Rapport thematoezicht Gezonde Zorg: samenwerking tussen eerstelijnscentrum, de GGD en de thuiszorginstelling op het gebied van leefstijlondersteuning
Wandelbos-Noord, Tilburg Amsterdam, september 2013
Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013
Inhoudsopgave 1
Inleiding ..................................................................................................3
2
Resultaten ...............................................................................................5 2.1
Randvoorwaarden ..............................................................................6
Randvoorwaarde 1.
Gezamenlijke probleemanalyse ........................................6
Randvoorwaarde 2.
Gezamenlijke doelstellingen ............................................7
Randvoorwaarde 3.
Systematische evaluatie en verbetering ............................9
Randvoorwaarde 4. wijk/buurt
Gestructureerd overleg tussen relevante zorgverleners in de 10
Randvoorwaarde 5.
Netwerkregie ............................................................... 11
Randvoorwaarde 6.
Betrokkenheid zorgverzekeraar en gemeente .................. 12
2.2
Bevorderende factoren ..................................................................... 13
2.3
Belemmerende factoren .................................................................... 13
2.4
Overig ............................................................................................ 14
2.5
Overzicht van de scores per randvoorwaarde....................................... 14
3
Maatregelen ........................................................................................... 15
4
Openbaarmaking rapporten...................................................................... 16
2
Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013
1
Inleiding
In dit rapport staan de resultaten van het thematoezicht Gezonde Zorg over de samenwerking op het gebied van leefstijlondersteuning tussen eerstelijnscentrum, de GGD en de thuiszorginstelling in Wandelbos-Noord, Tilburg. In dit hoofdstuk leest u meer over het onderzoek. Aanleiding en doel De Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: inspectie) doet een onderzoek naar de samenwerking tussen eerstelijnscentrum, de GGD en de thuiszorginstelling op het gebied van leefstijlondersteuning. Hiervoor heeft u in de periode december 2012-januari 2013 een webbased vragenlijst ingevuld. Op 9 april 2013 heeft de inspectie een bezoek gebracht aan uw wijk. Gezondheidsverschillen Bevolkingsgroepen met een lage sociaal economische status (SES) leven gemiddeld bijna 4 jaar korter en hun gezonde levensverwachting is ongeveer 15 jaar minder. In Nederland zijn de leefstijlfactoren roken en overgewicht de belangrijkste oorzaken van ziekte en sterfte. Leefstijlverandering heeft direct een gunstig effect op de levensduur. Bovendien leven mensen dan langer zonder ernstige gezondheidsproblemen. Project gezonde zorg In 2011 is de eerste fase van het project ‘Gezonde Zorg: geïntegreerde en effectieve ondersteuning door zorgverleners bij leefstijlverandering‘ afgerond. Onder leefstijlverandering wordt verstaan dat mensen er zelf voor zorgen dat zij voldoende lichaamsbeweging krijgen, gezonde voeding kiezen, eventueel stoppen met roken en hun alcoholgebruik matigen. Een leefstijlpatroon veranderen is lastig, maar vaak noodzakelijk om gezond te blijven of te worden. Zorgverleners in de wijk hebben een belangrijke taak om mensen die hun leefstijl willen of moeten bijstellen te ondersteunen. Uit onderzoek blijkt dat een ongezonde leefstijl veel meer voorkomt in achterstandswijken dan in andere wijken. Hier is een grote gezondheidswinst te behalen met leefstijlondersteuning. Het onderzoek Door in te zetten op de totstandkoming van een integrale aanpak bij leefstijlverandering wordt het veranderen van de leefstijl beter ondersteund. De inspectie vraagt van de GGD, eerstelijnscentrum en thuiszorginstelling, die actief zijn in achterstandswijken, dat zij zich hiervoor gezamenlijk inzetten. De basis is er al, zoals bestaande richtlijnen en best-practices. Door verder te bouwen op deze basis wil de inspectie stimuleren dat er een samenhangend aanbod tot stand komt. In 2012 hebben de partijen de ruimte gehad om met de samenwerking volgens de randvoorwaarden aan de slag te gaan. In 2013 toetst de inspectie de samenwerking in achterstandswijken tussen de GGD, eerstelijnscentrum en thuiszorginstelling(en). De inspectie onderzoekt de samenwerking in 20 achterstandswijken. De bevindingen over de samenwerking tussen de drie partijen in de wijken legt de inspectie vast in een wijkrapport. Daarnaast maakt de inspectie een geaggregeerde
3
Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013
rapportage. Dit rapport wordt evenals de twintig wijkrapporten openbaar gemaakt. Alle rapporten worden op de website van de inspectie geplaatst, www.igz.nl. In dit rapport kunt u uw score van het onderzoek bekijken. Ook geeft de inspectie haar eindoordeel per randvoorwaarde. Het bezoek Tijdens het bezoek aan uw wijk sprak de inspectie met de volgende mensen: - beleidsmedewerker, gemeente Tilburg - directeur, Gezondheidscentrum De Reeshof - beleidsadviseur gezondheidsbeleid, GGD Hart voor Brabant - Manager Zorgteams, thuiszorgorganisatie Thebe
Het gezondheidscentrum De Reeshof ligt niet in de geselecteerde wijk, WandelbosNoord. Het centrum heeft wel patiënten vanuit die wijk. In de geselecteerde wijk was geen gezondheidscentrum aanwezig.
4
Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013
2
Resultaten
In dit hoofdstuk leest u hoe de inspectie de samenwerking per randvoorwaarde beoordeelt. De zes randvoorwaarden hebben een score ‘afwezig’, ‘aanwezig’, ‘operationeel’ of ‘geborgd’. De scores ‘afwezig’ en ‘aanwezig’ beoordeelt de inspectie als onvoldoende. De scores ‘operationeel’ en ‘geborgd’ beoordeelt de inspectie als voldoende. De scores zijn gebaseerd op de antwoorden die u in de webbased vragenlijst heeft ingevuld, de toegezonden documenten en de informatie die tijdens het bezoek aan de orde is gekomen. De inspectie beoordeelt de samenwerking van de organisaties op basis van de randvoorwaarden. De inspectie heeft in de score enerzijds meegewogen in hoeverre sprake is van visie en samenwerkingsactiviteiten op het gebied van leefstijlondersteuning van de betrokken organisaties op populatieniveau en anderzijds in hoeverre sprake is van samenwerking op het gebied van leefstijlondersteuning op patiëntniveau, al dan niet in combinatie met zorgactiviteiten. Daarnaast heeft de inspectie gekeken in hoeverre bijvoorbeeld door de GGD wel al activiteiten zijn gestart in andere wijken op het gebied van de samenwerking met eerste lijn en thuiszorg bij leefstijlondersteuning, maar nog niet in de bezochte wijk. Deze activiteiten hebben geen invloed op de score. Aan het einde van het hoofdstuk vindt u een overzichtstabel met alle scores.
5
Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013
2.1
Randvoorwaarden
Randvoorwaarde 1.
Gezamenlijke probleemanalyse
De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg hebben een gezamenlijke probleemanalyse opgesteld op wijkniveau, waarbij de zorgverleners verschillende informatiebronnen hebben benut. Afwezig Een probleemanalyse van de wijk/buurt ontbreekt.
Score
Aanwezig Zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg hebben een probleemanalyse opgesteld op basis van informatie van één van de zorgverleners in de wijk en deze niet of deels afgestemd.
Operationeel Zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg hebben een gezamenlijke probleemanalyse opgesteld op basis van informatie op wijkniveau uit verschillende bronnen maar deze niet schriftelijk vastgelegd. X
Geborgd Zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg hebben een gezamenlijke probleemanalyse opgesteld op basis van informatie op wijkniveau uit verschillende bronnen, en deze hebben zij schriftelijk vastgelegd.
De directeur van het gezondheidscentrum geeft aan dat hij heeft meegewerkt aan de ontwikkeling van de ROS-wijkscan. Dit hebben zij eerst gedaan voor de Reeshof. Deze wijkscan van de Reeshof heeft het gezondheidscentrum ook besproken met de gemeente. Hij voegt hier wel aan toe dat er mankementen in de wijkscan zitten. Zo kloppen bepaalde cijfers niet met wat het gezondheidscentrum in de praktijk ziet. De betrouwbaarheid van de gegevens is juist belangrijk om beslissingen te kunnen nemen. Verder heeft de wijk de Reeshof een goed gebied maar ook een achterstandsgebied. Doordat de ROS de viercijferige postcode gebruikt, wordt het achterstandsgebied uitgemiddeld. Dit zou volgens hem op een ander niveau fijnmaziger door bijvoorbeeld de academische werkplaats van de universiteit of door de GGD geanalyseerd moeten worden, omdat individuele huisartsen dit niet kunnen doen. De beleidsmedewerker van de gemeente geeft aan dat zij de gegevens van de ROS wijkscan, de GGD, de zorgverzekeraar en de gemeente zelf gebruiken. Zij legt uit dat de gegevens van de ROS zicht richten op prognoses terwijl de gemeente zich baseert op bestaande gegevens. De gemeente gaat nu proberen om de informatie van de verschillende bronnen samen te voegen. Verder geeft zij aan dat de gemeente is gestart met de wijkdialoog rondom kwetsbare ouderen. Tijdens zo’n dialoog delen de partijen de analyse en knelpunten met elkaar. Voor de bezochte wijk hebben gemeente, GGD en CZ samen een gezondheidsprofiel (probleemanalyse) gemaakt, gebaseerd op feitelijke gegevens. Dit profiel hebben zij besproken met de partners in de wijk. Dit heeft er toe geleid dat een gezamenlijke aanpak komt rondom kwetsbare ouderen. Dit is de wijkdialoog De GGD heeft gezondheidsprofielen van de gemeente. De beleidsadviseur van de GGD geeft aan dat daarbij partijen ook de wijk in moeten om te vragen of de problematiek herkenbaar is om zodoende een goede analyse te maken.
6
Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013
Randvoorwaarde 1 beoordeelt de inspectie met de score operationeel. Het gezondheidscentrum heeft meegewerkt aan de ontwikkeling van de ROS wijkscan en de GGD heeft gezondheidsprofielen. De gemeente heeft gegevens over gezondheidsproblematiek, afkomstig van verschillende bronnen. Deze gegevens heeft de gemeente nog niet samengevoegd tot één analyse. Zij gaan hier nu wel mee starten.
Randvoorwaarde 2.
Gezamenlijke doelstellingen
De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg hebben gezamenlijke doelstellingen geformuleerd om de gesignaleerde problemen m.b.t. de leefstijl van de inwoners in de wijk/buurt op te lossen. Afwezig Geen van de zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg heeft doelstellingen benoemd voor de zorg(uitkomsten) in de wijk/buurt.
Score
Aanwezig Zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg in de wijk/buurt hebben afzonderlijk van elkaar doelstellingen geformuleerd en deze niet of deels afgestemd. X
Operationeel Zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg in de wijk/buurt hebben gezamenlijke doelstellingen geformuleerd maar dit niet schriftelijk vastgelegd.
Geborgd Zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg in de wijk/buurt hebben gezamenlijke doelstellingen geformuleerd en schriftelijk vastgelegd.
De manager zorgteams van de thuiszorg geeft aan dat de thuiszorg in januari 2013 in samenwerking met de gemeente, CZ, maatschappelijk werk, POH’er en welzijnsorganisatie doelstellingen heeft geformuleerd. Momenteel is de thuiszorg in de borgfase van het project de Zichtbare Schakel. Hierbij richt de thuiszorg zich op kwetsbare ouderen van 75+. Dit project heeft als doel dat ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen en dat escalatie van problemen wordt voorkomen. Ook bij complexe patiënten die veel zorgverleners om zich heen hebben, helpt het project voorkomen dat mensen tussen wal en schip raken. Afgelopen drie jaar heeft de thuiszorg veel gedaan in het netwerk om verbindingen te leggen. Nu is de thuiszorg toe aan het borgen van overlegvormen in de Kruiden-Kleurenbuurt. Ook is in die buurt het consultatiebureau voor ouderen (CBO). Via het CBO is er een verbinding met de huisartsen. De directeur van het gezondheidscentrum geeft desgevraagd aan dat huisartsen dit consultatiebureau niet nodig vinden. Zij hebben een andere aanvliegroute met de module ouderen. Huisartsen vinden het prettig om zelf een wijkverpleegkundige in te zetten wanneer zij dit nodig vinden. De manager zorgteams geeft aan dat er nu een project loopt met als partners de thuiszorg, het gezondheidscentrum met de wijkverpleegkundige en 15 andere kernteams in Midden Brabant (huisarts, praktijkondersteuner huisartsen (POH), wijkverpleegkundige) om te kijken of zij de Zichtbare Schakel en de module ouderen in elkaar kunnen schuiven. De directeur van het gezondheidscentrum geeft aan dat zij zich richten op drie doelstellingen. Deze hebben zij onder andere gekozen omdat zorgverzekeraars steeds meer public health gaan denken. Eén doelstelling richt zich op diabetes. Het 7
Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013
gezondheidscentrum wil iets doen aan het overgewicht en richt zich daarbij op bewegen. Daarnaast willen ze het gevoel van onveiligheid en het gebrek aan centrale cohesie aanpakken. Hierbij moet de eerstelijn zich sterker verbinden met welzijn en aandacht besteden aan zaken als zelfhulp en zelfmanagement. Als laatste doel heeft het gezondheidscentrum de module ouderen. Hierbij loopt ook het eerder genoemde samenwerkingsproject met kernteams met Thebe. Maar het gezondheidscentrum heeft gekozen om samen te werken met Stichting De Wever, omdat hier een samenwerkingsrelatie al bestond. Het gezondheidscentrum heeft wijkverpleegkundigen van stichting de Wever in dienst genomen. Zij kennen de deskundigen, die nodig zijn voor adequate ouderenzorg, zoals de specialist ouderengeneeskunde (SOG). De manager zorgteams geeft aan dat er binnen het project met de kernteams geriatrische expertise teams (GET) zijn. De huisarts kan via deze teams een SOG inzetten. Verder voegt de manager zorgteams nog toe dat bij het aanpakken van het gevoel van onveiligheid belangrijk is aandacht te hebben voor zowel de bewoners als het personeel. Veiligheid is binnen de thuiszorg namelijk een belangrijk item bij de medewerkers. De beleidsmedewerker van de gemeente geeft aan dat zij voor hun doelen eerst draagvlak creëren bij de bewoners. Daarna gaat de gemeente pas concreet aangeven wat zij gaat doen in een bepaalde wijk. Randvoorwaarde 2 beoordeelt de inspectie met de score aanwezig. De partijen hebben afzonderlijk van elkaar doelstellingen geformuleerd. Op onderdelen is er wel afstemming en samenwerking, maar dit is nog niet structureel. De gemeente neemt een actieve rol hierin, waarbij de GGD zichzelf positioneert als het verlengstuk van de gemeente.
8
Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013
Randvoorwaarde 3.
Systematische evaluatie en verbetering
De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg in de wijk/buurt evalueren ten minste 1 keer per jaar gezamenlijk en gebruiken de resultaten om de zorg te verbeteren. Afwezig De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg in de wijk/buurt evalueren niet.
Score
Aanwezig De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg in de wijk/buurt evalueren afzonderlijk de zorg die zij leveren en/of verbeteren de zorg niet op basis van de resultaten van de evaluatie.
Operationeel De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg in de wijk/buurt evalueren ten minste 1 keer per jaar gezamenlijk en de resultaten gebruiken de zorgverleners om de zorg te verbeteren, maar hierover zijn geen afspraken gemaakt. X
Geborgd De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg in de wijk/buurt evalueren ten minste 1 keer per jaar gezamenlijk. De resultaten gebruiken de zorgverleners aantoonbaar om maatregelen te nemen ter verbetering
De directeur van het gezondheidscentrum geeft aan de eigen zorg te evalueren door middel van een jaarverslag.. Dit jaarverslag communiceert het gezondheidscentrum met de thuiszorg en de GGD omdat zij deel uitmaken van het Samenwerkingsverband Eerstelijnsgezondheidszorg. Ook vindt er jaarlijks een gesprek met de zorgverzekeraar plaats. De beleidmedewerker van de gemeente geeft aan dat het per project verschilt hoe de partijen evalueren. Bijvoorbeeld bij de aanvraag van de praktijkondersteuner maatschappelijk ondersteuning zijn partijen verplicht om te evalueren. Ook de manager zorgteams geeft aan dat zij in principe jaarlijks de projecten evalueren. De beleidsmedewerker van de gemeente voegt toe dat de gezondheid verbeteren het uiteindelijk doel is. Om dat te kunnen bepalen moeten partijen de gegevens, bijvoorbeeld van het zorggebruik geleverd door de zorgverzekeraar CZ, gedurende lange tijd volgen. Randvoorwaarde 3 beoordeelt de inspectie met de score operationeel. De partijen evalueren gezamenlijk de zorg die zij leveren of de projecten die zij trekken. Bij projecten waar de partijen samenwerken evalueren zij ook gezamenlijk, maar dit is deels niet structureel.
9
Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013
Randvoorwaarde 4. Gestructureerd overleg tussen relevante zorgverleners in de wijk/buurt De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg in de wijk/buurt overleggen ten minste één keer per jaar op gestructureerde wijze (met agenda en verslag). Score
Score
Afwezig Er is geen overleg tussen zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg in de wijk/buurt.
Aanwezig De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg hebben overleg maar dit is niet gestructureerd en niet alle relevante zorgverleners in de wijk (tenminste GGD, eerstelijnszorg, thuiszorgorganisatie) nemen hier aan deel.
Operationeel De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg hebben ten minste 1 keer per jaar gestructureerd overleg (met agenda en verslag) en de relevante zorgverleners in de wijk (GGD, eerstelijnszorg, thuiszorgorganisatie) nemen hier aan deel. De zorgverleners hebben geen afspraken vastgelegd over het overleg.
Geborgd De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg hebben ten minste 1 keer per jaar gestructureerd overleg (met agenda en verslag) en de relevante zorgverleners in de wijk (GGD, eerstelijnszorg, thuiszorgorganisatie nemen hier aan deel De zorgverleners hebben schriftelijke afspraken over het overleg.
X
De beleidsmedewerker van de gemeente geeft aan dat er overleggen plaatsvinden afhankelijk van het project. De gemeente heeft hierin een aanjaagrol maar niet voor het gezondheidscentrum. De manager zorgteams geeft aan dat vaak de projectleider bekijkt of er overleg nodig is. Randvoorwaarde 4 beoordeelt de inspectie met de score aanwezig. De partijen overleggen met elkaar, afhankelijk van het project waarin zij partner zijn. De partijen overleggen projectoverstijgend niet structureel op gestructureerde wijze.
10
Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013
Randvoorwaarde 5.
Netwerkregie
De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg hebben schriftelijke afspraken gemaakt over de netwerkregie en welke partij regisseur is. Afwezig Er is geen sprake van coördinatie of regie over de zorgverleners in de nulde- en eerstelijn in de wijk.
Score
Aanwezig Zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg in de wijk hebben een regisseur/coördinator aangewezen maar hebben afspraken hierover niet schriftelijk vastgelegd.
Operationeel --
Geborgd Zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg in de wijk hebben schriftelijke afspraken gemaakt over de netwerkregie en welke partij regisseur is.
X
De beleidsadviseur van de GGD en de manager zorgteams van de thuiszorg geven aan dat op hoofdlijnen de gemeente de regie heeft. Het gezondheidscentrum ziet de gemeente niet als regisseur. De directeur van het gezondheidscentrum geeft aan dat verschillende partijen aangeven de regie te hebben. Hij kiest ervoor om aan te sluiten bij wat er al is in de wijk aan zorg en projecten. Dat is volgens hem bevorderlijk voor het werk van iedereen. De beleidsmedewerker geeft aan dat een regisseur niet altijd nodig is. In deze wijk neemt de gemeente voornamelijk de regie wanneer er zaken niet goed lopen. Randvoorwaarde 5 beoordeelt de inspectie met de score aanwezig. Hoewel de partijen geen regisseur hebben aangewezen, blijkt in de praktijk dat de gemeente de regie neemt als partijen deze niet zelf invullen en er problemen ontstaan.
11
Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013
Randvoorwaarde 6.
Betrokkenheid zorgverzekeraar en gemeente
De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg hebben zich ingespannen om de zorgverzekeraar en gemeente te betrekken bij het netwerk. Score
Score
Afwezig De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg hebben geen initiatief genomen om de zorgverzekeraar of gemeente te betrekken bij het netwerk.
Aanwezig De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg hebben zich ingespannen om of zorgverzekeraar of de gemeente te betrekken. Afspraken over deelname van de zorgverzekeraar of gemeente hebben de zorgverleners niet vastgelegd.
Operationeel De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg hebben zich ingespannen om de zorgverzekeraar en de gemeente te betrekken, afspraken over hun bijdragen zijn niet vastgelegd.
Geborgd De zorgverleners in de nulde- en eerstelijnszorg hebben zich ingespannen om de zorgverzekeraar en de gemeente te betrekken, en hebben afspraken over hun bijdragen vastgelegd. X
De beleidsmedewerker van de gemeente geeft aan dat de gemeente eerder heeft gefocust op vijf impulswijken. Dit zijn de armste wijken in Tilburg. De gezondheidsachterstanden bleven groot en daarom wil de gemeente de komende vier jaren meer gaan doen op dat gebied in deze wijken. De gemeente richt zich nu op drie achterstandsgebieden. De gemeente heeft een convenant gesloten met CZ en VGZ. Vervolgens heeft de gemeente de gezondheidsprofielen gemaakt. CZ heeft toen besloten als een soort pilot eerst te kijken naar de Reeshof, waar de focus lag op de samenwerking tussen de nulde- en eerstelijn, waarbij ook welzijn is betrokken en de Kruidenwijk, waar de aandacht ligt op kwetsbare ouderen.. De gemeente focust zich nu voornamelijk op ouderen in de Kruiden-Kleurenbuurt. De GGD was lang een ‘ver weg instantie’ voor gezondheidscentrum Reeshof in de wijk de Reeshof. Doordat de epidemiologen ook dingen in de wijk zijn gaan doen is dit verbeterd. CZ en VGZ hebben verschillende thema’s zoals participatie bevordering, innovatie en kennisdeling, terugdringen van sociale en gezondheidsachterstanden en wijkpreventie. De gemeente kijkt samen met de verzekeraars op welke thema’s zij willen samenwerken. Dit hebben zij in twee convenanten vastgelegd. De directeur van het gezondheidscentrum vindt het positief dat de zorgverzekeraars meer aandacht hebben voor public health. De manager zorgteams van de thuiszorg geeft aan dat de gemeente voor twee jaar het project de Zichtbare Schakel financiert. Randvoorwaarde 6 beoordeelt de inspectie met de score geborgd. De bijdragen van de gemeente en de zorgverzekeraar zijn vastgelegd in een convenant.
12
Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013
2.2
Bevorderende factoren
De beleidsadviseur van de GGD geeft aan dat het bevorderlijk werkt als partijen in hetzelfde gebouw gehuisvest zijn. Ook de directeur van het gezondheidscentrum geeft aan dat het bevorderlijk werkt wanneer partijen dicht bij elkaar zitten. Zo is de jeugdarts nu in het bestuur van het gezondheidscentrum opgenomen. De communicatie is daardoor nu veel beter. De jeugdarts maakt ook deel uit van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Er is in Tilburg een centraal CJG en er zijn CJG’s bij bijvoorbeeld scholen of het consultatiebureau. De directeur geeft aan dat het CJG geen aanspreekpunt is voor de eerste lijn. Wel is het prettig dat het nu niet meer alleen een consultatiebureau is. Daardoor hebben jeugdverpleegkundigen aandacht voor alle jeugdigen. Volgens de GGD werkt het bevorderlijk dat de directeur van het gezondheidscentrum zo bevlogen is. De manager zorgteams geeft aan dat het makkelijk samenwerken is met het gezondheidscentrum omdat deze een directeur heeft, die tijd heeft om te coördineren. Ook de gemeente geeft aan dat zij daarom de samenwerking hebben gezocht met het gezondheidscentrum. Daarnaast kan de gemeente op deze manier ervaring opdoen met deze samenwerking. Verder geeft de manager zorgteams aan dat de wijkverpleegkundige bevorderlijk werkt voor de verbinding tussen de huisarts en welzijn. Het is prettig dat wijkverpleegkundigen ook de uren krijgen om zonder indicatie ingezet te worden. De manager zorgteams van de thuiszorg geeft aan dat vertrouwen heel belangrijk is. Mensen moeten elkaar ontmoeten om elkaar te leren kennen. Dit werkt bevorderlijk voor de samenwerking. De GGD gaf aan dat in een eerstelijnscentrum het alleen mogelijk is om aandacht voor leefstijl en samenwerking te hebben als er tijd vrij gemaakt wordt om dit te doen. Hierbij hoort ook het vrijmaken van financiële middelen om een manager van het centrum te kunnen aanstellen. De huisartsen kunnen deze keuze daarvoor maken door bijvoorbeeld GEZ-gelden in te zetten. 2.3
Belemmerende factoren
De beleidsmedewerker van de gemeente geeft aan dat er in de KruidenKleurenbuurt veel individuele huisartsen zitten. Deze huisartsen hebben geen directeur die de coördinatie op zich neemt en zijn daarom moeilijk te betrekken. Via de directeur van het gezondheidscentrum De Reeshof probeert de gemeente de andere huisartsen te betrekken. Ook de manager zorgteams geeft aan dat het moeilijk is om de individuele huisartsen wijkgericht te laten denken. Door het informele contact van de Zichtbare Schakel zit hier wel al wat vooruitgang in. De beleidsmedewerker van de gemeente geeft aan dat het een knelpunt is dat niemand uren heeft om aan zaken rondom samenwerking te werken. De manager zorgteams van de thuiszorg geeft aan dat er steeds meer thuiszorgorganisaties komen. Dit belemmert de voortgang. Ook de directeur van het gezondheidscentrum geeft aan dat huisartsen niet blij zijn dat de thuiszorg zo versnipperd is georganiseerd. De directeur van het gezondheidscentrum geeft aan dat het belemmerend werkt dat alleen al bestaande centra GEZ-gelden ontvangen. Het zou volgens hem goed zijn als ook nieuwe centra GEZ-gelden ontvangen omdat hij ook voor aanpalende
13
Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013
huisartsen werkt. Ook de beleidsadviseur van de GGD geeft aan dat de financiering een belemmering vormt. Tot slot geeft de manager zorgteams aan dat de tolkentelefoon is wegbezuinigd terwijl er veel allochtonen in de wijk wonen. Dat werkt voor de thuiszorg belemmerend.
2.4
Overig
De beleidsmedewerker van de gemeente geeft aan dat zij niets wist van de randvoorwaarden. Verder geeft zij aan dat de gemeente leefstijl breed bekijkt. Daarnaast geeft de directeur van het gezondheidscentrum aan dat de gemeente in andere wijken meer doet. De beleidsadviseur van de GGD geeft aan dat het belangrijk is deze inspanning van de GGD wel mee te nemen in het rapport. De GGD heeft niet de leiding in de wijk, maar werkt binnen wijkgezondheidswerk wel samen met andere partners, voornamelijk welzijn. De directeur van het gezondheidscentrum geeft aan dat het gezondheidscentrum wel redelijk veel contacten heeft in de wijk. De GGD was echter lang een ‘ver weg instantie’. Doordat de epidemiologen ook dingen in de wijk zijn gaan doen is dit verbeterd. 2.5
Overzicht van de scores per randvoorwaarde
Randvoorwaarden
Score
1. Gezamenlijk probleemanalyse 2. Gezamenlijk doelstellingen 3. Systematische evaluatie en verbetering
Operationeel
4. Gestructureerd overleg tussen
Aanwezig
Aanwezig Operationeel
relevante zorgverleners in de wijk/buurt 5. Netwerkregie 6. Betrokkenheid zorgverzekeraar en gemeente
Aanwezig Geborgd
14
Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013
3
Maatregelen
De inspectie constateert dat u op drie randvoorwaarden nog niet minstens operationeel scoort. De verbetering van implementatie van de randvoorwaarden behoort tot uw verantwoordelijkheid. De inspectie verwacht dat u eind 2014 op alle randvoorwaarden operationeel of geborgd scoort en dat u daarover rapporteert aan de inspectie. De inspectie vraagt het eerstelijnscentrum de coördinatie over de uitvoering van de gezamenlijke implementatie van de randvoorwaarden naar operationeel op zich te nemen. De GGD en de thuiszorg moeten participeren in de realisatie hiervan. De inspectie wijst u erop dat het wenselijk is ook de randvoorwaarden die operationeel scoren naar het niveau van geborgd te brengen om de samenwerking op het gebied van leefstijlondersteuning te borgen. De inspectie verwacht vóór 1 januari 2015 een rapportage vanuit het eerstelijnscentrum waarin u gezamenlijk aangeeft hoe u de implementatie van de randvoorwaarden naar operationeel heeft aangepakt. Daarbij moet u per randvoorwaarde aangeven waarom u van mening bent dat u bij de randvoorwaarde operationeel scoort.
15
Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013
4
Openbaarmaking rapporten
Voor de volledigheid maakt de inspectie u er op attent dat zij in principe alle eindrapporten van thema toezichten actief openbaar maakt. Dit omvat dus ook de openbaarmaking van het definitieve rapport naar aanleiding van dit onderzoek. Actief openbaar maken betekent dat de inspectie het rapport op haar website www.igz.nl plaatst. De inspectie doet dit niet eerder dan drie weken na vaststelling van het rapport gelijktijdig met het geaggregeerde rapport. Bij actieve openbaarmaking neemt de inspectie de wettelijke normen in acht, zoals gesteld in de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bescherming persoonsgegevens. Dit betekent dat de inspectie in haar rapporten - waar mogelijk- geen persoonsgegevens opneemt, zoals medische gegevens van uw patiënten of cliënten. De functionarissen van de instelling zullen zo nodig met hun functieaanduiding in het rapport worden genoemd. Meer informatie over actieve openbaarmaking van documenten door de inspectie kunt u vinden op onze website (www.igz.nl/onderwerpen).
16