16.04.2014
dienst communicatie
B L EV EN S LES S EN
RENÉ STOCKMAN
over die dingen die hij nooit (meer) wil doen Om uit te leggen waarom hij zich zo hardnekkig tegen euthanasie verzet, schreef broeder René Stockman een boek. ‘Ik blijf nu eenmaal verbeten als het gaat over thema’s die in mijn ogen heilig zijn’, zegt hij. Een paasgesprek met de generaal-overste van de Broeders van Liefde: over milde gelovigen, het imago van de paus en de zin van het leven. DOOR JOS GEYSELS EN ANN PEUTEMAN, FOTO’S FILIP VAN ROE
‘Wat is abortus anders dan euthanasie op een wilsonbekwame?’ H
4 8 16 AP RIL 2 014
‘Artikels die positief zijn over de paus getuigen niet altijd van veel diepgang.’
king weer aanwakkerde. ‘De laatste tijd wordt er haast alleen nog in slogantaal over euthanasie gepraat, en dat stoort me enorm’, zegt Stockman. ‘Omdat de kerk ertegen is, gaan sommigen zover om haar van een gebrek aan barmhartigheid te beschuldigen.’ Dat zette hem aan het denken, en aan het schrijven. Het resultaat, De doos van Pandora, ligt ondertussen in de winkel. ‘Ik ben beginnen te schrijven omdat ik al mijn argumenten tegen euthanasie op een rij wou zetten. Ook voor mezelf, want het was een vrij persoonlijke bezinning’, legt hij uit. ‘Geen moment heb ik me de illusie gemaakt dat mijn boek de legalisering van euthanasie bij minderjarigen zou kunnen veranderen of tegenhouden. Ik wilde alleen mijn argumenten presenteren, in de hoop dat ernaar zou worden geluisterd zoals men naar de argumenten van de anderen luistert.’ Zijn visie opdringen wil broeder Stockman naar eigen zeggen niet, maar hij eist wel de vrijheid op om die wereldkundig te maken. ‘Ik blijf
▲
ij is net terug van een paar weken Rome en daarvoor was hij in Afrika en Sri Lanka. ‘Tegenwoordig ben ik overal en nergens thuis’, zegt broeder René Stockman als hij ons in zijn kantoor in het Gentse Vormingscentrum Guislain ontvangt. Ooit was dit zijn thuis. Hier woonde en werkte hij toen hij nog directeur van het Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain was. Maar nadat hij in 2000 werd verkozen tot generaal-overste van de Broeders van Liefde werd Rome zijn uitvalsbasis. ‘Daar staat mijn bibliotheek, heb ik mijn kantoor en woon ik in een communauteit’, zegt hij. ‘Je zou dus kunnen zeggen dat ik nu in Rome thuiskom. Maar mijn roots zal ik nooit verliezen: ik ben en blijf een Belg.’ Hij volgt zelfs nog de Belgische politiek, en dan vooral als het over ethische thema’s gaat. Zoals onlangs met de uitbreiding van de euthanasiewet voor minderjarigen, een wetsvoorstel dat de discussie over het recht op zelfbeschik-
BIO 1954: geboren in Assenede op 13 mei 1972: treedt toe tot de Congregatie van de Broeders van Liefde 1973-1976: opleiding verpleegkunde aan het Instituut voor Paramedische Beroepen in Gent 1977-1980: studeert medisch-sociale wetenschappen aan de KU Leuven 1986: promoveert tot doctor in de maatschappelijke gezondheidszorg met de verhandeling De plaats van religieuzen in de geestelijke gezondheidszorg 1980-1987: directeur van het Instituut voor Psychiatrische Geneeskunde Dr. Guislain in Gent 1982-1988: algemeen directeur van het psychiatrisch centrum Dr. Guislain 1988: wordt verantwoordelijk voor alle Belgische instellingen van de Broeders van Liefde die actief zijn in de geestelijke gezondheidszorg en de orthopedagogische zorg 1994 tot 2000: Provinciale overste van de Broeders van Liefde in België Sinds 2000: verkozen tot generaal-overste van de congregatie van de Broeders van Liefde
‘Ik wil niet alleen een manager maar ook een spirituele leider zijn.’
WWW.KNACK.BE
16 APRIL 2014 49
B LEVENSLESSEN: RENÉ STOCKMAN
▲
verbeten als het gaat over thema’s die in mijn ogen heilig zijn’, zegt hij. ‘Zoals ik in mijn boek schrijf: sommige stellingen moet je compromisloos blijven verdedigen.’ En dus zijn er meer dingen die broeder Stockman nooit zou doen dan dingen die hij nooit meer zou doen.
Beschaamd zijn om Belg te zijn ‘Tot twee keer toe heb ik me over mijn nationaliteit geschaamd. De eerste keer was in 1990, toen abortus werd gelegaliseerd. Op dat moment was ik in Rwanda en de mensen daar konden maar niet begrijpen waarom België het doden van een ongeboren kind wettelijk mogelijk maakte. Ook in Afrika gebeuren illegale abortussen, maar niemand zou er ooit op het idee komen om die te legaliseren. Ook voor mij is dat een stap te ver. De tweede keer dat ik me schaamde, was twaalf jaar later bij de invoering van de euthanasiewet. Ook toen was ik in Afrika en kreeg ik heel veel negatieve reacties. Vergeet niet dat de meeste Afrikanen moeten wroeten om te overleven. Ondanks hun soms bloedige stammentwisten, beschouwen ze de sacraliteit van het leven als iets onaantastbaars. Ik hoop dus dat ik nooit meer beschaamd zal moeten zijn omdat ik Belg ben, maar ik vrees ervoor. Zodra de doos van Pandora geopend is, valt die moeilijk weer te sluiten. Zo wordt er de laatste tijd steeds meer gesproken over de mogelijkheid van euthanasie bij wilsonbekwamen. Al heeft men dat in mijn ogen al ingevoerd toen abortus gelegaliseerd werd, want – en deze uitspraak zal me wel kwalijk genomen worden – wat is abortus anders dan euthanasie op een wilsonbekwame?’ Geloof als een privéaangelegenheid beschouwen ‘Op de een of andere manier denken veel mensen dat hun geloof geen invloed heeft op hoe ze zich als mens gedragen. Zo zat ik hier nog niet zolang geleden tegenover een heel gemotiveerde sollicitante. Toen ik haar vroeg of ze gelovig was, antwoordde ze bevestigend. Maar meteen voegde ze eraan toe dat ze dat als een privéaangelegenheid beschouwde en dat haar geloof niets met haar werk te maken had. Vreemd vond ik dat. Zeker voor iemand die solliciteert voor een job bij een christelijke organisatie. Al vrees ik eigenlijk dat veel mensen er tegenwoordig zo over denken. Binnen de geseculariseerde samenleving is het moelijker geworden om voor je geloof uit te komen. Mensen vertellen me – want zelf ervaar ik dat natuurlijk niet – dat het haast onmogelijk is om op de werkvloer over geloof te praten. Zelfs in een christelijk ziekenhuis of in de leraarskamer van een katholieke school. Het gevaar is dan ook 5 0 16 AP RIL 20 1 4
reëel dat geloof steeds meer binnenskamers zal worden gehouden en daardoor op den duur aan relevantie zal inboeten.’
Mr Gwyn In Mr Gwyn, van de Italiaanse schrijver Alessandro Baricco, publiceert een Britse auteur in de krant een lijst met de 52 dingen waarvan hij zich voorneemt ze nooit meer te doen. Boeken schrijven, is er een van, maar ook ‘zich peinzend laten fotograferen met een hand aan de kin’ ziet hij niet meer zitten. Het is Mr Gwyn die minister van staat Jos Geysels, voorzitter van het Vlaams Fonds voor de Letteren en van 11.11.11, en Knackredactrice Ann Peuteman inspireerde voor deze interviewreeks.
Euthanasie uitvoeren ‘De euthanasiewet is er en we kunnen die niet meer terugschroeven – daar ben ik me echt wel van bewust. Maar het is niet omdat euthanasie wettelijk mogelijk is gemaakt dat we erin mee moeten stappen. Ik blijf hardnekkig bij mijn standpunt dat het leven een absolute beschermwaardigheid moet hebben en het verontrust me dat er op dat vlak een soort mildheid is ontstaan bij het brede publiek. “Euthanasie moet toch kunnen voor mensen die erg lijden?” hoor ik ook vrienden en familieleden zeggen. Zij vinden blijkbaar dat de compassie altijd moet primeren en gaan zo voorbij aan de fundamentele eerbied voor het leven. Het probleem is dat de meeste mensen niet meer nadenken over de plaats die lijden in hun leven kan innemen. Begrijp me niet verkeerd: we moeten er alles aan doen om lijden te voorkomen. Maar soms lukt dat niet en dan moet je een manier vinden om ermee om te gaan. Jammer genoeg denken veel mensen daar zo niet meer over. Nee, als het lijden niet kan worden weggenomen, neemt men liever meteen het hele leven weg. In de instellingen van de Broeders van Liefde doen we daar niet aan mee. Als een patiënt om euthanasie vraagt – wat niet vaak gebeurt – en artsen vindt die hem daarin volgen, kan dat niet bij ons gebeuren. Natuurlijk zitten er in onze psychiatrische centra mensen in een uitzichtloze situatie, maar wij doen er alles aan om hen op te vangen in een omgeving waar hun leven toch zin kan hebben. Daarnet nog kwamen twee zwaar getekende patiënten, die de rest van hun leven in een instelling zullen moeten doorbrengen, me goedendag zeggen. Ze waren echt blij om me na al die jaren weer eens terug te zien. U ziet: ook die mensen kunnen nog levensvreugde hebben. Hoe minimaal ook.’ Een leven zinloos noemen ‘Het is niet omdat iemand niet veel levenskwaliteit meer heeft dat zijn leven ook geen zin meer heeft. Mijn visie op de zin en onzin van het leven is sterk beïnvloed door Marc, een jongen die ik heb gekend toen ik als jonge broeder afdelingshoofd was in een instituut voor kinderen met een zware mentale handicap. Doordat hij als baby een hersenvliesontsteking had doorgemaakt, leed Marc een haast louter vegetatief bestaan. Van enig sociaal contact was geen sprake. Toen hij ziek werd, zat ik wel bij hem, streelde ik zijn hoofd en praatte ik tegen hem, maar de kwaliteit van zijn leven kon ik niet verbeteren. Zelfs geen klein beetje. Na zijn dood begreep ik dat hij me had geleerd hoe ik iemand kan liefhebben zonder
daar iets voor terug te krijgen. Het leven van Marc was dus heel zinvol voor mij en misschien was dat wel de zin van zijn leven.’
Ingrijpen in zijn biologische natuur ‘De zorg voor het lichaam is een legitieme daad, maar tegenwoordig overdrijven sommigen in hun streven naar perfectie. Natuurlijk mag de geneeskunde ingrijpen om iemand te genezen of een afwijking te corrigeren, maar we weten allemaal dat de medische wetenschap steeds vaker voor andere doeleinden wordt gebruikt. De vraag is hoever de mens kan gaan in het ingrijpen in zijn biologische natuur. Vinden we plastische chirurgie aanvaardbaar? Of een geslachtsverandering? En wat met prenatale onderzoeken? Op zich is daar niets mis mee, maar als uit die onderzoeken blijkt dat er iets aan het ongeboren kind mankeert, wordt abortus tegenwoordig als een haast logisch gevolg naar voren geschoven. (denkt na) Ik herinner me een artikel van zo’n twintig jaar geleden waarin werd beweerd dat er op termijn bijna geen gehandicapte mensen meer zouden zijn. Dankzij de medische wetenschap. Ondertussen is gebleken op welke manier: niet door al die handicaps te genezen, maar wel door de geboorte van gehandicapte kinderen tegen te houden.’ De ogen sluiten voor de dood ‘Vroeger stierven mensen vaker in huiselijke kring en daardoor werden hun familieleden rechtstreeks met de dood geconfronteerd. Zelf heb ik dat ook meegemaakt. Dat ik als zevenjarige bij het sterfbed van mijn grootmoeder mocht staan, heeft me niet afgeschrikt maar me net voorbereid op het moment dat ik als veertigjarige de hand van mijn stervende vader kon vasthouden. Hopelijk zullen die ervaringen me ook helpen om met mijn eigen dood in het reine te komen. Vandaag hebben veel mensen dat soort ervaringen niet meer. Als directeur van de school voor verpleegkunde vroeg ik eens aan studenten uit het eerste jaar wie al een dode had gezien. Amper de helft stak zijn vinger op, en dus trok ik met hen naar het mortuarium. “Je moet naar doden durven te kijken, hen durven aan te raken ook. Want in je werk zul je daar geregeld mee geconfronteerd worden”, legde ik hen uit. Blij waren ze er niet mee en er waren zelfs ouders die me lieten weten dat ze ons bezoek aan het mortuarium ongepast vonden.’
W WW.KNAC K.BE
▲
Een geboren reiziger zijn ‘Sinds ik generaal-overste ben, reis ik erg veel. Zes maanden per jaar ben ik onderweg om over de hele wereld huizen van de Broeders van Liefde te bezoeken. Nochtans ben ik van nature geen reiziger, want ik zie er altijd een beetje tegenop om te vertrekken. Maar zodra mijn koffer op de
‘Het probleem is dat de meeste mensen niet meer nadenken over de plaats die lijden in hun leven kan innemen.’
16 A PR IL 2014 5 1
B L EV E N S L E S S E N : R E N É S T O C K M A N
▲
band staat en ik in het vliegtuig zit, is dat over en concentreer ik me volledig op wat er komen gaat. Wanneer ik op mijn bestemming aankom, voel ik me ook direct thuis. Dat komt natuurlijk doordat ik geen toerist ben: ik verblijf altijd tussen mensen die ik ken in een communauteit waar ik de dagorde kan volgen. Onvermijdelijk heeft al dat reizen in Azië en Afrika mijn kijk op de samenleving veranderd. Op die continenten wordt het geloof nog heel spontaan met het gewone leven verweven. Door mijn westerse manier van denken, vond ik dat in het begin soms een beetje vreemd. Maar ondertussen heb ik gezien hoe het geloof de mensen daar helpt om ook in uitzichtloze situaties zin aan hun leven te geven. Telkens als ik weer in België kom, valt de afscheiding tussen geloof en de rest van het leven me enorm op. Voor veel Belgen is het geloof niet langer de basis van hun leven, en het ergste is dat er niets voor in de plaats is gekomen.’
luisteren. Vandaar dat ik nooit heel lang in mijn kantoor in Rome blijf. Als ik daar ben, is dat om me met organisatorische taken bezig te houden, om te vergaderen ook. Maar veel liever ben ik in een van onze huizen om mensen aan te moedigen, te begeleiden en te animeren. Dát is hoe ik mijn opdracht zie.’
‘Mensen vertellen me dat het haast onmogelijk is om op de werkvloer over geloof te praten.‘
Alleen naar de buitenlaag kijken ‘Het Franciscuseffect is al goed voelbaar in Rome. Wereldwijd berichten de media heel positief over de nieuwe paus – al getuigen die artikels niet altijd van evenveel diepgang. Het is vooral Franciscus’ manier van leven en optreden die aanslaat, maar dat is alleen de buitenlaag. Inhoudelijk zegt hij meestal hetzelfde als zijn voorganger Benedictus. Alleen formuleert hij de dingen wat eenvoudiger en krijgt hij meer krediet. Zo maakte niemand er een probleem van toen hij tijdens een eredienst voor maffiaslachtoffers zei dat leden van de maffia in de hel zullen terechtkomen als ze hun leven niet beteren. Had Benedictus zo openlijk over de hel gesproken, dan waren er zeker negatieve reacties gekomen. Franciscus is dus heel goed voor het imago van de kerk. Al zijn de verwachtingen misschien te hooggespannen. Wat zal er gebeuren als hij op een dag publiekelijk onpopulaire stellingen inneemt? Het zou me niet verbazen als de perceptie dan plots keert.’ Louter een manager zijn ‘De congregatie van de Broeders van Liefde is een grote organisatie, met in België alleen al 12.000 medewerkers. Het is mijn verantwoordelijkheid om er – samen met mijn medewerkers – voor te zorgen dat al mijn diensten gemotiveerd blijven, dat alles in lijn met onze missie gebeurt en dat ook de financiële kant goed geregeld is. Natuurlijk heb ik daar managementtechnieken voor nodig, maar ik beschouw mezelf daarom nog niet als een pure manager. Ik wil ook een spirituele leider zijn en daarom probeer ik de helft van mijn tijd aan managementtaken te besteden en de andere helft vrij te houden om met mensen te praten en vooral naar hen te WWW.KNA CK.BE
‘Je moet naar doden durven te kijken, ze durven aan te raken ook.’
Het ideaalbeeld loslaten ‘Onder meer op het vlak van voortplanting stelt de kerk een ideaalbeeld voorop en dat schrikt sommige mensen af. Maar dat betekent niet dat we de lat lager moeten leggen of de zaken zo moeten verpakken dat ze verkoopbaarder worden. Allemaal hebben we idealen nodig die we kunnen nastreven, ook al weten we dat we die wellicht nooit helemaal zullen waarmaken. De kerk moet haar ideaalbeeld dus zuiver houden en de mensen zo veel mogelijk aanmoedigen om in de juiste richting te gaan. Aan de andere kant moet ze zich ook barmhartig tonen als iemand daar om de een of andere reden niet in slaagt. Dan mogen we die mens niet als een zware zondaar bestempelen en zeggen dat hij verdoemd is, zoals vroeger gebeurde. Nee, we moeten begrip tonen. Maar ook weer niet te veel, want de mensen moeten wel gemotiveerd blijven om het ideaalbeeld na te streven. Dat is dus een heel moeilijke evenwichtsoefening maar als we die tot een goed einde brengen, zullen ook uitspraken over anticonceptie verteerbaarder worden.’ Vasthouden aan een functie ‘Ik ben nu aan mijn derde mandaat als generaal-overste bezig en dat loopt nog tot 2018. Daarna zien we wel weer. Als je lang hetzelfde werk doet, ken je de mensen door en door en kun je problemen gemakkelijker een plaats geven en oplossen. Bovendien begin je op den duur de resultaten te zien van de dingen die je mee hebt helpen ontwikkelen. Zo heb ik overal in Afrika oversten kunnen benoemen die ik heb helpen vormen: jonge mensen die ik met vallen en opstaan heb zien groeien tot op het moment dat ze zelf verantwoordelijkheid konden opnemen. Dat geeft natuurlijk een diepe voldoening. Aan de andere kant bestaat het gevaar dat er na zoveel jaren routine en zelfs vermoeidheid in je werk sluipt. Als ik dat ooit gewaar word, zal ik het eerlijk zeggen en ermee stoppen. Ik ben ook niet bang voor wat er komt als deze opdracht wegvalt. Wellicht zal ik me dan verder wijden aan studeren en lesgeven. In Afrika bijvoorbeeld. Ja, zoiets zie ik mezelf nog doen.’ René Stockman, De doos van Pandora, Uitgeverij Halewijn, 130 blz., 16,95 euro.
16 A PR IL 2 0 1 4 5 3
INZICHT DOOR WIM DENOLF & FOTO KLAARTJE LAMBRECHTS
ROGER BALLEN Fotograaf
Een fotocamera heeft geen oren. In die zin hebben intieme gesprekken en een persoonlijke band met mensen weinig meerwaarde voor mijn werk. Toch heb ik de voorbije twintig jaar honderden vrienden en kennissen gemaakt. Mensen als Dresie en Casie bijvoorbeeld, de doofstomme tweeling die ik destijds fotografeerde in West-Transvaal. Wat telt, is dat je een sfeer van vertrouwen creëert, een tijdrovend proces waarvan de uitkomst niet vastligt. Sommige mensen bezoek ik jarenlang, zonder een portret te maken. Waarom zouden fotografen enkel aantrekkelijke mensen vastleggen? Ik maakte begin jaren negentig portretten van gemarginaliseerde blanke Afrikaners uit plattelandsgemeenschappen waar armoede en inteelt welig tierde – grimmige beelden waarvoor ik me tot op vandaag moet verdedigen. Nochtans spuien de media onophoudelijk oorlogs- en rampenfoto’s die veel meer naar voyeurisme en exploitatie neigen. Wellicht beschrijven mijn criticasters vooral hoe eng hun opvattingen omtrent schoonheid en normaliteit zijn – niet wat er in míjn hoofd omgaat. Wie zich aan kunst wilt wijden, moet geen kunstenaar worden. Een wijze raad van mijn moeder, die als assistente bij het fotoagentschap Magnum werkte en jarenlang een galerie uitbaatte. Daarom heb ik eerst psychologie gestudeerd en ben ik uiteindelijk geoloog in Kaapstad geworden. Dat was mijn geluk, want zo had ik altijd een inkomen en de vrijheid om me in mijn vrije tijd aan de fotografie te wijden. Had ik daar meteen mijn hoofdberoep van gemaakt, dan zat ik nu wellicht in de bijstand. Fotografen noemen zichzelf trouwens nog niet zo lang kunstenaar – een betekenisloos begrip dat vaak misbruikt wordt. In het leven kun je maar een handvol dingen goed doen. De kunst is om tevreden te zijn, zonder meer te willen. Hoe dan ook lopen de zaken toch nooit zoals je verwacht had en weet je nooit wat er je morgen boven het hoofd hangt. Maak het jezelf dus niet te moeilijk en aanvaard dat niets perfect is. Als jongere had ik alle antwoorden. Ik studeerde aan de University of California in Berkeley in de jaren zestig en dweepte met de tegencultuur. Op middelbare leeftijd bleven van die rotsvaste overtuigingen alleen een hoop vraagtekens over – alsof ik toen pas wist welke vragen echt belang hadden – en ondertussen zijn ook die verdwenen. Dramatisch is dat niet: ik besef dat dé waarheid niet bestaat en dat ik de wereld nooit zal begrijpen, en dus hoef ik ook niet verder te zoeken naar de zin van alles. Als je het mij vraagt is het dan ook heilzamer om niets te hebben. Goede foto’s vatten een moment dat je niet kunt herhalen. Ze zijn enigmatisch, alsof je nooit helemaal kunt achterhalen hoe ze tot stand kwamen. Mettertijd ga ik theatraler en meer geconstrueerd te werk, maar er zijn grenzen. Beelden die al te geënsceneerd lijken, beklijven veel minder. Hoewel ik niets aan het toeval overlaat, mag mijn vingerafdruk dus nergens te zien zijn. Aan sociale kritiek en politieke commentaar waag ik me niet. Prediken ligt niet in mijn aard, het is niet aan mij om mensen te vertellen hoe ze de wereld moeten zien. Maar ook omdat ik vrees dat foto’s weinig voorstellen als politiek actiemiddel. Hebben beelden van milieurampen en conflictsituaties nog enige impact? De enige politiek die ik bedrijf, is de politiek van de geest. Als mensen dankzij mijn werk meer voeling ontwikkelen met zichzelf en wat het betekent om mens te zijn, zou dat al heel mooi zijn. Roger Ballen (63) is geboren in New York en woont sinds de jaren tachtig in Johannesburg. Naar aanleiding van zijn jongste uitgave ‘Asylum of the Birds’ (Thames & Hudson) is Ballen tot 31 augustus te gast in het Museum Dr. Guislain in Gent. Info : 09 216 35 95, www.museumdrguislain.be
Boek leert hoe je ‘Heel Natuurlijk’ kan genezen TIENEN Heel Natuurlijk is de titel van een boek over zelfgenezing, geschreven door zes auteurs met elk een ander beroep. Het auteursteam bestaat uit artiest Eddy Smits uit Hasselt, herboriste Nathalie Hermans uit Meerhout, psychologe Karine Garcia uit Putte, journaliste Anne-Marijn Somers uit Tienen, consulente Marleen Peetermans uit Vissenaken en antropoloog Benjamin Koen uit Florida. Ze brachten hun ervaringen samen over gezondheid en welzijn. Beginvraag van hun boek luidt: ‘Wat kan aanleiding hebben gegeven aan een ziekte of kwaal en hoe kan een zelfgenezingsproces voor psychische of lichamelijke pijnen op gang komen?’ Niet altijd moeten er ‘pille-
tjes’ of drankjes aan te pas komen. ‘Ziekte is een verstoring van ons energiesysteem, dat we vanuit eigen krachten in positieve zin kunnen beïnvloeden’, zegt mede-auteur Marleen Peetermans, die werkt in de psychiatrische kliniek van de Broeders Alexianen in Tienen.
,,
MARLEEN PEETERMANS Auteur
Reguliere geneeskunde en zelfheling kunnen best samengaan Elke auteur brengt in het boek vanuit zijn of haar beroep de eigen visie of persoonlijke ervaring met zelfheling naar voor. Ze kwamen
zonder iets van mekaar te weten tot dezelfde conclusies over een aanpak. ‘Wat telt, is op zoek gaan naar eigen krachten en talenten om een genezingsproces op gang te brengen’, zegt Peetermans. ‘Ik kant me alvast niet tegen artsen. Reguliere geneeskunde en zelfheling kunnen best samengaan, maar overdreven medicalisering van de gezondheidssector moeten we trachten te vermijden. Hoe? Door ons gezond verstand te gebruiken. Dans, meditatie, creatief zijn in wat je doet, muziek beluisteren, contact met de natuur, gepaste voeding en op tijd lachen kunnen wonderen verrichten. Vooral je levenshouding telt.’ Het boek Heel Natuurlijk is verkrijgbaar in de boekhandel. (be)
Marleen Peetermans en Anne-Marijn Somers zijn medeauteurs van 'Heel Natuurlijk'. Foto: fg
Basketbal BRIAN LABAERE - DOSKO BEVEREN
«Lot niet meer in eigen handen»
De titel is binnen voor Sgolba B. Foto GDR
DIRK BAETE PAKT MET SGOLBA AALTER B TITEL IN TWEEDE PROVINCIALE
«DE TITELSTRESS WERKTE WEL EEN BEETJE VERLAMMEND» Sgolba Aalter B had een lastige klant aan Baasrode B, maar pakte toch verdiend de titel. «Het was inderdaad de verdienste van de Panters er een match van te maken tot het eind», looft coach Dirk Baete de tegenstander. «De stress leek blijkbaar toch een beetje verlammend te werken op de shothandjes. Hoewel het veelbelovend begon met vier driepunters op rij van Vandenberghe. Maar je weet hoe dat gaat. De match zit de hele week in de kopjes en dan zit de hele familie in de tribune. Baasrode gaf ons wel direct lik op stuk en antwoordde met eveneens drie bommen zonder missen. We moesten dan ook snel overschakelen van zone naar man-to-man. Ik kreeg ook minder kans tot roteren, omdat ik de jongeren de last van de inzet niet kon doen dragen. Maar binnen die mindere minuten deden ze wel een goede job.» En nu de zware stap naar eerste met dezelfde groep? «Wij gaan door op basis van
onze filosofie omtrent een Bploeg, zijnde een platform bieden aan de eigen jeugd om door te groeien en de jongens, die net niet goed genoeg zijn voor A, speelkansen te bieden. Die visie leidde er ook toe dat we volgend seizoen met een C-ploeg uitkomen om de jongens voor wie B te hoog gegrepen is op te vangen. Daarom ook dat we geen spelers aantrekken van buiten de club. Anderzijds heeft elke ploeg ook zijn eigen vaste kern van minstens acht spelers. Bij ons geen gedoe van de ene week bij B spelen met vijf jongens van A en de andere met zeven van C. Het klinkt misschien amateuristisch, maar B blijft in feite de ploeg van het Emmaüsinstituut. Alle spelers liepen daar immers school. Bij A is dat niet meer haalbaar, maar het moet zo blijven dat ook daar minstens de helft uit eigen kweek blijft komen. Dat B het volgend jaar moeilijk zal krijgen, heb ik hen al gezegd. Ze moeten op die momenten maar aan zaterdag terugdenken.» (VBRA)
Op één speeldag van het einde staat Dosko Beveren op de veertiende plaats, goed voor een dubbel barrageduel met de veertiende uit de A-reeks. Zaterdag verzuimde Dosko een grote stap te zetten richting rechtstreeks behoud door in Deerlijk te verliezen. «Er zat nochtans meer in», getuigt de 23-jarige RoeselarenaarBrianLabaere,vanopleidingregentlichamelijke opvoeding, maar nu aan het werk als godsdienstleraarindeBUSO-schoolSint-Idesbald.«Door denederlaaginDeerlijkdedenweindestandeenheel slechte zaak. Pittem en Tielt zijn nu buiten schot waardoor we enkel nog Bissegem kunnen bijbenen. Bissegem telt drie punten meer waardoor wij op de slotdag zeker moeten winnen van Houthulst en hopen dat Bissegem onderuit gaat op Hooglede. Dan komen we op gelijke hoogte van Bissegem met evenveel gewonnen matchen en zou een testmatch moeten beslissen welke ploeg zich redt en welke ploeg de uiteindelijke barrages moet spelen.» «Zo ver zijn we nog niet, want we hebben uiteraard onslotnietmeerineigenhanden»,steltLabaere.«We blijven er met zijn allen wel nog in geloven, want ook via dat achterpoortje van een dubbel barrageduel kunnenweonsnogredden.DaarinzalofwelDiksmuide ofwel Spermalie-Middelkerke onze tegenstander worden. Die laatste strohalmen zullen we zeker proberen vast te grijpen.» (BPN)
GENT
Geen geld meer voor preventieacties rond spijbelen
De preventiedienst van de stad kan zich niet langer bezig houden met de strijd tegen spijbelen. De stad krijgt daarvoor geen toelage meer van de federale regering. Burgemeester Termont verwijt minister Milquet (MR) meer bezig te zijn met GAS-boetes dan met de spijbelproblematiek. De federale overheid schenkt de stad Gent elk jaar een som geld voor de gecoördineerde aanpak van problemen. Het gaat dan over inbraak, allerlei diefstallen, geweldplegingen, jeugdcriminali-
Basisscholen onder zelfde koepel Twaalf scholen uit de ruime regio zitten voortaan vervat onder één grote nieuwe scholengemeenschap. De voorbije elf jaar vormden de scholen van Ingelmunster, Emelgem, Kachtem en Lendelede reeds de scholengemeenschap De Klei en de vier basisscholen van Izegem werden overkoepeld onder de noemer De Zorg. Voortaan gaan zij onder dezelfde naam verder, maar bestaat de hele scholengemeenschap uit de scholen Heilige Familie, Heilig Hart, SintTillo, Sint-Jozef, De Zonnebloem Sint-Rafaël uit Izegem, SintVincentius uit Lendelede, de OLV, Centrum- en Sint-Jozefschool uit Ingelmunster, SintPieter en De Knuffel uit Emelgem en Sint-Idesbald uit Roeselare. De nieuwe scholengemeenschap telt ongeveer 3.500 leerlingen tussen de 2,5 en 13 jaar en ongeveer 350 personeelsleden. Herman Dejonckheere wordt aangesteld als coördinerend directeur. De huidige directeurs van de diverse scholen blijven in functie. De schaalvergroting komt er op vraag van de Vlaamse overheid. (VDI)
teit en sociale overlast. Tot nu toe hoorde daar ook schoolverzuim bij, maar dit jaar werd dat uit de aandachtspunten gehaald. De stad doet met dat geld sinds 2008 beroep op de vzw ‘t Steunpunt. ‘t Steunpunt heeft als opdracht de schooluitval aan te pakken in de laatste graad van het basisonderwijs en alle secundaire scholen van Gent. Termont zegt het spijbelproject tegen zijn zin stop te zetten. «We krijgen er eenvoudigweg geen middelen meer voor. Milquet wil dat we meer inzetten op GAS en daardoor komt het spijbelproject
van de politie niet meer in aanmerking voor subsidies. Vervelend aangezien we fors hebben ingezet op actie tegen spijbelen. Er waren vier mensen voltijds mee bezig», stelt Termont. «Dit betekent niet dat we de spijbelproblematiek opgeven. We zetten onze andere projecten rond spijbelaars wel verder.» Ook een project samen met vzw De Sleutel om druggebruikers op te vangen krijgt geen subsidies meer en moet worden stopgezet. Er is wel extra geld dat kan gebruikt worden voor projecten tegen geweld in het gezin. (EDG)
Fanfare zamelt geld in voor behandeling Lymeziekte van Ann Wijnant
«De pijn is echt ondraaglijk» AFFLIGEM De jongeren van de koninklijke fanfare De Katholieke Gilde uit Hekelgem gaan tijdens het jaarlijks concert geld inzamelen voor hun goede vriendin Ann Wijnant (37). Zij lijdt aan de ziekte van Lyme en de behandeling kost fortuinen. WIM DE SMET Het jaarlijks concert van de fanfare staat dit jaar in het teken van Ann Wijnant, dochter van oudmuzikant en -bestuurslid Eddy Wijnant. Ann lijdt aan de ziekte van Lyme, een gevaarlijke infectieziekte die veroorzaakt wordt door de beet van een teek. Het verdict viel zes maanden geleden. «Ik ben de voorbije twintig jaar al talloze keren geopereerd maar de dokters wisten nooit precies wat er met me aan de hand was», vertelt Ann. «Een specialist besliste uiteindelijk om een bloedstaal voor onderzoek naar Duitsland te sturen omdat men daar beter betrouwbare testen uitvoert. Na jaren van onzekerheid kreeg ik eindelijk te horen wat er scheelde. Ik had de lymeziekte in een ver gevorderd stadium.»
Al 25 jaar Dokters vermoeden dat Ann de ziekte wellicht 25 jaar geleden al heeft opgelopen. «Lyme kan verlamming veroorzaken maar het ergste is dat de ziekte ook meer dan 250 andere aandoeningen muteert en uitlokt. De ziekte is op
De initiatiefnemers van de fanfare dragen Ann Wijnant letterlijk op handen. Foto Mozkito
Al vijf patiënten die ik leren kennen heb door de ziekte, hebben zich van het leven beroofd. De pijn is ondraaglijk ANN WIJNANT termijn ook dodelijk. Elke dag moet ik aan het infuus voor een zware antibiotica-cocktail. Een daar komen nog 25 pillen per dag bovenop. De pijn is ondraaglijk.» Ann werkte als geschiedenisleer-
kracht in het Koninklijk Instituut Woluwe maar in september kan ze niet opnieuw starten. «Dat vind ik heel jammer want ik geef graag les. Omdat de ziekte in ons land niet erkend wordt, krijg ik ook geen invaliditeitsuitkering. De voorbije maanden hebben al vijf patiënten die ik door de ziekte leerde kennen, zichzelf van het leven beroofd. Ze konden de ellende niet meer aan. Er is niet alleen de pijn maar ook het totale verlies van inkomsten.»
2.000 euro per maand De behandeling van Ann kost 2.000 euro per maand. «De medicijnen voor de behandeling van Lyme komen uit het buitenland en dat maakt de factuur nog
zwaarder»,verteltze.«Vrijwelniemand kan die sommen blijven betalen. En het is onbegrijpelijk dat, zelfs als de patiënten al volledig verlamd zijn, de sociale zekerheid niet tussenbeide komt.» Om Ann te helpen en haar tegelijk een hart onder de riem te steken, gaandevriendenvandefanfarede nodige fondsen proberen in te zamelen. Tijdens het jaarlijks concert, dat vanavond (zaterdag) plaatsheeft in de cultuurzaal Sanderus,zullenledenenmuzikanten paaseitjes verkopen. «De mensen krijgen bij het binnenkomen een foldertje waar we meer uitleg geven over onze actie», vertelt muzikant Linda Van der Straeten. «Na het concert gaan we bij iedereen langs. We hopen toch snel enkele
honderdeneuro’sbinnentehalen. Maar dat is nog niet alles. Op de dagvandeverkiezingenwillen we aan de burgemeester toestemming vragen om op de Bellekouterparking drankjes te verkopen ten voordele van Ann.» DevriendenvanAnnzijnnogaltijd zwaar onder de indruk. «Toen ik hoorde van haar ziekte waren we allemaal eventjes van de kaart», verteltLinda.«Wevondenhetniet kunnen dat Ann dat allemaal zelf moest betalen. Zij is een goede vriendin van ons en haar vader heeft zich jarenlang ingezet voor de fanfare. Op zo’n momenten moet je mekaar helpen en tonen dat ze er niet alleen voor staat.» Je kan Ann ook steunen door te storten op BE02 0882 6503 7640.
12. ] ANTWERPEN ZUID
Edegem
Repair Café helpt afvalberg verkleinen “Al voor tweede keer” Tussen de broodroosters, strijkijzers en oventjes komt Cindy uit Hove met een opvallend grote, gele ‘bak’ aandraven. Het blijkt een broedmachine voor kippeneieren. “Het bewegingsmechanisme om de eieren te draaien, heeft het begeven. Het komt op een heel ongelegen moment, want het is hoogseizoen. Daarom zijn we snel even met de machine naar hier gekomen na onze eerdere positieve ervaring in Kontich”, verduidelijkt Cindy. “De elektronica-apparatuur die we toen bijhadden, wisten ze te herstellen. Wij zijn geen ‘wegsmijters’. Dit is dan ook een erg lovenswaardig initiatief dat je bovendien niet veel geld kost. Ik geef met plezier een vrijwillige bijdrage”, zegt ze. BAR ●●
Een van de herstellers buigt zich over een elektrisch apparaat in het Repair Café. FOTO’S FREDERIK BEYENS
Vier gemeenten willen via pop-up ook sociaal contact bevorderen
P
op-uprestaurants, -bars, -winkels,... ze duiken steeds vaker op. Vier gemeenten in de zuidrand pakken sinds kort uit met een pop-up Repair Café, een ontmoetingsplek waar inwoners kapotte spullen kunnen laten herstellen. Zaterdag was Hangar 27 in Edegem de plaats van afspraak.
Hangar 27 was zaterdag een ko-
men en gaan van mensen die fietsen, kleding, kleine meubelstukken, broodroosters en andere elektroni-
ca aanzeulden. Vrijwillige specialisten-reparateurs stonden klaar om samen met de eigenaars naar een oplossing te zoeken. Alleen de kosten voor nieuw materiaal moeten worden betaald. De herstelling is gratis, een vrijwillige bijdrage geven kan. 75 procent hersteld “Het initiatief, dat ook op andere plaatsen al ingang vond, is ontstaan vanuit de Transitiebeweging in Kontich”, zegt mede-organisator Koen Hardy. “Zo ging de bal aan het rollen en besloten we met Kontich, Mortsel, Edegem en Hove de krachten te bundelen om op regelmatige basis een Repair Café te kunnen organiseren. De bedoeling is om via een beurtrol het initiatief om de twee maanden te herhalen. De eerste twee edities in Kontich en Mortsel waren alvast succesvol. Telkens werd een honderdtal spullen voor herstelling binnengebracht, waarvan zo’n 75 procent daadwerkelijk kon worden gerepareerd. We kunnen ook rekenen op een positieve respons van de
gemeentebesturen. Zij zorgen voor het materieel en de faciliteiten”, verduidelijkt hij. “We gooien ontzettend veel weg. Ook voorwerpen waar bijna niets mis mee is en die na een eenvoudige reparatie weer prima bruikbaar zijn. Daarom zetten we graag onze schouders onder dit initiatief”, zegt schepen van Milieu Goedele Van der Spiegel (Groen). “Het fijne is dat zo’n Repair Café niet alleen de afvalberg helpt te verkleinen, maar vooral ook een sociaal gebeuren is waar buurtgenoten elkaar op een nieuwe, verrassende manier ontmoeten. Dat leidt tot nieuwe contacten in de buurt en bevordert de sociale cohesie”, vult burgemeester Koen Metsu (N-VA) aan. De eerstvolgende Repair Cafés zijn op 14 juni in de Rodenbachschool in Hove, op 13 september in de Altenakapel in Kontich en op 8 november in psychiatrisch centrum Sint-Amedeus in Mortsel. BART ROGGEMAN
L www.repaircafe.be
“Hoop voor erfstuk” Niet alleen dagdagelijkse gebruiksvoorwerpen passeerden zaterdag de revue. Ook spullen waaraan heel wat emotionele waarde kleeft, werden aangeboden. Zo stelde Maria Geysemans uit Kontich haar hoop in de vakkundige herstellers voor een staanlampje in Delfts blauw. “Het is een erfstuk van mijn schoonmoeder dat ik koester. Mijn vriend heeft er mee ‘gedanst’ en nu staat de kap wankel op het onderstel”, lacht ze. “Ik vind het hier trouwens best gezellig. Je komt onder de mensen en kunt er ook nog wat van bijleren”, zegt ze. ●●
BAR
Uit: Artsenkrant CULTUURWIJZER
De psyche van de marginaliteit In Gent lopen gelijktijdig twee tentoonstellingen die dit gemeen hebben dat ze ons een kijk geven in de psyche van figuren in de marge. Maak er een culturele daguitstap van met bezoek aan Géricault in het MSK en fotograaf Roger Ballen in Museum Dr. Guislain. Géricault peilde naar de ziel van psychiatrische patiënten, Ballen portretteerde gemarginaliseerde Afrikaners. ek toch, hoe twee totaal verschillende tentoonstellingen wonderwel op elkaar kunnen aansluiten. Net zoals dat het
Blikken vol waanzin In 1908 waren de Vrienden van het Museum voor Schone Kunsten Gent gelukkig gek genoeg om op een veiling in Parijs voor het museum het werk Le fou assasin van Théodore Géricault (1791-1824) aan te kopen. Wie koopt er nu een portret van een waanzinnige moordenaar, vroegen de dagbladen zich af. Feit is dat het werk uitgegroeid is tot een van de iconen van het Gentse MSK.
bpk, Berlin/Musée des Beaux-Arts de Lyon.
G
geval is in Bozar met de retrospectieven van de Spaanse barokschilder Zurbarán en hedendaags kunstenaar Michaël Borremans, geldt dat ook voor twee merkwaardige tentoonstellingen in Gent die menig arts zullen aanspreken.
Het portret is ook de aanleiding voor het overzicht van Géricault dat het MSK samen met de Schirn Kunsthalle van Frankfurt heeft opgezet. Het is een verbluffende tentoonstelling geworden, die enerzijds focust op het verhaal van de schipbreuk van La Méduse in 1816 voor de westkust van Afrika. In Gent kan je een kopie op ware grootte van het reusachtige meesterwerk van Géricault bewonderen en tal van voorbereidende schetsen. De link tussen La Méduse en Lampedusa is evident. De strijd van de mens is ook het thema van de talrijke portretten die Géricault maakte van geesteszieken in La Salpêtrière in Parijs. De waanzinnige moordenaar – in werkelijkheid zou het om een kleptomaan gaan – behoort tot die serie, evenals De kinderrover en De monomane van de
afgunst. De waanzin blijkt uitsluitend uit hun blikken, Géricault laat de figuren in hun waardigheid. De schilder lijkt zelf bezeten van zijn zoektocht naar de donkere diepten in de mens. Hij woont openbare terechtstellingen bij om de gevallen hoofden van de geguillotineerden op doek vast te leggen. Zijn stillevens stelt hij niet samen met appelen en peren, maar met afgehakte ledematen... De link die de expositie legt met Goya en Delacroix enerzijds, en met anatomische prenten anderzijds, bewijzen dat Géricault een man van zijn tijd was die op extreme wijze uiting gaf aan de denkbeelden van het begin van de 19de eeuw. Jammer dat hij al op 32-jarige leeftijd stierf, zo niet zou zijn naam nu in één adem genoemd worden met die van Delacroix en Ingres. Geheel in overeenstemming met zijn eigen denkbeelden, werd zijn eigen aftakelingsproces geschilderd door zijn bevriende collega’s, ook te zien in het MSK.
Incest er armoede Een zelfde fascinatie voor de mens in de marge treffen we aan bij de Amerikaanse fotograaf Roger Ballen (°1950). Als geoloog kwam hij terecht in het platteland van Zuid-Afrika waar hij geconfronteerd werd met Afrikaners die door incest, armoede en cultureel isolement getekend zijn. De geportretteerden kijken recht in de lens en dus recht in de ogen van de toeschouwer met doordringende blikken die nu eens argwaan dan weer berusting uitstralen. Vanuit de fotografie heeft Ballen ook andere stijlen ontwikkeld. In zijn tekeningen, schilderijen, collages, installaties speelt hij met beelden die ‘metaforen van het onderbewuste’ zijn en waarin mensen vervangen worden door poppen. Zijn werk is heeft zijn weg gevonden naar prestigieuze collecties van Moma tot Pompidou.
©
©
Roger Ballen.
Henk Van Nieuwenhove
▲
Géricault, De monomane van de afgunst (De hyena van La Salpêtrière). 1819-20.
▲
Roger Ballen, Sergeant F de Bruin, Department of Prisons employee, Orange Free State, 1992, uit de reeks 'Platteland'.
• Géricault. Fragmenten van mededogen. Tot 25 mei in het Museum voor Schone Kunsten, F. Scribedreef 1 in Gent. Open van dinsdag tot zondag, van 10 u. tot 18 u. Info: 09/2400700.
[email protected] – www.mskgent.be. • Roger Ballen. Reiziger in de psyche. Tot 31 augustus in het Museum Dr. Guislain, J. Guislainstraat 43, Gent. Open dinsdag tot vrijdag van 9 u. tot 17 u., zaterdag en zondag van 13 u. tot 17 u. Info: 09/216 35 95 –
[email protected] – www.museumdrguislain.be