Warmte-isolatie v a n hellende dak e n
C a s e - s t u d y
:
h e t
I A T A
t e
N a m e n
Het « Institut d’Enseignement des Arts, Techniques, Sciences et Artisanats » bevindt zich in de rue de la Montagne, 43 te NAMEN. Deze school, beter bekend onder de naam IATA, telt ongeveer 1300 die les krijgen in verschillende gebouwen van verschillende type en leeftijd. Het gebouw dat wij gaan bestuderen werd oorspronkelijk gebouwd voor de Paters Carmes en dateert van de vorige eeuw. Het is een zware bouw met dikke bakstenen muren; vloeren en dakgebinte zijn van hout. Het leien dak is een Mansard-dak met dakramen in. Oorspronkelijk was het gebouw de woonplaats van de paters. In de jaren 50 werden er aan de binnen- en buitenzijde een aantal aanpassingen gemaakt om de klassen van de kunstschool (het IATA) in te richten. De klassen beschikten misschien niet over alle nodige inrichtingen, maar dit was al jaren zo, en veranderingen waren niet in zicht. Tot de dag dat…
Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 1
13/02/2007 14:47:04
P2 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 2
13/02/2007 14:48:50
INHOUD
I.
Inleiding
II.
Evolutie van de bezetting van een gebouw
III.
De functies van het dak
IV.
De componenten van het dak
V.
Moet men het dak isoleren?
VI.
Uit te voeren controles en te maken keuses
VII.
De beschikbare materialen A. Minerale wollen B. Synthetische schuimen
VIII.
Dikte van het isolatiemateriaal
IX.
Tips en na te leven eisen
X.
Plaatsingstechniek A1. Isolatie in twee gekruiste lagen met behulp van horizontale tegenlatting A2. Isolatie in twee lagen gekruist, zonder horizontale tegenlatting B1. Isolatie in een laag door zelfdragende panelen B1. Isolatie in een laag door panelen die op de kepers worden gelegd
XI.
De binnenafwerking
XII.
Wat zijn de verkregen verbeteringen?
XIII.
Belsuit
XIV.
Enkele definities
XV.
Enkele tips
XVI.
Bibliografie
P3 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 3
13/02/2007 14:48:50
> Inleiding Een rapport van de dienst brandpreventie over het oude gebouw van de Paters Carmes, betekende dat er absoluut belangrijke werken moesten uitgevoerd worden...anders zou het gebruik van het gebouw verboden worden.
Het is waar dat het gebouw “licht ontvlambaar” was, met zijn houten trappen, vloeren en lichte wanden… Tevens ging een twaalftal jaar tevoren één van hun andere gebouwen op in rook door, zo bleek uit het onderzoek, vrijwillige brandstichting. Het vuur verspreidde zich snel in dit gebouw dat nochtans moderner was: gelukkig was er enkel materiële schade!
Het schoolbestuur heeft als eerste stap ten gevolge van het rapport van de dienst brandpreventie rookmelders geplaatst en de toegang tot de kelders dichtgemetst. Een vuur in de kelders, waar zich een bekledingsatelier bevond, zou zich door die toegang gemakkelijk een weg kunnen banen naar de rest van het gebouw. Voor het de rest van de werken die door de Preventiedienst werden gevraagd, werd een haalbaarheidsstudie uitbesteed aan een studiebureau. Deze eerste studiefase wordt gewoonlijk al te weinig uitgevoerd, maar is belangrijk omdat het een totaalbeeld kan scheppen van de uit te voeren werken en de mogelijke implicaties. Zo is het ook mogelijk om de alternatieven op een rijtje te zetten en de beste keuzes te maken.
Laat ons, binnen deze case-study, stilstaan bij het onderwerp van deze brochure, met name het energetisch verantwoord renoveren van een deel van de gebouwschil: het hellend dak.
P4 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 4
13/02/2007 14:48:52
> Evolutie van de bezetting van een gebouw Vroeger werd bij de bouw van een gebouw de zolder niet als een bewoonbare ruimte beschouwd. Het dak bestond dan uit dakpannen (meestal zonder ineenschuiving) of leien die op latten werden gelegd, die zelf steunden op gordingen (balken). De onderzijde van de dakpannen of de leien was zichtbaar van binnenin en het dak was verre van lucht- en waterdicht. Dankzij de sterk geventileerde zolder konden de verschillende bouwelementen (dakbedekking en -gebinte) snel drogen als ze nat werden. Deze daken waren gezond en hadden een lange levensduur. In de zomer liet deze auto-ventilatie het tevens toe de overtollige calorieën (zie definitie 1 achteraan in de brochure) af te voeren afkomstig van het oververhitte dak.
Vandaag wil men zoveel mogelijk het beschikbare volume gebruiken, waardoor we steeds vaker de zolders gaan inrichten als woonruimte. Gezien iedereen zich bewust is van de energieprijzen en weet dat 20 à 25 % van de energieverliezen in een gebouw via het dak gaan, worden deze nieuwe woonruimtes vaak geïsoleerd.
Deze twee elementen (gebruik van alle ruimten en isolatie van de wanden), zijn op zich niet negatief, maar brengen wel het gevaar met zich mee dat het dak niet goed verouderd. Des te meer daar isolatie en ventilatie van het dak als twee tegenstrijdige doelstellingen kunnen lijken… Er moet dus bijzondere aandacht geschonken worden aan deze twee elementen.
Het is geweten dat elk tekort of schade aan de waterdichting van het dak, vooral als dit dak niet juist wordt geventileerd, ernstige schade met zich mee kan brengen zoals houtrot. Het dekkingsmateriaal (pannen, leien,...) is daarenboven in de moderne dakopbouw meestal niet zichtbaar van binnen uit. Dit heeft als gevolg dat er aanzienlijke schade kan zijn aan de dakconstructie vóór dat het opgemerkt wordt. Het is minder gekend dat het plaatsen van een isolatiemateriaal schade kan aanbrengen aan een dak door condensatie, vanwaar het belang om de plaatsing goed te bestuderen. Bij renovatie van een dak moeten een aantal voorzorgen genomen worden en is het aangeraden zich te laten bijstaan door deskundigen. Laat ons, voor verder te gaan, de rol van het dak en haar verschillende onderdelen bestuderen.
P5 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 5
13/02/2007 14:48:54
• verlichtingscomfort in de zolderruimtes garanderen;
> De functies van het dak De functie van het dak is duidelijk: het gebouw beschermen en, in onze regenachtige klimaten, hemelwater snel af voeren. Maar een dak moet eveneens andere functies waarborgen… en, over het geheel genomen, zou een goed dak moeten:
• gemakkelijk van onderhoud zijn. Natuurlijk wordt bij het ontwerp van een dak altijd een aantal keuzes gemaakt die het gevolg zijn van een compromis in functie van prioriteiten. Factoren als wensen van de bouwheer, de bestaande technieken, de budgettaire of reglementaire beperkingen, ligging… zijn bepalend bij het afwegen van de juiste keuze.
• de binnenruimte van het gebouw beschermen van het slecht weer (regen, sneeuw, wind, sterke temperatuurschommelingen…); • water van neerslag en condensatie afvoeren; • water buiten de structuren te houden (idealiter ook als het afvoernet gedeeltelijk of volledig verstopt is; • voldoende weerstand bieden tegen corrosie, hitte, en vorst en de verschillende onderdelen vrij laten uitzetting; • voorzien zijn op gewone en uitzonderlijke belasting (wind, sneeuwlaag, betreding voor onderhoud...) • brandveiligheid garanderen;
Lawaai Verticale lasten
Licht
BUITENKLIMAAT Vorst Regen Sneeuw
Winddruk Wind
Zicht
BINNENKLIMAAT
Zicht
Lucht
Afvloeingswater
Stof Vervuiling
Druk van grond en water Vocht Warmte
Toegang
Vocht Druk van water
Warmte
BELASTING OP DE GEBOUWSCHIL
P6 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 6
13/02/2007 14:48:56
tot de toepassing van prefab gebinten bestaande uit houten planken samen gehecht door metalen verbindingsstukken. Hierbij moet wel gezegd worden dat deze lichte constructies die goed presteren en financieel interessante (korte opbouwtijd) oplossingen zijn, niet altijd toelaten het volume onder het dak te gebruiken.
> De componenten van het dak In de volgende paragrafen krijgt u een overzicht van de verschillende onderdelen en schetsen we kort de rol van ieder deel • Het gebinte van een dak is, samen met de bedekking, één van de fundamentele elementen. Dit dragend skelet kan, naargelang het geval, van hout (talrijke houtsoorten kunnen gebruikt worden), metaal of beton zijn.
De onderdelen van het geraamte moeten gedimensioneerd worden in functie het gekozen dekkingsmateriaal en de andere lasten die op het dak inwerken (betreding voor onderhoud, sneeuw, wind…).
Volgens het gekozen materiaal en gebruikte techniek, zal het gebinte meer of minder volume in beslag nemen: er bestaan „lichte“ geraamtes en veel meer “aanwezige“ geraamtes die de ruimte vullen…
Maar als het gebinte niet degelijk steunt op het onderliggend metselwerk of op een stevige structuur, zal het niet lang haar functie kunnen vervullen. Daarom is het belangrijk dat de steunpunten zo ontworpen zijn dat ze geen horizontale krachten uitoefenen op het metselwerk, tenzij bijzondere matregelen voorzien zijn (ringbalk).
Naast de traditionele gebinten (zie Figuur 2 voor de gebruikte terminologie), heeft de ontwikkeling van berekenings- en de verbindtechnieken geleid
Pannelatten
Dakbint
Norkgording Tegenlatten
Zelfdragende panelen
Pech Kepers
Kepers met onderdak Onderdak Kepers met onderdak
Slaper Beplanking
P7 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 7
13/02/2007 14:49:00
GEBINTE MET PREFAB SPANTEN Panlatten
Prefab spanten voor niet bewoonde zolders
Tegenlatten
Kapspanten Beplanking Onderdak Prefab spanten voor bewoonde zolders
Fermette Plafond
Onderdak
Binnenafwerking
Panlatten
Vloer
Tegenlatten
Daagmuur
Kapspanten Slaper
Scheidingswand
Daagmuur
P8 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 8
13/02/2007 14:49:05
• In onze streken vinden we dekkingsmaterialen terug onder verschillende vormen, gaande van de klassieke dakpannen en leien tot shingles, zinkplaten of golfplaten. Er bestaat een brede waaier aan materialen en technieken die elk een invloed hebben op het ontwerp van het dak: gewicht, ventilatiesysteem, aanpassing aan de helling, overgangen met de andere dakelementen,…zijn eigenschappen waarmee rekening moet gehouden worden bij het ontwerp. De belangrijkste eigenschap van een dekkingsmateriaal is hoe goed het hemelwater buitengehouden wordt. Hiervoor moet het juiste materiaal gekozen worden in functie van de helling van het dak: als leien gebruikt worden voor een dak met een helling van 10°, spreekt het voor zich dat de leien de waterdichting niet volledig zullen kunnen garanderen. Naast de materiaalkeuze is de verzorgde uitvoering van overgangen met andere dakelementen tenminste even belangrijk: overgangen met de nok, goot en schouwvoet, zijplank, kielgoot,...
Dakpannen van : 30° tot 90° Gebitumeerde shingle : 25° tot 90° Natuurlijke leien : 17° tot 90° Ijzeren pannen : 15° tot 90°
• Stof en poedersneeuw kunnen binnendringen in bijna elk daksysteem. Het onderdak zorgt voornamelijk voor de afvoer van water dat binnendringt door toevallige infiltratie. Bijkomende functies zijn onder andere het verbeteren van prestaties van het dakcomplex onder invloed van wind, het isolatiemateriaal beschermen en om condensatie af te voeren dat gevormd wordt aan de onderzijde van het bedekkingsmateriaal...
dan gepaard gaan met het plaatsen van tegenlatten (dit creëert een geventileerde luchtspouw). Voor een systeem met een onderdak in de vorm van panelen zijn deze tegenlatten altijd noodzakelijk.. Het onderdak moet met veel zorg geplaatst worden, vooral ter hoogte van openingen voor schoorstenen, dakvensters, edm... In ieder geval, moet een goed onderdak waterdicht maar damp-open zijn, zodoende het gebouw te laten “ademen”. • Zoals net gezegd, gaat het plaatsen van een onderdak zo goed als altijd gepaard met het plaatsen van tegenlatten. Dit waarborgt een goede ventilatie en vermijd dat geïnfiltreerd water gevangen zit of de afvoer sterk gehinderd. De afmetingen van deze tegenlatten (minstens 15 mm, meestal 20 x 40 mm) moeten aangepast zijn de helling en de lengte van het dak en aan het type onderdak. Zo is het aangeraden om voor daken waarvan helling kleiner is dan 25°, dikkere tegenlatten te gebruiken om de luchtcirculatie tussen het dekkingsmateriaal en het onderdak te verbeteren. • De latten (voor dakpannen, leien of voor een ander materiaal) moeten goed recht zijn. Hun afmetingen zijn in functie van de spreiding van de steunelementen, van het type en afmeting van het dekkingsmateriaal … • Door de hogere plaatsings- en materiaalkost wordt bebording, planken van een breedte van 10 tot 15 cm, vandaag de dag veel minder gebruikt. Daarenboven zijn ze minder geschikt om de ventilatie- en isolatiefuncties van het dak te vervullen. Door beplankingen te gebruiken, bekomt men een zeer stevige continue vloer, een soort onderdak van hout. Vroeger werden ze vaak gebruikt als steun voor leien daken (die door middel van haken werden bevestigd). In moderne daken worden ze veeleer gebruikt bij zinken daken. Bij het gebruik van beplankingen, moet er goed nagedacht worden over de plaats van het isolatiemateriaal en het onderdak. De ventilatiemogelijkheden van het dak moeten ook in beschouwing genomen worden.
Het is niet altijd noodzakelijk een onderdak te plaatsen, maar het wordt wel veralgemeend in de bouw en renovatie. Het onderdak bestaat in de vorm van panelen of folie dat geplaatst wordt tussen de kepers en de dakbedekking. Een folie wordt bij voorkeur gespannen geplaatst (in tegenstelling tot het slap onderdak), maar moet
P9 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 9
13/02/2007 14:49:07
• Aan de binnenzijde, moet de plaatsing van een luchtdicht scherm het beschermd volume minder onderhevig maken aan de invloed wind op het dak. Hierdoor kunnen warmteverliezen te wijten aan tocht en luchtstroming verminderd worden. • Het dampscherm mag niet verward worden met het onderdak of met het luchtdicht scherm! Het dampscherm wordt steeds aan de warme zijde van de wand geplaatst. Het kan dienen als luchtdicht scherm, maar luchtdichte schermen kunnen niet sowieso fungeren als dampscherm . (in functie van het binnenklimaat van het lokaal…) In feite is de functie van het dampscherm verhinderen dat de warme, vochtige lucht, door de isolatielaag heen, in een koudere zone komt waar het dan zal condenseren.
Beeld u even in dat u, net als Dhr. DELISEE, afdelingschef van IATA, verantwoordelijk bent voor één of meerdere gebouwen met hellende daken. Hoe gaat u tewerk als er werken moeten gebeuren in deze gebouwen? Hieronder krijgt u een overzicht van de verschillende stappen.
Na de rol en de functies van het dak overlopen te hebben, moet er één belangrijke vraag beantwoord worden.
> Moet men het dak isoleren? Vandaag de dag is iedereen overtuigd (of zou het toch moeten zijn…) dat de isolatie van een gebouw noodzakelijk is, zowel vanuit comfort-overwegingen als vanuit een financieel oogpunt. Want isoleren is investeren. • Investeren om op de verwarmingsfactuur factuur te besparen, en dit tijdens het de hele levensduur van het gebouw. • Investeren om het comfort van de bewoners te verbeteren. • Investeren om de nadelen van condensatie te vermijden. • Isoleren, is eveneens het milieu beschermen, door de energievoorraden te sparen en luchtverontreiniging te verminderen. Natuurlijk kan men inspelen op verschillende factoren om de energiefactuur te verminderen: een efficiënt verwarmingssysteem, de gebouwschil, op het gedrag van de bewoners hebben…een gebouw isoleren brengt meer comfort met zich mee en laat u ook toe flink te besparen op uw verwarmingsfactuur. Maar isolatiewerken hebben ook een prijskaartje dat varieert van gebouw tot gebouw. Over het algemeen kan men stellen dat, bij nieuwbouw, de warmte-isolatie (muren, dak, vloeren,…) ongeveer 3 tot 5% van totale bouwkost vertegenwoordigt. Voor de twijfelaars onder ons is er nog steeds de alsmaar strenger wordende regelgeving die.... In het gedeelte over het Waals Gewest komen we meer in detail terug op deze regelgeving.
P10 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 10
13/02/2007 14:49:07
> Uit te voeren controles en te maken keuses In ons klimaat is het primordiaal dat u eerst en vooral nagaat of de waterdichting van het dak verzekerd wordt. De staat van het dekkingsmateriaal en van het eventuele onderdak moeten eerst onderzocht worden, maar het is ook belangrijk dat er gekeken wordt naar al de overgangen en verbindingen met andere dakelementen. Daarna moet er bepaald worden hoe het volume gebruikt wordt dat rechtstreeks onder het dak ligt. Het komt er op neer dat we beslissen welk volume van het gebouw beschermd wordt tegen warmteverliezen en te weten of de zolders gebruikt zullen worden. • Als dit volume u van geen enkel nut is, behoudt u dit als “verloren” ruimte en isoleert u de vloer van de zolder of het plafond van het onderliggend lokaal. • Verschillende technieken maken het mogelijk om dit, vrij gemakkelijk, uit te voeren. In ieder geval moet het plafond luchtdicht gemaakt worden. Als u daarentegen besluit om dit volume in te richten als „bewoonbare” ruimte, vindt u in de volgende bladzijden uitleg over de te volgen stappen en antwoorden op cruciale vragen. Zoals reeds gezegd, worden bij de inrichting van zolders „de gewoonten“ van de dakelementen verstoord. Op de eerste plaats van deze „verstoorde“ elementen, zijn alle houten elementen waaruit het geraamte gevormd wordt. Na onderhevig te zijn geweest aan alle variaties van een zo goed als buitenklimaat (temperatuur, wind, vochtigheidsgraad …), worden ze plots geïntegreerd in het beschermd volume van het gebouw of komen ze zelfs in verwarmde ruimtes!
Men moet immers absoluut vermijden om elementen van het gebinte in te sluiten die niet meer gezond zijn of niet meer in staat zouden zijn om hun functie uit te oefenen. Als het geraamte van hout is, zijn de hoofdvijanden de houtetende insekten en de zwammen waarvan het meest gekend en het meest gevreesde de huiszwam is. Houtrot kan optreden door een rechtstreekse infiltratie van water maar ook door een gebrek aan ventilatie, waardoor waterdamp het rottingsproces op gang kan brengen. Diezelfde vochtigheid ligt ook aan de basis van de ontwikkeling van de schimmels en paddestoelen. Als het probleem ligt aan de stevigheid zelf van de dakelementen of aan de kwaliteit van de steunpunten of nog de doorbuiging die met der tijd is opgetreden, dan moeten deze vervangen of verstevigd zodanig de krachten die er op inwerken te verminderen. Als na dit onderzoek blijkt dat het gebinte gezond is, moet men niettemin een beschermende behandeling van het hout uitvoeren om latere aanvallen minder kansen te geven. Er bestaan een hele reeks schimmelen insektendodende producten. Voor gebinten die volledig of deels bestaan uit metalen elementen moet er vooral uitgekeken worden dat de isolatiewerken niet te veel koudebruggen met zich meebrengen. Een koudebrug zou schadelijke gevolgen hebben: condensatie van waterdamp vormt zich op de oppervlakte aan koude zijde van het metalen onderdeel. Deze delen moeten absoluut beschermd worden tegen corrosie. De isolatiewerken moeten dus zo uitgevoerd worden dat metalen elementen geen contact vormen tussen de binnenruimte en buiten vermeden worden en de buitenruimte
Omdat in de meeste gevallen, de gebinte-elementen na de werken vaak niet meer bereikbaar zullen zijn, is een belangrijke etappe het inspecteren van de staat van de verschillende delen. Twijfel niet om beroep te doen op een deskundige die u eveneens aangepaste behandelingen kan voorstellen om mogelijke problemen te verhelpen.
P11 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 11
13/02/2007 14:49:07
Zoals reeds gezegd, wordt het binnenklimaat van deze ruimte sterk gewijzigd en bestaat er een werkelijk risico van interne condensatie.
IIn theorie zou het volledig blokkeren van damp dankzij een dampscherm de oorzaak weghalen en dus interne condensatie moeten vermijden...
Hoe dit risico verminderen?
Maar in de praktijk blijkt het zeer moeilijk om een volkomen efficiënte dampscherm te creëren: fixatiegaten, voegen tussen de banden, kleine scheurtjes zijn allemaal zwakke delen in het scherm.
Het is hier dat het onderdak zeer belangrijk kan blijken. Als het onderdak uit een weinig damp doorlatend materiaal bestaat (polyethyleen of gebitumeerd kraftpapier), brengt binnenisolatie het risico van interne condensatie met zich mee. In functie van de omvang van interne condensatie en de plaats waar dit zich zal voordoen, kunnen de gevolgen gaan van een vermindering van de isolatiewaarde van het materiaal (als gevolg van bevochtiging) tot een zeer ernstige schade (rotting en progressieve vernieling van het gebinte en de afwerking).
Studies hebben aangetoond dat een perforatie van 0,01% van dampscherm zijn doeltreffendheid met 60% kan verminderen! Het zou realistischer zijn om over een damprem te spreken dan over een De noodzaak om dampscherm te plaatsen hangt natuurlijk van de hoeveelheid vocht af die in het gebouw wordt geproduceerd. De specialisten hebben 4 klassen binnenklimaat gedefinieerd.
Om interne condensatie te vermijden, moet de damp doorlaatbaarheid van de verschillende materiaallagen afnemen van binnen naar buiten. (zie kadertekst). In tegenstelling tot het algemeen geloof, is het aanwenden van een dampscherm geen garantie tegen interne condensatie.
Warme lucht kan 3 tot 4 keer meer waterdamp bevatten dan koude lucht. Daarom is de dampdruk in een verwarmde ruimte in de winter aanzienlijk hoger dan buiten. Dit drukverschil heeft als gevolg dat waterdamp gaat migreren van binnen naar buiten. Tijdens deze migratie naar buiten koelt het damp geleidelijk af en kan het zelfs neerslaan als water. Dit is het condensatie fenomeen. Oppervlaktecondensatie is het gevolg van het contact tussen de vochtige lucht en de oppervlakte van een lichaam waarvan de temperatuur lager is dan het dauwpunt van de omringende lucht. Het is wat zich voordoet op de spiegel van de badkamer wanneer u douchet ... Het verschijnsel is dus duidelijk zichtbaar.
100
r za Ve
g di
60
80 ng
40
Condensatie (verzadigde lucht) i
-10
-5
0
5
Interne condensatie doet zich voor in een materiaal van de wand of op de grens tussen twee lagen voor. Deze is dus niet zichtbaar. In de ergste gevallen zal het materiaal verzadigd zijn met water en zal dit water wegstromen en ernstige schade veroorzaken. MAAR HOE KOMT ER DEZE INTERNE CONDENSATIE? De migratie van het damp wordt in meer of mindere mate geremd door de materialen die twee klimaten
20
21
17,5
Waterdamp (vochtige lucht)
Relatieve vochtigheid (%)
5
12,5
0
Watergehalte (g/kg) 10 15 20 25 30
10 15 20 25 30 Droge temperatuur (°C) Dauwtemperatuur (°C)
P12 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 12
13/02/2007 14:49:11
Klassen binnenklimaat gedefinieerd Klasse I
1100 Pa < p * ≤ 1165 Pa
Gebouwen met een heel lage of geen vochtproductie (stockage plaats voor droge waren, kerken, sportzalen voor gewoon gebruik)
Klasse II
1165 Pa < p
≤ 1300 Pa
Gebouwen met een beperkte vochtproductie en een goede ventilatie (niet gekoelde kantoorgebouwen, winkels, scholen, grote woningen, zorgdiensten)
Klasse III
1370 Pa < p
≤ 1500 Pa
Gebouwen met een hogere vochtproductie een vantilatiedebiet van minimaal 0,5 volumes/uur (sociale woningen, flats, rust- en verzorgingstehuizen en weinig gekoelde gebouwen)
i
Klasse IV
i
i
p > 1500 Pa i
Voor klasse I en II gebouwen, is er praktisch geen risico van interne condensatie. Voor klasse III en IV gebouwen moeten maatregelen genomen worden om geen interne condensatie te veroorzaken.
Gebouwen met een hoge vochtproductie (industrie, wasserijen, gekoelde gebouwen)
Maar laat ons even terugkomen op de ervaring van Dhr.DELISEE. Het schoolbestuur besluit op basis van de resultaten van de voorstudie over te gaan tot de volgende fase in het dossier, name zijn het verder uitwerken van het project met oog op het uitvoeren van de werken. Een architectenbureau wordt aangesteld, dat snel tot de conclusie komt dat de werken gefaseerd moeten gebeuren om zo min mogelijk de gewone werking van de instelling te hinderen.
De bouwwerken zullen namelijk bijzonder ingrijpend zijn: het gebouw wordt volledig leeggehaald met uitzondering van de buitenmuren, het gebinte en de dakbedekking! Het bestudeerde geval is natuurlijk een beetje extreem: het is niet steeds noodzakelijk zo een grote werken uit te voeren. Om de beoogde resultaten te bekomen zijn er, in het overgrote deel van de gevallen meerdere opties en keuzes: al was het maar voor de materiaalkeuze Laat ons even de voornaamste beschikbare materialen overlopen.
scheidt. Aan de hand van laboratoriumonderzoek werd er voor ieder bouwmateriaal de µ-factor bepaald. Deze factor geeft weer hoe dampdoorlatend een materiaal is. spreekt zijn weerstand tegen de verspreiding van de damp ui
De waarde µ van verwijzing is die van de stilstaande lucht: zij is De referentie µ-waarde is die van stagnerende lucht en wordt gelijk gesteld aan 1. Hoe grotere de µ-factor, hoe minder dampdoorlatend een materiaal is. Het risico op interne condensatie kan dus theoretisch geëvalueerd worden. In de praktijk moet men onthouden het risico op interne condensatie uitgeschakeld wordt als de dampdoorlaatbaarheid van de verschillende materiaallagen vergroot van binnen naar buiten. Door onderzoek van de bestaande situatie, kan een eerste diagnose snel opgesteld worden: • is er geen onderdak en de luchtspouw tussen dekkingsmateriaal en de isolatie wordt geventileerd? Er is dan geen risico op condensatie! • is er een onderdak en/of de luchtspouw tussen dekkingsmateriaal en de isolatie wordt niet geventileerd? Er is dan wel risico op condensatie! Om dit risico aan te pakken, moet men twee gevallen onderscheiden: • als het onderdak niet dampdoorlatend is en het dekkingsmateriaal zeer waterdicht is (ook bij hevige wind), is het verwijderen van het onderdak te overwegen: ~ indien de verwijdering mogelijk is moet dit gebeuren, want dit maakt het mogelijk om te isoleren langs de binnenzijde zonder risico op interne condensatie; ~ indien de verwijdering niet mogelijk is, zal men de dampweerstand van dit onderdak bepalen om de positie (binnen of buiten ten opzichte van het onderdak) en het type isolatiemateriaal te kiezen • als het onderdak absoluut noodzakelijk is om de waterdichtheid van het dak te waarborgen, zal men een isolatie „langs buiten” plaatsen. In dit geval zal bijvoorbeeld de techniek van het “Sarking” dak (zien § X. b2) aangewend worden. De bovenstaande paragrafen tonen aan hoe belangrijk het is een dampopen materiaal te kiezen voor het onderdak.
P13 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 13
13/02/2007 14:49:11
A. MINERALE WOLLEN
> De beschikbare materialen
Rotswol en glaswol hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze noch luchtdicht, nog dampdicht zijn. Als een mineraal wol gebruikt wordt voor isolatiewerken moet er dus in ieder geval een dampscherm aangebracht worden als het dekkingsmateriaal te dampdicht is of als de isolatie zich bevindt boven vochtige lokalen. In geval van brand komen er noch rook noch giftige gassen vrij. Rotswol is trouwens interessant voor brandbeveiliging, gezien het onder 750 °C geen structurele verandering ondergaat. Door eenvoudige inpakking in kraftpapier wordt deze troef sterk tenietgedaan… De andere kenmerken van deze materialen zijn:
• Verschillende materialen kunnen de functie van onderdak waarborgen: verstevigd papier, panelen van cellulose cement, waterbestendige houtvezelpanelen, gebitumeerd papier, papier bekleed met aluminium of synthetisch materiaal, kunststof (eventueel met microperforaties), bitumineuze materialen. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen capillaire en niet-capilaire onderdaken. In onze streken, zijn de meest gebruikte materialen de micro-geperforeerde soepele folies en panelen van cement-cellulose. Een goed onderdak is waterdicht, dampopen, vorstbestendig en onontvlambaar.
• veel verschillende vormen (halfstijve panelen, matrassen…);
• Wat het dampscherm betreft, maakt men een onderscheid tussen 4 klassen. De doeltreffendheid wordt bepaald door de µ-waarde (zie definitie 4 , aan het eind van de brochure) te vermenigvuldigen met de dikte van het materiaal. Als deze waarde (de equivalente diffusiedikte: zie definitie 5) tussen 2 en 5 m is, dan wordt het dampscherm in klasse E1 ondergebracht. Tussen 5 en 25 m, horen materialen thuis in de klasse E2. Materialen uit de klassen E3 en E4 zijn veel efficiënter, maar worden minder gebruikt.
• grote beschikbare diktes (tot 15 cm voor bepaalde matrassen); • goede aanpassing aan de onregelmatigheid van de steunen; • redelijke kostprijs.
B. SYNTHETISCHE SCHUIMEN Behalve hun stijfheid hebben synthetische panelen als gemeenschappelijk kenmerk dat ze lucht- en dampdicht zijn. Zelf bij bevochtiging behouden ze hun isolerende eigenschappen. Het gebruik van een dampscherm kan dus overbodig zijn. Natuurlijk is het bijzonder belang rijk de dichting van de voegen goed te verzorgen om zo een continue, dampdichte laag te bekomen. Dit is vooral waar voor verbindingen en overgangen met andere materialen en bouwdelen! Bij brand propageren de synthetische schuimen de vlammen niet, maar geven ze wel giftige (bij PUR en PIR) of niet giftige gassen af, waarbij bewoners het gevaar lopen te stikken. Bij gebruik van synthetische panelen moet er dus in het algemeen voor gezorgd worden dat de binnenafwerking bestaat uit materialen die een zeer goede vuurvastheid hebben (gipsplaten,…).
In klasse E1 vindt met gebitumeerd papier, gebitumeerd glasvezelfolie, geplastificeerd behangpapier, olieverf … Tot de efficiëntere klasse E2 behoren enerzijds gipsplaten bedekt met aluminiumfolie en geplaatst met luchtdichte voegen en anderzijds kunststof- of bitumeuse folies die geniet worden met brede overlappingen van elke folie. • Bij de keuze van het isolatiemateriaal kan men rekening houden met verschillende criteria: de intrinsieke prestaties (de isolatiewaarde: zie definitie 2, de λ−waarde), de beschikbare diktes en afmetingen, de kost, de duurzaamheid, het gedrag in geval van brand of nog de milieu-impact van het materiaal (kosten-baten analyse voor het milieu),… Onder de isolerende materialen momenteel beschikbaar op de markt, onderscheidt men over het algemeen twee grote groepen:
Dampscherm E1
E2 2m < µd ≤ 5m
• Kraftpapier bedekt met aluminium.
5m < µd ≤ 25m • Synthetische folies (PE of PVC>0,1 mm).
• Gebitumeerde membranen met mechanisch gesloten • Gebitumeerd papier. voegen (bv. Door overlapping en nieten, enz...)
E3 25m < µd ≤ 200m
E4 200m < µd
• Bitumen gewapend met • Met metaal gewapende glasvezel en gelijmde of bitumen en gelijmde of gelaste naden. gelaste naden.
• Gipsplaat bedekt met aluminium.
Opmerking: E3 en E4 materialen worden maar weinig gebruikt in hellende daken.
P14 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 14
13/02/2007 14:49:12
Binnen de groep synthetische schuimen vinden we volgende materialen terug:
waardoor het materiaal brandbaarheidsklasse A1 haalt volgens de norm NBN S21-203. Dit zijn de enige panelen (herkenbaar aan een rode lijn op het paneel) die geschikt zijn voor de bouw!
• polyuretaanschuim (PUR): • geëxpandeerd polystyreen (PS):
Het gedrag bij vuur van de isolerende materialen vormt een keuzecriterium dat niet verwaarloosd mag worden bij de isolatie van een hellend dak. Het is namelijk altijd gemakkelijk om bij brand te ontsnappen van een benedenverdieping....dit is niet altijd waar voor bewoners van een zolderverdieping. Enkele bijkomende minuten zonder brand kunnen van levensbelang zijn voor de inwoners (zie omkaderde tekst bladzijde 14).
• geëxtrudeerd polystyreen (PSE): • polyisocyanurateschuim (PIR). PIR-schuim heeft een beter gedrag bij vuur dan PUR. De heel goede warmtegeleidingscoëfficiënt λ (zie samenvattende tabel) van PUR is te danken aan het freon in het materiaal dat het gewone lucht als isolerende factor vervangt. Freon is drie maal minder warmtegeleidend dan lucht! Voor geëxpandeerd polystyreen, moet men absoluut controleren dat het een brandvertrager bevat
Vergelijkende tabel van de voornaamste isolerende materialen die voor daken worden gebruikt Isolatie materiaal
Geëxpandeerd Polystyreen
Schuimglas
Rotswol
Glaswol
Polyuretaanschuim
Geëxtrudeerd polystyreen
Warmtegeleidin gsvermogen (λ, in W/mK)
0,040
0,045
0,040
0,040
0,028
0,035
Dampdichtheid (µ, zonder eenheid)
20 - 60
1,1 - 1,8
1,2 - 1,3
10 - 80
60 - 250
Uiterste temperatuursgebruik (Tu, in °C)
70
430
750
500
100 (PIR : 130)
75
Dichtheid (ρ, in kg/m³)
15 - 35
125 - 135
20 - 175
12 - 110
20 - 40
25 - 45
Vuurweerstand
Mag, ondanks de toevoeging van vlamvertrager, niet blootgesteld worden aan een vlam
Heel goede vuurweerstand
Heel goede vuurweerstand
Heel goede vuurweerstand
Giftige gassen komen vrij
Eigenschap
P15 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 15
13/02/2007 14:49:13
Inzake vuurvastheid weten wij dat om brand te stichten er drie elementen in een zekere verhouding verenigd moeten worden: zuurstof, ontstekingsenergie en brandbare materialen. Verschillende factoren spelen een rol. De brandbaarheid van een materiaal kan bepaald worden: al naar gelang zij vast, smeltbaar, vloeibaar of gasvormig zijn, zal de vereiste energie om ze in brand te steken, hun manier van branden en hun propogatiecapaciteit zeer veranderlijk zijn. Omdat het zowel voor de bouwheer, de architect als de aannemer belangrijk om een juiste materiaalkeuze te maken, werd een indeling opgesteld in functie van het gedrag van het materiaal bij vuur. De norm NBN S 21-203 en het Koninklijk Besluit gewijd aan de Basisnormen inzake Brandpreventie stellen drie testmethodes om de materialen in te delen in volgende klassen:
• klasse A0. Niet-brandbare materialen • klasse A1. Geringe vuurverspreiding • klasse A2. Gemiddelde vuurverspreiding • klasse A3. Sterke vuurverspreiding • klasse A4. Materialen die niet aan de eisen voldoen.
Beschermingsnormen werden opgesteld tegen de brand voor de schoolgebouwen, hotels, voor hoge en middelhoge gebouwen… Een norm voor lage gebouwen werd zelf goedgekeurd in april 1996 maar zijn toepassing werd uitgesteld tot 01.01.1997. De vuurvastheid van een gebouw hangt af van de kenmerken van de verschillende elementen waaruit het samengesteld is. De brandweerstand van een bouwelement wordt gedefinieerd als de tijd waarin het element voldoet aan criteria van stabiliteit, dichtheid voor vlammen en warmte-isolatie. Deze tijd wordt aan de hand van laboratoriumproeven volgens genormaliseerde procedures bepaald. Elk bouwelement krijgt een brandweerstands-“label”: RF van 1/2 uur, 1 uur, 1 1/2 uur of zelfs tot 2 uur. Bij brand kan een onvolledige verbranding verschillende giftige en corrosieve gassen afgeven evenals een belangrijke rookvorming met zich meebrengen. De schade die hieruit volgt is soms belangrijker dan de schade als gevolg van de brand zelf!
P16 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 16
13/02/2007 14:49:13
Celglas is een beetje bijzonder. De structuur van dit materiaal en de perfecte dichtheid van zijn cellulaire wanden laten zowel toe om een onveranderde factor λ te handhaven in de loop van de tijd als totaal ongevoelig te zijn voor vocht. Celglas heeft als bijkomend voordeel dat het volledig dampdicht is (µ = oneindig). Voor zover de verbindingsstukken tussen panelen goed lucht- en dampdicht zijn, kan celglas dus zowel als onderdak, isolatiemateriaal en dampscherm dienen. Helaas moet de plaatsing van dit bijzonder goed materiaal extreem verzorgd worden: men moet een permanent elastische stopverf op de voegen aanbrengen. Onmogelijk dus om tussen kepers te plaatsen zoals met minerale wollen, en indien het tegen de kepers geplaatst wordt moeten deze en perfect vlakke steun vormen. N.B. 1. De samengestelde panelen die beschikbaar zijn, bestaan uit een laag isolatiemateriaal(meestal PS, PUR of minerale wol) en een afwerkingspaneel (meestal een gipsplaat). 2. Om volledig te zijn, moeten we tevens melden dat er ook andere isolatiematerialen bestaan zoals geëxpandeerd kurk, perliet, vermiculiet, geëxpandeerd klei,... Hoewel deze materialen minder vaak in de hellende daken worden gebruikt, kunnen zij soms een oplossing zijn voor bijzondere situaties. 3. De keuzecriteria voor een isolatiemateriaal zijn zeer talrijk. De gevoeligheid voor aanvallen door insecten of knaagdieren kan in bepaalde omstandigheden belangrijk zijn. Teneinde de plaatsing te vergemakkelijken, hebben de fabrikanten van isolatiematerialen een hele reeks producten op de markt gebracht die soms zeer specifieke toepassingen hebben. Zo bestaan er rechthoekige rotswolpanelen die diagonaal zijn voorgesneden. Dit laat toe breedte van de panelen gemakkelijk aan te passen aan een onregelmatige struktuur en minder afval over te houden. Glaswol panelen zijn soms bedrukt met lijnen om de 10 cm om het versnijden te vergemakkelijken.
De lezer kan best op zoek gaan naar het isolatiemateriaal waarvan de eigenschappen voldoen aan de beoogde toepassing. Het is inderdaad nutteloos veel geld uit te geven voor een isolatiemateriaal met overbodige eigenschappen! Het dient bijvoorbeeld tot niets om in een hellende dak een materiaal te plaatsen dat ontwikkeld werd voor de isolatie van een par kingdak …
P17 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 17
13/02/2007 14:49:13
> Dikte van het isolatiemateriaal De dikte van het isolatiemateriaal kiezen is een andere belangrijke stap bij isolatiewerken, maar niet meer volkomen vrij is . De nieuwe Waalse regelgeving voor warmte-isolatie bepaalt voor elke verliesoppervlakte van een gebouw een maximale k-waarde op. Deze eis wil ervoor zorgen dat er een zekere homogeniteit van de warmte-isolatie van het gebouw gewaarborgd wordt. Om de prestaties te bereiken die worden gevraagd voor daken of plafonds, die het beschermd volume van een niet vorstvrij onverwarmd lokaal scheiden, moet men voortaan k-waarde (zie definitie 3) bekomen dat lager of gelijk aan 0,4 W/m²K is . Concreet en zonder rekening te houden met eventuele koudebruggen, betekent dat de er minstens volgende diktes isolatiemateriaal geplaatst moeten worden • 100 mm geëxpandeerd polystyreen of minerale wol (λ = 0,040 W/mK), • 90 mm geëxtrudeerd polystyreen (λ = 0,035 W/mK),
> Tips en na te leven eisen
Alvorens de plaatsingstechniek te bepalen die best past voor uw situatie, moet u beide tips in gedachten houden. Tip Nr. 1 Een geventileerde luchtlaag voorzien net onder het dekkingsmateriaal dat zorgt voor de snelle evacuatie van vocht. Dit vocht vormt zich bij regenweer of tijdens koude periodes aan de binnenzijde van het dekkingsmateriaal
Om wanden te bekomen met hoge isolatieprestaties moet men niet ondoordacht alle mogelijke holtes en kieren willen vullen. De dikte van het geplaatste isolatiemateriaal moet in ieder geval aangepast zijn aan de plaats waar deze aangewend wordt!
• 70 mm polyurethaan (λ = 0,028 W/mK). Maar als de beschikbare ruimte het toelaat, mag men zeker niet twijfelen om een dikkere isolatielaag te plaatsen. De nieuwe regelgeving, gekend onder de naam K55 (vroeger sprak men van K70), is van kracht sinds 01.12.1996. Het toepassingsgebied is uitgebreider dan tevoren, gezien er nu naast de woningen eveneens deze prestatie-eis bestaat voor kantoorgebouwen en schoolgebouwen bij nieuwbouw of renovatie. Deze regel eist van de ontwerper dat hij, op de moment van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning, bewijst wat de energieprestatie is van het gebouw dat hij ontworpen heeft. Deze prestatie wordt bepaald door het K-peil, dat aangeeft wat het globaal isolatiepeil is van het gebouw: hoe kleiner het K-peil, hoe minder energie het gebouw nodig zal hebben voor de verwarming.
In praktijk kan dit gemakkelijk bekomen worden door tegenlatten te plaatsen met minimale afmeting van 20 x 40 mm.
Maar het is niet enkel belangrijk dat deze ruimte bestaat, het moet eveneens geventileerd zijn. Het is al langer aangetoond dat het onnodig is openingen te voorzien voor een lage en een hoge ventilatie: onze dekkingsmaterialen zijn sowieso luchtdoorlatend genoeg. Een luchtspouw behouden tussen het onderdak en het isolatiemateriaal wordt vandaag de dag afgeraden door deskundigen, omdat er zo parasitaire luchtstromen gecreëerd worden die de doeltreffendheid van de isolerende laag tenslotte verminderen en vochtigheidsproblemen kunnen veroorzaken.
P18 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 18
13/02/2007 14:49:13
TIP Nr. 2 De luchtdichtheid van de wanden die geïsoleerd werden waarborgen.
Om te vermijden dat de buitenlucht langzaam naar binnendringt en zo het beschermd volume afkoelt, gaat een goede warmteisolatie noodzakelijkerwijs gepaard met een goede luchtdichtheid.
Om dit doel te bereiken, gaat het er eerst en vooral om het isolatiemateriaal zorgvuldig te plaatsen. Er mogen geen kieren zijn tussen de stukken isolatiemateriaal en tussen het isolatiemateriaal en andere bouwelementen (muren, hout van gebinte…).
Deze zorgvuldige plaatsing moet ervoor zorgen dat er zo weinige mogelijk “convectieve lekken” ontstaan die verantwoordelijk zijn voor het optreden van interne of oppervlaktecondensatie.
Als de isolerende panelen zelf luchtdicht zijn en de voegen tussen panelen goed gesloten zijn, zal het niet nodig zijn een luchtdicht scherm te plaatsen (in tegenstelling tot de plaatsing van luchtdoorlatend isolatiemateriaal). Het absoluut noodzakelijke logische gevolg van dit tweede advies, is dat men dan de ventilatie van het gebouw moet controleren. Luchtverversing is immers absoluut noodzakelijk: • om rook, geuren, polluenten van de omgevingslucht te evacueren; • om een voldoende volume verse toe te voeren in de lokalen waar er verbranding is; • om de vochtigheid te evacueren dat onvermijdelijk door de bewoners wordt geproduceerd. De nieuwe Warmteregeling dat voor het Waalse Gewest is vastgesteld, vraagt om deze ventilatiebehoefte in rekening te nemen: door natuurlijke ventilatie of door systemen van mechanische ventilatie… Maar dit is een volledig ander onderwerp.
De naleving van deze twee adviezen moeten gecombineerd worden met de drie basiseisen van een correct ontworpen geïsoleerd hellend dak. Deze eisen zijn:
Neen !
1. De continuïteit van de waterdichtheid waarborgen en infiltratie vermijden;
warmteisolatie
2. De luchtdichtheid van het dak waarborgen en interne condensatie vermijden, indien nodig door het aanwenden van een dampscherm;
onderdak
kepers
3. De continuïteit van warmte-isolatie waarborgen door koudebruggen te vermijden.
Ja ! Het isolatiemateriaal wordt aansluitend geplaatste. De flenzen overlappen elkaar en worden vastgeniet
haak
Plakband
P19 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 19
13/02/2007 14:49:32
> Plaatsingstechniek In het kader dat ons interesseert, met name de renovatie van een hellend dak, zal het vaakst het dekkingsmateriaal verwijderd worden. Vanaf dat punt zijn zowat alle isolatietechnieken mogelijk... De plaatsing zal zowel op als onder het gebinte mogelijk zijn. Omdat in het geval van het IATA het dekkingsmateriaal nog in goede staat verkeerde, waren de enige realistische technieken die waarbij het isolatiemateriaal onder het gebinte geplaatst wordt. In alle gevallen wordt altijd de voorkeur gegeven aan technieken waarbij een goede homogeniteit van de warmte-isolatie gewaarborgd wordt. Bij een klassieke situatie waarbij het dak bestaat uit een houten geraamte, zijn deze houten elementen de “zwakke” punten van de wand vanuit thermisch oogpunt (of zelfs koudebruggen). Het warmtegeleidingsvermogen (λ) van het hout is namelijk 4 keer hoger dan dat van een standaard isolatiemateriaal. Op het niveau van de globale prestaties is de weerslag van deze zwakke punten des te groter hoe meer men isoleert. De totale prestatie van het dak kan met 20 tot 25% verminderen. In de praktijk kan men deze slechte prestatie vermijden door onder het hout van kepers of gordingen een laag isolatie te plaatsen. Als een sandwich-materiaal gebruikt wordt (bv. combinatie van gipslaar en isolatielaag), is het mogelijk meteen de binnenafwerking te realiseren Maar er bestaan andere problemen en potentiële warmtebruggen: schoorstenen, topmuren, dakgoten in gewapend beton, overgangen tussen vlakke en hellende daken, overgangen tussen de vloer van de toppunten en omringen metselwerk,... Al deze plaatsen moeten degelijk bestudeerd en ontworpen worden bij de bouw of renovatie!
Hieronder vindt u enkele concrete gevallen om u een beeld te geven van de verschillende plaatsingstechnieken. Zoals altijd, is de kwaliteit van het eindresultaat evenzeer afhankelijk van de kwaliteit van het gebruikte materiaal als van de zorgvuldige plaatsing … Uit controles die op bouwwerven worden uitgevoerd blijkt dat als het resultaat van de isolatiewerken ontoereikend is en aanleiding geeft tot de vorming van koudebruggen, tocht of condensatie, de oorzaak altijd ligt bij de slechte plaatsing van het dampscherm of de luchtdichte laag. De kwaliteit van het isolatiemateriaal is maar zelden de oorzaak voor deze problemen.
Wij beschrijven eerst de technieken waarbij de isolatielaag geplaatst wordt aan de binnenzijde van het dakgebinte. In dit geval bevindt deze structuur zich dus aan de koude zijde van de isolatie. A.1. ISOLATIE IN TWEE GEKRUISTE LAGEN MET BEHULP VAN HORIZONTALE TEGENLATTING. tegenkeper
Onderdak
Isolatie (18 cm MW) dampscherm gording gipsplaat
Het is een efficiënte techniek die een goede homogeniteit van de warmte-isolatie waarborgt. Het gebruik van isolatiemateriaal in de vorm van financieel voordelige matrassen is mogelijk. Deze techniek vraagt wel meer werk want men moet tegenlatting creëren, dat wil zeggen stukken hout die op de onderzijde van de bestaande keper worden geplaatst. De kwaliteit van uitvoering van dit werk zal bepalend zijn voor het definitieve aspect van de wand (vlakheid…). De afmetingen van het geplaatste hout zal in functie zijn van de gewenste dikte van het isolatiemateriaal, de spreiding tussen de kepers en het type plafond. Bij een oud gebouw, waar de bestaande kepers vaak zeer onregelmatig zijn qua vorm en tussenafstand, is een tegenlatting of opgehangen vereist wil men een vlak en regelmatig plafond verkrijgen.
P20 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 20
13/02/2007 14:49:36
A.2. ISOLATIE IN TWEE LAGEN GEKRUIST, ZONDER HORIZONTALE TEGENLATTING. Voor deze techniek, die eveneens een goede homogeniteit van de warmte-isolatie waarborgt, gebruikt men voor de “binnenste” laag sandwich-panelen die zowel als warmte-isolatie dienen als voor binnen-afwerking. Er bestaan op de markt een hele reeks panelen samengesteld uit een afwerkingslaag gecombineerd met een laag isolatiemateriaal. Bijzondere aandacht moet geschonken worden aan de voegen tussen de panelen onderling en met verbindingen met muren, hout of andere aangrenzende elementen. Een variant van deze techniek bestaat erin om speciaal ontwikkelde fixatievoeten te gebruiken om onder de bestaande kepers een isolatielaag te plaatsen dat tot 22 cm dik kan zijn. Verschillende fabrikanten hebben deze “poten” zo ontwikkeld dat er metalen profielen erop vastgeklikt kunnen worden of houten latten op gevezen kunnen worden. Dit maakt het mogelijk een klassieke binnenafwerking te plaatsen zoal gipsplaten of houten planken. De volgende technieken hebben als overeenkomstig kenmerk dat de isolerende laag aan de buitenzijde van het dakgebinte geplaatst wordt. In dit geval bevindt de dakstructuur zich dus aan de warme kant van de isolatie en het binnenvolume wordt niet verkleind door de plaatsing van isolatie. Als de plaatsing goed wordt verzorgd, vermindert deze techniek sterk de kans op warmtebruggen.
Deze panelen zijn vooral voordelig voor daken met een eenvoudige vorm en niet teveel openingen. Deze kunnen „open“ zijn (isolatiemateriaal zichtbaar aan de buitenzijde) of als „sandwich“ (isolatiemateriaal op beide zijden bedekt met een houden paneel). In ieder geval moeten de voegen tussen deze panelen aan de bovenzijde volledig waterdicht zijn (gebruik van PURschuim) en lucht- en dampdicht aan de binnenzijde. Men moet eveneens weten dat sommige van deze panelen op vlak van akoestische kwaliteiten niet echt goed presteren. Dit laatste punt mag niet uit het oog verloren worden bij de keuze van het isolatiemateriaal. B.2. ISOLATIE IN EEN LAAG DOOR PANELEN DIE OP DE KEPERS WORDEN GELEGD. In deze techniek, eveneens gekend als het Sarkingdak, wordt de isolerende laag op de kepers geplaatst. De gebruikte panelen, die van groeven en strips zijn voorzien, bestaan uit geëxtrudeerd polystyreen van 3 tot 10 cm. Dank zij hun gering gewicht, zijn ze gemakkelijk om te hanteren. De voegen tussen de panelen moeten luchtdicht zijn. Gezien dit materiaal water niet absorbeert, is een dampscherm overbodig. Het onderdak dat eventueel geplaatst wordt heeft als voornaamste rol de waterdichting van de voegen te garanderen.
tegenlatten
B.1. ISOLATIE IN EEN LAAG DOOR ZELFDRAGENDE PANELEN. Deze techniek gebruikt zelfdragende dakelementen met een geïntegreerde isolatielaag. Deze prefab panelen zijn klaar om bedekt te worden en zij hebben over het algemeen een binnenafwerking die in de fabriek wordt aangebracht.
kepers dienen als tegenlatten
isolatie
binnenafwerking
dampscherm
bovenzijde dient als onderdak
isolatie
onderdak
bovenzijde dient als onderdak tegenlatten
houten panelen
Op dit onderdak komen tegenlatten (doorheen de isolatielaag geschroefd in de kepers), panlatten en het dekkingsmateriaal, net zoals voor een klassiek daksysteem.
verbindingstong tussen panelen
Sinds kort zijn er ook panelen van geëxpandeerd polystyreen die geschikt zijn voor een Sarking-dak.
Met deze panelen is het mogelijk geen kepers te gebruiken, gezien het mogelijk is met deze panelen grote afstanden te overbruggen (meestal één meter) en zo direct te steunen op de gordingen.
Een variante van deze techniek bestaat erin polyisocyanuraat-panelen (PIR) te gebruiken waarvan de binnenzijde bekleed is met een aluminiumfolie die dienst doet als dampscherm. De bovenzijde heeft een waterdichte “huid” waardoor een gegalvaniseerd of geplastificeerd metalen raster zichtbaar is dat bij de productie in de fabriek in het paneel verzonken werd.
isolatie
groef
P21 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 21
13/02/2007 14:49:41
Dit raster vormt uitsteeksels van ± 25 mm en vervangt zowel de houten tegenlatten en panlatten. Naast hun gering gewicht (± 4 kg/m²), bieden deze panelen het voordeel een continue isolatie te waarborgen van 6 tot 8 cm van dikte en vermijden zo de vorming van koudebruggen. Op de markt zijn vele verschillende panelen beschikbaar waarvan de spreiding van het raster variabel is om zo gebruikt te kunnen worden met de meest courante dakpannen te kunnen dragen. Voor meer informatie over bevestigingsmethodes, waterdichting van de voegen, bepaling van de steunen kan u verder meer lezen in de technische gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
Isolatie op de kepers
onderdak Isolatie dampscherm
dakbedekking binnenafwerking keper gording
De toepassing van prefab isolerende onder-dakpannen (meestal van geëxpandeerd polystyreen) en het vullen van de spouw tussen de dakbedekking en het onderdak (door injectie van schuim of inblazen van minerale wol) zijn af te raden technieken want zij hinderen de ventilatie van deze spouw. We herinneren u er nog eens aan dat het steeds de bedoeling is de continuïteit van de warmte-isolatie na te streven. Overgangen met andere dakelementen schoorstenen, dakvensters en niveauveranderingen moeten zorgvuldig bestudeerd en uitgevoerd worden.
P22 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 22
13/02/2007 14:49:45
> De binnenafwerking De keus van de binnenafwerking is puur subjectief in functie van ieders voorkeur. Als de adviezen voor toepassing van de isolerende lagen en de andere membranen (luchtdicht scherm, dampscherm, onderdak…) worden gerespecteerd, maakt de binnenafwerking weinig uit vanuit een bouwfysisch oogpunt. Het wordt sterk aangeraden om tussen het dampscherm of het luchtdicht scherm en de binnenafwerking een vrije ruimte te laten zodat gaines (meestal elektrisch) geplaatst kunnen worden zonder het scherm te perforeren. Een perforatie zou de doeltreffendheid van het scherm sterk verminderen. Natuurlijk
kan de keus van de isolatietechniek eveneens gepaard gaan met esthetische criteria… … Sommige zweren bij zichtbare balken… Anderen willen absoluut de beschikbare en bewoonbare ruimte van de zolderruimtes behouden. Wij hebben tevens gezien dat het mogelijk is materialen te kiezen die zowel dienen als warmte-isolatie als van binnenafwerking. Het profiel van het plafond moet eveneens goed doordacht worden. Als de nok hoog is, is het vaak verkieslijk om een vals plafond te creëren teneinde het te verwarmen volume te minimaliseren. Uiteindelijk moet men aandacht schenken aan de keuze en de installatie van de verlichtingsapparaten. Men moet afkoelingsmogelijkheden waarborgen en elk contact met een isolatiemateriaal of een scherm vermijden dat niet hittebestendig is.
Op het niveau van de begrotingen hebben de schoolbesturen, gezien de korte beschikbare termijnen, besloten om op eigen vermogen de eerste fase van de werken te financieren. Voor de twee volgende fases voeren zij een dossier in bij het Waarborgfonds van de Schoolgebouwen. Teneinde de kosten te drukken die in de eerste fase moesten gedragen worden, werden de beschikbare arbeidskrachten in de instelling (werkmannen) ingeschakeld voor het uitvoeren van verschillende opruimings- en voorbereidingswerken (reinigen van oude pleisters, behandeling van het geraamte…). De bouwheer wenste betere prijzen te verkrijgen, maar wou de aanbesteding niet volledig opsplitsen. Een algemene aannemer werd ingeschakeld uitgezonderd voor de werken aan het buitenschrijnwerk en de verwarming. Na een de aanbesteding uitgeschreven te hebben werden voor de drie loten onderneming geselecteerd uit de streek. De werkzaamheden begonnen eind mei 1996 en werden voor het begin van het nieuwe schooljaar voltooid. De periode voor de uitvoering van de werken werd zo gekozen dat er zo min mogelijk hinder voor de lessen was en om de veiligheid van leerlingen en leerkrachten te garanderen in verband met de werf. Teneinde de hele beschikbare ruimte te kunnen gebruiken, is er besloten om het volume van de zolder in te richten. De werken die hier uitgevoerd voorzien zijn moeten, zoals we u ervan proberen te overtuigen sinds het begin van deze brochure, bijzonder zorgzaam voorbereid en bestudeerd worden.Het is niet voldoende om enkele gips panelen en enkele matrassen isolatiemateriaal te plaatsen … In de zolders van het IATA dat ons als voorbeeld dient (zie de bijgevoegde schets),werden wanden opgesteld en werd een vals plafond geplaatst ter hoogte van de bintbalken. De afwerkingsmaterialen zijn gips-panelen die kenmerkend zijn voor hun brandwerende eigenschap. Achter deze panelen (totale dikte 16 mm voor de plafonds en 22 mm voor de verticale wanden), is een dubbele laag van warmte-isolatie geplaatst. Er werd geopteerd voor rotswolmatrassen van 50 mm die een dichtheid hebben van 45 kg/m³.
P23 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 23
13/02/2007 14:49:45
Zie detail roofafvoer
isolatielaag
Gelijkvloer
Koer
Kelders
P24 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 24
13/02/2007 14:49:50
Bedekking met leien en bestaand
2 lagen rotswol (2 X 50 mm, 45 kg/m³)
2 lagen rf panelen (10 + 12,5 mm ) op metaalstructuur
Dampscherm Beplanking 25 mm, asafstand 400 mm
2e verdieping
Detail
P25 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 25
13/02/2007 14:49:53
> Wat zijn de verkregen verbeteringen ? Wij zullen niet terugkomen „warmtecomfort“-aspect van de ondernomen werken. De verbetering op dit gebied, als de materialen goed gekozen zijn geweest en het werk degelijk uitgevoerd werd, zou zeer duidelijk moeten zijn. Het warmtecomfort hangt namelijk niet enkel af van de temperatuur van de omringende lucht af maar ook van de oppervlaktetemperatuur van de omringende wanden. Dit grotere warmtecomfort gaat zeker gepaard met een besparing op de verwarmingskosten. (zie omkaderde tekst kosten baten) Het is lang verleden tijd toen sommigen nog konden geloven dat de besparing en comfort twee tegenstrijdige concepten zijn. Maar het comfort van gebruikers wordt ook bepaald door de hoeveelheid licht en de kwaliteit van dit licht. Dit geldt zowel voor natuurlijk licht als voor kunstmatig licht.
absorberen en door constructies te maken die geluids isolerend zijn. Het probleem van de geluidshinder is zeer ingewikkeld omdat geluid binnenkan dringen via omwegen en één klein zwak punt in het systeem kan globale efficiëntie van de geluidsbarrière te niet doen … Men moet dus alle voegen, kieren en spleten zorgvuldig afdichten. De technieken die gebruikt kunnen worden zijn onderverdeeld in functie van het type geluid. Men maakt een onderscheid tussen contactgeluiden en geluid dat zich door de lucht verplaatst. In beide gevallen, kunnen de geluidsbron en de ontvanger zich in verschillende lokalen bevinden die door één of meer bouwelementen worden gescheiden. Er bestaan twee grote manieren om een efficiënte geluidsisolatie te verkrijgen. De toepassing van een massa maakt het mogelijk om hoofdzakelijk de hoge frequenties te bestrijden terwijl de toepassing van absorberende panelen het mogelijk maakt om zich te isoleren van hoge frequenties.
Bij werken aan een dak waarbij de zolders bewoond zullen worden, moet men altijd de mogelijkheden bestuderen de natuurlijke verlichting van deze nieuwe lokalen garanderen.
Om een goede contact-geluidsisolatie te creëren, moet men ervoor zorgen dat de verschillende bouwdelen van elkaar gescheiden worden en dus niet in contact met elkaar zijn. Het plaatsen van zwevende vloeren is het bekendste middel maar is niet altijd voldoende.
Het plaatsen van dakvensters laat toe licht en lucht te brengen en eveneens om, tenminste visueel, de ruimte te vergroten. Er bestaan op de markt ramen van verschillende afmetingen, openingsmechanismen en toebehoren, met inbegrip van een binnenafwerking.
In het ons geval, name de bezetting van zolderruimtes ten gevolge van hun herinrichting, moet het akoestisch probleem niet verwaarloosd worden. De onderburen zouden het zich kunnen betreuren dat ze nieuwe bovenburen hebben …
Deze zenitale verlichting biedt een zeer constante klaarheid aan aangezien het gevolgen van de schaduwen vermindert en het eveneens een voortreffelijke ventilatie toelaat. Andere oplossingen zijn natuurlijk mogelijk maar zij vereisen vaak het uitvoeren van belangrijkere aanpassingen; dakvensters van alle vormen, grote openingen in de puntgevels… In alle gevallen, en dus ook voor dakvensters, moet men openingen in een dak verzorgen. Het is niet de bedoeling zomaar vensters en ramen van alle vormen in een dak. Het dak heeft een esthetisch belang en kan als vijfde gevel van een gebouw beschouwd worden. We zoeken dus best een harmonie in vormen en maten van dakopeningen. Maar er kunnen eveneens maatregelen genomen worden op het gebied van kunstmatige verlichting. Daaromtrent zullen wij in de komende bladzijdes kort de keuze van Dhr.DELISEE toelichten. Verbeteringen zouden eveneens op het niveau van de akoestische isolatie van het gebouw moeten bestaan. Iedereen weet dat te hoge geluidsniveau’s hinderlijk zijn. Deze niveau’s van geluidshinder kunnen verminderd worden door materialen te gebruiken die geluid
P26 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 26
13/02/2007 14:49:53
Berekening van de terugverdientijd van de investeringen • Geval van de valse plafonds • Laat ons een oppervlakte van 85m² valse plafonds (RF 1u) beschouwen voor deze berekening. De totale kost van de werken voor deze post (structuur, 2 lagen isolatiemateriaal en dampscherm , 2 lagen panelen en bepleistering) bedraagt 250.000 F.excl. BTW, d.w.z ongeveer 3000 F/m².
In kost per m², wordt het aandeel isolatie geschat op 600 F/m².
Het warmteverlies vóór de werken wordt aan de hand van een berekening geschat op 175 kWh per jaar en per m² plafond (rekening houdend k-waarde van de wand van 2,8 W/m²K en 5800 uur verwarming per jaar).
Na uitvoeren van de isolatiewerken, zou het verlies beperkt worden tot 15 kWh per jaar en per m² (k is 0,25 W/m²K geworden).
De besparing bedraagt dus 160 kWh/jaar per m², hetgeen overeenstemt met 16 m³ aardgas of 160 F/m². Vergeleken met de meerkost voor warmte-isolatie, is het dus mogelijk de investering terug te betalen op 3,75 jaar (600/160 = 3,75).
Dankzij de subsidies van het ECHOP-project, wordt de terugverdientijd tot (600 x 0,8) /160 = 3 jaar teruggebracht.
Wat de installatie van performante verlichtingstoestellen betreft, tonen de berekeningen aan dat voor de 47 armaturen die in het vernieuwde gebouw worden geplaatst, het jaarverbruik van 8742 kW/h tot 3431 kW/h zou teruggebracht worden, d.w.z een besparing van 60% die per jaar ongeveer 20.000 F vertegenwoordigt (rekening houdend met een gelijke kWh-prijs van 3,7 F, en van een gebruikstijd van 10 uur per dag en 200 dagen op het jaar).
Men zou dus (47 x 8.000)/20.000 = 18,8 jaar nodig hebben om de investering terug te verdienen… Maar hierbij wordt geen rekening gehouden met het feit dat de levensduur van de nieuwe verlichting verdubbeld wordt en dat het visueel comfort van de gebruiker sterk verbeterd wordt (betere verdeling van de verlichtingsniveau’s in het lokaal).
Dankzij de ECHOP-subsidies (20%), wordt de terugverdientijd teruggebracht tot 15 jaar.
Nog dit: de gewone leidingisolatie van een verwarmingssysteem kan de warmteverliezen van die leidingen met 85% beperken!
P27 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 27
13/02/2007 14:49:53
Idealiter zou de globale vuurvastheid eveneens moeten zijn verbeterd ten opzichte van de vertreksituatie. Ten laatste zou, naast deze „individuele“ verbeteringen, de finale situatie eveneens verbeterd moeten zijn op vlak van milieu-impact. In Wallonië, waar slechts 2% van de nodige energie zelf geproduceerd wordt,
is rationeel energiegebruik zeker van belang. En wanneer men weet dat 20% van de CO2-uitstoot veroorzaakt wordt door verwarmingssystemen... In totaal zijn al deze verbeteringen belangrijk en significant.
Voor de IATA in de oude vleugel van het gebouw, zijn het uiteindelijk drie tekenklassen (één per verdieping) met bijlokaal die werden ingericht. In feite is het gebouw na de werken zo goed als nieuw.
De houten ramen (van merbau) zijn nieuw en hebben een standaard dubbele beglazing (k = 2,9 W/m²K, t.o.v 5,8 W/m²K voor het oude raamwerk). Deze keuze past natuurlijk in de verbeteringslogica van de warm teprestaties van het gebouw. Het zou mogelijk geweest zijn om de prestaties van het raamwerk te verbeteren door voor een efficiëntere dubbele beglazing kieren. (Zie daaromtrent de commercieel-technische fiche „Types de vitrages“ die geschreven werd door Institut Wallon asbl).
De vloeren, wanden, bepleistering, deuren en trappen werden eveneens volledig vernieuwd. Zo werden de oude vloeren van benedenverdieping (vloer op bakstenen bogen) door een vloer van gewapend beton vervangen terwijl die van de 1e en 2e verdieping door middel van voorgespannen betonnen welfsels.
Ten laatste vestigen we de aandacht van de lezer op het feit dat er bij de keuze van de verlichtingsapparaten gezocht werd naar vrij vooruitstrevende apparaten.
Op advies van de ontwerpers van het project, heeft Dhr. DELISEE het schoolbestuur ervan overtuigd in dit performant materiaal te investeren. Het gaat immers om armaturen die ieder voorzien zijn van een sensor die de hoeveelheid beschikbaar natuurlijk licht meet en in functie daarvan de intensiteit van het licht regelt. Zo probeert men zowel het comfort van de gebruikers te garanderen als de beschikbare elektrische energie rationeel te gebruiken.
Op het financieel vlak, hebben de werkzaamheden van de eerste fase ongeveer 9 miljoen F gekost.
Ten gevolge van de aanpassingen aan de wanden, plafonds en buitenschrijnwerk zou, volgens de berekeningen van Institut Wallon, de energiebalans van het vernieuwde gebouw met 15% moeten verbeterd zijn. Zoals wij u het hebben uitgelegd, was energiebesparing niet de eerste drijfveer in de beslissing om de werken te realiseren. Dit neemt niet weg dat de energiebesparing een positief gevolg is en dat de school, dankzij die besparingen, de geïnvesteerde gelden beetje bij beetje zullen terugverdienen.
P28 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 28
13/02/2007 14:49:54
> Belsuit
Wij hopen dat deze brochure u inzicht gegeven heeft over hoe complex het isoleren van een hellend dak is en wat de verschillende aspecten van de isolatie zijn.
We kunnen u nog alleen maar vragen het plaatje in zijn volledigheid te bekijken vanaf het begin van uw project!
Het succes van het project hangt af van een goede voorbereiding van het dossier, het respectieve vertrouwen tussen de partijen en de goede coördinatie van de werf bouwterrein...
Dhr. DELISEE wijst er nog op dat een regelmatige en goede opvolging van de werf door de bouwheer een bijkomend element is om een goed verloop van de werken te garanderen.
P29 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 29
13/02/2007 14:49:54
P30 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 30
13/02/2007 14:49:54
> Enkele definities 1. De calorie is de warmte-eenheid. Deze vertegenwoordigt de hoeveelheid vereiste warmte om de temperatuur van een gram water van 14,5 °C te laten stijgen tot 15,5 °C. Eén Kcal (kilocalorie) is uiteraard 1000 calorieën. Het kan eveneens nuttig zijn om zich te herinneren dat: 1 calorie = 4,186 Joule en 1 kWh = 860 Kcal. 2. De λ−coëfficiënt, is het warmtegeleidingscoëfficient. Het vertegenwoordigt de hoeveelheid energie (uitgedrukt in Watt) die, per tijdseenheid, door een materiaal gaat met een oppervlakte van 1 m² en een dikte van 1 meter, als het temperatuursverchil aan weerszijden van het materiaal 1°K is (1 graad Kelvin = 1 graad Celsius). Dit coëfficiënt wordt uitgedrukt in W/mK of in Kcal/hm°C. (zie Figuur 16).
4. De µ-factor (zonder eenheid), is de dampdiffusieweerstand. Deze geeft aan hoeveel weerstand een materiaal van een bepaalde dikte biedt aan damp om doorheen het materiaal te kunnen dringen in vergelijking met stilstaande lucht. 5. Door de dampdiffusieweerstand te vermenigvuldigen met de dikte van het materiaal verkrijgt men de equivalente dampsiffusiedikte. Dit kenmerk wordt uitgedrukt in meter wordt vooral gebruikt voor materialen waarvan men de dikte moeilijk zelf kan bepalen (kunststoffolies,...).
Hoeveelheid warmte dat in 1 seconde door 1m het materiaal gaat
1m²
Temperatuurschverschil van 1K
Een warmte-isolatiemateriaal is materiaal dat weinig warmte geleid. Gas, en lucht in het bijzonder, is een zeer goed isolatiemateriaal. In de bouw wordt aangenomen dat een materiaal isolerend is indien de λ−waarde lager is dan 0,07 W/mK. Aangezien water een zeer goede warmtegeleider is, is het belangrijk dat een isolatiemateriaal niet vochtig wordt, want dan verliest deze veel van haar isolerende eigenschappen. Het ideale isolatiemateriaal is dus hydrofoob en niet capillair. 3. De k-waarde is de warmteoverdrachts-coëfficient van een wand. Deze geeft aan hoeveel energie er per tijdseenheid door een materiaal gaat over een oppervlakte van 1 m² wanneer het temperatuursverschil aan weerszijden van het de wand 1°K bedraagt. Deze factor (eveneens genoemd U in het internationale systeem) wordt uitgedrukt in W/m²K. Hoe lager deze waarde, hoe efficiënter de wand is als warmte isolator.
P31 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 31
13/02/2007 14:49:56
P32 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 32
13/02/2007 14:49:56
> Enkele tips
fout
juist
Topmuur juist
fout
Dakgoot van gewapend beton fout
juist
Verbinding hellend dak-plat dak fout
juist
Verbinding zoldervloer - vertikaal metselwerk
P33 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 33
13/02/2007 14:49:59
P34 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 34
13/02/2007 14:49:59
> Bibliografie 1. Isolation thermique de la Toiture inclinée Brochure die in 1996 door het Ministerie van het Waalse Gewest werd uitgegeven, dat door CIFFUL met de medewerking van WTCB werd opgesteld. Actualisering van een brochure die in 1988 door SPPS werd uitgegeven. Verschillende illustraties van deze brochure worden uit dit werk gehaald.
2. Nieuwe Warmtereglementering in Waals Gewest De besluiten van 15/02/96 betreffende de warmte-isolatie en de ventilatie van de gebouwen: reglementering:van kracht sinds 01/12/96
3. Het WTCB heeft talrijke documenten over het onderwerp gepubliceerd dat in deze brochure wordt aangesneden. Zie het Magazine van W.T.B.C. , Technische Informatie Nota’s, Tijdschrift van W.T.B.C. NIT 134, 175, 195 zijn bijzonder interessant.
4. CIFFUL heeft talrijke documenten over het onderwerp gepubliceerd dat in deze brochure wordt aangesneden. Het meest volledige is het didactische werkmiddel dat ontwikkeld werd voor het technischen het beroepsonderwijs: «Isolation thermique des toitures». Verschillende illustraties van deze brochure worden uit dit werk getrokken.
5. De isolatie van spouwmuren is eveneens van groot belang. Over dit thema raden we de brochure “L’ISOLATION THERMIQUE des MURS CREUX” aan. Deze brochure, opgesteld door F. SIMON en J-M HAUGLUSTAINE is voornamelijk bestemd voor de architecten en is uitgegeven door het Ministerie van het Waalse Gewest. De Figuur 1 van deze brochure komt uit dit werk.
6. Talrijke tijdschriften, zoals « Beter bouwen en Verbouwen », hebben artikels geschreven over het thema voor het grote publiek
P35 Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 35
13/02/2007 14:49:59
Nuttige adressen • Ministère de la Région Wallonne D.G.T.R.E. Service de l’Energie. Av. Prince de Liège, 7 – 5100 Jambes Tel. : 02 287 33 33 • Centre scientifique et technique de la construction Service des Publications Rue de la Violette, 21-23 - 1000 BRUXELLES Tél. : 02 502 66 90 Station expérimentale Avenue P. Holoffe, 21 - 1342 LIMELETTE Tél. : 02 653 88 01 • Institut belge de normalisation IBN Avenue de la Brabançonne, 29 - 1040 BRUXELLES Tél. : 02 734 92 05 • Communauté de l’isolation thermique et acoustique COMITA Rue Royale, 109 - 1000 BRUXELLES Tél. : 02 217 63 65 • Centre d’études et de recherches des isolants mineraux asbl WTC 1 Bte 13 Bd E. Jacqmain, 162 - 1210 BRUXELLES Tél: 02 509 15 20 • Centre technique de l’industrie du bois Chaussée d’Alsemberg, 830 - 1180 BRUXELLES Tél. : 02 332 28 28 Institut wallon asbl Boulevard Frère Orban, 4 - 5000 NAMUR Tél. : 081 25 04 80
Réalisation : Institut Wallon asbl Boulevard Frère Orban, 4 5000 Namur Tél. : 081 25 04 80 Avec la collaboration de Alain MARIAGE, Ir. Architecte.
Editeur responsable : Ministère de la Région Wallonne DGTRE - Service de l’Energie 7, avenue Prince de Liège - 5100 Jambes Tél. : 081 32 12 11
Warmteisolatie van de hellende daken2.indd 36
13/02/2007 14:49:59