Wat drijft ondernemers om maatschappelijke vraagstukken op te pakken? Nederlandse samenvatting
Brigitte Hoogendoorn Peter van der Zwan Roy Thurik
Zoetermeer, maart 2013
Dit onderzoek is mede gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl).
Panteia/EIM Onderzoeksrapporten Referentie
H201303
Publicatie
2013
Aantal pagina’s
9
Emailadres auteur
[email protected]
Adres
Panteia B.V. Bredewater 26 Postbus 7001 2701 AA Zoetermeer Nederland Telefoonnummer: +31(0)79 322 22 00
Alle Panteia/EIM onderzoeksrapporten zijn beschikbaar op de website www.entrepreneurship-sme.eu.
Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: www.ondernemerschap.nl. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia/EIM. Panteia/EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere
The responsibility for the contents of this report lies with Panteia/ EIM. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia/EIM. Panteia/EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
Wat drijft ondernemers om maatschappelijke vraagstukken op te pakken? (Nederlandse samenvatting) Brigitte Hoogendoorn, Erasmus School of Economics & Panteia/EIM Peter van der Zwan, Erasmus School of Economics Roy Thurik, Erasmus School of Economics & Panteia/EIM Introductie Het doel van dit onderzoek is om inzicht te verkrijgen in factoren die van invloed zijn op de beslissing van ondernemers om een bijdrage te leveren aan maatschappelijke uitdagingen. In het bijzonder onderzoeken we de relatie tussen de sociale motivatie van ondernemers, hun persoonlijke kenmerken (cognitie) en de omgeving. Hierbij omschrijven we sociale ondernemers als ondernemers die een bedrijf beginnen omdat zij kansen zien in sociaal- of milieugerelateerde vraagstukken. Een goed begrip van wat sociale ondernemers drijft is zeer relevant gegeven een toenemend aantal sociale en ecologische uitdagingen, krimpende overheidsbudgetten en een toenemende afhankelijkheid van de markt om maatschappelijke problemen op te lossen. De persoonlijkheids- en omgevingskenmerken zullen hieronder nader toegelicht worden. Toegevoegde waarde De toegevoegde waarde van deze studie bestaat uit ten minste drie punten. Ten eerste sluit deze studie aan bij een opkomende stroming in de literatuur die verschillende soorten ondernemerschapsactiviteiten bestudeert. De huidige literatuur wordt gedomineerd door onderzoek naar de keuze van individuen om wel of niet voor ondernemerschap te kiezen. In mindere mate kwam tot voor kort de keuze voor verschillende types ondernemerschap aan bod. Recent zijn echter enkele studies geschreven op het gebied van de determinanten en gevolgen van ambitieus ondernemerschap (Bowen en De Clercq, 2008; Stenholm et al., 2011). Het huidige onderzoek breidt deze literatuurstroming uit door zich te richten op sociaal ondernemerschap. Ten tweede neemt dit onderzoek gelijktijdig gedrag, cognitie en omgeving in ogenschouw. Hiertoe wordt een sociaal-cognitief perspectief gehanteerd (Bandura, 1986, 1989; Chen et al., 1998). Dit perspectief stelt dat gedrag zowel direct als indirect beïnvloed wordt door cognitieve en omgevingsfactoren. Zo kunnen sociale invloeden als economische omstandigheden, institutionele kenmerken en gezinsstructuren van invloed zijn op iemands gedrag door het vormen van aspiraties, zelfvertrouwen en morele waarden en normen. Door het hanteren van het sociaalcognitief perspectief wordt in deze studie een grondiger inzicht verkregen in het gedrag van ondernemers in vergelijking met een situatie waarin gedrag, cognitie en omgeving onafhankelijk van elkaar zouden worden onderzocht (Hmieleski en Baron, 2009). Ten derde maakt dit onderzoek gebruik van een multi-level (hiërarchische) empirische onderzoeksmethodiek (Peterson et al., 2012). Deze methodiek biedt een diepgaand inzicht in de complexiteit van de besluitvorming van ondernemers. Tevens komen we tegemoet aan de roep in de literatuur om een meervoudig perspectief in ondernemerschapsonderzoek. Multi-level modellen houden niet alleen rekening met de verschillende afhankelijkheden tussen de variabelen op verschillende niveaus, maar ook tussen waarnemingen op individueel niveau binnen een land.
3
Data De analyse is gebaseerd op data van de Flash Eurobarometer-enquête over ondernemerschap (nr. 283). Dit onderzoek is in 2009 uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie en omvat de 27 lidstaten van de Europese Unie, 5 andere Europese landen (Kroatië, IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Turkije), de Verenigde Staten en 3 Aziatische landen (China, Japan en Zuid-Korea). De dataset bevat informatie over de motivaties, keuzes, ervaringen en belemmeringen in relatie tot ondernemerschap van meer dan 7.000 voormalige en huidige ondernemers. Tevens bevatten deze Eurobarometerdata informatie over de sociale motivatie van ondernemers bij de start van hun onderneming. Van alle personen met ondernemerschapservaring is bekend in hoeverre het aanpakken van sociale of ecologische vraagstukken een rol heeft gespeeld bij de start van hun onderneming. Deze maatstaf is gebruikt als de te verklaren variabele in onze modellen. Opzet van het onderzoek Op individueel niveau onderzoeken we de invloed van vier persoonlijkheidskenmerken op de mate waarin ondernemers sociale en ecologische vraagstukken aanpakken. Het betreft vier kenmerken waarvan herhaaldelijk is aangetoond dat ze van invloed zijn op de keuze voor ondernemerschap ten opzichte van het werken in loondienst: vertrouwen in eigen kunnen (“self-efficacy”), beheersingsoriëntatie (“locus of control”), bereidheid om risico’s te dragen en proactiviteit (Rauch en Frese, 2007; Zhao en Seibert, 2006). We verwachten dat deze persoonlijkheidskenmerken van een ondernemer positief zijn gerelateerd aan de mate waarin sociale motieven een rol hebben gespeeld bij de start van zijn/haar onderneming. Voor wat betreft de omgevingsfactoren beschouwen we (1) de mate van verstedelijking van de woonomgeving van de ondernemer; (2) formele instituties; en (3) informele instituties (het heersende sociale klimaat). Ten aanzien van de mate van verstedelijking zien we dat het inkomen op het platteland doorgaans lager ligt dan in stedelijke gebieden hetgeen de zichtbaarheid van sociale problemen vergroot (Levie en Hart, 2011). Hierdoor stijgt de kans dat ondernemers deze sociale problemen oppakken (Zahra et al., 2008). Daarnaast bestaat er een sterkere gemeenschapszin op het platteland waardoor individuen eerder geneigd zijn iets voor de gemeenschap te doen (Amato, 1993; Hofferth en Iceland, 1998). Op basis van deze twee argumenten verwachten we dat ondernemers in plattelandsgebieden eerder geneigd zijn sociale of ecologische vraagstukken op te pakken dan ondernemers in (groot)stedelijke gebieden. Ten aanzien van formele instituties hanteren we een “Varieties of Capitalism” (VoC)classificatie van contexten (Hall en Soskice, 2001; Amable, 2003). Deze classificatie kijkt naar nationale configuraties van formele instanties (zoals de wisselwerking tussen de kapitaalmarkt, arbeidsmarkt en sociale zekerheid). De kenmerken van deze configuraties zijn: (1) inbedding in de sociale context; (2) complementariteit waarbij de invloed van de ene instelling afhankelijk is van de aanwezigheid of afwezigheid van andere instellingen; en (3) path-dependency. De resulterende interne samenhang tussen instellingen genereert voorspelbare en stabiele patronen van gedrag van de actoren binnen het systeem (“dominante logica van actie”). Gezien de verschillen in deze configuraties tussen landen en de resulterende dominante logica verwachten we verschillen in de manier waarop individuen uiting geven aan hun drijfveer om goed te doen voor de maatschappij. Daarom testen we of nationale configuraties van formele
4
instituties gerelateerd zijn aan de mate waarin sociale motieven van ondernemers een rol spelen bij de start van hun onderneming. Meer in het bijzonder suggereren we dat in liberale economieën – gekenmerkt door goed ontwikkelde markten, hoge inkomensongelijkheid en een kleine verzorgingsstaat, zoals de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk – meer ruimte is voor ondernemers om maatschappelijke problemen op te pakken waarin niet wordt voorzien door de overheid. Als indicator voor informele instituties maken we gebruik van Stephan en Uhlaner’s (2010) indicator voor een maatschappelijk ondersteunende cultuur. Deze indicator beschrijft de mate waarin de cultuur van een land gekarakteriseerd wordt door een positief maatschappelijk klimaat waarin mensen elkaar ondersteunen en helpen. We stellen dat ondernemers in landen waarin een sociaal klimaat heerst meer geneigd zijn sociale vraagstukken op te pakken dan ondernemers die actief zijn in landen met een minder ontwikkeld sociaal klimaat. Ten slotte verwachten we onderlinge afhankelijkheid tussen gedrag, cognitie en omgeving. In technische bewoordingen verwachten we dat onze persoonlijkheidskenmerken een sterkere invloed hebben in landen met een ontwikkeld sociaal klimaat dan in landen waarin dit sociale klimaat minder sterk aanwezig is. In andere woorden: een “sociale omgeving” versterkt de invloed van de persoonlijkheidskenmerken op sociaal ondernemerschapsgedrag. Belangrijkste bevindingen Uit het onderzoek blijkt dat Nederland internationaal achterblijft bij andere landen voor wat betreft het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken door ondernemers. Bepaalde persoonlijkheidskenmerken zijn bij sociaal georiënteerde ondernemers dominanter dan bij reguliere ondernemers. Zo zijn sociaal georiënteerde ondernemers proactiever en meer overtuigd van hun eigen kwaliteiten dan minder sociaal georiënteerde ondernemers. Op individueel niveau blijkt bovendien dat vooral vrouwen en de jongste en de oudste ondernemers de sterkste sociale motivaties hebben. Ten aanzien van de rol van de omgevingskenmerken suggereert dit onderzoek dat de variatie tussen landen mede wordt bepaald door het specifieke institutionele karakter van een land. In tegenstelling tot onze verwachtingen zijn het vooral de ondernemers in Aziatische en Zuid-Europese economieën die sociaal gemotiveerd zijn. Hoewel we geen direct effect aantreffen van de mate van verstedelijking en het maatschappelijke klimaat op de sociale gedrevenheid van ondernemers, speelt het sociale klimaat een belangrijke indirecte rol. We vinden dat een positief sociaal klimaat vooral belangrijk is in combinatie met persoonlijkheidskenmerken. De belangrijkste beleidsimplicatie die hieruit voortvloeit, is dat het creëren van een positief sociaal klimaat onvoldoende is om ondernemers te stimuleren maatschappelijke vraagstukken op te pakken. Een andere interessante bevinding vanuit beleidsoogpunt is dat een positief ondernemersklimaat direct van invloed is op de mate van sociaal ondernemerschap. Een mogelijke verklaring is dat personen die een maatschappelijk vraagstuk willen aanpakken zich in een dergelijk klimaat eerder richten tot ondernemerschap dan bijvoorbeeld tot vrijwilligerswerk of liefdadigheid (vanwege de “legitimiteit” van ondernemerschap).
5
Referenties Amable, B. 2003. The diversity of modern capitalism. Oxford: Oxford University Press. Amato, P.R. 1993. Urban-rural differences in helping friends and family members. Social Psychology Quarterly, 56(4): 249–262. Bandura, A. 1986. Social foundations of thought and action: A social cognitive theory. Englewood Cliffs, NJ: Prentice-Hall. Bandura, A. 1999. Moral disengagement in the perpetration of inhumanities. Personality and Social Psychology Review, 3(3): 193–209. Bowen, H.P., & De Clercq, D. 2008. Institutional context and the allocation of entrepreneurial effort. Journal of International Business Studies, 39(4): 747–767. Chen, C.C., Greene, P.G., & Crick, A. 1998. Does entrepreneurial self-efficacy distinguish entrepreneurs from managers? Journal of Business Venturing, 13(4): 295-316. Hall, P.A., & Soskice, D. 2001. Introduction to varieties of capitalism. In P.A. Hall, & D. Soskice (Eds.) Varieties of Capitalism: The institutional foundations of comparative advantages: 1–68. Oxford: Oxford University Press. Hmieleski, K.M., & Baron, B.A. 2009. Entrepreneurs’ optimism and new venture performance: A social cognitive perspective. Academy of Management Journal, 52(3): 473–488. Hofferth, S.L., & Iceland, J. 1998. Social capital in rural and urban communities. Rural Sociology, 63(4): 574–598. Levie, J., & Hart, M. 2011. Business and social entrepreneurs in the UK: Gender, context and commitment. International Journal of Gender and Entrepreneurship, 3(3):
200–217.
Peterson, M.F., Arregle, J.-L., & Martin, X. 2012. Multilevel models in international business research. Journal of International Business Studies, 43(5): 451–457. Rauch, A., & Frese, M. 2007. Let’s put the person back into entrepreneurship research: A meta-analysis on the relationship between business owners’ personality traits, business creation, and success. European Journal of Work and Organizational Psychology, 16(4): 353–385. Stenholm, P., Acs, Z.J., & Wuebker, R. 2011. Exploring country-level institutional arrangements on the rate and type of entrepreneurial activity. Journal of Business Venturing, 26(1): 176–192. Stephan, U., & Uhlaner, L. 2010. Performance-based versus socially supportive culture: A cross-national study of descriptive norms and entrepreneurship. Journal of International Business Studies, 41(8): 1347–1364. Zahra, S.A., Rawhouser, H.N., Bhawe, N., Neubaum, D.O., & Hayton, J.C. (2008). Globalization of social entrepreneurship opportunities. Strategic Entrepreneurship Journal, 2(2): 117–131. Zhao, H., & Seibert, S.E. 2006. The Big Five personality dimensions and entrepreneurial status: A metaanalytical review. Journal of Applied Psychology, 91: 259–271.
6
The results of Panteia/EIM's Research Programme on SMEs and Entrepreneurship are published in the following series: Research Reports and Publieksrapportages. The most recent publications of both series may be downloaded at: www.entrepreneurship-sme.eu.
Recent Research Reports and Scales Papers H201302
21-03-2013
Unraveling the relationship between the business cycle and the own-account worker’s decision to hire employees
H201301
01-02-2013
Entrepreneurship education and self-employment: the role of perceived barriers
H201219
14-1-2013
Firm resources, dynamic capabilities, and the early growth of firms
H201218
8-1-2013
Entrepreneurial activity and the cycle: The roles of observation frequency and economic openness
H201217
17-12-2012
H201216
17-12-2012
The Environmental Regulation Paradox for Clean Tech Ventures How does employment protection legislation influence hiring and firing decisions by the smallest firms?
H201215
22-11-2012
The Production Structure of Small, Medium-sized and Large enterprises in Dutch Private Enterprise Analysis by economic sector
H201214
22-11-2012
The Production Structure of Small, Medium-sized and Large enterprises in Dutch Private Enterprise Analysis at the aggregate level
H201213
11-02-2013
Institutions and the allocation of entrepreneurship across new and established organizations
H201212
11-10-2012
Solo self-employed versus employer entrepreneurs: prevalence, determinants and macro-economic impact
H201211
11-10-2012
Disentangling the effects of organizational capabilities, innovation and firm size on SME sales growth
H201210
1-10-2012
Do firm size and firm age affect employee remuneration in Dutch SMEs?
H201209
1-10-2012
The risk of growing fast: Does fast growth have a negative impact on the survival rates of firms?
H201208
13-09-2012
Investigating the impact of the technological environment on survival chances of employer entrepreneurs
H201207
7-8-2012
Start-Up Size Strategy: Risk Management and
H201206
21-6-2012
H201205
21-6-2012
Innoveren in het consumentgerichte bedrijfsleven
H201204
16-2-2012
Time series for main variables on the performance of
H201202
19-1-2012
Performance Ageing and entrepreneurship
Dutch SMEs Trends in entrepreneurial Activity in Central and East European Transition Economies H201201
9-1-2012
Globalization, entrepreneurship and the region
7
H201119
2-1-2012
H201118
22-12-2011
H201117
22-12-2011
The risk of growing fast Beyond Size: Predicting engagement in environmental management practices of Dutch SMEs A Policy Theory Evaluation of the Dutch SME and Entrepreneurship Policy Program between 1982 and 2003
H201116
20-12-2011
H201115
20-12-2011
Entrepreneurial exits, ability and engagement across countries in different stages of development Innovation barriers for small biotech, ICT and clean tech firms: Coping with knowledge leakage and legitimacy deficits
H201114
20-12-2011
A conceptual overview of what we know about social entrepreneurship
H201113
20-12-2011
Unraveling the Shift to the Entrepreneurial Economy
H201112
24-11-2011
Bedrijfscriminaliteit
H201111
25-8-2011
The networks of the solo self-employed and their success
H201110
23-6-2011
Social and commercial entrepreneurship: Exploring individual and organizational characteristics
H201109
27-7-2012
Unraveling the relationship between firm size and economic development: The roles of embodied and disembodied technological progress
H201108
22-3-2011
Corporate Entrepreneurship at the Individual Level: Measurement and Determinants
H201107
30-01-2011
H201106
13-1-2011
H201105
13-1-2011
Determinants of high-growth firms Determinants of job satisfaction across the EU-15: A comparison of self-employed and paid employees Gender, risk aversion and remuneration policies of entrepreneurs
H201104
11-1-2011
The relationship between start-ups, market mobility and employment growth: An empirical analysis for Dutch regions
H201103
6-1-2011
The value of an educated population for an individual's entrepreneurship success
H201102
6-1-2011
Understanding the Drivers of an 'Entrepreneurial' Economy: Lessons from Japan and the Netherlands
H201101
4-1-2011
Environmental sustainability and financial performance of SMEs
H201022
16-11-2010
Prevalence and Determinants of Social Entrepreneurship at the Macro-level
H201021
20-10-2010
H201019
9-8-2010
What determines the volume of informal venture finance investment and does it vary by gender? Measuring Business Ownership Across Countries and Over Time: Extending the COMPENDIA Data Base
H201018
6-7-2010
Modelling the Determinants of Job Creation: Microeconometric Models Accounting for Latent Entrepreneurial Ability
H201016
29-4-2010
The Nature and Prevalence of Inter-Organizational Project Ventures: Evidence from a large scale Field Study in the Netherlands 2006-2009
8