Wat is 1000 Voices for Peace? In 2014 is het 100 jaar geleden dat Europa en een groot deel van de wereld zich in een oorlog stortte die voor de hele wereld diepgaande en onomkeerbare gevolgen zou hebben. Oude structuren en machtsblokken werden vernietigd, nieuwe staten ontstonden, de wereld van voor 1914 was definitief afgelopen.
39 nationale en internationale koren gingen in op de uitnodiging van het Festival van Vlaanderen Brussel om deel te nemen aan een hommage aan de vrede. Ter herdenking van de Grote Oorlog staan meer dan 1000 professionele en niet-professionele zangers uit landen die 100 jaar geleden betrokken waren bij de Eerste Wereldoorlog zij aan zij. Het Festival van Vlaanderen Brussel bevestigt hiermee de rol van kunst, en samen zingen in het bijzonder, als universeel bindmiddel tussen de mensen.
17 buitenlandse en 22 Belgische koren ontmoeten elkaar tussen 3 en 9 november 2014. Ze smeden vriendschappen, ontdekken ons land en verkennen mekaars zangtradities tijdens 17 dubbelconcerten in 17 Belgische gemeenten. Een week van ontmoeting en samenzang wordt bekroond met een onvergetelijk slotconcert op 9 november waarbij alle 1300 zangers samen met het Brussels Philharmonic nieuw werk van Krzysztof Penderecki brengen: een bevlogen pleidooi voor de vrede in de Basiliek van Koekelberg.
In het kort 5, 6, 7 november 2014: 17 Dubbelconcerten in Vlaanderen, Wallonië en Brussel p.3-4 9 november 2014: Monumentaal slotconcert p.5-6
39 Koren & Brussels Philharmonic o.l.v. Andres Mustonen met muziek van Tan Dun, Ola Gjeilo, Sofia Gubaidulina, André Devaere & de wereldpremière van Dies Illa van Krzysztof Penderecki, groot symfonisch werk voor koor, orkest & solisten.
Basiliek
van
Koekelberg 1
/
Koekelberg
/
17:00
39 koren uit 18 landen ontmoeten elkaar voor een monumentaal vredesstatement 1. Canada
La Villanelle
10. Estland
Hart House Chorus
Leuvens Universitair Koor
Voces Musicales
2. Duitsland Junges Vokalensemble Hannover
Manteliusensemble Octopus Kamerkoor
Chorale du Lycée Aline Mayrisch 4. België Amabile Café Latte Cantores
Vlaams Radio Koor
Don Boscokoor Hoboken Ensemble vocal du
Arabesk
Lautitia Youth Choir
Vrouwenkoor Makeblijde 5. Ierland Irish World Academy of Music and Dance Choir 6. Verenigd Koninkrijk Senior Chamber Choir of Hereford Cathedral School
Gents Universitair Koor
Studentenkoor Amsterdam
Kamerkoor Furiant
8. Denemarken Treenighedskirkens Drengekor
Jubilo
15. Malta Amadeus Chamber Choir 16. India Nagaland Singing Ambassadors 17. Thailand Suanplu Chorus 18. Australië Brighton Secondary School Vocal Ensemble South
Kathedraalkoor HasseltKnapenkoor In Dulci
14. Kroatië Girls Choir Zvjezdice
7. Nederland
Iepers Kamerkoor
Canzona Neosolium 13. Hongarije
Conservatoire de Tournai
Helicon
12. Slovakije
Vocaal Damesensemble
Colom Con Cuore
Female Choir BALTA
Sing-in BOZAR Villanella Jeugdkoor
3. Luxemburg
11. Letland
9. Polen
Australia
Medici Cantantes
2
5, 6, 7 november 2014: 17 Dubbelconcerten in Vlaanderen, Wallonië en Brussel Het kruim van de Belgische amateurkoren ontvangt buitenlandse koren in hun thuishaven, waar ze samen aan een concert zullen bouwen. Op basis van gemeenschappelijke eigenschappen (repertoire, leeftijd, bestaande linken tussen gemeenten en landen,…) verbroedert elk Belgisch koor met een buitenlands koor. Nieuwe vriendschappen ontstaan, lands- en taalgrenzen vervagen. De kracht van de menselijke stem raakt, brengt vrede en laat een onuitwisbare indruk na bij eenieder die zich laat meevoeren in dit universele verhaal.
5 november 2014 Brugge ontmoet Australië Cantores & Brighton Secondary School Vocal Ensemble South Australia CC Brugge, Magdalenazaal / Brugge / 20:00 Met de steun van: de ambassade van Australië en de Ereconsul voor België in Adelaide
Gent ontmoet Thailand Kamerkoor Furiant & Suanplu Chorus Sint-Niklaaskerk / Gent / 20:00 Met de steun van: de provincie Oost-Vlaanderen en de ambassade van het Koninkrijk Thailand.
Laakdal ontmoet Hongarije Villanella Jeugdkoor & Lautitia Youth Choir Sint-Niklaaskerk / Vorst-Laakdal / 20:00 Met de steun van: gemeente Laakdal en het Balassi Institute.
Zele ontmoet het Verenigd Koninkrijk Makeblijde & Senior Chamber Choir of Hereford Cathedral School Sint-Ludgeruskerk / Zele / 20:00 Met de steun van: de provincie Oost-Vlaanderen, de gemeente Zele, de ambassade van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en Eurostar
Leuven ontmoet Nederland Leuvens Universitair Koor & Studentenkoor Amsterdam Maria Theresiacollege / Leuven / 20:30 Met de steun van: de KU Leuven en de ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden
Waterloo & Doornik ontmoeten Luxemburg La Villanelle + Ensemble vocal du Conservatoire de Tournai & Chorale du Lycée Aline Mayrisch Stadhuis, Salon de la Reine / Doornik / 20:00 Met de steun van: de ambassade van het Groothertogdom Luxemburg, INECC Luxembourg en de Benelux Unie
3
6 november 2014 Waregem ontmoet Slovakije Con Cuore & Canzona Neosolium Sint-Amanduskerk / Waregem / 20:00 Met de steun van: stad Waregem en de ambassade van de Republiek Slovakije
Ieper ontmoet Polen Het Iepers Kamerkoor & Medici Cantantes / 20:00 – Deel I: beide koren nemen deel aan de Last Post ceremonie / Menenpoort / Ieper 21:00 – Deel II: Sint-Jacobskerk / Ieper Met de steun van: de stad Ieper, het Pools Instituut – Dienst Cultuur van de ambassade van Polen en de Last Post Association
Geraardsbergen ontmoet Duitsland Vocaal damesensemble Arabesk & Junges Vokalensemble Hannover Sint-Bartholomeuskerk / Geraardsbergen / 20:00 Met de steun van: de provincie Oost-Vlaanderen, de stad Geraardsbergen, CC de Abdij, de Kunstacademie Geraardsbergen, Jeugd & Muziek en het Goethe-Institut Brüssel
Gent ontmoet Ierland Gents Universitair Koor & Irish World Academy of Music and Dance choir Aula UGent / Gent / 20:00 Met de steun van: de provincie Oost-Vlaanderen, de Universiteit Gent en de ambassade van Ierland
Lier ontmoet Kroatië Helicon & Girls Choir Zvjezdice Jezuïetenkerk / Lier / 20:00 Met de steun van: UiT in Lier, de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten Lier, de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans Lier en de ambassade van de Republiek Kroatië
Antwerpen ontmoet Canada Don Boscokoor Hoboken & Hart House Chorus Heilige Familiekerk / Hoboken / 19:30 Met de steun van: de ambassade van Canada en de Ereconsul van Canada voor Vlaanderen
4
Neerpelt ontmoet Malta Amabile & Amadeus Chamber Choir Hubertustheater / Neerpelt / 20:00 Met de steun van: de gemeente Neerpelt, WICO Campus Sint-Hubertus Neerpelt en de ambassade van de Republiek Malta
7 november 2014 Sint-Niklaas ontmoet Denemarken Knapenkoor In Dulci Jubilo & Treenighedskirkens Drengekor Sint-Nicolaaskerk / Sint-Niklaas / 20:00 Met de steun van: de provincie Oost-Vlaanderen, de stad Sint-Niklaas, CC Stadsschouwburg Sint-Niklaas en het Deens Cultureel Instituut te Brussel
Hasselt ontmoet Letland Kathedraalkoor Hasselt + Manteliusensemble & BALTA Sint-Quintinuskathedraal / Hasselt / 20:30 Met de steun van: de provincie Limburg, de Kathedraal Hasselt, de stad Hasselt en de ambassade van de Republiek Letland
5
9 november 2014: Monumentaal slotconcert 39 koren worden één 1300 zangers en Brussels Philharmonic
Meer dan 1000 zangers, professionele en niet-professionele, verenigen zich met Brussels Philharmonic in hun engagement voor kunst en muziek. 9 november 2014 vormt het sluitstuk van een intense week van ontmoetingen en samen zingen. Onder leiding van de Estse dirigent Andres Mustonen weerklinkt er werk van: de Chinese topcomponist Tan Dun, de jonge beloftevolle Noor Ola Gjeilo, de Russische grand lady Sofia Gubaidulina en de Belg André Devaere. Die laatste sneuvelde in 1914 als piepjonge muzikant en componist. Daarenboven
wordt
deze
muziek
afgewisseld
met
universele
gedichten
en
dagboekfragmenten uit de Eerste Wereldoorlog. De wereldpremière van Krzysztof Penderecki’s Dies Illa symboliseert de urgentie van 1000 Voices for Peace: HOOP! De hoop die wij nooit mogen verliezen om samen te streven naar een vreedzame wereldgemeenschap. Penderecki draagt zijn werk op aan alle slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog.
Met een live verbinding naar het Internationaal Ruimtestation ISS richt het Festival van Vlaanderen Brussel zijn blik naar de toekomst. Letterlijk boven alle grenzen werken mensen vreedzaam samen, terwijl hun thuislanden de afgelopen 100 jaar herhaaldelijk met elkaar in conflict kwamen. We ontvangen een vredesboodschap van de Duitse astronaut Alexander Gerst. Een sterk signaal!
6
Met het oog op duurzaamheid Daarnaast is er binnen het project ook aandacht voor de ecologische invulling van duurzaamheid. Zo werkt ‘1000 Voices for Peace’ samen met Biofresh, een belangrijke speler in de voedseldistributiesector. Biofresh, Renaat Daem, stelt: “Een ambitieus evenement als dit, waar duizenden mensen uit de hele wereld samenwerken om een krachtige vredesboodschap te verkondigen, vinden wij belangrijk. Wij zorgen voor een lekkere, gezonde maaltijd voor alle koorleden in de Brusselse biologische boerderij Ferme nos pilif. Ik kan stellen dat dit, hoe bescheiden ook, een ‘biologische solidariteitsactie’ is. Net als deze muzikanten ijveren wij voor een betere toekomst waarin gezondheid, ecologie, zorgzaamheid en billijkheid centraal staan.”
7
Gepatroneerd door Herman Van Rompuy " The ode to joy is the ode to life - our human inspiration. And there is no life without peace." (c) Herman Van Rompuy Met zijn niet-aflatend engagement voor duurzame vrede, drukte Herman Van Rompuy een onuitwisbare stempel op het nieuwe Europese presidentschap dat hij gedurende 5 jaar bekleedde. Festival van Vlaanderen Brussel zet met het concert van 9 november 2014 zijn inspirerende en drijvende kracht als bruggenbouwer tussen landen en culturen in de kijker. Vrede en wereldburgerschap staan centraal!
Credits Muziek: Krzysztof Penderecki – wereldcreatie Creatieopdracht Festival van Vlaanderen Brussel met de steun van het Pools Instituut Brussel Muzikale leiding: Andres Mustonen Regie & artistieke coördinatie: Anthony Heidweiller Orkest: Brussels Philharmonic Werken: Tan Dun, Hero Concerto, VIII “Sorrow in the Desert” Ola Gjeilo, Sunrise Mass III “The City” Catalaans Volkslied, El cant dels ocells Sofia Gubaidulina, The Rider on the White Horse Andre Devaere, Preludium en Fugue, Preludium Krzysztof Penderecki, Dies Illa, symfonisch werk voor 3 solisten, 3 gemengde koren en orkest. Koren: Café Latte, Hart House Chorus, Iepers Kamerkoor, Irish World Academy of Music and Dance choir, Vlaams Radio Koor, Amabile, Amadeus Chamber Choir, BALTA, Brighton Secondary School Vocal Ensemble South Australia, Cantores, Canzona Neosolium, Colom, Con Cuore, Don Boscokoor Hoboken, Doornik, Ensemble vocal du Conservatoire de Tournai, Girls Choir Zvjezdice, GUK, Helicon, In Dulci Jubilo, Junges Vokalensemble Hannover, Kamerkoor Furiant, Kathedraalkoor Hasselt, La Villanelle, Lautitia Youth Choir, LUK, Lycée Aline Mayrisch Choir, Makeblijde, Manteliusensemble, Medici Cantantes, Octopus Kamerkoor, Senior Chamber Choir of Hereford Cathedral School,
Singin BOZAR, Studentenkoor Amsterdam, Suanplu
Chorus,Treenighedskirkens Drengekor, Villanella Jeugdkoor, Vocaal damesensemble Arabesk, Voces MusicalesProductie & eindverantwoordelijkheid: Festival van Vlaanderen Brussel 8
Biografieën Festival van Vlaanderen Brussel Het Festival van Vlaanderen Brussel – Europa (°1969) kan zich, buigend op een geschiedenis van meer dan 40 jaar, met recht en rede een unieke en belangrijke speler noemen binnen de klassieke muziekfestivals. Naast invloedrijke terugkerende evenementen als het KlaraFestival of the European Galas heeft het Festival van Vlaanderen Brussel zich steeds gewaagd aan grote, diverse en uitdagende projecten. Voor het gigantische 1000 Voices for Peace bundelt het hele team zijn krachten, waarbij we ondersteund zullen worden door 100-en vrijwillige medewerkers.
Krzysztof Penderecki (1933) Penderecki is een gerenommeerde Poolse componist, dirigent en muziekpedagoog. Hij staat bekend als een van de
meest
toonaangevende
Poolse
avant-garde
componisten, maar in de loop van de jaren evolueerde zijn stijl of, zoals hij het zelf verwoordt: "Mijn huidig werk is vooral een synthese van het verleden, het heden en de toekomstgerichtheid."
Penderecki stond begin jaren 60 in de voorste rij van de Europese muzikale avant-garde. Binnen een decennium schreef hij zijn Ofiarom Hiroszimy-Tren (Klaagzang voor de slachtoffers van Hiroshima), een stuk met krijsende clusterakkoorden, sputterende pizzicatostromen en sireneachtige glissando’s en Dies Irae ter nagedachtenis van de slachtoffers van Auschwitz. Terugblikkend op die werken zegt hij: “Ik was erg idealistisch, toen ik jong was. Ik dacht toen écht dat muziek, kunst, cultuur iets kon teweegbrengen in de geest van mensen. Tot mijn spijt denk ik dat niet langer, nee. Wij staan als kunstenaars aan de zijlijn, maar moeten blijven proberen een verschil te maken.” Gevraagd naar of dit nieuwe werk ‘voor symfonisch orkest, massakoor en drie solisten’ aansluit bij die eerdere werken, zegt Penderecki: “In de jaren 60 inderdaad schreef ik in een stijl met grote clusters en microtonaliteiten. Er is sindsdien veel gebeurd, en ik heb speciale aandacht voor het prachtige instrument dat de stem is. Ik probeerde opnieuw om echt nieuwe, vernieuwende muziek te schrijven, maar muziek die ook sterk in de traditie geworteld is. Ik denk dat ‘Dies Illa’ met één voet in de traditie staat, en met de andere in de ‘nieuwe muziek’ – waarbij de menselijke stem echt op een bijzondere manier wordt aangewend. Dat gaat van een monumentale, massieve klank, over het nauwelijks hoorbare gefluister, ruis en gepraat...” 9
“Dies Illa’ betekent, vertaald, ‘Dag van Toorn’. Want oorlog is toorn, razernij! Oorlog en conflict komen geregeld terug in mijn werk, in mijn opera’s en de werken voor a capella koor. Aanvankelijk had het festival me gevraagd om historische tekstfragmenten van getuigen van de Eerste Wereldoorlog, en ook gedichten over de oorlog te gebruiken. Maar dat vond ik te riskant. Omdat er zo mogelijks afbreuk gedaan wordt aan de samenhang van de muziek. Ik heb dan ook na de eerste gesprekken besloten, en in overleg, om slechts één tekst te gebruiken, namelijk een uit de klassieke, Latijnse dodenmis. Dat zit heel erg geworteld in een traditie van meer dan 2.000 jaar. Het werk heet ‘Dies Illa,’” besluit Penderecki. “Niet ‘Dies Irae’, want ik heb al een werk gecomponeerd met die titel, ter nagedachtenis van de slachtoffers van Auschwitz.”. Penderecki is ook bekend vanwege zijn filmmuziek. In eerste instantie was zijn muziek te horen in Poolse films zoals The Saragossa Manuscript en Katyn. Al snel werd Penderecki ontdekt door grote internationale regisseurs zoals William Friedkin (The Exorcist), Stanley Kubrick (The Shining), Andrzej Wajda (Katyń) en Martin Scorsese (Shutter Island). Tot zijn meest bekende werken behoren Trauermusik für die Opfer von Hiroshima (Threnos), Lukas Passie, Pools Requiem, Anaklasis en verder talrijke opera's, symfonieën, kamermuziek en instrumentale werken.
Tijdens
zijn
carrière
ontving
Penderecki
ontelbare
onderscheidingen en eretitels voor zijn prachtige werk.
10
nationale
en
internationale
Andres Mustonen (1953) Mustonen is een van Estlands meest vooraanstaande dirigent. In 1972 studeerde hij af als violist aan de muziekacademie van Tallinn en vijf jaar later haalde hij zijn diploma aan het Conservatorium van Tallinn. Hij richtte vrijwel meteen zijn eigen ensemble, Hortus Musicus, op. Hortus Musicus was te gast op vele internationale festivals en podia voor oude muziek. Met de jaren nam zijn werk als dirigent steeds meer ruimte in, zo werkte hij voor de grote orkesten, theaters en operahuizen over heel de wereld. Improvisatie en spontaniteit zijn de kenmerken van zijn dirigeerstijl, of zoals Mustonen het zelf verwoordt: "Voor mij, is een orkest geen statisch gegeven, maar een levend organisme waar de verschillende onderdelen elkaar positief beïnvloeden en verheffen." Mustonen beheerst een brede waaier aan repertoires: van klassiek over romantisch tot het moderne werk.
Anthony Heidweiller (1961) Heidweiller is een Nederlands-Surinaamse artiest. Hij is een veel gevraagde operazanger en ervaren artistiek leider en coördinator van participatieve projecten. Heidweiller studeerde zang aan het Conservatorium van Utrecht en voltooide er zijn opleiding in 1991. Naast zijn talrijke opdrachten als bariton, heeft Anthony Heidweiller een stevige reputatie opgebouwd op het vlak van participatieprojecten.
In 1997 richtte hij het jongerenoperagezelschap Buffo Operamakers
op.
Professionele
en
amateurmusici
werden samen gebracht en dit resulteerde in een gemengd ensemble met mensen van verschillende achtergronden en culturen. In 2001 begon Heidweiller met Yo! Opera Festival, een jongerenoperafestival, iets dat nog niemand hem had voorgedaan. Hij wil opera minder elitair maken en terug naar zijn roots brengen: ‘de straat'.
Yo! Opera Festival richt zich niet alleen tot kinderen en jongeren, maar nodigt ze ook uit om te zingen, te schrijven en te componeren. In 2011 lanceerde Heidweiller de stichting Operamakers voor het ontwikkelen en produceren van educatie en participatie projecten. 11
In 2008 ontving hij de Prins Bernhard Cultuurprijs voor Educatie en in 2011 de Cultuurprijs van de stad Utrecht.
Brussels Philharmonic Brussels
Philharmonic
werd
in
1935
opgericht door de openbare omroep (NIR). Doorheen zijn bestaan werkte het orkest samen met grote dirigenten, solisten en wereldvermaarde Stravinsky,
componisten
Bartók,
Francesconi. muziekdirecteur
Sinds Michel
Messiaen 2008 Tabachnik
als en is een
sleutelfiguur in de werking van het orkest, en weet hij het grote orkestrepertoire met de muziek van de 20ste eeuw te koppelen.
Het orkest is in residentie in Brussel, waar het repeteert in de akoestisch tot de wereldtop behorende Studio 4 van Flagey. Daarnaast is het orkest thuis op de grote podia in Vlaanderen, maar ook in de rest van Europa, met een residentie in het Parijse Cité de la musique, jaarlijkse concerten in het Concertgebouw Amsterdam, het Festival Musica in Strasbourg en het Festival de Besançon, maar ook met tournees in Europa (Duitsland, Oostenrijk, UK, Italië) en concerten op gerenommeerde podia zoals het Grosses Festspielhaus in Salzburg, de Musikverein in Wenen en het Konzerthaus in Berlijn.
Ook met de specialisatie in filmmuziek wist Brussels Philharmonic internationaal door te breken. Voor het opnemen en uitvoeren van filmmuziek van grote namen zoals Howard Shore, John Williams of Alberto Iglesias, is het Filmfestival Gent vaste partner. Internationale erkenning kwam er met de Golden Globe-winnende soundtrack voor ‘The Aviator’ van Martin Scorsese (2005), en meer recent dankzij de Oscar-winnende muziek voor ‘The Artist’ (muziek van Ludovic Bource). Brussels Philharmonic is een instelling van de Vlaamse Gemeenschap.
12
Het Brussels verhaal Uitmuntende professionele en niet-professionele zangers hebben hun medewerking aan 1000 Voices for Peace toegezegd. Bij de keuze voor een koor in zijn thuisstad sloeg het Festival van Vlaanderen Brussel een geheel eigen weg in. Sing-in Bozar en Café Latte VUB – één gedeeld engagement 1000 Voices for Peace herinnert ons aan de grote diversiteit aan volkeren die bij de Groote Oorlog betrokken waren, een diversiteit die Brussel op de dag van vandaag in zich draagt. Daarom werkt het Festival van Vlaanderen Brussel samen met Café Latte (studentenkoor VUB) en het korenproject Sing-in BOZAR. Met hen deelt het Festival van Vlaanderen Brussel éénzelfde engagement namelijk kunst, en samen zingen in het bijzonder, als universeel bindmiddel tussen de mensen. Colom – de creatie van een nieuw koor
1000 Voices for Peace zorgde voor het ontstaan van Colom: het koor van het Koninklijk Atheneum van Koekelberg. In het voorjaar van 2014 leidden projectleider Anthony Heidweiller
en
Brussels
Philharmonics
eerste
cellist
Luc
Tooten
twee
intense
workshopdagen. Als gevolg daarvan kozen 75 leerlingen om deel te nemen aan 1000 Voices for Peace. Een nieuw koor was geboren. Ze werken voort op het verhaal dat hun allen bijzonder raakte tijdens de workshops: in 1989 bewezen de Baltische staten met de Zingende Revolutie dat samen zingen wel degelijk het verschil kan maken. Met zang herwonnen de inwoners van deze landen hun onafhankelijkheid van de Sovjet Unie. Zo ontmoeten de jonge zangers van Colom in de week van 3-9 november 2014 het Estse koor Voces Musicales. Een onvergetelijke workshopweek op weg naar het grote slotconcert op 9 november 2014 in ‘hun’ Basiliek van Koekelberg. 13
Locatie De nationale spreiding onderscheidt het 1000 Voices for Peace-project van de talrijke plaatselijke herdenkingsevenementen. Het Wereldoorlog I herdenkingsproject gaat door op verschillende locaties in Vlaanderen, Wallonië en Brussel met als hoogtepunt de samenkomst van alle zangers in de Basiliek van Koekelberg. De vijfde grootste kerk ter wereld biedt niet enkel voldoende ruimte, maar verzekert ook de perfecte omkadering voor deze grootste ode aan de vrede. De Basiliek is een nationaal monument, gewijd aan de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog, door iedereen gekend en beladen met een belangrijke symboolwaarde, maar het zal slechts door de overweldigende concertervaring van 1000 Voices for Peace zijn dat 3000 mensen de kerk voor het eerst betreden.
Volg ons op de voet facebook.com/1000voicesforpeace #1000VoicesPeace flickr.com/photos/1000voicesforpeace youtube.com/user/1000VoicesforPeace
14
Wij danken onze partners Overheidssteun
Met de steun van Geert Bourgeois, Minister-president van de Vlaamse Regering
Met dank aan De gemeentebesturen van Ganshoren, Geraardsbergen, Ieper, Koekelberg, Laakdal, Lier, Neerpelt, Sint-Niklaas, Waregem en Zele. De ambassades en vertegenwoordigers van Australië, Canada, Kroatië, Ierland, Estland, Letland, Thailand, Verenigd Koninkrijk, Luxemburg, Slovakije, Nederland, Malta en India. Frédéric Agneessens – Canadese Ereconsul voor Vlaanderen, Internationaal Vlaanderen, Heidi Van Gerwen – Belgische consul voor Australië, Pools Cultureel Instituut, Deens Cultureel Instituut, Goethe-Institut Brüssel en Balassi Institute (Hongarije).
Structurele partner
Social Responsibility Partner
Artistieke Partner
Business Seats
15
Concert Partner
Steunende Partners
Mediapartners
Participatieve partners HOWEST Hogeschool West-Vlaanderen, PXL Hogeschool Hasselt, Erasmus Hogeschool Brussel, COLOMAplus Mechelen, Willemsfonds, Femma, Vermeylenfonds, FED+, Klasse, PlusPas, Dertien, Markant, Gezinsbond, Koor & Stem, GC Platoo, Cultuurcentrum Brugge, KULeuven, Universiteit Gent, Last Post Association, CC de Abdij, Kunstacademie Geraardsbergen, Jeugd & Muziek (Geeraardsbergen), UIT in Lier, Stedelijke Academie voor Schone Kunsten Lier, Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans Lier, WICO Campus Sint-Hubertus Neerpelt, CC Stadsschouwburg Sint-Niklaas, Kathedraal Hasselt, Basiliek van Koekelberg, gemeente Ganshoren, VUB, Koninklijk Atheneum Koek, BOZAR, gemeente Koekelberg, Festival de Wallonie, Fédération Chorale Wallonie-Bruxelles A Coeur Joie, Brussels Booking Desk.
16
Colofon Contact Sonja Peters Communicatie
[email protected] +32 (0)486 07 94 94
Team Bojan Bobic / Els Buffel / Lore Claes / Timothy Claeyé / Hanna Claeys / Ilse Cox / Famke Crabbe / Rita De Brauwer / Ann-Katrien de Clippele / Sabrina De Croock / Michaela Defever / Frederica De Rop / Sophie Detremmerie / Charlotte Gyselinck / Roxanne Heemskerk / Anthony Heidweiller / Stef Heremans / Brecht Hermans / Eliane Joos / Julie Jouret / Sonja Peters / Hendrik Storme / Ruben Vandersteen / Kelly Van Dingenen / Eve Van Goey / Silke Winters / Helena Grootaers / Gertie Claeys / Katelijne Lindemans / Tineke Van Onckelen/
Festival van Vlaanderen Brussel Zinnerstraat 1 B-1000 Brussels, Belgium T +32 (0)2 548 95 95 M +32 (0)486 07 94 94 www.festivalbrxl.be
17
Bijlagen “Een oefening in democratie” Is ‘zingen voor de vrede’ een naïeve gedachte? Iets dat makkelijk kan worden weggezet als schadeloze, want dromerige Spielerei? De meer dan 1.300 deelnemers aan het project ‘1000 Voices for Peace’ – met zangers en andere musici uit achttien verschillende landen, honderd jaar geleden deelnemers aan de Eerste Wereldoorlog – vinden alvast van niet. Het past niet alleen in de uitgebreide herdenkingscampagne rond de 100e verjaardag van de start van de ‘Groote Oorlog’, maar sluit ook aan bij een lange, en rijke traditie van vooraanstaande musici, die vonden dat samen musiceren en beluisteren een bijzondere, mobiliserende kracht heeft. Want samen zingen is zoveel meer dan alleen maar ‘leuk’ – een aanvoelen dat bovendien ook nog eens door recent wetenschappelijk onderzoek wordt bevestigd.
Fast backward, naar eind vorig jaar. Plaats van het gebeuren: het Maidanplein in Kiev, de hoofdstad van Oekraïne. Wie de verslaggeving van het maandenlange, vaak gewelddadige protest tegen de toenmalige president gevolgd heeft, heeft ongetwijfeld de beelden gezien van een jongeman die op een beschilderde buffetpiano in zijn eentje de Oekraïense oproerpolitie trotseerde. Hij speelde, terwijl de dreigende groep geüniformeerde agenten luisterde. Zijn enige ‘wapen’ was een wijsje van Chopin. In een interview nadien verklaarde de jonge Markiyan Matsekh, want zo heette hij, dat zijn actie gericht was tegen de gummiknuppels van de mobiele eenheid. “Muziek kan hen misschien overhalen om aan onze kant te staan,” aldus de strijdbare pianist. Nog twee andere voorbeelden. Meteen na de val van de Muur in 1989 dook Mstislav Rostropovitsj op in Berlijn. De immer gulle en geëngageerde cellist bracht er een sarabande uit de cellosuites van Bach. “Om het moment te markeren,” verklaarde hij achteraf. In de chaos van het moment barstten verschillende omstaanders in tranen uit toen ze de muziek hoorden. En in datzelfde, bewogen jaar vond de studentenopstand op het Tienanmenplein in Peking plaats. Daar schalde toen de 9e symfonie van Beethoven uit de luidsprekers. Media van over de hele wereld brachten verslag uit van hoe de protestanten meezongen met de ‘Ode an die Freude’. “Als een signaal van solidariteit en hoop op een betere toekomst,” aldus een van de deelnemende studenten. Een toekomst waarin Alle Menschen Brüder zouden worden.
Muziek verbindt en heelt Beroemde musici als de cellist Pablo Casals (1876-1973) en de violist Yehudi Menuhin (1916-1999) waren er, net als voorgaande voorbeelden, van overtuigd dat muziek over een
enorm, krachtig potentieel beschikt. In woord en daad stelden ze beiden dat muziek het puur esthetische genot die zij teweegbrengt bij publiek en uitvoerder ver kan overstijgen. Net als Rostropovitsj waren Casals en Menuhin niet alleen grensverleggende uitvoerders, maar tevens voor vele collega’s-musici, melomanen, én voor politieke decision makers uitzonderlijke figuren. “Ik verwacht van de muziek dat zij verbindt en heelt, ik meen dat de musicus kan worden toevertrouwd zijn medemensen troost te brengen, maar ook dat hij van 's mensen voortreffelijkheid getuigt; ik ben even sterk als ooit overtuigd dat onze eindige wereld het hebben moet van individuele inspanning om een ideaal te belichamen,” tekende Menuhin op in zijn autobiografie Unfinished Journey. En hij ging verder: “Kunst, ware kunst, verzet zich tegen geweld en barbaarsheid op dezelfde manier, denk ik, waarop echte religie zich zou verzetten, en leert ons in plaats daarvan nederigheid, tolerantie, eergevoel en respect. [...] Daarom wordt, zoals ik het zie, lichaam en geest van de mens – ja, ons hele universum – nergens vollediger geëxposeerd dan in de muziek.” Menuhin hield het niet bij woorden. Meer dan eens betrad hij podia van waarop met de muziek een duidelijke politieke oproep en dito stellingname doorklonken. Zo speelde hij al in mei 1945 in de puinhopen dat eens Duitsland was. Niet in schaarse, gespaard gebleven grote zalen, maar in de bevrijde concentratiekampen. Dat deed hij om het leed van de overlevenden te verzachten. In datzelfde jaar deed hij ook de Sovjet-Unie aan en speelde hij bij de opening van de Verenigde Naties. Ook Pablo Casals, de Catalaanse cellist, ijverde voor méér muziek. Muziek, niet als een aangename verpozing, maar als een middel om de wereld via onbeschrijfbare schoonheid te verbeteren. Zo stelde hij in 1958 aan de Verenigde Naties voor om in alle grote steden ter wereld op hetzelfde ogenblik de finale van de 9e symfonie van Ludwig van Beethoven te laten uitvoeren. Als teken van broederlijkheid en als reactie op de grimmige dreiging van de atoomoorlog. In volle Koude Oorlog kon dat tellen. Hij verklaarde voor de verzameling der volkeren: “De muziek van Bach, Beethoven en Brahms is troostende muziek, een schitterende taal die alle mensen ter wereld kunnen verstaan. Er is nog hoop, er wordt leven gewekt door de bezielende adem van de muziek.” Casals’ zin voor humanisme en het verantwoordelijkheidsbesef van een scheppend kunstenaar dat hij ermee verbond blijkt ook uit zoveel andere verklaringen: “Ik ben een erg eenvoudige man. Ik ben vooreerst een mens. En dan pas een muzikant. Mijn eerste en meest voorname verplichting gaat uit naar het welzijn van mijn medemens. Dit streven probeer ik te bereiken met muziek, gezien muziek taal, politiek en nationale grenzen overstijgt.” Het is dan ook niet toevallig dat Casals’ gedachtengoed in de totstandkoming van ‘1000 Voices for Peace’ een belangrijke rol speelt. Anthony Heidweiller, zelf zanger en artistiek coördinator van het project: “Casals was inderdaad degene die ervoor pleitte om overal ter wereld op hetzelfde moment de 9e symfonie van Beethoven uit te voeren. Diezelfde man die
ijverde dat er in élk dorp en stad een eigen koor en orkest moest komen. Het was ook hij die voorstelde om de vergaderingen van de Verenigde Naties te beginnen met een lied. Als geen ander heeft hij ingezet op het bewustzijn dat kunst enorm belangrijk is voor de samenleving. Muziek en cultuur… dat moesten vanzelfsprekendheden worden, en dus geen ‘luxe’, zoals je nu hier en daar hoort. Hij had contact met staatshoofden, presidenten en koningen. En dit is wat hij hen als het eerste vroeg: ‘Hoe gaan we in uw land, in uw samenleving meer kunst brengen?’” Casals’ populaire, bitterzoete compositie ‘El Cant dell Ocells’, letterlijk: ‘het lied van de vogels’, gebaseerd op een Catalaans volksliedje, vormt de ruggengraat van het programma van ‘1000 Voices for Peace’. Maar het is ook Casals’ spirituele erfgoed dat dit project mee heeft aangedreven. Heidweiller, ferm: “Ik zie zingen als de grootste tegenhanger, het grootste medicijn, of het krachtigste ‘wapen’ tegen oorlog. Als we meer zingen, kunnen we elke oorlog doen ophouden! Dat vond ik ook zo bijzonder aan wat Krzysztof Penderecki [die een nieuw werk voor ‘1000 Voices for Peace’ heeft geschreven, RD] tegen me zei, toen ik hem in het voorjaar opzocht: ‘Jammer, hè, dat ik nog een stuk moet gaan schrijven om de mensen bewust te maken van het feit dat oorlog het kwaad is!’ Zingen is voor mij het énige wapen dat we gewoon hebben. Het is het vaccin tegen die oorlog. Het is, denk ik, ook niet toevallig dat er in die Eerste Wereldoorlog zoveel poëzie, en kunst is geschreven en gemaakt. […] Zingen is een proeve van, een test in democratie. Absoluut! Het is zo mooi, als mensen met elkaar zingen, ongeacht hun ras, afkomst, geloof, sociale achtergrond of wat dan ook. De zangers luisteren naar elkaar, stemmen het ritme op elkaar af en intoneren. Daaruit blijkt zoveel schoonheid, verbondenheid, liefde, plezier en warmte! Het blijft een gemis dat de politiek nog steeds niet zegt dat kunst belangrijk is, in toespraken bij de opening van het parlementaire jaar. Neen, in de plaats gaat het altijd over de economische situatie. Ik begrijp nog steeds niet waarom onze politici niet meer aandacht hebben voor de waarde van cultuur, van samen zingen. Hoe mooi zou het zijn dat een parlement ’s morgens de werkzaamheden begint met een lied? En dan niet per se de nationale hymne. Maar iets moois, dat zouden ze met elkaar kunnen zingen. Sport heeft zich inmiddels ontwikkeld tot die status, daar gaan ze met z’n tienduizenden ertegenaan. Een heel land ligt plat als het nationale elftal speelt.” Oorlog en muziek In zijn beklemmende, antimilitaristische ‘Oorlogsdagboeken 1914-1918’ beschreef de Franse korporaal Louis Barthas in het voorjaar van 1917 een scène in een hoeve, achter de frontlijn: “De soldaten zongen en vermaakten hun vrienden met liedjes en grapjes. Totdat op een avond een korporaal een lied zong dat als een protest klonk tegen het droeve leven in de loopgraven. Als een klacht, als een vaarwel aan de geliefden die ze misschien niet meer
zouden terugzien, als een kreet van woede aan het adres van degenen die verantwoordelijk waren voor deze schandelijke oorlog en van de rijke profiteurs die hen, die niets te verdedigen hadden lieten vechten. Honderden soldaten zongen in koor het refrein mee en aan het eind klonk een dol applaus waartussen kreten als ‘Vrede of revolutie! Weg met de oorlog!’ en
‘Verlof, verlof!’ te horen waren. Op een avond – patriotten, hou u vast –
weerklonk als een orkaan de Internationale. Dit keer waren onze bevelhebbers geschokt.” Barthas’ dagboeken volgen de vier lange oorlogsjaren dag na dag en, is, net als ‘Le feu’ van zijn landgenoot en strijdmakker Henri Barbusse, één grote striemende aanklacht tegen de oorlog. Barthas noteert, vertwijfeld: “Zal de toekomstige generatie, verbijsterd en verward door deze allesomvattende bloedige waanzin, het – als het beschreven is door iemand die het zelf heeft meegemaakt – ooit te begrijpen? Dat deze gebaren van broederschap een revolutionair protest inhielden tegen het verschrikkelijke lot dat mensen tegen elkaar ophitste die geen enkele reden hadden elkaar te haten? Mogen degenen die na ons komen zich dit realiseren, tot eer van onze generatie, van de beschaving en de mensheid. Het zal voor de een een troost zijn, voor de ander een voorbeeld, een les en een waarschuwing voor het gevaar een nieuwe oorlog te ontketenen.” Zingen komt in alle culturen, tijden en muziektradities voor, in zowel vredes- als oorlogstijd. Van de keelzang van de Mongolen over de Corsicaanse polyfonie, de schelle vrouwenstemmen uit Bulgarije, de Zwart-Amerikaanse gospel, het Gregoriaans gezang, de Koptische liederen, de Boeddhistische mantras,
de Surinaamse lofliederen en de
traditioneel Westerse koormuziek. “De zangkunst onderscheidt mensen en culturen, maar verbindt ook,” zegt Hendrik Storme, artistiek directeur van het Festival van Vlaanderen Brussel. “Zingen lijkt wel in het DNA van de mens te zitten. Dit hebben we als uitgangspunt genomen voor dit nieuwe oratorium voor de vrede, voortbouwend op de restanten van de erfenis van de Eerste Wereldoorlog en waarin meer dan duizend mensen uit 39 landen samen zingen. Want oorlog, vrede en muziek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Muziek is dus essentieel in de herdenking van de Grote Oorlog. Soldaten én doodgewone burgers hadden hun eigen liederen, simpele deuntjes die goed zijn voor de moraal of troost geven, die de verveling helpen verdrijven, de lange marsen verlichten of nieuwe kracht geven. Soms zijn het eigen creaties, soms volksliedjes die tot echte hits uitgroeiden. Ik denk bijvoorbeeld aan It’s a long way to Tipperary. Dat was enorm populair tijdens de Eerste Wereldoorlog, zelfs aan de Duitse kant.” Componisten leggen in hun werk vaak getuigenis af van de wereld die hen omringt. Zo oogstte de Poolse componist Krzysztof Penderecki met zijn Threnos. Klaagzang voor de slachtoffers van Hiroshima uit 1961 wereldwijd bewondering, omwille van enerzijds de nieuwe klankentaal die hij gebruikte, en anderzijds omwille van het bevreemdende effect dat
het werk bij de luisteraars teweegbracht. Diezelfde Penderecki schreef op vraag van het Festival van Vlaanderen – Brussel een nieuw werk, ‘Dies Illa’. Tijdens ‘1000 Voices for Peace’ gaat het werk “voor symfonisch orkest, massakoor en drie solisten” in wereldpremière. De componist draagt het op aan alle slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. “Als je kijkt in welke tijd we nu leven kan je niet anders,” vertelt Penderecki. “Ik ben een componist, en ik schrijf voor een publiek. Ik kan niet anders dan verslag uitbrengen over wat er in de wereld gebeurt. Ik kàn niet stil blijven. Te meer omdat ik vanaf jongs af aan met oorlog ben geconfronteerd. Ik was amper vijf toen de Tweede Wereldoorlog in mijn leven kwam. Ik kan je verzekeren dat het leven in Polen tijdens de oorlog allesbehalve gemakkelijk was. Eerst was er de bezetting door Nazi-Duitsland, en wat na het einde van de Tweede Oorlog overging in een andere bezetting, namelijk die door Sovjet-Rusland. Polen is sinds 1939 vijftig jaar onafgebroken bezet geweest! Dat verklaart allicht waarom ik zo met het fenomeen oorlog begaan ben. Als ik in pakweg Nieuw-Zeeland zou zijn geboren en daar was opgegroeid, zou ik dan dit soort muziek kunnen schrijven? Geen idee, maar ik denk het niet. [lacht] Ik voel me verplicht om dit te doen, om hierover mensen te doen nadenken. Ik ben nu de tachtig gepasseerd, maar in mijn familie had ik vier ooms die tijdens de Eerste Wereldoorlog onder de wapenen werden geroepen. Ook al is die Eerste Wereldoorlog nu 100 jaar geleden van start gegaan, maar hij leeft verder in de herinneringen…”
De gezongen revolutie Zoals de getuigenis van Louis Barthas aantoont, kan samen zingen een vonk opwekken, en heel tastbare effecten hebben. Zo is er het bekende voorbeeld van de ‘Gezongen revolutie’. “Dat was een belangrijke inspiratiebron,” zegt Anthony Heidweiller. “Er zijn prachtige films over gemaakt. Hier gaat het over: Estland was in 1989 in de greep van een enorme angst, voor de komst van de Russen, na de val van de Muur, en de ineenstorting van de SovjetUnie. Maar hoe zouden ze verzet kunnen bieden tegen het Sovjet-Russische leger? In elk dorp in Estland kwamen de mensen bijeen, namen ze elkaars hand vast, en ze begonnen te zingen. Vervolgens gingen ze met z’n allen naar Tallinn, naar het grote plein daar. Daar stonden toen een heleboel tanks, en die zijn dan – heel letterlijk – weggezongen! Ze hebben op een geweldloze manier hun verbondenheid geuit. Vandaag wordt die ‘revolutie’ nog steeds herdacht. Elk jaar komen de Esten samen om te zingen, met duizenden tegelijk, in een gigantisch stadion in Tallinn. En dan vieren en herdenken ze hun vreedzame overwinning.” Tien jaar later, in 1999, stuntten de Argentijns-Israëlische pianist en dirigent Daniel Barenboim met de Palestijn Edward Said. Samen zetten ze het West-Eastern Divan Orchestra op, met Joodse, Palestijnse en Arabische muzikanten. Door de banden tussen de bevolkingsgroepen aan te halen, wilden ze het vredesproces een duw in de goede richting
geven – een initiatief dat helemaal in de lijn ligt van het gedachtengoed van Menuhin, Rostropovitsj en Casals. Stuifmeel en bruggen bouwen Ook al zullen sommige rationele geesten het discours de effecten over samen musiceren en muziek beluisteren in twijfel trekken, toch geeft de wetenschap antwoord op een aantal vragen. Tijdens het zingen
komen er immers chemische stoffen vrij in onze hersenen.
Daarvan is oxytocine allicht de bekendste. Dat is een hormoon en een neurotransmitter, en dat speelt een rol in de menselijke geestesgesteldheid, en seksualiteit. Het wordt weleens het ‘knuffelhormoon’ of het ‘sociale verbintenissen’-hormoon genoemd. Wetenschappers weten nu met zekerheid dat het een belangrijke rol speelt in het welbevinden bij het aangaan van relaties. Nog meer positieve effecten: het hormoon geeft vertrouwen en vermindert stress en angst. Wat er nog gebeurt bij zingen? Net zoals bij lopers maakt het brein na een tijdje zingen endorfine aan, een stof die zorgt voor een onmiskenbaar (weliswaar licht) roesgevoel. Maar de luisteraars zijn eraan voor de moeite: endorfines worden enkel aangemaakt als je actief musiceert. Dat is nog niet alles: los van deze lichte vormen van genot en van welbevinden maakt zingen mensen ook gezond(er). Zingen is een fysieke inspanning, een activiteit dat het hart sneller doet slaan en dus het bloed doet stromen. Met andere woorden, net als sport is zingen goed voor het hart- en vaatstelsel. Bovendien komt er tijdens het zingen ook meer zuurstof in het bloed terecht. En dat is dan weer goed voor de concentratie. Onderzoekers hebben bovendien ook vastgesteld dat mensen met angstgevoelens, astma en depressies ook gebaat zijn met een zangkuur. Samengevat: het is een vorm van expressie die, zo lijkt het althans, niets dan voordelen heeft. Probeert u het zelf ook eens. Met deze inzichten krijgt het voornemen van ‘1000 Voices for Peace’, om “samen te zingen, als universeel bindmiddel tussen de mensen” een heel bijzondere betekenis. Menuhin zag zijn opdracht als volgt: “Het is immers de taak van de muzikale kosmopoliet om stuifmeel van bloem tot bloem te brengen, te zaaien, webben te weven en broze bruggen te bouwen.” Dat meer dan 1000 musici uit alle windstreken dit vanavond doen, is dan ook een krachtig symbool dat veel hoop biedt voor de wereld.
Interview met Anthony Heidweiller Artistiek coördinator Vanwaar jouw fascinatie voor ‘de massa’ – of beter, zo’n veelheid aan muzikanten? Anthony Heidweiller: (verbaasd) “Dat is de eerste keer dat mij die vraag gesteld wordt. Het komt gewoon op mijn pad. Ooit is het begonnen met het feit dat men vertrouwen in mij had.
Als in: dat ik het aankon. Ik ben ermee begonnen in 2005, met het YO! Festival in Utrecht. Dat was een jeugdoperafestival dat de ambitie had om de stad in te gaan, weg van het podium. Ik ben toen winkelcentra binnengestapt, bussen, flatgebouwen… samen met musici, véél musici. Dat was fascinerend om te doen, en het werkte ook. Het werd uiteindelijk steeds maar groter, en met meer en meer en meer muzikanten… Dit spruit allicht ook voort uit mijn fascinatie voor de samenleving. Ik wilde, voor ik ben begonnen aan het conservatorium, socioloog worden. (lacht) Ik ben echt op een blauwe maandag begonnen met sociologie te studeren. Want ik was en ben nog steeds zeer benieuwd naar hoe de samenleving werkt. En dat vind ik ook zo fascinerend om in dit deel van de wereld te leven – je leeft niet voor de familie, maar meer voor de samenleving. De vragen die ik daarbij stel is: wat willen we met die samenleving? Wat kan ik bijdragen? Ja, dat houdt me heel erg bezig. Net als cultuur zelf!” “Ik ben nu 53, en in de jaren zestig was het voor mij erg zoeken – ik moest mijn plekje vinden in die kosmopolitische wereld, die toen aan het openbloeien was. En daar nu mee bezig zijn geeft enorm veel energie. Ik vraag me af welke rol de kunst kan spelen om emotionele antwoorden te kunnen vinden in deze globaliserende, kosmopolitische wereld. Ik vind dat de kunst daar heel veel in kan betekenen! Want de politiek… heeft de antwoorden niet. Wij, zangers en kunstenaars, kunnen daartoe echt bijdragen. Het gaat om veel meer dan met de grote massa bezig zijn. Het gaat om iets doen, met de samenleving in de samenleving!”
Is je werk dan een politiek statement? AH: “Ik denk daarbij aan Pablo Casals, mijn grote inspirator. De man die ervoor pleitte om overal ter wereld op hetzelfde moment de 9e symfonie van Beethoven uit te voeren. Diezelfde man die ijverde dat er in élk dorp en stad er een eigen koor en orkest kwam. Het was ook hij die voorstelde om de vergaderingen van de Verenigde Naties te beginnen met een lied. Een man ook die als geen ander heeft ingezet op het bewustzijn dat kunst enorm belangrijk is voor de samenleving. Muziek, cultuur… dat moesten vanzelfsprekendheden worden. Hij had contact met staatshoofden, presidenten en koningen. En dat is wat hij hen als het eerste vroeg: ‘hoe gaan we in uw samenleving meer kunst brengen?’ Vandaag is er natuurlijk flink wat geprofessionaliseerd: we hebben onze zalen, onze orkesten enzovoort. Maar het basisidee blijft overeind. Namelijk: dat het niet gaat over virtuositeit in het musiceren, maar over authenticiteit. Dat is wat ik bewonder aan Pablo Casals. Nu zijn we aan het evolueren in de richting van de virtuositeit. Dat zie je duidelijk in de platen- of cdcultuur, want vaak hoor je, ‘ja, mooi, die aria, maar luister toch maar eens naar die opname uit 1963.’ Ik denk dat we meer het moment zelf, de uitvoering zelf, moeten waarderen. Nu gaan mensen naar het concert met ‘de perfecte opname’ in hun hoofd. Die willen ze horen.”
“De fascinatie voor de massa spoort op de een of andere manier met hetgeen ik hier nu doe met de amateurkoren. Ik voel een enorme authenticiteit bij dit soort projecten. Het komt recht uit een dorp of een stad, zo’n koor doet dat gewoon. Die dinsdagavond waarop ze repeteren, dat is voor hen een hele belangrijke avond! En daarmee werken, met dit segment van de samenleving, dat is echt geweldig! Dat gaat echt heel diep. Als ik er nu zo over nadenk, heb ik echt wel al veel grote koorprojecten gedaan, bij bijvoorbeeld de Nederlandse Opera, met zo rond de 1.000 zangers. In Duitsland was het dan weer met een pàk meer, 50.000 zangers! Tijdens de Operadagen in Rotterdam waren er zo’n 1.000 zangers. De koorcultuur is zoiets moois in een samenleving! Ik denk dat dat zoveel doet, als mensen met elkaar zingen, ongeacht je ras, je afkomst, je geloof, je sociale achtergrond, wat dan ook. Naar elkaar luisteren, intoneren, ritme…” Een oefening in de democratie dus? AH: “Die zin ga ik van je stelen. Zingen is absoluut een proeve van, een test in democratie. Ab-so-luut! Het blijft een gemis dat de politiek nog steeds niet zegt, in toespraken bij de opening van het parlementaire jaar, dat kunst belangrijk is. Nee, in de plaats gaat het altijd over de economische situatie. Ik begrijp nog steeds niet waarom dat niet naar voren komt. Hoe mooi zou het zijn dat een parlement ’s morgens de werkzaamheden begint met een lied? En dan niet per sé de nationale hymne. Maar iets moois, dàt zouden ze met elkaar moeten zingen. Sport heeft zich inmiddels ontwikkeld tot die status, daar gaan ze met z’n tienduizenden ertegenaan. Een heel land ligt plat als het nationale elftal speelt. Heb je dat ooit gevolgd, de ‘Singing Revolution’ in Estland, in 1989?” Neen. AH: “Er zijn prachtige films over gemaakt. Hier gaat het over: Estland was in de greep van een enorme angst, voor de komst van de Russen, in 1989. In elk dorp hielden de mensen elkaars hand vast, en ze zongen. En dan gingen ze met z’n allen naar Tallinn, naar het grote plein daar. Daar stonden toen een heleboel tanks, die zijn – letterlijk – weggezongen! Elk jaar komen ze samen om te zingen, met honderdduizenden! In een gigantisch stadion in Tallinn. Daaruit spreekt zoveel schoonheid, verbondenheid, liefde, plezier, warmte, noem alle mooie woorden, metaforen en termen die ertoe doen op dan! Ik heb in het kader van dit project net een workshop gegeven in het Koninklijk Atheneum van Koekelberg, waar geen muziek op het leerprogramma staat. Daar heb ik twee dagen lang workshops gegeven aan alle leerlingen, 500 in totaal. Elke workshop duurde zo’n uur. Ik begon telkens met een filmpje over de Singing Revolution in Estland. Ik heb een meisje echt zien huilen, want het is zo ontroerend! Welnu, het koor uit Estland, gaat met het koor van die school een optreden verzorgen – want we hebben er een koor samengesteld. Er hebben zich 70 jongeren
spontaan aangemeld! Je voelt in dat soort verhalen toch een enorme noodzaak om te gaan zingen. Misschien zijn we gaandeweg de afgelopen jaren die noodzaak wat kwijtgeraakt… Een paar jaar geleden had ik gasten uit Zuid-Afrika op bezoek, die kwamen eten. Zangers. Ze hadden geen bloemen meegebracht, geen cadeaus. Maar na het eten zongen ze een lied! En dat weet ik nog! Al die andere cadeaus, flessen, boeken, enzovoort… Da’s weg, die ben ik al lang kwijt. Maar dàt vergeet ik niet meer! Ik wil weg uit die softe hoek van, ‘het is wel leuk, zingen.’ Het is veel méér dan dat. Nog een voorbeeld. Ik denk aan de oorlog in Irak, 15 jaar geleden. Ik zag een uitzending op CNN, de camera vlucht een gebouw in, een kelder in, waar een moeder en haar kinderen zitten. Intussen wordt de buurt gebombardeerd! Het enige wat die moeder kan doen om de kinderen te troosten: ze gaat voor die kinderen zingen. Toen ik dat beeld zag, dacht ik: ‘Dit is het.’ En het feit dat we nu in een tijd leven waarin mensen zonder veel gêne zeggen: ‘Ik kan niet zingen’, zonder schaamte… En wel integendeel, vol trots! Dat vind ik bijzonder jammer.” “Ik wil echt een bijdrage leveren, onder meer in de projecten die ik doe, ook met componisten… De vraag is dan ook: wat voor repertoire hebben we nodig, in deze kosmopolitische samenleving? In het soort samenleving waar je steeds meer mensen hebt die niet van een blad zingen, dan wel samen improviseren? Willen we een nieuwe koorcultuur, of blijven we – wat oneerbiedig gesteld – in die oude, white, sophisticated corner? Willen we breed in die samenleving gaan? Vandaar dat we echt heel goed moeten nadenken over wat we met elkaar willen gaan zingen? En we krijgen geen mensen zo gek dat ze elke dinsdagavond twee uur lang willen zwoegen op een paar maten, en die modulatie die helemaal moet kloppen. Kom op! laten we gewoon zingen, en zet er een lekkere band onder, en laat ons gewoon zingen. Als daar dan het virtuoze uit voortkomt, nou ja, prima! Maar we mogen niet teveel inzetten op de virtuositeit. Dan missen we gewoon heel veel.” Wordt het discours dat ‘kunst belangrijk is, en echt de wereld kan veranderen’ niet te vaak weggezet als een onhaalbaar, ja zelfs naïef, romantisch ideaal? AH: “Hoe naïef is het om te denken dat we gewoon kunnen doordoen, en totaal geen rekening houden met het klimaat? ‘Het komt wel allemaal goed…’ Hoe naïef is het te denken dat de economische crisis ons niet allemaal zal treffen? ‘Ook dat komt allemaal wel weer goed!’ Ik denk dat ik daar toch eerder een naïef beeld in heb, dan in wat er met de economie gebeurt, de groei, dat het klimaat beter wordt, en hoe we gewoon in deze wereld bezig zijn. Is er een oplossing? Zingen raakt mij veel meer. Want er is maar één plek waarin mensen – buiten hun privésfeer, wanneer er bijvoorbeeld iemand dood gaat – geëmotioneerd raken, en dat is volgens mij bij het zingen! Emoties kunnen bij mensen op allerlei manieren opgeroepen worden. Dat kan evengoed zijn als je weer eens een miljoen binnenhaalt…
Maar voor mij is het zingen! Grosso modo: als ik muziek hoor, als ik kunst zie, het overkomt me, vaak met tranen. Ik luister, en ik hoor de tonen en opeens [grijpt met hand naar de keel, RD] gebeurt er dit. En als we steeds banger daarvan worden, denk ik dat we niet goed bezig zijn. Want we willen alles controleren. [snel] Ik moet en ik zal door de crisis heenkomen, ik moet en ik zal controleren, ik zal zoveel spullen kopen – ik trek me dus ook gewoon niks aan van het feit dat het met het milieu slecht gaat! Maar als het me echt raakt, dan is de muziek daar.” Wat is het verband tussen de Eerste Wereldoorlog en zingen? AH: “Ik zie zingen als de grootste tegenhanger, het grootste medicijn, of het krachtigste ‘wapen’ tegen oorlog. (ferm) Als we meer zingen, kunnen we elke oorlog doen ophouden. Dan vond ik ook zo bijzonder aan wat Penderecki tegen me zei, toen ik hem in het voorjaar bezocht: ‘Jammer, hè, dat ik nog een stuk moet gaan schrijven om de mensen bewust te maken van het feit dat oorlog het kwaad is!’ Het is het énige wapen dat we gewoon hebben, dus ja, wat is het verband? Het is het vaccin tegen die oorlog! Het is denk ik niet toevallig dat er in die Eerste Wereldoorlog zoveel poëzie, en kunst is geschreven en gemaakt, woorden…” Is het een bewuste keuze om te kiezen voor koren uit de landen die aan de Eerste Wereldoorlog hebben meegedaan? AH: “Kijk, ik hoop van harte dat het niet een incident blijft. Je hebt Europa Cantat, heel veel festiviteiten die mensen met elkaar laten zingen. Welnu, dit initiatief, met alle kinderziektes die we gaan tegenkomen, vraagt heel veel van de koren qua inzet – zeker van de Belgische koren! En daar heb ik zeer veel bewondering voor, en ik hoop van harte dat ze meer met elkaar gaan zingen. En meer compositie-opdrachten uitschrijven, aan ook goeie Belgische componisten. Het zou mooi zijn mochten ze meer met elkaar kunnen gaan zingen, om op die manier ook een signaal te geven aan de nieuwe generatie! Die jongeren van Koekelberg bijvoorbeeld, ik hoop echt dat hun koor blijft bestaan. Ze hebben alleszins al een naam, Colom (Catalaans), duif dus. Dàt hoop ik dat er meer en meer komt.” Kun je afgaan op je ervaringen sinds 2005 – heb je duurzame effecten gezien AH: “Bij de Nederlandse Opera in Amsterdam claimde ik elke laatste vrijdag van de maand de grote zaal. Ik deed toen een oproep om een stadskoor op te richten, een waarbij iedereen mocht aansluiten. We gingen een nieuwe compositie brengen, en in die zaal kunnen weliswaar 1700 mensen in, maar… we hadden een groep van maar liefst 800 zangers! En dat koor is er nu nog altijd, zes jaar later! Dat was zo bijzonder, want elke vrijdagavond zag je de groep groeien, groeien en groeien! Dat zijn heel bijzondere trajecten. Ik denk ook aan
wat ik in Duitsland heb gedaan, rond de Culturele Hoofdstad 2010, met 1527 koren uit het hele Ruhrgebied! En nu komt de derde editie. Wat we hebben opgezet: in elke stad gaan koren uit andere steden zingen, ’s morgens om 10 uur in de ziekenhuizen, dan in de kerken, en elders. ’s Middags zingen ze om 12 uur op het marktplein, om af te sluiten in het grote stadion van Schalke. En daar zingen zo’n 50.000 mensen samen! Veel hangt af van lokale trekkers, maar ook van het feit dat je het goed organiseert. Ik tracht altijd langs alle koren te gaan. De komende weken ga ik weer bij alle Belgische koren langs… omdat je het liefst focust op individuen. Als je dan eindigt met 1.400 zangers…”
Een koor van 30 zangers is nog behapbaar, maar een van die grootte, dat is toch iets abstracts? AH: “Roel, het is bij mij een soort van droom dat dit de wereld is! Het is een zingende wereld! Ik zou het zo mooi vinden dat… [bedenkt zich] Ik praat nu met je, en dat vind ik helemaal niet erg om met je te praten, maar het liefst zou ik met je gaan zingen! Ik heb een aantal vrienden en vriendinnen en daar hebben we van die avonden waarop we gewoon met elkaar zingen.” Voor het plezier van het samen musiceren? AH: “Ja, en ook wel improviseren hoor! Vrienden die met een oed of een saz komen, en die komen er dan gewoon bij. Ik zing ook bij het Kyteman Orchestra, dat is echt gigantisch! We hadden een tournee waarbij we op het podium alleen maar improviseerden! En dat voor een half jaar lang. De wereld wordt zoveel mooier als je met elkaar musiceert! Ik denk niet dat wij echte praters zijn… ik denk dat we nu wel in Europa, zeker sinds de Verlichting en de totstandkoming van de democratieën, zijn gaan praten. Om die wereld ook aan te kunnen! We konden ook echt een gigantische puinhoop geworden zijn als we dat niet gekund hadden. Als je zingt, is je ‘boodschap’ veel abstracter. Maar wat is daar dan de kracht van? Veel meer mensen kunnen zich in je boodschap herkennen!” “Tot mijn 14e stotterde ik. Ik had echt angst voor spreekbeurten in de klas, teksten moeten lezen in de klas… De angst ook voor de foute docent, die er maar op bleef hameren… Je. Moet. Het. Zo. Zeggen. En opeens kregen mijn ouders de tip dat ik moest gaan zingen. Ik herinner me nog zeer goed mijn allereerste zangles! Het ging daarbij vooral over het communiceren. Ik ontwikkel nu sinds een paar jaar een concept, onder meer bij de Nederlandse Opera. We houden lezingen, en tegelijkertijd treedt het koor op. Zo bracht het een speciale compositie van Wim Henderickx, waar je overheen kunt praten. En al die sprekers zeiden ons: dit mijn beste toespraak ooit! Stel dat wij hieronder, onder dit gesprek een muziekje hadden staan, mooie, goeie muziek – dan zou ik sowieso al anders praten. Dat
geeft toch ook al hoe belangrijk zingen voor ons is! Met praten gebeuren er zo verschrikkelijk veel ongelukken. Maar allicht zou dat met louter zingen ook zo zijn! Ik hoop dan ook dat dit project een bijdrage geeft aan het plezier dat mensen kunnen hebben door met elkaar te zingen.” Ga je het publiek ook betrekken tijdens het concert? AH: “Nee. Weet je, ik ben er laat bijgekomen… ik wíl dit project zo graag doen. Maar toch heb ik voor mezelf een grens moeten trekken. Want het wordt überhaupt zéér spannend, met 1.400 mensen die door de basiliek… manoeuvreren. Ze gaan lopen, in het begin. In het begin, als het publiek binnenkomt, is het podium helemaal leeg. En dan moet die beweging beginnen te ontstaan. Het begint dus, en die beweging stopt niet meer! 1.400 mensen gaan lopen, met heel zachte schoenen, langzaam lopen – want elk geluidje kun je horen in deze basiliek! Want we kunnen ook niet oefenen!” Welk repertoire ga je brengen? AH: “De rode draad is Pablo Casals, en zijn ‘El Cant dels Ocells’, het lied van de vogels, zijn lijflied. Dat zal in een aantal vormen weerklinken. Daarna heb ik het hele project in drie delen opgedeeld. De onschuld, de chaos en de hoop. We beginnen met de onschuld, met een stuk van de Chinese componist Tan Dun. Daarna gaan we naar muziek van de jonge, Noorse componist Ola Gjeilo. Met hem zou ik echt een project willen gaan doen. Zijn werk is in het amateurcircuit echt een hit. Zijn werk is echt prachtig. Vervolgens gaan we opnieuw naar ‘El Cant dell Ocells’, met blokfluit en kinderkoren. Vervolgens is het tijd voor de Chaos, die door een werk van Sofia Goebaidoelina, ‘Rider on a White Horse’ wordt gevat. Dat is een werk voor orkest. De zangers komen dan weer in beweging, met een grote knal. Tijd ook voor nieuwe zangers, want we hebben gewoon niet genoeg plaats op het podium voor 1000 mensen. Het is als het ware alsof de wereld aan het bewegen is, een bijenkorf. En dan eindigt het met het nieuwe werk van Penderecki, de hoop. Ik hoop dat het gaat werken, en probeer het zo in beelden te vatten. Want ik kan het niet overdoen, zie je. Je maakt iets compleet nieuws in je hoofd. Het is vreselijk!” (lacht) Wanneer is het project voor jou geslaagd? AH: “Die 9e wordt een fantastische avond. Maar wat ook heel bijzonder wordt is de week ervoor, als de koren met elkaar gaan zingen. Dat is eigenlijk, vind ik, wat meer past bij wie ik ben. OK, dat gaat ook over heel veel mensen, en er is het lokale, bij wie de koren een podium krijgen voor de ontmoeting, persoonlijker dan in de grote massa. Ik hoop dus echt dat die koren elkaar echt gaan ontmoeten.”
Hoe heb je de match gemaakt? AH: “Ik heb kennis gemaakt met zo goed als elk koor, wat maakt dat ik wel een goeie indruk heb van wat elk koor is. Je ontmoet iedereen, via Skype enzo. Dan denk je, wie vult elkaar goed aan? Da’s dan puur intuïtie ook, maar je weet toch al: wat is hun samenstelling, hun repertoire? En ik heb ook met de dirigent gepraat, en dan denk je, ‘nou ja, die worden gewoon vrienden, die dirigent en die dirigent. Die spreken dezelfde taal! Dan dacht ik vaak dat die en die, zal mooi werken! Nu dat al die koren hier in het hart van Europa verzamelen blazen, kunnen we met z’n allen iets nieuws gaan zingen! En daar meer en meer mensen bij betrekken!”
Interview Gunther Broucke Intendant Brussels Philharmonic en het Vlaams Radio Koor Brussels Philharmonic en het Vlaams Radio Koor participeren aan ‘1000 Voices’. Waarom doen jullie mee? Gunther Broucke: “Er zijn diverse redenen. Ten eerste is het project opgezet door een partner waarmee we graag en vaak samenwerken, te weten het Festival van Vlaanderen – Brussel. Twee: ik vond het belangrijk dat we op de een of andere manier deelnamen aan de herdenking van de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog. Maar ik heb mezelf ook sterk verzet tegen elke wat al te gratuite invulling – initiatieven die ons niet herinneren aan de horror enerzijds. Anderzijds vind ik net die initiatieven die ook een boodschap van hoop hebben, heel erg belangrijk. Voor mij is die Eerste Wereldoorlog altijd een groot raadsel geweest. Ik heb het geluk dat ik dag in dag uit in de kunstensector werk en leef. Als je naar die periode van de oorlog kijkt, en wat daaraan voorafging en volgde – laat ons zeggen, 1900 tot 1925. Dan heb je die verschrikkelijke oorlog waarin iedereen elkaar vermoordt. Maar in de kunsten zijn er ongelofelijke dingen bezig, die nog altijd, ook vandaag dus, de smaakpatronen en de structuren van onze kunstproductie nog steeds heel erg bepalen! Neem nu de ‘Sacre du Printemps’, uit 1913. Die is nog altijd bepalend voor het symfonisch oeuvre van vandaag. Ook zo in de literatuur, in de schilderkunst, in de architectuur en in de muziek… die hele periode heeft de wereld koorts, en het is merkwaardig dat de kunstenaars naar oplossingen aan het zoeken zijn, in de afrekening met… oudere tijden. Tezelfdertijd kiest de politiek het pad van het oorlogsgeweld, van de moordpartijen. Het is de eerste totale oorlog. We mogen niet vergeten dat niet lang daarvoor de Brusselse dames met hun karos naar het slagveld van Waterloo op uitstap gingen!” “De derde reden is dat dit project een serieuze poging doet om niet alleen de oorlog in de herinnering te brengen, maar tevens een heleboel mensen uitnodigt om samen te musiceren, en iets moois te maken. Dat past helemaal in mijn aanvoelen van hoe we met
deze gruwelijke geschiedenis moeten omgaan. Het is dus allerminst een goedkope ‘nooit meer oorlog’-slogan, maar het zoekt naar hetgene wat we in de plaats kunnen stellen. En dus: als we niet met elkaar gaan vechten, kunnen we veel beter met elkaar gaan zingen!” Kunt u zich vinden in de gedachte dat muziek bruggen kan slaan, en op die manier wezenlijk kan bijdragen tot vrede en verdraagzaamheid? GB: “Ik ben daar rotsvast van overtuigd dat ‘de kunsten’ in het algemeen daartoe in staat zijn. Ik moet u zeggen dat dat ook mijn streven is. Mijn ambitie is niet om van Brussels Philharmonic een goed orkest te maken, want dat is belachelijk – basaal zelfs. We moeten gewoon een goed orkest zijn, punt. Maar de vraag die elke kunstenaar zich zou moeten stellen is: ‘Welke rol of functie kan ik spelen in de maatschappij?’ Het aanzetten tot het nadenken over ons mens-zijn, dat ook verder gaat dan het oplossen van conflicten door elkaar simpelweg uit te moorden… dàt moet onze taak zijn. Weet je, hoe onderscheidt de mens zich van het dier? Door de gave van het denken. En denken betekent dat je twee, drie stappen vooruit zet. Je maakt abstractie, en ziet ook mogelijkheden die er mogelijks nog niet zijn. Kunst is voor mij bij uitstek het terrein waarop je dat kunt ‘beoefenen’, in de betekenis van pakweg Nietzsche, of Peter Sloterdijk. Van al die kunsten is er één die die beoefening van de abstractie ten top voert, en dat is de pure, instrumentale muziek. Literatuur heeft bijvoorbeeld nog woorden nodig, poëzie helpt ons om op een andere manier naar woorden te kijken dan de manier waarop we deze gebruiken in ons dagelijks leven. Precies zo voor de beeldende kunst, en film. Die geeft ook een andere kijk op de ons omringende werkelijkheid. Het urinoir van Duchamp is daarvan een goed voorbeeld. Het blijven echter wel objecten die verband houden met onze dagelijkse leefwereld. Muziek heeft eigenlijk geen enkele houvast, het is pùre abstractie. Ik denk dat dat een belangrijk element is. Zonder kunst vervallen wij tot het dierlijk gedrag. Dat is ook de reden waarom ik al dat geblaat over de ‘economische impact’ van de kunsten op de maatschappij zo’n flauwekul vind. Dat is toch niet de essentie? Dat is véél meer dan het eindtotaal op een boekhoudersbalans.” Hoe leeft u toe naar Penderecki’s wereldcreatie? GB: “Ik verwacht dat dit een wondermooi werk zal zijn. Het is trouwens bijzonder spannend! Een creatie is dat altijd. Het is toch een beetje een geboorte, met alles wat daarbij komt kijken. De nervositeit stijgt… En dat is eigenlijk een heel leuk proces. Er hangt elektriciteit in de lucht. Precies omdat we met zoveel verschillende partners binnen ‘1000 Voices’ werken. Je hebt al die koren, die elkaar nog nooit gezien hebben, laat staan met elkaar hebben gemusiceerd. En daar heb je de parallel met de oorlog weer: er zijn massa’s mensen die elkaar nog nooit ontmoet hebben, uit alle windstreken, en die iets met elkaar gaan doen! Ze gaan niet op elkaar schieten! Maar wel iets compleet nieuws creëren.
Ik vind persoonlijk dit veel opwindender dan, met alle respect, een zoveelste uitvoering van de 9e symfonie van Beethoven. Ik heb dus heel hoge verwachtingen!”
Interview met Krzysztof Penderecki Componist ‘Dies Illa’ Hoe is ‘Dies Illa’ tot stand gekomen? Krzysztof Penderecki: “Wel, ik heb deze opdracht aanvaard omdat het erg opwindend is om als componist zo’n enorm koor te hebben. Ik heb begrepen dat er meer dan 1000 zangers meedoen! Als componist is dat toch wel iets heel bijzonders, om zo’n ‘instrument’ tot je beschikking te hebben. Als ik erover nadenk, vermoed ik dat het grootste koor dat ik ooit heb gehad, bestond uit zo’n 300 leden. Het is bovendien ook erg bijzonder dat deze koren uit zoveel, en zo’n verschillende landen komen. Waaronder Thailand, India en Noord-Afrika! Elk land heeft zo zijn eigen koortraditie. Voor mij als componist betekent het echter dat je daarmee rekening mee moet houden. Het festival had me gevraagd om historische tekstfragmenten van getuigen van de Eerste Wereldoorlog, en ook gedichten over de oorlog te gebruiken. Maar dat vond ik te riskant. Omdat er zo mogelijks afbreuk gedaan wordt aan de samenhang van de muziek. Ik heb dan ook besloten, na de eerste gesprekken, en in overleg, om slechts één tekst te gebruiken, namelijk een uit de klassieke, Latijnse dodenmis. Dat zit heel erg geworteld in een traditie van meer dan 2.000 jaar. Het werk heet ‘Dies Illa’, en niet ‘Dies Irae’, want ik heb al een werk gecomponeerd met die titel, ter nagedachtenis van de slachtoffers van Auschwitz.” ‘Dies Illa’ betekent, vertaald, ‘Dag van Toorn’. Vanwaar die titel? KP: “Inderdaad. Maar weet je, oorlog is toorn, razernij! Oorlog en conflict komen geregeld terug in mijn werk, in mijn opera’s en de werken voor een a capella koor. En ik maak heel graag gebruik van de menselijke stem. Ik reken deze tot mijn favoriete idioom. Het interessante is dat in dit grote koor we een mix zullen hebben van professionele zangers en amateurs. Daarmee heb ik rekening moeten houden, en dat maakt dat dit nieuw werk iets minder technisch complex is.” U hebt inderdaad heel wat werken geschreven die oproepen tot herinnering, denk aan het Polish Requiem, Threnos – ter nagedachtenis van de slachtoffers van Hiroshima. Is dat uw manier om uw engagement uit te spreken? KP: “Als je kijkt in welke tijd we nu leven, kan je niet anders! Ik ben een componist, en ik schrijf voor een publiek. Ik kan niet anders dan verslag uitbrengen over wat er in de wereld gebeurt. Ik kàn niet stil blijven. Te meer omdat ik vanaf jongs af aan met oorlog
ben
geconfronteerd. Ik was amper vijf toen de Tweede Wereldoorlog in mijn leven kwam. Ik kan je verzekeren dat het leven in Polen tijdens de oorlog allesbehalve gemakkelijk was. Eerst was er de bezetting door Nazi-Duitsland, en wat na het einde van de Tweede Oorlog overging in een andere bezetting, namelijk die door Sovjet-Rusland. Polen is sinds 1939 vijftig jaar onafgebroken bezet geweest! Dat verklaart allicht waarom ik zo met het fenomeen oorlog begaan ben. Als ik in pakweg Nieuw-Zeeland zou zijn geboren en daar was opgegroeid, zou ik dan dit soort muziek kunnen schrijven? Geen idee, maar ik denk het niet. [lacht] Ik voel me verplicht om dit te doen, om hierover mensen te doen nadenken. Ik ben nu de tachtig gepasseerd, maar in mijn familie had ik vier ooms die tijdens de Eerste Wereldoorlog onder de wapenen werden geroepen. Ook al is die Eerste Wereldoorlog nu 100 jaar geleden van start gegaan, maar hij leeft verder in de herinneringen…” Denkt u dat muziek, en breder cultuur, iets vermag tegen geweld? KP: [glimlacht] “Ik was erg idealistisch, toen ik jong was. Ik dacht toen écht dat muziek, kunst, cultuur iets kon teweegbrengen in de geest van mensen. Tot mijn spijt denk ik dat niet langer, nee. Wij staan als kunstenaars aan de zijlijn. We kunnen enkel maar blijven proberen.” Hoe zal de muziek klinken? Zit deze in de lijn van uw vroegere werk, de zogenaamde ‘catastrofestijl’? KP: “Wel, ik schreef in de jaren 60 inderdaad in deze stijl, met grote clusters, en microtonaliteiten. Toen was dit soort muziek volslagen nieuw. Niemand had ooit zo’n muziek gehoord! Er is sindsdien veel gebeurd, en zoals ik zei, heb ik speciale aandacht voor het prachtige instrument dat de stem is. Ik denk bijvoorbeeld aan de ‘Dies Irae’, die allesbehalve conventioneel was. Ik probeerde opnieuw om echt nieuwe, vernieuwende muziek te schrijven, maar muziek die ook sterk in de traditie geworteld is. Ik denk dat ‘Dies Illa’ met één voet in de traditie staat, en met de andere in de ‘nieuwe muziek’ – waarbij je de menselijke stem echt op een bijzondere manier aanwendt. Dat gaat van een monumentale, massieve klank, over het nauwelijks hoorbare gefluister, praten… Daarnaast treden er ook drie solisten aan, en het Brussels Philharmonic. Ik kan je ook verklappen dat het orkest gebruik zal maken van een instrument dat ik heb uitgevonden, de tubafoon. Het is een instrument dat ik voor het eerst gebruikt heb in ‘7 Gates of Jerusalem’, en dit is de tweede keer dat ik het inzet. Het geeft een fantastisch geluid!” “Ik denk dat ik in mijn leven een enorme evolutie in mijn schriftuur heb meegemaakt. Je moet weten dat ik met componeren ben begonnen toen ik zeven was! Mijn hele leven ben ik nieuwsgierig gebleven, en heb ik muziek geschreven. Ik denk niet dat ik zoveel evolutie heb doorgemaakt in mijn schrijven voor de stem.
Ik heb mijn stijl gevonden, als het op vocale muziek aankomt. Ik ben ook echt dol op de menselijke stem! Dat is, voor mij althans, het meest veelzijdige, creatieve instrument! Ik ben dan ook héél benieuwd om deze wereldcreatie te horen.”
Interview Hendrik Storme Artistiek directeur Festival van Vlaanderen - Brussel “De Eerste Wereldoorlog was niet alleen een strijd onder Europeanen. De Britten, die in het begin van de oorlog maar over een klein leger beschikten, rekruteerden troepen uit alle hoeken van hun wereldrijk: Canadezen, Australiërs en Nieuw-Zeelanders. Maar ook soldaten uit Brits-India vochtten mee: Sikhs, Punjabi’s, Gurka’s. Ook de Fransen stuurden al vlug hun koloniale troepen uit Afrika naar het front. Voor België vocht een handvol Congolese vrijwilligers mee in het Belgische leger. Omdat er bovendien een groot tekort was aan arbeidskrachten, lieten de geallieerden later ook duizenden arbeiders uit China naar de frontstreek komen. Uiteindelijk zouden mensen uit meer dan 60 landen aan de eerste Wereldoorlog deelnemen. Maar wie weet nu nog dat er Indiërs vochten op de heuvels rond Ieper, Senegalezen sneuvelden bij de strijd om Diksmuide, Algerijnse ruiters trainden in de duinen rond Koksijde, Maori’s en Chinezen verbleven op de Kemmelberg. Het is dit weinig gekende hoofdstuk uit onze oorlogsgeschiedenis dat we met dit project onder de aandacht willen brengen. Als eerbetoon aan die talrijke buitenlandse soldaten die ons toen ter hulp zijn gekomen, maar ook als oproep tot reflectie over de actuele wereldpolitiek. Honderd jaar na de Grote Oorlog staat onze samenleving onder toenemende spanning. In grote delen van de wereld staan mensen elkaar naar het leven. Hebben we dan echt niets geleerd?” Samen zingen voor de vrede “In alle culturen en alle muziektradities speelt zingen een belangrijke rol. Van de keelzang van de Mongolen over de Corsicaanse polyfonie, de schelle vrouwenstemmen uit Bulgarije, de Zwart-Amerikaanse gospel, het Gregoriaans gezang, de Koptische liederen, de Boeddhistische
mantras,
de
Surinaamse
lofliederen
of
de
traditioneel Westerse
koormuziek. De zangkunst onderscheidt mensen en culturen, maar verbindt ook. Zingen lijkt wel in het dna van dé mens te zitten. Laten we dit als uitgangspunt nemen voor een nieuw oratorium voor de vrede, voortbouwend op de restanten van de erfenis van de Eerste Wereldoorlog en waarin meer dan duizend mensen uit tientallen landen samen zingen.”
Muziek, oorlog en vrede “Oorlog, vrede en muziek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Muziek is dus ook essentieel in de herdenking van de Grote Oorlog. Volgens Paul Knevel, conservator van het Legermuseum in Nederland, is een oorlog zonder muziek niet voor te stellen. Vijf eeuwen oorlogvoering, van de Tachtigjarige Oorlog tot de Golfoorlog, heeft een indrukwekkend repertoire aan muziekstukken opgeleverd die ‘intrigeren, verrassen, verbazen, emotioneren, soms ook irriteren, maar altijd weer aanzetten tot nadenken over het universele thema van oorlog en vrede’.” “Componisten hebben zich daarnaast van oudsher laten inspireren door oorlog en vrede. De verklanking van veldslagen in zogenaamde batailles mocht zich lang in een grote populariteit verheugen. Maar ook engagement is een belangrijke inspiratiebron. De westerse muziekgeschiedenis is dan ook veel meer door oorlog en vrede getekend dan we doorgaans beseffen. Beroemde composities als de Eroïca en Wellingtons Sieg van Beethoven, de Leningrad Symfonie van Sjostakovitsj, het War Requiem van Britten en bekende liederen als het Wilhelmus, de Marseillaise, Lily Marleen en Give peace a chance zijn zonder oorlogsomstandigheden niet denkbaar.” “‘Eigenlijk behoren liederen net zo goed tot de persoonlijke uitrusting van een soldaat als zijn ransel en zijn wapen’, zegt Knevel. Al eeuwenlang zingen soldaten hun eigen liederen, simpele deuntjes die goed zijn voor de moraal of troost geven, die de verveling helpen verdrijven, de lange marsen verlichten of nieuwe kracht geven. Soms zijn het eigen creaties, soms volksliedjes die tot hits uit groeien. It’s a long way to Tipperary was enorm populair in de eerste wereldoorlog, zelfs aan de Duitse kant.” “De strijd van 1914-1918 was ook de eerste oorlog waaraan componisten en kunstenaars zelf deelnamen of slachtoffer waren, zoals de Vlaamse organist en veelbelovende componist André Devaere. André Devaere, soldaat bij het 27e Linieregiment werd op 10 november 1914 nabij St.-Joris-aan-de-IJzer dodelijk in de longen getroffen. Hij was amper 24 jaar oud. Wat hij als klaviervirtuoos waard is geweest, kunnen we alleen afleiden uit de vele lyrische commentaren uit die tijd, want opnamen zijn er niet bewaard. Maar zijn composities zijn directe getuigen van het grote, loepzuivere compositorische talent dat hij als vroege twintiger had. De oorlog van ‘14-‘18 was voor componisten een kantelmoment. ‘Voor die tijd sloot je een overwinning af met een ‘Te Deum’ of een imposante mis. Na de slagvelden van Frankrijk en Vlaanderen kon dat niet meer: die oorlog was zo grootschalig, daar moesten nieuwe woorden en nieuwe muziek voor gezocht worden’, schrijft Knevel. In augustus 1914 trokken troepen onder het zingen van vrolijke en strijdbare liedjes naar het front. Met Kerst dachten
ze weer thuis zijn. De Eerste Wereldoorlog veranderde de muziekwereld echter voorgoed. Illustratief is het werk van de Engelse componist Edward Elgar en Gustav Holst. In 1914 klonk in hun muziek nog het patriottisch vuur door waarmee zij het uitbreken van de oorlog ondergingen. Vier jaar later waren zij een illusie rijker. Verdwenen was de retoriek van de parade. Donkere tonen overheersten na de Eerste Wereldoorlog.”
Interview Michel Vermaerke Voorzitter Festival van Vlaanderen - Brussel Hoe is dit project gegroeid? Michel Vermaerke: “Het Festival van Vlaanderen Brussel wilde samen met Toerisme Vlaanderen de herdenking van Wereldoorlog I, zowel letterlijk als figuurlijk, luister bijzetten. En dat met een uniek evenement waarbij de menselijke stem centraal staat. Hoe kon dat beter dan met een enorm koor samen te brengen? Een koor is immers een machtig collectief geheel van stemmen. Bovendien brengen we met ‘1000 Voices for Peace’ zangers samen uit landen die aan de Eerste Wereldoorlog hebben deelgenomen, van Australië over Thailand en India tot Canada. Ze brengen een muzikale ode aan de vrede, wat op die manier een sterk contrast wil schetsen tussen de menselijke zangstem en het gebulder van de kanonnen. Het is ook een ode aan Europa en aan het feit dat er, mee dankzij de Europese Unie, al meer dan 65 jaar vrede én gezamenlijke vooruitgang bestaan in dit deel van de wereld. Vandaar dat we ‘1000 Voices for Peace’ gekoppeld hebben aan een eerbetoon van de figuur van Herman Van Rompuy, uittredend voorzitter van de Europese Raad. Ik herinner aan het feit dat de EU in 2012 de Nobelprijs voor de Vrede heeft gekregen.” Bent u ervan overtuigd dat samen zingen echt een verschil kan maken? “Jazeker.
Mensen uit verschillende culturen komen hier bijeen. Ze drukken zich in een
gemeenschappelijke taal uit, die de gewone spreektaal overstijgt. Muziek en zingen roept ook bijzondere gevoelens op bij andere mensen.”
De artistiek coördinator, Anthony Heidweiller, omschreef het als ‘een oefening, een proeve van democratie.’ Kunt u hem daarin volgen? “Dat is mooi gezegd. ‘1000 Voices for Peace’ is van onderuit gegroeid en wil – letterlijk – een stem geven aan doodgewone mensen, uit alle windstreken. Het project onderstreept het belang van vrede, veel meer dan louter op een symbolische manier. Van hieruit dragen we met het Festival van Vlaanderen Brussel actief die boodschap van vrede mee uit. De verbondenheid die uit dit project spreekt is enorm. Op die manier geven we heel concreet vorm aan onze wens naar vrede over de hele wereld. Als je om je heen kijkt, zie je hoe kostbaar vrede is. Zeker als je hoort wat er vandaag in het Midden-Oosten, Oekraïne en Afrika gebeurt, in zoveel landen waar er – spijtig genoeg – oorlog en geweld heersen. Bovendien is er de wereldcreatie van Penderecki, wat ongetwijfeld een van zijn belangrijkste werken zal worden.” “Ten slotte hoop ik dat wij met dit project een aanmoediging kunnen zijn voor iedereen die met kunst en cultuur bezig is. Ik hoop dat we inspiratie kunnen bieden, de stem van Europa en de oproep voor vrede kunnen doen weerklinken, vanuit Brussel, onze aller hoofdstad.”