wandelingen der neederlanden
k e s t e r f r e r i k s, j o y c e r o o d n a t en e r i k van zuylen
Wa n d e l i n g e n der Neederlanden Hedendaagse voetreizen door historisch Nederland
A a t h e n a e u m—p o l a k & van gennep amsterdam 2013
copyright
©
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt dankzij steun van het Nederlands Letterenfonds, Amsterdam Copyright © 2013 Kester Freriks, Joyce Roodnat, Jan Werner en Erik van Zuylen Copyright topografische kaarten © 2013 Topografische Dienst Kadaster Athenaeum—Polak & Van Gennep, Singel 262, 1016 ac Amsterdam Omslagbeeld Atlas der Neederlanden uit de Bijzondere Collecties van de UvA Boekverzorging Anneke Germers Zetwerk Henk Pel isbn 978 90 253 0094 4 / nur 320 www.uitgeverijathenaeum.nl
inhoud
groningen 1 Hogeland, Leens 15 Rondwandeling 16 km 2 Bourtangerveen, Bourtange 23 Rondwandeling 11 km f r i e s la n d 3 Terschelling, Midsland 31 Rondwandeling 12 km 4 Gaasterland, Oudemirdum 41 Rondwandeling 15 km drenthe 5 Drents-Friese Wold, Diever 51 Rondwandeling 15 km 6 Drouwenerzand, Gasselte 57 Rondwandeling 12 km overijssel 7 Rondom Deventer en Rande, Deventer 67 Rondwandeling 15 km 8 Landgoed Twickel, Delden 77 Rondwandeling 10 km
f l e v o la n d 9 Schokland 87 Rondwandeling 14 km 10 Kuinre 95 Rondwandeling 6 km g e l d e r la n d 11 Veluwe, Rheden 101 Rondwandeling 12,5 km 12 Blauwe Kamer, Wageningen 111 Rondwandeling 15 km utrecht 13 Loosdrechtse Plassen, Loosdrecht en Tienhoven 119 Rondwandeling 12 km 14 Slaperdijk, Renswoude 129 Rondwandeling 13 km n o o r d - h o l la n d 15 De Hondsbossche Zeewering, Camperduin en Petten 139 Rondwandeling 16 km 16 Droogmakerij de Beemster, Oudendijk 149 Rondwandeling 11 km 17 Zuiderzee: MonnickendamHoorn v.v., Monnickendam 159 Zeiltocht 25 zeemijl
5 inhoud
Voorwoord 7 Inleiding 10 Korte handleiding voor het wandelen 12
z u i d - h o l la n d 18 Alblasserwaard, Kinderdijk 167 Rondwandeling 12 km 19 Oostvoorne, Brielle 177 Rondwandeling 18 km
inhoud
6
z e e la n d 20 Schouwen-Duiveland, Zierikzee 189 Rondwandeling 11 km 21 Zeeuws-Vlaanderen, Axel 199 Rondwandeling 16 km noord-brabant 22 De Biesbosch, Werkendam 209 Rondwandeling 13 km 23 Baarle-Nassau en Baarle-Hertog, Baarle 217 Rondwandeling 11 km limburg 24 Asseltse Plassen, Asselt 225 Rondwandeling 11 km 25 Meijel-Sevenum, Meijel 233 Wandeling 17 km Verantwoording 239
voorwoord
7 voorwoord
e r w a s e e n s een koning die wilde weten hoe zijn rijk er nou eigenlijk uitzag. Waar de steden, vestingen, dorpen lagen. Hoeveel heideveld erbij zat, hoe groot de bossen waren, hoe de grote rivieren liepen. Daarom liet hij tot in de verste verten missives uitgaan, met een verzoek om de landkaarten van aldaar. Dit klinkt als een sprookje, en dat is het ook. Maar de werkelijkheid ligt er niet ver naast. Willem i, op 30 november 1813 uit Londen op Nederlandse grond gearriveerd, was tot soeverein vorst uitgeroepen op 1 december. In de Atlas der Neederlanden werd vastgelegd welke gronden en, niet te vergeten, wateren behoorden tot die nog maar zo kort Verenigde Nederlanden. Wat koning Willem i ongetwijfeld heeft gedaan toen de Atlas voor hem lag, deden wij ook: voorzichtig door de kaarten bladeren, ze uitvouwen, ze bekijken, hun finesse bewonderen. Daarbij vroegen wij ons af wat je nu zou meemaken als je met zo’n kaart in de hand het gebied zou betreden. Dat konden we alleen te weten komen als we de kaarten daadwerkelijk zouden gebruiken als wandelkaarten. Zo gezegd, zo gedaan. We maakten wandelingen, steeds op basis van de kaarten uit die nu tweehonderd jaar oude Atlas. Soms was alles veranderd. Bij Petten zou je natte voeten krijgen als je de oude kaart zou volgen. In Flevoland kun je nu wandelen over wat toen, onder de klotsende golven, de bodem van de Zuiderzee was. Maar vaak bleek hoe verbazend veel hetzelfde is gebleven. Aan het hedendaagse Nederland liggen de historische Nederlanden ten grondslag. Die laatste vormen de inspiratiebron voor onze wandelingen en voor de manier waarop we naar het landschap keken. Dat lijkt vanzelfsprekend, toch vereist het op enerverende manier enige oefening om in het Nederland van nu het vroegere land terug te vinden. De historische kaarten zijn daarbij onmisbaar. Hun schoonheid en nauwkeurigheid, het gevoel van de landmeters en cartografen voor kleur en verhouding, voor de wijze van weergeven van dorp, stad of
voorwoord
8
land, rivierloop en dijk, weg en kanaal, vervulden ons telkens met bewondering. Juist dankzij die accuratesse herkenden we in het landschap van nu het landschap van toen. De veranderingen in het Nederlandse landschap gaan snel, zo snel dat voor de ene generatie ons land heel anders is dan voor een daaropvolgende generatie. Dat is zeker waar, maar toch behoeft deze veronderstelling enige nuancering. Tijdens de wandelingen sloegen we veelvuldig een kleurenafdruk van de historische kaarten open en keken als met de ogen van de landmeters en cartografen naar het hedendaagse landschap. Na enige oefening en aandacht, een manier van kijken als met een historische oogopslag, lukte het ons steeds vaker de tijd van vroeger in ons blikveld terug te vinden. Het tweedimensionale beeld van de vlakke kaarten werd zichtbaar in de driedimensionale omgeving. Per provincie kozen we twee wandelingen uit die we representatief achtten. We zijn daarbij uitgegaan van de twaalf provincies die ons land nu telt, met als bonustrack een zeiltocht van Monnickendam naar Hoorn en terug over het IJsselmeer met de vroegachttiende-eeuwse navigatiekaart van Nicolaas Witsen, compleet met kompasroos en koerslijnen als uitgangspunt. Soms volgden de wandelingen bestaande wandelroutes, vaak zijn het nieuwe wandelingen of een combinatie van die twee. De wandelingen zijn in de vier seizoenen gemaakt, onder wisselende weersomstandigheden. Het was verrassend te ervaren dat het minder vaak regende of slecht weer was dan we vooraf hadden verwacht. Op één uitzondering na zijn alle vierentwintig tochten rondwandelingen met telkens een etablissement als begin- en eindpunt. De uitzondering geldt de wandeling van Meijel naar Sevenum op de grens van Noord-Brabant en Limburg. Van tevoren bereidden we de wandeltochten nauwkeurig voor, dat is een aanbeveling die we elke lezer en wandelaar zouden willen geven. De Topografische kaart van Nederland 1:25 000, uitgegeven door de Topografische Dienst Emmen, vormde daarbij een belangrijk hulpmiddel. Ook raadpleegden we bestaande wandelgidsen en -kaarten. De weergave in dit boek van de oude kaarten uit de Atlas, alsmede een beknopte deskundige beschrijving daarvan, laat in beeld en tekst het Nederlandse landschap zien zoals dat was in de zeventiende en achttiende eeuw. Ook tonen we uitsneden, zodat u met ons kunt inzoomen op details. De historische atlasbladen vinden hun pendant in de hedendaagse topografische kaarten, waarop de wandelingen in het blauw zijn gemarkeerd, toegelicht door een zakelijke, technische toelichting zoals gebruikelijk in reguliere wandelgidsen. Een uitvoerige beschrijving per wandeling vormt het hart van dit boek. In deze evo-
We nodigen de lezer uit om met ons mee te wandelen, op basis van die oude kaarten. Virtueel, door te lezen wat we beleefden en zagen. Of daadwerkelijk, door een van de wandelingen te lopen, die wij met zo veel liefde hebben mogen ontlenen aan de Atlas der Neederlanden van de koning zelf. Kester Freriks Joyce Roodnat Erik van Zuylen
9 voorwoord
caties komen alle uiteenlopende elementen samen; zowel het historische als het hedendaagse, maar ook bijzondere belevenissen tijdens de wandeling, de weersgesteldheid, opvallende waarnemingen, het avontuurlijke waarnaar we op zoek waren tijdens elk van de tochten. Bij dat avontuurlijke hoort ook het vinden van de juiste route, soms na enig zoeken en een verkeerde richting te zijn ingeslagen. De weergave op de kaartjes voorziet samen met de beschrijving in de juiste route. Bij wandelen hoort verdwalen. Ons is dat laatste overkomen, meer dan eens. In de uitgestrekte, dichte bossen van het Drents-Friese Wold of in de voormalige moerasstreek tussen Meijel en Sevenum is verdwalen niet ondenkbaar. Een verkeerde afslag ligt onophoudelijk op de loer. Dan beseft de wandelaar dat landmeting, cartografie, het op verkleinde schaal weergeven van bestaande afstanden en het intekenen van opvallende markeringen als kerktorens, buitenplaatsen, dijken en landschappelijke elementen als bospartijen, afwateringssloten en sluizen juist dienden om het verdwalen tegen te gaan. Het land indelen in kavels diende uiteraard ook de belastingheffing, en tolwegen met tolhuizen en slagbomen zorgden voor het innen van penningen, maar dat is een ander verhaal. Het is onze doelstelling in verhaal en kaart, in beschrijving en routeweergave aan de Nederlanden van destijds en het Nederland van nu uitdrukking te geven. Nederland was mooi in 1813 en is dat nu nog altijd.
inleiding
inleiding
10
d e a t l a s d e r Neederlanden die voor Wandelingen der Neederlanden de leidraad en inspiratie vormde is geen gewone atlas. Het is een eeuwenoude atlas bestaande uit negen kloeke foliobanden die een verzameling kaarten bevat van Nederland in de zeventiende, achttiende en de vroege negentiende eeuw. De atlas is in de eerste jaren van het Koninkrijk der Nederlanden, kort na 1815, voltooid. Mogelijk was het een opdracht die al in de Franse tijd zijn oorsprong vond, met de bedoeling van het door de Fransen geannexeerde gebied van de Nederlanden alle gangbare kaarten bijeen te brengen. De officiële kaart van het land, waaraan door C. R. T. Kraijenhoff al sinds 1798 werd gewerkt, was namelijk nog steeds niet voltooid. Gezien de vermeldingen op het merendeel van de kaarten moet de inhoud van de banden samengesteld zijn bij het befaamde Amsterdamse kaartuitgeversbedrijf Covens & Mortier, dat gevestigd was aan de Vijgendam, de zuidoostzijde van de huidige Dam. Misschien was het wel een persoonlijk initiatief van Cornelis Covens, de man die toen de scepter zwaaide over het bedrijf, om eens deze bundeling te maken van in de zaak verkrijgbare kaarten. Dat het de bedoeling moet zijn geweest om een zo breed mogelijk cartografisch overzicht van het huidige Nederland (en deels België en de vroegere koloniën) te krijgen mag wel blijken uit de diversiteit, de regionale spreiding en de grootschaligheid van de kaarten van deze ingebonden collectie. De kaartuitgeverij stond in de zeventiende en achttiende eeuw in Nederland en vooral Amsterdam op een eenzaam hoog peil. Amsterdam was hét centrum, waar door menige kaartuitgever voor elk wat wils op de markt gebracht werd, van losse kaarten tot enorme atlassen. Aan het einde van de achttiende eeuw kon de balans opgemaakt worden en was een schat aan topografische en thematische kaarten uit de voorgaande twee eeuwen voorhanden. Provinciekaarten, stadsplattegronden, polderkaarten, projectkaarten, rivierkaarten en zeekaarten in diverse uitvoeringen en mate van detailrijkdom waren in groten getale geaccumuleerd in de ‘vermaarde koopstad’. Door het overnemen
11 inleiding
van partijen kaarten, atlassen en koperplaten die in de loop van het lange bestaan van Covens & Mortier in Amsterdam op de markt kwamen, meestal vanwege het beëindigen van oude uitgeverijen, ontstond bij deze firma een enorme en gevarieerde voorraad van zeventiendeen achttiende-eeuwse kaarten. Als ‘centraal kaartenhuis’ konden zij aan vrijwel ieder verzoek om kaarten tegemoet komen. Het zal niet eenvoudig zijn geweest de bonte schakering van kaarten onder één noemer gebracht in de atlas te bundelen. Sommige kaarten waren wel drie meter breed en manshoog. Bij een gelimiteerde afmeting van de koperplaten waarmee deze kaarten afgedrukt moesten worden diende zo’n grote wandkaart in kleinere stukken gedrukt en vervolgens tot een groter geheel gemonteerd te worden. Om praktische redenen heeft de samensteller van de atlas die bladen in de meeste gevallen niet aaneengeplakt maar afzonderlijk, van linksboven naar rechtsonder geordend, in de atlas laten binden. Kaartbladen op een folioformaat van circa 60 x 70 centimeter konden met een vouw in het midden tussengevoegd worden. Iets grotere werden enkele malen gevouwen vastgezet op een strook in de band. De grootste heeft een lengte van ongeveer 180 centimeter. Het opmeten en in kaart brengen van het land heeft een lange evolutie achter de rug, iets waar wij in de wereld van gps nauwelijks meer bij stilstaan. De eerste grote kartering vond plaats in het tweede kwart van de zestiende eeuw, toen ‘Keizerlijk Geograaf ’ Jacob van Deventer in opdracht van Karel v de noordelijke van de toen zeventien provincies in kaart bracht. Dit deed hij met de nieuwste, in Leuven ontwikkelde technieken, gebruikmakend van driehoeksmeting. Latere geografen en landmeters volgden zijn voorbeeld. De vele polders en waterschappen hadden zelf ook goede kaarten nodig om een goed beheer van dijken, sluizen, kanalen enzovoort mogelijk te maken. Aaneengeregen vormden de lappendeken van al die lokale kaarten een enorme grootschalige topografische bron voor het territorium van de sinds 1648 zelfstandig geworden Republiek der Zeven Provinciën. De toegenomen voorspoed maakte het voor allerlei overheden mogelijk het door hen bestuurde gebied op eigen houtje, naar eigen wensen in kaart te laten brengen. Zo werd de ene kaart op een heel andere schaal gemaakt dan de andere, sommige kaarten waren meer thematisch dan topografisch van karakter of dienden zelfs als hulp bij het registreren van grondeigendom. Afmetingen, stijlen, toegepaste symbolen, originaliteit, alles verschilde. Sommige kaarten hadden een heel sobere, zakelijke presentatie, andere werden omgeven door barokke guirlandes met zinnebeeldige voorstellingen, chauvinistische teksten en gedich-
inleiding
12
ten, fantasierijke landschapstaferelen en breeduit geëtaleerde wapens en namen van invloedrijke regentenfamilies. Dat leverde een veelzijdige, aantrekkelijke, maar ook onoverzichtelijke bron voor topografische naspeuringen op. Zoals gezegd: een eenheidskaart voor het hele land bestond tot de eerste decennia van de negentiende eeuw nog niet. De enige manier om het hele land cartografisch in beeld te krijgen was daarom van lieverlee al die uiteenlopende kaarten te verzamelen die ooit her en der verspreid verkrijgbaar waren. Dat moet de samensteller of opdrachtgever van deze unieke bundeling van kaarten, de Atlas der Neederlanden, bewogen hebben. Jan Werner Conservator Kaarten en Atlassen Bijzondere Collecties UvA
Korte handleiding voor het wandelen De vierentwintig wandelingen in dit boek zijn ingetekend op topografische kaarten, schaal 1:25 000. De routes zijn te bewandelen aan de hand van de routebeschrijving, met de bijbehorende kaart als houvast. Voor meer zekerheid is het raadzaam om ook een goed kompas te gebruiken. De wandelaar die beschikt over een gps-apparaat of gps via een smartphone kan via de website van uitgeverij Athenaeum de coördinaten van de gekozen wandeling vinden. Op www. uitgeverijathenaeum.nl/wandelingen zijn kaarten van alle wandelingen te vinden en te downloaden. Bijna alle routes hebben een horecagelegenheid als startpunt. De routes zijn rondwandelingen, met uitzondering van de route MeijelSevenum. Eind- en beginpunt zijn verbonden door een regelmatige busverbinding (in het weekend een belbus; inlichtingen: 9292ov.nl). Erik van Zuylen
GRONINGEN 1 h o g e l a n d, l e e n s 2 b o u r ta n g e
1 · h o g e l a n d, l e e n s
Een wakende schildpad aan de hemelkoepel
15 groningen
w a n d e l e n d o o r h e t Hogeland van Groningen is ondenkbaar zonder aan zanger en dichter Ede Staal te denken. Op het Hogeland waait het altijd; een jagende wind over de glooiingen van wierden of terpen, over onvermoede hellingen, lage aardappelvelden en korenakkers, langs de verspreid staande boomgroepen. De stem van de wind hier heeft iets onherbergzaams; hij is als de stem van Ede Staal. Bij de entree van Borg Verhildersum, aan het bospad, prijkt het lied ‘Vrouger’ van Staal met regels als: ‘Ik zulf kom oet Lains, mit de Wier en Diekstil/ Verhildersum, de iesboan en Stört.// ’t Geluk van joen jeugd goa je loater pas zain/ Dus aiglieks bin je altijed te loat.’ Een andere dichter, C. O. Jellema, schrijft over dit landschap in het gedicht ‘Op de kwelders’: ‘Ik vind het mooi dat weidse.// Nergens zo aards, zo water, luchten.’ Het gebied van De Marne, zoals het in Noord-Groningen heet, was vroeger een hooggelegen eiland, vandaar Hogeland en ook Hoogeland. Oude zeedijken lopen door het land, ze beschermden hofstedes tegen het toestromende water. Vruchtbare zeeklei met verspreid liggende wierden tot aan de horizon. In baksteenrood rijst Borg Verwildersum te Leens op uit de rechthoekige slotgracht. Alles ademt voornaamheid en sfeer op en rondom dit landgoed, waarvan de geschiedenis teruggaat tot in de dertiende eeuw. De tuin is symmetrisch aangelegd met liniaalrechte zichtassen. De buxushagen zijn op de millimeter nauwkeurig geschoren. Verlaat over Achtervalge het lommervolle landgoed aan de westelijke zijde langs een watervolière met een kleurrijke keur aan vogels. Opeens staat u in het vlakke noordelijke land van Noord-Groningen. Gezien vanuit vogelperspectief ligt de Borg in het open, rauwe landschap, als een pronkjuweel omsloten door water en hoog opgaande bomen, een moes-, kruiden- en rozentuin. De Schaapweg voert in noordelijke richting naar het buurtschap Grijssloot. Korenvelden zijn net zo messcherp gemaaid als de geschoren hagen van de Borg. De horizon is als een kerf tussen land en hemel.
vii:54* groningen door Ludolf Tjarda van Starkenborgh, uitgave Nicolaas Visscher, heruitgave Petrus Schenk junior, tweede/ derde kwart achttiende eeuw
Van Visschers kaart zijn vier versies bekend. Vrij snel na het verschijnen werd namelijk tweemaal een aantal fouten gecorrigeerd. In de eerste ronde werd de Slochtertrekvaart al doorgetrokken. Van een beperkt aantal kleinere plaatsjes moest de locatie bijgesteld worden en Visscher verbeterde enkele spelfouten in plaatsnamen. De vierde en laatste versie van Visscher staat in de Atlas der Neederlanden afgebeeld. In deze vorm werd de kaart verkocht door Petrus Schenk junior, zoals de fraai gegraveerde vermelding ‘Nunc apud Petrum Schenk Iunior’ onder de schaalstokken duidelijk maakt. * Deze aanduiding verwijst naar de Atlas der Neederlanden: in dit geval de vierenvijftigste kaart van de zevende band.
groningen
18
Intimiteit is ver te zoeken hier. De wind valt aan over het veld. De boerderijen zijn imposant als het landschap zelf. Het hoofdgebouw met reusachtige deuren wordt geflankeerd door twee lagere schuren. De architectuur ervan gaat terug tot eind negentiende eeuw, de tijd dat het Hogeland tot agrarische ontwikkeling kwam. Bij een T-kruising gaat de haakse bocht naar rechts, Grijssloot in. Op het voorerf van boerderij Welgelegen uit 1883 ligt de beroemde Friese boot Kameleon, althans sterk gelijkend, prachtig in zijn kleuren geel, groen en blauw. Het schip is verdwaald op deze golven van klei. Er zijn niet veel rondingen in de wegen te vinden, maar voorbij de eerstvolgende boerderij, waarvan het bakstenen voorhuis uitzicht biedt op een fraaie tuinpartij, volgt de weg enkele krommingen, en gaat dan de Hoornster Vaart over. Een smal water, ruisende rietkraag erlangs. Ooit trekvaart, nu in onbruik en vergetelheid. Opnieuw de duizelingwekkende leegte boven de vlakke, meetkundig aangelegde akkers. En opeens aan de noordzijde een verwilderd bosgebied dat trots de naam Hogeland draagt. Het is niet veel, wat geboomte van els en berk, struiken met bessen eraan. Vermoedelijk aangelegd als dekking voor jachtwild; fazant, patrijs. De Raylandseweg brengt nog een enkel stuk bos, net als de velden geometrisch aangelegd. In toom gehouden verwildering. Hier lag voorheen een borg, Starkenborgh geheten, ook Huis te Wehe of Borgweer, omsloten door een spel van lanen. Langs de vroegere oprijlaan, het huidige Van Starkenborghpad, staan de bomen op bijna ontroerende wijze in een rij, boom na boom, de kruinen raken elkaar. Achter de bomenrij ligt verderop het dorp Wehe den Hoorn met op het kruispunt het statige gemeentehuis en daartegenover een witgeverfd etablissement, Hotel De Marne. Fantasieën over de reizende gasten van dit hotel, eenzame handelsreizigers in graan en aardappelen, dienen zich aan. Het hotel is tevens dorpscafetaria en uitgaansgelegenheid. Schuin ertegenover de plaatselijke Brood-, Koek- en Banketbakkerij, zoals een verweerde grijze gevelsteen aangeeft. Vaag zichtbaar tussen deze gezonde graanspijzen zijn de letters leesbaar van graangestookte jenever, verkrijgbaar alhier in deze ‘bakkersslijter’. De Dorpsweg kruist de oude weg tussen Groningen en de Afsluitdijk. Verscholen tussen dubbele rijen kastanjebomen ligt de dertiende-eeuwse kerk, gedrongen van bouw, met steunberen, een zadeldaktoren. De toren reikt niet spits de hoogte in, maar lijkt weg te duiken, hoofd tussen opgetrokken schouders. Ertegenover ligt Kerkstraat 34, het sleuteladres. De massieve deur in de bakstenen toren gaat open. Binnenin: glanzende houten vloer, bakstenen grof van schoonheid. De kerk is ’t Marnehuis geworden, een intieme concertzaal. Het plafond is beschil-
19 groningen
derd door Matthijs Röling. Een koe en stier lopen langs de hemelsblauwe dakkoepel, palmbomen wuiven erin, een schildpad waakt. De Kerkweg in zuidelijke richting wordt Klaerkamperweg naar Zuurdijk. Ver weg, aan de zuidoostelijke horizon, ligt de kluis- en bedevaartkerk van Warfhuizen. Wie wil kan van de route afwijken, want in de kerk bevindt zich de bestemming van veel pelgrimstochten: het paneel Onze-Lieve-Vrouwe van de Besloten Tuin, een zeldzaam fraai genadebeeld stralend van goud met een gitzwarte mantel om. Verwilderd akkerland met schermbloemen biedt beschutting aan weidevogels. Een boer snijdt zijn glimmend-scherpe ploegmessen door het land, vruchtbare klei komt boven. Lage huizen en opnieuw een in zichzelf gekeerde kerk met ertegenover café Bolleke de Beer. Aan Moeshorn ligt molen De David. Zuidwaarts verder tot aan de vaart, waarlangs de Trekweg ligt, de brug over. Scheepvaart over trekvaarten was tot ver in de negentiende eeuw een veelgebruikte methode van vervoer. Honden, paarden, een geit of zelfs de schippersvrouw trokken de schepen over de smalle vaarten. Soms een bomenrij erlangs aan de westelijke zijde, vaak niet. Een betonpad loopt door de velden. In een wondermooie hoek staan kaarsrechte populieren. De route slaat enkele haken door het landschap, borden wijzen naar Leens en, de andere kant op, naar het gehucht Electra. Vervolgens bereiken we een plek met een bepaalde magie: ’t Stort, ook Stört. Hier komt het Warfhuisterloopdiep samen met de Hoornse Vaart en vloeit verder tot het Hunsinglokanaal, gegraven in 1873. De brug naar het Scheeftilsterpad tot Leens heet Hellenstertil of ook Scheeftil. Er stond een armenhuis, ’t Blokhoes geheten. Langs de rietkraag staan zeven arbeiderswoningen. In noordelijke richting loopt het pad langs de vaart over in de oprijlaan met dubbele bomenrij van Borg Verhildersum. In de verte schemert het hoofdgebouw. Dwaal rond door de tuinen en neem het pad achter het koetshuis naar de boomgaard met negentiende-eeuwse hoogstamfruitbomen, en een enkele notenboom. Verder langs het schelpenpad troont in volle glorie een boerderij met een stijlvol, wit voorhuis, daterend uit 1870. De hofstede is als een robuust en sober landkasteel.
Route Wandeling 1 Hogeland, Leens Rondwandeling: 16 km Begin- en eindpunt: Koetshuis Borg Verhildersum, Wierde 40, Leens
groningen
20
· Vanaf Koetshuis van Borg Verhildersum westelijke richting over voetpad Achtervalge terrein af, parallel aan provinciale weg (N361). · Dan daar rechts via een tunnel onderdoor, de Schaapweg. · Eind rechts Grijssloot op, naar de gelijknamige woning. Volgen tot deze naar rechts onverhard wordt. · Hoornse Vaart oversteken naar Raylandseweg. Links liggen landerijen van voormalige buitenplaats Rayland Starkenborgh. · Rechts bomenlaan in, aan het eind links naar Wehe den Hoorn. · Rechtsaf Havenstraat in, die Kerkstraat wordt (waaraan Nederlandshervormde kerk staat), vervolgens Klaarkampweg. · Over Wehesterbrug het Warfthuiserloopdiep rechtsaf (dus niet Trekweg aan noordkant); na driehonderd meter linksaf betonnen pad op, dit helemaal volgen met halverwege bij Kattenburg een slinger rechts-links. · Kattenburgerweg kruisen over Wehesterzandpad tot aan Hoofdweg richting Zuurdijk langs molen de Zwaluw. · Weg vervolgen tot aan kruising Hoofdweg (links) en Kattenburgerweg rechts.
· Bruggetje over naar links richting Douwen en ’t Stort. Halverwege Zwaluwetocht. · Bij ’t Stort, waar Hunsingokanaal en Warfhuisterloopdiep samenkomen, rechtsaf langs Hoornse Vaart richting Leens over Scheeftilsterpad. · Bij Dijkstilsterweg linksaf op Wierde richting Borg Verhildersum. · U kunt ook met een omweg door de landerijen van het buitengoed lopen langs een boomgaard met historische fruitbomen en boerenhoeven.
start
2 · b o u r t a n g e r v e e n, b o u r t a n g e Een groote Moerassige Heijde
Ik daal weer van de muur af, ga de vesting in en verlaat hem via de Münsterse Poort. Münster, dat is in Duitsland. Duitsland is hier dichtbij, en dat was voor Willem van Oranje een belangrijke reden om dit fort in 1580 te laten verrijzen op een zandrug in het moeras. Dit woeste terrein vormde een ideale afweer, het landschap voorzag daar in. Maar er waren zwakke plekken, en die zaten ’m in de zogeheten ‘tanghes’: de zandruggen. Daar kon het gebied worden overgestoken. Dat was handig voor de handel, maar zo’n doorgangsroute kon niet zonder bewaking. Een fort dus. Maar was dat genoeg? Ruim tien jaar later, in 1593, besloot Willem Lodewijk van Nassau
23 groningen
d e v e s t i n g b o u r t a n g e is indrukwekkend in elk seizoen, maar winters stoer past haar misschien het meest. Op de wallen ligt sneeuw. IJsvliezen drijven in de brede gracht. Sneeuwvlokken dansen boven het Marktplein – een cirkel van klinkers, met de huizen er losjes omheen. Lichtelijk Anton Pieck. Maar nee. Dit is een gereconstrueerd museumdorp, en daar moeten we niet moeilijk over doen. Het is een kopie, maar goed gedaan. Op de burgwallen is duidelijk te zien hoe ongenaakbaar de vesting was. En ook hoe comfortabel als je binnen de muren vertoefde. Met kanonnen hield men de wacht tegen een vijand die met dit weidse uitzicht nooit een verrassing hoefde te zijn. Afgezien van de huizen met hun oranje pannendaken, zijn er een molen en een kerk – voor brood en geloof, voor menigeen de pijlers van het leven. En voor vet en smaak zijn er aan de voet van de muren weidegrondjes voor wat vee. Het was hier, in dit afgelegen gebied, best uit te houden. Een eventuele belegering kon enige tijd duren. Niet dat het leuk was, maar gebrek zou er niet snel zijn.