Wat een narigheid!
Boekje ter herinnering aan het 30 jarig bestaan van Café Loetje 3 februari 2007
Voor rikkie
De toekomst van Loetje is verzekerd Café Loetje werd in 1995 overgenomen door de zoon van de knoestige naamgever Loetje: Jaap en zijn vriend Peter, die zich later terugtrok. Jaap is getrouwd met Pien en het paar heeft twee zonen: Marcel en Jeroen. De toekomst van het bedrijf is dus verzekerd. Marcel is al regelmatig achter de tap aan te treffen terwijl Jeroen, zo blijkt uit naaststaand verhaal dat hij als kind van pakweg 6 jaar oud schreef, over die zeldzame en onmisbare eigenschappen blijkt te beschikken die bij het runnen van een succesvol horecabedrijf noodzakelijk zijn. Namelijk: compassie voor mensen en een uitstekend zakelijk inzicht. Daarom als aftrap voor dit boekje zijn verhaal:
Toen ik nog in spanje was hoorden ik van mama dat Rikkie met haar fiets tegen de tram heeft aangebotst en nu ligt ze in het ziekenhuis met een kopote hooft en die hooft van haar is helemaal met scheuren en dat lijkt mij geen leuk gezicht maar ik wil wel naar het ziekenhuis om te kijken enom haar te troosten want dat vind ik wel erg zielig want haar hooft is er bijna af en dan leeft ze niet meer en dan moet ze de zaak verlaten en dat vind ik niet leuk en daarom schrijf ik dit voor jouw en ik hoop dat je gouw weer beter wort en dan krijg jij dit blad van mij wat ik op de computer heb geschreven en als je beter bent dan wens ik jouw een gelukkig leven en geen ongelukken gebeuren en jij vind het zelf niet leuk en ik ook niet en niemant vind het leuk als er ongelukken gebeuren en jouw man zeker niet en die heeft zeker een beetje gehuilt want het is zijn eigen vrouw en dankzij die anbulance is ze misschien geret en dat hoop ik maar want ze werkt bij ons in de zaak en ze kan ook heel goed werken en het zal jammer zijn als je dood ging en dat zal iedereen jammer vinden omdat ik schrijf dit voor alle mensen uit de zaak en ze zeggen tegen mij dat als ik vraag vinden jullie het jammer dat rikkie in het ziekenhuis ligt en dan zeggen ze allemaal tegelijk ja endat durf ik te wedden met iemand diedat wil zelfs met god en ook met rikkie zelf
Van: jeroen 2
De jaren vóór 1977… Waar dronk je bier? Waar at je biefstuk? Waar werd je uitgescholden? Waar hing je jas? Waar was je niet welkom? Waar was de gezelligheid weg? Hoe kwam je de dag door? Hoe kwam je de week door? Ik heb geen idee hoe het was ruim 30 jaar geleden. Maar het moet welhaast fantastisch geweest zijn.
foto Peter Bouhof
De laatste 30 jaar was allenig maar narigheid, weg gezelligheid. Ben bang dat het nog wel even door gaat. De ellende heeft inmiddels al Ouderkerk bereikt. Je zal er nog 30 jaar mee door moeten. Weer 30 jaar wachten op een gratis biertje... Waardeloos.
Wat iedereen vast wel eens heeft gedacht, kijkend naar het afgebladderde plafond, gebeurde! Net die fantastische biefstuk op mijn bord en ja daar kwam een enorm stuk plafond naar beneden boven op de biefstuk op mijn bord. Grote hilariteit! De serveerster kwam direct met een krantenartikel aandragen waarin hier al voor gewaarschuwd werd! Na veel gelach had ik een nieuwe biefstuk op mijn bord. Het nieuwe plafond is netjes maar ik mis het oude!
Grootkop
Jolanda Seegers 3
“Loetje, je moet de groeten hebben van Joop Heuvel...”
Hans van Walbeek 4
Een dag uit mijn dagelijks leven
Zie ook de recensies op webpages van restaurant beoordelaars. Prachtig, ze zijn heel divers. De een spreekt over “prima biefstuk met heerlijke ronde Amsterdamse bediening”. Een andere reactie luidt “de beste biefstuk van Amsterdam; laat me niet lachen; en wat een ongeïnteresseerde bediening”.
Plaats van actie Café Loetje te Amsterdam Binnenkomst circa 12.30 uur Doordeweeksedag Alweer een aantal jaren geleden
Heerlijk toch. Zo scheiden de bokken zich van de schapen en blijven de oude vertrouwde amicale sfeer en traditie in stand.
Dialoog met een waard geïmporteerd uit Noord Holland. Zeer goed geïntegreerd overigens.
Eetcafé Loetje is een van de mooiste en gezelligste tenten van Nederland. Je moet toch wel een bijzonder grote zijn als je je klanten gewoon eerlijk kunt laten merken of je ze wel of niet mot en toch gewoon altijd volle bak houden. Ik durf het niet bij mijn klanten, dus ik kom nog eens op cursus, als het mag.
“Goeie middag Loet” “Hai, ben je d’r alweer? Mot jij nie werkkuhh?” (geintje!) “Hé Loet, je hebt het wel tegen een klant!” “Jeezuss loa me niet lachuhh, ik heb geen klante alleen passjjente. Sein d’r soveel tente in Amsterdam, kom mijn dan hier niet ferfele”. (nog een geintje) “Loet, zo krijg je nooit een STER!” “Nouh , die stoppuh ze maar lekker in d’r reet”
Dertig jaar; een hele tijd! Ik mag er zelf bijna 17 jaar van meegenieten. Maar 30 jaar dat is nog niks. Houd deze traditie in stand en maak er minimaal 60 van. Ik ben dan 82 en reken dan op elke dag een gratis Koninkje. Ga zo voort fijne mensen, jullie hebben een prachtig team en een schitterend bedrijf.
Ja, zo ging dat, en gelukkig, zo gaat dat nog steeds, want de crew heeft het stokje goed overgenomen. Nog steeds hebben we het over “Hangjassen” en krijg ik te horen als ik mijn Koninkje heb besteld: “Asjeblieft je Koninkje, met een servetje erbij, da’s tege ut kweiile”.
Tabee Dick Schröder (DSV) 5
Café Loetje – Café De Vrije Handel Wanneer een glas zijn allertreurigste staat van totale leegte heeft bereikt spreken we van klinisch leeg. De patiënt dient dan terstond te worden ingevocht.”
De oorsprong van de contacten tussen café Loetje en café de Vrije Handel ligt uiteraard bij onze gezamenlijke en veel te vroeg overleden vriend Rob Tania. Rob maakte tot zijn dagtaak zijn verworven vrije tijd keurig te verdelen tussen de beide zaken en mag zich tevens medeoprichter van Loetjes braad-genootschap noemen. Eenieder die Rob gekend heeft weet dan ook dat hij van de kleinste zaken prachtige verhalen kon vertellen, zoals een goed reclameman dat ook hoort te doen, en waar wij als barpersoneel maar al te vaak mee geconfronteerd werden.
Rob overleed op zaterdag 28 augustus 2004 en typerend mag wel gezegd worden dat zowel Loetje als Jaap op dat moment in Café De Vrije Handel in Ouderkerk aanwezig waren vanwege ons jaarlijks terugkerend straatbiljart toernooi.
Zo had Rob ook een definitie over de diverse stadia van het getapte glas bier op de achterkant van een bierviltje geschreven. Ik citeer Rob Tania: “Het is dus zo dat een halve pils beter is dan een lege dop. Maar half is nog niet technisch leeg. Dat kan voorkomen als de patiënt te rap was bij het inpilsen. Het kritisch punt waarop half in technisch overgaat, ligt bij een fluitje op 4 cc, een gewone op 6 cc en bij een Verwoestemmertje op 8cc. (Bron: Waterloop laboratorium Delft). Irene 6
Café De Vrije Handel
Wordt Jaap z’n vader een watje? Zoals iedereen wel weet is Loet een fervente biljarter. Doet ook enthousiast mee aan competities. Die keer op een miezerige avond in Haarlem. Nou kon Loet nog wel wat oefening gebruiken, dus was hij de dag van de competitie bijtijds in het café. Daar ook geluncht natuurlijk. Om het spel niet te veel op te houden voornamelijk vloeibaar. ’s Avonds naar Haarlem: stormfok op, verstand op drie banden en blik op oneindig. Dat is met het formaat van Loet in zo’n provinciestadje geen goed idee. Vanaf zijn ooghoogte valt een muurtje van 30 cm maar al te gemakkelijk buiten het gezichtsveld. De kolos stortte neer. Wie Loet kent, kan zich het gebrul waarmee dat gepaard ging wel voorstellen. De volgende dagen tot ieders verbazing Loet de pest in. Onder de schrammen. ‘Wat is er gebeurd Loet? Pak op je sodemieter gehad?’ ‘Er is Niks!’. En dat minstens zeven keer. Tot het verhaal er eindelijk uitkwam. Loet was onderuit gegaan. Had een zeer poot. Hij moest zittend werken. En dat deed hij met veel gekreun. Toen hij op het feest van Rob Groot in januari niet aanwezig was, dacht ik direct aan het muurtje. Maar de smoes was een andere. Ik denk er het mijne van. Jaap, Loet, Pien, Marcel, Jeroen en alle medewerkers, ik wens jullie kracht en levenslust. Jur Wisse
Annelies de Korver 7
Een leuke anekdote Ik ben een regelmatige bezoekster van Café Loetje waar het altijd gezellig is.
Bij de feestelijkheden vanwege het dertig jarig bestaan van Café Loetje is enige contemplatie gepast, het handelt hier immers om een legendarisch cafébedrijf, dat van thuishaven voor bejaarde biljarters, uitgroeide tot een erkend biefstukken imperium. Een niet te kleineren prestatie, temeer als men beseft dat de oorspronkelijke uitbater: Loetje, zich op geen enkele wijze heeft gehouden aan de knellende regels die dertig jaar geleden in de horeca golden en die vaak nog steeds van kracht zijn. Het meest saillante voorbeeld hiervan is de manier waarop hij, jaar in jaar uit, zijn klanten probeerde te vervreemden of weg te jagen met nare, vervelende, soms zelfs kwetsende, opmerkingen. Kan men bij anderen als excuus aanvoeren dat de persoon in kwestie ‘het niet zo heeft bedoeld’ of dat ‘hij nu eenmaal niet beter weet’, bij Loetje lag het duidelijk anders; elke belediging was oprecht en gemeend.
Het personeel dat altijd vriendelijk en aardig is, draagt in hoge mate bij aan het succes van Loetje. Ik zei toevallig tegen een kennis van mij dat het biljart er nog steeds stond maar merkte van de week dat het dus al een tijdje weg is, dus dit betekent dat de gezelligheid is gebleven. Ik zeg altijd , ik ga even bij Loetje eten, maar door het aantal bekenden en de sfeer daar kom je gewoonweg niet weg. Ik wens Café Loetje nog een gezellige tijd en veel vruchtbare jaren toe zodat wij ook hier nog vele jaren van kunnen genieten.
De suggestie van enkele humorloze lieden, dat Loetje misschien ‘niet helemaal goed wijs is’ lijkt mij gezien het succes van de uitspanning onterecht. Het bevreemdt mij dan ook niet dat er een redactie commissie in het leven is geroepen om een en ander aan de kaak te stellen en te behoeden voor de vergetelheid.
Marielle van Eijsden 8
Helaas is de opdracht om een leuke anekdote aan te halen voor mij onmogelijk. Ja, om iets te schrijven over een ander café, dat zou ik wel weten. Zoals dat verhaal, toen tante Bep van het toilet gezaagd moest worden omdat zij ruggelings tegen de deur onwel was geworden. Of dat van ome Nelis, die na het verteren van zijn zoveelste oude jenever van zijn kruk viel en met zijn hoofd een gat sloeg in de granieten vloer. Of de kelner Joop, die op het toilet met zijn broek op de schoenen werd aangetroffen met een mooie jongen van het leger des heils, dat zijn nog eens anekdotes! Helaas in het geval van café Loetje blijf ik met een mond vol tanden, geheel verstild. Bij Loetje gebeurt namelijk nooit iets en gelukkig maar, in het leven wordt men al te dikwijls geconfronteerd met onverwachte of onvermoede zaken. Bij Loetje vind men rust en heerst er immer dezelfde sfeer, geen gekke dingen, in ieder geval nooit iets buitengewoons. ‘Business as usual’, daar kun je van op aan en de klok er bijkans gelijk op zetten. Toch staat ook hier de tijd niet stil, zelfs bij Loetje mankeert wel eens een klant die door verhuizing of door een carrièrewissel zijn heil elders meent te moeten zoeken en helaas is in de loop der jaren ons menig gast door de dood ontvallen. Daar is niemand en niets tegen bestand.
En ondanks dat het ons allen verdriet dat de zaak ‘niet meer zoals vroeger is’ wordt er ook wel eens verbouwd. Het moet zelfs voor de grootste traditionalist duidelijk zijn, dat het onmogelijk is gedurende dertig jaar een bedrijf te exploiteren zonder enig onderhoud of aanpassing aan de eisen des tijds, waarbij ik niet eens wil ingaan op de steeds veranderde eisen die de wetgever stelt aan etablissementen zoals café Loetje, het commentaar daarop laat ik graag over aan zijn naamgever. Het voorgaande in overweging nemende en in het bewustzijn dat niets eeuwig is, kan ik alleen maar de mooie hoop uitspreken dat we allen in de komende dertig jaar net zo fijn mogen genieten van een bezoek aan Loetje als vandaag de dag en ik zou willen besluiten met een hartelijk dank aan iedereen bij Loetje die mij gedurende dertig jaar een graag geziene gast maakte. Dank!
Sam Tjioe 9
Het Gymnastiekgezelschap wenst Loetje geluk met het dertigjarig jubileum! Om acht uur stroomt de meute binnen Dan kan het Woensdagfeest beginnen. Eén bier staat klaar, maar niet tevreden Roept men al spoedig om een tweede.
Is 't soms die fraaie acoustiek? Ja, ja, die is beslist uniek; Geen, die zijn buurman hier verstaat Maar geen, die daar een traan om laat.
Het sist naar binnen, immers allen Zijn dorstig van het volleyballen. Vaak is de bal niet goed geraakt Maar ook is menig punt gemaakt.
Want er is zoveel moois te zien: Die lamp daar, Art Déco misschien? En het plafond, dat was gescheurd, Is onlangs egaal bruin gekleurd.
Voor sommigen zijn wij "regenten". Toch zitten we niet op de centen: Jenever, bier en rode wijn, Onze consumptie mag er zijn.
Het oude was wel schilderachtig Maar 't nieuwe vinden wij ook prachtig; Nu kunnen er geen schilfers vallen Om onze maaltijd te verknallen.
Daarmee is Loetje reuze blij Dus houdt men graag een tafel vrij. O, waarom krijg je nooit genoeg Van deze echt té gekke kroeg?
Ook heel divers is het bezoek; Van streepjespak tot spijkerbroek, Van minirok tot mantelpak Beweegt zich hier met groot gemak.
10
En mooie meiden bij de vleet (Terwijl je ook nog lekker eet) Maar 't mooist is toch het personeel, Voor hen geen moeite ooit teveel. Alleen, als zij zich komen melden Met wat de heren eerst bestelden Dan moeten z' oorverdovend brullen Want niemand houdt er op met l..... Dan klinkt het: biefstuk, soep, tonijn!! Bij wie moet dat in godsnaam zijn?? Uiteindelijk komt het bij de goeie Al moet je daarvoor heel hard loeien. Het is al vele, vele jaren Dat w' hier gezelligheid vergaren En wees verzekerd dat wij hopen Nog duizend maal hier aan te lopen.
Het Gymnastiekgezelschap 11
De honden van Café Loetje De eerste hond was Gangster. Hij kwam uit het asiel en was superintelligent. Soms stonden we met de auto bij het stoplicht bij het Concertgebouw of bij de Heinekenbrouwerij en zagen hem braaf staan wachten voor de zebra tot het licht groen werd en iedereen begon over te steken. Dan ging hij mee, op weg naar een vriendin. Vaak moesten we hem ophalen uit verschillende asielen omdat de politie of goedwillende burgers hem smachtend ergens voor een vreemde deur aantroffen en zich over hem ontfermden. Hoewel zachtaardig van karakter mocht niemand in de kinderwagen kijken als ik met Marcel als baby in het Amsterdamse Bos wandelde. Dat liet hij niet toe. En er was één hond zijn vijand, een zwarte hond van een meisje uit de naburige straat. Ooit heeft hij toen die langs kwam de ruit van gewapend glas in de deur aan gruzelementen gesprongen omdat hij daarachter zijn vijand ontwaarde. Na Gangster kwamen Pino (van ons) en Riekus (van Loetje), twee boxers uit hetzelfde nest. Velen zullen zich Riekus (voluit: Riekus Kreuk van Eugenese) nog wel herinneren: door Loetje verwend met alle restjes biefstuk die op de borden achterbleven, of languit gezakt in een stoel in het café. Toen eens een man uit de buurt binnenkwam en Loetje vroeg of hij zijn hond niet meer voor zijn deur wilde laten poepen, vroeg Loetje verbaasd: "Maar waar woont u dan?" 12
Nadat de man zijn adres had verteld, zei Loetje: "Maar ach man, daar kom ik nooit", waarop de man antwoordde: "Nee, u niet, maar uw hond wel." 'S Middags ging Loetje altijd de twee broers uitlaten op het braakliggende terrein bij AFC. Nadat hij zijn auto in de prak had gereden ging hij steevast met de DAF die ik van mijn moeder geërfd had naar het terrein. Dat was een onvergetelijk gezicht: Loetje met de twee boxers naast zich op de bank in de DAF. Dat ik toen niet aan mijn fototoestel heb gedacht. En nu is er dan Janus. Een jachthond en een beetje een mietje. Ligt graag tijden met zijn kop op je schoot en kijkt je dan smekend aan of je misschien een viltje voor hem door de zaak wil gooien. Daar rent hij dan zo fanatiek achteraan alsof tien andere honden proberen hem voor te zijn. ‘s Ochtends voor het café opengaat deelt hij met Loetje drie koekjes. Maar bij Loetje logeren mag niet meer want dan maakt hij heel Buitenveldert wakker met zijn wolvengehuil. Als er een ambulance of een politieauto met sirene langskomt, gooit hij zijn kop in de lucht en laat een indrukwekkend wolvengehuil horen. Daarvan wordt Buitenveldert wakker, niet van een stuk of tien sirenes per nacht.
Pien 13
Herinneringen van een Grumpy old man
Bij Loetje is het altijd goed toeven.
Ja, wat moet je, als je ineens met een beleefde, bijna twee meter lange jongeman achter de bar geconfronteerd wordt, die vraagt wat ”u” drinken wil. Je valt van schrik bijna van je kruk. U? Het blijkt Marcel (kleinzoon van de naamgever, zoon van Jaap en Pien, de fameuze keukenprinses van het Braadgenootschap Johannes Vermeer) te zijn, besef je na enige tijd. En dan dringt langzaam de verschrikkelijke waarheid tot je door. Je wordt bediend door de derde generatie Klinkhamer. Qua beledigende en confronterende approach een mislukte, want buitengewoon aardige en beleefde zijtak van de roemruchte slagersfamilie. Want je was aan het barse en licht dreigend uitgesproken “Wat mot je joh” van Loetje gewend geraakt. En een beetje gehecht ook wel. Ineens besef je dat je een oude lul aan het worden bent. De derde generatie Klinkhamer, god sta me bij. Waar is de tijd gebleven. De bilarts stond er nog. Er was nog niks verbouwd. De toiletten stonken naar pis, zoals het hoort in een café. De vloerbedekking was tot de draad versleten en werd slechts door de hardnekkige, niet te verwijderen vetvlekken, bijeengehouden. Het geheel belangeloos, ja zelfs uit pure liefhebberij door ons vaste jongens bruingerookte plafond bladderde langzaam af. En dat hòòrt zo. Jaap en Peter, Riekie, Ilona en anderen wisselend personeel, waaronder Foppe als vaste spits, deden de zaal en de glasbak. Loetje stond als een
Carla en ik kwamen binnen met zes vrienden. Twee flessen rode wijn vielen om. Sacha en Ilona in full swing. kleding en stoelen gedroogd. Veel lachen. Twee nieuwe flessen op tafel. Prachtige avond. Moraal bij Loetje hoef je geen wit voetje.
Kees 14
rots in de branding vastgeklonken achter de bar, die hij als loopgraaf beschouwde. Niet weg te branden van zijn plek. Vijf glazen bier transporteerde hij met één hand, in elk glas één van de knoestige vingers van zijn machtige kolenschoppen: “goed voor mijn eczeem” beweerde hij dan. Gezien de omvang van zijn vingers is het maar goed dat hij geen arts is geworden. Je zult door zoiets getoucheerd moeten worden! Ja, toen werd er nog geblaft en beledigd dat het een aard had vanachter de bar. Trouwens Jaap kan het niet: beledigen. Hoewel, toen hij zomer 2006 het voltallige Ajax team, inclusief bestuur, directie, trainers, haptonomen en wat dies meer zij, een kleine zeventig man, de toegang weigerde tot Loetje aan de Amstel, met de woorden: “als het nou Barcelona was geweest…” dat maakte weer een hoop goed en gaf enige hoop op de toekomst. Misschien leert hij het nog wel, beledigen. Reserveren kan trouwens nog steeds niet, gelukkig maar. Gewoon aan de bar (of buiten) wachten tot er een tafeltje vrijkomt.
aan dit merkwaardige café. Het enige personeelslid dat in dat stuk niet genoemd werd was Foppe, die daar nota bene het langste werkt van iedereen - en ook nog de totaal in ongerede geraakte Parooljournalist naar huis toe bracht met zijn eigen auto. En uiteraard ontbrak Loetje ook niet in de fameuze rubriek: “Wie denkt…..wel wie hij is?” van de Nieuwe Revue. Dan was er nog het feestelijk gevoerde afscheid van Loetje, toen hij het café overdeed aan Peter en Jaap. Onlangs stond Jaap met zijn zoon Jeroen in “De Wereld draait door” nog een biefstuk te bakken op de tv, in een item over de beste biefstuk van Nederland. Vroeger werd die volgens sommigen gebakken in het café van Piet de Leeuw in de Noorderstraat, maar kenners weten wel beter. Dat was paardenbiefstuk. En geen ossenhaas. Jaap verklaarde in dat zeer geslaagde tv-optreden desgevraagd het geheim van de lekkere jus (Bleuband!) met de woorden, “gewoon in de bbbb.bbbbb….eh ….margarine.” Net binnengehouden het geheim, maar ja, nu ligt het evengoed op straat. Ook trachtte Jaap eens in een interview, met ik meen een journalist van Elzeviers Magazine, het succes van zijn café als volgt te verklaren: “ik snap het ook niet, wij pleuren het eten gewoon op tafel”. Menig tv- en kranteninterview met beroemdheden vond in café Loetje plaats. Mensen als Herman Brood (die toen nog in de buurt woonde) en Paul Witteman, ja zelfs
Café Loetje in de publiciteit Aan publiciteit heeft het trouwens nooit ontbroken. Het tienjarige bestaan van café Loetje was een van de eerste hoogtepunten, die in de pers de nodige aandacht trok. Het Parool weidde eens bijna de gehele zaterdagbijlage, inclusief cover, 15
hun slagersimperium verkocht en het café aangeschaft (café Ris heette het daarvoor) met de bedoeling om het nu eindelijk eens rustig aan te gaan doen en hun verdere leven geheel aan hun hobby’s te weiden (biljarten, toepje leggen en biertje drinken). Eindelijk werd er dan gevolg gegeven aan het beleefde verzoek van Loetje, om nu toch eens op te rotten en aan het werk te gaan. Een verzoek dat hij al jarenlang tevergeefs om een uur of twee ’s middags tot de aanwezigen richtte, teneinde nu eindelijk eens een biljartje of toepje te kunnen leggen. Maar de rust duurde niet lang, al spoedig trok het weer aan, mede dankzij de fameuze biefstuk en niet te vergeten, de inmiddels zeldzame kunst van het grof bejegenen der gasten. Rob Tania (r.i.p) heeft dat eens trachtten te verklaren met de theorie dat Loetje vooraan gestaan heeft bij het uitdelen van Horecavergunningen, maar dat het loket Hoffelijkheid net gesloten was toen hij zich daar meldde. De mooiste grofheid vonden wij, vond plaats tijdens hoog bezoek, toen de Kroonprins (toen nog een bierdrinker en vrijgezel en dat was te zien) een biertje kwam drinken. Omgeven door een aantal kleerkasten met oortjes in zat hij in de serre (glasbak). Loetje, die zich daar bij hoge uitzondering bevond, vanwege tijdelijk gebrek aan personeel, blafte “doenerig”langslopend de Kroonprins toe: “Mot je nog bier Plofkop?”. De kleerkasten, zelf van een niet
beroemde ex-voetballers, nu tv-presentatoren, waren en zijn hier regelmatig aan te treffen. Al die publiciteit legde het café geen windeieren. De mare dat men bij Loetje de beste biefstuk van Nederland, wat zeg ik, ter wereld kan eten, verspreidde zich al snel tot in de verste hoeken van het land. Van Geleen tot Meppel. Tot in de Bibblebelt toe. En - dat was het ergste niet - maar ze kwamen nog eten ook! Hoogte – en dieptepunten Behalve hoogtepunten heeft het café Loetje ook enige dieptepunten gekend. Vòòr de recessie, toen de reclamejongens het geld nog sneller uitgaven dan Joh.van Enschede het kon drukken, werd het café overdag namelijk nogal heftig door het reclamegespuis gefrequenteerd. Op vrijdagmiddag werd het bier over de hoofden van de op elkaar gepropte artdirectors, copywriters en reps naar buiten doorgegeven, zo druk was het dan. Die drukte viel weg, toen het slechter ging in de reclame. Ineens bedroeg de lunchtijd voor die “Hangjassen”, zoals Loetje dit publiek placht aan te duiden, nog maar één uur, in plaats van een hele middag. En declareren kon ook al niet meer. Nu had het afnemen van de drukte wel financiële gevolgen voor de zaak, aan de andere kant kwam dit de oorspronkelijke eigenaren ook wel weer goed van pas. Want zij hadden destijds 16
onaanzienlijk formaat, verstrakten even. Maar bij het aanschouwen van de machtige gestalte van deze opmerkelijke café-eigenaar, besloten zij niets te hebben gehoord. Een hoogtepunt! De drukte verlegde zich naar de avonden, waar het schouwburgpubliek even voor het begin van de voorstelling een biefstukje kwam nuttigen, als die doorgaans nette en cultureel hoogbegaafde lieden daar tenminste de kans toe kregen.
een café? Volgens sommige sociologen is een café een gesublimeerde huiskamer. Of, zoals anderen beweren, een substituut voor een huiskamer. Kortom een ruimte waar een man eindelijk de warmte en aandacht ondervindt die hij thuis node moet ontberen. Daar wordt hij immers eeuwig geconfronteerd met dingen die nog moeten worden gedaan. Naar het wasmachinesnoer kijken. Nieuwe lampen indraaien. Helpen met huiswerk, de stofzuigerslang repareren, vuilnisbakken buiten zetten, zijn schoonmoeder nu eindelijk eens een keer spontaan opbellen. In een café heeft hij daar geen last van. Als hij daar een biertje wil, roept hij gewoon: “Hé, doe hier eens een biertje” en dat hoeft hij thuis niet te proberen. Ja, een biertje naar zijn kop kan hij krijgen. Bovendien ontmoet hij in een café andere mannen, gelijkgestemden, die het thuis ook niet makkelijk hebben - en dat schept een band. Hij hoeft het overigens niet in zijn hoofd te halen die mannen thuis uit te nodigen. Die komen er nooit in. Een alleszins redelijke verklaring lijkt het, zo op het oog. Maar hoe deze filosofie te duiden bij café Loetje? Roep daar maar eens hardop: “ Hé doe hier eens een biertje”. Denk aan de blikken van Riekie, (dat doet ineens erg aan thuis denken…) en het overige barpersoneel en u begrijpt wat ik bedoel. Het doen van een bestelling dient hier met de nodige tact, gevoel voor timing en geduld te geschieden.
De yuppen komen! Daarna kwamen de beursjongens, de notarissen, de juristen, de bedrijfsadviseurs en ten slotte de yuppen. De vaste jongens stierven langzaam uit – of verdwenen in sommige gevallen naar verre landen om daar zogenaamd van hun oude dag te gaan genieten, zoals een zekere Rinus in Spanje. Wat daar dan te genieten valt, zonder een café als dit, ontgaat ons. Trouwens al hij even in Nederland is – en dat komt regelmatig voor, is hij altijd weer in het café te vinden. Alleen de kleine kern van overgebleven vaste jongens die zich nog hardnekkig aan hun glas vastklampen kennen hem nog. De aantrekkingskracht van een café (voor mannen) Wat is een café eigenlijk? En waarom zijn vooral mannen zo gek op cafés. Wat is toch die magische aantrekkingskracht van 17
Het café werd immers opgericht door Loetje en zijn broer Dirk en vooral Loetje heeft zijn stempel op het café gedrukt. Dirk hield zich liever op de achtergrond en bestierde met Bep (mevr. Klinkhamer) de keuken en deed de administratie.
Terwijl ook volharding een belangrijk en noodzakelijke eigenschap is. En toch blijven wij maar komen, sukkels, loosers die we zijn – en we brengen nog geld mee ook, terwijl het parkeren in de buurt al een klein vermogen kost. Zo lost een man in zijn leven eigenlijk twee hypoteken af. Eén op zijn huis en één op zijn café. Het zal wel een beetje masochisme zijn. En daar hoeft hij thuis ook niet mee aan te komen. Maar nu verder met ons verhaal.
Maar wij mogen echter nooit vergeten dat het Jaap was, die zijn vader met veel geduld en tact biertappen leerde. En dat Jaap, weliswaar niet erg bekwaam in het schofferen van zijn “patiënten”, zoals Loetje de clientêle placht aan te duiden, als hij het niet over hangjassen had, mensen, wél de bedenker van de volgende one-liner was: “Ik ben vier dagen weg geweest – en veertien dagen kwijtgeraakt”, toen hij terugkwam na een vierdaagse whiskytocht door Ierland of Schotland met zijn Horecavrienden van de club: “Omdat wij anders ook nooit iets hebben”. Daarmee bewijst hij in de schaduw van zijn vader te kunnen staan, die o.a. bekend raakte door zijn zelfbewerkte spreekwoorden: “Hoge bomen geven lange planken” en “Als er één schaap over de dam is heeft die klootzak het hek weer open laten staan.” En: “Een gegeven paard ben je kwijt. Ook een hele mooie:”Je kan een varken kaarten leren, als je maar tijd hebt” Terwijl: “Hij die vroeg komt, komt noot te laat” er ook mag wezen. En de diepste van allemaal: “Geen geld maakt ook niet gelukkig.”
Het stempel van Loetje Dat dit verhaal wel erg veel over de fijnbesnaarde, gevoelige ex-eigenaar en naamgever van het café gaat is helaas onvermijdelijk. Loetje, inmiddels 70-plus, heeft nog niets ingeboet op zijn imponerende en enigszins bedreigend overkomende gestalte – en komt nog regelmatig in het café om links en rechts wat onbarmhartige grofheden en beledigingen rond te strooien. Ook een vaak nogal pijnlijk aankomende spontane stomp op de nieren – als blijk van affectie – ligt nog op zijn repertoire. Zo voorziet hij op zijn manier in een duidelijk manifeste behoefte. Maar het thans dertigjarige café is niet meer van hem. En omdat dit verhaal wel erg over hem gaat, doen wij onrecht aan Jaap en Pien, Peter, Foppe, Riekie en al die andere medewerkers, die het café groot hebben gemaakt. Dat is echter onvermijdelijk. 18
Overigens is Jaap ooit heel hoog in biljarten geweest. Heeft zelfs nog les gehad op Papendal. En kreeg een ontheffing van de bond om – als kind nog - met de senioren mee te mogen spelen om het kampioenschap. Bij hoge uitzondering. En vanwege zijn geweldige talent. En of het zo voorbeschikt was, Loetje kwam tegen zijn eigen zoon Jaap uit in de finale. Op weg daarheen, in de auto, bewerkte Loetje zijn zoon zodanig dat hij er van overtuigd was, dat deze hem wel zou laten winnen – en na elke mislukte stoot (Libre was het) een paar mooie ballen voor zijn vader zou achterlaten. Maar nee. Jaap maakte het in negen beurten af. En werd kampioen. Het verhaal luidt dat Loetje na afloop tegen zijn zoon heeft gezegd, “Nou ga je ook maar lopend naar huis ook”.
waren de biljarts geruisloos verdwenen, niet allemaal tegelijk, nee heel slinks, één voor één, om plaats te maken voor bistroachtige tafeltjes en stoeltjes. Dat deed wel eens wat wenkbrauwen fronsen. En zo ging dat steeds verder, perfect getimed, langzaam aan, stiekem, gluiperig. Stukje bij beetje en op achterbakse wijze werd de bar verbouwd, inclusief de kunstig geknutselde bovenrand, waar de onbetaalde bonnetjes tussen de nooit aangebroken flessen Bols likeuren, die we nog nooit iemand hebben zien drinken, maar die elk café in Nederland standaard in voorraad heeft - wachtten op de finale afrekening. (Dat moeten goeie vertegenwoordigers geweest zijn, destijds bij Bols). Er kwam een aanstellerige kast om de witte wijn koel te houden. Wijn? In een café? Hallo: café is Frans hoor – en dat betekent: bier! (Althans in Nederland). Er werd geschilderd. De lambrisering werd vervangen door precies dezelfde lambrisering, maar dan akelig nieuw. Waarbij ook het portret van Loetje (rechts achterin) van de wand verdween, de voorkant van een speciale feest Telegraaf door de toenmalige vaste (reclame)jongens aangeboden bij het tienjarige bestaan, met een prachtige tekst van Gejus van Diggelen. Die moet dus als de sodemieterij terug! De destijds clandestien aangebouwde serre zat elke middag propvol. Ook het op initiatief van Rob Tania eveneens clandestien geplaatste straatnamenbordje van
De veranderingen Toen Jaap en Peter het café overnamen in 1995 veranderde er aanvankelijk niets. Dit tot de geruststelling van de clientèle, die hun hart vasthield. Nee dat deden die jongens slim, dat moeten we toegeven. Heel geleidelijk, zodat het niet opviel. Eerst werd de keuken verbouwd, dat ontrok zich aan onze blikken en laten we eerlijk zijn: het was nodig ook, daar waren wij het wel over eens. Toen werden de toiletten aangepakt. Het Amstelhotel is er nu niks bij. Van ons hoefde dat niet zo, maar oké. Inmiddels 19
de Ramblas. Daar in het hart van Barcelona ligt een mooi biljartcafé, waar bijna nooit iemand zit, volgens Jaap en Pien, die daar al jarenlang lekkerbekkend voorbijlopen. En dan even dromend stil blijven staan.
het “Drs. Foppe Plantsoen” is plotseling verdwenen. (Al twee keer gejat, volgens Foppe, de ongekend populaire barkeeper van Café Loetje, maar Sleutel Harry is bezig met een nieuw bordje dat zeer hecht aan de bakstenen muur verankerd zal worden).
Maar goed, we verplaatsen ons weer naar deze eeuw. Jaap heeft Peter inmiddels uitgekocht en heeft zich teruggetrokken in Loetje aan de Amstel, een succesvolle tent, die hij samen met een partner drijft – en waar maar zelden een plekje op het terras aan het water gevonden kan worden op mooie zomerse dagen. Ook Peter, die al snel het leven als jeugdige financieel onafhankelijke vrijgezel (miljonair beweren sommige jaloerse tongen) was al snel weer in zijn oude functie aan te treffen in dit filiaal, omdat hij de gezelligheid zo miste. Op zondag is de terrasruimte aldaar aanzienlijk groter, want dan is het Restaurant Groot Paardenburg (van Herman de Blijker, die grote kale van de tv) gesloten - en wordt hun terras simpelweg geannexeerd. Niet door Jaap, haast hij zich dan uit te leggen, “maar door de mensen zelf, die gaan daar gewoon zitten, dat kunnen wij ook niet helpen - en ja, dan bedienen wij ze maar”. Enfin. Zo gaat dat dus. En het is te hopen dat het nog jaren zo door mag gaan. Totdat ik bediend wordt door de vierde generatie Klinkhamer. Hoewel het ernstig te betwijfelen is of ik dat nog
De mare van de beste biefstuk van Nederland Het werd drukker en drukker. Dankzij de inmiddels landelijke bekendheid van de biefstukken. Die zijn van echte ossenhaas en wegen zo rond de twee ons per stuk. Mooi mals rood vlees, doorregen met fijne vetadertjes. Zo druk werd het dat wij – als vaste jongens aan de bar - inmiddels met argwaan bekeken door de yuppen, die dachten dat dit hun café was, langdurig op de kans moesten wachten om ook een bestelling te mogen plaatsen, bij welke vaak vergeefse pogingen wij niet zelden werden afgeblaft door Riekie: “zie je niet dat ik bezig ben”, waarbij ze het woord “lul” of “eikel” met enige inspanning nog net binnen kon houden. Hoe moet het nu verder? Het café Loetje bestaat inmiddels dertig jaar. Feest dus. Maar hoe moet het straks verder? Na de succesvolle lancering van Loetje aan de Amstel, wordt al gefluisterd over een Loetje aan 20
persoonlijk mag meemaken. Ook te hopen is, dat het frêle evenwicht tussen de doelgroepen (oude vaste jongens, yuppen, schouwburgbezoekers, enkele gepensioneerde reclamelieden van bedenkelijke aard, snelle beursjongens met tierelierende mobieltjes, juristen, notarissen en autohandelaren van allerlei aard en kunne - en ander dranklustig gespuis) nog langdurig bewaard mag blijven. Je moet er toch niet aan denken dat het een yuppencafé wordt? Ik even niet dus. Want dat zou voor mij het einde betekenen. Het biljartzaaltje in het bejaardentehuis, met seniorengymnastiek en veel te veel oude wijven als laatste vooruitzicht?. Bij het idee allen al, haast ik mij nog maar een grote pils te bestellen. Met tact natuurlijk. En veel geduld... en geef die jongens er ook eentje. ’t Is tòch feest, dus gratis! Gefeliciteerd met jullie dertigjarige bestaan. En dat het maar nog lang zo mag doorgaan.
Pieter Wilschut (redactielid (oude lul), maar evengoed Directeur Hoofd Suddersectie van het Braadgenootschap Johannes Vermeer, dat Café Loetje als Bijkantoor heeft overgenomen). 21
En de mensen stonden stil op straat Daarna een eetgelegenheid, waar je ook nog kon biljarten, kaarten en een borreltje drinken. Het bleef wel gezellig, maar het was toch anders.
Welnu, dan vraagt men je een stukje over Loetje te schrijven, en dat blijkt dan eigenlijk veel lastiger te zijn dan je had gedacht. Want ik ben helaas geen fenomenoloog, en Café Loetje is toch echt een fenomeen.
Nadat Loetje de zaak overgedaan had aan Jaap en Peter zag je de caféfunctie langzaam maar zeker vervagen. En de teloorgang van die functie bereikte het dieptepunt toen de biljarts plotseling verdwenen. Ik heb daar nog een rondeel aan gewijd dat in Adformatie geplaatst werd. Peter en Jaap lachten erom als de bekende boer met orthodontische problemen. En ze hadden nog gelijk ook!
Mijn eerste kennismaking met Café Loetje was aan het eind van de zeventiger jaren, en het was niet eens spontaan. Mijn Irene werkte er namelijk in de buurt (bij Lex Bosma) en dus was Loetje een handige plek om op haar te wachten. Er was nog geen serre en behalve Loetje liepen Anouschka en Gerrit er rond om de dorstige gast te bedienen. En dorst had ik, ook toen al, bijna voortdurend. Toen ik zelf ook in de buurt kwam werken werd Loetje een handig lunchadres, hoewel die lunches soms uitsluitend uit vloeibare materie bestonden. Last van de spijsvertering kreeg je er overigens niet van.
Ik heb er veel plezier gehad, en heb dat eigenlijk nog steeds, al kom ik er wat minder vaak. Ik zie nog de pastoor briesend van woede binnenstormen, met een gezicht dat nog roder was dan zijn habijt. Cor had zijn auto namelijk zo geparkeerd dat de lijkkist niet de kerk kon worden ingedragen. Of het wereldrecord in de consumptie van Jacob’s Creek, met Gerard, Joop, Piet, Karl, Eric en – nota bene – onze accountant. En ik kan nog steeds schateren om de gedragen kalmte waarmee Loetje zijn verlies in een potje kraken etaleerde…. de muren trillen nog steeds! Of mensen die op straat bleven staan wanneer Sacha een bestelling naar boven brulde. Echt waar! En mijn
We hebben het tienjarig bestaan destijds uitbundig gevierd met bijdragen in de feestkrant en vooral met veel glaasjes van het een of ander. Met de komst van de serre begon de verwording. Eerst een gewoon café, waar je kon kaarten, biljarten of de krant lezen. 22
stommiteit om met een rijk gevulde tas vanuit Abraham Kef even een neutje te komen halen, niet bevroedend dat daar een uiterst hongerig Braadgenootschap zat. Dat was kaassie, zou men in Amsterdam zeggen. En tenslotte de monoloog van Willem Suurbier over mijn gulp, een attribuut dat hij zelf bijna nooit kon dichthouden. Café Loetje is een onschatbaar onderdeel van mijn opvoeding geweest, een niet weg te cijferen gedeelte van mijn amusementsbeleving, en een onuitwisbaar stuk persoonlijke geschiedenis. Lieve mensen, dank daarvoor!
Jaap Lashley 23
Buren Op een dag kwam mijn jongste dochter thuis met de mededeling dat ze een nieuwe vriend had. Natuurlijk vraag je als vader dan meteen:"Wat doet die jongen voor de kost." Het antwoord was: "Hij is kok". Nooit weg is je eerste reactie maar dan vraag je natuurlijk: "Waar werkt hij", "Ja, zei ze toen, dat zal je wel niet weten maar hij werkt in een Eetcafé, LOETJE, maar dat zal je wel niet kennen”. Ik heb haar toen uit die droom geholpen en verteld dat ik al jaren bij Loetje kwam, want als ik naar het Concertgebouw ging, at ik eerst een biefstuk of gebakken lever bij Loetje. De verkering van mijn dochter met de kok is uitgegaan maar dat ik bij Loetje zal komen is zeker.
Toen ik 1975 in de Ruysdaelstraat op nr. 3 ging wonen, keek ik met een schuin oog op het café op de hoek, en ging daar maar eens naar binnen. Mijn indruk was: dit is een echt buurtcafé, om een biljartje te maken, te klaverjassen met kerst om een kalkoen en het gebruikelijke pakje roomboter en kerstbrood. Niks voor mij dus. Een ouwe lullentent was het in mijn ogen. Wegwezen Henk, dacht ik bij mezelf. Sinds 1985 woon ik 10 kilometer van Café Loetje verwijderd en nooit gedacht of gedroomd dat het mijn stamcafé zou worden. Dat kwam zo: in 1990 werd ik getipt dat ze bij Loetje een heerlijke biefstuk konden bereiden met jus, ik zei: “dat bestaat niet want die is alleen te verkrijgen bij het Café van Piet de Leeuw, dat is dé biefstukkenzaak van Amsterdam”. Toch maar proberen en ik was verkocht. Sinds 1990 kom ik regelmatig elke vrijdag met mijn waarde vriend André Kraan om de week door te nemen en een Lunch te gebruiken. En zo af en toe ook een avond om te genieten van die heerlijke biefstuk.
FOPPE Foppe heeft altijd moeite gehad mijn naam, Chiel, te onthouden. Hij noemde me altijd Guus en de laatste tijd noemt hij me CHEF. Het zal wel een keer goed komen.
Café Loetje is een zaak met eigen kenmerk het begint al met het pleintje ervoor Drs. Foppeplantsoen horecavenier, vernoemd naar de barman Foppe die als hovenier de planten voorziet van water en voeding, en dan de houten tafels met caféstoelen,
Chiel Bakkenist 24
Heugatapijt in een oververhitte serre. Je zou zeggen wat is dit voor een tent? Maar dan de bediening! Die vriendelijke, aardige dames: Riekie, Ilona en al die anderen, die je op natuurlijke manier begroeten en geen overdrevenheid in zich hebben en dan zie je dat Heugatapijt niet meer, nee dat hoort bij Loetje. Niet veranderen dus!
Foto café Loetje
Hoe kan een buurtcafé uitgroeien tot een nationale bekendheid? Ik vraag me dat wel eens af als gepensioneerd marketingman. Een menukaart is er niet. Een bord vertelt er wat er verkrijgbaar is. Zoals soep van de dag, macaronischotel, “dobbekroket”, diverse salades, et cetera. Maar het gaat toch om de beroemde biefstuk, een flink stuk vlees, mooi rood van binnen, eigenlijk precies zoals je het hoopt dat ie zou zijn. En mals ook, maar ja we spreken hier dan ook over echte ossenhaas. En het is een eetcafé met een unieke sfeer door zijn verscheidenheid aan gasten . Dertig jaar bestaat het nu. Uitgegroeid tot een algemeen begrip in Amsterdam en omstreken. En ter gelegenheid daarvan worden wij uitgenodigd voor een feestje, Loetje trakteert! In één feest al je investeringen in Café Loetje er weer uit roept de uitnodiging wervend. Volgens mij is één avond te weinig na 15 jaar bezoek.
Ik wil besluiten met de vaststelling dat Jaap en zijn biljartmaat Peter er iets unieks van hebben gemaakt. Ik wens jullie veel succes toe en gezondheid en begrijp dat de nazaten van Jaap al in het bedrijf werkzaam zijn dus de toekomst is verzekerd. Henk Meijer 25
Loetje 30 jaar Of weer een andere keer dat ik met Foppe richting sluit aan de ene kant van de bar stond en dat ik vroeg hoe nu precies de biefstukken gebakken werden. Dat ik de chef naar zijn geheim vroeg, hetgeen natuurlijk niet kan. Op samenzweerderige toon zei hij me dat ik achter hem aan moest lopen. Ik liep achter hem aan, door de smalle deur scherp linksaf omhoog. Het kleine trappengat waar duizenden en tienduizenden biefstukken ooit afdaalden, hordes salades, vrachtwagens vol friet en sloten mayonaise, uitgebakken spekkies en grootmoeders slappe sla. Met knikkende knieën, zwetende handen en een hart bonzend in mijn keel: weldra zou ik oog in oog staan met Het Geheim Van Loetje. Na een snelle rondleiding door een ruimte met ouderwetse kleine geelbruine tegeltjes, spoelbakken, een enkele opslagruimte en een koeling komen wij uit bij vier gasfornuizen. Zoals oma ze heeft en zoals je ze op studentenkamers ziet. Niet veel groter en zeker niet bijzonderder. Ik tel 16 pitten en evenzoveel aluminium pannen hangend erboven. Een enkele reservepan, of laten het er twee zijn. Afzuigkap over de volle breedte, maar dat is het. Ik kijk Foppe aan en hij ziet de verbazing in mijn ogen. "Ja jongen, dat is het. Meer is het niet. En als hier een nieuwe kok komt werken dan wordt het bakken van de biefstuk doorgegeven. Op ambachtelijke wijze en met liefde voor het vak."
Die ene keer dat ik bij Loetje binnenkwam ergens in 1993 op aanraden van een vriend omdat ze bij Loetje 'de beste biefstuk van Amsterdam' zouden hebben... en ik zeker niet teleurgesteld raakte. Of die keer dat ik aan tafel werd gezet achter het biljart omdat er 's avonds toch niet gebiljart werd. Nee dat is nogal logisch, maar waarom niet gewoon dat biljart eruit? Je hoort mij niet zeggen dat ik het biljart eruit heb gewerkt, maar je zult ze bij Loetje niet horen zeggen dat ik het biljart zo graag wilde houden. De keer dat wij met onze oud-docent drankenkennis aan tafel schoven, geboren en ook getogen Amsterdammer daarna sinds mensenheugenis docerend aan een van de hoogste hotelscholen van het land in het diepe zuiden van Limburg. En hij bleef maar zeggen dat Piet de Leeuw de enige biefstuk van Amsterdam serveert. Hij hield zijn mond bij de eerste hap. Hij at het restje biefstuk van zijn buurman op. Hij bestelde een tweede biefstuk om 23:00 uur, maar ook voor hem sluit de keuken om 22:00 uur. Om 1:30 uur in de nacht bij het verlaten van het etablissement lalde hij dat hij terug zou komen. 26
Een keer zag ik Huub Rothengatter zitten in de serre. Rothengatter, de manager van Formule 1 coureur Jos Verstappen en zelf oud-coureur, overleefde crashes en gevaarlijke snelheden, maar bijna mijn bestek niet. Ik liep op hem af en wilde hem een hand geven, als fan van Formule 1 hem een prettige avond wensen, maar was vergeten dat ik bestek bij me had. "Rothengatter doodgestoken in restaurant", de volgende dag in de krant. Het had zomaar gekund. Die keer dat wij met de club hadden gegeten en uitbuikten na twaalven. Gevulde Irish Coffees op tafel, de lege ernaast, sigaren in de lucht. De gedistingeerde oudere heer van zeker 70 jaar loopt langs, gekleed in driedelig. Of hij niet weet dat dat niet hoeft hier, vertellen wij hem. "Maar daarom doe ik het juist", zegt de man op schalkse wijze. Hij is verzekerd van onze aandacht. Een sigaar en een Irish Coffee voor de man die ons uitlegt dat hij alle etiquette kent. Dus ook weet hoe daar precies tegenin te gaan. Wij zijn onder de indruk. Wij raken zelfs sprakeloos als na enige tijd een aanmerkelijk jongere dame achter hem komt staan. Geduldig wacht zij tot hij klaar is met praten. De gedistingeerde oudere heer legt uit dat zij zijn vrouw is en dat hij, die wat jongere man achter haar en net iets jonger dan zij, haar vriend is maar dat hij niet hoeft te weten hoe zij sex hebben.
Of een keer dat wij met meer dan acht personen elk drie Irish Coffees dronken en de slagroom op was. Hoewel het de eerste keer was dat dit gebeurde, werd deze mededeling later te pas en te onpas gebruikt door Loetje's bediening om notoire leden van de Irish Coffee Club bij de les te houden. Of die ene keer met twee oudere dames in de linker achterste hoek waar het biljart altijd stond. Wij zijn met z’n drieën en uitgelaten. Het is rond 19:00 uur op een rustige dinsdag en de oudere dames vroegen ons of het wat stiller kon. Zij hadden niet gezien dat de tafel waaraan wij gingen zitten gedekt was voor 25 personen. Nog geen half uur later konden wij niet meer verstaan of zij het nog gezellig vonden ondanks nadrukkelijk en herhaaldelijk groepsgewijs luidkeels navragen. Vrijdagavond borrelen bij Wildschut en om 21:55 naar Loetje om de laatste tafel te bestellen voor gemiddeld acht personen. Eerst bier aan de bar, dan een tafel in de hoek. Veel herrie, dat is eerder regel dan uitzondering, met vorken zwiepen en met messen wijzen, verhitte discussie of gewoon veel plezier, sla-biefstuk-friet en als de laatste nog zat te eten vlogen de eerste Irish Coffees al over tafel tot een stuk of drie. Dan weer gewoon bier en een verdwaalde cognac tot Foppe of Lien, 27
Loetje, ooit aan de bar bij Piet van Raak in Ouderkerk a/d Amstel:
geheel afhankelijk van hun bui of de onze, de klok liet doortikken tot 01:30. Loetje, het restaurant in Amsterdam met een bewegende bar na twaalven.
“Piet, dat je het hier al zo lang uithoudt!”
Ik heb biefstuk leren weigeren elders op de wereld. 'Een biefstuk komt van Loetje', een waarheid als een koe waar wij niet omheen kunnen. Tranen in de ogen, buikpijn van het lachen, anekdotes te over, verhalen voor later, héél veel van hetzelfde om nooit genoeg van te krijgen. Ik nam mijn vriendin mee naar Loetje, zij is nu mijn vrouw. Loetje die ene keer... we weten het ons te herinneren. De ene keer beter dan de andere keer al naar gelang de omstandigheden, maar Loetje ELKE KEER de allerbeste biefstuk van een griezelig constante kwaliteit. Maar Loetje is meer. Loetje is die onbeschrijflijke huiskamer waar de tijd stil staat en waar de tijd vliegt. En vooral: wat een onbeschrijflijke tijd. Al had ik 20 miljoen dan zou er niet veel veranderen, want erg veel beter dan Loetje kan het niet worden.
Ed Kiers, veelgebruiker, & Pieter Buijs, Hans Spuijbroek, Luc Verkouteren, Hugo Potharst, Raoul Dumoulin, Roddy van der Maat, Rene van Erk, Edgar Schrader, Frans Angenent, Pieter Bakker, Marco ten Hoopen Geert Wijnhoven, Arnold Streefkerk, Henk Dollekamp, Martijn Driessen, Mark Steinfelder
Wouter Knapper & Anja Visser 28
Merkwaardig Nou daar zit ik dan achter de computer om iets te schrijven over, zoals de Redactie Commissie dat noemt,"het merkwaardigste café van Amsterdam". Ze hebben gelijk en ik kan het weten want ik werk er al weer 12 jaar, jawel, ik heb het voor de zekerheid nog nagekeken. Ik heb er dan ook heel wat "merkwaardige" dingen mee gemaakt in die tijd maar om die hier allemaal op papier te zetten gaat me te ver. En buiten dat, het zogenaamde boekje zou dan de uiteindelijke afmeting van een bijbel krijgen en dat is geloof ik niet de bedoeling. Eén merkwaardig feit betreffende mijn persoon zal ik jullie niet onthouden. We schrijven de dag 2 januari 1995, ik was door een klant van de Myrabelle waar ik toen werkzaam was, Harrie Aurik, er op geattendeerd dat ze bij Loetje iemand nodig hadden en dat die baan op mijn lijf geschreven zou zijn.
zitten praten aan de bar en was aangenomen. Ongekend kort voor een sollicitatie, maar ik begreep al snel waarom het zo kort duurde, hij moest kaarten. Afijn,ik moest me de volgende dag melden om 11.00 uur en daar stond ik dan. Ik werd opgevangen door Riekie die me de hele dag verder alles uit de doeken deed over het reilen en zeilen bij Loetje. Om 16.30 uur zegt ze tegen me, "ga jij er maar mee stoppen, er komt zo ander personeel". Zo gezegd zo gedaan. Ik pak mijn jas en drink nog wat voor de bar om te kijken wat er gebeurt. Inmiddels was het wat drukker geworden. Riekie liep de benen onder haar lijf vandaan, maar ik hoefde niet te helpen. In plaats daarvan kreeg ik nog een glas bier. Op dat moment komt Loetje naast me staan en geeft me onder uit de kan, hoe haal ik het in mijn hoofd om voor de bar te gaan zitten terwijl het zo druk is. Ik leg hem het uit over wat Riekie tegen me gezegd had maar daar nam hij geen genoegen mee. Ik kon opsodemieteren en kreeg op staande voet ontslag. De dag erna ben ik naar hem toe gegaan om er over te praten,hij was weer goed geluimd met het resultaat dat ik er dus na 12 jaar nog rond huppel. Merkwaardig genoeg? Ik vind van wel, op naar de volgende 12 jaar?
“Ja”, dacht ik, “dat is lekker, moet ik daar gaan werken?” Ik was er namelijk al een paar keer wezen kijken en verbaasde me iedere keer weer over hoe het er daar aan toeging. Het had niet veel met horeca te maken, volgens mij. Behalve dan dat je er kon eten en drinken.(de oudere patiënten onder u zullen dat kunnen beamen en begrijpen wat ik bedoel) Maar, ik had zoiets van: laat ik het proberen. Ik heb ongeveer 2 minuten met Loetje
Foppe. 29
Feest... nou voor mij bijna nooit. Het is een hondenleven dat ik lijdt, overal wordt ik weggestuurd. Met of zonder huisgezin, het maakt de Amsterdamse horeca geen fluit uit. Wegwezen en vlug, er is geen plaats voor jou in onze zaak. Is wat ik jaren te horen krijg. Jullie begrijpen hoe ik me dan voel, alleen, eenzaam en onbegrepen en bovenal nogal hongerig. Bij jullie is dat gelukkig anders. Personele wisselingen daar heb ik geen last van. Veranderingen in het interieur, na wat snuffelen goed te verwerken. Nieuwe toiletgroep geen nood, die gebruik ik nooit. Verdwenen biljarts, lekker rustig voor mijn te goede gehoor. De stoelen zijn gelukkig gebleven want daar ben ik gevoelig voor, speciaal die met armleuningen. En daarom deze ode aan Café Loetje het enige laagdrempelige etablissement van Amsterdam voor mijn soort. Uit de grond (nog al dicht bij) van mijn hart bedank ik jullie voor de ontvangst alle jaren. Ik heb nog nooit bij jullie gegeten maar alleen maar gezeten. Toch heeft het bij jullie zijn een speciaal plekje in mijn hondenleven.
Het enige café waar ik aan tafel mag en de zaken kan overzien. Voor mij is Loetje beter dan welke uitlaat service in Amsterdam Iets wat niet iedere man van mijn leeftijd kan beamen. Hiervoor dank en nog vele jaren.
Een hondstrouwe bezoeker... Mo van Balgoijen p/a fam. Bos 30
PS: Hallo lieve mensen, hier ben ik nog even. Ik ben zangerescomediénne en ik werk onder de naam Mieke van Ingen (vandaar die twee namen). Ik heb ook nog even een klein liedje gemaakt voor het feest en misschien zing ik het wel even bij die gelegenheid. Trouwens iedereen kan het meezingen, het is op de wijs van het liedje: zo tussen de mensen. O, tussen haakjes, ik ben geen amateur, ik heb net mijn 40 jarig jubileum gevierd! Hier komt het Liedje:
Hallo mensen, mijn naam is Mieke van der Heijden, ik woon in Naarden, maar ik ben geboren en getogen in Amsterdam. Mijn vriend heet: Henk Mulder, hij woont in Zandvoort, maar is ook geboren en getogen in Amsterdam. Wij vinden het allebei heerlijk om af en toe een “biefstukkie” te eten bij Loetje! Op een keer zaten wij gezellig te eten, kwam er een hele grote man naar ons tafeltje, hij keek mij aan en zei: “hij is toch wel lief voor je hé? Anders moet je het zeggen hoor want dan smijt ik hem de tent uit!” Het was gewoon een geintje van Loetje en wij vinden zo iets schitterend! Echt! Wat ik héél bijzonder vind... Mijn vriend en ik hebben elkaar leren kennen op 4 mei en natuurlijk gaan we op zo'n avond lekker uit eten. De eerste keer dat we dat deden bij Loetje, was het ontzettend druk, de hele tent zat vol en een lawaai van jewelste. Om acht uur vroeg Foppe om 2 minuten stilte en meteen kon je een speld horen vallen! KIPPENVEL! Dat vind ik zo bijzonder!!! Wat mij betreft alle gasten bedankt hiervoor!
In café Loetje in oud Amsterdam, In café Loetje kun je lekker biefstuk eten. Ja, we gaan daar héél vaak heen en je bent er nooit alleen, mensen uit het hele land, doodgewoon en ook van stand. In Café Loetje met een pils of een wijn, daar kan het zo verschrikkelijk gezellig zijn. Je geniet er van de sfeer en dan denk je telkens weer, naar Café Loetje ga je elke keer toch weer!... Amsterdam is toch zo blij met al z'n kroegen, Rotterdam vindt dat zijn lijnbaan er mag zijn, Limburg met z'n zachte "G", Zandvoort met z'n strand en zee, maar ik voel me hier bij Loetje heel tevree!... en dan weer: In café Loetje enz..
Mieke van Ingen
Groetjes, Mieke 31
Ik ben geboren in Amsterdam. Woonde tot mijn veertiende in de Fr. Van Mierikstraat O.Z. (Om de hoek zo wat.) Mijn moeder kookte en qua horeca ervaring herinner ik me hooguit een pizza in de Verhulststraat. Door schade en schande en hard werken ben ik inmiddels de veertig gepasseerd en ben culinair behoorlijk bijgeschaafd, (Amstelhotel, Pascal Vermeer, Groot Paardenburg e.a.) en dat past slechts in het rijtje Amsterdam. Maar nu!
en zijn kunstenaarsvrouw voelden zich als vissen in het water. Menig keer pochten zij met hun nieuwste ontdekking: “Zoooûh, doar ken je lekkûh etûh. Zoohée, de geilstûh biefstuk in town!” Ik dacht dat ik die al kende...Jaja, waar dan? “Loeoeoetjìûh” Waar? Zoooûh, kendûh jullie dat nie???
Onze goede vrienden Barry en Sandra Hay besloten hun residence in Den Haag te verruilen voor een riante woning in de Nicolas Maesstraat. De beroemde Golden Earring zanger
Barry en Sandra en de kids zaten daar alsof ze nooit ergens anders hadden gegeten, big time de Amsterdammer uit te hangen. “Nu San, ik geef het toe…”
Nou ik kende Loetje niet en ik schaam me diep, ik als Amsterdamse, g.v.d. Geen keus, dus en op naar Loetje…
32
Laat mijn verbazing echter Riek schetsen die ik héél goed ken uit het nachtleven van de jaren 80-90. En haar dochter ook. En over dochters gesproken…wat een mooie, leuke meiden in de bediening! En hoera die kleine Lieve Ilona, jaja lezers, bleek een ex van Barry – over inburgering gesproken. San bestelde lever (…) maar wij, Henk en ik echt wel BIEFSTUK!!! En godverdomme – ze hadden gelijk. Ik heb nog net mijn bord niet afgelikt maar ik heb wel mijn vingers er bij opgegeten en dat doe ik nog steeds. Ik kom hier nu met mijn darling-husband zo’n vijf, zes jaar en lust alles op de kaart, behalve lever. De meiden zijn nog steeds top - de heren – echte horeca gentlemen en Riek weet wanneer er een re-fill nodig en gewenst is. Ik schrijf dit aan een tafeltje bij Loetje met een voortreffelijke uiensoep voor me en een glas Santana rode wijn ter inspiratie. Barry en Sandra zijn bijna naar Curaçao geëmigreerd en dat gun ik de oude rocker en zijn vrouw van harte. Maar wij zullen de honneurs waarnemen voor hen, maar vooral voor onszelf, Lang leven Café Loetje, Hiep hiep hoera! Louise Schiffmacher van Teylingen 33
Loetje 30 jaar! kom er nog steeds. Met Loetje ben ik redelijk bevriend geraakt, zozeer zelfs dat ik twee keer met hem op een vaarvakantie in Turkije ben geweest. Dat zat zo: Ook een regelmatige Loetje bezoeker was Rob, hij had enkele motorjachten die men kon huren om een week lang te gaan varen langs de kust van Turkije. Al pratend daarover ontstond het idee om met een aantal mensen uit het café zo’n trip te gaan maken, uiteraard tegen een redelijke prijs. Het waren schepen waar zes man op konden slapen, maar Loetje en ik kregen een heel schip met z’n tweeën toebedeeld. Dat kwam, zo zei Rob, omdat Loetje nogal lang was en ik nogal breed. De dag van vertrek brak aan. Met enige moeite pasten we uiteindelijk toch in de vliegtuigstoelen. Loetje had voor op het schip 24 vacuüm verpakte biefstukken meegenomen. Tijdens de vliegreis vroeg ik hem wat hij zou zeggen als de douane op het vliegveld in Turkije hem zou vragen om zijn koffer te openen en zij de keurig naast en op elkaar gestapelde biefstukken zagen liggen. Zonder na te denken beet hij me toe “Mijn vrouw wou eerst niet mee”.
Vlak voor de viering van het 10 jarig bestaan, dat moet dus zo ongeveer 20 jaar geleden zijn, nodigde enkele vrienden mij uit om een bezoek te brengen aan een café waar de barman de klanten met enige regelmaat uitschold. Zo ook die eerste keer dat ik bij Loetje binnen kwam. Het zal zo’n vijf minuten geduurd hebben voordat Loetje mij toebeet “doordrinken plofkop”, dit waarschijnlijk omdat ik een enigszins bol uiterlijk had. Verder hadden we een heel gezellige middag en werd ik uitgenodigd om het 10 jarig bestaan mee te komen vieren. Thuisgekomen vertelde ik mijn vrouw dat ik in een leuk café in Amsterdam was geweest en dat ze een keertje mee moest gaan om het zelf te aanschouwen. Zo gezegd, zo gedaan. Op een vrijdagmiddag kwamen wij binnen en wat bleek, twee bekenden van mij waren er toevalligerwijs ook met hun vrouw aanwezig. Mijn vrouw zal het nooit meer vergeten, de eerste woorden uit de mond van Loetje die zij hoorde waren “Is er wat bijzonders aan de hand of zo, de hele week zitten jullie met allerlei wijven te klooien en nu zijn jullie allemaal met je eigen wijf!”.
De jachten (zes stuks) lagen in de haven van Marmaris. We installeerden ons op het ons toebedeelde jacht genaamd Tropical Down. Het jacht moest bestuurd worden en ondanks
Het mag duidelijk zijn dat ik hierna het café veelvuldig ben blijven bezoeken, het is immers al ruim 20 jaar geleden en ik 34
het feit dat wij beiden nog nooit zelfs een roeiboot hadden bestuurd bepaalde Loetje dat ik het jacht moest gaan besturen. Rob stelde mij gerust, we zouden elke ochtend een uitvoerige uitleg krijgen hoe dat moest. Na de uitleg bleek dat er buiten het besturen van het jacht ook nog enige noodzakelijke handelingen verricht moesten worden. O.a de stootkussens moesten bij afvaart binnenboord gehaald worden en ook moest eenmaal buitengaats het toilet leeggespoeld worden, dit omdat het toilet anders verstopt zou raken en het personeel van Rob met hun blote handen dat euvel moest oplossen. Dat waren mooie taken voor mijn scheepsmaat Loet.
De volgende ochtend nadat we weer een uitgebreide briefing hadden gehad gingen we weer op weg. Eenmaal op zee gaat het contact met de andere schepen via een zgn. marifoon, na enige tijd werd ons schip via de marifoon opgeroepen, het was Rob die meldde dat Loet de stootkussens was vergeten binnen te halen. Loet stond op en (wat nou marifoon) maakte met zijn handen een soort toeter en schreeuwde over zee “heb jij je schijthuis al geleegd”. Op een van de jachten zaten een stel heel aardige Limburgers die de hele reis ons Heerlijk Helder Heineken bekritiseerden. Een van hen was namelijk eigenaar van een bierbrouwerij waar het zgn. “Venlo’s Alt” werd gemaakt.
Het viel niet mee om zo’n jacht te besturen voor de eerste keer, zeker niet met een Loetje achter je die weliswaar regelmatig blikjes bier verzorgde maar mij ook constant toeriep dat ik niet kon varen, hetgeen klopte.
Enkele maanden later kregen we een telefoontje dat deze Limburgers naar Amsterdam zouden komen. Loetje meteen in de auto gesprongen om in Limburg een vat Venlo’s Alt op te halen, we zullen ze eens wat laten zien. Op de dag van de komst van de Limburgers was dat vat aangesloten en lagen overal bierviltjes en glazen met ‘Venlo’s Alt” op de bar in café Loetje. Het was een uurtje of twee, daar kwamen ze binnen die Limburgers, allemaal volgeladen met blikjes Venlos Alt. Wij moesten maar eens echt bier gaan drinken. “Wat nou”
Nadat we de eerste dag met succes in de volgende haven waren aangekomen bleek dat het Pilotschip, waarop de captain eigenaar Rob zelf was, zijn toilet op volle zee niet geleegd had en dat daardoor het toilet was verstopt met alle gevolgen vandien. De avond verliep verder heel gezellig. 35
beet Loet ze toe “dat drinken we hier altijd al, kijk maar op de bar”. Grote hilariteit natuurlijk, maar binnen enkele minuten vroegen de regelmatige Loetjegangers of ze dat bier weg mochten gooien om toch maar weer een Heerlijke Heldere Heineken te kunnen gaan drinken. Zo kan ik nog wel een uurtje doorgaan. Gefeliciteerd met jullie 30 jarig bestaan. We hopen nog vele gebeurtenissen met jullie mee te maken.
Nol van Utteren 36
Warme herinneringen aan jullie gezelligheid en flexibiliteit, vooral met de Van Kampen clan en de verjaardagen van Robert. Graag kom ik met mijn buitenlandse klanten, als verhuurmakelaar zijnde, jullie biefstuk laten proeven. Welke volgens hen natuurlijk de beste van de wereld zijn. Hebben ze meteen een leuke lekkere stek in hun nieuwe woonplaats. Op naar de komende 30 jaar en laat het altijd zo blijven. Gefeliciteerd en groetjes,
Sjoukje Braams 37
Café Loetje t.a.v. Loetje, mee- en tegenwerkers
Maandagavond: loetje avond
Dertig jaar prima eten en drinken en plezier dat vind je bij café Loetje, zonder dat je je een hoedje schrikt van de rekening na afloop. Prima bediening en nog spontaan ook. Geen discriminatie bij de medewerksters, zoals die twee doofstomme hardwerkende dames in de bediening (ook wel de Selvera's genoemd door de Muppet club). Tijden veranderen, wat vaak jammer is. Eén voorbeeld is de bestelcomputer. Vroeger was de communicatie met gebaren over het trapgat naar de keuken boven door de Selvera's een genot om mee te maken (kloteburen!).
eerst een biertje... praten... eten... lachen... nog wat biertjes... .eten en... grappa toe. weer gezellig... .personeel top... biefstuk top... en de frietjes top. wat te klagen ???? ja... eenmaal thuis stinkt het hele huis... kop onder de kraan, jas naar buiten.... ja jongen goed gedaan. hartelijk gefeliciteerd!!
De alom gelukkig aanwezige klanten zijn ook een stel apart. (Oud Chinees spreekwoord: Een boer gaat op zijn varkens lijken). Klopt hè? Ik kan niet teveel over de beginperiode meepraten, daar ik toen niet regelmatig over de vloer kwam, maar daar is verandering in gekomen sinds we niet overal meer welkom zijn in de horeca. Ga in godsnaam nog vele tientallen jaren door met ons te verwennen. Blijf allen gezond en nog heel veel plezier. Mede namens de M.T. club Max Cats
Lisette (vrouw van Nico Donker) 38
Humor Ik had net mijn eerste fotostudio geopend, komt Edwin van der Meer binnen. Met in zijn hand een briefje, waarop alleen CAFE LOETJE stond. Daar moest ik heen. Want het was Het Reclame Café. Later hoorde ik dat outsiders het ook wel het rariteitenkabinet noemde. Waar ik ze niet helemaal ongelijk in kon geven, gezien het wel heel kleurrijk volkje was daarbinnen. Buurtbewoners, biljarters, bouwvakkers en hier en daar een verdwaalde muzikant, schrijver of ander soort van levenskunstenaar. En inderdaad de meeste deden iets in de reclame.
En ja hoor, kort nadat hij de bestelling had doorgebruld naar de keuken, werd er een enorme plas jus op de bar gesmeten met daarin een homp vlees. Eronder gelukkig een bord. Ik had mijn mes nog niet te pakken en kreeg te horen dat ik die berg vlees maar zo snel mogelijk door mijn strot moest stampen en dan zo snel mogelijk pleite. Anderen werden uitgemaakt voor rotte vis en moesten terug naar hun blauwe hok. Humor à la Loetje. Daar hield ik wel van, dus we konden al snel met elkaar fietsen. Gehuild van het lachen heb ik met hem. Voor mij is hij van goud, die ossenhaas trouwens ook!
Toen ik de eerste keer de voordeur nauwelijks open had, hoorde ik iets dat leek op een V 12 motor die ongeveer 7000 toeren draaide. Eenmaal binnen zag ik meteen rechts van mij het grote broertje van Anton Geesink. Holy Moses, dat geluid was zijn stem. Dit is duidelijk de baas. Loetje hemzelf. Toch even schrikken. Volgens mij ben ik meteen rechts het hoekje ingedoken. Proberen niet op te vallen. Maar helaas... Hij had mij al gezien. Of ik bier wilde zuipen. Ja en een biefstukje graag..
Dus wat mij betreft ,mag de nieuwe generatie naar Ouderkerk. En wij de oude garde, huren een shoveltje en rossen dat aquarium van de zijkant, biljartje erin, veel roken en Loetje achter de bar. Feest! Kunnen we weer lallen en brallen.
Allemaal nieuwe gezichten aan de bar die mij aanstaarden, wetende dat sowieso elke nieuwkomer zou worden geslacht door Loetje.
Nandor 39
Riekus Kreuk van Eugenese In 1993 verhuisden wij van Helmond naar een mooi appartement in Amsterdam – Buitenveldert. Onbekend in Amsterdam ging ik op zoek naar kantoormeubels voor mijn nieuwe kantoor. Per toeval liep ik een winkel binnen met de naam VERSLUIS erop, deze naam sprak mij wel aan omdat het mij erg Brabants in de oren klonk. Ik sprak er met Kees Kok, de manager. Ik was volledig onbekend in Amsterdam. Ik was moe van de verhuizing, honger, de keuken was nog niet klaar en de koelkast was nog niet geleverd. Op enig moment vroeg ik aan Kees, weet jij toevallig ergens een gezellig restaurantje, ik heb zin in een biefstuk. Ja, dat wist Kees wel. Zijn antwoord veranderde een deel van mijn leven. Met een adres op een papiertje geschreven met hanenpoten, dat ik amper kon lezen ging ik op zoek naar Café Loetje. Na een half uur zoeken naar het adres en een parkeerplaats kwam ik via een dik gordijn in een oer Hollands café terecht. Ik zag een bar en een zaal met een groot biljart er in. Het was op dat moment nog niet erg druk. Een paar ouderen mannen, druk in de weer en discussierend over biljarten. Ik zag een knoestige man, grote handen en naast hem zag ik een grote zeer stevige Boxer zitten. 40
Ik besteld een pilsje en vroeg of ik wat kon eten, dat kon. Wat ik wilde eten, biefstuk, patat en een salade? Wist ik veel. Het ging zo snel, dus ik zei braaf tegen die juffrouw dat ik dat wel lustte.
nog steeds bij Loetje een biefstuk eten en drink ik ook graag een kopstoot, een oude borrel die op de perfecte manier wordt ingeschonken. Lekker even slurpen. Mijn zoon Michiel, die nog steeds in Amsterdam woont komt ook nog geregeld bij Loetje. In de loop van de jaren heb ik heel wat vrienden, kennissen en zakenrelaties mee naar Loetje genomen. Mijn netwerk is redelijk groot en velen hebben echt genoten van de meest lekkere biefstukken van Loetje.
Met mijn pilsje in mijn hand vroeg ik aan die knoestige man (ik wist nog niet wie hij was) met de keu in zijn hand, of die boxer zijn hond was. Ja, zei hij dat is “Riekus Kreuk van Eugenese”. Ik vroeg “wat zeg je?” en deze knoestige man herhaalde de naam en zei “we hebben ook nog Pino van Eugenese”. Ik vergeet het nooit meer. Ik heb die avond genoten, de lekkerste biefstuk die ik ooit heb gegeten, op die van mij oma na, oma kon ook zo lekker biefstuk bakken met jus. Maar mijn oma was toen al 20 jaar dood. En sinds die tijd had ik nooit meer zo’n lekkere biefstuk gegeten.
Peter ken ik nog van zijn tijd bij Hoppe, ik was verbaasd dat van de ene dag op de andere ik opeens Peter achter de bar zag staan bij Loetje. Ik heb ze allemaal zien gaan en komen. Maar de meest markante medewerkers zijn altijd nog Foppe, Sascha, Lien, Jeroen en Marcel, de kleinzonen van Loetje.
Toen mijn vrouw en kinderen naar Amsterdam verhuisden (ik was een paar maanden eerder) nam ik ze elke keer mee naar Loetje. Mijn zoon Michiel is nu na 16 jaar ook een bekende bij Loetje geworden. We komen er nog met grote regelmaat.
Ik zou nog heel veel anekdotes kunnen schrijven, maar dan wordt mijn verhaal veel te lang. Ik ben blij dat Pien mij een A4-tje in mijn handen drukte en vroeg of ik een leuk stukje met herinneringen wilde schrijven. Nou dat was het dus.
Ik heb samen met mijn vrouw Loes, 10 jaar in Amsterdam gewoond, nu woon ik in Rotterdam, maar elke 2 weken kom ik
Pieter en Loes Knabben 41
Heerlijk De ervaring van mijn familie, de Hijlkema’s, met Café Loetje gaat het heel ver terug. Mijn oom Cor was nog lid van de Biljart vereniging. Dat was nog in de tijd dat er biljarts in de zaak stonden die later ineens spoorloos verdwenen en er was nog geen serre!. Uit die tijd stamt de nog altijd beroemde biefstuk met jus, puur gebakken in margarine!!! Volgens ons kan niemand die zo lekker bakken als jullie, vandaar de wachttijden natuurlijk. Zelf heb ik ooit eens mogen kijken in jullie keuken. Het plafond beneden was toen nog geblakerd maar boven was het super modern, alles strak en perfect en ik blijf bewondering hebben voor degene die al die borden de trap afdraagt. . Joop en ik komen geregeld bij jullie even langs en het leuke is dat er altijd wel een bekende van ons aanwezig is. Soms iemand uit de sportwereld; oud voetballer Piet Keijzer of oud wielrenner Peter Post of een klant van ons bedrijf Thalia, soms (niet afgesproken) onze eigen kinderen of vrienden, altijd leuk en natuurlijk simpel maar altijd eerlijk, HEERLIJK. Jullie nog vele jaren erbij, hoop nog vaak even langs te komen, Ineke de Jong-Hijlkema en Joop de Jong 42
Loetje: Als naar zijn idee het lunchuur voorbij was kreeg de aan de bar geklitte groep reclamejongens standaardopmerkingen als "Hangjassen" en "Moetje niet werke?" over zich heen. Ook bestellen was een hachelijke aangelegenheid want "Wat motje" en "Het lichaam zal er wel om vragen" stonden standaard op Loetjes verbale menu.
Loetje was niet alleen de naam van het café, maar ook van de uitbater, een eik van een man met een paar enorme handen. Oorspronkelijk dreven Loetje en zijn broer een goedlopende slagerij in het hartje van de Jordaan, maar om het wat kalmer aan te doen hadden ze besloten een café over te nemen. Het café, van oudsher een wat zorgelijke buurtkroeg, met vier royale biljarts, kreeg echter door de komst van de twee voormalige slagers een geweldige injectie.
Lopend langs de tafeltjes kon het gebeuren dat Loetje onder het inzamelen van lege glazen je plotseling "Doorzuipe joh, je zit hier niet voor je lol" toevoegde en ook zijn gespeelde verontwaardiging was altijd mooi. Als je biefstuk bestelde met een glas melk en dat veranderde in "Nee Loet doe toch maar een pils" riep hij quasi-kwaad: "Wat mankeert er aan mijn melk!" Ook bedacht hij nieuwe spreekwoorden als: "Hoge bomen maken lange planken" en" Als er één schaap over de dam is staat het hek open", terwijl ook kreten als "Preut", "Lapswansikov" en "Holsakkeboebe" eigen creaties waren.
Vooral het snelle reclamevolkje afkomstig van bureaus in de buurt, kreeg al snel in de gaten dat Loetje tussen de middag de beste biefstukken van Amsterdam serveerde, vond de uiterst merkwaardige bediening van Loetje, die zijn klanten regelmatig placht te schofferen, uiterst ludiek, zodat het er zowaar druk werd. Stamgasten werden door Loetje bij binnenkomst vaak getrakteerd op kreten als: "Vol", "Weg gezelligheid", "Hé,er zijn nog honderd andere café's in Amsterdam, hoor" en als je er een rekening van zekere omvang had lopen kon je een vriendelijke bejegening als: "Paardenkop" verwachten. Loetje was ook uiterst ad rem en je kon hem geen groter genoegen doen dan tegen hem in te gaan, want dan trok hij met zichtbaar genoegen alle registers open.
Tussen de middag was Loetje echt een café voor de reclamejongens, maar dat veranderde om een uur of zes als de wat oudere buurtbewoners naar de kroeg kwamen en zich met de notoire plakkers vermengden. Grijs gelokte heren met zwarte 43
achter in het café en om er te komen moest je het gehele café door, langs de biljarts en de daaraan verknochte spelers. Ook de "stoot" was niets menselijks vreemd en begaf zich heupwiegend, kortgerokt en op hoge hakken naar de sanitaire voorzieningen onder de hongerige blikken van de jongens aan de bar. Bij de biljarts aangekomen keken de vergrijsde spelers er ook van op en een aantal keus kletterden, uit de plotseling bevende handen op de grond.
foedraaltjes kwamen dan druppelsgewijs binnen en riepen dan altijd beelden op van de “hitmen” van Al Capone, die immers destijds met zwarte vioolkisten op karwei gingen. In de foedraaltjes zaten echter biljartkeus, die in elkaar geschroefd, prachtige en dure stokken bleken te zijn, waarmee de leden van de biljartvereniging zich vervolgens op de aanwezige wedstrijdbiljarts wierpen. Die dag kwam er omstreeks dat uu ,een wat in de Amsterdamse volksmond "een stoot" heet, binnen. Het stuk schoof bevallig op een barkruk onder de gulzige ogen van het ruim aanwezige manvolk en bestelde een koffie.
Toen de stoot vlak bij de deuren van de toiletten was aangekomen en op het punt stond de deurkruk te grijpen, daverde Loetje's heldentenor van achter de bar, dwars door het café: "Wel naar de jongetjes hé !" Het was een ogenblik stil, de aldus onbarmhartig ontmaskerde travestiet draaide zich om, wankelde aangeslagen op de hoge hakken terug naar de bar, gooide er wat geld op en verliet het café. Iedereen brulde.
Nu was het quasi-norse en schofferende gedrag van Loet je altoos gereserveerd voor de mannelijke klanten en was hij meestal één en al voorkomendheid tegenover vrouwen. De vaste jongens aan de bar keken dan ook vreemd op toen Loet je de nieuw binnen gekomen "stoot" onbeschoft serveerde en het bakkie koffie met een woest gebaar neerkwakte. De uitleg voor Loetjes vreemde gedrag volgde echter even later. De toiletgroep voor zowel mannen als vrouwen bevond zich
Arnold van Kampen 44
Loetje... wat zal ik zeggen, hij is een grote lomperik met een klein hartje. Heb wat afgelopen in mijn tienerjaren die trap op en af, hielp altijd graag mee in de schoolvakanties! Drie biefstukken, één met brood en twee met sla werd er dan naar boven geschreeuwd en Jacqueline maar heen en weer rennen (wel goed voor mijn figuur geweest, kuch kuch). Om vervolgens een aantal keer bijna fijngeknuffeld te worden, tot blauwe plekken aan toe. En nog steeds schreeuwt hij me toe over straat en geeft me af en toe een hele dikke knuffel, heerlijk! Dan is er ook Foppe die me regelmatig een handkus toewerpt als ik in de winkel sta, ook daar geniet ik altijd van en werp er gelijk één terug! Dan hebben we nog Jaap die regelmatig 's ochtends de kranten komt halen of wat kleingeld komt brengen om te tellen, altijd weer even een leuke opmerking en samen lachen! Kortom, ik ben opgegroeid met café Loetje en met de "vaste kern" en ben erg blij met zulke overburen zowel privé als zakelijk! Jullie zitten in mijn hart!
Wat gaan we doen vandaag! Loet komt ons bescheiden sigarenwinkeltje binnen en de "tent" is direct vol. Moet het terras nog uit of (liever) niet? Met het zweet toch al op zijn rug pakt hij de kranten en fronst zijn gezicht, ja hoor het wordt mooi weer! Pestpleuris, ook nog met die tafels en stoelen sjouwen. Maar hij doet het toch maar nadat hij "Loetjes Plein" zoals mijn kinderen het noemen eerst heeft aangeveegd. Ik ken de familie Klinkhamer en het personeel nog niet zo lang als mijn vrouw dat doet en dacht eerst wat een mafketel is die Loet hij schreeuwt maar wat en scheldt je uit maar als je je er niets van aantrekt en af en toe lekker terug schreeuwt valt het eigenlijk best mee. De mensen die bij Loetje werken en die ik ken zijn allemaal aardig, Dennis komt aan op zijn scooter en haalt twee “Cameltjes”, Foppe met zijn Amerikaan moet een Hi Prepay kaart voor zijn mobieltje hebben kan hij weer sms-en met zijn vele vriendinnetjes, Riekie komt de kranten halen omdat anders niemand het doet en Jaap de rust zelve, haalt sigaren voor Loetje a/d Amstel en ga zo maar door. Kortom allemaal leuke, aardige, gezellige en lieve mensen die overburen van ons! De volgende generatie staat alweer klaar, zijn ook weer aardige jongens... hoe doen ze dat toch daar aan de overkant?
Jacqueline Zwaan-van Koert De Tabakshoek
Wim Zwaan De Tabakshoek 45
Broeder Loetje en wat er mis ging! De ene keer wil men de lunch gebruiken in een café vol heisa. Een café met veel rumoer en geestige mensen om je heen. Zo’n café waar je jezelf kan neerzetten als mede lawaaipapegaai. Een soort wedstrijd die bijna onvermijdelijk ontstaat wanneer je een lunchpauze deelt met andere reclamemensen. Roemruchte lunchpauzes die, in tijd en drankgebruik, aardig opgerekt konden worden, wat in de jaren tachtig nog volstrekt normaal gevonden werd. Kortom: een plaats waar je zo veel mogelijk wil zijn.
slechts spaarzaam en op gedempte toon werd geconverseerd. Daar werd door de broeders en hun keugezworenen op enige stemverheffing direct met afkeurende blikken gereageerd. Vooral door die blik van die hele grote broeder (broeder Loetje) leerde je snel je papegaaiensnavel op elkaar te houden. De enige dissonant was mede reclameman Henk de Cleen die met een keu voorbij de bar schreed en zich in devotie bij de gezworene aansloot. Wij knikten elkaar stilzwijgend toe en lieten het gelukkig daarbij. Heerlijk!
De andere keer verlangt men juist naar een reclameloos café met absolute rust en eenzaamheid in volstrekte anonimiteit. “Zo’n Kroeg was Loetje”
Toen meldde ik het bestaan van dit biljart café aan een biljartliefhebber en nieuwe collega Theo Uittenbogaard. Toen liep, waarschijnlijk per ongeluk, Pieter Wilschut met me mee. En die nam weer ……mee. En toen! En toen !
Ik trok me daar vaak terug, omdat daar in dat typische buurtkroegje, met biljart, beslist geen lawaaipapegaaien (reclamemensen) kwamen. Aan de bar zaten wat verstilde personeelsleden van, waarschijnlijk, een nabijgelegen postkantoor. Aan de twee biljarttafels speelden in devotie verstilde keuhouders onder leiding van twee broeders, die later leden bleken te zijn van de Amsterdamse slagersfamilie Klinkhamer. Heerlijk! Die stilte zonder muziek! Die bijna kloosterachtige sfeer. Niemand kende me daar. Een oase waar
En toen! En toen! En toen… ging alles mis. Godverrrrdegodverrrrrrrrrrrr!!!!!!
Aldus Willem Snellenberg 46
Loetje, zo ineens heb je trek in lekker puur eten en met een beetje geduld kom je altijd aan de beurt. Tijdens het wachten is er altijd wat te praten of mijn man wordt herkend als de zoon van Joop de Jong je weet wel van Thalia. Dat je na het eten van een biefstuk naar huis gaat met de klok van Foppe is toch wel heel bijzonder. Misschien dat jullie mij volgende week met een bontjas van Jaap zien lopen. Loetje van harte! Jullie formule is goud, lekker zo door gaan en over 30 jaar is het weer tijd om het plafond te schilderen.
Nog 30 graag!
Dank Arvid
Mike de Jong en Gerda Kroon 47
Café Loetje / Dertig jaar Loetje – 1 februari 2007 Toen begon de tijd dat vooral - maar niet alleen - creatieve reclameboys daar ‘even snel’ een biefstukje of een uitsmijtertje gingen happen om dan weer (“druk-druk-druk”) heel snel terug te gaan naar het bureau om daar, achteruithangend in een stoel en de poten op het bureau, verder te peinzen over en werken aan een ‘geheid ADCN - Lamp’ winnend concept. Al moet er ook eerlijk bijgezegd worden dat het ook dat wel eens anders liep. Dat de inspiratie ook na het biefstukje en de biertjes nog wat uitbleef en de lunch wat langer uitliep. (“Dan komt dat lampwinnend concept maar een dagje later, toch?”)
Even (mee)rekenen. 1 Februari 2007: Café Loetje bestaat 30 (ja, d e r t i g jaar!) Even teruggerekend betekent dat dus dat er in 1977 een roemloos einde kwam aan Café Ris (sinds 1968). Denk even mee terug... Café Ris, een lekker rustig en vredig buurtcafé met prima wedstrijdbiljarts, al heb ik dat alleen van horen zeggen . Was alles maar bij het oude gebleven. Dan was Café Ris nu negenendertig jaar oud geweest. Dan hadden Loetje en Jaap Klinkhamer daar zelf nu nog heerlijk kunnen biljarten. In alle rust, zonder het oorverdovende gekletter van borden, bestek en glazen. Waar de rust alleen verstoord zou worden door de (geluids) milieuverontreinigende commentaren van Loetje Klinkhamer zelf.
Eigenlijk allemaal de schuld van die ‘bierviltjes-grootconsument’ Henk de Cleen, om ene Willem Snellenberg niet te vergeten. Het was toch die de Cleen die deze biljartlocatie maar mooi had ontdekt en die dat zonodig moest vertellen aan Jan en Alleman en iedereen uit de reclame die het ook maar wilde horen. Jarenlang slaagde ik erin, ondanks toch niet geringe aandrang van mensen zoals Jakko Achterberg (R.I.P.) en later Onno Kraft van Ermel, Henk Druppers en andere creatievelingen, deze aantrekkelijk geachte Horeca-locatie behoorlijk consequent te mijden. Niet omdat zo’n enkel biertje tussen de middag me niet zou trekken, maar veel meer om mijzelf te beschermen
Heilloze nostalgie natuurlijk. Het liep allemaal heel anders. Met de overgang van Café Ris naar Café Loetje kwam er een begin aan de opbouw van het ‘neoklassieke’ culinaire imperium van het, laten we maar zeggen ‘roemrijke ‘geslacht Klinkhamer. 48
tegen mijn eigen zwakte – een ontstellend gebrek aan discipline als het ging om het tijdig verlaten van het etablissement. Helaas, het was niet vol te houden. Ik ging tenslotte ook voor de bijl. Ik moest mee. Al was het maar omdat iemand als die Kraft van Ermel weer eens een collega zocht die wél cash op zak had en dus wel een paar biertjes voor hem wilde financieren (wat trouwens ook een belangrijke nevenfunctie van een accountman zoals ik was). Zeg daar maar eens nee tegen. En zo begint het dan toch. Op weg naar een nieuwe verslaving. Al probeerde ik wel het middagbezoek te beperken om dat dan maar aan het eind van de werkdag te compenseren.
De biefstukkenomzet ver-x-tig-voudigde. (Nieuw dagrecord op 29 september 2006: 332 biefstukken, alleen de biefstukken dus). Even een tafeltje reserveren kon niet (of je moest liegen dat je best wel met zijn zessen zou komen). Met een onweerstaanbare, maar nimmer uitgesproken drang naar meer en meer (succes) slopen heel heimelijk maar wel stelselmatig de – commercieel onmisbaar geachte – veranderingen erin. Veranderingen, aanpassingen, verbeteringen, vernieuwingen? Zeg het maar. Kan iemand mij vertellen waarom er zo’n scherp contrast moest worden gecreëerd tussen het eenvoudige maar gezellig gebleven interieur en die megalomane nieuwe toiletten? Wat was er eigenlijk mis met dat mooie donkerbruine, sfeerbepalende plafond? Dat beetje kalk dat misschien eens op je bordje zou kunnen vallen? So what! En wat was er mis met die punaise-geprikte postertjes op dat kleine wandje, meteen links om de hoek van de deur? Dat pietepeuterige wandje dat nu een nieuwe functie heeft als aanvullende kapstokruimte voor hangjassen. Alsof dat helpt. (Hoe moeten we dan nú aan die onmisbare informatie op die postertjes komen?)
Ook die reclame-lunchtijd is al weer jaren voorbij. Al blijft het een markante episode uit de opbouwperiode van wat je nu wel de holding Loetje Inc. mag noemen. Er wordt vaak gezegd dat er in zo’n typisch familiebedrijf nooit een goede opvolger van de succesvolle oprichter kan zijn. Dat je altijd één generatie moet overslaan. Bij Café Loetje blijkt weer eens dat dit misschien wel vaak, maar toch echt niet altijd opgaat. Met zoon Jaap Klinkhamer en Peter Verbraken als de nieuwe uitbaters in 1996, zo’n tien jaargeleden dus, begon weer een volgende episode. 49
van de geriatrische sectie van het Braadgenootschap maar ook dat heeft zijn charme. Het blijft leuk.Je hebt geleerd de verwensingen van Loetje Senior langs je te laten afglijden om hem soms ook, al is het maar heel even, in soortgelijke mensonvriendelijke termen terug te katten. Wat minder misschien is de wijze waarop, een toch ongeveer even oude Braadgenoot, mij meent te moeten typeren: “…met het uiterlijk van een gepensioneerde huisarts en het verstand van een reclamejongen”. Die daarbij dan ook nog onze Medeoprichtend Voorzitter Rob Tania (R.I.P.) citeert als zou ik als een bij de tijd blijvende, maar door mijn leeftijd toch wat onhandige gebruiker van nieuwe verworvenheden zoals een PDA , moeten worden neergesabeld als “Een losgeslagen bejaarde die zich met zijn rollator op de digitale snelweg begeeft”.
Maar jawel, sommige dingen werden wél consequent en zonder enige drang naar vernieuwing in ere gehouden. Het Braadgenootschap, dat bestuurlijk anarchistische, maandelijkse eeten Faustino I- festijn van een serie veelal oudgedienden in de reclame en ook nog een paar ‘nog net niet vrijgestelden’ bijvoorbeeld. Dat mocht en mag nog steeds blijven. Al moet gezegd worden dat het Braadgenootschap van binnenuit op heel eigen wijze voortdurend mee-evolueert. Waar Café Loetje natuurlijk alleen ’s middags nog een Café (drankwinkel) in de vroegere betekenis van het woord is (’s avonds word je als barhanger onvermijdelijk verdreven door dat nieuwe publiek dat in hoopvolle afwachting is (“nee, echt niet langer dan een uurtje”) van een gezellig raamtafeltje in de serre. Dat publiek dus ontneemt je werkelijk alle lust om nog langer aan de bar te blijven hangen en nog een biertje drinken; je moet óf echt weg óf zelf óók tijdig een tafeltje bezetten.
Wat ook niet echt ingrijpend vernieuwd is onder het management van Jaap is het drankenassortiment. Jawel, het is waar, in de loop van de tijd is er toch Wieckse Witte ingeslopen. Maar mijn halsstarrig volgehouden vraag naar een Amstel Lite biertje (nee Wilschut…, geen Amstel Malt) blijft nog steeds op een onverzettelijk NEE (wij verkopen alleen echt bier) stuiten. Terwijl ik toch ook een volume - gebruiker ben die alleen in mijn eentje al voor een stabiele Lite - afzet zou
Nee, dat Braadgenootschap is er nog steeds. Sterker zelfs, het lijkt er op dat het Braadgenootschap Johannes Vermeer zich niet beperkt tot een ‘laatste-donderdag-van-de-maandactiviteit’ maar in feite elke donderdagmiddag een bijpraatzitting houdt. Zelf maak ik als Senior Vorkje-Meeprikker deel uit 50
kunnen zorgen. Het blijft NEE, NEE, NEE waarin de afschuw naar zo’n assortimentsvernieuwende vraag heftig en veelzeggend doorklinkt. O jawel, ik vergis me vreselijk. Heb ik dan geen oog voor de rijke wijnkaart op de gekrijte borden aan de wand? Tja, maar dat ruime wijnaanbod leidt natuurlijk tot omzetvermeerdering, dat is heel wat anders dan een omzetmatig zinloze substitutie van ‘echt bier’ naar zo iets moderns als light-bier. Terwijl dat straks toch de toekomst zal blijken te zijn. Oké dan, ik moet het accepteren al lopen de kosten van mijn openbaar vervoer daardoor natuurlijk wel op. Het zij zo!
hypotheek aan consumpties heb laten liggen is ter ziele. In het al rijkelijk met Eet-Horeca gezegende dorp weet iedereen natuurlijk precies hoe het zit. Ook met de vertragingen in de verbouwing. Het wordt niet juli 2005, ook niet september; misschien voor het eind van het jaar. Gaat het überhaupt nog wel door. Het gaat dus door. Het management van Loetje Johannes Vermeer wordt door Jaap formeel overgedragen aan zijn trouwe echtgenote, de kranige Pien, die er ook altijd weer in slaagt om de soms onzinnige wensen van Braadgenootschap-Gastheren op uiterst smakelijke wijze te realiseren. Jaap heeft er niets meer mee te maken zegt hij. Hij stort zich met zakenpartner Mike volledig op de ontwikkeling en uitbouw van de nieuwste dochteronderneming van de holding Loetje Inc. Als CEO (Chief Executive Officer) zal ik maar zeggen.
Nou ja, ik dwaal een beetje af. Het ging over dat even meerekenen met de ontwikkelingen door de tijd van het Café Loetje imperium. We maken weer een stapje van tien jaar: Januari 2006. Café Loetje opent een filiaal: Loetje aan de Amstel
En dan is het donderdag 5 januari 2006. Een eervolle uitnodiging van Jaap voor een Bijzondere Bijeenkomst van het Braadgenootschap. We mogen komen proef-eten want een paar dagen later zal Loetje aan de Amstel officieel van start gaan. Het was koud, stervenskoud. Buiten, maar ook nog binnen. De verwarming brandde nog niet. De timmerlieden en elektriciens
Al het hele jaar 2005 jaar gonst het; bij Loetje in de Johannes Vermeer. Maar veel meer misschien nog wel in Ouderkerk aan de Amstel, mijn thuisbasis eigenlijk. Het fameuze café Piet van Raak aan de Amstelzijde, een prachtig mooi reclamecafé waar ik in zo’n jaar of dertig toch ongeveer ook al een huis met top51
Hoe houd je de boel in evenwicht? Niet alleen tussen die Vrije Handel en Loetje Amsterdam, maar ook tussen Loetje aan de Amstel en De Vrije Handel… En tussen Café Loetje in de Johannes Vermeer en Loetje aan de Amstel. Extra moeilijk werd het toen opeens de zomer uitbrak en langer dan we gewend zijn, aanhield. Het was even zoeken naar de juiste methodiek. Maar gelukkig, de moderne technologie bood me de oplossing. In mij PDA (Pieter W.: dat is de gangbare benaming voor zoiets als een Personal Digital Assistant) had ik slechts ruimte voor één Loetje-kostenplaats. In mijn nauwkeurige elektronische administratie werden de uitgaven bij Loetje Amsterdam en Loetje aan de Amstel dus alleen onder de aanduiding LOETJE bijgehouden. Zo heb ik het mij dus zelf onmogelijk gemaakt om mijn budget eerlijk zichtbaar te verdelen tussen de beide Loetje-vestigingen.
liepen nog druk te zagen en te timmeren; er moest zo te zien en te voelen nog best wel wat gebeuren om daar een paar dagen later echte klanten te kunnen ontvangen. Maar we werden fantastisch onthaald door Jaap. En ja, ook Peter Verbraken, de afvallige partner van de Johannes Vermeer (hij kan het tappen niet laten., hij kan het tapppen niet laten), die Peter dus, die was er ook. En mede onder invloed van de alcoholische versnaperingen werd het langzamerhand toch best lekker warm. Een geslaagde preview of noem het vernissage van weer een prachtige Horeca-locatie aan de Amstelveense kant van Ouderkerk a/d Amstel. En weer een compleet nieuwe fase in de uitbouw van het Café Loetje-concern. Al is voor dit filiaal van Loetje Inc. de aanduiding: “Café” al meteen weggelaten. En zo heeft Jaap me er weer een probleem bij bezorgd. Hoefde ik tot dan toe mijn aandacht alleen nog maar te verdelen tussen het afwegen van een juiste balans in de bezoekfrequentie van Loetje Johannes Vermeer en Café de Vrije Handel in Ouderkerk (door een oud-collega van mij heel consequent Café De Valse Schaamte genoemd), nu kwam daar dan nog Loetje aan de Amstel bij. Hoe doet een mens dat nou, een beetje verstandig omspringen met een toch niet al te progressief stijgend (pensioen)budget?
Maar... het gonst in Horeca-kringen alweer van de geruchten. Er zou alweer een nieuwe Loetje-vestiging op til zijn. Alleen toekomstmuziek? Of snel naderende realiteit? Moet ik dat nu ook allemaal nog meemaken? Nog wat meer drinken dan ik toch al doe? En hoe vertel ik dat dan aan mijn dokter? Of komt er dan toch eindelijk Amstel Lite? Ook bij Loetje? Rob Verwoest. 52
Dat kwam zo… m’n vader was namelijk lid van de biljartclub “DEVO” (Door Enkele Vrienden Opgericht) aldaar gevestigd. In mijn beleving waren er elke zondag wel biljartwedstrijden en dan moest ik mee. Ik heb wat afgeknikkerd, getold en touwtje gesprongen op het pleintje. Nu is op die plek de serre verschenen. De biljarts hebben er nog jaren gestaan, maar hebben uiteindelijk toch het veld moeten ruimen. Het afscheid van Peter meegemaakt en de opening van Loetje aan de Amstel. Tegenwoordig proberen we het een beetje te verdelen, de bezoekjes. Tenslotte moeten we zowel Pien als Jaap te vriend houden. Volgens de kinderen en kleinkinderen (ook redelijk vaste klanten) wint Amsterdam het van de Amstel. Ja Amsterdam is Amsterdam nietwaar?
Tja, wat te schrijven over Café Loetje. Wij komen er al zo’n pakweg 10-15 jaar, daarvoor hadden we, oh schande, nog nooit van Loetje gehoord! Via een medewerker van Post en Eger zijn wij bij Loetje terechtgekomen.
Wij wensen Pien en Jaap veel succes toe met hun beide Loetjes en hopen er nog lang te komen en te genieten van de inderdaad niet te overtreffen biefstuk!
Gek genoeg was de eerste keer een feest van herkenning, want tot m’n grote verbazing bleek Loetje vroeger cafe Hettema, waar ik vaak kwam, een soort vaste klant dus en dat op 10 jarige leeftijd!
Lieve groeten, Peter en Coby Post. 53
De geheimen van Loetje Er zitten slechts twaalf van die lekkere biefstukjes in één Koe. Zo’n koe die altijd lekker mals gras te eten krijgt en af en toe door knoestige boerenhanden gemasseerd wordt. Die 12 stukjes worden er door een keurslager uitgesneden, de koe wordt daarna gehecht en mag, na een korte periode van revalidatie, de rest van haar leven slijten op een kinderboerderij, samen met vriendinnen. De biefstukjes worden door de keurslager persoonlijk afgeleverd bij Loetje, zo ongeveer ’s middags rond vijf uur, waarna ze de trap opgedragen worden door Marcel en zijn gevolg, in een plechtige processie die eer doet aan het lijden van de lichtgewonde herkauwer.
eenvoudige Blue Band margarine, die langzaam opgewarmd wordt, tot de kok het bovenste laagje vet van de jus kan scheppen. Daarna worden de biefstukken in De Pan gelegd, heel zachtjes, en kan het Grote Bakken beginnen. Eenmaal klaar wordt de biefstuk samen met een plens jus uit De Pan geschept en op een bord gelegd. Dit ritueel herhaalt zich, tot er zo’n 15 borden gevuld zijn, die dan altijd door één persoon in één keer naar beneden gedragen worden. En in al die jaren is het nog nooit voorgekomen dat die persoon van de trap viel – de magie van de wonderbiefstukken maakt zelfs van de tengerste medewerkster een ijzersterke evenwichtskunstenaar.
In de keuken staat De Pan al op het vuur. Het bijzondere aan deze biefstukpan is, dat ‘ie al dertig jaar niet meer gewassen is, zodat de smaak van decennia vanuit de aanbaklaag in elk stukje vlees trekt. Ooit maakte een stagiaire aanstalten om eens een lekker sponsje door De Pan te halen, maar gelukkig kon ze net op tijd uitgeschakeld worden door een welgemikt blik kapucijners. Om te voorkomen dat De Pan in contact komt met Dreft, Vim of ander duivels spul, wordt hij bewaard in een speciaal daartoe aangeschafte kluis, waarvan alleen de erven Loetje de combinatie kennen. Deze kluis ruikt van binnen enorm lekker naar biefstuk. De Pan wordt telkens gevuld met
Daarna worden de biefstukken uitgeserveerd: de borden worden op tafel gezet, waarna het personeel zich heen spoed en backstage een kaartje legt. Pas als de gast de biefstuk bijna helemaal verorbert heeft, worden de ook bestelde salades, frites en andere bijgerechten op tafel gezet. Liefhebber van kapucijners boffen pas echt: het komt niet zelden voor dat de daarbijbehorende piccalilly pas de volgende dag bij de consument thuis nabezorgd wordt. Na de maaltijd bestelt de ware gastronoom een Irish koffie. De liefde en toewijding waarmee deze liquide lekkernij gemaakt wordt grenst aan het ongelofelijke. 54
Loetje wordt terecht geroemd om z’n biefstukken, maar men vergeet daarbij te vaak dat de Irish koffie aldaar ook tot de wereldtop behoort. Net als de paling overigens, die ernstig met uitsterven wordt bedreigd omdat ‘ie in ons aller favoriete restaurant zo verrekte lekker is. Deze paling was korte tijd van de kaart verdwenen, omdat ‘ie “te duur werd in vergelijking met de biefstuk.” Nooit meer doen jongens. Maak desnoods de biefstuk duurder, maar kom nooit meer aan mijn paling! Enfin, ik heb getracht om de leek enig inzicht te verschaffen in de geheimen van Loetje. Of Loetjes, want tegenwoordig zwaait Jaap de scepter in een heuse dependance te Ouderkerk, ook wel ‘Loetje aan zee’ genoemd. Dat er nog eens dertig jaar heerlijk tekeer gegaan mag worden in het Beste Restaurant op Aarde. Proost!
Tjerk Lammers 55
Wat maakt loetje zo apart?
“950 Kilometer für ein Steak” Geboren en getogen in Duitsland verhuisde ik eind 1996 met mijn Nederlandse man naar Amsterdam. Voor mij was het liefde op het eerste gezicht – en dan heb ik het niet alleen over mijn man maar ook over deze stad waarin ik sindsdien leef en die ik mijn thuis mag noemen. De eerste jaren had ik een baan bij een Amerikaans bedrijf, mijn werk bracht mij overal in Europa en Amerika, ik was veel op reis. Na een lange werkdag of terug van een zakenreis genoten wij van de mogelijkheden die Amsterdam te bieden heeft aan restaurants, bars en café’s. Gek genoeg kwamen wij nooit bij Loetje, ondanks het feit dat ik het café elke ochtend en elke namiddag op weg naar of van kantoor passeerde. Massa’s mensen elke avond in de serre waren een zekere indicatie voor de kwaliteit van wat er te nuttigen viel, maar ja, op de een of andere manier kwam het er nooit van om een keer binnen te stappen.
- Zijn het de biertjes die je drinkt nog voor dat je aan tafel kunt? - Of is het de barman met zijn open overhemd? - Is het de wachtlijst waar niemand voorrang op krijgt? - De gastvrijheid? - Het altijd vriendelijke personeel? - De huiselijke sfeer? - Of toch het overheerlijke biefstuk? Misschien is het wel een combinatie van meerdere factoren, maar één ding weet ik zeker, in al die keren dat ik bij jullie ben geweest, Is het nog nooit tegengevallen. Gefeliciteerd met deze mijlpaal en tot snel,
Meer dan een jaar later, inmiddels schreven wij het jaar 1998, zat ik voor mijn werk in Oostenrijk. De 10-daagse zakenreis bracht me op een gegeven moment naar Salzburg waar ik het weekend in één van die typische hotelletjes doorbracht. Op het nieuws beelden van Nederland met mooi weer en volop zon, ik zat in Salzburg en het regende al dagen pijpenstelen. Tijd genoeg om alle plaatselijke kranten door te nemen waaronder
Fleur & Jesse 56
Waarvoor de auteur van het artikel kennelijk bereid was om 950 kilometer te rijden had ik, die om de hoek woont, nog nooit de moeite gedaan om naar binnen te stappen. Onnodig te zeggen dat daar onmiddellijk verandering in kwam nadat ik weer terug was in Amsterdam. Sindsdien gaan we regelmatig naar “Loetje”, niet alleen voor de biefstukken. Talloze vrienden en zakenrelaties hebben wij inmiddels getrakteerd op een ‘steak’ en zo is “Café Loetje” bekend niet alleen in Salzburg maar ook op IJsland, in Sheffield en Newcastle, Florida, Ohio, Tennessee en Californie , in Kiel, Hamburg en München. Over tal van belevenissen met onze vrienden zou ik ook nog verhalen kunnen schrijven maar dat doen we dan als “Loetje” haar 50e verjaardag viert!
de SALZBURGER NACHRICHTEN. Niets vermoedend lag ik lezend op bed toen de kop van een krantenartikel en het daaronder geplaatste foto mijn aandacht trokken: “950 Kilometer für ein Steak” stond daar te lezen. Op een afstand van zeker 10 uur auto rijden vanuit Amsterdam ontdekte ik in dit Duitstalige ochtendblad een foto van een restaurant dat verrekt veel leek op een café bij mij thuis om de hoek. Na twee keer kijken en vol ongeloof zag ik het: hier ging het niet om een gelijkenis, het was het restaurant bij mij om de hoek, de behoorlijk uitgebreide krantenartikel ging over “Loetje”! Helaas heb ik de krant niet bewaard maar wat ik mij nog goed herinner is de lofzang op de biefstukjes bij Loetje waarvan de auteur beweerde dat ze de beste zijn van heel Nederland. Uit het zuiden van het land en zelfs uit de hele Benelux zouden de liefhebbers naar Amsterdam komen speciaal voor een steak bij Loetje. Ook het geheim van de goede kwaliteit wist de schrijver te verklappen, dat het niet kwam door een speciale manier van bakken in een of ander bijzonder vet, nee, het was puur de kwaliteit van het vlees en die was naar verluid daarom zo goed omdat de eigenaar van “Loetje” ooit slager was en zodanig een goed biefstuk al vooraf wist te onderscheiden van een minder geschikt stukje vlees.
Petra Beckers 57
58
“Hé hondenkop!” Of beter B wanneer er sprake is van ene ”Loetje”. Je kijkt de spreker alias gastheer aan. Stelt in een “split second” vast dat je zo al een heel asiel zwerfhonden van onbekend ras in het gezicht van de man verenigd ziet. Je probeert een onbeheerste lachbui te onderdrukken en zegt zo droog mogelijk: “heb JIJ wel eens in de spiegel gekeken”? Hij kijkt je dan met respect en met een grote grijns aan. Per slot van rekening herkennen twee hondenkoppen elkaar en gaan vervolgens als vrienden en collega’s door het leven!
Wanneer je als collega restaurateur uit Amsterdam Zuid begroet wordt met; “hé hondenkop” als je zijn etablissement met een bezoekje vereerd kunnen er twee dingen gebeuren. A Je kijkt de spreker verbouwereerd aan en draait je om. Zegt daarop helemaal niets. Je doet de jas weer dicht en verlaat het etablissement met opgeheven hoofd. Je neemt je voor om nooit meer zijn pand te betreden en de man die je met “hondenkop” begroette voortaan ijzig te negeren. Je belt meteen je vrienden waarmee je in het betreffende etablissement hebt afgesproken om hen van je ferme besluit op de hoogte te brengen. Vervolgens stel je krachtig voor om het trefpunt te verhuizen naar die leuke en beleefde meiden van de “Brasserie van Bearle”.
Frequent bezoeker van mede hondenkop Loetje,
Aldaar aangekomen kijk je, voor alle zekerheid in de spiegel of er toch een kern van waarheid in die onwelvoeglijke begroeting schuilt. Tja!? En dan om helemaal eerlijk te zijn: er zijn hondenrassen! Tja ehh!? Je mag per slot van rekening twijfels hebben en je staat helemaal alleen voor de spiegel. Maar het is wel je gezicht! Op dat moment besef je dat je voortaan met die vertwijfeling door het leven moet.
Sebo Woldringh van Sama Sebo 59
Het filiaal Dorland maakte deel uit van de Saatchi & Saatchi keten. Om te voorkomen dat het bureau in 1987 werd ingelijfd door het reclamebureau BATES, ook een onderdeel van de Saatchi’s, ontspon zich een bitter juridisch gevecht, dat door ondergetekende werd gewonnen, zij het met een grote erfenis aan schulden.
Op een zonnige dag, zo begin 1984, betrad ik het pand in de Johannes Vermeerstraat nr. 20 om als nieuwbakken algemeen directeur van het toenmalige reclamebureau DORLAND kennis te maken met de medewerk(st)ers. De officemanager, een aardige dame, waarvan ik op dit moment de naam vergeten ben, vergezeld van een grote bouvier, leidde mij het bureau rond en stelde iedereen aan mij voor. Tot zover geen problemen. Toen ik tegen half één ‘s middags door de creatief directeur Willem Snellenberg werd uitgenodigd voor een lichte lunch, wilde ik op een plezierige manier afscheid nemen van mijn toekomstige collega’s. Maar Willem wuifde deze geste weg met de woorden; “Je ziet ze wel in ons filiaal”.
Al die jaren was Café Loetje een rust- en ontspanningshaven, waar ik met goede collega’s de sores van me af kon praten. Henk de Cleen vroeg me of ik al een naam had voor mijn nieuwe bureau. Hij vroeg aan Peter een paar bierviltjes en tekende me uit dat Dorland nu een OASE werd voor mij. Twee weken later werd de naam OASIS in het handelsregister ingeschreven.
Tegen 13.00 uur kwam ik vergezeld van drie collegadirectieleden in een zeer lawaaiig, rokerig eetcafé op de hoek van de Johannes Vermeerstraat genaamd “LOETJE”, vol met o.a. reclamefiguren die ik min of meer kende uit mijn jarenlange werkzaamheden bij diverse bureaus. En…. bijna het voltallige personeelsbestand van DORLAND. Snellenberg vond het van groot belang dat ik kennis maakt met de eigenaar. Na zijn introductie gaf Loetje mij een hand, die dagen erna nog kneuzingen vertoonde en sprak de bijna profetische woorden: “Nog een hangjas er bij, ik heb medelijden met je”.
Ik heb in al die jaren Jaap “groter zien groeien”, Pien zien komen, Riekie iets ouder zien worden en Peter kaal. Loetje bleek onder het tumultueuze en grote lijf een hart van goud te hebben. Onze gezamenlijke voorkeur voor praktisch dezelfde thriller auteurs en Spanje zorgde voor menig inspirerend gesprek. Ook mijn vrouw Trees had de warme belangstelling van Loetje, al leverden de innige omhelzingen haar geregeld blauwe plekken en ademnood op. Pieter Wilschut werd een aantal jaren mijn creatieve steun en toeverlaat, als vaste van 60
freelancer bij het bureau. Over onze intensieve samenwerking zouden we een boekje kunnen uitgeven... maar toch beter van niet. Ook na het samengaan van OASIS met ACT en de verkoop van het bureau in 1994 aan het Catchline van Leo Stumpel, bleef ik van harte het filiaal trouw.
Loetje: niks meer niks minder!!!
Zeer gelukkig was ik dan ook toen ik werd uitgenodigd om kennis te naken met het Braadgenootschap en als junior vorkje meeprikker mocht toetreden. Na een groot aantal jaren mag ik mij verheugen in de titel van senior vorkje - meeprikker. Het geeft me maandelijks de gelegenheid oude collega’s en andere dierbare vrienden bij Loetje te ontmoeten. Ofschoon Loetje zich als autoritair manager heeft teruggetrokken uit de eetcaféketen, zien we elkaar minimaal 1 maal per maand. En zo is het goed, want sinds Jaap en Pien de terecht trotse eigenaren zijn van Loetje aan de Amstel, moeten Trees en ik de aandacht over beide etablissementen verdelen. Dat het nog jaren zo mag door gaan.
Lex & Trees Bosma + dochter Mirjam die ook nog steeds graag bij de “Loetjes” komt.
Groeten Teun 61
Geacht Café loetje Toen ging het hek helemaal van de Vermeerstraat. Zijn zoon Jaap en vriend Peter werden de nieuwe uitbaters. De keuken moest op last van de brandweer brandveilig worden en in 2006 werd echt de laatste aanblik van het café veranderd; het plafond waterdicht. Het water blijft nu waarschijnlijk op de keukenvloer staan, maar wij zitten gelukkig nu droog.
In 1964 begon ik mijn loopbaan op het consulaat en werd al de eerste middag ingewijd in het toenmalige Café Ris. Dat was een respectabele gelegenheid waar geen onvertogen woord viel en je er rustig een lunch kon gebruiken aan een tafeltje met een kleedje erop.
Maar moeten wel lang wachten op het eten daar er nu naar gedoken moet worden. We weten nu wel waarom de bediening zo traag is geworden... Kunnen ze ook niets aan doen.
In 1977 geloof ik, begon de verandering, de familie. Klinkhamer confisqueerde het nette etablissement en ik werd tot hangjas bevorderd. Sindsdien werd het Café door de PTT, de Hema en het personeel van de rechtbank bezocht en dacht Loetje er goed aan te doen de dames die ik wel eens meebracht, te moeten waarschuwen voor mijn slechte bedoelingen.
Lieve mensen, ondanks alles wat jullie van mij - en ik van jullie heb mogen incasseren blijft toch maar Café Loetje en ik hoop nog vaak te kunnen komen. Succes
Het feest was dan meteen over en Loetje had zijn gram gehaald want we zijn aan elkaar gewaagd. Na het uitsmijt kopje koffie kon hij dan nog even vragen of we niet aan het werk moesten. "Hangjassen! Hij probeerde het nog goed te maken door een groot feest te geven. Ik geloof dat hij toen 80 werd maar ben de details vergeten. Het was wel erg gezellig.
Hangjas Fritz 62
Lieve Loetje / Foppe, Een biefstukje hier en een biefstukje daar, met jou zijn wij nog lang niet klaar. Tonijn, sliptong, macaroni, schnitzel, kalfslever, lamsfilet, hamburger, capucijners, maaltijdsalade warme kip, paddestoelsalade, frites, gemengde salade, aardappelsalade en saté. Doe mij toch maar zo’n lekker stukje biefstuk, oké?!
150 kilo biefstuk in 10 jaar en we genieten nog volop!!
Judith Joost Karen
Loesje & Son 63
Visvereniging Neptunes Het zal ongeveer halverwege de jaren 80 of eerder van de vorige eeuw geweest zijn dat er op een zomerse namiddag in Loetje een visvereniging werd opgericht door vijf gewone reclamejongens. Deze vormden het Bestuur en bepaalden tijdens de tumultueuze en wel zeer vochtige oprichtingsvergadering o.a. de naam. Het werd NEPTUNES, visvereniging voor de gewone man in de reclame. Gevijven werd plaatsgenomen achter de Bestuurstafel, die later nog een mooi kanten kleedje kreeg toebedeeld, tussen de biljarts en de bar. Daar werden dan eerst de consumpties besteld (1 consumptie bestond uit 1 pils met daaromheen 5 jonge jenevers). Als eerste werd met overgrote meerderheid de Voorzitter gekozen, Harry Reijs, die vanaf dat moment alles bepaalde. Nico Sjoers, als grote motor achter deze unieke visvereniging, werd benoemd tot hoofd Sectie Zout wat al gauw sexy zout zou gaan heten en was verantwoordelijk voor het zeevissen. Ene Snellenberg, de broer van, ik ben zijn voornaam vergeten, werd hoofd Sectie Zoet voor het vissen in de binnenwateren. Wim Soesan werd hoofd Catering, want tijdens het vissen moest er wel iets gegeten en gedronken worden. Ondergetekende werd Penningmeester, de lastigste taak van allemaal. De eerste, tevens laatste contributie (fl. 100,-) werd door de meesten betaald met de Groene Betaalcheque.
De cheque van Nico heb ik later voor contanten geruild in een Amstelveens Visrestaurant waardoor hij thuis geloof ik een beetje in de moeilijkheden is gekomen. Ook werd door het Bestuur bepaald dat er met onmiddellijke ingang een ledenstop werd ingevoerd, het moest niet te groot worden. Wat een teleurstelling voor andere frequente bezoekers van café Loetje. Na alle formaliteiten te hebben afgehandeld bestond NEPTUNES, visvereniging voor de gewone man in de reclame echt. De eerste echte visdag was op de Noordzee, de middag er voor een voorbespreking in Loetje met de gebruikelijke consumpties. De bewuste ochtend op de boot allemaal een hengel gehuurd, behalve Sjoers, want die had zijn eigen spullen natuurlijk. Bijna niemand wist hoe het levende! aas aan het haakje gedaan moest worden. Volgens mij hebben we echt gevist, want er werden veel angstige geluiden gemaakt als er een vis aan de haak zat. En dan was er altijd Nico die het vuile werk opknapte. Maar gelukkig kon er benedendeks wat gerust worden aan de bar. Aan het einde van deze visdag werd er natuurlijk een nabespreking gehouden met alweer de gebruikelijke consumpties. Waar het allemaal over ging, ik zou het niet meer weten. 64
Tekst van onze zoon: Hierna zijn er nog meer visdagen georganiseerd, zowel zoet als zout, maar toch wel meer zout (2x) dan zoet. Wel zijn er nog talloze vergaderingen aan ons tafeltje met kleedje geweest. Op een geven moment werd bij de zoveelste vergadering door de voorzitter besloten dat er niet meer gedronken mocht worden tijdens de vergaderingen. Nou, dat was wat! Dus bij de volgende vergadering maar meteen begonnen met de rondvraag, en je raadt het al, er was geen enkele vraag, deze vergadering was erg snel ten einde. Het grote voordeel was dat er gelijk weer een Neptunes consumptie genomen kon worden.
“Ik vind het jammer dat het me niet lukt om mijn ouders wat vaker over te halen om bij Loetje te gaan eten. Als het aan mij ligt eten we er elke avond.
Om uiteindelijk een faillissement af te wenden is na een seizoen NEPTUNES, visvereniging voor de gewone man in de reclame, opgeheven. Een enerverende periode achterlatend.
Jammer dat er geen biljart meer is, want ik begin de smaak net een beetje te pakken te krijgen.”
Marcel Rood, destijds Penningmeester NEPTUNES, visvereniging voor de gewone man in de reclame.
Alex Dekker (nu 11 jaar) 65
De eerste keer Het was zo'n 16 jaar geleden. Ik zocht een nieuwe plek voor mijn kantoor. We waren al maanden aan het zoeken. Toen kregen we een adresje door.
HE STELLETJE LIJKEPIKKERS BLIJF JE WEL VAN M'N KLANTEN AF ANDERS SODEMIETER JE MAAR OP IK BRENG ZE ZELF WEL NAAR HET GRAF.
Op stand en statig, echt niveau. Zo werd het pand omschreven. Waar moesten we afspreken in die buurt? Ik was onbekend, het was mij om het even.
Maar die eerste keer, Het kwam zo onverwacht spontaan. Adrenaline spoot door mijn lijf. Wij bleven heel stijf rechtop staan.
Was er in die buurt niet een café of bar? Jawel, op de hoek van de Ruysdaelstraat Café Loetje, op die hoek, Waar je voor de biefstuk gaat.
De eerste keer vergeet je niet, Hebben ze mij altijd gezegd. Bij Café Loetje ging dat zeker op. Daar zijn de fundamenten gelegd.
Bij Loetje zouden we elkaar ontmoeten. Alle drie gekleed in een strak zwart pak. Wij gingen gezamenlijk naar binnen, Het was in Zuid, maar binnen absoluut geen koue kak.
Ongeveer 16 jaar zijn we nu samen. Hebben alles met elkaar gedaan. En elke dag is het weer spannend. Echte liefde; om daar aan de bar te staan.
Een grote gestalte achter de bar, Keek ons heel doordringend aan Of we geen kleren aan ons lijf hadden, Bleef deze figuur heel even staan.
Barklant 007 Ger Balk 66
Als ik een toespraak had mogen houden... Dan? Ja dan! Dan had ik gezegd: Over de hele wereld ben ik café in en café uit geweest met de boodschap ‘Heineken is the Best!’. In café Loetje weten ze dat al 30 jaar. Daar hoef ik niets. Daar ben ik thuis. Laten we er een pakken op de volgende 30 jaar.
Peter de Lange 67
“Hangjassen” Toen ik, ongeveer dertig jaar geleden voor het eerst bij café Loetje kwam, was het een van de vele gewone buurtkroegen. In de jaren zeventig overgenomen door ene Loetje, afkomstig uit het slagersgeslacht Klinkhamer. Met drie grote biljarts, waar fanatiek op werd gespeeld door de buurtbewoners. En toen werd het langzamerhand ontdekt door de nieuwe “hippe” wereld van de reclame, die zich in steeds grotere getale in de buurt vestigden en geleidelijk ontstond daarmee het meest gemêleerde café van Amsterdam en misschien zelfs wel van Nederland. En dat is eigenlijk altijd zo gebleven.
“Luie hangjassen, moet er niet gewerkt worden?” liep het inderdaad meestal vrij snel leeg en had hij met zijn oude maatjes weer het rijk alleen. In de jaren daarna werd het steeds meer een instituut. Een soort opvangcentrale annex bedevaartplaats voor de reclamewereld. Waar je misschien ook wel – om erbij te horen – naar toe ging om liefderijk uitgefoeterd en beledigd te worden door Loetje zelf. Want dat was zijn handelsmerk geworden. Wat hadden wij vaak een lacherig soort medelijden met nieuwe types waar hij quasi beleefd en vriendelijk tegen was! Die hoorden er dus niet bij. Ze waren meestal snel weer weg en je zag ze ook nooit meer terug. De échte masochisten bleven vanzelf over.
In het begin kon je er uitsluitend een gehaktbal met brood krijgen - bij de gratie Gods (of Loetje zelf ?) – maar de oude slagersharten van Loetje en Dirk gingen meteen harder slaan en zorgden voor een revolutie op eetgebied: “de biefstuk van Loetje”, die er snel voor zorgde dat er tussen de middag steeds meer van dat lawaaierige reclamevolk zat. En toch mengde zich dat wonderwel goed met de nog steeds ruim aanwezige buurtbewoners. Die er vooral kwamen om hun biertje te drinken, biljart te spelen en een kaartje te leggen. Wat ook Loetje zelf graag deed en vandaar dat hij, vanaf een uur of twee ’s middags, dat lastige reclamevolk wel weer eens kwijt wilde. Dat deed hij simpel maar doeltreffend. Na de kreet:
Fantastische jaren hebben wij er gehad. Samen met Loetje en vervolgens met Jaap en Peter. En nu komt dus alweer de derde generatie met Marcel, die langzamerhand ook steeds meer op een echte Klinkhamer begint te lijken. Maar, ze worden wel “soft” daar bij Loetje. Een beetje eng zelfs, want beledigen en schofferen is er niet echt meer bij als Loetje zelf er niet is, maar gelukkig komt hij regelmatig nog even langs om zijn oude klanten alsnog te voorzien van het echte “Loetje - gevoel”. 68
Tot mijn grote schrik zie ik dat ik inmiddels te laat ben voor mijn bijdrage...
En dat moet hij vooral ook nog heel lang blijven doen. Ook al omdat Alix het als een grote eer beschouwt als zij bij binnenkomst door drie generaties Klinkhamer wordt omhelsd.
Aan de ene kant jammer want daarbij is waarschijnlijk mijn enige kans om ooit een bijdrage te kunnen leveren aan een Liber Amicorum vervlogen maar aan de andere kant wel goed want ik kan slecht schrijven.
Het beste, leukste en meest aparte eetcafé van Amsterdam en omstreken. Ondanks de nieuwe concurrentie van Loetje aan de Amstel, maar dat is toch niet hetzelfde en zal dat ook nooit worden. En ondanks, of misschien wel dankzij, de volgens Iens “eigengereide bediening” die zich avond aan avond zichtbaar te pletter werkt en je toch altijd weer het gevoel weet te geven dat het voor de zoveel honderdste keer een goede beslissing was om naar Loetje te gaan. Wij hopen daar nog lang van te mogen genieten en wensen jullie allemaal nog vele gezonde en succesvolle jaren.
Over Loetje moet je niet schrijven of ouwehoeren. Het is een café en daar moet je drinken (en tussen de middag lunchen …) Wat moet blijven: tosti's en bitterballen Wat moet terugkomen: kleine lunch Wat moet verdwijnen: regionale bezoekers Ik hoop nog minimaal 30 jaar als trouwe gast binnen kunnen komen vallen
Ramon Kragtwijk
Rob Koerselman 69
30 jaar Loetje, 10 jaar buurman Eenderde deel van mijn leven woon ik in Amsterdam en ben ik overbuurman van Loetje, we zijn dus even oud. Ik heb veel mooie herinneringen aan Loetje, het is alleen al de geur van gebakken biefstukken die je in de hele Johannes Vermeerstraat ruikt als je ’s avonds je auto parkeert. Of gewoon flauwe grappen maken aan de bar met Foppe en de dames. We gaan terug naar de zomer van 2000, het is schitterend weer en het Nederland elftal speelt een belangrijke wedstrijd. Aangezien we niet binnen willen zitten maar toch heel graag de wedstrijd willen zien besluiten we de kabel door te trekken en de TV buiten op de stoep zetten met een paar stoelen en een bbq. Aan de overkant van de straat heeft Jaap ons kennelijk gade geslagen en komt zo nu en dan even kijken wat de stand is. Tijdens de tweede helft als de bbq aan het naroken is en wij op ons puntje van onze stoel naar de wedstrijd zitten te kijken komt Jaap wederom de straat oversteken met een dienblad, om ons van koffie te voorzien. Zomaar uit het niets omdat hij het er wel gezellig uit vond zien.
overkant (tja, we hadden weer eens geen zin om te koken..). Om uiteindelijk aan de bar bij Foppe te belandden en na vijf (!) flessen wijn strompelend naar huis gingen. Het is een tent waar ik me ik me altijd welkom voel (al doet iens toch anders vermoeden…) en ik nog eeuwig zal blijven komen en niet alleen voor de biefstukken..
Zo kan ik mij ook nog een memorabele avond herinneren dat ik met mijn toenmalige huisgenoot Goderd, die zijn laatste dagen sleet bij KPN, even snel een hapje ging eten aan de
David 70
Van uitbener tot uitbater van een Café biljart nieuwe gerechten, het personeel boven en beneden draait op volle toeren in de drukke uren.
(soort van acrostichon) Luidruchtig ( “Wat motje?” - “vòl!” – “hangjas”) Oerdegelijk (“Mannen van staal schepen van hout”) Entertainer (“Moet je niet naar huis?”) Tactisch (“Vlees recht afsnijden kl...zak”) Juweel (niet te slijpen) Enig in zijn soort (gelukkig maar)
2003 Peter stopt ermee: Jaap en Pien met inzet van personeel gaan verder. Derde generatie Klinkhamer stroomt langzaam in, ondanks de groene vingers voor de plantjes kiezen ze voor de horeca. 2006 Loetje a/d Amstel wordt geopend Jaap is daar nodig, zijn jongens Marcel en Jeroen zijn klaar voor Amsterdam. En waar was Loetje? Nou zoals altijd iedere ochtend van 6-9 uur in de zaak om de boel weer op orde te brengen en af en toe ' s middags eens aan te schuiven als patiënt. In dat zelfde jaar vond er ook een metamorfose in de zaak plaats met een voor iedereen na enige bedenkingen een tevreden resultaat. Één ding is er in die tijd niet veranderd kwaliteit - gastvrijheid en natuurlijk Loetje.
Vanuit het slagersleven met broer Dirk en vrouw Bep Café biljart Loetje begonnen. Niet meer als patiënt maar als trotse eigenaar van drie biljarttafels, met op de kaart uitsmijter, bal gehakt en voorzichtig biefstuk. Na verloop van enige jaren: Dirk gaat weg, Loetjes zoon Jaap en vriend Peter komen erbij, het wordt drukker en het eerste biljart maakt plaats voor tafels. 1995 Loetje stopt er mee Jaap en Peter nemen de zaak over een nieuw tijdperk breekt aan. Diverse aanpassingen en verbouwingen zijn hard nodig om de almaar toenemende drukte het hoofd te kunnen bieden. o.a. vergroten en ! moderniseren keuken, nieuwe toiletten en grotere bar. Biljarttafels verdwijnen één voor één. Door Pien wordt de kaart verder uitgebreid met
Dit alles is niet verzonnen wij waren er zelf bij, de mannen van de verbouwingen. Dick & Stefan 71
Niet als voetballer, als persoon!
In de serre Laat die mevrouw in haar bruine doorgestikte jas dat kleine hondje nog trouw iedere morgen uit? En loopt die vrouw met wier man ik op het vorige feest danste, nog steeds steil voortstappend langs? Of kijkt ze nu wèl de verlichte serre in en groet ze ook? En wie zette eigenlijk af en toe haar koffiemok op de auto in de haast? Hoeveel kinderen laadt de buurman hiernaast nu op de fiets of in de bak? Zijn vrouw leek me een lerares. Maar daarin vergis je je licht.
Ondanks dat ik niet aanwezig ben op 3 februari 2007 wil ik toch het management en het personeel feliciteren met het 30-jarig bestaan. Ik geef ook mijn complimenten naar de eigenaar en het personeel dat ik me ‘welcome’ en gewaardeerd voel. Niet als de voetballer maar als persoon. Love you all. Big Kisses,
En Paula, god ja Paula! Ik heb me altijd afgevraagd waar ze al die snuisterijen opbergt. Zij is iemand voor een kaptafel met driedelige spiegel en veel laatjes en extra's als goudgebiesd en donkerrood velours en levensecht marmer. Ze zag er onveranderd tijdloos uit. Doe je dat zo? En die gruwelijke Heugafelt tegels. Het vleesgeworden begrip onbestemd. Dat vleesgeworden kan natuurlijk niet. Ze waren net zo synthetisch als de palmen in de hoek,. die periodiek werden gereinigd. Daar kwam een meneer voor. Meer een “jongen”, denk ik. Maar dat komt omdat ik ettelijke leeftijdsgrenzen ben gepasseerd. Enfin.
Wim Suurbier 72
Trouwens, is het glazen dak al dicht? Als het kletterde van de regen liep het water ook binnen. Op die tafel , op die stoel. Ik weet de plekken nog. Gedurende de wintermaanden zag je vanuit de serre het buiten langzaam licht worden. Ik hield van het donker of het schemerdonker. Dan was het echte leven nog niet begonnen. Langsfietsende mensen op fietsen met gewone, brandende koplampen, op weg naar hun werk. Als hun werkdag echt begonnen was, was ik klaar. Dan fietste ik naar huis. Door grijs daglicht. Ik hield meer van het startpunt dan van het eindpunt. Maar geld vergoedt veel.
Begrijpen deed ik hem niet. Is dat zijn baan, dacht ik. Dat was het. Op geroutineerde wijze stak hij de gereinigde plastic bladeren in de inkepingen in de namaak sisalstam, teneinde een natuurgetrouw beeld te creëren. Het leek! Nicotinebeslagen eeuwig groen. En Kerst met die echte dennentakken die Foppe op de ombouw boven de bar spijkerde. En elders. Waarvan de afgevallen naalden tergend lastig uit dat smerige heugafelt te zuigen waren. Weken na januari staken ze nog de kop op. Vlekken en naalden. Niet te tellen.!! “Luik,” roept Peter, die afdaalt in de kelder. Heeft Loetje nog steeds die loop: punten van de schoenen zo’n dertig graden naar buiten. En snuiven? Niet enkel volume en veel vast repertoire, maar ook veel kaakbeweging en gesnuif. Het bovenlijf in voorwaartse cadans. En waar is Carolien nu? Die zo sterk is, dat ze mijn piano rustig aan één kant tientallen centimeters optilde en zo minutenlang bleef staan, wachtend tot de sterke man tegenover haar al zijn kracht verzameld had om ook zíjn kant een stukje te verplaatsen. Soms kletsten we even. Tussen het schoonmaken door. En het was nooit een probleem wie wat deed. Dat was lekker.
Truusje Kofflard 73
Wat je ver haalt Stamgasten zijn we niet. We komen er niet vaak, we kennen er bijna niemand en vrijwel niemand daar kent ons. We kunnen niet meepraten over het roemrijke verleden of over het wel en wee van vaste bezoekers en we beschikken dus niet over smeuïge anekdotes of sterke verhalen. We hebben zelfs nog nooit de eer en het genoegen gehad door Loetje persoonlijk te worden beledigd. Terloops binnenvallen omdat we toevallig langsliepen gaat niet omdat we daarvoor te ver weg wonen. Eigenlijk horen we er helemaal niet thuis. Niet in Café Loetje en niet in dit boek. Als er al over ons wordt gesproken, worden we niet bij naam genoemd maar aangeduid met een verwijzing naar de stad waar wij ooit woonden. En dat verklaart dan ook gelijk alles. Wij zijn ‘de Rotterdammers’.
Café Loetje. En Bas en Myrte vragen al jarenlang iedere schoolvakantie steevast of we niet weer eens bij ‘Loetje’ langs kunnen. Terwijl die twee toch nog niet ècht de leeftijd hebben bereikt waarop barbezoek een vaste gewoonte is. (Ze zijn 12 en 13, let in dit verband ook op het routineuze weglaten van de aanduiding ‘Café’). Wel heel goed voor hun ontwikkeling trouwens. Met veel enthousiasme bezigt dit voorlijke duo sinds jaren een van Jaap overgenomen oer Amsterdamse uitdrukking: ‘Krijg de Beerus’. Wat het betekende wisten ze niet. Jaap evenmin, bleek bij navraag. Maar het is wel een krachtterm die al zes jaar lang veel ontzag inboezemt op schoolpleinen en in gymzalen van tenminste minstens vier dorpen en één ingeslapen provinciestad.
In de beleving van de meeste Amsterdammers bevindt alles dat het leven de moeite waard maakt zich binnen een straal van drie kilometer rond het Museumplein. Rotterdammers weten echter dat wat je ver haalt soms heel erg lekker is. Wij vinden dus altijd wel een aanleiding voor een bezoek aan Café Loetje. Zo niet, dan verzinnen we wel een reden. Als Kirsty roept dat ze trek heeft in biefstuk, dan weten we allemaal waar die gegeten gaat worden. Kirsty weigert namelijk categorisch om rood vlees te eten. Behalve als het gaat om een biefstuk bij
Dat het achteloos vermelden van een bezoek aan genoemd café in uiteenlopende gezelschappen statusverhogend kan werken, was ons al vaker opgevallen. Vooral bij mensen uit de reclamewereld maar ook bij fans van diverse artiesten van vaderlandse bodem. Mensen uit de eerste categorie reageren meestal enigszins gegeneerd als ze merken dat we wel eens in Café Loetje komen. Mogelijk uit vrees dat hun reputatie schade zal ondervinden van het feit dat wij hen daar niet aantroffen omdat dit de indruk zou kunnen wekken dat zij wellicht toch 74
niet ècht tot de incrowd behoren. Hen stellen we altijd gerust met de opmerking dat we er maar zelden komen. Fans van muzikanten en soapies daarentegen, reageren bij het horen van de naam Café Loetje altijd ongegeneerd gretig met de vraag of we hun favorieten hebben ontmoet (en wat die dan wel niet aten en dronken en hoevéél en met wie ze naar huis gingen). Hen stellen we altijd teleur met de mededeling dat we er maar zo zelden komen dat we helemaal geen stamgasten of andere BN-ers kènnen. Laat staan dat we weten wat ze eten en drinken. Wij komen namelijk niet om te-zien-of-gezien-te-worden. Wij komen er bijvoorbeeld om effe snel iets drinken als we een verjaardag te vieren hebben. Zo werd het eerste pilsje dat Kirsty legaal in een horeca etablissement bestelde, op de avond van haar 16e verjaardag getapt door niemand minder dan Jaap. Of we gaan er rond sluitingstijd nog een afzakkertje halen nadat we in Paradiso een bandje zijn wezen kijken, in de hoop dat iemand ons de weg kan wijzen naar het Lloyd Hotel zodat we ook de Afterparty nog kunnen meepakken. Marcel wist niet eens waar we het over hadden – niet zijn scene – maar gelukkig zat er nog een achtergebleven stamgast die het ons haarfijn kon uitleggen. Onverwachte ontmoetingen hebben wij er nooit. Hoogstens treffen wij elkaar, wanneer we er bij uitzondering allemaal onverhoopt terecht komen zónder dat we dat hadden
afgesproken. Zoals die keer dat Hans, Carin, Kirsty en Myrte na een zaterdag winkelen besloten toch nog maar even bij Loetje te gaan eten en toen te horen kregen: ‘Joke heeft net gebeld dat ze met Theo en Bas komt eten, willen jullie met z’n allen één tafel?’. Dat is dan toch weer net alsof je je stamkroeg binnenstapt. Wij komen ook niet omdat in de Elle heeft gestaan dat Café Loetje zo’n geweldige kaart heeft. Natuurlijk, je kunt er overheerlijk eten en dat is zeker één van de redenen dat we er graag komen. Maar dat Pien culinair hoogbegaafd is, weten wij al heel erg lang uit eigen ervaring. Daar hebben we geen glossy’s voor nodig. Wij komen al evenmin omdat we op 75
Nee, thuis freten! televisie hebben gezien dat Jaap en Jeroen demonstreerden hoe de beroemdste biefstukken van Nederland worden gebakken. Die zijn uiteraard onovertroffen maar ook dat is voor ons geen nieuws. Wij komen vooral omdat we bijzonder gesteld zijn op enkele familieleden. En dat die dan toevallig de leukste kroeg en het beste eetcafé van Nederland runnen, ach dat is dan gewoon meegenomen.
Bij de oprichting waren wij aanwezig. Elke zondag feest met de gezinnen en de kinderen op het plein. En de ouders maar zuipen. Jacqueline maakte tekeningen voor tante Beppie die zij ook bewaarde. Erg leuk. Maar het contrast met Loet, die kon alleen maar schreeuwen. Wilden we iets eten... “Nee, thuis freten”.
Wel zijn we één keer speciaal naar Café Loetje gereden om de garnalenkroketten te proeven. Dat was nog voordat die garnalenkroketten een hype werden. Daar hebben we overigens zelf nog een bescheiden bijdrage aan geleverd toen Pien en Jaap langskwamen op ons vakantieadres, pal op de grens met België. Na een zonovergoten en met mousserende witte wijn besprenkelde middag aan het strand, gingen we met z’n allen naar het andere beste eetcafé van Nederland waar we uiteraard ons favoriete voorgerecht bestelden: garnalenkroketten. Wat biefstukken zijn voor Café Loetje, dat zijn garnalenkroketten voor Café de Tol. Gelukkig maar voor Amsterdam dat Pien en Jaap ruimdenkender zijn dan de meeste van hun stadgenoten. Zij weten ook dat wat je ver haalt soms heel erg lekker kan zijn.
De biljarttoernooien waren heel gezellig. Loet verzon van alles; lange stokken en vooral het ‘kneuzentoernooi’, geweldig. Japie was in opkomst, die heeft het rustiger gedaan. Zonder te schreeuwen van... VARKENSKOPPEN! Wij mochten de hele familie heel erg graag. Zo hebben wij daar dus hele gezellige uurtjes doorgebracht. Soms missen wij die gezelligheid van vroeger. Maar één ding is zeker... we kunnen nu wel freten Veel succes met de voortgang.
De ‘Rotterdammers’: Bas, Myrte, Kirsty,Joke, Theo, Hans en Carin
Paula & Jan 76
Loetje 30 jaar. Van harte gefeliciteerd!
Ik eet viermaal per jaar met familie die in Wieringen woont. Veelal rijd ik dan daar naar toe , er zijn restaurants genoeg. Maar de familie (zes personen) wilde ook wel eens in Amsterdam eten. Mijn neef vroeg mij de laatste keer of ik ‘Loetje’ kende… de biefstuk was iets geweldigs daar. Op mijn vraag hoe hij aan de naam Loetje kwam, bleek een van zijn kinderen een vaste bezoeker van Loetje te zijn….. Of ik Loetje kende. Een overbodige vraag en het werd uiteraard Loetje.
Het was plusminus vijftien jaar geleden dat ondergetekende zomaar voor een keertje bij Loetje kwam. Een vriend van mij stuurde mij erheen “omdat alles zo eenvoudig en aardig was en de maaltijd uitstekend.” Die vriend had volkomen gelijk, want nu, na vijftien jaar, ben ik een trouwe bezoeker van Loetje. Natuurlijk is het ouderwetse wat veranderd, maar de gezelligheid en het prima eten zijn gebleven. Café Loetje wordt gedragen door geweldig personeel. Wie was echter Loetje, die de zaak runde? Het was even wennen met hem. Vreemde grappen waar je aan moest wennen. Dat duurde echter niet lang, want toen Jaap en Peter het overnamen werden de grappen minder, maar de stijl van Loetje beter. Zeker, Loetje heeft een geweldige naam opgebouwd. Zo werd de perfectie van de maaltijd helemaal perfect door de bekende biefstuk.
Men voelt zich thuis bij Loetje, ondanks dat het er ’s avonds wel eens wat lawaaierig is. Eigenaar en personeel: ga zo door. Hoe de gasten ook gekleed gaan, laat dat voor iedereen zijn eigen keus zijn. Dat is juist de reden dat eenieder zich er thuis voelt. Mag deze ‘wereld’-tent voor heel veel klanten nog jaren open blijven.
Mensen als Peter, Jaap, Foppe, Riekie, Ilona, Pien, Sheila en anderen waren de personen die Loetje groot maakten; een eetgelegenheid die je nauwelijks in Amsterdam en omstreken kon vinden. Loetje werd steeds bekender. Steeds meer klanten die – als alles vol was – zonder problemen wilden wachten aan een vrije tafel. Een drankje aan de bar was ook gezellig terwijl je daardoor ook andere personen leerde kennen.
Een vaste bezoeker:
André Kraan 77
Vader en zoon zijn voordeel weet te beslechten luidt dan ook: “... of wil je morgen wakker worden met slangen in je neus.”
Dit boekje ter gelegenheid van het 30-jarige bestaan van Café Loetje, gaat natuurlijk voornamelijk over de oude knorrepot naar wie dit beruchte café ooit genoemd is: Loetje. Het is in het bestek van dit stukje voor mij onmogelijk om alle persoenen in die in dit café een dominante rol spelen, te behandelen, daarom beperk ik mij tot de relatie van Loetje met zijn zoon Jaap, die het café na Loetjes afscheid overnam.
Maar goed, verder met mijn verhaal. Zo geviel het dat jaren geleden, Jaap was toen een jaar of dertien, hij bij hoge uitzondering dispensatie van de bond kreeg om met de senioren mee te mogen biljarten op een of ander zeer belangrijk toernooi. Waarschijnlijk met de gedachte, ach zo’n jongen, leuk toch dat ie mee mag spelen, misschien wint ie wel een partijtje of wat. Maar dat was een ernstige misrekening. Want Jaap won alles. Ook van zeer hoogbegaafde oude knakkers. Totdat hij de finale bereikte. Waarin hij uit moest komen tegen….u raadt het al, zijn vader, de oude knoestige Loetje zelf.
Behalve een getalenteerd klaverjasser (ik kan er van meepraten, wat ik ben vaak het slachtoffer van zijn scheldkanonnades, die menige niet ingewijde omstander verschrikt naar zijn mobilette doet grijpen om de politie te bellen, of de gezondheidszorg, omdat men denkt met een groepje ontsnapte, ernstige Gilles de la Tourette patiënten te maken te hebben, of dat het kaartpartijtje elk moment in een slachting kan veranderen; reden waarom Jaap nooit mee wil spelen), is Loetje ook een biljarter van formaat. Net als zijn zoon Jaap trouwens die daar nog voor gestudeerd heeft op Papendal. En die reeds op zeer jeugdige leeftijd er blijk van gaf over een zeer groot talent te beschikken. Misschien wel groter dan dat van zijn vader. Nu beschikt Loetje over zeer veel talenten, maar incasseringsvermogen is daar niet bij. Ergo, hij kan slecht tegen zijn verlies. De zinsnede, waarmee hij op kritieke momenten, elk geschil in
Loetje maakte zich kennelijk wel enige zorgen over het verloop van deze (libre) partij. Dus in de auto met Jaap, op weg naar deze zo belangrijke finalepartij, had hij een mooivader-tot-zoon gesprek met hem. Ik was er niet bij , maar kan me voorstellen hoe het is gegaan. “Dat Jaap zijn talent mooi wel aan zijn vader te danken had. En dat zijn vader hem altijd gestimuleerd had in zijn carrière. En hoe leuk en eervol het zou zijn, als Jaap tweede werd, naast zijn vader op het podium zou staan. Dus als Jaap nou voor een hele moeilijke stoot zou 78
komen te staan, hoefde hij echt zijn best niet te doen en dat het dan helemaal niet erg zou zijn als hij deze stoot zou missen en dan een paar mooie makkelijke ballen voor zijn vader zou achterlaten. Et cetera. Het zou mij niets verbazen als het zo gegaan zou zijn. Ook enige ernstige dreigementen sluit ik daarbij niet uit… Er van overtuigd dat zijn zoon zijn rol goed begrepen had begon Loetje welgemoed aan de partij. Maar Jaap was het kennelijk een beetje vergeten, want hij maakte het uit met tweehonderd punten in negen beurten. En werd kampioen. Toen schijnt een hevig teleurgestelde Loetje na afloop tegen Jaap gezegd te hebben: Als je groot genoeg bent om te winnen, kan je ook wel lopen naar huis. Maar nu is alles koek en ei, tusen Jaap en Loetje. Gelukkig maar. Ik wens alle familieleden en medewerkers een mooi feest toe. En nog vele succesvolle jaren.
Cor Bruinsma 79
80
Wég tafels! Aan de fam. Klinkhamer en personeel. Hoera! Café Loetje bestaat in 2007 dertig jaar en dat wordt groots gevierd in de (voormalige) Heineken Brouwerij op 3 februari. Mijzelf en andere vaste klanten wordt gevraagd een anekdote te schrijven, bijvoorbeeld een herinnering aan vroeger. Laat ik mij in hoofdzaak beperken tot het biljarten. Naast de onderlinge wedstrijden van mijn oude club “Energia”waren er ook toernooien zoals ‘vijfkampen’’voor de ‘grote jongens’, met Ton Wieland, Jaap Klinkhamer, Cor Zomerdijk en anderen. Verder waren er voor de gewone spelers de ‘lange stokken’en ‘kneuzen’-toernooien. Gezelligheid en lol was dus troef. Het was daarom jammer dat na een aantal jaren die toernooien verdwenen, vanwege te geringe animo. Na verloop van jaren werd het café een eetcafé. Nadat zoon Jaap het café in 1995 van zijn vader overnam, begreep ik al dat de biljarts niet lang meer zouden staan. Dat moment kwam op 5 oktober 1997. Wég tafels! Dat was voor mij even wennen omdat ik met Paul Klute nog een aantal jaren speelde nadat onze oude club Energia ter ziele was gegaan. Maar, ondanks dat de biljarttafels verdwenen zijn is het
toch een gezellig eetcafé. Waar de biefstukken, die beroemd zijn in Nederland en omstreken, als warme broodjes over de toonbank gaan. Ook de recente verbouwing heeft het café een ander aanzien gegeven, al zeggen sommige klanten dat het niet meer het ‘oude bruine café’ is. Maar, persoonlijk vind ik het prachtig. Ik wens de familie Klinkhamer en personeel veel voorspoed en gezondheid toe. Je oude, trouwe klant,
Coen Ladage 81
Lechajin!
“Herbert Spezial” In December 1996 verhuisden mijn vrouw en ik van een klein stadje in Noordduitsland naar het Duivelseiland in Amsterdam Oud-Zuid. Op een regenachtige middag in April van het daaropvolgende jaar fietste ik door de Pieter Baststraat richting Ruysdaelstraat. Op de hoek bij tabakwinkel ‘Korth’ schepte ik bijna een grote kerel die de straat wilde oversteken. Tot mijn grote verbazing bleek de man geen onbekende. Herbert, zo heette hij, woonde in hetzefde stadje in Duitsland waar ik ook zo’n 20 jaar gewoond had. Hij werkte daar als verkoper voor een groot textielbedrijf maar was bovendien ook zanger en gitarist van een amusementsorkest met de swingende naam ‘Die Blauen Jungs’. Omdat hij soms vragen over muziekinstrumenten of technische dingen had kwam hij wel eens langs in mijn opnamestudio voor een babbeltje. Herbert had zijn hele muziekantenleven op bierfeesten en trouwpartijen doorgebracht, had een mooi huis en een Porsche bij elkaar geschnabbelt, was getrouwd en zijn zoontje bleek bij mijn dochter Esther in de klas te zitten. Van mijn verhuizing naar Amsterdam had hij wel gehoord en gelezen, maar was evenwel verbaasd om door mij bijna van zijn sokken te zijn gereden. Hij nodigde mij uit voor een drankje in zijn stamkroeg, die gek genoeg het cafe tegenover op de hoek bleek te zijn. Ik was er
Waar kun je nou nog leuk vertoeven als je al wat ouder bent? Ik bedoel echt méér dan dertig, met je vlam of eigen vent? Nou, wij hebben wel ons plekkie, al jaren komen wij graag hier. Je zou haast zeggen, ons eigen stekkie. Het is nooit saai, juist altijd vertier. De jongens en meisjes met dampende borden. En velen die wachten, soms wel in horden. Wij heffen het glas en Lechajim voor nou, met veel goede wensen en zeker tot gauw.
Jacob en Loes te Pas van Collem. 82
Loetje 30 jaar wel vaker langs gekomen omdat het nog geen honderd meter van ons huis vandaan lag, maar tot die dag had mij nog niets er toe bewogen om deze locatie met de naam ‘Loetje’ binnen te stappen. Bij binnenkomst werd Herbert direkt uitgelaten met naam begroet door de aanwezige gasten en het barpersoneel. Hij bestelde twee biertjes en omdat het lunchtijd was, voor zichzelf een ‘Herbert Spezial’. Dit gerecht bleek een bord patat met drie stokjes sate, een flinke schep pindasaus en een garnituur van ketchup en mayonaise te zijn. Herbert vertelde mij dat hij sinds jaren regelmatig bij ‘Loetje’ kwam kaarten en biljarten met andere stamgasten. Hij woonde dan twee of drie nachten in ‘Hotel Washington’, een straatje verder op. In Duitsland werd hij blijkbaar niet vermist, want men waande hem op zakenreis in Scandinavië. Herbert moet een goede en snelle salesman geweest zijn, want hij deed Scandinavië in een dag: s’ochtends vroeg Schiphol-Stockholm en s’avonds weer retour om in Amsterdam weer de kroeg in te duiken. ‘Loetje’ bleef voor jaren zijn vast uitstapje tot dat de weverij in het Duitse stadje eind van de jaren ‘90 failliet ging en Herbert zijn baan verloor. Niemand hier heeft hem daarna nog teruggezien.
Uitspraken voor Loetje Biefstuk zoals het moet vind je alleen bij Loet
Ik weet niet wat ik met die biefstuk moet, ik bel ome Loet. Weet je niet hoe het moet, kom naar Loet. Alleen bij Loet is de biefstuk goed.
Op naar de volgende 30 jaar. (We hopen nog lang van jullie biefstukken te genieten)
Chris Beckers
Fam. H. Gransjean Fam. F. Gransjean 83
Stel je voor... het, het is heel erg maar: Hij vraagt aan de bediening van Café Loetje: “hebben jullie toevallig ook biefstuk”??? Gelukkig zijn ze bij Cafe Loetje wel vreemdere gasten gewend want de bediening reageert met de juiste sense of humor en zegt: “Oh dat weet ik niet, ik zou even moeten kijken of dat er nog is...
Hij: Heeft niet zolang geleden de vrouw van zijn dromen ontmoet en wil haar mee uit eten nemen. Aangezien zij klasse heeft, ligt hij nachten wakker om te bedenken naar welk chique en vooral duur restaurant ze zullen gaan. Hij weet het niet... Er zijn per slot van rekening zoveel dure restaurants in Amsterdam (echter de meeste van hen komen wel wat te kort)!
Stel je voor... Wij: Je hebt de smaak te pakken en komt steeds vaker bij Café Loetje. Soms voor een snelle (èn goedkope) hap soms voor een gezellige avond. Dan gebeurt het je een heel enkele keer (1 keer) dat de fles wijn die je besteld hebt, nog lang niet leeg is maar dat je wel klaar ben met eten! Je durft amper, maar hebt toch de moed gevonden om aan de bediening te vragen of zij een kurk hebben voor de fles wijn. Natuurlijk vinden ze dat geen probleem! Je rekent af, loopt met een lekker (èn vol) gevoel naar je auto!
Intussen Zij neemt het initiatief over en heeft een briljant idee... Stel je voor... Zij: Het duurde best wel lang voordat hij mij uiteindelijk uitnodigde om met hem uit te eten te gaan. Omdat je hem nog niet zo goed kent, vraag je je als vrouw toch af: “waar neemt hij mij in godsnaam mee naar toe”. Om een teleurstelling te voorkomen denk je dan toch maar even mee... Je weet één ding, het gaat bij zo’n afspraak om de sfeer en de kwaliteit van het eten, dus? Ervaren als je bent (tenslotte kom je er al jaren) stel je voor om naar Café Loetje te gaan. En ik weet
Stel je voor... Dan loop je (nagenietend) samen naar de auto en hoor je plotseling een fluitje... 84
Het Plantsoen Hij kijkt achterom (zij niet, want ze heeft een natuurlijke arrogantie en reageert nooit op fluitjes) en je ziet iemand van de bediening met jouw fles wijn in zijn handen die je alsnog vergeten was!!!! Waar vindt je deze gastvrijheid nog in Amsterdam, Nee, sorry waar in heel Nederland?
Zij: “Wanneer mag ik”...
Er is nogal wat te doen En men maakt regelmatig moppen Om een klein plantsoen Genoemd naar Drs Foppe. Die was niet eens geleerd En kon alleen maar biertjes tappen Men fluistert dat hij niet is afgestudeerd En dat die straatnaam slechts aan flappen Is te danken,waarna men verder gaat; Zo gaat dat in een deelraad Het is geheel niet mijn terrein En trouwens ook niet dat van Foppe Maar ze blijken daar corrupt te zijn En zijn niet meer te stoppen De één koopt daar een laan De andere een straat Je mag een eerste paal ook slaan Men zegt dat het om tonnen gaat Alleen mensen met een beetje fatsoen Kopen slechts een titel en een plantsoen.
Bea en Frank Woolthuis
Jacob
Essentie van het verhaal: Cafe Loetje zorgt altijd weer voor een aparte ervaring. Soms komt het meteen binnen en soms duurt het wat langer maar: Ga naar café Loetje en er gebeurd van alles met je... Hij: Ik heb nog één wens: Zij heeft me namelijk stiekem verteld dat ze zoooo graag in Café Loetje zou willen schreeuwen: “FRANK!!! TAFEL VOOR 2”!!!!!!
85
23-11-96
Met Peter, die niet zo veel behoefte had om de zaak snel/vroeg te sluiten heb ik menige keren, tot vroeg in de morgen, erg gezellig zitten kletsen over van alles en nog wat en zitten luisteren naar muziek (ooit was er een korte tijd een abonnement op muziekcassettes, maar toen iedereen achter de bar zijn eigen muziek wilde luisteren en het liefst zo hard mogelijk, kwam hier weer een einde aan).
In juli 1976 zette ik mijn eerste schreden in het toenmalige Cafe Ris (mét biljart). Ik had om de hoek, in de C.A. een pand gekocht en ging regelmatig tijdens de verbouwing even koffie drinken (en soms even biljarten). Na de verbouwing kwam ik er nog maar sporadisch tot ik in januari 1995 verhuisde met mijn bedrijfje van Leiden naar mijn woonadres in de C.A. Ik maakte erg lange dagen en de truc om mezelf te dwingen mijn werkdag te beëindigen was om ca. 23.30 u. koffie met een borrel te gaan drinken bij Loetje. Zo is het gekomen. Dagen, weken, maanden en jaren volgden. Het ging wél in de papieren lopen. Dat wel. (Luik!)
Foppe daarentegen heeft de neiging om de zaak veel vroeger te sluiten. Het is geen café meer maar een eetcafë! Gelukkig, gesprekjes zijn nog mogelijk: Foppe heeft voor iedereen een luisterend (en begrijpend) oor. Over Jaap had ik in het begin gemengde gevoelens: ik kreeg het gevoel dat hij me constant in de maling liep/zat/stond te nemen. Ik kreeg er genoeg van en liep 'n keer met hem mee toen hij naar achteren liep en vertelde hem dit. Laconiek was zijn commentaar: "dan doe ik dat niet meer".
Voordat het koffiezetapparaat (de eerste) er was, was de lange kant van de bar, bij het raam, iets korter en maakte een bocht van 2x45°. Ik zat het liefst op de achterste kruk. Rustig nadenkend over de voorbije dag. Nu is deze plaats al jaren ingenomen door een monster van een apparaat. Maar wel efficiënter en sneller natuurlijk dan het huis-, tuin- en keukenapparaatje dat hiervóór in gebruik was.
Ook het verhaal van Loetje versus de Belastingdienst is noemenswaardig. Loetje was/is goed van drinken en goed van geven. "Geef hunnie ook wat", was/is een gevleugelde uitdrukking van hem. Er werd dus veel weggegeven. Alleen .
Omdat ik nauwelijks een vleeseter en zeker geen grote eter ben: de befaamde biefstuk kreeg ik nét voor de helft op! 86
vond de Belastingdienst dit een beetje erg veel (ver boven het gemiddelde in de Horeca) en accepteerde dit niet en Loetje werd op het matje geroepen. Ondanks zijn protesten volgde er (naar verluidt) een forse naheffing.
Mijn drankgebruik is onvoorspelbaar en de bediening is verbaasd en in de war: "Het moet niet gekker worden", als ik wéér iets anders bestel. Ik dronk niet alleen maar "gouden rum" en meer cola dan mijn gebit lief was!
Als ik Loetje wat aanbood was zijn commentaar meestal: "het zal tijd worden dat je wat weggeeft". Loetje bleek later, na al jaren venijnige opmerkingen, zoals "hangjas" en "je drinkt niet naar je geld hebt", een mak lam te zijn. Een man die zelfs met mij "eeuwige student" (vlgs. hem) een aimabel gesprek kon hebben.
Met de komst van de nieuwe generatie Klinkhamer zal er wel steeds het een en ander blijven veranderen. Maar zoals Loetje al zei: "Je moet evolueren". Koen (Foppe's trouwste klant) is een verhaal apart. Komt vanaf het begin bij Loetje. Toen als clubspeler (biljart). Nu alleen op vrijdagavond voor de gezelligheid. Hij weet alles van elektriciteit. Maar ook alles van ziekten. En hemellichamen. En klassieke muziek. En nog veel meer. En kan uit zijn hoofd rekenen waar geen computer tegenop kan. Na verloop van tijd merkte ik dat mijn rekening hoger was dan dat ik me voelde. Ik ben toen de bonnetjes 's 'n keer gaan nakijken - soms klopte er echt geen hout van: teveel of soms veel te weinig. Maar ja, het is druk, druk. Het zal elkaar wel compenseren. "Er is niets mooier dan een leeg café" en met veel lawaai leegt Foppe de vuilniszak; dit is écht het einde, ik moet weg (om er morgen ongetwijfeld weer in te tuinen; Luik!).
Uit mijn agenda: dinsdag, 13 februari 1996, ca. 01 u.: "Je moet vooruit" hoor ik Loetje zeggen, "je moet evolueren, het verandert allemaal, nieuwe tijden, jonge mensen, stilstand is achteruitgang" hoor ik hem zeggen. "Je moet zorgen dat je de beste bent en de rest legt het dan af" en hij geeft een voorbeeld: "in een straat moeten vijf slagerijen zijn en als je de beste bent dan redt je het". Tegenwerping van zijn gespreksgenoot: "en de andere vier gaan naar de klote", "Ja, wat moet je anders" zegt Loetje. "Je moet goed zijn en je moet een gok nemen. Ik heb een miljoen schuld gehad. "Heb jij een miljoen schuld gehad?" vraagt hij en geeft direct zelf het antwoord: "Nee, jij hebt helemaal geen schulden".
Ton Witte (de prentbriefkaartenman) 87
2007 Loetje 30 jaar
Advertentie in De Telegraaf. 3 februari 2007
LOETJE ZOEKT FRANCHISE-NEMERS Het 30-jarig eetcafé Loetje is springlevend. Het van oorsprong Amsterdamse café heeft expansieplannen en duikt in de franchiseformule. Na het overweldigend succes van Loetje aan de Amstel In Ouderkerk (na de opening in 2006) gaat de uitbreiding van de unieke formule nu onverminderd voort. Loetje blijft zich bij de expansie richten op plaatsen aan rivieren en beken, gezien de fraaie terrasmogelijkheden. En ook om continue een frisse wind door de zaak te laten waaien.
Waarom houden wij van Loetje? Om de unieke formule: - de beste (mmm) biefstuk van Nederland én - de beste prijs~kwaliteitsverhouding én - de gezelligste, vlotste bediening.
De volgende te openen opzienbarende eetcafés staan op de lijst:
Loetje aan het IJ - Loetje aan de Rijn - Loetje aan de IJssel Loetje aan de Vecht - Loetje aan de Maas - Loetje aan de Geul
Ja, je zou best iedere dag bij 'Loet je willen aanschuiven! (nou, dan doen we dat toch).
Hiervoor willen wij graag in contact komen met franchise-nemers, zgn. "Loetje fanaten". Deze kenmerken zich door: Het juiste bak- en braadgevoel te hebben om Loetjes beste biefstuk van Nederland uit de pan te laten spatten Geen "druktemaker" te zijn maar een "aanpakker" die oog heeft voor de wensen van de brede schare lekkerbekken die van Loetje houden zoals het is. Met veel plezier een kapitaalinbreng wil plegen van € 50.000,Sollicitatie strikt vertrouwelijk richten aan: "Ha die Loet", Johannes Vermeerstr. 52 1071 OT Amsterdam - www.caféloetie.nl
Fam. Matthesius 88
Keuzes maken
Vlak voor Kerst
Jarenlang woonden David en ik tegenover Loetje (op de Johannes Vermeerstraat 87 - I). Op een van de mooiste dagen in mijn leven (de mooiste dag was dat ik voor het eerst toestemming kreeg om een Medium + te bestellen zonder “ben je nu al zwanger”) kwam ik mijn vriendin tegen. Liefde op het eerste gezicht! Nog even en we gingen samenwonen!! Maar ik probeerde het uit te stellen. NO WAY dat ik verder dan 1 kilometer van Loetje zou gaan wonen! Uiteindelijk vonden we een huis (<1km van Loetje) en gingen we samenwonen. Iedereen weet hoe dat dan gaat: IKEA / IKEA / Ruzie / IKEA en geen aandacht meer voor lekker eten. Weken niet meer in Loetje geweest.
We gingen aan tafel in de serre / het slaatje was al op - nu was het wachten op het grote moment: De MediumPlus biefstuk! Lien kwam aan lopen (slow motion nu) ... STAP ... STAP ... STRUIKEL ... SLAP!!!! De MediumPlus zat in 1 keer op de familie juwelen! Lien verontschuldigde zich en zei nog: “zullen we je broek stomen - wij betalen!”. Omdat David en ik Omo Power gebruiken zei ik: “no problemo ik ga zelf wel even wassen”. De nieuwe biefstuk kwam op tafel zonder te knoeien... heerlijk gegeten. Toen we naar buiten liepen gaf Foppe nog wat advies: “he Goderd - volgende keer wat minder knoeien heh!!”.
3 maanden na onze verhuizing kwam ik eindelijk weer in Loetje met David: Het voelde alsof ik thuiskwam: Lekkere MediumPlus biefstuk met friet mayo & satehsaus + sla gegeten. Toen we naar buiten liepen (het was in juni) riep Foppe nog: “he Goderd, ik zie je weer met de kerst!”. De boodschap was duidelijk: veel te lang niet meer geweest. Ik bedacht me toen: het leven is te kort om niet elke week bij Loetje te eten.
Gefelicitteerd met Loetje 30 jaar!!
Goderd van Notten 89
‘Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg!‘ Eind jaren negentig kreeg ik samen met een collega de opdracht van hogerhand om als bevestiging van de goede samenwerking de Board van een grote Schotse Bank mee uit eten te nemen. “Pak maar flink uit, als het maar stijl en allure heeft….” kregen we mee. De combinatie tijdsdruk en eigenzinnigheid deed ons besluiten voor Loetje te kiezen. Wie neemt nu zulke mensen mee naar zo’n ‘schreeuwerige’ lokatie met kauwgom op de heugaveldtegels, gebladderde plafonds enz; ‘wat moet dat worden’? Altijd dikdoenerij, blablabla, bubbels werden vervangen door het slingeren en smijten met borden, oma van 76 met kinderen en (luidruchtige) kleinkinderen er naast, een tafeltje met rumoerige yuppen met gellokken en rinkelde telefoons en bediening van uiteenlopend pluimage: van prachtige staarten, van jong tot ruim belegen, van navelpiercings tot heupbroeken... onze gasten voelden zich weer een normaal mens! “Hepput gesmaekt jochie?”. De Schot keek op, geen idee wat deze dame vroeg maar dankte toch in plat Schots voor al het overheerlijke voedzame eten. “Gé, wat zegttie?”. Nou dat... enz. “Zeg ‘m maar dat ‘t ‘m geraden is ook, haha!” En weg was ze... Later bleek dat wanneer De Heren in Amsterdam waren het vanuit Marriott een heerlijke wandeling was naar ‘hun clubhuis’! 90
Enige tijd later loop ik binnen want ik had een afspraak met een relatie om even wat te eten. Jaap: “Gé, waar zijn je gasten?” Gé: “Gasten, ik verwacht helemaal geen gasten, slechts 1!?” Jaap: “Hallo... 2 biljarts, korenwijn, biefstuk, capucijners, friet en sla 10 personen zegt jou niets? Speciaal gereserveerd man!” Gé: “Jaap echt, ik weet van niets!” Enfin, even later. De voltallige direktie van mijn eigen organisatie treedt binnen. “Het zal niet zo zijn, daar zit ie weer”. “Nou... zo’n groot toeval is het nu ook weer niet mannen!? Wat verschaft mij de eer jullie allen hier te treffen?” “Tsja, we hebben zulke goede verhalen gehoord over de combinatie van eenvoud, kwaliteit en dat in samenhang met het typisch Amsterdamse karakter dat we unaniem van mening waren dat we het nu maar eens zelf moeten gaan ervaren. Al die liflafjes en dat opgeprikt zitten, begrijp je?” Waar had ik dat eerder gehoord... !? Samenwerken moet je niet alleen kùnnen, maar ook willen! Dat gevoel straalt het voor mij in elk geval al die jaren al uit. Bedankt voor die onderscheidende, eigenzinnige en huiselijke toegevoegde waarde van de afgelopen jaren. Dat er nog maar vele jaren zo mogen volgen!
Hartelijk gefeliciteerd! In de achterliggende 7 jaar ben ik een soort Loetje verslaafd geworden. Tijdens menig lunch heb ik daar genoten van de heerlijke ‘kaart’! Na een paar jaar heb ik mij de bestelling ‘Uitsmijter alles, bruinbrood zonder boter’ eigen gemaakt, waarop altijd standaard het antwoord werd gegeven ‘Er zit nooit boter op brood bij een uitsmuiter!!!’
Gé Kuit
Paul Bremmer
Ook ’s avonds natuurlijk de heerlijke biefstuk met friet en slaah, niet te versmaden en gezellig praatje met Foppe of voorheen met Japie. Zelfs m’n vriendin, vegetarisch nota bene, neem ik mee naar het gezelligste ‘Biefstuk Café’ van de hele wereld. Zij is verzot op de in boter gebakken tonijnbiefstuk, top. Helaas werk ik nu op Schiphol en dus niet meer om de hoek van Loetje, ik mis de lunch nog elke dag! Alle medewerkers en Café Loetje nogmaals van harte gefeliciteerd!
91
92
Die goeie oude tijd - 3 maart 1983 Ik werkte bij het reclame bureau FCB en de directie daarvan besloot op zekere dag een eigen reclamebureau te beginnen, Akkerman Meijer van Varik werd het. En ik ging mee. Vierentwintig jaar geleden om precies te zijn. Nadat de garages in Ouderkerk aan de Amstel alras te klein bleken te zijn voor het snel groeiende bureau, betrokken wij in de Paulus Potterstraat een nieuw kantoor alwaar het ons flink voor de wind zou gaan. Het was echter zo druk dat van lunchen buiten de deur nauwelijks sprake kon zijn. En àls we dan eens gingen lunchen, kwamen we altijd bij De Brasserie of zo terecht. En daar zat je niet rustig tussen al dat reclamevolk dat aan je tafel kwam staan om ons slijmerig te complimenteren met onze bliksemstart.
spelers waarvan Loet altijd deel uitmaakte, aan de muur rechts, een keur aan biljartkeus waar niemand er ooit een van gebruikte. Natuurlijk was daar ook de ranglijst met de beste biljarters van de kroeg. Echte mannen wisten de weg en liepen regelrecht naar de telefoonkast onder de trap waar schijnbaar de echte mannenkeus stonden. Vol verbazing bestelden wij nog een biertje en informeerden heel voorzichtig of er iets te eten was. De broer van Loetje, die andere Klinkhamer, vroeg aan zijn schoonzuster wat er nog boven in de koelkast lag. Nou, 3 spiegeleieren en 3 witte boterhammen was nog wel mogelijk. Met veel tegenzin begaven zij zich uiteindelijk naar boven om onze spiegeleieren te bereiden. Toen wij na een uur of wat om de rekening vroegen kwamen wij tot de ontdekking dat deze drie spiegeleieren, JA ECHT WAAR, 3 gulden kosten. In 1984 vertrok ik naar het reclamebureau PMS in de Frans van Mierisstraat op loopafstand van Loetje. En aangezien ik van thuis nooit zo’n plastic bakje met boterhammen meekreeg, zoals zoveel van mijn collega’s, werd Loet al heel snel onze lunchroom. “Mies, ik ga bij Loetje lunchen” werd dan ook het gevleugelde gezegde tegen onze receptioniste, die dan niet echt meer op onze terugkomst rekende.
Ik zal nooit vergeten dat Guus Kok en ik de hectiek eens wilden ontlopen en besloten om naar de Albert Cuyp te gaan. Bij de Kerk aangekomen zagen we een café en liepen naar binnen om hier dan maar een biertje of zo te pakken. Binnengekomen puilden onze ogen bijkans uit hun kassen. Pietje Raak was erg, maar dit was nog vele malen erger. Van die morsige kleedjes op de tafeltjes, truttige lampjes aan de muur met stekkers uit de 2e Wereldoorlog en de buren als vaste stamgasten, bleek later. Twee of drie biljarts met steevast een bezetting biljart93
Een bonnetje voor de declaratie bestond uit een langwerpig vodje waar Loet dan met de nodige tegenzin “twee of vier lunches” op kalkte en daar op ons verzoek ook een datum aan toevoegde. Wat ie met tegenzin deed, omdat hij daar de zin niet van inzag, waarschijnlijk omdat hij niet erg bekend was met het begrip declareren. Hoewel wij met onze cliënten doorgaans wat chiquere tenten bezochten voor de lunch (De Bras o.a) en wij de kaart aldaar ook van de zijkant kenden, waren we als de dood om onze klanten mee te nemen naar Loet omdat hij toen al, ik praat over eind jaren 80, de gewoonte had je langdurig verrot te schelden.
twee prachtige en fors bemeten jongens van haar, was de enige die de intercom gebruikte, want Loet bleef de voorkeur geven aan schreeuwen op de trap. Jaap zat nog op school maar liep toen al regelmatig door de kroeg. Tussen Kerst en de jaarwisseling was het bij PMS de gewoonte een dag voor onze kinderen te organiseren, o.a. met voetballen in de garage. Het hoogtepunt”: de lunch bij Loetje. Ik zal nooit vergeten dat mijn zoon, om een pannenkoek vroeg met slagroom i.p.v. stroop waarop Loet persoonlijk naar boven liep om met de slagroomspuit in aanslag naar beneden te komen waarmee hij vervolgens de hele pannenkoek tot grote hoogte vol spoot, met legendarische woorden: “dan zal je het hebben ook.”
De serre was aangebouwd, volgens ons illegaal, met nog een biljart en het was zo druk aan het worden, dat na verloop van tijd de biljarts één voor één het veld moesten ruimen, want Loet rook geld. Het ergste waren die twee kwijlende honden, je was als de dood dat je dat speeksel op je iets te dure kostuum zou krijgen.
Loet was, zoals iedereen weet, redelijk welbespraakt. Ik weet nog dat een van onze directeuren binnenkwam in onze eigen bruine PMS kroeg tijdens een van onze legendarische Nieuwjaar borrels, want ook al kende hij je niet, als hij iets opving wat op een naam leek dan vergat hij die nooit meer en vervolgens de klassieker erin gooide, “ben jij nou die en die? Wat ben jij lelijk zeg.” Waarna hij, waar weet niemand meer, en nog zonder drank op ook natuurlijk, door zijn enkel ging. Dat was
Bestelling werden in die tijd over de trap naar boven geschreeuwd. Toen deed de intercom zijn intrede. Anouska, volgens ons na Loet de beste uitbaatster/entertainer van de kroeg in die tijd, want het oog wil - en kreeg ook wat, met die 94
Erger kon niet, want Loetje permitteerde zich nogal opmerkelijke uitspraken. Met als merkwaardig gevolg dat onze de klanten ook wel eens bij Loet wilden eten. En als je dan na afloop van de lunch om koffie vroeg brak de pleuris pas echt uit. Koffie? Dat was even erg als vloeken in de kerk waarbij hij zonder aanzien des persoon ook je klant nog begon uit te schelden om vervolgens tegen me te zeggen: “ wil je die zeikerd (op z’n Amsterdams dan natuurlijk), voortaan niet meer meenemen.” Je geneerde je dood in het begin, maar eenmaal buiten vonden de klanten het prachtig en namen zich vastbesloten voor om hier nog een keer te gaan lunchen en dan wel wat langer. de eerste keer dat ik boven bij de familie Klinkhamer kwam met een delegatie van PMS-ers om hem enigszins te troosten met een bosje bloemen. Kunnen jullie je dat voorstellen, Loetje met een bosje bloemen. Een zeer lullig gezicht!
Volgens mij vormden dit gedrag de basis voor het succes van Loet, waaraan andere kroegen die wij in die tijd regelmatig frequenteerden, zoals Oosterling, Hoppe, Sneuvel bij Heuvel of het Aas van Bokalen gewoonweg niet konden tippen. De komst van Peter die met z’n lachje en zijn bescheidenheid in het begin volgens ons erg moest wennen, was een welkome aanwinst in de kroeg zodat je ook eens op een normale manier iets kon bestellen.
Hij verzorgde die party’s bij PMS, volkomen belangeloos natuurlijk en meer uit nieuwsgierigheid, want hij had namelijk nog nooit een reclamebureau van binnen gezien en die borrels wilde hij wel eens meemaken. En zo maakte hij kennis met onze klanten die ook op de party’s aanwezig waren.
Om Loet te jennen (niet doen, levensgevaarlijk!) vroegen wij een keer of ie ook een schaaltje pinda’s had. Nee, natuurlijk 95
niet. Nadat wij enige dagen om pinda’s hadden lopen zeuren stond er op zekere dag plotseling een diep bord pinda’s voor ons neus die vervolgens dus niet op de rekening stonden. De legendarische koude kroketten die natuurlijk terug moesten nadat hij z’n wijsvinger erin stak en zo constateerde dat ze nog niet heet genoeg waren en ook de bestelling van een simpele tosti of een portie vlammetjes kon betekenen dat je vervolgens de hoon van Loetje over je heen kreeg gedurende deze lunch. Loet ging altijd met z'n afgetrapte Renault naar Spanje. Hij wilde nooit vertellen wat hij daar ging doen. Later begrepen we dat hij daar op een camping verbleef. Ik weet bijna zeker dat de eerste 10 jaren van Loetje de mooiste waren. Waarom weet ik niet. Ik weet wel dat de jaren daarna met vooral andere entertainers in de kroeg het anders is geworden. Of is het sinds de vestiging in Ouderkerk, toen wij plotseling hilarisch lachend van onze stamtafel vielen en iedereen complimenteerde met die achterlijke zwarte schortjes? Ze waren snel verdwenen, de kroeg was weer terug. Het is nog steeds een leuke kroeg. Echter, de grondlegger zal ik nooit vergeten. Sorry voor de andere entertainers.
Robèrt Braas Creative Investments 96
Dat Loetje, dat vind ik helemaal niks! Vrij naar Bert Visser
Een rare kroeg waar je eindelijk aan gewend bent, gaan ze het verbouwen. Ik vind dat helemaal niks!
Die biefstukken, die fucking biefstukken. Heb je er eenmaal een gegeten, kan je nergens anders meer een biefstuk pruimen. Ik vind dat helemaal niks!
Ken je een beetje de lui die doen alsof ze er werken, zie je allemaal weer nieuwe smoelen. Ik vind dat helemaal niks!
O ja, iedere maand dat gedoe met wel of niet vorkjesmeeprikkers. Zo'n omvliegende middag met dat noodzakelijk conserveren met gelijkgezinden. Ik vind dat helemaal niks!
En dan dat eten, zo gevarieerd. Je hebt de keus uit patat en sla of sla en patat. Ik vind dat Loetje helemaal niks!
Begin je de bezoeksfrequentie terug te brengen omdat je het allemaal wel gezien hebt, openen ze een zaak aan de Amstel. Kom je helemaal nergens anders meer. Ik vind dat Loetje helemaal niks!
Dan de bediening. Je geeft ze een grote, vette order waarvan je er handenwrijvend vanuit gaat dat het mis zal gaan. Nee hoor, komen ze dat brutaal uitserveren met alles d'r op en d'r aan. Ik vind dat helemaal niks!
En dan Pien en Jaap, lieve mensen hoor, maar ze mogen nu toch wel eens een beetje kapsones krijgen. Nee hoor, geven ze een feest voor iedereen. kijk, dat vindt ik dus helemaal wereldklasse!.
Zit er altijd zo'n grote kerel waarvan het een eer schijnt te zijn dat ie je verrot scheld. Die Loetje, ik vind het helemaal niks!
Peter de Bakker Niet mede namens Bea, Soraya en Arian 97
Stokje doorgeven: mooi makkelijk ruime koffiezetmachine, die luid protesterend en snorkelend de aandacht afleidde. Want wee je gebeente als de grote man op de ruime sandalen, die vanachter zijn werkblad de bezoekers met luide beledigingen bejegende en ze het liefst stante pede de tent uitjoeg, je in de gaten kreeg. Het drinkvolk onderging zijn gebrul en getier gelaten, zo was het en zo is het lang gebleven. En o wonder, het kleine groepje melaatsen van het eerste uur groeide aan tot een heel leger van uitgestotenen, die hijgend hongerden naar nóg meer gekaffer en onheuse behandeling. Ruim 10 jaar geleden vond-ie het mooi geweest. Met Jaap en Peter keerde de beschaving terug. Loet gaf het stokje door aan de volgende generatie. Lekker makkelijk, want ons is dat niet gegeven. Wij moeten door, de ouwe getrouwen. Wij zitten vast aan onze sterke verhalen, waar de jongeren een beetje moe van worden omdat ze nogal onwaarschijnlijk overkomen. Maar wij ouwe getrouwen weten ook: het is écht zo gebeurd!
Wie als ouwe getrouwe Loetje-bezoeker overmand wordt door zoete mijmeringen en met bevriende stamgasten aan de toog herinneringen ophaalt aan vroeger tijden, vervalt al gauw in herhalingen. 30 Jaar alweer, een heel tijdperk dat voornamelijk wordt gekenmerkt door de tirannie van de naamgever. En wie de stormachtige ontwikkeling van het jubilerende café van nabij heeft kunnen volgen, zal redelijkerwijs ook zelf die eerbiedwaardige leeftijd hebben bereikt, waarop herinneringen vervagen en jongere cafébezoekers je gaan mijden omdat de verhalen weinig nieuws bevatten, zo niet als sterk overdreven overkomen. Zo zal het ook deze korte terugblik vergaan. Wordt men vandaag de dag bij het binnentreden tamelijk gastvrij, zij het met verholen onverschilligheid en zelfs met een licht dédain, ontvangen, vroeger onder de heerschappij van de “oude Loet” was dat wel even anders. Dan was ’t oppassen geblazen. De vaste Loetje - bezoeker, door ervaring wijs geworden, sloop zo ongemerkt als maar mogelijk was het lokaal binnen, als betrof het een tempel die eerbiedig en slechts op kousenvoeten betreden mocht worden. Vooral niet opvallen door aanwezigheid, luidde het devies. Schielijk zocht men een veilig plaatsje achter de brede rug van een vooruitgeschoven post, liefst nog achter een gordijn of anders achter de
Henk Vermeulen 98
99
Hoera Loetje 30 jaar! Feest! Wat een gezelligheid. Wij willen toch nog even reageren op de uitnodiging om wat te schrijven over Loetje, misschien te laat, maar beter laat dan nooit toch? Ik, Ellen, kwam bij Loetje terecht via mijn werk. Ik werk bij Joop van Kampen en Robert en Nicky. Jullie waarschijnlijk wel bekend, ze zitten er bijna dagelijks! Ook ik kwam daardoor af en toe met de lunch een heerlijke biefstuk eten. Toen heb ik op een donderdagavond mijn vriend, Richard, ook eens meegenomen, een bourgondiër pur sang, en gek op biefstuk met patat. Nou die was er niet meer weg te slaan! En toen kwamen we al gauw elke week meestal op donderdag en soms op vrijdag. Altijd baco light, biefstuk, patat en salade, vaste prik. Heerlijk! Na maanden(!!!) had het personeel het ook door dat we toch wel regelmatig kwamen en werd het steeds gezelliger. Foppe verwelkomt ons altijd gezellig, Babette is veruit onze favoriete serveerster! Ivo is helaas vertrokken naar Ouderkerk, waar we 's zomers wat vaker komen. Ook een hele goede zet! En verder ken ik de mensen helaas niet bij naam, maar we worden altijd prima geholpen. Dat het personeel stug is klopt zeker, maar het is toch gezellig en dat is dan wel grappig, er is duidelijk een bepaalde magie aanwezig.
Niets veranderen zou ik zeggen! We verheugen ons op 3 februari en hopen nog hèèèèl lang bij Loetje een biefstukje te komen eten, want die zijn ongeëvenaard!
Ellen en Richard. 100
Vol- en leeglopende contacten ’Jaja, altijd maar weer zuipen op kosten van de baas, ik ken ze, die reclamelui.’’ De oude Loetje op z’n best, want hij schalde zijn mening altijd door de zaak. Even niet, zoals ik gewend was, van: ‘’shhhh, heb je dat en dat al gehoord’’ aan de bar. Loetje vindt wat en hij zegt dat. Geen reclameman doet dan hem na. Die kwam ik geregeld tegen, aan de bar, het reclamevolk. Heerlijk volk, ik ben er een paar decennia mee opgetrokken, als vakbladjournalist van Adformatie. Dat café, ik moest er verplicht naartoe, verschillende avonden per week. Niet vanwege een of andere verslaving. Maar om mijn werk goed te kunnen doen. Echt waar. Al vroeg had ik geleerd: nieuws dat per telex, persbericht of per post arriveert, ligt tegelijkertijd ook bij de concurrent. En is daarom vaak wat minder interessant. Je moet het nieuws HALEN. Want dan is het alleen voor jou en voor niemand anders. En dat halen, dat deed ik bij Loetje. Wat een ellende, voor je werk naar een café, een gezellig café ook nog. En, inderdaad, de rekening aan het eind van een lange avond bij je baas deponeren, ach wat vervelend allemaal. En dan moest je nog gedwongen biefstuk en patat eten ook, met salade voor de vitamientjes. Ook dat nog. Maar niet heus.
Loet werd zo een deel van mijn leven. Ik was als journalist goed opgevoed, strak in de leer. Je bronnen mochten nooit je vrienden worden. Hoogstens goede relaties. Want als je een keer iets rots over ze hoorde, dan was het lastig publiceren. Maar bij Loetje werd dat principe wel op de proef gesteld. Je werd er snel intiem met mensen. Daar zorgde het rokerige, vaak wat broeierige sfeertje wel voor. Je contacten liepen al snel leeg aan de bar, nadat ze eerst vol waren gelopen. Een proces waaraan ik maar al te graag bijdroeg. Al kostte dat een - aftrekbaar - centje of wat. Maar erin luizen, dat deed je ze niet aan bij Loetje. Het was altijd off-the-record, mits... mits het naar buiten kon. Ik moest er ook niet aan denken: grote skoep in Adformatie, eenmalig, en dan Loetje niet meer in mogen. Als onbetrouwbare journalistenhond de deur gewezen worden door die reus van een baas, ter verdediging van de stamgasten. Nee, dat risico wilde ik niet lopen. Café Loetje. Ik ben er een betere journalist geworden en heb veel reclamelieden en vele andere stamgasten er veel beter leren kennen. De mensen achter het smoel in het blad. En het bier smaakte altijd weer best. Net als de biefstukken. Ik kijk dankbaar terug op al die jaren, die heel vele jaren. Thanks everybody aan en achter de bar! Michael van Os 101
102
Het mooiste plekje om een slok te drinken of een hap te eten. Waar vindt je nog een plek waar je wensen gerespecteerd worden? De vaste klanten (patiënten!) zijn best makkelijk, als er maar gebeurt wat zij willen! Het geeft echter wel die speciale band die je ergens anders niet zo snel zal vinden.
Nadat wederom naar je geestelijke vermogens wordt geïnformeerd en je wordt uitgenodigd om iets lekkers uit te zoeken bij het OLVG, worden de kaarten weer geschud. Je zal als personeel hier maar mee te maken krijgen. Kortom, de regenboog heeft niet zoveel kleuren als het klantenbestand van onvolprezen LOET.
De meeste horeca-ondenemers gaan uit hun dak als je iets speciaals vraagt. Echter bij Loetje is dat anders. Een voorbeeld? Schrijver dezes krijgt na al die jaren nog steeds met een glimlach z'n 1001ste doosje lucifers overhandigd, probeer dat maar ergens anders! Tweede voorbeeld, het bestellen van een halve! Geen probleem. Voeg er aan toe, de onbeperkte ambitie om het braadgenootschap tot een ongekend succes te maken en u begrijpt wel waarom veel klanten hier al jaren komen. Tolerantie? Voorbeeld: het kaartevenement! Een happening alleen voor mensen zonder geduld en een vreselijk vocabulaire, die bereid zijn de ergste verwensingen aan te horen en die de volgende dag net zo vrolijk weer aanschuiven voor het volgende potje, alsof er niets gebeurd is.
Harry Aurik 103
(K)eten aan het biljart Een bevriend echtpaar is op dezelfde dag getrouwd als wij, zij het een jaar eerder. De middelste van hun drie dochters is bovendien op dezelfde dag geboren als onze dochter. De twee kinderen schelen maar een paar uur. Een prachtige reden en aanleiding om op de huwelijksverjaardag gezamenlijk te gaan eten. Dat proberen we dus elk jaar te doen. Een groot aantal keren was het al gelukt en nu waren we het weer van plan, maar onze vriend moest dit keer voor zaken buiten Europa zijn. Een dag tevoren bleek zijn reis ingekort te worden en zou hij toch tijdig weer in Nederland zijn. Het was onze beurt om het restaurant uit te zoeken. De tijd daarvoor was nu erg kort, maar omdat onze vrienden nog nooit in Loetje waren geweest leek ons een aardig idee om daar eens gevieren heen te gaan. Dus geprobeerd om te reserveren, maar zelfs voor de door ons aangegeven gelegenheid werd natuurlijk niet gereserveerd: je weet: niet voor minder dan 7 personen! De kinderen waren nog erg jong en daarom hadden we hen nog nooit bij deze gelegenheid meegenomen. Het reserveringsbeleid van Loetje bracht daar verandering in, dus reserveerden we voor acht. Uiteraard was de stamtafel al bezet, maar: 104
Loetje was toen nog Loetje, er stonden nog biljarts en daar mochten we dan wel aan eten! De kinderen hadden allemaal al meer buiten de deur gegeten, dus wij dachten dat het wel moest kunnen. Hoe kun je je vergissen: bij Loetje kan de viering van je huwelijksverjaardag een absolute chaos worden.
Toen kwam het toetje, met slagroom natuurlijk, ter plekke op het toetje gespoten, maar ook op de handen van de meisjes... De studenten zaten aan het andere biljart, met hun rug naar ons biljart. Onze meiden vroegen heel lief, maar wel gelijktijdig aan hen of ze van slagroom hielden. De heren draaiden zich daarom ook vrijwel op het zelfde moment om, en kregen natuurlijk een handvol slagroom in het gezicht geduwd.
De kinderen vonden het prachtig, ze waren wel het een en ander gewend, maar eten aan een biljart leek ze het einde. Wat een teleurstelling, dat er een plank op het biljart lag, dan maar een kaartspel met zijn vieren, zodat de ouders rustig aan de andere kant konden zitten.
Petje af voor die jongens dat ze niet overtrokken reageerden. De chaos was daarna compleet, het was uiteraard te komisch om te zien, laat staan dat we de dames nog tot de orde konden roepen.
Na een paar drankjes volgde het voorgerecht. Inmiddels was aan het tweede biljart een groep studenten aangeschoven, die lacherig opmerkingen maakten over ouders met kinderen in de kroeg. Voor wij er erg in hadden werd dat door onze kids onmiddellijk afgestraft met een kanonnade van bierviltjes. Tja als je kinderen de ruimte geeft nemen ze die ook.
Het was een avond om nooit meer te vergeten, ook de meiden praten er nog over, af en toe bij Loetje.
Na wat bestraffende opmerkingen kon het hoofdgerecht toch nog met enige rust genuttigd worden, maar de opmerkingen bleven natuurlijk heen en weer gaan .
Piëta M. van der Werf en Jaap A.G. Bakker 105
Running Gags Van 30 jaar Café Loetje heb ik een kleine 25 jaar bewust meegemaakt. Bewust? Nou, er zat natuurlijk wel eens een stukje “wit in de film”, maar in ieder geval koester ik een aantal dierbare herinneringen.
Hij had het echter goed gezien, het hoofd stond naar nonalcoholico en terwijl de kreten “Een kogelflesje voor de kleine jongen” en “Vic, ben je ziek?” over de bar vlogen, voegde hij me op gedempte toon toe: “Laat maar lullen”. Loet begreep dat elke poging tot discipline ondersteuning verdient. Een welhaast ijzeren discipline is dan ook vereist om te ontsnappen aan de dodelijke cocktail van gezelligheid met vrienden en vakgenoten, entertainment van achter de bar en het ook nog voeren van constructieve gesprekken die echt met werk te maken hebben... ”the ultimate alibi!”.
Het was Gejus van Diggele die mij voor het eerst meenam en enkele meters voor de ingang voorbereidde op een mogelijke ballotage. Was een potentiële klant van zijn reclamebureau immers niet tijdens een new business gesprek getrakteerd op de tekst “Je weet toch waar het voor is, hè?, terwijl Loet het bestek met een minachtende blik voor de man op tafel smeet en hem, zogenaamd per ongeluk, hard tegen de schouder stootte. Hierop verliet de klant in spé het etablissement met het vaste voornemen nimmer in deze hellekrocht van Mokumse gezelligheid terug te keren. “Een klant zonder humor blijft een risico en de relatie zou dan toch wel niet lang geduurd hebben”, dacht ik hardop. Voor mij was Loet genadig. Zonder veel slag of stoot kon ik beginnen aan mijn proefperiode en al snel kon ik mijzelf als ‘ingeburgerd’ beschouwen.
In de jaren die volgden ontstonden vriendschappen, werden plannen gesmeed én uitgevoerd alsook door Loet ondersteunde initiatieven ontplooid, zoals de mede door mij opgerichte reclame-biljartvereniging S.I.V.B. (Soms Is Vierkant Beter) waar menig prominent uit “het vak” lid van was en natuurlijk het “Braadgenootschap”, tot op de dag van vandaag een van de “highlights”. Mijn vader was tijdens de bijeenkomsten van het Braadgenootschap een graag geziene gast, en werd door Loet steevast “senior” genoemd.. Hoewel senior door mij werd uitgenodigd wilde hij mij en anderen ook wel eens wat aanbieden.
“Mellekje, meneer Tiebosch?” vraagt Loet bij binnenkomst, de consumptiebehoefte taxerend. “Nee Loet, doe maar een maltje”. 106
Buffelen Daar was echter geen sprake van. “Je hebt je hele leven al voor die klootzak betaald” motiveerde Loet met een knik in mijn richting de streepjes die op de bon van junior werden bijgeschreven.
Graag wil ik uiteraard ook mijn bijdrage leveren aan het ‘Loetje –30-jarig-bestaan-Boekje. Aangezien er geen sketches (of hoe jullie dat goedbedoelde amateur-cabaret zo mooi noemen) gedaan mogen worden, moet ik maar wat leuks op papier zetten. Ik ben een werknemer die hier kwamen solliciteren met het idee om na maximaal twee jaar weer van het toneel te verdwijnen. Inmiddels ben ik “so called married” (met een collega die hier ook een half jaar heeft gewerkt), heb twee kinderen, en sta hier nog steeds te buffelen... Ja, 71/2 jaar alweer... Volgens mij heeft Jaap er nog spijt van dat hij destijds ‘ja’ heeft gezegd.
Het werd een “running gag” zoals er nog veel meer waren die tot een traditie gingen behoren. En zo werd een regelmatig bezoek aan Loetje voor velen een hoeksteentje van het bestaan.
Begonnen met avonden van 365 happen en dat al veel vinden! Maar dat behoort tot het verleden, sterker nog, in december van het afgelopen jaar hadden we een lunch met zoveel happen. En nou kan ik natuurlijk nog wel een heel verhaal over Foppe schrijven, maar dat komt wel als hij met pensioen gaat (en dat duurt niet lang meer, ha-ha-ha, flauw grapje tussendoor), want dan gaan we natuurlijk ook wel een boekje open doen! Hoe dan ook, een leuke tijd gehad en ik hoop ook nog te hebben zolang ik hier ben. Victor Tiebosch
XXX Claudia 107
1977 - 2007 1977: De Cleen start zijn reclame advies centrum onder het motto: "wat ik zelf niet weet of kan vraag ik een ander te bedenken of te doen".
Zijn zakeninstinct zegt dat hij een goudmijn heeft aangeboord. En dan verschijnt Anouschka. Fris, vrolijk, fruitig. Via haar wordt uit de doeken gedaan dat de eigenaar en zijn broer de zaak runnen en dat hun oorspronkelijke bezigheid de slagerij betrof.
1979: Het succesvolle bureau kiest domicilie in een indrukwekkend pand aan het Johannes Vermeerplein. De lunch, klanten spreken graag af om 11.00 uur, wordt overwegend genoten in de Van Baerlestraat.
De Cleen informeert na een paar weken of er iets anders dan een bal gehakt, inmiddels ook een uitsmijter, uit hun handen kan komen. En ook iets anders uit de luidspreker graag. De biefstuk doet zijn intrede en onder anderen J.J. Cale. De Cleen betrapt zich op de magnetische werking blijft steeds vaker een kwartiertje langer biljarten. Miryam vangt dit uitstekend op. In het informele circuit van reclamemensen maakt de Cleen gewag van zijn nieuwe uitspanning en troont een aantal van hen mee. Zonder ook zelf maar een sigaret gerookt te hebben veroorzaakt hij een kettingreactie zonder weerga. Hij laat graag zijn klanten en collega"s hierover zelf aan het woord: 1979: "Wat een ballentent, maar wel gezellig": studio van Heusden. "Schitterende biljarts en goede port, wel een gekke man": Fons Schouten illustrator. "Ordinair en sexy": Piet Sybrandy, de Pat Boone van Noord Holland, directeur van Kokom Advertising. Lex Bosma, directeur van het arride bureau Dorland, op advies
Op zoek naar een eenzaam broodje passeert de Cleen op aanraden van zijn secretaresse Miryam café Loetje en wordt geconfronteerd met een eigenhandig gemaakt aanmoedigingsbord waarop te lezen valt dat hier te verkrijgen zijn een tosti, een bal gehakt en dat honden welkom zijn. Met de nodige reserve wordt de stap naar binnen gezet. Dat heeft-ie geweten. Een vorsende bijna 2-meter man met poetsdoek informeert onmiddellijk naar de behoefte en pakt geroutineerd een vaasje. In een keer goed. De blik valt op 3 wedstrijdbiljarts strak geordend en met zorg en liefde onderhouden. Op de vraag of er gebruik kan worden gemaakt van deze uitdaging klinkt het "Ken jij dat dan?" "Ga je gang en gooi geld in de klok". Na enige probeerballen klinkt het weinig bemoedigende "Je stoot te hard" en na enige aarzeling "ga maar door." 108
van de Cleen omgezet in Oasis: "Hij zeikt altijd over mijn ruiten jasje, voor de rest een wereldtent. Alleen voor mijn vrouw hoeft dat knuffelen niet zo."
en scoort. Hij schreeuwt het uit en springt op. Zijn keu blijft achter in het plafond. Uit de verte nadert een woedende librist en gaat over tot verbaal geweld. De Cleen riposteert met de onvergetelijke woorden "Ik vind u een bal gehakt" Loetje vormt een schild en beide biljarters maken hun serie af. Deed die grote eindelijk waar hij voor gebouwd is.
1980 en verder... "Ik kom graag naar Amsterdam. Zorg dat de campagne staat als een huis dan blijft er ruimschoots tijd over voor een biefstuk bij Loetje": Daan de Ridder, Milton Bradley van o.a Dr. Bibber en Yahtzee. Mathieu Loyen," lts Best to be direct" Dell Computers - Jaap Houthuysen: "Volgende keer voor mij" Vrumona, Heineken.
Het bureau de Cleen is zonder goodwill van de hand gedaan en de Cleen zelf wordt nog steeds, weliswaar met grote tussenpozen, gesignaleerd in de Johannes Vermeerstraat of in Ouderkerk a/d Amstel waar zich een spin off van de gelijknamige onderneming bevindt. "Ik kan die meisjes niet missen" aldus de Cleen.
De Cleen beseft dat deze litanie meer gaat lijken op een bureaupresentatie dan op een ovatie voor Loetje en de mensen erachter. Een pas is op zijn plaats. Derhalve.
2007: Lang zullen ze leven. Niet onvermeld mag blijven het uiteindelijke lidmaatschap van Frederik Hendrik, de ultieme biljartervaring van de Cleen in clubverband. Het team: Loetje, Dirk, Jaap en Henk spelen "groot" in de dependance van Café Kil. In tegenstelling tot de naam was het er bloedheet en het plafond te laag. Er zijn meer biljarters verderop en er wordt geklaverjast. De Cleen is aan stoot en maakt een van zijn opmerkelijke wonderstoten en 109
Met dank aan iedereen bij dit uit de hand gelopen project We waren een beetje laat met ons plannetje voor dit boekje, ter gelegenheid van het 30-jarige bestaan van Café Loetje. Expres. Dan kregen we ook niet al te veel ingezonden stukjes, dachten wij. Hooguit voor een paginaatje of twintig. Net leuk. En goed te doen, in die korte tijd. Dat bleek een ernstige misrekening. Dankzij uw enthousiasme is dat aardig uit de hand gelopen; ruim honderd pagina’s! Café Loetje is populairder dan wij dachten. En iedereen maar over die biefstuk zeuren… enfin:
Vormgeving en opmaaak: Ludi Schäfer Redactie teksten: Pieter Wilschut Drukwerkbegeleiding: Jur Wisse en zijn meisjes (PMP) Teksten: Bijna alle klanten van Café Loetje Sponsorwerving en algemene bemoeienis: Rob Verwoest Bijzondere (fin.) bijdragen: Irene van Café De Vrije Handel, Ouderkerk a/d Amstel en alle adverteerders die aldus hielpen de kosten van dit boekje enigszins in de hand te houden. Fotografie: Pien Klinkhamer en vele anderen Druk: Drukkerij Haarmans Beverwijk
110
Adformatie kon niet zonder Loetje. Loetje kon niet zonder Adformatie. (Of zou de waarheid in het midden liggen?)
When you’re hooked, you need SolutionS.
don schothorst
SolutionS Addiction Treatment Consultants Bouwheerstraat 55 - NL-3772 AL Barneveld - The Netherlands Tel +31 (0)342 470 930 - Fax +31 (0)342 470 497
[email protected] - www.addiction-solutions.nl
Werving, selectie en coaching van communicatieprofessionals
Loetje: 30 jaar het sterkste merk in de reclame.
Iedereen bij Loetje van harte gefeliciteerd.
Mastwijk Consultancy
Drentestraat 11
1083 HK Amsterdam
www.mastwijk.nl
“In 1977 we introduced Loetje to Amsterdam.” with a daring no-budget campaign.” The rest is history.”
D&D_adv_LOETJE-30JR_0701-DEF.ind1 1
24-01-2007 09:22:43
Het leukste van op vakantie gaan is het thuiskomen bij Café Loetje
BBI Reizen Ruysdaelstraat 9-13 1071 WX Amsterdam www.bbi-reizen.nl
Het Braadgenootschap
Johannes Vermeer
bedankt haar Bijkantoor
Café Loetje voor 30 jaar spraakmakende geschiedenis en vooruitgang
w w w. b ra a d ge n o o t s c h a p. n l
Wij plaatsen deze advertentie echt niet omdat wij hopen daarmee ook de drukwerkorder voor die roze bonnetjes in de wacht te slepen. Evengoed gefeliciteerd met jullie 30-jarig bestaan! Drukkerij Haarmans Beverwijk www.haarmans.nl