Antwoordnummer 10275, 2280 WB Rijswijk
Centraal Orgaan opvang asielzoekers Uitvoeringsorganisatie Rvb
De Vrouwenopvang
telefoon
(0800) 020 10 51
fax
(070) 37 27 686
postadres
antwoordnummer 10275 2280 WB RIJSWIJK
datum onderwerp
ons kenmerk
22 juni 2009 Communicatie gewijzigde Rvb t.b.v. medewerkers vrouwenopvang MS/DS/FA/JJ/09u.002285
inlichtingen bij telefoon bereikbaar
Helpdesk Rvb (0800) 020 10 51 09.00 - 14.00 uur
Geachte mevrouw, geachte heer,
De Regeling verstrekkingen bepaalde categorieën vreemdelingen (Rvb), is met ingang van 21 juni 2009 uitgebreid met de categorieën „slachtoffers van huiselijk geweld zonder verblijfsvergunning en slachtoffers van mensenhandel die geen aangifte doen‟. Deze is, voor zowel de slachtoffers van de reeds bestaande categorieën mensenhandel en eergerelateerd geweld, als voor deze nieuwe categorieën, toegankelijk voor vrouwelijke en mannelijke slachtoffers. Hierbij zij tevens opgemerkt dat, in tegenstelling tot de categorie eergerelateerd geweld, er bij de IND voor de categorie slachtoffers huiselijk geweld zonder verblijfsvergunning geen sprake is van specifiek beleid voor het toekennen van een verblijfsvergunning, doch dat dit slechts voor de schrijnende gevallen is bedoeld. Zoals u weet, heeft de minister van Justitie het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) verzocht de Rvb uit te voeren. Om de regeling ook voor de nieuwe categorie zorgvuldig en snel uit te kunnen voeren, heeft het COA overleg gevoerd met onder meer het Ministerie van justitie, de Federatie Opvang en de IND. Met deze brief informeren wij u over de werkwijze die het COA hanteert en adviseren wij u hoe een aanvraag ingediend moet worden.
Correspondentie uitsluitend aan het postadres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief
Belanghebbenden In aanmerking voor een uitkering komen vreemdelingen die een verblijfsvergunning op grond van respectievelijk slachtoffer huiselijk geweld en slachtoffer mensenhandel (buiten de B9-procedure) hebben aangevraagd en die verblijven in een Nederlandse instelling voor vrouwenopvang. Tevens komen in aanmerking voor een uitkering de vreemdelingen die in Nederland verblijven en die slachtoffer zijn van mensenhandel, huiselijk geweld of eergerelateerd geweld en die hier te lande verblijf houden op grond van een bijzondere geprivilegieerdestatus, dan wel die als gemeenschapsonderdaan (gedurende de eerste drie maanden na inreis) hier te lande rechtmatig verblijf hebben en die eveneens verblijven in een Nederlandse instelling voor vrouwenopvang. De instelling moet voldoen aan de definitie zoals deze wordt gehanteerd in de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Slachtoffers die een verblijfsvergunning hebben, kunnen geen aanspraak maken op de Rvb omdat zij in aanmerking komen voor een bijstandsuitkering. Aanvraag indienen Een vreemdeling die zich bij uw instelling meldt en die een verblijfsvergunning op grond van huiselijk geweld of slachtoffer mensenhandel (buiten de B9-procedure) heeft aangevraagd, dan wel de vreemdeling die zich bij uw instelling meldt en die in Nederland verblijft en slachtoffer is van mensenhandel, huiselijk geweld of eergerelateerd geweld en die hier te lande verblijft op grond van een bijzondere geprivilegieerdestatus, dan wel als gemeenschapsonderdaan (gedurende de eerste drie maanden na inreis) hier te lande rechtmatig verblijf heeft, kan een beroep doen op de Rvb. De Rvb-verstrekkingen moeten binnen twee weken nadat aanspraak op uitkering is ontstaan, worden aangevraagd. Aanvragen die na deze termijn worden ingediend en waarbij geen sprake is van een overmachtsituatie, worden afgewezen. Om een aanvraag te doen, print u het desbetreffende aanvraagformulier dat u binnenkort op de website www.coa.nl kunt downloaden. U dient hiertoe op de Home-page bij “zoeken” Rvb in te geven en na een dubbelklik op “Ga” komt u terecht op de zoekpagina van de Rvb. Hier vindt u onder het kopje „Resultaten in documenten‟ de diverse aanvraagformulieren. Wij adviseren u om het formulier direct na aankomst van de belanghebbende in uw instelling in te vullen en door de belanghebbende te laten ondertekenen en aan het COA toe te sturen.
N.b.
Aangezien met de aanpassing van het COA-Web eerst - nadat het wijzigingsbesluit in de Staatscourant is gepubliceerd - kan worden aangevangen, kan het zijn dat het benodigde aanvraagformulier niet tijdig op het COA-Web staat. In dit voorkomende geval dient u tot die tijd bij een aanvraag huiselijk geweld, het bestaande aanvraagformulier eergerelateerd geweld en bij een aanvraag slachtoffer vrouwenhandel (buiten de B9-procedure), het bestaande aanvraagformulier slachtoffer vrouwenhandel te downloaden en hierop separaat aan te geven voor welke categorie er een aanvraag wordt ingediend. 2 van 5
Het COA neemt uitsluitend aanvragen in behandeling die zijn ondertekend door de belanghebbende. Aanvragen die uw instelling indient en die niet zijn ondertekend door de belanghebbende, worden niet in behandeling genomen. De door de aanvrager ondertekende separate machtiging om de uitkering over te maken aan uw instelling, voorziet niet in de lacune wanneer de belanghebbende de aanvraag niet zelf heeft ondertekend. Zoals bovengenoemd staat aangegeven moet de belanghebbende het aanvraagformulier op twee plaatsen tekenen. Met de handtekening op de laatste pagina van het aanvraagformulier machtigt de aanvrager het COA de toegekende uitkering over te maken op het rekeningnummer van uw instelling. Wanneer de belanghebbende het COA niet machtigt om de toe te kennen uitkering over te maken naar uw instelling, zal het COA dat ook niet doen. Verder vragen wij speciale aandacht voor de „Verklaring van de instelling voor vrouwenopvang‟. Deze verklaring moet door uw instelling ingevuld en ondertekend worden. Omdat het recht van uitkering uitsluitend bestaat als de belanghebbende zich in de vrouwenopvang bevindt, is het noodzakelijk dat u de periode noteert dat de belanghebbende zich in uw instelling bevindt/bevond. Behandeling van de aanvraag Het COA neemt alleen complete aanvragen in behandeling. Een belanghebbende die een onvolledig ingevuld aanvraagformulier instuurt, krijgt één keer de gelegenheid de aanvraag te completeren. Gebeurt dit niet binnen de gestelde termijn, dan neemt het COA de aanvraag niet in behandeling. Het behandelen van de aanvragen en het uiteindelijk beslissen over toekenningen, gebeurt aan de hand van de Rvb. Dit is een ministeriële regeling waarvan het COA niet mag afwijken. De Rvb biedt geen mogelijkheid om in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende te handelen. De officiële tekst van de laatste wijziging wordt eveneens binnenkort gepubliceerd op www.coa.nl. De regeling schrijft voor dat het COA per maand en achteraf bepaalt of de belanghebbende recht heeft op een uitkering over de voorgaande maand. Het COA zal dus vooraf geen verklaring afgeven dat voor een vreemdeling die slachtoffer is van huiselijk geweld of slachtoffer mensenhandel (buiten de B9-procedure) is een recht op uitkering bestaat. De opvang c.q. het verblijf van een belanghebbende in de vrouwenopvang is namelijk mede bepalend of al dan niet recht op uitkering bestaat. Alvorens een beslissing te nemen op de aanvraag om uitkering, informeert het COA bij de IND of een aanvraag om een verblijfsvergunning is gedaan en of de belanghebbende rechtmatig in Nederland verblijft. Het verdient dan ook aanbeveling, dat de vreemdeling zo spoedig mogelijk contact opneemt met de Afsprakenlijn van de IND (telnr. 0900-123456) om een afspraak te maken voor het indienen van een aanvraag).
3 van 5
Bij een aanvraag van vreemdelingen op grond van een geprivilegieerde status informeert het COA dienaangaande bij de Desk internationale organisaties bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Na het in behandeling nemen van de volledige aanvraag, stuurt het COA binnen vier weken een beschikking aan de belanghebbende. Gelijk met de beschikking ontvangt de belanghebbende een prolongatieformulier waarmee een aanvraag voor een vervolguitkering kan worden ingediend. Verstrekkingen De uitkering bedraagt thans 898,70 euro: dat is 70% van de norm die geldt voor een alleenstaande ouder zoals deze in de Wet werk en bijstand is bepaald. Heeft het slachtoffer kinderen, dan wordt er een opslag van 20% verstrekt, zijnde 256,77 euro. Als recht op uitkering bestaat, wordt de belanghebbende via een verzekeringsbatch vanuit het Rvb-systeem (RVBIS) automatisch door het COA bij de zorgverzekeraar Menzis aangemeld voor een ziektekostenverzekering. De betrokkene ontvangt vervolgens van Menzis een verzekeringsbewijs waarmee aanspraak op de zorg kan worden gemaakt. Wanneer er geen recht meer bestaat op Rvb en de betrokkene beschikt nog wel over een verzekeringsbewijs, dan is dit bewijs niet meer geldig. Na beëindiging van de Rvb-uitkering wordt belanghebbende via de voornoemde verzekeringsbatch overigens ook weer automatisch bij de zorgverzekeraar afgemeld. Nadere informatie kunt u vinden op www.Rzasielzoekers.nl
1.1 Geen recht op uitkering Het recht op uitkering wordt na behandeling van de aanvraag vastgesteld. De meest voorkomende redenen waarom het formele recht op een uitkering ingevolge de Rvb vervalt, vindt u hier genoemd. 1. Het recht op uitkering stopt zodra het slachtoffer van huiselijk geweld, danwel slachtoffer mensenhandel (buiten de B9-procedure), de instelling voor vrouwenopvang verlaat. 2. Het recht op uitkering vervalt met ingang van de datum waarop de IND heeft bepaald dat aanspraak bestaat op een verblijfsvergunning. De belanghebbende dient zich dan te melden bij de gemeente voor het aanvragen van een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand. De praktijk leert echter dat er gemeentes zijn die de aanvraag om uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand pas in behandeling nemen op het moment dat de belanghebbende beschikt over een pasje. In die gevallen wordt aansluitend op de formele beëindiging van het recht op uitkering, de Rvbuitkering gecontinueerd en toegekend, tot de datum waarop de verblijfspas daadwerkelijk aan de belanghebbende is uitgereikt. Vanaf deze datum kan men vervolgens aanspraak maken op een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand. 4 van 5
3. Wanneer de IND negatief beslist op een aanvraag om een verblijfsvergunning vervalt in principe het rechtmatig verblijf in Nederland en daarmee het recht op uitkering ingevolge de Rvb. Tegen de beslissing van de IND kan bezwaar of beroep worden aangetekend. Als het bezwaar of beroep een schorsende werking heeft, verblijft de belanghebbende rechtmatig in Nederland en in die gevallen is er sprake van recht op een uitkering ingevolge de Rvb. 4. Het recht op uitkering vervalt wanneer de belanghebbende niet onverwijld en/of uit eigen beweging, die informatie verstrekt waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat de informatie van invloed kan zijn op het recht op uitkering. Dus het is van het grootste belang dat op eigen initiatief de informatie wordt gegeven die van belang kan zijn op het recht op uitkering. Meer informatie Met deze brief hebben wij uw instelling algemene informatie verstrekt. Aan deze algemene informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Als u nog vragen heeft over de regeling of over de aanvraagprocedure, dan kunt u op werkdagen van 9.00 tot 14.00 uur bellen met de Rvb-helpdesk: 0800 – 020 10 51. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend Centraal Orgaan opvang asielzoekers
J.W.L. Jongejan Senior medewerker ondersteuning uitvoeringsorganisatie
5 van 5