Reglementering manegelessen en wandelingen
Inschrijven voor een les of wandeling
Ik wil voor het eerst in Manege Sint-Jorishoeve komen paardrijden (of het is lang geleden) Heb je interesse om bij ons te komen paardrijden? Neem contact met ons op, wij helpen je graag verder. We zullen je vragen eens langs te komen in de manege om verder af te spreken. We zullen je ook vragen je gegevens voor de eerste maal door te geven via „Mijn Sint-Jorishoeve‟. De minimumleeftijd om bij ons paard te rijden is 7 jaar. De minimumleeftijd om mee op wandeling te kunnen is 12 jaar. Enkel gevorderde ruiters kunnen mee op onze wandelingen. Dat houdt in dat de ruiter zich uitstekend kan behelpen in stap, draf en galop, de juiste teugelvoering en beenhulpen probleemloos kan toepassen en een stabiele zit moet hebben. Om dit te toetsen moeten alle ruiters min. 1 groepsles volgen alvorens mee op wandeling te kunnen. De veiligheidsvoorschriften, algemene huisregels en reglementering van de manegelessen dienen nageleefd te worden, ook door niet-ruiters. Voor startende ruiters werken we met instapmomenten. Alle startende ruiters nemen dan voor een aantal weken deel aan een lesuur „Introductie tot paardrijden‟. In deze lessen zal de startende ruiter kennismaken met de basis van het paardrijden en alle omkadering daarrond. Ik ben een ruiter van de manege Als ruiter van de manege heb je de mogelijkheid om in te schrijven voor lessen of wandelingen via „Mijn Sint-Jorishoeve‟. Normaal heb je als ruiter van de manege een vaste plaats in 1 of meerdere wekelijkse lessen. Aangezien je dan geacht wordt zo veel mogelijk wekelijks aanwezig te zijn, wordt je automatisch iedere week ingeschreven. Moest het zijn dat je een keertje toch niet aanwezig kan zijn, kan je je tot een dag voor de les afmelden via „Mijn Sint-Jorishoeve‟. Daarnaast kan je er als ruiter van de manege ook sporadisch inschrijven voor andere lessen van jouw lesniveau in de mate van beschikbaarheid, wanneer je bv. eens een extra keer wil komen paardrijden.
Overzicht taken voor, tijdens en na de les of wandeling
1. Vóór de les of wandeling Bij aankomst krijgt de ruiter een paard toegewezen door de lesgever. De ruiter kan zijn/haar voorkeur bekend maken en de lesgever kan hier trachten rekening mee te houden, maar de definitieve beslissing ligt bij de lesgever. Een helm is verplicht. Heb je er geen mee, kan je lenen bij de manege maar geef het niet pas bij aanvang van de les aan. Leg hem na de les steeds terug netjes op zijn plaats.
De ruiter dient steeds ten laatste een half uur voor de les aanwezig te zijn om het paard klaar te maken voor de les:
Het paard volledig poetsen: Hoofd, manen, buik, rug, benen, hoeven, staart, … o Let op voor singel- of zadelwondjes en signaleer deze bij de lesgever. o Maak gebruikte borstels weer proper en leg ze steeds terug in de doos voor de aanvang van de les. o Zorg er zeker voor dat er geen vuil achterblijft op de plaats waar het hoofdstel, het zadel, de zadeldoek of de singel komt te liggen. Het paard optuigen: Doe, ong. 10 min. voor de aanvang van de les, eerst het hoofdstel aan en vervolgens het zadel. Enkele aandachtspunten: o Gebruik de voor het paard voorziene zadeldoek en extra doekjes, singelbontjes, … o Je mag de singel van het zadel onmiddellijk vrij goed aanspannen maar overdrijf niet en doe het zeker niet op een brute manier. o Doe de oren van het paard ook altijd rustig door het hoofdstel en wring er niet mee. o Hang halsters en touwen steeds terug op zijn plaats voor de aanvang van de les. Vraag gerust de lesgever indien je niet zeker bent. Op onze website vind je een handig overzicht van hoe je een paard klaarmaakt voor de les. Wij verwachten dat de ruiter dit zelf aanleert en na enkele lessen volledig zelf kan. We verwachten ook dat dit steeds goed gebeurt en er niet de voeten aan geveegd wordt. Beginnende ruiters krijgen allen een omkaderingsles waarin dit alles uitgelegd wordt (indien extra omkaderingslessen nodig zijn, contacteer Bart gerust). De verantwoordelijkheid voor het goed uitvoeren van alle nodige acties ligt bij de ruiter zelf, maar kan in het begin natuurlijk bijgestaan worden door bv. de lesgever of andere ruiters. Voor kleine kinderen verwachten we dat de ouders/begeleiders hen hierin bijstaan. We verwachten daarbij dat elke begeleider die met de kinderen meekomt dit op een goede manier kan indien de kinderen het niet volledig zelf kunnen, het is zeer moeilijk voor de lesgever om elke week bij een hele reeks paarden zelf de hoeven te moeten doen, het hoofdstel te moeten aandoen, ... Dat betekent meestal vertraging bij het starten van de les en dus jammer genoeg minder lestijd. Heb zeker geen angst om de lesgever te vragen te helpen of iets uit te leggen, maar wees ook gemotiveerd en enthousiast om bij te leren. Dat is de mentaliteit van de manege. De aanwijzingen van de lesgever dienen steeds gevolgd te worden. Het klaarmaken van het paard gebeurt steeds in de stal. De lesgever geeft aan wanneer de stal mag verlaten worden om naar de piste te komen, dat gebeurt nooit op eigen initiatief. Doe steeds de staldeur zo groot mogelijk open en wees voorzichtig dat je paard nergens achter hoekjes blijft hangen bij het buitenstappen van de stal en in de gangen. Maak je zeker niet ongerust, nu lijkt het veel om te onthouden maar na enkele keren is dit allemaal heel vanzelfsprekend. Maar weet dat er voor alles ook wel een reden is waarom dit zo moet gebeuren. Regelmatig zal er een steekproef genomen worden om te kijken of dit alles correct uitgevoerd wordt, indien niet kunnen er sancties genomen worden.
2. Bij de aanvang van de les of wandeling Op aangeven van de lesgever/begeleider komen eerst de ruiters van het volgende lesuur de piste binnen (indien van toepassing). Deze stappen rond op de hoefslag terwijl de reeds aanwezige ruiters afgewend op de middellijn wachten op het teken van de lesgever/begeleider om de piste te verlaten. Op dat moment mogen de nieuwe ruiters afwenden naar de middellijn om op te stappen. Volg bij de leswissel steeds de aanwijzingen van de lesgever. Sommige lesgevers/begeleiders zullen vragen te wachten vooraleer op te stappen. Wees sowieso erg voorzichtig. Zorg ervoor dat je je paard steeds vasthoudt en dat bij het opstappen de singel goed vast zit.
3. Na de les of wandeling Doe steeds de staldeur zo groot mogelijk open en wees voorzichtig dat je paard nergens niet achter hoekjes blijft hangen bij het binnenstappen van de stal en doorheen de gangen. Na de les dient het paard goed drooggewreven te worden met stro. Bij extreme kou moet er in samenspraak met de lesgever een deken op het paard gelegd worden, zeker voor paarden in de buitenstallen. Alle materiaal moet netjes en op de juiste manier weggehangen worden. Heb respect voor het materiaal van de manege en gooi het niet zomaar terug. Snel willen vertrekken of moe zijn is geen excuus! En met je eigen materiaal ga je ook niet roekeloos om.
Zorg ervoor dat alle onderdelen die bij het paard horen ook door de volgende ruiter nog kunnen worden teruggevonden. Denk hierbij aan getten, singelbontjes, dikke zadeldoek, …
Staat je paard in de binnenstallen, hang dan de zadeldoek omgekeerd aan de staldeur te drogen. Staat je paard buiten, leg de zadeldoek dan omgekeerd over het zadel.
Het bit van het hoofdstel moet grondig afgewassen worden. Even afspoelen is onvoldoende.
Maak de zadel en singel steeds los van het zadeldoek.
Trek stijgbeugelriemen omhoog. Als er krullen in de stijgbeugelriemen gemaakt werden moeten deze zeker terug losgedaan worden.
Maak bij het hoofdstel enkel neus- en keelriem los.
Hang het hoofdstel op de juiste manier terug en haal het niet door elkaar.
Als je een helm of zweepje (of ander materiaal) van de manege geleend hebt, leg dit dan netjes terug op de juiste plaats.
Ga nog even met een borstel over je paard zodat de haren terug vlakgestreken worden en de haren niet “paraplu” staan voor volgende ruiters. Dat is zeker belangrijk wanneer je paard nat is na de les.
Vraag gerust de lesgever als je niet zeker bent. Regelmatig zal er een steekproef genomen worden om te kijken of dit alles correct uitgevoerd worden, indien niet kunnen er sancties genomen worden. Weet dat er voor al deze dingen ook een reden is waarom dit zo moet gebeuren.
Mogelijk moeten sommige paarden ook in de wei gezet worden na de les. De lesgever geeft aan welke paarden op de wei moeten. De paarden gaan sowieso eerst naar de stal om naverzorgd te worden. Ze krijgen dan een touw rond de hals om naar de weide te gaan. Wacht steeds op het teken van de lesgever om je paard uit de stal te halen.
Afmelden voor de les of wandeling
Kan je toch niet komen voor de les of wandeling, vragen we om steeds zo snel mogelijk af te melden via ‘Mijn Sint-Jorishoeve’ op onze website. Mogelijk zijn er mensen die graag sporadisch meerijden in de les. Laattijdige afmelding is ook vervelend voor de lesgever, oa. voor de paardenverdeling. Mensen die niet of laattijdig afmelden krijgen een “streepje” achter hun naam, en na enkele malen kunnen er sancties genomen worden. Wees verantwoordelijk
Een paard herinnert zich beelden en geuren, en linkt dit aan een bepaald gevoel. Een voorbeeld: Als een paard ooit zich pijn doet of ongemakkelijk voelt doordat het hoofdstel op een verkeerde manier was aangedaan, dan gaat die de volgende keer dat beeld voor zich zien en moeilijk het hoofdstel laten aandoen. Een ander voorbeeld: Als een paard ooit op een bepaalde plaats met zijn buik tegen een hoek in de gang heeft geschuurd, dan gaan we later moeite hebben om het paard rustig voorbij dat punt te krijgen. Elke actie die je bij een paard doet heeft indirect een gevolg. Daarom moet er op een verantwoordelijke manier worden gehandeld in de manege en moeten alle voorschriften van de manege dan ook worden gevolgd. Het is immers niet enkel jouw paard waar je mee bezig bent, maar er zijn vele ruiters in de manege. Denk er dus aan dat een paard niet denkt zoals een mens. Je moet in principe op een natuurlijke manier met een paard omgaan, zoals dat tussen paarden in de kudde onderling gebeurt. In een kudde zouden paarden enkel andere vertrouwde dieren in de buurt toelaten. Het is dus niet zo vanzelfsprekend dat wij als mens zomaar in de buurt kunnen komen, kunnen aaien, en al zeker niet om erop te rijden. Behandel een paard dan ook met respect.
Algemene reglementering
Maak je paard bij twijfel vast: Neem een passend halster mee of gebruik er één van de manege (beschikbaar zolang de voorraad strekt) en maak het paard vast in de stal of op het binnenplein. Maak altijd een paardenknoop die met één ruk loskomt. Ga met max. 2 personen in een stalbox. Liefst zelfs enkel de ruiter alleen.
Ga altijd voorlangs: Passeer in de stal als ruiter of bezoeker niet het paard langs achteren, maar ga onder de hals door.
Wees ten allen tijde rustig: Lopen en roepen in de gang, stal of piste, of elders wanneer een paard in de buurt is, is dan ook ten strengste verboden!
Het is verboden de stal te betreden zonder toestemming van een lesgever (bij manegepaarden) of de eigenaar van het paard.
De manege is volledig rookvrij met uitzondering van de daartoe voorziene ruimten: de rokersruimte aan de kantine, het terras van de kantine en het Hoegaardentafeltje achter het hoekje onder de poort.
Gooi sigarettenpeuken ook zeker niet zomaar op de grond, ook niet op de parking of de openbare weg, en zeker niet in het zand van de piste of de duiker die het regenwater moet slikken. Er zijn asbakken ter beschikking. Thuis gooi je ook je peuken niet op de grond. Afval in de daartoe voorziene vuilnisbakken, zeker niet op de grond. Doe als ouder ook de moeite om je kinderen hun afval te doen weggooien. Denk hierbij aan chipszakjes, koekpapiertjes, rietjes, … Anders wordt de manege één grote vuilnisbelt en dat is zeker niet de bedoeling. Thuis gooi je ook je afval niet op de grond.