Wandelingen Landgoederen Amelisweerd Rhijnauwen
Wandelingen Landgoederen Amelisweerd Rhijnauwen Rode route : 3,2 Km. (zie bijbehorende plattegrond) Startpunt: Bezoekersinformatiecentrum Amelisweerd. •
Het bezoekersinformatiecentrum, het woord zegt het al, is een bezoek waard. Koffie en of thee ed. zijn aan te bevelen. Soms kan er ook iets te eten meegenomen worden. Heel verrassend.
T
ussen het huis Oud Amelisweerd en het voormalige koetshuis doorlopend, ziet men links voor het bruggetje een westerse levensboom, een cederachtige uit NoordAmerika en Canada. Net over het bruggetje ligt het sterrepunt, de plaats waar een aantal lanen als stralen van een ster bij elkaar komen. Hier slaat u linksaf (paal nr. 1) een paadje in dat zich tussen de beukenbomen doorslingert. De beuk, te herkennen aan de gladde rijzige stam, bereikt op de landgoederen een aanzienlijke ouderdom. De beuken die hier staan stammen waarschijnlijk uit 1800. Vanaf maart is de grond onder de bomen bedekt met een tapijt van witte bosanemonen en geel speenkruid. De bosanemoon heeft diep ingesneden bladeren en de bloemen zijn vaak aan de onderzijde roodachtig of purper. Het speenkruid bezit glanzende ronde bladeren en goudgele bloemen. Het blad van het speenkruid werd vroeger gegeten als middel tegen scheurbuik; het bevat veel vitamine C. Deze kleine voorjaarskruiden groeien, bloeien en vormen zaad voordat het blad aan de bomen komt. Dan wordt het namelijk veel te donker onder de beuken voor deze vroege bloeiers. Even voor het eind van het pad staan aan de linkerzijde het daslook en de Italiaanse aronskelk. Daslook is een ui-achtige met brede bladeren en witte bloemen. Vooral gedurende de zomermaanden is de geur van deze beschermde plant al van verre te ruiken. De aronskelk bloeit in mei-juli met een zogenaamde bloeikolf; in het najaar vallen de rode bessen op. Bovenvermelde planten, die hier van nature niet thuishoren evenals b.v. het sneeuwklokje en de boshyacint, zijn zo'n tweehonderd jaar geleden op de landgoederen ingevoerd en gedijen goed op de vruchtbare bosgrond. Op het kruispunt gaat u rechtdoor, het pad buigt vervolgens voor het water naar rechts. Via het bruggetje steekt u de waterloop over (paal nr. 2) en bereikt zo het Engelse Werk. Dit deel van het bos is in een heel andere stijl aangelegd dan het deel dat u zojuist verlaten hebt. Het Engelse Werk wordt gekenmerkt door afwisseling: waterlopen, een heuvel, kronkelpaden, kortom een kopie van een natuurlijk landschap. Aan de voet van de heuvel, waar de route van de wandeling naar rechts afbuigt, staan tussen het pad en het water enkele vlieren. Het zijn liefhebbers van goed bemeste gronden. De vlier tooit zich in het voorjaar met zoetgeurende witte bloemschermen; in het najaar profiteren_ raf de vogels van de zwarte, vitaminerijke bessen van de vlier. Via een smal bruggetje (paal nr. 3) bereikt u een ander deel van het Engelse Werk. Hier neemt u de buitenbocht, dus direct na het bruggetje links. Aan uw rechterhand staat een groep rododendrons die nogal wat achterstallig onderhoud vertonen. Het zijn oude struiken die feitelijk aan het eind van hun leven zijn gekomen, wat te zien is aan de slechte groei en bloei. Voor het bruggetje ligt rechts een klein eilandje waarop Amerikaanse vergeet-mij-nietjes groeien. Na alweer een bruggetje gaat u het pad op evenwijdig aan de scheidingssloot tussen de landgoederen Nieuw en Oud Amelisweerd. Dit pad voert door een gemengd bos van beuk en eik. De eik hoort op de landgoederen eigenlijk niet thuis. Alle exemplaren die u op de landgoederen vindt zijn er aangeplant.
De eik met zijn geribbelde schors en gelobde bladeren is een boom van meer drogere en zanderige grond. Tussen het pad en de sloot groeien onder andere hazelaars, struiken met lange grijze twijgen die al in januari behangen zijn met gele katjes. Aan de hazelaars groeien in het najaar de bekende hazelnoten. Langs het pad, op die plaatsen waar nog wat licht de bosgrond bereikt, groeien die planten die vrij goed bestand zijn tegen een donker bestaan onder de beukenbomen. Veel voorkomend zijn het klein springzaad, te herkennen aan de doorschijnende stengel en bladeren en natuurlijk aan de zaden die weggeschoten worden, en het heksenkruid met de kleine, in een tros staande, witte bloemetjes en de bolvormige vruchten met weerhaakjes.
Aan het eind van het pad (paal nr. 4) heeft u links een goed uitzicht over de Helweide, het hooiland achter het huis Nieuw Amelisweerd. Dit landhuis, waarvan u de achterzijde ziet, is gebouwd rond 1700 en gold in die tijd als één van de meest imposante landhuizen van ons land. Het landhuis is onlangs verbouwd en is daarbij opgedeeld in een aantal appartementen; de woonfunctie is dus bewaard gebleven. U vervolgt de wandeling door rechtdoor de scheidingslaan tussen de weilanden op te gaan. Deze laan wordt aan de rechterkant begrensd door een, voor het Kromme Rijngebied, karakteristieke meidoornhaag. Dit soort hagen waren, vbbr de uitvinding van het prikkeldraad en het schrikdraad, massaal als veekering in gebruik. De onderhoudskosten van een dergelijke haag zijn hoog, reden waarom zij grotendeels verdwenen zijn. Links van het pad vindt u hakhout dat om de paar jaar gekapt wordt (het zgn. terugzetten). De stobben geven aan allerlei planten en dieren onderdak; vooral het aantal mossoorten is erg groot. Halverwege de laan heeft u een goed uitzicht over de weilanden links op de grienden van Nieuw Amelisweerd. Dit zijn laaggelegen wilgenvelden langs de Kromme Rijn die om de drie, vier jaar gekapt worden. Het hout van deze grienden werd gebruikt bij de dijkenbouw en voor het vlechten van manden e.d. Aan de rand van de grienden zijn, vooral tegen de avond, vaak reeën te zien. Op de landgoederen komen een 15 tot 20 reeën voor die de grienden, die gesloten zijn voor het publiek, gebruiken als rustplaats.
Tussen de bunkers, die in vroegere tijd een onderdeel vormden van de Hollandse Waterlinie, zijn aan het eind van de winter hazen te zien die dan hun rammeltijd (paringstijd) doormaken. De knotwilgen langs de sloot vormen een goede schuilplaats voor allerlei dieren en zelfs een groeiplaats voor verschillende plantensoorten. Het fluitenkruid, een forse plant met fijnverdeelde bladeren en witte bloemschermen, omgeeft in juni-juli de scheidingslaan met een witte waas. Via het klaphek komt u op de Vossegatsedijk. (paal nr. 5) Hier slaat u rechtsaf. Vanaf deze weg heeft u een goed uitzicht op het universiteitscentrum 'de Uithof' met als hoogste punt het 85-meter hoge Transitorium II. De wandeling voert u vervolgens linksaf het Hoge Bos in. (paal nr. 6) Dit is vermoedelijk het oudste bos van de landgoederen (aangelegd rond 1700). In het voorjaar groeit hier veel kraailook, een plant met rolronde bladeren en, net als de daslook, met een typische uiengeur. Lopende op de beukenlaan kijkt u, bij het verlaten van het bos, over de weilanden aan uw linkerhand uit op fort Rhijnauwen. Dit fort is gebouwd tussen 1867 en 1869 en is het grootste vestingwerk van deze soort in Nederland (32 hectare groot). Fort Rhijnauwen is eigendom van Staatsbosbeheer en niet toegankelijk voor het publiek. U gaat nu het eerste pad rechts in, (paal nr. 7) steekt de Vossegatsedijk over en gaat via het klaphek de Beeldenlaan op.
In het verleden was dit de oprijlaan van het huis Oud Amelisweerd dat u aan het eind van de laan ziet schemeren. Links van de Beeldenlaan, die omzoomd wordt door eiken, liggen akkers waarop voornamelijk snijmaïs geteeld wordt ten behoeve van het melkvee dat op de acht boerderijen van de landgoederen gehouden wordt. Bij het binnengaan van het bos (paal nr. 8) gaat u rechtsaf één van de lange lanen op die de grenzen vormen van het parkbos Oud Amelisweerd. Dit bos is aangelegd rond 1770 in de zogenaamde rococostijl die toen in de mode was. Kenmerk van deze stijl is enerzijds de lange rechte lanen, anderszijds de kronkelende paden die het binnenbos doorkruisen. In het voorjaar is het gezang van allerlei vogeltjes hier overweldigend. Wie geluk heeft hoort zelfs het geroffel van de grote bonte specht. De laan buigt op een gegeven moment naar links. Rechts van u ligt dan het zogenaamde Kokken bos (Le coq = de haan), genoemd naar de fazanten die hier vaak overnachten. In vroegere tijd was dit een essenhakhoutbos, nu echter een opgaand bos, dat in het najaar bijzonder rijk is
aan paddestoelen, een gevolg van de wat zanderige bodem. Vervolgens slaat u linksaf een lange rechte laan in. Hier heeft u een goede kans de eekhoorn te ontmoeten die in één van de hoge eiken die hier staan zijn nest heeft. Bij het kruisen van de Beeldenlaan (paal nr. 9) slaat u rechtsaf. Tot voor enkele jaren terug was dit met recht een beeldenlaan; echter vanwege veelvuldige vernielingen zijn de beelden verwijderd. Het huis Oud Amelisweerd heeft zijn huidige vorm ver-kregen rond 1770 dankzij baron Taets van Amerongen die ook verantwoordelijk was voor de aanleg van het bos van Oud Amelisweerd Het huis is in 1808 gedurende korte tijd de residentie geweest van Koning Lodewijk Napoleon. Via de brug komt u weer op de plaats van vertrek en aan de oevers van de Kromme Rijn, de rivier die bij het ontstaan van de landgoederen zo'n grote rol heeft gespeeld. Hier eindigt deze wandeling over de landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen.
Einde rode route
Gele route : 3,6 Km. (zie bijbehorende plattegrond) Startpunt: Bezoekersinformatiecentrum Amelisweerd. •
Als u met de auto komt is het hier wellicht handiger om helemaal door te rijden tot op de parkeerplaats bij theehuis Rhijnauwen, dus niet bij bezoekersinformatiecentrum Amelisweerd (zie plattegrond) . Dat betekent langs de jeugdherberg, gewoon door de poort daarna rechtsaf richting theehuis Rhijnauwen, tevens een goede pleisterplaats en begin- en eindpunt van deze ‘gele wandeling’. Het startpunt is dan het bruggetje over de Kromme Rijn, na te zijn teruggelopen van de auto (weer door de poort) naar de jeugdherberg. (zie dikgedrukte tekst links van het plaatje onderaan deze pagina)
Langs de tuin lopend van het huis Oud Amelisweerd waarin vooral de grote rode beuk opvalt, komt u uit bij het sterrepunt. (paal nr. 1) Op deze plaats komen een aantal lanen als stralen van een ster bijeen. Op dit punt slaat u rechtsaf en verlaat al vrij spoedig het bos. Rechts van het voetpad ligt een boomgaard die hoort bij boerderij 'de Zonnewijzer'. Dit is één van de acht nog in bedrijf zijnde boerderijen van de landgoederen. Op deze bedrijven wordt voornamelijk melkvee gehouden. Dit is onder andere te zien aan het ingekuilde gras. Aan uw linkerhand doemt de Uithof op, het universiteitscentrum van Utrecht. Het meest opvallende gebouw is het 85 meter hoge Transitorium II. Via een klaphekje verlaat u het landgoed Oud Amelisweerd en komt u op Rhijnauwen. De route van de wandeling buigt hier af naar rechts. (paal nr. 2) De houtsingel (aan de rechterzijde van het pad) kwam men vroeger veel tegen op het platteland. Niet alleen dienden deze singels in het verleden als afscheiding rond weiden en akkers en gaven zij beschutting tegen de wind, maar zij leverden ook brand- en timmerhout. Van dit hout, dat om de tien jaar gekapt werd, maakte men ook allerlei voorwerpen als stelen, pollepels e.d. Aan de andere zijde van het pad ligt achter een meidoornhaag een boomgaard met zogenaamde hoogstambomen. Dit soort boomgaarden zijn nogal zeldzaam aan het worden; vooral in de zestiger jaren zijn er, uit economische motieven, veel boomgaarden opgeruimd en vervangen door laagstamboomgaarden. Even voor het water buigt het pad naar links. Juist in de bocht staat een reusachtige kastanjeboom. In mei-juni is deze boom getooid met de op kaarsen lijkende bloemtrossen. Voor u de speelweide opgaat, staat rechts van het pad een merkwaardige boom. Het is een beuk, herkenbaar aan blad en knoppen, waar binnenin een meidoorn groeit. Langs de Kromme Rijn, in vroegere tijden de belangrijkste tak van de Rijn maar nu een rustige rivier, vervolgt u uw weg. Tot voor enige jaren terug was de Kromme Rijn sterk verontreinigd, maar de waterkwaliteit is de laatste tijd verbeterd; dit is te zien aan de begroeiing in en langs het water. Via een smal laantje, (paal nr. 3) omzoomd door fraai gesnoeide, zeer oude lindebomen, wandelt u langs de stenen duiventoren, één van de oudste stukjes Rhijnauwen, die dateert uit 1200. U slaat vervolgens tweemaal rechtsaf en wandelt onder het poortgebouw van Rhijnauwen door en komt zo op het voorplein van de jeugdherberg. Rond 1200 stond op deze plaats een grote burcht met grachten en ophaalbrug. In de loop der eeuwen raakte deze burcht in verval totdat in de 18e eeuw
het Middeleeuwse huis werd verbouwd tot een modern landhuis. Het poortgebouw was vroeger als koetshuis in gebruik. Aan deze tijd herinnert bijvoorbeeld nog de hijsbalk boven het rechter raam waarmee het hooi naar de zolder werd gehesen. In 1920 werd Rhijnauwen eigendom van de gemeente Utrecht. In 1933 vestigde zich er de jeugdherberg, die kort geleden werd uitgebreid met een grote dependance. Na de brug over de Kromme Rijn gaat u direct linksaf het jaagpad op. Dit pad is genoemd naar de jager die met behulp van een paard in vroegere tijd de schuiten tegen de stroom in voortrok. De Kromme Rijn was (en is nog steeds) te smal voor zeilboten. Vanaf het jaagpad tegenover het theehuis heeft u een mooi uitzicht op de achterzijde van de jeugdherberg. Deze zijde is nog een restje van de vroegere burcht. Het theehuis Rhijnauwen is een schepping van de architect G. van der Gaart die ook het restaurant in het Wilhelminapark ontwierp. Wat verder staan langs de Kromme Rijn hier en daar knotwilgen, bomen waarvan om de drie tot vier jaar de takken gesnoeid worden. In de holle pruik vestigen zich allerlei dieren en zelfs ook planten. Vooral gedurende de zomermaanden is het wandelen over het jaagpad een waar genoegen door de vele plantensoorten die men langs dit pad kan vinden. Enkele daarvan zijn het fluitenkruid, bijgenaamd Hollands kant, een frisgroene plant met witte bloemschermen en de zilverschoon, een 'laag bij de gronds' plantje met gele bloemetjes en 'n zilverkleurige bladonderzijde. In de weilanden voeren in het voorjaar de kieviten hun vliegshows op terwijl een van de reigers, die hun nesten op Nieuw Amelisweerd hebben, op visvangst is. (paal nr. 4) Na de Kromme Rijn weer overgestoken te zijn bevindt u zich op het Vagantenpad. Vanaf dit pad ziet u nog steeds de gebouwen van de Uithof, in dit geval van de faculteit diergeneeskunde. Aan uw rechterhand ligt wat verscholen in het landschap (paal nr. 5) boerderij de Bosch hoeve. Via een stukje fietspad dat de weiden doorsnijdt komt u uit op een door eiken begeleidde laan: de Vossegatsedijk. Rechts van deze laan verscholen achter vooral meidoornstruiken ligt Fort Rhijnauwen. Dit, met zijn 32 hectare het grootste fort van Nederland, is gebouwd rond 1868 en was toen een belangrijk onderdeel van de Hollandse Waterlinie, een gordel van vestingwerken. Na 1973, toen de munitieopslagplaats werd gesloten en het fort eerst onder Domeinen en later onder Staatsbosbeheer kwam, is deze grimmige vesting uitgegroeid tot een bijzonder fraai stuk natuur waar maar liefst 285 wilde plantensoorten voorkomen. Het is een van de belangrijkste overwinteringgebieden voor vleermuizen in de omgeving van Utrecht. Het fort is voor het publiek gesloten en vormt daarom een rustgebied voor het wild. In een weiland links van de weg liggen nog een tweetal bunkers die ook tot de Waterlinie behoorden. Dit soort bunkers zijn nu in gebruik als opslagplaats e.d. In de omgeving van het fort vinden veel kleine zangvogeltjes een goed onderkomen en hun zang is in de vroege ochtenduren het best te beluisteren. Na het passeren van het toegangshek naar het fort (paal nr. 6) slaat u linksaf, langs de 18e eeuwse boswachterwoning 'het Vogelnest'. U bevindt zich nu op de vroegere oprijlaan naar het huis Rhijnauwen: de Rhijnauwenselaan. Op Rhijnauwen komen voornamelijk rechte lanen voor. De kronkelpaden zoals u die op Oud Amelisweerd kunt tegenkomen zult u hier vergeefs zoeken. Voorbij de speel- en ligweide slaat de route rechtsaf. (paal nr. 7 Als u de auto op de parkeerplaats heeft gezet is hier dus de keuze, terug naar de auto of toch nog even het stukje lopen dat u gemist heeft…) Langs het bosje waar in het verleden twee zogenaamde bosquets waren aangelegd; kleine bosjes waarin smalle paden ingewikkelde patronen vormden. Daarna werd dit bosje 'een boomgaard van vermaak' een aanplant van bomen op rijen. Het geheel is nu een dicht bosje gegroepeerd rond een grasveldje. Tegenover de tennisbaan, die vooral gedurende de zomermaanden veel publiek trekt, ligt
een boomgaard met aan de rand nog enige hoogstambomen. Bij de slagboom verlaat u Rhijnauwen. (voor diegenen met de auto op de parkeerplaats moet verder gelezen worden bij het begin van de gele route bij paal 2, dikgedrukt in de tekst twee pagina’s terug) Het bos voorbij het weiland is aangelegd rond 1770. De lange rechte lanen tezamen met de kronkelpaden in het binnenbos duiden op een aanleg in de zogenaamde rococostijl. Na de brug over de gracht rond het huis Oud Amelisweerd bent u weer terug op de plaats van vertrek. Het huis Oud Amelisweerd is in 1707 als een eenvoudig woonhuis gebouwd en werd in 1770 grondig uitgebreid waarbij het zijn huidige vorm verkreeg. In 1808 is dit huis enige tijd de residentie geweest van Koning Lodewijk Napoleon die zich hier permanent wilde vestigen. Echter de koninklijke bemoeienis was slechts van korte duur. In 1953 is het landgoed Oud Amelisweerd tezamen met het landhuis aangekocht door de gemeente Utrecht. Uitgave: ROVU afdeling Openluchtrecreatie en Groenvoorziening. Auteursrechten plattegrond: Gemeente Utrecht, afdeling Landmeten en Kartografie. Juli 1984