OPEN BRIEF Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland Ter attentie van mevrouw J. Meijers Eusebiusplein 1a 6811 HE ARNHEM
Wapenveld, 1 oktober 2015 Betreft: Concept beleidsnotitie natuurbegraafplaatsen van 8 september 2015 Kenmerk: 2015 - 011750
Geachte mevrouw, Middels deze open brief doen wij u een aantal aanbevelingen toekomen naar aanleiding van uw concept beleidsnotitie natuurbegraven van 8 september 2015. Wij verzoeken u deze aanbevelingen te betrekken bij de verdere vormgeving van het Gelderse natuurbegraafplaatsbeleid. In dit verband merken wij op dat de provinciale kwaliteitscommissie ons plan voor een natuurbegraafplaats op landgoed de Polberg te Wapenveld in december 2014 heeft aangemerkt als pilotproject maar ons tot op heden op generlei wijze heeft betrokken bij de concept beleidsnotitie. Wij betreuren dit ten zeerste. Wij hopen met deze open brief alsnog een bijdrage te leveren aan de notitie en aan de discussie over een maatschappelijk verantwoord natuurbegraafplaatsbeleid. In afwachting van uw reactie, Hoogachtend, Namens de eigenaren van landgoed De Polberg
Mr A.P.H. Stuyling de Lange
2
AANBEVELINGEN N.A.V. CONCEPT BELEIDSNOTITIE NATUURBEGRAAFPLAATSEN Samenvatting De in de concept beleidsnotitie natuurbegraafplaatsen van 8 september 2015 voorgestelde grafdichtheden van 25 – 50 per hectare voor het Gelders Natuur Netwerk (GNN) zijn te laag en sluiten onvoldoende aan op de natuurbegraafpraktijk en de aanbevelingen van het Alterra-rapport ‘Terug naar de natuur’ (2009). Als gevolg van de sterk verminderde grafdichtheden verliest natuurbegraven zijn aantrekkelijkheid als verdienmodel en komen particuliere initiatieven om cultuurgoed in stand te houden of te ontwikkelen tot ‘betekenisvolle publieksplek’ in gevaar. De voorgestelde sterke verpreiding van graven schept het risico dat het GNN onevenredig wordt belast en op termijn het karakter krijgt van een ‘dodenakker.’ Om beide effecten tegen te gaan bevelen wij aan om voor het GNN een bandbreedte te hanteren van 50 – 250 graven per hectare, waarbinnen kan worden gedifferentieerd op basis van de natuurwaarden en effecten op het plangebied. Om een gezonde natuurbegraafmarkt te stimuleren stellen wij voor om natuurbegraven niet toe te staan in gesubsidieerde natuurgebieden. Meer aansluiting zoeken bij bestaande natuurbegraafpraktijk De concept beleidsnotitie stelt voor om de grafdichtheid binnen het Gelders Natuur Netwerk (GNN) te maximeren op 25 – 50 graven per hectare. Deze dichtheid is onevenredig laag ten opzichte van de Gelderse natuurbegraafpraktijk, waar gemiddeld 586 personen per hectare worden begraven – cijfers: Lochem (Lochem): 750, Westerwolde (Assel): 650, Tjoenerhof (Diepenveen): 350, Het Bos (Dieren): 225, Heidepol (Arnhem/Ede): 425, Slangenburg (Doetinchem): 580. Ten opzichte van de gangbare grafdichtheid bedraagt de in de conceptnotitie voorgestelde reductie maar liefst 96%. Ons inziens is een dergelijke reductie onevenredig en moet meer aansluiting worden gezocht bij de praktijk. Meer aansluiting zoekenbij Alterra Rapport ‘Terug naar de Natuur’ De in de conceptnotitie voorgestelde grafdichtheid van 25 – 50 graven per hectare voor het GNN valt niet te rijmen met de aanbevelingen van het Alterra-rapport ‘Terug naar de Natuur’ (2009). Volgens dit drapport is een dichtheid van 80 graven per hectare aanvaardbaar voor
3
‘gemiddelde situaties.’ In productiebos – waar de verstoring over het algemeen ‘gering tot verwaarloosbaar’ is – kan volgens Alterra een grafdichtheid van 100 – 150 per hectare worden aangehouden. Als de effecten van de ingreep beperkt zijn – omdat bijvoorbeeld in één laag wordt begraven - kan de grafdichtheid verder worden verhoogd, enzovoort. De grafdichtheid wordt met andere woorden door Alterra gedifferentieerd op basis van de natuurwaarden en effecten op het plangebied. Ons inziens verdient het aanbeveling om deze mogelijkheid tot differentiatie over te nemen in de beleidsnotitie en een bandbreedte aan te houden waarbinnen kan worden gedifferentieerd. Op basis van de door Alterra genoemde aantallen stellen wij een bandbreedte voor van 50 – 250 graven per hectare – een beperking van meer dan 50% ten opzichte van de huidige praktijk. Beleidsnotitie beter onderbouwen De onderbouwing van de beleidsnotitie – en met name de onderbouwing van de voorgestelde grafdichtheden op pagina 4 – is niet toereikend en naar wetenschappelijke maatstaven onder de maat Termen als ‘al gauw’, ‘tot wel’, ‘wel 2 tot 4 graven’, ‘zinvol’ en ‘passend lijken’ missen de noodzakelijke nauwkeurigheid en horen ons inziens niet thuis in een beleidsmatig betoog. De vuistregel ‘dat een hectare bos ca 50 tot 100 grote bomen bevat’ gaat niet op voor elk plangebied. Het komt veelvuldig voor dat productiebos bij de aanleg van een natuurbegraafplaats wordt gekapt ten behoeve van de omvorming van het plangebied. ‘Kroonprojectie en beworteling’ spelen in dat geval geen rol. Deze criteria vormen dus geen geschikt aanknopingspunt voor het vaststellen van een algemeen maximum voor elk type plangebied. De conclusie dat ‘bij elke boom wel 2 tot 4 graven door het wortelstelsel worden gegraven’ berust op veronderstellingen en wekt de indruk dat wortels per definitie worden doorgezaagd. Dit is echter niet het geval. Bij natuurbegraven worden de graven met veel zorg gegraven. Staat er in de buurt van het graf een boom – wat lang niet altijd het geval is -, dan worden de wortels vooraf deskundig gesnoeid. De jaren hierna wordt het graf met rust gelaten, zodat de wortels zich kunnen herstellen.
4
Het graven heeft hierdoor slechts beperkt en tijdelijk effect op de vitaliteit van de boom. De vuistregel ‘één graf per volwassen boom’ houdt letterlijk in: hoe meer bomen - hoe meer graven. Bij een dicht bos kunnen dit dus 100 tot 400 graven zijn. Niet valt in te zien waarom de maximum grafdichtheid dan op 50 graven per hectare wordt gesteld. Ook de vuistregel dat ‘een bos ca 50 – 100 grote volwassen bomen bevat’ correspondeert niet met dit maximum. De lezing ‘dat in bos aanzienlijk minder dan 80 graven per hectare aangelegd kunnen worden, omdat er anders significante effecten op de natuurwaarden worden veroorzaakt’ is niet juist. In het rapport ‘Terug naar de Natuur’ (pagina 88) adviseert Alterra voor ‘gemiddelde situaties’ een grafdichtheid van 80 graven per hectare. Voor relatief kwetsbare bostypen ligt dat aantal lager. Voor relatief weinig kwetsbare natuurtypen - zoals productiebos – acht Alterra een grafdichtheid van 100 – 150 graven per hectare aanvaardbaar. Als er in één laag wordt begraven kan de grafdichtheid verder omhoog. De juiste lezing is dan ook dat in bos aanzienlijk minder dan 80 graven per hectare aangelegd kunnen worden, wanneer er significante effecten op de natuurwaarden worden veroorzaakt. Bij weinig kwetsbare bostypen en wanneer significante effecten ontbreken, mogen er (veel) meer graven per hectare worden aangelegd. Het Alterra-rapport biedt dus geen grondslag voor een algemene beperking van de grafdichtheid tot 50 graven per hectare. Als gevolg van de hierboven gesignaleerde tekortkomingen is de concept beleidsnotitie ons inziens ongeschikt als discussiestuk en als aanzet voor een maatschappelijk verantwoord natuurbegraafbeleid. Met name de onderbouwing van de voorgestelde grafdichtheden valt niet te rijmen met de conclusies van het Alterra-rapport. Omdat er buiten dit rapport geen wetenschappelijke aanknopingspunten zijn, stellen wij voor om de aanbevelingen van het Alterra-rapport over te nemen en in het GNN een bandbreedte aan te houden van 50 – 250 graven per hectare waarbinnen kan worden gedifferentieerd – een beperking van meer dan 50% ten opzichte van de huidige praktijk. Doorkruising provinciaal landgoederenzonebeleid De in de concept notitie voorgestelde grafdichtheden doorkruisen het provinciale landgoederenzonebeleid.
5
Vrijwel alle Gelderse landgoederen liggen in het GNN. Geen van de eigenaren – particulieren, instellingen en organisaties - kan uit de voeten met een verdienmodel van 25 – 50 graven per hectare. In 2015 hebben vier landgoedeigenaren een plan voor een natuurbegraafplaats ingediend bij de provincie. Geen van deze initiatieven gaat het halen als de concept beleidsnotitie wordt aangenomen. Dat is een consequentie die haaks staat op het provinciale beleid om landgoederenzones nieuw leven in te blazen en om landgoedeigenaren te ondersteunen. Doorkruising provinciaal Belvoir-beleid Met de opbrengsten uit natuurbegraven kunnen landgoederen en andere ‘betekenisvolle plekken’ in het GNN zoals steenfabrieken, kastelen, vestingwerken - en wellicht ook kerkhoven en gemalen - worden opgeknapt en een publieke functie krijgen. Door de sterk verminderde grafdichtheden verliest natuurbegraven zijn aantrekkelijkheid als verdienmodel en komen lopende en nieuwe particuliere initiatieven op de tocht te staan. In het gunstigste geval worden ‘extra’ publieksvoorzieningen weggesneden en wordt het onroerend goed niet opengesteld. In het ergste geval verpaupert het object of komt het leeg te staan. Dat is een consequentie die haaks staat op het provinciale Belvoir-beleid en op het streven om betekenisvolle plekken te creëren. Marktbederf en wildgroei Als gevolg van de sterk verminderde opbrengsten per hectare kunnen particuliere landgoedeigenaren en andere particuliere partijen natuurbegraven in het GNN wel vergeten. De enigen die nog meters kunnen maken met een verdienmodel van 25 – 50 graven per hectare zijn door de gemeenschap gesubsidieerde instellingen zoals de diverse overheden en natuurorganisaties. Op dit moment is meer dan de helft van de Gelderse natuurbegraafplaatsen in handen van gemeenten: Natuurbegraafplaats Lochem - gemeente Lochem, Natuurbegraafplaats Tjoenerhof - gemeente Diepenveen, Natuurbegraafplaats Het Bos - gemeente Dieren, Natuurbegraafplaats Slangenburg - gemeente Doetinchem. Gelders Landschap gaf in 2014 aan dat zij op de Veluwe natuurbegraafplaatsen gaat realiseren. Natuurmonumenten gaat de komende jaren 15 natuurbegraafplaatsen realiseren in Nederland. Omdat er onder het voorgestelde natuurbegraafplaatsbeleid geen gezonde concurrentie door particulieren meer mogelijk is,
6
ontstaat er een monopolie van gesubsidieerde grondeigenaren met als risico een wildgroei aan natuurbegraafplaatsen in gesubsidieerd natuurgebied. Onevenredige belasting GNN De gevolgen hiervan zijn rampzalig voor recreanten, natuurliefhebbers en consumenten. Met een grafdichtheid van 25 - 50 graven per hectare raakt het GNN in hoog tempo vol. Wanneer 3% van de Nederlanders zich laat natuurbegraven in Gelderland verandert het GNN - 23.000 hectare natuur - in 91 jaar in een ‘dodenakker’ waar niemand wil recreëren - en is er geen graf meer te krijgen. Bij een natuurvriendelijk en gedifferentieerd begraafregime zoals bepleit door Alterra en Stichting Natuurbegraven (gemiddeld 200 graven per hectare) kan in Gelderland 730 jaar worden natuurbegraven. Hierna kan een nieuwe natuurbegraafronde worden gestart. Conclusie In het licht van de bovenstaande aanbevelingen geven wij u de volgende maatregelen in overweging: Handhaaf natuurbegraven als verdienmodel voor particulieren. Stel reële grafdichtheden vast die aansluiten bij de natuurbegraafpraktijk en de aanbevelingen van het Alterra-rapport ‘Terug naar de Natuur.’ Overweeg een bandbreedte van 50 – 250 graven per hectare aan te houden, waarbinnen kan worden gedifferentieerd op basis van de natuur en de effecten op het plangebied, Stimuleer het ontwikkelen van natuurbegraafplaatsen op landgoederen, steenfabrieken, vestingwerken en andere ‘betekenisvolle plekken’ in het GNN, opdat deze waarden worden hersteld, opengesteld en van extra voorzieningen voorzien, Zorg voor een gezonde natuurbegraafmarkt en voorkom onevenredige belasting van het GNN door natuurbegraven niet toe te staan in gesubsidieerde natuurgebieden. De bovenstaande maatregelen faciliteren een natuurbegraafpraktijk die aansluit op de behoefte aan een eigentijdse begraafcultuur en de wensen van de consument en draagt ertoe bij dat het publiek blijvend kan genieten van al het moois dat Gelderland te bieden heeft. De toekomstige recreanten, consumenten en natuurliefhebbers zullen u hiervoor dankbaar zijn.