Want wij willen graag een veilige, vriendelijke en ondersteunende school zijn.
Gedragsprotocol Basisschool De Vink april 2013
Gedragsprotocol
april 2013
Inhoudsopgave Inleiding – waarom een gedragsprotocol
3
Hoofdstuk 1 – wij gedragen ons - vijf gedragsgedichtjes
4
Hoofdstuk 2 – een korte toelichting per gedichtje
5
Hoofdstuk 3 – wanneer het niet goed gaat
8
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Low-level aanpak Zelfreflectie: het VKB-blad voor de groepen 5 t/m 8 Het VKB-blad voor de groepen 1 t/m 4 Na het 3e VKB-blad Wanneer het VKB-blad niet volstaat
Hoofdstuk 4 – borging
8 8 9 9 9 10
Bijlagen: VKB blad groep 1-4 voorkant VKB blad groep 1-4 achterkant VKB blad groep 5-8
2
Gedragsprotocol
april 2013
Inleiding – Waarom een gedragsprotocol De Vink wil graag een veilige, vriendelijke en ondersteunende sfeer binnen de school. Voor op dit protocol staat hoe eenvoudig dat kan zijn, onze basisregel is namelijk eigenlijk heel gewoon “Wij gedragen ons”. Dit is – heel simpel – ons uitgangspunt. Dat vraagt natuurlijk enige verdere uitleg. We willen graag dat ieder kind dat op De Vink zit zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen en zoveel mogelijk kan leren op allerlei gebied. Ontwikkelen en leren lukt alleen dan wanneer een kind zich veilig en ondersteund voelt en gaat bovendien een stuk gemakkelijker als hij/zij met plezier naar school gaat. We willen de kinderen op De Vink een veilig pedagogisch klimaat bieden. Dit doen we via Leefstijl, onze methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling, maar natuurlijk ook door de dagelijkse gang van zaken in de school en in de groep. De missie van Leefstijl: "Leefstijl wil bevorderen dat kinderen en jongeren zich ontwikkelen tot sociaal vaardige, betrokken en zelfstandige volwassenen."
De Vink onderschrijft de missie van Leefstijl en werkt hieraan in de Leefstijl lessen…én tijdens alle andere activiteiten en lessen op school. Wanneer we met groepen van De Vink buiten de school zijn (denk aan toernooien, sportdagen of excursies) willen we de veilige, vriendelijke en ondersteunende sfeer uitdragen, waarover we in de eerste zin spraken. Het is ook fijn als mensen van buiten De Vink van onze kinderen kunnen zeggen: “Kinderen die op de Vink zitten, weten hoe het hoort.” Uiteraard is hierbij voorbeeldgedrag van leerkrachten en ouders van het allergrootste belang. In het hierna volgende hoofdstuk gaan we in op hoe we dit willen bereiken.
3
Gedragsprotocol
april 2013
Hoofdstuk 1: Wij gedragen ons – 5 gedragsgedichtjes Wij gedragen ons Dit lijkt te gemakkelijk. Wanneer we echter goed afspreken wat we hieronder verstaan dan is dit een prima basisregel. Die goede afspraken staan in de 5 gedragsgedichtjes van De Vink. We leren de kinderen deze gedichtjes aan vanaf de jongste groep. Natuurlijk komen ze ieder jaar opnieuw aan bod. Aan het begin van het schooljaar, maar ook na een wat langere vakantie is een opfrisbeurt nodig. Doordat het rijmt, een versje is, blijft de inhoud – denken we – gemakkelijker hangen. We willen de gedichtjes daarbij zichtbaar ophangen in de gang, in elke klas en in de aula. Ook zal er de nodige aandacht aan worden geschonken op de site van de school en in de schoolgids. En uiteraard geven we als team het goede voorbeeld. Hieronder de 5 gedragsgedichtjes bij elkaar. Daarna in hoofdstuk 2 een korte verduidelijking per gedichtje en koppeling met de 6 Leefstijlthema’s (zie ook bijlage 1). Wij zijn aardig en behulpzaam… en noemen ieder bij zijn of haar naam. Heeft de vriendschap het eventjes zwaar? Dan praten we met en niet over elkaar. Een groepsrij wandelt en is stil in de gang dan is de pauze lekker lang. We houden goed rechts op de trap, één voor één, stap voor stap. Ons schoolplein is ons speelgebied; De spelletjes veilig, zodat elk kind geniet. Wij weten prima hoe het hoort. “Nee mees…ja juf…”, zegt het voort We praten rustig in vriendelijke taal, want dat vinden wij normaal. Gelukkig mag ieder zichzelf zijn daarom is het op De Vink zo fijn. We houden spullen en omgeving heel en schoon want dat vinden wij heel gewoon. Al stoppen we soms een snoepje in de mond Ons tussendoortje is meestal gezond. 4
Gedragsprotocol
april 2013
Hoofdstuk 2: Een korte toelichting per gedichtje 2.1
Wij zijn aardig en behulpzaam… en noemen ieder bij zijn of haar naam. Heeft de vriendschap het eventjes zwaar? Dan praten we met en niet over elkaar. We zijn aardig voor iedereen en we helpen elkaar graag (thema 1 van Leefstijl). Daarnaast vinden we het belangrijk dat ieder kind bij de naam wordt genoemd. We vermijden dus het gebruik van bijnamen. We stimuleren de communicatie tussen kinderen (thema 2 van Leefstijl). Wanneer je een probleem met iemand hebt praat je met díe jongen of dát meisje; en dus niet met anderen over die jongen of dat meisje. Over elkaar praten maakt het probleem meestal groter, met elkaar praten maakt het probleem meestal kleiner. Wanneer het moeilijk gaat, mag natuurlijk de hulp worden ingeroepen van de juf of meester. Hierbij hoort natuurlijk ook het leren praten over gevoelens (thema 3 van Leefstijl).
2.2
Een groepsrij wandelt en is stil in de gang dan is de pauze lekker lang. We houden goed rechts op de trap, één voor één, stap voor stap. We willen graag dat de kinderen wandelen (in plaats van rennen) door de gang. Wanneer een groep in de rij door de school wandelt is het stil of in elk geval heel rustig (thema 1 van Leefstijl). De kinderen blijven van elkaar af, met uitzondering van ‘een hand geven’ in de jongere groepen uiteraard. Voor de veiligheid is het belangrijk dat alle kinderen aan de rechterkant van de trap lopen en dat de kinderen in één rij lopen, zodat ieder kind de leuning kan gebruiken en tegenliggers geen probleem zijn. Zo gebeuren er geen ongelukken onderweg naar de gymzaal, handvaardigheid lokaal of de mediatheek.
5
Gedragsprotocol
april 2013
2.3
Ons schoolplein is ons speelgebied; De spelletjes veilig, zodat elk kind geniet. Wij weten prima hoe het hoort. “Nee mees…ja juf…”, zegt het voort We willen graag dat de kinderen veilig en op een prettige manier samen spelen (thema’s 1 en 5 van Leefstijl). Daar horen geen spelletjes bij waar kleding van scheurt, duwen, trekken of ‘nep-vechten’. Dit zijn spelletjes die vaak beginnen als ‘grapje’, maar gemakkelijk uitlopen op ruzie en/of erger. Om reden van veiligheid hebben we vóór school (tussen 8.30 en 8.45 uur) geen bal. In de pauze spelen we buiten met maar 2 groepen tegelijk. Dan is er wel ruimte voor spelen met de bal. Te allen tijde blijft hierbij de veiligheid van belang. Beleefd zijn en respect hebben voor elkaar zijn belangrijke zaken én liggen dicht bij elkaar (thema’s 1, 2 en 6 van Leefstijl). Wij vinden het belangrijk dat de kinderen ‘spreken met twee woorden’ en wanneer ze iets niet verstaan reageren met bijvoorbeeld: “Wat zegt u?” of “Wat zei je?”.
2.4
We praten rustig in vriendelijke taal, want dat vinden wij normaal. Gelukkig mag ieder zichzelf zijn daarom is het op De Vink zo fijn. We horen op De Vink graag vriendelijke woorden (thema’s 1 t/m 6 van Leefstijl). Schelden, uitschelden en grof taalgebruik horen daar niet bij. Op De Vink mag ieder kind zichzelf zijn. Het omgaan met verschillen is ook wat we de kinderen willen leren (thema’s 4 en 5 van Leefstijl). Discriminerende en/of kwetsende opmerkingen, of die nu gaan over kleur haar, haardacht, uiterlijk, leerresultaten, kleding, geloof, huidskleur of wat er nog maar meer te bedenken is, worden niet geaccepteerd.
6
Gedragsprotocol
april 2013
2.5
We houden spullen en omgeving heel en schoon want dat vinden wij heel gewoon. Al stoppen we soms een snoepje in de mond Ons tussendoortje is meestal gezond. Jassen aan de kapstok. Je tafeltje leeg en netjes als je ’s middags naar huis gaat. Handschoenen, (gym)tassen, sjaals, brieven en dergelijke mee naar huis. Het leert en werkt heel prettig in een schone omgeving. Daar willen we samen met de kinderen voor zorgen. In het lokaal, in de gangen, in de aula en op het schoolplein. We stimuleren de kinderen gezonde tussendoortjes mee te nemen, omdat we kinderen graag een gezonde leefstijl bijbrengen (thema 6 van Leefstijl). Van oudsher is de woensdag ‘fruitdag’, maar het is natuurlijk nog beter als er iedere dag fruit mee komt van huis. Natuurlijk vinden we af en toe een snoepje oké.
7
Gedragsprotocol
april 2013
Hoofdstuk 3: Wanneer het niet goed gaat Wanneer het niet goed gaat en een kind heeft moeite zich aan de basisregel te houden zullen we hem of haar natuurlijk helpen door aan te geven welke regel (welk gedragsgedichtje) overtreden wordt. Een fout kan iedereen maken. Soms echter laat een kind het gedrag opnieuw zien, ondanks aanspreken of een waarschuwing. Dan is er iets meer nodig om te zorgen dat weer duidelijk is hoe wij het gedrag graag zien op De Vink. Er zijn grofweg 3 fasen hierin: 3.1 Low-level aanpak Vaak is het genoeg om even met het betreffende kind te praten en te bespreken welke regel wordt overtreden. De leerkracht stelt dan vragen als: “Was het je bedoeling om…..?” Soms is er een misverstand in het spel. Dat moet dan uit de wereld worden geholpen. De leerling wordt geholpen zich de gedragsregels te herinneren. Het is prettig wanneer het zo kan worden opgelost. De activiteit hoeft dan verder nauwelijks onderbroken te worden. 3.2 Zelfreflectie: het VKB-blad voor de groepen 5 t/m 8 (zie bijlage) Soms wordt ondanks de ‘low-level aanpak’ binnen afzienbare tijd dezelfde gedragsregel overtreden. Het kan ook zijn dat een overtreding van dien aard is dat de ‘low-level aanpak’ niet passend is. De leerkracht neemt dan in eerste instantie een maatregel om de orde te herstellen. Dit kan zijn: even op de gang, tafeltje apart zetten of een schriftelijk opdrachtje op een andere plek. Om te helpen zorgen dat het gedrag niet opnieuw voorkomt hebben we een nieuw instrument: het VKB-blad. VKB staat voor Volgende Keer Beter. Van fouten kun je (veel) leren. Zelfreflectie vinden we een zeer belangrijke vaardigheid. Door terug te kijken op je eigen gedrag en erover na te denken hoe je in de toekomst kan voorkomen dat je een bepaalde gedragsregel overtreedt leer je. Voor zelfreflectie is rust nodig. Daarom laten we het VKBblad (voor de groepen 5 t/m 8) thuis invullen. Op die manier zijn ouders/verzorgers ook op de hoogte. Er wordt thuis nog even over gepraat. Wanneer een VKB-blad mee naar huis gaat, krijgen de ouders/verzorgers dit altijd via een mail te horen (met de mededeling of het gaat om een eerste of tweede). We vragen (één van de) ouders/verzorgers het door het kind zelf ingevulde blad te ondertekenen. De volgende dag levert de leerling het ondertekende blad op school in bij de leerkracht. In een kort gesprekje tussen het kind en zijn/haar leerkracht wordt er dan nog even op teruggekomen. Eventuele afspraken die daaruit voortvloeien komen ook op het blad te staan. Tot slot wordt er een kopietje mee naar huis gegeven. Hierna kan een leerling met een schone lei beginnen. 8
Gedragsprotocol
april 2013
3.3 Het VKB-blad voor de groepen 1 t/m 4 (zie bijlage) Voor de groepen 1 t/m 4 is zelfreflectie natuurlijk ook belangrijk, maar is het vanwege de leeftijd nog niet mogelijk zelfstandig thuis een blad in te vullen. Daarom ziet het VKB-blad er anders en vooral eenvoudiger uit. Het VKB-blad heeft hier vooral een informatieve functie naar de ouders toe. De leerkracht vult het blad in na een gesprekje met de leerling, dus om welke gedragsregel het ging. De leerling maakt meteen een tekening. De leerkracht neemt contact op met de ouders, bespreekt wat er is gebeurd en geeft het VKB blad mee naar huis. Het is de bedoeling dat de ouders/verzorgers thuis praten met hun zoon/dochter over het gebeurde. Als het incident vlak voor het einde van de schooldag heeft plaatsgevonden, spreekt de leerkracht de ouders direct aan het geeft het VKB blad mee naar huis zodat het kind thuis de tekening kan maken. De ouders/verzorgers tekenen het VKB-blad voor gezien en geven het de volgende dag mee naar school. De leerling levert het blad in en begint weer met een schone lei.
3.4 Na het 3e VKB-blad Wanneer voor de derde keer een VKB-blad mee naar huis gaat, worden ouders/verzorgers standaard uitgenodigd voor een gesprek met de leerkracht. Het VKB-blad wordt net als de eerste twee keer meegegeven, thuis ingevuld (groepen 5 t/m 8) en ondertekend door een ouder/verzorger. De leerkracht stuurt de mail die erbij hoort, hierin wordt aangegeven dat het om het derde VKB-blad gaat. Wanneer het blad is ingeleverd neemt de leerkracht contact op om een afspraak te maken voor een gesprek. We kiezen voor die volgorde omdat er dan even afkoeltijd is voor de leerling. Dat kan belangrijk zijn. Van het oudergesprek wordt een verslagje gemaakt door de leerkracht. Voor 3.2, 3.3 en 3.4 geldt dat het kan voorkomen dat we u direct bellen voor een gesprek, met name in het geval dat er sprake is van ernstig grensoverschrijdend gedrag, waarbij een VKB-blad niet passend is. 3.5 Wanneer het VKB-blad niet volstaat Wanneer er sprake is van ernstig grensoverschrijdend gedrag kan het zijn dat het VKB-blad niet volstaat. In voorkomende gevallen treedt een ander protocol in werking. We verwijzen hier naar het Protocol Time-out, Schorsen en Verwijderen.
9
Gedragsprotocol
april 2013
4. Borging Het gedragsprotocol is in de teamvergadering van 27 juni 2013 besproken en goedgekeurd. In de bestuursvergadering van 4 juli 2013 is het protocol besproken en goedgekeurd. In de MR vergadering van 10 juli is het protocol ter instemming voorgelegd. De MR heeft instemming verleend. Van het protocol wordt een papieren versie bewaard in het “Protocollen en Procedures De Vink”. Een digitale versie wordt bewaard op de server onder team – Protocollen en Procedures.
10