootschap gaat, volstaat een vrijmetselaar niet; er zijn twee essentiële ingrediënten nodig: vrijmetselaars in een loge of om preciezer te zijn, vrijmetselaars verenigd in een loge, waarbij elk woord belangrijk is Vrijmetselaar zijn betekent niet dat men zichzelf tot maçon heeft uitgeroepen maar dat men als zodanig door andere vrijmetselaars wordt erkend. Het gaat dus, in principe, niet om een hoedanigheid die men zichzelf toeschrijft, a fortiori ten aanzien van degenen die geen vrijmetselaar zijn, maar om een hoedanigheid die door andere vrijmetselaars wordt erkend. De loge zelfs is zowel de groep vrijmetselaars die bijeenkomen om te arbeiden als de plaats waar zij bijeenkomen. De loges zijn vaak gegroepeerd in obediënties zoals het Grootoosten van België - een in essentie mannelijke structuur - de Belgische Federatie van le Droit Humain – een gemengde obediëntie – de Groot Vrouwenloge van België, of nog de Grootloge van België, om maar de belangrijkste Belgische obediënties te noemen. Ik voeg er onmiddellijk aan toe dat die structuren, die obediënties in wezen een administratieve taak hebben. De maçonnieke arbeid wordt in de loges verricht door mannen en vrouwen die vrij zijn in hun loges die zich op hun beurt vrij en soeverein achten. U weet dat die arbeid achter gesloten deuren plaatsheeft. Ik zal u geen geheimen verklappen, maar het zal u wellicht duidelijker worden wanneer ik u zeg dat • • •
de arbeid wordt verricht aan de hand van rites en ritualen, tradities en geheimen, rond symbolen, methodes en principes zoals het vrij onderzoek, de meest uiteenlopende onderwerpen worden bestudeerd, te beginnen met zelfkennis en de erkenning van de Ander, tot het bakken van een steak bij de Hunnen, over de symboliek, de politiek, de religies… de ethische kwesties enzovoort.
Zelfkennis en de zorg voor de plaats van de Mens in de maatschappij zijn twee antieke, ik zou zelfs durven zeggen bijbelse aspecten van onze zoektocht naar Wijsheid.
4 Die arbeid wordt verricht in een ruimte en een tijd die symbolisch anders zijn, een ruimte en een tijd waarvan het cyclische karakter het mogelijk maakt de onveranderlijkheid te vatten en datgene over te houden wanneer alles is veranderd, De verrichte arbeid moet de vervolmaking van de ingewijde in de hand werken en de vooruitgang van Mensheid ten goede komen. Met andere woorden, om het simpel en ietwat provocerend te zeggen, een therapie voor gezonde mensen, dixit een gewezen Grootmeester Voor de volledigheid voeg ik eraan toe dat de Vrijmetselarij van vandaag, deze discrete broederschap rijk aan mysteries, deze Vrijmetselarij die van de wereld leert, die zich oefent in de virtuele realiteit van de vooruitgang van de mensheid, arbeidt met een vastberadenheid, een wilskracht en een dynamisme die slechts zelden in andere genootschappen worden aangetroffen. In België alleen al ontmoet u dagelijks duizenden mannen en vrouwen vrijmetselaars die zich niet als zodanig bekendmaken en die gemiddeld een keer per week, elke avond van de week en overal in het land bijeenkomen, om zichzelf opnieuw te ontdekken, het beste van zichzelf met anderen te delen en van de wereld te dromen…. vaak tot laat in de nacht. Kent u veel andere genootschappen, die minder discreet zijn, verenigingen uit de beroepssfeer, of stoelend op levensbeschouwelijke opvattingen, gevormd rond vakbondsactiviteiten, andere acties of zelfs feestelijkheden, die een dergelijke activiteit aan de dag leggen? Ik ken er geen. Dat betekent niet dat genoemde verenigingen daar geen baat bij hen. Zoals een ander voorganger van mij al zei « de vrijmetselaars nemen hun verantwoordelijkheid op zich buiten de Loge, op de werf van de civiele maatschappij door de resultaten behaald in het laboratorium om te zetten in parameters voor een maatschappelijk project ».
Kritiek Tot zover, zal u mij zeggen, een inleiding die in haar oppervlakkigheid getuigt van optimisme en zelfs zelfgenoegzaamheid. De Vrijmetselarij, althans de liberale, zou dus dat initiatiek, modern genootschap zijn dat stoelt op vrijheid, verdraagzaamheid en vrij onderzoek? Een genootschap dat van zijn leden slechts de oprechtheid van hun overtuiging – welke die ook mogen zijn –de wens om bij te leren en toewijding, eist? Een genootschap van eerlijke mensen die bezield zijn met vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid en die eenvoudigweg beslist hebben individueel en samen te arbeiden aan de sociale vooruitgang en zelfs aan liefdadigheid te doen? Zij zou dus geen sekte noch een lobby zijn? En, nu de andere kant van de medaille, wat zou dan haar echte efficiency zijn? Indien de Prins waarmee zij zich vereenzelvigt eerder die van Saint-Exupéry dan de leerling van Machiavelli zou zijn, beschikt zij dan echt over de middelen om haar doel te bereiken?
5 Het is een feit dat de Vrijmetselarij, ongeacht de fantasma's waarvan zij steeds het voorwerp was, haar bestaan en de invloed zij al of niet op de civiele maatschappij uitoefent, sinds enige tijd een maatschappelijk gegeven vormen dat iedereen, al of niet vrijmetselaar, al of niet professional, vriend of vijand, lijkt te willen gebruiken. Bepaalde Broeders denken er niet langer aan een opiniestuk in LE SOIR te publiceren zonder te vermelden dat ze vrijmetselaar zijn. De R.T.B.F. grijpt naar wat gewoonlijk « realitisme » wordt genoemd, met andere woorden datgene wat zich in de realiteit lijkt af te spelen maar geen realiteit is, om zogezegd in naam van de persvrijheid, te tonen hoe een maçonnieke inwijding er kan uitzien. Monseigneur Léonard, onze vrienden filosofen, het Vlaams Belang, de onderzoeksjournalisten en de vrijmetselaars zelf, maken, wanneer zij zich tot het grote publiek richten, van onze Orde een onderwerp dat belangstelling opwekt. • • • • •
Sommigen, om ons als « de best beschermde sekte van België » te bestempelen, wat toch wel stoutmoedige woorden zijn in de mond van Monseigneur, anderen die zich zorgen maken en de intellectuele toer opgaand, ons « verouderd » vinden, het Vlaams Belang dat de magistraten-vrijmetselaars of sympathisanten wil weren uit elke procedure waarbij het is betrokken, de onderzoeksjournalisten die zich vragen stellen over het lidmaatschap en de betrekkingen die kunnen bestaan tussen de loge en deze of gene persoon die betrokken is bij een « zaak » of beschuldigd of veroordeeld is, ten slotte, tussen de vrijmetselaars zelf die betreuren dat de Vrijmetselarij minder strijdbaar is en die vrezen dat ze in haar bestaan bedreigd is.
Een oord waar wijsheid, liefde en vooruitgang wordt aangeleerd, maar zonder voldoende aandacht voor de resultaten, volgens sommigen, Een beschermde sekte en lobby voor anderen, voorwerp van een kritiek die naar gelang ze door sympathisanten of tegenstanders wordt geuit, diametraal tegenstrijdig is. Wanneer we nagaan wie, na een halve eeuw, opnieuw de Loge opnieuw als een « sekte » bestempelt, wordt echter de aard van de aantijging duidelijk. Ik kan begrijpen dat sommige integristische of fundamentalistische uitingen van « kwade trouw » sommigen die er het voorwerp van zijn nog altijd fier stemmen. Het is dus niet nodig daar langer bij stil te staan.
Analyse Bij de kritiek van de filosoof en van bepaalde vrijmetselaars, en zelfs bij de aandacht van de media, in de vorm van een documentaire of onderzoek, dienen we echter wel langer stil te staan. Onlangs heeft een groep vrijmetselaars van alle obediënties, om de vooruitgang of de eventuele achteruitgang van de Vrijmetselarij te beoordelen, getracht te antwoorden op vier vragen die zij zeer eenvoudig dachten te kunnen formuleren: 1. Wat beweert de adogmatische Vrijmetselarij te doen?
6 2. Hoe werkt zij om daartoe te komen? 3. Met welke “arbeiders”? 4. Wat is haar productiviteit? Achter de eerste vraag – en ik zal het daarbij houden – « wat beweert de adogmatische Vrijmetselarij te doen » staken waaiers aan vragen. De eerste luidde als volgt, dient afgezien van de klassieke arbeid in de Loge, niet een inventaris te worden opgemaakt van de waarden die uitsluitend maçonniek zijn om ze vervolgens beter te promoten? Dient daarentegen het vaststaand universele karakter van die waarden niet te worden vastgesteld zodat het niet langer noodzakelijk ze is te verdedigen en voor een catalogus zeer concrete doelstellingen kan worden geopteerd? De vraag bleef onbeantwoord. Tweede waaier. In de zin van de zorgen geuit door Alain Bauer, gewezen Grootmeester van het Grootoosten van Frankrijk, die ophef maakte met zijn boek « Le crépuscule des Frères » maakt deze groep, die het « Bestaan » van de Vrijmetselarij gelijkschakelt met haar « Erkenning » zich zorgen om het voortbestaan van een Orde waarvan de « productie » ontoereikend zou zijn. De weigering om collectieve standpunten in te nemen wordt door hen gezien als een onvermogen om zich aan te passen aan « een wereld die sneller verandert dan zijn
discours”.
Hierbij worden volgens mij twee fouten gemaakt. Velen zijn de mening toegedaan dat er slechts een mediatiek bestaan is. Vandaag bestaat men pas wanneer men op de televisie verschijnt. Het paralogisme waardoor deze adepten van de « know how » zich laten leiden, kan in enkele woorden worden samengevat: als de Vrijmetselarij niets zegt, als ze niets te zeggen heeft, zal ze verdwijnen. Laten we het probleem echter anders formuleren, een bewijs uit het ongerijmde als het ware. Als de Vrijmetselarij in plaats van een discreet genootschap een geheim genootschap zou zijn: zou zij dan ophouden te bestaan? Zou de onwetendheid van degenen die geen vrijmetselaar zijn het maconnieke verschijnsel onmogelijk maken? Zou zij beletten, • • •
dat de vrijmetselaars in een loge verenigd in beslotenheid arbeiden? dat wordt ingewijd? dat de vrijmetselaars participeren, met elkaar delen, zich vervolmaken om vervolgens, buiten de tempel, elk volgens zijn mogelijkheden en zijn staat, bij te dragen tot de vooruitgang van de Mensheid?
7 Het is dus duidelijk dat het bestaan of de bloei van de Vrijmetselarij ondergeschikt maken aan een « productie », een « interventionisme » of een « mediatisatie » die haar ” erkenning “ en “ respect” waarborgen, aan haar specifiek karakter voorbijgaat. De tweede fout bestaat er volgens mij in de Vrijmetselarij ervan te beschuldigen dat ze het moeilijk heeft om zich aan te passen wanneer de wereld sneller zou veranderen dan zijn discours. Hierbij verliest men uit het oog dat de waarden, de methodes, de principes of de werktuigen van de vrijmetselarij, die telkens weer worden gehanteerd, noodzakelijkerwijs naar het tijdloze reiken. Zoals de deontologie niet verandert met de vooruitgang van de informatica, zo past onze opvatting van het universalisme of van de grondrechten zich – gelukkig – niet aan aan het tempo dat de economische globalisering of de politieke mondialisering opleggen. Toch is zo dat in dit debat de kritiek ten aanzien van de Vrijmetselarij niet geopperd wordt op het terrein waar haar tegenstanders haar belasteren, haar beschuldigen van grote complotten, van ordewoorden en beïnvloeding, maar op het terrein van de terughoudendheid om – althans in België- ertoe te besluiten, openlijk en dus collectief, een standpunt in te nemen. Deze gevoeligheid, samen met bepaalde vormen van journalistiek, heeft de Belgische Vrijmetselarij, en inzonderheid het Grootoosten van België, ertoe aangezet zich haar imago opnieuw eigen te maken. Al sinds enkele jaren na de trauma’s van de naoorlogse periode toont het Grootoosten van België, naast andere obediënties, nu al jaren ostentatief dat het bestaat, via het Belgisch Museum van de Vrijmetselarij, opendeurdagen, en het publiceren van brochures ten behoeve van niet-vrijmetselaars. Onderzoekers hebben toegang tot zijn archief en zijn documentatiecentrum en het Grootoosten organiseert bij gelegenheid openbare colloquia en neemt deel aan de opening van het academiejaar van onze Brusselse universiteiten. Het Grootoosten van België is ook en in toenemende mate bereid af te zien van zijn traditionele discretie wanneer het financieel meewerkt aan projecten van genootschappen en verenigingen die het steunt En toch weigerde het tot voor kort nagenoeg stelselmatig zich uit te uiten om, zelfs buiten actuele gebeurtenissen om, de waarden die het verdedigt, zijn principes en de standpunten die het zou kunnen innemen, kenbaar te maken. Het « realistisme » waarover ik het net had dat wordt aangewend door een openbare televisiezender om een pseudo-inwijding in beeld te brengen, enkele maanden voor een andere docufiction over de splitsing van België, deze uitbuiting van de macht van het beeld, dat trouwens vals is, die het geweten van de televisiekijker inpalmt, de ruimte van het vrij onderzoek beperkt en elke poging tot uitleg ex post ondermijnt, heeft deze gedragswijziging in de hand gewerkt. En er is nog meer. Bepaalde zaken, de opeenstapeling van misdrijven begaan door mogelijke vrijmetselaars heeft in België en in Frankrijk, terecht de nieuwsgierigheid gewekt van bepaalde journalisten en tal van Broeders zorgen gebaard.
8 Eens te meer onthul ik geen enkel geheim wanneer ik u zeg dat onze obediënties over maçonnieke rechtbanken beschikken. Zij beslissen op grond van een specifiek recht - tuchtrechtelijk- en straffen degenen die onterende feiten hebben gepleegd of die hun verbintenissen, inzonderheid wat de eerlijkheid betreft, niet zijn nagekomen. In België, maar vooral in Frankrijk, en daar misschien terecht, heeft een bepaalde pers niet geaarzeld om het geheim van het lidmaatschap te bekritiseren en onze loges en Obediënties verantwoordelijk te stellen of zelfs hun betrokkenheid of medeplichtigheid aan te klagen. Met als argument dat het antimaçonnisme door de geheimen wordt gevoed, heeft die pers, eens te meer, en zonder bijbedoelingen denk ik, transparantie geëist. De vergelijking is eenvoudig: als de Vrijmetselarij niets te verbergen heeft, moet ze een glazen huis worden. Haar toekomst zal eens en voor altijd transparant of onherroepelijk verdacht zijn. Wij kennen de oplossing van onze vrienden van het Grootoosten van Frankrijk: • • •
Onder het voorwendsel van transparantie raadt zij de politici aan zich op hun hoedanigheid van vrijmetselaar te beroepen; Onder het voorwendsel van transparantie, laat de Grootmeester zich uitnodigen op variétéprogramma's …wanneer hij zich niet in België laat interviewen, Onder het voorwendsel van transparantie, ten slotte, publiceert het Grootoosten van Frankrijk dagelijks een of ander communiqué over actuele kwesties.
Ik ben er echt niet zeker van dat deze transparantie meer klaarheid heeft gebracht. Waar ik echter wel zeker van ben is dat deze obediëntie die, in tegenstelling tot het Grootoosten van België en de andere Belgische obediënties, uit pragmatische overwegingen, de moeilijke en essentiële strijd voor het recht en de plicht van het geheim- een van de meest bedreigde waarden in onze moderne maatschappij – heeft gestaakt, waarschijnlijk onbewust in haar opdracht heeft gefaald. Laten we elkaar goed verstaan, we bevinden ons hier, zoals vaak, op het snijpunt van verschillende waarden die elk op zich niet meer of minder maçonniek zijn: • •
het recht op en de plicht tot informatie, het recht te weten, de persvrijheid, enerzijds, het respect voor de privacy, de gewetensvrijheid en de vrijheid van mening, bijvoorbeeld, anderzijds.
Men vergeet al te vaak dat de vrijheid van meningsuiting ook het recht is om niets te zeggen, het recht om te zwijgen. In onze maatschappij waar iedereen de noodzaak en de rechtmatigheid inziet van het geheim van het onderzoek, het geheim van wat een man aan zijn vrouw, een moeder aan haar dochter, een vriend aan een vriend, in vertrouwen zegt, van het noodzakelijke beroepsgeheim voor de arts, de advocaat, In onze maatschappij waar iedereen de noodzaak en de rechtmatigheid inziet van het zo belangrijke geheim van de biecht, van de uitgebrachte stem of van de seksuele voorkeur,
9 In onze maatschappij waar het geheim - een brandgang rond de vrijheid van geweten nooit in verdrukking kwam, zijn er nog altijd onbedachtzame mensen die in naam van zuivere intenties, denken dat zij het recht hebben een totalitaire transparantie te eisen. Er zijn helaas ook personages die al openlijk verklaard hebben dat ze daar geen graten in zien. De Belgische vrijmetselaars zijn van oordeel dat zij de houding die zij steeds hebben aangenomen niet hoeven te veranderen. Deze kwestie is allesbehalve theoretisch. Een eenvoudig voorbeeld volstaat om dat duidelijk te maken. U weet het of weet het niet, maar de betrekkingen tussen de Vrijmetselarij en tal van vertegenwoordigers van de christelijke en de katholieke wereld zijn momenteel uitstekend. Toch antwoordde de aartsbisschop van Mechelen toen hij werd ondervraagd dat canon 1374 van de nieuwe Codex nog steeds voor de maçonnieke verenigingen geldt Canon 1374, voor degenen die het niet zouden weten, vervangt de vroegere canon 2335 die, op straffe van excommunicatie, katholieken verbiedt tot een maçonnieke sekte toe te treden. U kan zich het lot voorstellen dat de leerkracht uit het katholiek onderwijs is beschoren die de maandagochtend het spel van de transparantie zou willen spelen en dan ook een invisible man zou moeten worden. Ik verkies het politieke minder politiek correcte concept klaarheid boven het concept transparantie. Ik spreek u over de klaarheid, die speling van schaduw en licht, vol contrasten, de klaarheid die plaats maakt voor twijfels en vragen, voor de onzekerheden eigen aan de menselijke conditie.
Houding De vrijmetselaars die vrij zijn hun hoedanigheid al of niet kenbaar te maken, gaan meer bepaald de verbintenis aan, • • • •
die van anderen niet kenbaar te maken, de inhoud van wat er in de loge gezegd wordt, en vertrouwelijke mededelingen. niet te onthullen en om het eenvoudiger te zeggen hun methode niet te banaliseren, te vulgariseren, of aan de buitenwereld kenbaar te maken.
De geheimen waarover ik u spreek zijn dus eerder "uitnodigingen om te ontdekken" dan "uitsluiting".
Gevolgen 1) Betekent dit dat er in die omstandigheden een gevaar bestaat dat het geheim wordt
omgebogen en enkele delinquenten tot bescherming dient?
Het antwoord op deze vraag is uiteraard neen. Geen enkel recht, geen enkele waarde is absoluut.
10 Het geheim moet weerstaan aan de rechtmatige indiscretie van een journalist – of aan de minder rechtmatige indiscretie van een werkgever – maar moet wijken voor een rechtmatig onderzoek van een magistraat die, laten we het niet vergeten, in principe, zelf door het geheim is gebonden.
2) Betekent dit dat het geheim voor de Vrijmetselarij zelf een slechte zaak zou kunnen zijn? Het is duidelijk dat indien, • •
in plaats van het gunstig apriori dat de mensen elkaar verschuldigd zijn, in plaats van dit vermoeden van onschuld dat elke democratische maatschappij moet eren,
sommigen er de voorkeur aan geven de twijfel en een gezonde nieuwsgierigheid te benutten, en ze tot ongerustheid en angst om te vormen om de Orde, een Obediëntie of een loge op een gemene wijze aan te vallen, de Vrijmetselarij van vandaag, zoals die van gisteren, eens te meer zou zijn bedreigd. En de verzen van onze Broeder Kipling: « Als je kan verdragen dat je woorden « Door armoedzaaiers worden verdraaid om zotten op te hitsen, « En dat hun dwaze monden liegen over jou « Zonder dat je zelf een keer liegt » … deze verzen van onze Broeder Kipling, zouden ons van weinig nut zijn. Laten we de lijsten met vrijmetselaars die via de pers, door mensen met een gerust geweten werden aangegeven, niet vergeten, Laten we de moorden, de vervolgingen en de deportaties die daarop volgden, niet vergeten, Vergeten we ook niet de eerbiedwaardige loge "Liberté Chérie" in het concentratiekamp van Esterwegen. Ja, deze verdediging van het geheim, vooral van het lidmaatschap, die moeilijk is in een maatschappij belust op verstrooiing en inlichtingen en niet zozeer op kennis, houdt enkele risico's in. Dat is de reden waarom het Grootoosten van België, dat het initiatiek karakter van de Orde en de privacy van zijn leden respecteert, ervoor gekozen heeft aan zijn waarden een grotere zichtbaarheid en een grotere leesbaarheid te geven. De Grootmeester van het GOB is voortaan tevens gemachtigd openlijk te interveniëren om de Orde, de Obediëntie, of een loge (met haar instemming), te verdedigen wanneer ze worden aangevallen. Ik wens uiteraard, zoals vanavond meer gebruik te maken van de gelegenheden geboden in de eerste veronderstelling dan in de tweede veronderstelling.
11 Perspectieven Ik heb me voorgenomen de mij toegemeten tijd niet te overschrijden om het stellen van vragen en het beantwoorden ervan mogelijk te maken. Ter attentie van degenen die naar de vinger in plaats van naar de aangegeven richting blijven kijken, herinner ik eraan dat de Staten waar de Vrijmetselarij op zekere dag werd verdreven, precies die totalitaire regimes van links of rechts, fundamentalistisch of integristisch zijn die het eerst de Vrijmetselarij hebben aangevallen om elke zweem van autonomie van het individu uit te roeien. In het Frankrijk van Pétain, het nazi-Europa, de wereld van Stalin, het Spanje van Franco, het Portugal van Salazar, het Griekenland van de kolonels, de islamitische republieken waren de vrijmetselaars de eerste slachtoffers. * Vandaag bloeit de Vrijmetselarij opnieuw in Portugal, komt zij tot leven in Spanje en beeft ze in de landen van Oost-Europa. * In Turkije, ondanks de aanslag in Istanboel, zijn de vrijmetselaars voor 95% moslims en vormen zij, samen en tegen het leger, de grootste steun voor een democratie waar neutraliteit wordt gehuldigd. * In Griekenland dat voor 95% orthodox is, wordt het vertrouwen met de Turkse vrijmetselaars hersteld. * De Afrikaanse en Madagaskische vrijmetselaars organiseren zich op hun continent: zij bestrijden de armoede en nieuwe vormen van kolonialisme en hebben plechtig opgeroepen aan de rampzalige toestand in Darfoer een einde te maken * In Latijns-Amerika weerstaat de Vrijmetselarij aan Opus Dei en komt zij op voor neutraliteit, met andere woorden het weren van de godsdienst uit de publieke sfeer. Een neutraliteit die in hun ogen niet mag verward worden met atheïsme of een antireligieuze houding. Een neutraliteit die gepaard gaat met het actief en openlijk uiten en beleven van haar principes. * In Marokko slaagt de ontluikende, zowel mannelijke als vrouwelijke, Vrijmetselarij erin in haar kringen, geleidelijk een gelijkwaardig statuut voor de vrouw op te leggen. * En dan heb ik het nog niet over Libanon waar de loge, ondanks het wapengekletter, het laatste toevluchtsoord is waar de atheïst, de jood, de christen, de moslim broeders zijn,
12 elkaar als zodanig erkennen en zonder voor hun gemeenschappen strijdige bijbedoelingen met elkaar spreken. En ik citeer opnieuw Kipling: « Buiten zei men "Sergeant, Mijnheer, Dag, Salam. “ Binnen was het van "Mijn Broeder" en het was uitstekend zo". * Wanneer het Grootoosten van België beslist zich opnieuw zijn imago eigen te maken, meer bepaald op het gebied van waarden en ethiek, gaat het om een waarachtige politieke daad, in de nobele betekenis van het woord. Wij hebben het gezien met de aangehaalde voorbeelden, het bestaan zelf van een Vrijmetselarij, het wettelijk, zelfs grondwettelijk aanvaarden of het verbieden van haar bestaan in een Staat zijn het resultaat van politieke opvattingen die fundamenteel tegengesteld zijn. Vervolgens omdat het relativisme dat de politieke moraal beïnvloedt en de wetenschappelijke en technologische veranderingen die ons verplichten onze opvatting van de vooruitgang bij te sturen, van de ethiek een van de grootste, zoniet de enige en echte politieke uitdaging van het ogenblik maken. Een minister van Staat, emeritus hoogleraar van de Katholieke Universiteit van Leuven, de heer Mark Eyskens – u ziet dat ik het soms elders zoek – kwam onlangs tot dezelfde vaststelling in een bekend economische en financieel weekblad (dat ik koop voor de zeer goede kroniek van de heer Guy Spitaels). «De filosoof Emmanuel Kant heeft lang nagedacht over de grondslag van een universele ethiek" zo schreef hij. "Maar wie leest er nog Kant?" voegde hij er niet zonder enig pessimisme aan toe. Uiteraard hebben niet alle vrijmetselaars Kant gelezen, maar als er een filosofische stroming van de Verlichting is die de aard van de maçonnieke demarche kan vertolken, dan is het wel die van Kant, meer bepaald wanneer hij het heeft over de categorische imperatief. « Zo handelen dat de stelregel van uw wil altijd en tegelijkertijd als principe van een universele wetgeving kan gelden. « Zo handelen dat u de mensheid, uzelf en de anderen, altijd en tegelijkertijd als een doel, en nooit zonder meer als een middel behandelt". Ik denk dan ook dat de vraag "waarom wordt men vrijmetselaar" niet langer hoeft beantwoord te worden. Iedereen kan een antwoord, zijn antwoord, voortgaand op zijn geweten, bedenken. Hebben de vrijmetselaars een geheimtaal? Die vraag moest ik nog beantwoorden en het antwoord is ja. U vindt die geheimtaal in elk degelijk werk over linguïstiek, tussen de rubrieken Esoterisme en Religies, bij uw boekhandelaar waarnaar ik u graag verwijs. Dames en heren, ik dank u voor uw aandacht.
13
* * *