“Wat als ik niet meer beter word?” Mogelijkheden voor Palliatieve Zorg
Verslag Provinciale ontmoetingsdag Surinaamse ouderen 27 november 2010
“Wat als ik niet meer beter word?” Mogelijkheden voor Palliatieve Zorg Provinciale ontmoetingsdag Surinaamse ouderen Zaal “Aan de Meet”, Amazonenlaan 4 te Eindhoven 27 november 2010 Georganiseerd door Stichting Provinciaal Platform Surinaamse Ouderen Organisaties in Noord-Brabant (PSOB) Postadres : Postbus 1187, 5602 BD Eindhoven E-mailadres :
[email protected] Website : www.psob.org
Colofon © 2010 Stichting PSOB Verslag/lay-out : Hilda van der Plaats Beeldmateriaal : Harry Ching, Alphons Goede Eindredactie/lay-out : Leo Wouter
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Voorwoord ................................................................................ 5 Programma .............................................................................. 6 Opening en welkom .................................................................. 7 Presentatie door Bo van Aalst .................................................. 8 Paneldiscussie ....................................................................... 12 Sluiting officieel gedeelte ........................................................ 22
Fotocollage 1 ................................................................................. 25 Fotocollage 2 ................................................................................. 27 Fotocollage 3 ................................................................................. 29 Fotocollage 4 ................................................................................. 31
1. Voorwoord Op zaterdag 27 november 2010 organiseerde het PSOB haar jaarlijkse ontmoetingsdag in Eindhoven, met als thema “Palliatieve Zorg”. Van deze dag is zoals gebruikelijk een verslag gemaakt, waarvan het resultaat voor u ligt. Het bestuur van het PSOB blikt tevreden terug op de themadag. Het bezoekersaantal was boven verwachting en belangrijk voor het bestuur was de constatering dat de doelgroep zich blijkbaar had verheugd op dit weerzien. De later dan geplande opening werd dan ook voor lief genomen, er was daardoor immers meer tijd om gezellig bij te kletsen. Het was tevens prettig te mogen vaststellen dat het thema, welke vooraf toch als „gevoelig‟ werd aangemerkt, goed is „ontvangen‟ door de aanwezigen. Wat dat aangaat is een belangrijke doelstelling van de keuze voor dit thema bereikt: het bespreekbaar maken van het onderwerp binnen de Surinaamse gemeenschap. Niet onbelangrijk daarbij waren de presentaties van de inleiders én de ervaringen van de panelleden die zelf geen onbekenden waren voor de doelgroep. Als bestuur daarom nogmaals onze dank aan al deze personen. Met de themadag van 27 november 2010 denkt het PSOB-bestuur te hebben aangetoond waarom het nodig blijft om het onderlinge contact tussen Surinaamse ouderen (in dit geval in Brabant) in stand te houden en vooral te koesteren. Een belangrijke opdracht voor het komende jaar is het betrekken van meer Brabantse ouderen met Surinaamse „roots‟ bij het PSOB, zodat op de themadag van 2011 ook andere Brabantse steden vertegenwoordigd zullen zijn. Wij wensen u veel leesplezier! Het PSOB-bestuur: Gerrie Kamperveen (voorzitter) Humphrey Djadoenath (vicevoorzitter) Toepie Jagroep (penningmeester) Leo Wouter (secretaris)
5
2. Programma1 12.00 uur
Ontvangst
12.45 uur
Opening door de dag voorzitter
13.00 uur
Filmpje over Palliatieve zorg, inleiding over de mogelijkheden met medewerking van terzake deskundigen en paneldiscussie
15.45 uur
Korte pauze
16.00 uur
Gezellig samenzijn onder het genot van een maaltijd, een drankje en gezellige muziek.
17.30 uur – 18.00 uur Afsluiting
1
Uiteindelijk is enigszins afgeweken van dit programma (zie ook verder in het verslag)
6
3. Opening en welkom Door allerlei omstandigheden wordt de opening van deze bijeenkomst wat vertraagd, maar voor de aanwezigen is dat geen enkel probleem. Het is altijd weer heel gezellig en leuk om elkaar te ontmoeten en bij te praten. Er zijn zo‟n 100 aanwezigen dus er is heel wat bij te praten. Het is bijna 13.30 uur als de secretaris van de PSOB, Leo Wouter, de aanwezigen welkom heet. In het bijzonder zegt hij blij te zijn met de aanwezigheid van de heren Frits Letschert en Wim Koning, resp. vertegenwoordiger van de provincie Noord-Brabant en voorzitter van de VBOB2. Dan stelt hij de twee inleiders van vandaag voor: Thea Adlim en Bo van Aalst. In eerste instantie zou Thea vandaag het voorzitterschap op zich nemen, maar na enig nadenken prefereerde zij een inhoudelijke inbreng boven die van de rol van dagvoorzitter. Er is toen besloten dat Leo Wouter en Thea Adlim samen het dagvoorzitterschap zullen doen. Tenslotte stelt Leo Wouter een panel voor, bestaande uit de inleiders en (ervarings)deskundigen.
2
VBOB: Stichting Verenigde Bonden Overleg Brabant
7
4. Presentatie door Bo van Aalst Bo van Aalst is projectleider palliatieve zorg en dementie van Anneville, een netwerk voor palliatieve zorg van het stadsgewest Breda. Bo vertelt dat voorlichting in het netwerk een belangrijke pijler is in het netwerk. Waar hebben we het over als we het hebben over Palliatieve Zorg? De Annevillegroep is een vereniging van zorgaanbieders in West Brabant. Allerlei zorgorganisaties willen samen de zorg verbeteren. Er is publieksvoorlichting, onder meer een website www.watalsiknietmeerbeterword.nl. In het bijzonder richt ze zich op zaken rond spiritualiteit, mensen met een verstandelijke beperking en kinderen. Bo heeft een programma opgesteld van de zaken die ze behandelen wil: Kennismaking en bewustwording Wat is palliatieve zorg Waar wordt palliatieve zorg verleend Wat is belangrijk Zorg en ondersteuning in de regio. “We hebben het liever niet over „als iemand dood gaat,‟ maar over „als je weet dat je niet meer beter kan worden‟. Dat is een andere insteek.” Bewustwording “Hoe denken jullie er zelf over hoe je zou reageren als je hoort dat je niet meer beter kunt worden. Wat zou je prettig vinden?”, vraagt ze haar gehoor op de man af. “Waarom hebben jullie ervoor gekozen om naar deze middag met dit thema te komen?” We denken meestal voor anderen op de manier zoals je het zelf zou willen. Maar wensen en behoeften zijn heel verschillend en dat heeft ook met cultuur en levensbeschouwing te maken. Het is belangrijk om het daarover te hebben.
8
Palliatieve zorg is zorg voor mensen die niet meer beter kunnen worden gericht op de patiënt zelf en zijn omgeving. Wat vindt men prettig, een allesomvattende zorg, niet alleen voor wat het lichaam betreft, de dokter, de psychisch sociale en medische zorg, maar ook de culturele zorg. Mensen die in de palliatieve zorg werken kunnen vertellen dat het zorg is die je raakt. Het gaat ook om een stuk terminale zorg en nazorg. Bij bijvoorbeeld mensen met een verstandelijke beperking of een kind moet je rekening houden met specifieke aspecten, altijd afgestemd op de persoon. Terminale zorg is het laatste stukje voor het sterven. Officieel betreft dit een periode van drie maanden, dat wordt ook in een hospice aangehouden, maar dat is natuurlijk moeilijk om van te voren te bepalen. Bo heeft een aantal fasen in een raamwerk ondergebracht, het zgn. RUPS model.
De verbinding met de zorg wordt gevormd door de wensen en behoeften van de patiënt en de naasten. Hoe wil je afscheid nemen. Dat is heel speciaal met kinderen.
9
Euthanasie en Palliatieve sedatie horen bij terminale zorg, maar er is een breder medisch handel dat uitgevoerd kan worden in de terminale fase. Bo vertelt over de voorwaarden van euthanasie, actieve levensbeëindiging. Daarvoor moet je onder meer wilsbekwaam zijn en er moeten twee artsen bij betrokken worden. Palliatieve sedatie is het opzettelijke verlagen van het bewustzijn van iemand. Mensen denken vaak dat het gelijk staat aan euthanasie, maar dat is niet zo. De laatste tijd zijn de mogelijkheden voor “Hou de regie in palliatieve zorg uitgebreid. Naast de zorg eigen hand.” thuis zijn er ook palliatieve units in ziekenhuizen en verzorgingshuizen. Praktische tips Hierna volgen een paar praktische tips en mogelijkheden bij verpleging en verzorging. 1. Medische zorg. Symptoombestrijding. 2. Verpleging en verzorging. AIV3 huisbezoek (een wijkverpleegkundige) kan via de thuiszorg worden aangevraagd. De wijkverpleegkundige komt vrijblijvend thuis informatie geven. 3. Paramedische zorg, zoals fysiotherapie, voedings- en slik advies en hulp bij de dagelijkse handelingen. 4. Psychische sociale zorg, emotionele ondersteuning en advies bij verliesverwerking. 5. Spirituele en zingevende zorg. Jezelf vragen stellen: wat geeft me kracht om verder te gaan. 6. Aanvullende zorg, al het andere, zoals aromatherapie, reikhi, acupunctuur, muziektherapie, massage, kruidengeneeskunde etc. Je ziet steeds meer in hospices dat massages of aromatherapie worden aangeboden. Wat is belangrijk bij dit alles? “Hou de regie in eigen hand”, adviseert Bo. Maak je eigen keuzes voor de gewenste zorg een ondersteuning. Het gaat daarbij zowel om je eigen kwaliteit van leven als van je naasten.
3
AIV: Advies, Instructie en Voorlichting
10
Informatiebronnen En denk eraan dat je als zorgvrager recht hebt op goede informatie en goede palliatieve zorg. Er zijn verschillende definities te geven van de zorg, maar het gaat erom welke vorm en wat die inhoudt. Je gaat in gesprek met elkaar wat je zelf belangrijk vindt. Er zijn diverse sites waar je informatie kunt krijgen. Bo noemt er enkele: www.netwerkpalliatievezorg.nl Voor de regio Breda: www.watalsiknietmeerbeterword.nl en www.palliatievezorginbrabant.nl Informatie is ook op te vragen bij de Thuiszorg, VPTZ4 of een hospice. Bo noemt hierbij ook haar eigen praktijk voor begeleiding en ondersteuning bij ziekte, sterven en rouw: www.praktijk-bo.nl Er is een documentaire gemaakt van mensen die verkeren in de fase van palliatieve zorg in een verschillende omgeving. Die is via Internet te bekijken op de publiekswebsite van het IKZ5.
4 5
VPTZ: Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg IKZ: Integraal Kankercentrum Zuid
11
5. Paneldiscussie Samenstelling panel
Na de informatieve presentatie van Bo van Aalst is het panel aan de beurt. Dit panel bestaat uit: de zussen Martha Soerel en Marion Liauw-Anjie (hebben onlangs afscheid moeten nemen van hun moeder na haar zelf te hebben verzorgd in haar laatste levensfase) Marga van der Sommen (contactpersoon bewonerszaken en cliëntvertrouwenspersoon bij Woon-zorg-verpleegcentrum “Nieuw Beekvliet” in Sint Michielsgestel; ook zij heeft onlangs afscheid moeten nemen van haar broer en heeft hem begeleid in zijn laatste levensfase) Bo van Aalst, die de presentatie heeft verzorgd Thea Adlim die op diverse manieren bij de palliatieve zorg betrokken is, als onderzoekster en als vrijwilligster bij VPTZ en als ervaringsdeskundige. Marga van der Sommen is 14 jaar actief geweest in de vrijwillige terminale thuiszorg. Thea Adlim is via BOOG6 bezig met de verkenningfase in Brabant om de belangstelling te peilen bij zorg instellingen en migranten voor 6
BOOG: Brabantse Organisatie (Allochtone) Ouderen Groepen
12
palliatieve zorg. Bij VPTZ is ze betrokken geweest bij het project Etnische diversiteit. Ze heeft met allerlei migranten groepen gepraat. “Ik stel prikkelende en confronterende vragen over de eigen wensen in de laatste levensfase.” zegt ze zelf. DVD “Terminaal ziek in migrantengezinnen” Het was de bedoeling om een film te vertonen die in 1983 is opgenomen bij een aantal Nederlandse emigranten in Nieuw Zeeland en Australië. Hoe de mensen terug willen naar hun jeugdervaringen als ze oud en soms dement worden en hoe belangrijk verzorging van deze mensen op basis van etniciteit is. Het ligt voor de hand de parallel te trekken naar de oudere migranten in Nederland. Helaas blijft door technische storing de film zonder geluid. Wat wel lukt is het vertonen van stukjes uit de DVD “Terminaal ziek in migrantengezinnen”. Er wordt een waar gebeurd verhaal gespeeld door acteurs over de situatie in een Turks gezin, waarvan de vader aan longkanker lijdt en niet lang meer te leven heeft. Er worden twee scenes vertoond, waarna de bezoekers in dialoog treden met het panel over de dilemma‟s die in de vertoonde scenes aan de orde komen. Dilemma 1: (hoe) moeten we het onze ouders vertellen? In de eerste vertoonde scene van de DVD, worden betrokkenen geconfronteerd met de vraag “moeten we het onze ouders vertellen?”. De dochter vindt dat vader het moet weten, zodat hij nog maatregelen kan treffen als het maken van een testament, een bedevaart naar Mekka of het goedmaken met mensen waarmee hij ruzie heeft. De zoon is er helemaal tegen want als ze het vader vertellen dan heeft hij geen hoop meer en zal hij nog sneller sterven. Op de vraag van Thea of er elementen in dit filmfragment zijn die herkenbaar zijn, zegt een mevrouw uit de zaal dat ze de machteloosheid van de familie herkent. Ze staat achter beide kinderen. Ze weten er niet mee om te gaan, is haar conclusie. Thea zou zelf meer achter het standpunt van de dochter staan. Openheid van zaken geven is heel belangrijk. De reactie van de zoon is meer cultuurgebonden. De familie is heel belangrijk en de zoon beschermt de familie. Een mevrouw vertelt van haar zuster die korte tijd in een hospice is opgevangen. “We hebben veel meegemaakt”, zegt ze, “maar in de 13
hospice werd er heel goed voor haar gezorgd. De kinderen waren in verwarring en ik moest als tante veel beslissingen nemen.” De zus wist dat ze zou sterven en er werd openlijk over gesproken, zodat zij haar laatste wensen kenbaar kon maken. Martha Soerel heeft met haar zussen hun moeder verzorgd in haar laatste levensfase. Moeder had, ondanks dat ze door herseninfarcten niet meer erg aanspreekbaar was, toch te kennen gegeven dat ze thuis wilde sterven. Toen ze in het ziekenhuis te horen kregen dat moeder niet meer beter zou worden hebben de 11 kinderen, 9 meisjes en 2 jongens, haar acht maanden thuis verzorgd. De kinderen hebben veel met elkaar gesproken over belangrijke vragen om op één lijn te komen. Bijvoorbeeld voor de keuze van beademing of niet. Op het eind waren alle kinderen aanwezig. Ze hebben met elkaar gebeden en gezongen en moeder kon in vrede sterven. Marion Liauw-Anjie voegt er aan toe dat mensen die in dezelfde omstandigheden komen te verkeren er voor moeten zorgen dat nooit meer dan twee personen tegelijkertijd de verzorging op zich nemen. Door de liefde voor hun moeder hebben ze heel veel voor hun moeder kunnen betekenen in de terminale fase. Thea praat over levensstijl en kanker en vraagt of er mensen zijn die ermee te maken hebben? Marga heeft bij het laatste bevolkingsonderzoek te horen gekregen dat ze borstkanker had. Ze is inmiddels behandeld en gelukkig is ze er weer. “Maar het heeft een zware impact op je leven.” Acht familieleden hebben een vorm van kanker gekregen. “Je moet door”, zegt ze. Ze vertelt over een broer die al 14 jaar darmkanker had en vorige week overleden is. Ze heeft hem in zijn laatste tijd begeleid. Ze was lange tijd lid van VPTZ. Het was fijn om voor hem te kunnen zorgen. Het is goed om iemand in een hospice op te laten nemen. Het voelt als thuis. Ze vertelt hoe zij de dienst mocht leiden en geeft als advies “Sterven is moeilijk, maar dat als het mogelijk is, je de zaken het is de enige zekerheid die we hebben in ons zoveel mogelijk in eigen hand moet leven.” houden. “Sterven is moeilijk, maar het is de enige zekerheid die we hebben in 14
ons leven.” Haar verhaal maakt diepe indruk. Een man uit de zaal komt terug op het dilemma uit het filmpje. Hij vindt het cruciaal om met elkaar te spreken over de wensen voor de laatste levensfase en de begrafenis of crematie, als je nog gezond bent. Je moet vooraf met elkaar bespreken wat je wilt als het zo ver zou zijn. Je kunt het niet aan je naasten overlaten om voor jou te kiezen. Dat maakt alles alleen maar moeilijker. Thea vraagt hem of die gesprekken inderdaad plaatsvinden. De man antwoordt dat dit in zijn familie wel gebeurd is. Men is meestal bang om over de dood te praten. Er moet een cultuuromslag plaatsvinden, zodat je niet voor zulk soort dilemma‟s komt te staan. Ook hij krijgt een applaus. Martha zegt dat die meneer volkomen gelijk heeft. Zij heeft van de situatie rond haar moeder geleerd. Ze wil van te voren haar laatste wensen met haar naasten doorspreken. Maar dan alleen met de echte familie. De “koude kant” denkt er vaak weer anders over en moet zich er niet mee bemoeien, vindt ze. Een mevrouw vraagt zich af op welke moment zulke vragen besproken moeten worden. Als bekend is dat iemand niet meer beter wordt of bij het afsluiten van de zorgverzekering, zodat je weet wat de mogelijkheden zijn. Thea noemt het een glijdende schaal, curatief, geneesbaar, chronisch ziek en dan de palliatieve fase. Officieel is de terminale fase drie maanden, maar het komt ook voor dat het een jaar duurt, of korter. Bo vult aan dat in het ziekenhuis ook zo‟n glijdende schaal bestaat. Men begint met de curatieve zorg als je in de palliatieve fase terecht komt, zoals bij mensen met kanker kan gebeuren, dan moet er
15
gesproken worden over de mogelijkheden wat er nog gedaan kan worden. Het hoort allemaal bij de kwaliteit van leven. Vragen als hoe gaat het thuis, hoe gaat het met werk en inkomen, horen erbij. Bij kwaliteit van leven hoort ook dat sommige mensen het belangrijk vinden om er over te praten. Bo begeleidt kinderen en jongeren in gezinnen die hiermee te maken hebben. Communicatie is heel belangrijk. Als kinderen niet eerlijk wordt verteld wat er aan de hand is en de mogelijkheid krijgen om op hun manier het rouwproces in te gaan, dan krijgen ze later problemen. Dat is uit onderzoek vast komen te staan. “We voeden op in het leven, maar horen ook op te voeden in de dood”, stelt Bo. “We voeden op in het leven, maar horen ook op te voeden in de dood.”
Iemand uit de zaal vraagt naar de nazorg. Mensen gaan hier verschillend mee om. Hoe communiceren mensen met hun kinderen. Het is belangrijk dat er eerlijk met de kinderen over leven en dood gesproken wordt. Hij vraagt zich af of er in dit gezelschap mensen zijn die dit niet zouden bespreken. Een andere man reageert hierop dat het geen kwestie is van niet willen, maar voor ons Surinamers is dit een nieuwe ontwikkeling. Wij komen uit een cultuur waar een aantal zaken niet werd besproken terwijl het hier bij de normale gang van zaken hoort. Thea denkt dat het allemaal anders ligt als je er werkelijk voor staat. Ze vertelt hoe ze als vrijwilligster in een Turks gezin ervoor heeft gezorgd dat het jongste kind op de hoogte werd gebracht dat zijn moeder nog maar een paar dagen te leven had. Ze is zelf ervaringsdeskundige. Haar man, een Turkse Koerd kon de situatie dat hij niet lang meer te leven had heel moeilijk accepteren. Je ziet ook vaak dat mensen in de
16
laatste fase van hun leven veranderen. Er komt een verandering van lichaamsfuncties, maar ook van persoonlijkheid. Leo Wouter zegt dat één van de doelen van deze dag is om de taboesfeer te doorbreken. Maar iedereen moet er op zijn eigen manier mee om kunnen gaan. Een man uit de zaal praat ook uit ervaring. Zijn vrouw wilde aanvankelijk niet praten, maar in een later stadium gelukkig wel. Het is belangrijk dat de kinderen weet hebben van de laatste wensen. Aan de andere kant moet je ook regelingen treffen zodat de kinderen bijvoorbeeld weten waar je je geld hebt staan. Na het overlijden van zijn vrouw heeft hij een mobieltje voor zijn kinderen gekocht, zodat hij contact kon houden met de kinderen die het heel druk hebben. “Zo kon ik verder”, vertelt hij. Hij voegt er aan toe dat hij heel blij is met zijn kinderen en kleinkinderen. Iemand vraagt zich af wie in een situatie met palliatieve zorg het eerste aanspreekpunt is. Martha vertelt dat bij de ziekte van haar moeder de huisarts ervoor heeft gezorgd dat er hulp werd aangeboden. Het is perfect gegaan. Thea komt terug op de rechten die een patiënt en de familie hebben. Ze noemt het PGB7 waaruit hulp kan worden betaald, evenals hulpmiddelen die via de thuiszorg kunnen worden verkregen, zoals matrassen tegen doorliggen of een stoel voor het douchen. Marga vult aan dat je bij de gemeente formulieren kunt krijgen om hulp, zoals het PGB, aan te vragen. Veel hulp wordt door de gemeente betaald via de 7
PGB: Persoons Gebonden Budget
17
“Het is belangrijk dat de kinderen weet hebben van de laatste wensen.”
WMO8. Je krijg bij de gemeente alle informatie die je nodig hebt. Leo Wouter zegt dat de stichtingen voor Surinaamse ouderen ook kunnen helpen. Bij MI BOSIE bijvoorbeeld, is een speciaal loket ingericht voor het vragen van deze en andere informatie. Lygia Pinas kan alle informatie geven. Ook de andere stichtingen die deel uitmaken van PSOB hebben zo hun “informatieloket”. Dilemma 2: wel of geen hulp van buitenaf? Een volgende scène uit de DVD “Terminaal ziek in migrantengezinnen” gaat over het al dan niet aanvragen van hulp van buitenaf en het vele bezoek dat de familie te verwerken krijgt. De zoon vindt het een eer en is er blij mee dat er zoveel mensen op bezoek komen. Vader ook wel, maar hij zou zo graag zo nu en dan even kunnen rusten. De dochter ziet hoe zwaar het is voor haar moeder. Ze zou het liefst “de telefoon er uit trekken.” Vader en moeder zijn nooit meer samen. Deze situatie is herkenbaar voor veel aanwezigen. Martha vertelt dat bij haar moeder ook hele families op bezoek wilden komen. En daar zit je in zo‟n situatie niet op te wachten, vertelt ze. Wij als kinderen bepaalden wie er op bezoek kon komen. Thea herkent dit ook van haar eigen situatie. Er kwamen dagelijks 10 tot 12 mensen over de vloer die overal over spraken, maar niet over de ziekte van haar man en haar situatie (ze was zwanger). Ze kon die mensen niet weigeren, maar het was ontzettend zwaar. In tegenstelling tot wat in Nederland gebruikelijk is – de patiënt heeft recht op rust – is het in andere culturen niet bespreekbaar. Het zou een schande zijn om tegen iemand te zeggen dat hij niet op bezoek mocht komen. 8
WMO: Wet Maatschappelijke Ondersteuning
18
Intermezzo: Onderzoek “Allochtonen en kanker” Thea heeft een PowerPoint presentatie over een onderzoek van VPTZ9 en KWF10 kankerbestrijding uit 2005, “Allochtonen en kanker”. Dit onderzoek richtte zich vooral op Turken, Marokkanen, Surinamers, Antillianen en Arubanen. Dit zijn de grootste groepen niet-westerse allochtonen in Nederland, waarbij de toename van kanker de komende jaren gaat spelen. Ze wijst ook op informatiefolders die meegenomen kunnen worden en waaruit allerlei informatie gehaald kan worden. Uit het onderzoek komen een paar belangrijke conclusies naar voren: Sterfte aan kanker is het laagst onder de eerste-generatie migranten die pas op oudere leeftijd naar Nederland zijn gekomen. Sterfte aan kanker is vooral laag onder migranten die meer dan 10 jaar geleden in Nederland zijn gearriveerd. Thea heeft er als grapje bijgezet: “Van inburgeren krijg je kanker.” Het zal te maken hebben met blootstelling aan een ongezonde leefstijl. Binnen eerste-generatie migranten bestaat een groot verschil tussen Surinamers die vóór hun 15de levensjaar naar Nederland gingen en Surinamers die op oudere leeftijd overkwamen. De conclusie is dat naar verwachting bij toenemende verblijfsduur het niveau van kankersterfte zal stijgen naar het autochtone niveau. De kankersterfte onder Marokkanen neemt inderdaad toe met een langere verblijfsduur. Deze verwachte relatie wordt niet duidelijk onder Surinamers.
9
VPTZ: Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg KWF: Koningin Wilhelmina Fonds
10
19
Een man uit de zaal wil reageren op het onderzoek dat Thea net heeft gepresenteerd. Hij vindt het vreemd dat daar nogal luchtig over wordt gedaan. “Wij zijn gewend aan een leven in de Tropen en als we hier komen lopen we zulke grote risico‟s. Waarom wordt hier niet verder onderzoek naar gedaan?” Thea zegt dat er andere onderzoeken lopen, onder andere naar pijnbeleving. Er zal meer tijd en geld in moeten worden geïnvesteerd. Iemand wijst erop dat in het onderzoek werd gezegd dat de verwachte relatie tussen een grotere kans op kanker en een langer verblijf in Nederland nog niet duidelijk werd onder Surinamers. De Surinaamse bevolking bestaat uit allerlei groepen. Thea beaamt dat de Surinaamse bevolking erg gedifferentieerd is. Helaas zijn er geen resultaten per groep bekend. Er wordt opgemerkt dat in Suriname AIDS doodsoorzaak nummer één is. Conclusies Het behandelde thema heeft duidelijk iets losgemaakt bij de aanwezigen. Dat bleek met name uit de vragen die gesteld zijn aan het panel. En dat is precies één van de doelstellingen van de themadagen van het PSOB. Voor wat betreft de DVD merkt Leo Wouter op dat het moet zijn opgevallen dat deze heel duidelijk gericht is op Nederlanders van Turkse komaf. Op een dag als vandaag zou het eigenlijk zo moeten zijn dat er een DVD, met daarin een Surinaams gezin, had moeten worden vertoond. De aanwezigen laten hierop instemmende geluiden horen. Het probleem is echter dat er geen Surinaamse versie bestaat. Het PSOB zal zich daarom inzetten voor de totstandkoming van een DVD waarin een Surinaams gezin centraal staat.
20
Thea zegt dat je zo‟n film niet even in elkaar zet. Er moeten mensen zijn die mee willen werken. Ze zou graag feedback willen hebben van de Surinamers. “Het kan zijn dat ik opnieuw een beroep op jullie doe om hier verder over door te praten”, besluit ze. Op de vraag welke conclusie Thea aan de aanwezigen mee wil geven, antwoordt ze dat ze graag een paar oneliners zou kunnen produceren, maar dat ze alleen kan zeggen dat er veel herkenning en ook verschillen zijn. Daar wil ze het bij laten.
21
6. Sluiting officieel gedeelte Leo Wouter bedankt namens het PSOB bestuur de panelleden. Vervolgens overhandigt de penningmeester van PSOB, de heer Jagroep, hen namens PSOB een kadobon en een prachtige bos bloemen. Ook wordt aan de aanwezigen meegedeeld dat eventuele vragen die er zijn kunnen worden besproken met de plaatselijke besturen van de stichtingen voor Surinaamse ouderen. Die kunnen ervoor zorgen dat de vragen bij de juiste persoon terecht komen. Deze dag kan dus nog wel een vervolg krijgen. Hierna wordt het officiële gedeelte van deze indrukwekkende dag afgesloten.
Ontmoeting en eten Na de bespreking van zo‟n enerverend onderwerp is het goed om elkaar te ontmoeten en te omhelzen. Zoals steeds bij de themadagen van de PSOB is de sfeer geweldig en het eten goed en lekker. Er kon gesmuld worden van heerlijke roti‟s. Ook de muziek zorgt voor een vrolijke omlijsting waarop lekker gedanst kan worden.
22
Om ongeveer 17.00 uur wordt het sein gegeven dat er langzamerhand een einde komt aan deze middag en langzaam verdwijnen de gasten weer naar de diverse plaatsen in NoordBrabant.
Nu maar weer wachten tot de volgende themadag van de PSOB!
23
24
Fotocollage 1
25
26
Fotocollage 2
27
28
Fotocollage 3
29
30
Fotocollage 4
31