Wat iedere zorgverlener moet weten Recent nieuws uit de diabeteswereld
Prof. Em. Dr. Raoul Rottiers Endocrinoloog UZGent
13 Diabetessymposium Gent, 9.11.2010 AHS / NVKVV
Diagnosecriteria
1
Criteria voor diagnose DM 1.
2.
3.
Symptomen van diabetes plus een PG van 200 mg/dl, afgeprikt op een willekeurig moment van de dag, zonder rekening te houden met het tijdstip van de laatste maaltijd. De klassieke symptomen omvatten polyurie, -dipsie, onverklaarde vermagering of Een nuchtere PG van 126 mg/dl. Nuchter betekent geen calorie-inname sinds 8 uren of Een 2-uurs PG van 200 mg/dl tijdens OGTT
Hemoglobine A1c = A1C HbA1C: normaal 4,0 - 5,5 = graad van metabole controle DCCT(1993) - UKPDS(1998)
2
HbA1c als diagnosemiddel
5%: normaal 5,7 – 6,4%: prediabetes of verhoogd risico op diabetes ≥ 6,5%: diabetes
ADA - Diabetes Care, januari 2010
Nieuwe HbA1c-eenheden
International Federation of Clinical Chemistry (IFCC-Workgroup) Aangekondigd in 2007 Omschakeling van % (NGSP=DCCT) naar mmol/mol (IFCC) Implementatie in België in 2011? Wiskundige conversieformule: DCCT HbA1c(%) – 2,15 x 10,929 = IFCC HbA1c (mmol/mol)
Snelle conversieformule: voor hele getallen tussen 4 en 13: min 2, min 2
3
Conversie DCCT naar IFCC - Een snelle omrekening
Voor hele getallen tussen 4 en 13 Min twee, min twee...
7% = 53mmol/mol 7-2=5
Conversie DCCT naar IFCC – Een snelle omrekening
Voor hele getallen tussen 4 en 13 Min twee, min twee...
7% = 53mmol/mol 7-2=5 5-2=3
4
Conversietabel DCCT naar IFCC DCCT % HbA1c 4 4.5 5 5.5 6 6.5 7 7.5 8 8.5 9 9.5 10 10.5 11 11.5 12 12.5 13 13.5 14 14.5 15 15.5 16 16.5 17
IFCC mmol/mol HbA1c 20 26 31 37 42 48 53 58 64 69 75 80 86 91 97 102 108 113 119 124 130 135 140 146 151 157 162
Behandelingstargets bij DM 2
5
‘Treat to target A1c’
A1C is een sleutelmerker voor de efficiëntie van de diabetestherapie A1C spiegels correleren met patient’s relatief risico op overlijden en op microvasculaire en macrovasculaire complicaties De DCCT, UKPDS, andere recentere studies (Advance, Accord, Pro-active,VADT) en de grote diabetesorganizaties steunen de ‘treatment-totarget’ met als doel een A1C <7%
DCCT, Diabetes Control and Complications Trial; UKPDS, United Kingdom Prospective Diabetes Study.
Welke waarde voor A1C ? Let op bij DM2 van lange duur, met leeftijd van > 60 jaar en met CV-verwikkelingen
Mortaliteit
A1C 6,5
7,5
10 Lancet, 2010, feb 6, 375 (9713): 481-489
6
HbA1c ≈ Gemiddelde glycemie Doel
• •
ADA < 7 ACE & IDF < 6.5
ADAG = A1C derived average glucose (2008)
A1c 4 5 6 7 8 9 10 11
ADAG 60 90 120 150 180 210 240 270
Hypertensie bij diabetes mellitus
Doelwitwaarden voor bloeddruk bij diabetes:
130/85 Joint National Committee on prevention, detection and treatment of hypertension (JNC-6) - 1997
3-5% van diabetici bereiken dit doel!
7
Hypertensie bij DM2
Recent kwam een waarschuwing voor te lage BD bij DM2 patiënten met hoog cardiovasculair risico
Uit veiligheidsredenen =130 - <140/85 Invest-studie, JAMA, Juli 2010
Doelstellingen bij type 2 diabetes
HbA1c Systol. BD Diastol.BD LDL HDL Triglyceriden Aspirine ACE-inhibitor
≤ 7% (7,5 bij vaatlijden?) < 130 mm Hg (< 140 bij id.?) < 85 mm Hg < 100 mg/dl (70 ?) > 45 mg/dl < 150 mg/dl > 40 jaar oud (50 ,60 ?) Bij C.V. risico factoren
8
Therapie van type 2 DM (2010)
Stapsgewijze aanpak van Type 2 Diabetes
+ + +
Adapted from Williams G. Lancet 1994; 343: 95-100.
9
Antihyperglycemische middelen bij DM 2 De negen klassen (2010) Klasse
Beschikbare middelen
Biguaniden
metformine (Glucophage®, Metformax®)
Sulfonylurea
glimepiride, glipizide, glibenclamide, gliclazide,
a-Glucosidase inhibitor Glitazones
acarbose (Glucobay®) pioglitazone (Actos®), rosiglitazone (Avandia®)
Gliptines (= DPP-4- inhibitoren)
sitagliptine (Januvia®) , vildagliptine (Galvus®) saxagliptine (Onglyza®)
gliquidon
Gliniden
repaglinide (Novonorm®)
Combinaties
glibenclamide + metformine (Glucovance®) rosiglitazone + metformine (Avandamet®) sitagliptine + metformine (Janumet®) vildagliptine + metformine (Eucreas®)
Incretinomimetica (s.c.)
exenatide (Byetta®), liraglutide (Victoza®)
(= GLP-1 analogen) Insuline
veel
GLP-1: een incretine hormoon met multipele directe effecten op de menselijke fysiologie β
Hersenen
Pancreas
Verzadiging
Dundarm Glucose afhankelijke insuline secretie Insuline synthese Glucose afhankelijke glucagon secretie
Lever Glucose productie
Maag Maaglediging
Hart Cardioprotectie Cardiale functie
Adapted from Baggio & Drucker. Gastroenterol 2007;132;2131–57
10
De incretine hormonen spelen een cruciale rol in een normaal insuline antwoord
10
180
5
90
60 120 Tijd (min)
180
Orale glucose (50 g)
0
Insuline (mU/L)
270
0 –10 –5
Insulinemie
80
15
Plasma glucose (mg/dL)
Plasma glucose (mmol/L)
Plasma glucose
60 Incretine effect
40 20 0 –10 –5
60 120 Tijd (min)
180
IV glucose infuus
• Insuline antwoord is groter na orale glucose dan na IV glucose, ondanks vergelijkbare plasma glucose waarden Nauck et al. Diabetologia 1986;29:46–52, healthy volunteers (n=8)
De familie van op incretine gebaseerde farmaca Humane GLP-1 analogen, bv. liraglutide
Farmaca op basis van Exendine, bv. exenatide
GLP-1 receptor agonisten
DPP-4 inhibitoren,bv. sitagliptine, vildagliptine, saxagliptine
Farmaca op basis van Incretine
11
De boodschap blijft… “De doelstellingen van een aangepaste behandeling voor personen met diabetes moeten een ernstige inspanning inhouden om bloedglucose-spiegels te bereiken die zo dicht mogelijk aansluiten bij die van personen zonder diabetes, voor zover dit mogelijk is” Dr. Elliot Joslin, 1935
Sorry, educator! De diabetesweg neemt vele bochten…
12