Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
WALFRIED Kwartaalblad
van de Walfriedparochie Groningen
Jaargang 22
In dit nummer: Zorgen
3
Boodschappen 5-6 Bluyssen (†) 4 Franciscus 10 Ludger 19 Toekomst v/d kerk 6-12 Parochiaan v/h kwartaal 13-14 Misrekening van Qumran 17-18 Het schuifke 22 Favoriet lied 15 Malle Kerk 21
Nr. 87
Herfst 2013
2
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
REDACTIONEEL
PAROCHIENIEUWS BESTUUR & PZG
Ja en Amen Onderweg, zo heet vanaf nu de nieuwe vaste column van Dirk ten Dam. Voortaan op een andere pagina, om zijn andere positie te markeren. Maar als stichter of ‘aanstichter’ van ons blad blijft hij volop aanwezig, wij prijzen ons gelukkig. And how happy did you make us! — U als lezers, in klinkende munt, om ons te steunen met uw geweldige jaarlijkse vrijwillige bijdrage. Zo blijft ons blad fier overeind in deze barre tijden. Dank! Oeps, fluistert de penningmeester mij
LEERHUIS
in, er liggen hier en daar nog acceptgiro’s die mensen hadden willen invullen. Wil je zeggen dat het nog steeds mag en kan?! ‘Ja en Amen, dat zeiden we vroeger. Maar die tijd is voorbij’, verzekert een echtpaar mij rustig. Ze klinken vastbesloten. En het beste wat wij met ons blad kunnen doen voor mondige mensen: goede en brede informatie geven over wat er allemaal gebeurt in de wereld. You’ll be surprised. En natuurlijk veel andere leuke of interessante onderwerpen. Veel leesplezier, Martin Nieboer
Kinderkatechese Walfriedparochie
Programma 2013-2014 Begeleiding Marian Bouman, Gillian Dempsey, Ester Som Data 13 oktober – Opstarten 10 november – Wereld waarin Jezus leefde 8 december – Jozef en Maria 12 januari – Jezus als kind 9 februari – Jezus als 12-jarige 9 maart – Jezus in de woestijn + eerste wonderen 13 april – Jezus als profeet 12 mei – 1ste communicanten, verhaal + pinkster(?)spel in juni – Uitje (afsluiten van het jaar)
(Vervolg van pagina 3)
Indien de actualiteit dat vraagt, zullen wij u langs andere kanalen verder op de hoogte brengen. Nu de vakanties achter de rug zijn en de kinderen weer naar school gaan, zijn ook zo langzamerhand allerlei activiteiten rond onze parochie weer op gang gekomen: de maandelijkse koffie-ochtend (sinds 3 september), de maandelijkse viering in De Bron (dinsdag 17 september), de maandelijkse geloofsavond (25 september), het wekelijkse stilte-uur bij Maria (sinds donderdag 5 september). De bereikbaarheid van de parochie: elke dinsdag- en donderdagmorgen van 10-12 uur vanaf 3 september. Tot zover de berichtgeving. Laat God gebeuren in jou en mij. Namens parochiebestuur en PZG, Jos Leuvenkamp
Bezorging Vrijwilligers doen hun uiterste best om u allemaal op tijd het nieuwe nummer van Walfried te bezorgen. Mocht dat in uw geval niet gelukt zijn, neem dan contact op met Wim Stam
[email protected]
Kennismakingsexemplaar?
Leden Katechesegroepen (Kindernevendienst, Kinder– en Jongerenkatechese) (v.l.n.r.): Mayke Scholma, Ester Som, Joost de Jong, Gillian Dempsey, Marian Bouman, Esther Stam, Genie Lie A Tjam; niet op de foto: Rudy Kikkert
Kent u iemand die ook interesse in ons blad heeft? Wij sturen graag een kennismakingsexemplaar. Geef naam en adres door aan Wim Stam
[email protected] of
[email protected]
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
Colofon Kwartaalblad ‘Walfried’ Lewenborg e.o. — Beijum — Hunze — Meerstad 22e jaargang nr. 87, Herfst 2013 Vrijwillige bijdrage graag op gironummer 1268805
BESTUUR & PZG
PAROCHIENIEUWS
Zorgen en verwachtingen rond benoeming
(of IBAN:) NL04 INGB 0001 2688 05
t.n.v. Stichting Vrienden van de Emmaus, Groningen o.v.v. GROENE BLAD Redactieadres: Isebrandtsheerd 51, 9737 LH Groningen, tel. 050 541 1985 E-mail:
[email protected] Redactie: Frans de Smit, Ineke Siersema, Hiltje van Gijssel, Martin Nieboer (eindredactie) Fotografie: Bob Bouchier Lay-out: Martin Nieboer Het blad staat open voor brieven en artikelen van lezers. De redactie houdt zich het recht voor deze in te korten of niet te plaatsen. Actuele berichten kunnen sneller in de Rotonde gepubliceerd worden of op de website. Het eerstvolgende nummer verschijnt eind december 2013 Kopijdatum 1 november 2013
Walfried ‘Walfried’ betekent ‘kracht door vrede’. Dus niet: vrede door kracht! Zo’n naam spreekt ons aan, het is de wereld omgekeerd. Walfried (± 1000 n. Chr.) liep elke dag naar Groningen om in de Sint Maartenkerk te bidden. Vikingen hebben hem en zijn zoon gedood. Hij werd geëerd als martelaar, als landontginner en dijkenbouwer. Hij wordt afgebeeld als iemand die een schop in de grond steekt. Pastor Jan Oosterwegel (†) heeft speciaal voor onze parochie een stempel ontworpen.
In het vorige ‘groene blad’ van juli/augustus hebben wij u op de hoogte gebracht, dat met ingang van 1 mei jl. vicaris Peter Wellen tot waarnemend pastor is benoemd voor de vier samenwerkende parochies. Hij is voor de Walfriedparochie de eerst aanspreekbare. Tegelijkertijd werd ons van het bisdom medegedeeld, dat vóór de zomer duidelijkheid zou worden gegeven over de nieuw te benoemen priester of pastoor. Op 13 juni jl. hebben wij als vier parochies kennis kunnen maken met de kandidaat. In de tussenliggende periode heeft elk parochiebestuur zijn mening aan de bisschop kenbaar gemaakt. Dit heeft ertoe geleid, dat de bisschop op 21 juni heeft besloten om kandidaat-priester Sander Zwezerijnen met ingang van 1 februari 2014 voor 0,6 formatieplaats in onze vier parochies te benoemen. Voor het overige deel – 0,4 formatieplaats – wordt hij benoemd in de H. Martinus-parochie. Hij is onlangs gewijd tot diaken en waarschijnlijk in januari 2014 tot priester. In de periode tot 1 februari 2014 zal hij als diaken werkzaam zijn in de parochie van Leeuwarden. Sander Zwezerijnen (24), afkomstig uit Drenthe, heeft gestudeerd aan het grootseminarie De Tiltenberg te Vogelenzang. Hij heeft in het eerste half jaar van 2012 stage gelopen in de parochies van Harlingen, Franeker, St. Annaparochie, Dronrijp, Vlieland en Terschelling, en in het afgelopen jaar in de Titus Brandsma-parochie van Leeuwarden.
In eerste instantie was het de bedoeling van de bisschop om de benoeming te laten ingaan op 1 augustus jl. In onze brief aan de bisschop hebben wij duidelijk onze zorgen kenbaar gemaakt. De aanstelling van een priester voor 0,6 fte stelt ons voor grote financiële problemen. Ons tweede bezwaar is dat de kandidaat zowel in de Martinusparochie (0,4 fte) benoemd is én als eerstaanspreekbare pastor in de Walfriedparochie. Beide parochies liggen met hun opvattingen wat betreft geloofsbeleving en kerkbeeld zover uit elkaar, dat het voor een nieuw te benoemen priester een onmogelijke opgaaf is om deze twee werelden met elkaar te verbinden. De bisschop heeft als enige reactie hierop de benoeming aangepast en laten ingaan op 1 februari 2014. Zo wil hij de vier parochies meer tijd gunnen om financiële afspraken te maken met betrekking tot de bekostiging van het pastoraal team. Hij verwacht ook van ons in de komende periode te bezien hoe wij de financiële positie van de parochies kunnen verbeteren. U kunt zich voorstellen, dat in de komende periode veel van ons verwacht wordt rond de nieuwe priester. Vanwege onze financiële situatie en de vraag of de priester past binnen het profiel dat de parochie had gemaakt, heeft het bestuur de bisschop laten weten dat de benoeming eigenlijk niet had moeten plaatsvinden. Hoe de gesprekken in de komende maanden ook mogen verlopen, we verwachten dat de nieuwbenoemde priester zich houdt aan onze intentieverklaring als basis om samen verder te kunnen. (Vervolg op pagina 2)
3
4
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
Bij de dood van een bisschop
ONDERWEG
Jan Bluyssen zocht naar antwoorden op vragen die de mensen wèl hadden Het was een bewogen tijd in de kerkgeschiedenis en zeker in Nederland. Paus Johannes XXIII gaf de noodzakelijke aanzet tot vernieuwing en verandering. De ramen en de deuren van de kerk moesten open voor een frisse wind en hernieuwde geest. De fundamentele gedachte daarbij was, dat wij met z’n allen van laag tot hoog en van leek tot paus volk van God onderweg zijn. De kerk van gewijde voorgangers moest teruggegeven worden aan toegewijde gelovigen.
Toegankelijk
Op donderdag 8 augustus overleed Jan Bluyssen (87), emeritus bisschop van Den Bosch. Als bisschop had hij nog volop deelgenomen aan ’t Tweede Vaticaans concilie (1962-1965), bijeengeroepen door paus Johannes XXIII. En daarna was hij ten nauwste betrokken bij het Pastoraal Concilie in Nederland (1968-1970) om ’t Vaticaans concilie hier handen en voeten te geven. Zijn werk in Den Bosch begon hij als hulpbisschop van mgr. Bekkers. Hij was toen 35 jaar. Na ’t overlijden van de geliefde bisschop Bekkers is Bluyssen van 1966 tot 1984 zijn opvolger geworden.
Dit is ’t ook, waar Bluyssen zich voor heeft ingezet. In die geest zette hij zich in voor liturgie in de volkstaal en vernieuwing van ’t pastoraat. In zijn beleid moest de kerk verstaanbaar blijven en toegankelijk voor iedereen. Het volk van God onderweg in al zijn geledingen was heilig voor hem. En hij moedigde al zijn pastores aan om de kerk, de parochies, toe te vertrouwen aan de gelovigen. Ook zocht hij met z’n pastores naar antwoorden op vragen die de mensen hadden. Rome had al zo lang antwoord gegeven op vragen die de mensen niet of niet meer hadden.
Angst Ook bisschop Jan Bluyssen heeft natuurlijk meebeleefd, hoe conservatieve krachten in de katholieke kerk, te beginnen in Rome, ’t aanvankelijke vuur van ‘t 2e Vaticaans concilie
Oud-bisschop Jan Bluyssen (†): “De kerk van gewijde voorgangers moet teruggegeven worden aan toegewijde gelovigen” langzaam maar zeker probeerden te doven. Zaken werden teruggedraaid en de angst ging ’t weer winnen van de bevrijdende geest.
Ontkenning Ook de uitwerking in de Nederlandse kerkprovincie van ’t Vaticaans beleid moet voor bisschop Bluyssen moeilijk zijn geweest. Zo zat hij, denk ik, niet te wachten op Jo Gijssen, die in 1972 bisschop van Roermond werd. Nog moeilijker voor hem was, dat als zijn opvolger in Den Bosch de oerconservatieve bisschop Jan ter Schure werd benoemd. Dat was toch een regelrechte ontkenning van zijn pastoraat?
Luisteren Bisschop Jan Bluyssen heeft al die tijd zijn rug recht gehouden, bedachtzaam, studerend, bezinnend en nergens de confrontatie zoekend. Hij bleef zichzelf, zoals hij alle mensen van Gods volk zichzelf liet zijn. Hij luisterde èn deed daar wat mee. Ik hoop en bid, dat bisschop Jan mag zijn in het huis van Vader / Moeder God, en dat hij zo af en toe ook nog wat voor ons wil bidden. Dirk ten Dam Pastoraal concilie Noordwijkerhout. Voorste rij v.l.n.r.: kardinaal Alfrink, mgr. Nierman (Groningen), Bluyssen (Den Bosch) en Ernst (Breda)
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
Mini-voedselbank echt nodig?
ACTIEF
Wij helpen mensen zonder onderscheid Op een zomerse zondagavond ontving ik een zak met brood. Het blijkt teveel voor mijzelf alleen. Ik ga op zoek naar een adres om wat ik over heb af te geven. De buurvrouwen zijn niet thuis, de pastor weet niet wie het nodig heeft in de vakantie en uiteindelijk beland ik bij de Open Hof aan de Spilsluizen en bezorg het daar. In onze eigen Emmauskerk staat een kast met voedsel voor hen die dat nodig hebben. We vinden er pakken macaroni, tomatenketchup, blikken met groenten, tandpasta, wasmiddel, maar ook brood, fruit, vlees (even bellen als je dat laatste wilt schenken) etc. Allemaal afkomstig van parochianen, die dat elke zondag of op een door-de-weekse-dag geven van hun eigen ‘teveel’. Een gesprek met Jhon Koch, de man die deze mini-voedselbank beheert. ‘Ik ga twee keer per week kijken wat er is en bezorg dat aan mensen die geen geld hebben om eten te kopen. Ja, natuurlijk bestaat er ook een gemeentelijke voedselbank. Ook daar tref je mensen, die het hoofd maar nauwelijks boven water kunnen houden. De gemeente hanteert bij deze voedselbank een aantal voorwaarden, voordat je daadwerkelijk in aanmerking komt voor voedselhulp. In onze kerk zijn er zo goed als geen voorwaarden. En de drempel ligt lager. Regelmatig wordt er gecollecteerd voor deze hulp. Vandaag ga ik met iemand boodschappen doen, zodat dat gezin weer een tijdje vooruit kan.’
Nood ‘Er blijken een 10 tot 12 tal mensen om hulp aan te kloppen bij onze kerk. Ze doen dat niet zo maar. De boel staat dan eigenlijk al in ‘brand’. Vaak is het zo dat zij al lange tijd in de fi-
nanciële problemen zitten. Ze hebben al met deurwaarders te maken, er is bijvoorbeeld een huurachterstand en er dreigt huisuitzetting. Of omdat zij al in de schuldsanering zitten en soms maar 30 tot 50 euro per week te besteden krijgen voor levensmiddelen. Dat is veel te weinig. Daarnaast zijn er mensen die gewoon geen buffertje hebben aangelegd om tegenvallers op te vangen. En ouders willen heel graag dat hun kinderen gewoon mee kunnen doen, maar hebben daar gewoon het geld niet voor. Bovendien duurt het vaak lang voordat een werkloosheidsuitkering rond is.’
Maatschappij ‘Naast ieders eigen verantwoordelijkheid heeft de maatschappij ook een verantwoordelijkheid voor het maken van schulden. Kijk maar naar de maatschappij waarin we leven. Als je gebruik maakt van een uitkering of subsidie ben je gebonden aan regels. Vergeet je er een, dan krijg je de rekening thuis. Vroeger was het duidelijk: één postbedrijf, één elektriciteitsbedrijf, één telefoonmaatschappij. Door gedwongen privatisering krijg je als gewone burger te maken met -tig nieuwe ondernemingen, die jou met hun reclames bestoken. Heb je voldoende kennis van zaken om hiermee om te gaan? Of laat je je verleiden? Een schuld is zo opgebouwd. De eigen bijdrage voor de gezondheidszorg is door de overheid en de verzekeringsmaatschappijen fors verhoogd, terwijl een groot deel van de bevolking dat niet kan opbrengen. En kijk eens om je heen: iedereen heeft het toch goed? De buurman heeft toch ook die nieuwe auto? Veel geld uitgeven, dan gaat de economie wel weer draaien. En wat als je met moeite de knip dicht kunt houden? Het wordt je ook niet gemakkelijk gemaakt om
niet mee te doen.’
Hulp ‘De Stedelijke Caritas Instelling (SCI) besteedt de rente van hun uitstaand kapitaal o.a. aan hulp voor de armen van deze tijd. Onze Parochiële Caritas van de Walfried krijgt daar een deel van. Wij helpen mensen zonder onderscheid te maken in bijv. katholiek of protestant, of anderszins. Als je aanklopt, wordt er naar je geluisterd en gekeken naar je financiële situatie. Is een eenmalige bijdrage voldoende of heb je een voortdurend terugkerend tekort? Ben je eerlijk? Zeg je werkelijk hoe het zit? Na overleg met jou kan er dan een bijdrage worden verstrekt of we verwijzen je door naar een andere instelling zoals de Groninger kredietbank. En regelmatig volgt daarna een gesprekje om te zien hoe het gaat. Het wil nog wel eens, dat er meer achter weg komt. Behalve het lenigen van de directe nood zijn er ook extraatjes. Ze geven je het gevoel volwaardig mee te kunnen doen en dat je niet steeds met je hoofd in de problemen blijft zitten.
5
6
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
(Vervolg van pagina 5)
Donaties voor bijvoorbeeld kleding zijn welkom. Of misschien heeft iemand een vakantiehuisje dat hij beschikbaar wil stellen aan wie niet op vakantie kan. Met hoogtijdagen als St. Nicolaas, Kerst en Pasen wil onze kerk graag voor wat extra verrassingen zorgen. Heb je teveel aan vis, brood, vlees etc., meld het. En zouden de mensen-in-nood geen wensen kunnen uiten om met Pasen bijvoorbeeld nu eens iets op tafel te hebben wat ze erg lekker vinden en nooit kunnen eten?’
Gemeenschap Voedsel is een van de eerste levensbehoeften. Is dat er niet, dan kun je bijna niet anders, dan de hele dag bezig zijn met eten bemachtigen. Dankzij de voedselbank hoef je je nu niet te schamen. En zo kunnen wij samen
gemeenschap zijn. Zo kun je allemaal je eigen bijdrage leveren aan de gemeenschap. Wij zijn samen verantwoordelijk. Wat betekenen naastenliefde en verdraagzaamheid nog, als mensen honger hebben? Honger moet je bestrijden, anders storten al die mooie waarden als een kaartenhuis in. Als christen heb je de opdracht je medemens in nood te helpen. Het is ongelooflijk, dat iemand als Jezus Christus aan het begin van de jaartelling hier al aan dacht. Hulp vragen is een grote stap. Hulp accepteren ook! Eten wat de pot schaft. Geen eten waar je nou eens zin in hebt. Nooit je buik vol eten, want het zijn maar beetjes, die je krijgt. Ook al lust je geen kapucijners, toch opeten, want je hebt honger. En dankbaar zijn, altijd maar dankbaar zijn voor wat een ander je toch maar schenkt. En toch is hulp nodig!
Wil je helpen? Breng je bijdrage naar onze Emmauskerk; kijk naar de ochtenden dat het gebouw open is of bel Jhon Koch (tel. 5422539). Ineke Siersema
Boodschappenlijstje? Wat moet er op m’n lijstje staan, als ik in de supermarkt wat wil kopen om te geven? vroeg iemand. Met alle aarzeling geven we toch een lijstje met basisartikelen. wasmiddelen tandenborstels en tandpasta houdbare melk rijst / pasta (macaroni) thee blikgroenten bederfelijke producten: graag vooraf overleg Donaties (geldbedrag) zijn ook welkom
VER & DICHTBIJ
Nederlandse kerkleiding kan escalatie voorkomen
‘Accepteer en respecteer eigen identiteit van lokale gemeenschappen’
‘Van die nieuwe parochies wordt natuurlijk wel verwacht dat deze roomskatholiek zijn en dat ze de liturgie van de wereldkerk vieren’, aldus deze zomer een topfunctionaris van het bisdom Den Bosch tegenover de Volkskrant. Natuurlijk, katholiek en wereldkerk blijken vaste ingrediënten in een telkens weer opduikend argument om dissidente geluiden te smoren. De suggestie is duidelijk: kritische katholieken zijn randfiguren die er eigenlijk niet toe doen. Zo legt Kruispuntpresentator Leo Feijen bijna de woorden in de mond van een nieuwe ‘veelbelovende’ priester in Hengelo die gretig diens zin voltooit. ‘Wij Nederlanders zijn niet het centrum van de wereld en dat denken we wel – Mensen denken: we hebben het idee dat naar ons niet geluisterd wordt, en àls er naar ons geluisterd wordt, moet het ook opgevolgd worden wat wij
hebben gezegd, nee, zo zit het niet in elkaar.’ Het klinkt als een dubbel autoriteitsargument (ad populum + ad verecundiam): de grote meerderheid heeft gelijk, en de leiders van de wereldkerk verdienen respect en weten hoe het zit. Maar klopt die redenatie wel? Laten we eerst kijken naar wat uit kritisch katholieke kring naar voren wordt gebracht en daar vervolgens enkele relevante stemmen uit de wereldkerk aan koppelen.
Krachtenbundeling Begin september is in de Amersfoortse Bergkerk op initiatief van o.m. Bezield Verband Utrecht een begin gemaakt met een landelijke krachtenbundeling tegen het beleid van het Nederlandse episcopaat. Dat beleid kenmerkt zich door grootschalige pa-
rochiefusies, die zijn afgestemd op het verwachte aantal beschikbare priesters. De reorganisatie gaat gepaard met dwingende liturgische richtlijnen en andere strikte voorschriften met harde sancties. Kerkgebouwen zijn of worden de komende jaren beperkt geopend of definitief gesloten in combinatie met het aanwijzen van kerken als eucharistisch centrum. Ondertekenaars van het Professorenmanifest menen dat ‘het streven naar uniformiteit het bestaan van vele geloofsgemeenschappen in ernstige mate bedreigt en op den duur vernietigt.’ 'De lokale gemeenschap verliest haar identiteit en wordt zodoende beroofd van een essentiële voorwaarde voor levensvatbaarheid.' Inmiddels zijn de organisaties al bezig om langs verschillende wegen (nuntius, congregaties, directe ‘lijnen’ en internationale contacten) het Vati-
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
Parochianen van de St. Wendolin Church in Cleveland (Ohio) vieren dat hun kerk heropend zal worden door een besluit van het Vaticaan (foto uit de National Catholic Reporter)
caan te informeren over de ‘rampzalige effecten van het huidige beleid van de Nederlandse bisschoppen op de lokale geloofsgemeenschappen.’ Ze putten moed uit een ‘belangwekkend stuk’ uit het centrum van de wereldkerk, het Vaticaan zelf, dat mede bedoeld lijkt ‘als waarschuwing voor onze bisschoppen’ over hun ontoereikende argumenten voor parochiefusies en kerksluitingen. Nederlandse parochies kunnen zich, aldus BVU, bovendien gesteund voelen door ontwikkelingen elders in de wereldkerk, nl. in de Verenigde Staten, waar dit fusieproces al eerder op gang is gekomen. Na collectief protest zijn daar op last van het Vaticaan parochiefusies en kerksluitingen teruggedraaid. 'Katholieken uit 28 heropende kerken in zes Amerikaanse diocesen kunnen de komende advent en Kerstmis weer in hun eigen parochie vieren. (…) Vanaf nu betekenen de diocesane herstructureringsplannen niet automatisch meer het sluiten en verkopen van kerken.’ Zo moesten al medio 2012 in het bisdom Cleveland (Ohio) 13 kerken weer open die de bisschop had gesloten wegens teruglopend kerkbezoek, tekort aan priesters en geldgebrek. Een woordvoerder van een van de parochies: ‘Het is ongelooflijk. Rome zegt tegen onze bisschop en tegen alle bisschoppen: U kunt niet zomaar kerken sluiten omdat er geen geld of priesters voor zijn. Je mag geen budgettaire problemen aanvoeren om parochies op te heffen’ (USA Today, 3 augustus 2012).
Een woordvoerder van de Nederlandse bisschoppenconferentie bestrijdt dat de richtlijnen uit Rome worden overtreden. ‘De bisdommen passen die richtlijnen juist toe en er spelen geen ideologische redenen een rol bij de reorganisatie.’ En de eerder geciteerde zegsman van het bisdom Den Bosch laat weten dat hun beleidsnota uit 2008 waarmee de parochiefusies zijn aangekondigd ‘zorgvuldig tot stand gekomen’ is en dat hij bezwaarprocedures in Rome ‘met vertrouwen’ tegemoet ziet (Volkskrant, 8 augustus 2013). De Amersfoortse conferentie maakt duidelijk hoe belangrijk het is dat besturen van bedreigde parochies zich in een vroeg stadium goed voorbereiden op bijvoorbeeld het aantekenen van beroep tegen een bisschoppelijk decreet.
Brief Het Vaticaanse document betreft een brief die kardinaal Mauro Piacenza, prefect van de Congregatie voor de Clerus, op 30 april 2013 schreef aan de bisschoppen. Ongetwijfeld naar aanleiding van recente ervaringen lijkt hij alles nog eens op een rij te willen zetten rond de reorganisaties van parochies, zoals het fuseren en sluiten van kerken. Wat kan er kerkjuridisch wel en niet? Kern van zijn betoog is dat bisschoppen zich nooit uitsluitend kunnen baseren op algemene beleidsnota’s voor hele bisdommen. Absolute voorwaarden zijn dat een besluit voortkomt uit de bijzondere positie van een individuele paro-
chie en dat ‘gelovigen van een lokale gemeenschap vooraf en formeel door het parochiebestuur geconsulteerd’ moeten worden. Kort gezegd: een beleidsplan als Kwetsbaar en hoopvol dat de Gronings-Friese bisschop De Korte eind 2010 in Drachten presenteerde bij zijn besluit om 81 parochies binnen 10 jaar terug te brengen tot 19 grotere, vormt op zich geen enkele basis die door een Vaticaanse beroepsinstantie geaccepteerd zou worden. Ook bestempelt het Romeinse document 7 specifieke argumenten die binnen de Nederlandse kerkprovincie regelmatig aangevoerd worden als wel specifieke motivering voor sluiting als 'geen zwaarwichtige redenen'.
Praktijk De reorganisaties gaan ondanks heftige ontkenning door de kerkleiding wel degelijk hand in hand met een forse orthodoxe koerswijziging waar gelovigen en hun vertegenwoordigers geen enkele zeggenschap in hebben. Wat gebeurt er als een ‘deel’-parochie weigert daaraan mee te werken? Dat kan om een aantal redenen. Bijvoorbeeld omdat hun plaatselijke kerkgebouw verplicht dicht moet blijven op momenten dat het bisdom gelovigen wil dirigeren naar een eucharistisch centrum voor een traditionele mis waarin uitsluitend een priester mag voorgaan. Juist op hoogtijdagen als Pasen (en straks ook Kerst?) die een lokale gemeenschap in eigen verband wil vieren. Of omdat al jaren goed functionerende en uitstekend opgeleide pastoraal werkers op zulke momenten buiten spel gezet worden? En omdat gelovigen weer teruggedrongen worden in een passieve rol? Of wanneer zo'n lokale gemeenschap zich geconfronteerd ziet met een (oude of jonge) traditionele priester die een naar vorm en inhoud conservatieve koers wil varen die botst met de eigen liberalere praktijk van wellicht meer dan dertig jaar? Of omdat parochies worden opgezadeld met hoge loonkosten voor een nieuwbenoemde, terwijl deze volstrekt niet past in een verworven moderner profiel? Waardoor bovendien zo’n parochie ineens in een desastreuze financiële positie wordt gemanoeuvreerd,
7
8
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
waarin gemakkelijk de conclusie ‘niet meer levensvatbaar’ kan vallen.
Anders Dat het ook heel anders kan, blijkt uit voorbeelden elders in de wereldkerk. In het Franse bisdom Poitiers is al 10 jaar geleden op initiatief van bisschop Albert Rouet besloten om juist in te zetten op ondersteuning en versterking van plaatselijke gemeenschappen en dat pakt positief uit. Priesters stellen zich daar dienstbaar op, samenspraak en overleg zijn van groot belang. Er zijn inmiddels zelfs twee pastorale synodes georganiseerd om met gelovigen, vrijwilligers en medewerkers in het hele bisdom het beleid uit te stippelen en zich te bezinnen op de bronnen van de geloofstraditie.
Het ‘model’ van Poitiers vertoont parallellen met basisgemeenten in o.m. Latijns Amerika.
Erasmus De initiatiefnemers van het hooglerarenmanifest in Nederland sluiten daarop aan. Zij stellen de lokale geloofsgemeenschappen centraal als de basis van de kerk. Priesters moeten daaraan dienstbaar zijn, terwijl pastoraal werkers en kundige leken hun rol behouden als volwaardige voorgangers in de inmiddels ontwikkelde nieuwe vormen van vieren. In hun visie moeten parochies zelf kunnen besluiten wanneer en hoe zij willen samenwerken met anderen. Het is mooi als in Nederland ook van de zijde van kerkbestuurders wordt
opgeroepen om ‘niet te polariseren en de verschillen vooral niet groter te maken dan ze zijn.’ Maar is dat geen miskenning van toch vrij fundamentele verschillen in uitgangspunten en gebruiken? Zou niet het meeste probate middel zijn om ongewenste escalaties te voorkomen of te beëindigen, als de kerkleiding publiekelijk uitspreekt voortaan de eigen identiteit en kleur van lokale gemeenschappen te erkennen, waarderen en respecteren? Schuilen kracht en aantrekkingskracht niet juist in een grote pluriformiteit, zoals die zichtbaar is op allerlei plekken in de wereldkerk en in alle eeuwen? Erasmus was net zo 'goed' katholiek als de paus. Martin Nieboer (hoofdredacteur)
Tegenbeweging op zoek naar de menselijke maat
Duitse kritische priesters sluiten zich aan bij Oostenrijkse en Zwitserse collega’s
‘Wij willen niet langer zwijgen en nederig uitvoeren wat ons van boven wordt opgedragen’ Het was bij toeval dat ik het boek Small is Beautiful van de Engelse econoom Fritz Schumacher in mijn boekenkast herontdekte, toen ik op zoek was naar een heel ander geschrift. Het boek verscheen in 1973, 40 jaar geleden. Schumacher was een gerespecteerd econoom die samenwerkte met invloedrijke economen als Keynes en Galbraith. Hij schreef zijn werk tijdens de energiecrisis van 1973, waar ook het begin van de globalisering zich aandiende. Terwijl de trend zich ontwikkelde tot het vormen van steeds grotere werkverbanden onder het motto ‘efficiëntie’ en ‘kostenbesparing’, propageerde hij het idee van ‘het kleine binnen het grote’, een specifieke vorm van decentralisatie. Een grote organisatie zou moeten bestaan uit een gerelateerde groep van kleine verbanden. Schumacher zocht in de economie en
daarbuiten naar een ‘menselijke maat’. Hij was één van de eerste economen die de doeltreffendheid betwijfelde om ons menselijk welzijn af te meten aan de grootte van het nationaal product. Het doel zou moeten zijn om het hoogste welzijn juist te bereiken met de minste consumptie, vond hij. De mens is klein, daarom is klein mooi. Zijn boekje heeft na veertig jaar nog niets van zijn actualiteit verloren. We kampen nu immers met een hardnekkige economische crisis waarbij de voortgaande globalisering zijn eigen verwoestende weg lijkt te gaan en zich aan de controle van de gemiddelde burger onttrekt.
Nieuw leven Terwijl ik de titel van het boek weer las, dacht ik aan de bisschoppenbestuurders van onze RKkerkgemeenschap die onverdroten
doorgaan met schaalvergroting en het scheppen van grotere parochiële verbanden, ook daar waar de betrokken parochianen dit niet willen. Dit beslissen over de hoofden van parochianen heen roept een tegenbeweging op die net als Schumacher destijds op zoek gaat naar de menselijk maat. We zien het ontstaan van een netwerk van kerk-kritische organisaties en personen. Naast het Professorenmanifest en Bezield Verband Utrecht behoort daartoe ook de Mariënburgvereniging. Dat is een vereniging van kritisch katholieken die zich in wil zetten voor geloofsgemeenschappen die in de verdrukking dreigen te komen door de voortgaande schaalvergroting binnen onze kerk. ‘Gloed onder de as’ is het motto van het congres dat de vereniging op 26 oktober a.s. te Amersfoort zal houden. Want onder de ravage die nu aange-
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
Huisgenoten
richt wordt, is nieuw leven te vinden. De vraag die straks op het congres gesteld wordt is: Waar halen verzelfstandigde lokale geloofsgemeenschappen de inspiratie vandaan om hun voortbestaan te realiseren? Aan het congres geven Prof. Dr. R. Ruard Ganzevoort (hoogleraar praktische theologie aan de VU Amsterdam), Huub Oosterhuis en Henk Jongerius (prior van de Dominicanen in Huissen) hun medewerking. De Oostenrijkse priester Helmut Schüller tijdens zijn Catholic Tipping Point-Tour door Amerika. Hier in de Judson Memorial Church in Manhattan, New York City (Foto: National Catholic Reporter, 17 juli 2013)
Ook internationaal lijkt het een 'hete herfst' te worden. In de eerste helft van dit jaar kwamen 61 priesters en diakens in München bijeen om in zich als Duitse Pfarrer-Initiative aan te sluiten bij het al bestaande netwerk van gelijknamige organisaties in Oostenrijk en Zwitserland. In een persverklaring van januari 2013 stellen zij dat zij op een eerlijke en geloofwaardige manier in hun beroep willen staan en dat zij daarom open zijn over wat zij in hun pastoraat al jaren in de praktijk doen, ook als dat in tegenspraak is met de officiële kerkelijke regels. De vitaliteit van de plaatselijke gemeenschap is voor hen van grote waarde. Daarom zijn zij tegen pastorale schaalvergroting als antwoord op het zogenaamde priestertekort. Zij willen zich inzetten voor andere vormen van kerk-zijn die dichtbij de mensen staan en recht doen aan de grote schakering aan menselijke talenten, los van stand, geslacht of seksuele geaardheid. Zij keren zich tegen de huidige absolutistische structuren in de kerk en zetten zich in voor burgerrechten en transparantie in de kerk. ('Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar – net als de heiligen – burgers en huisgenoten van God', Efeze 2:19). Daarom hebben zij in het Duitse taalgebied en internationaal een netwerk opgebouwd, omdat de situatie in de kerk en de samenleving ons daartoe noodzaakt. Zij roepen de bisschoppen op om zich eveneens bij de geest van deze hervorming aan te sluiten. In een
nieuwe verklaring van half juni zeggen ze dat ze er genoeg van hebben om op te draaien voor een beleid van de bisschoppen. ‘Als geestelijken willen we niet langer zwijgen en nederig uitvoeren wat ons van boven wordt opgedragen.’
Bregenz Deze oproep van deze priesters en diakenen uit het Duitse taalgebied krijgt op 10-12 oktober a.s. een vervolg tijdens een internationale bijeenkomst in het Oostenrijkse Bregenz aan de Bodensee. Zij zullen daar onderzoeken hoe zij hun eisen kracht kunnen bijzetten. Het 'gezicht' van de Pfarrer-Initiatieve, Helmut Schüller, heeft een tournee door de Verenigde Staten gemaakt waar hij veel gehoor heeft gevonden voor de hervormingsplannen van zijn Oostenrijkse PfarrerInitiatieve en hij zal bij deze conferentie van zijn ervaringen vertellen. Aan de bijeenkomst in Bregenz zullen Ierse, Duitse, Franse, Britse, Zwitserse en Amerikaanse priesters deelnemen, een werkelijk internationaal gebeuren.
Gestaag Verenigingen van kritische christenen krijgen gestaag steeds meer aanhang. De kritische priesters onder hen pleiten voor meer democratie in de kerk, voor het serieus nemen van de leken en voor de afschaffing van het verplichte priestercelibaat.
Onbekommerd Bij al deze activiteiten nog even dit. In Rome lijkt paus Franciscus weinig moeite te hebben om de menselijke maat te vinden. Het is hartverwarmend om te zien hoe hij onbekommerd met mensen omgaat en op een heel informele wijze de blijde boodschap handen en voeten geeft. Maar de vraag is dan hoe zijn open en zelfs kwetsbare wijze van omgaan met mensen binnen en buiten de kerk zich verhoudt met de starre structuren waar wij binnen de kerk mee worstelen. Komen wij de winter toch nog voorbij? Frans de Smit Zie ook: http://www.marienburgvereniging.nl/ congres.html
9
10
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
Paus Franciscus: een sprankje hoop
FRANCISCUS
‘Een herder die zich opsluit is geen echte schaapsherder maar een schaapscheerder’ Op woensdag 13 maart 2013 komt er om 19:06 uur witte rook uit de schoorsteen van de Sixtijnse kapel. Het teken dat tweederde van de kardinalen zich achter de kandidaat heeft geschaard. Die avond bezoek ik mijn moeder die in een verzorgingshuis woont. Zij is erg geïnteresseerd in wie de nieuwe paus is en samen kijken we naar de televisie. Zelf ben ik minder geboeid, omdat ik me al lang niet of nauwelijks herken in hetgeen er uit Rome komt. Maar dan verschijnt de nieuwe paus, de Argentijn Jorge Mario Bergoglio. Hij heeft de naam Franciscus aangenomen, een verwijzing naar Franciscus van Assisi, zijn voorbeeld. St. Franciscus predikte het armoedeideaal en trok evangeliserend rond.
Hart Paus Franciscus begroette de gelovigen in het Italiaans met buona sera en hij bad met hen het Onze Vader. Daarna sprak hij de zegen uit, niet alleen over de katholieken, maar aan alle mensen van goede wil. Ik merkte dat ik werd gegrepen door zijn eerste optreden. Zijn woorden deden me denken aan onze intentieverklaring, waarin wij als Walfriedparochie niemand uitsluiten. Op 22 mei keek ik ’s avonds naar Pauw en Witteman en hoor dat die dag de geautoriseerde biografie van Paus Franciscus is verschenen. Het boek bevat gesprekken die met de paus zijn gevoerd ten tijde dat hij nog kardinaal was in Buenos Aires. Hij vertelt over zijn familie, zijn priesterroeping, het pastoraat en zijn jaren als kardinaal van Buenos Aires. Zijn opvatting over parochies raakt me in het hart. Enkele citaten: ‘Laten we niet uit het oog verliezen dat voor velen de parochie om de hoek de ‘toegangspoort’ is tot het katholieke geloof. Zo belangrijk is dat.
de vachten bezig is in plaats van op zoek te gaan naar de verloren schapen.’
Garages
Het is van cruciaal belang dat katholieken, zowel geestelijken als leken op pad gaan om mensen te ontmoeten. Een wijze priester zei me eens dat we in een situatie verkeren die precies omgekeerd is aan de parabel van de goede herder. Ook al had hij negenennegentig schapen in de schaapskooi, toch ging hij op zoek naar dat ene verdwaalde schaap. Nu hebben we er eentje in de schaapskooi en de andere negenennegentig gaan we niet zoeken.’ Op de vraag waarom hij dit van belang vindt: ‘Met een kerk die zich beperkt tot beheersmatig werk in de parochie, die opgesloten leeft in haar eigen gemeenschap, gebeurt hetzelfde als met een mens die is afgesloten van de buitenwereld: ze kwijnt lichamelijk en geestelijk weg. Als je de straat op gaat, kan het jou en ieder ander overkomen dat je een ongeluk krijgt. Maar ik heb duizend keer liever een verongelukte kerk dan een zieke kerk. Ik geloof dat een kerk die zich beperkt tot haar beheersmatige administratieve taak en tot het hoeden van een kleine kudde, een kerk is die op den duur ziek wordt. Een herder die zich opsluit is geen echte schaapsherder maar een schaapscheerder die met
Over hoe dit in de praktijk moet worden gebracht is Jorge Bergoglio duidelijk: ‘Volgens godsdienstsociologen is de invloed van een parochiekerk merkbaar in een straal van zeshonderd meter. In Buenos Aires is die afstand twee kilometer. Daarom heb ik priesters voorgesteld om een garage te huren, een bereidwillige leek te zoeken en hem de taak te geven om daar een beetje bij de mensen te zijn, catechese te geven en zelfs de communie te brengen aan de zieken of aan anderen die deze willen ontvangen. Een pastoor zei me, dat als hij dat zou doen, de gelovigen niet meer naar de mis zouden gaan. ‘Wat is dat nu!’ riep ik toen, ‘gaan er nu dan zoveel naar de mis?’ ‘Nee’, was zijn antwoord. Erop uitgaan om mensen op te zoeken, betekent een beetje wegtrekken uit onszelf, uit de afgesloten ruimte van onze eigen opvattingen als die ons in de weg staan en de horizon afsluiten die God is. Het betekent een luisterende houding aannemen. Priesters weten wat hun te doen staat.’
Hoop Als lid van het federatiebestuur heb ik onlangs met bovenstaande citaten de vergadering mogen openen. De fusiegolf die over de Nederlandse kerkprovincie trekt en waar lokale geloofsgemeenschappen zwaar onder druk staan voelt als een contradictie met hetgeen Jorge Bergoglio vertelt. De nadruk lijkt op het beheersmatige en de kleine kudde te liggen. Ik hoop dat we snel iets mogen ervaren van hetgeen Jorge Bergoglio heeft verteld… Anita van Nimwegen Bron: ‘Paus Franciscus’ door Francesca Ambrogetti en Sergio Rubin
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
TOEKOMST VAN DE KERK
De keizer en de nachtegaal De keizer van China had een groot rijk te besturen. Soms voelde dat als een zware last, dan werd hij somber en stil. Maar altijd was er ’s avonds in de schemering de nachtegaal te horen die zijn lied zong. En altijd weer daalde er door het lied van de nachtegaal rust en vrede in de ziel van de keizer. Op een zekere dag kreeg de keizer een mechanische vogel ten geschenke, overdekt met juwelen en goud. Tot verbazing van de keizer zong deze het lied van de levende nachtegaal met mechanische precisie na, wanneer hij maar wilde. De vogel werd weldra de bezienswaardigheid van het rijk – van kinderen tot oude mensen, van armelui tot hoffunctionarissen, allen kwamen ze de vogel bewonderen. En keer op keer zong de vogel volmaakt zijn lied. De echte vogel, genegeerd en vergeten, vloog weg. Maar na enige tijd ging de mechanische vogel kapot. Zonder het lied van de vogel om hem tot rust te brengen, werd de keizer ziek. Zijn toestand verslechterde, zodat de dokters vreesden voor zijn leven. Plotseling streek de nachtegaal neer in de boom naast het paleis en begon te zingen. Rust en vrede daalden neer in de ziel van de keizer. Zijn wil om te leven keerde terug en hij genas.
Binnen en buiten de kerk
Op zoek naar sporen van God in deze wereld Lucas vertelt een verhaal over vrouwen. Dat is bijzonder, want in de bijbel tellen vrouwen vaak niet mee. De bijbel is een patriarchaal boek: geschreven vanuit het gezichtspunt van mannen. Het is dan ook een boek dat veel meer over mannen dan over vrouwen gaat. Vrouwen blijven vaak onzichtbaar. Er zijn wel verhalen waarin vrouwen een bijzondere rol spelen, maar dat zijn uitzonderingen. Mannen zijn de norm in de bijbel.
Geroepen Jezus is op weg naar Jeruzalem. Op zijn reis daarheen gaat hij een dorp in en een vrouw, Martha genaamd, ontvangt hem. Ze heeft een zuster die Maria heet. Zij gaat zitten aan de voeten van Jezus en luistert naar zijn woorden, terwijl haar zus Martha druk is met bedienen. (Lucas 10: 3842). Aan de voeten van iemand zitten, is een uitdrukking voor iemands leerling zijn. Maria wordt hier door Lucas gekenschetst als een leerling van Jezus. Het ergert Martha dat zij alles alleen moet doen, terwijl haar zus maar zit te
luisteren. Dus zegt zij tegen Jezus: ‘Laat het u koud dat mijn zuster mij alleen laat bedienen? Zeg haar dat ze mij moet helpen.’ Gastvrijheid is in het Oosten iets heel belangrijks. Je probeert het je gast naar de zin te maken, je zet hem het beste voor wat je hebt. Het gaat veel verder en betekent veel meer dan de gastvrijheid in ons land. Ik wil maar zeggen: het is alleszins begrijpelijk dat Martha druk is, nu zij zo’n belangrijke gast als Jezus in haar huis ontvangt en dat zij graag wil dat Maria haar helpt. En toch zegt Jezus: ‘Martha, Martha, je maakt je druk over vele dingen, maar slechts één ding is nodig. Maria heeft het beste deel gekozen (nl. luisteren naar zijn woorden) en het zal haar niet ontnomen worden.’ Veel mensen – veel vrouwen? – sputteren als ze Jezus dit horen zeggen: ‘Eten koken, bedienen, dat moet toch ook gebeuren? Als Martha het niet doet, wie doet het dan? Waarom wordt Martha hier terecht gewezen, dat is toch niet redelijk?’ ‘Martha, Martha,’ ons klinkt dat in de oren als een terechtwijzing, maar als
in de bijbel wordt verteld dat God een mens roept, dan klinkt zijn naam twee keer. Als God Mozes roept om zijn volk uit Egypte te leiden, dan klinkt er: ‘Mozes, Mozes’. Als Samuel geroepen wordt door God, dan hoort hij ’s nachts een stem: ‘Samuel, Samuel’. En zo wordt nu Martha door Jezus geroepen: ‘Martha, Martha.’
Zichtbaar maken En hij vervolgt: ‘Je maakt je druk over vele dingen, maar slechts één ding is nodig.’ Tot Martha zegt Jezus het heel kort met één zin, maar later zal hij hetzelfde zeggen tegen zijn leerlingen, maar dan wat uitgebreider: ‘Maak je geen zorgen over wat je zult eten om in leven te blijven. Maak je niet bezorgd over je kleding, over wat je moet aantrekken. Nee, zoek eerst het koninkrijk van God.’ Daartoe roept Jezus zijn leerlingen op, mannen én vrouwen: al die dingen die zij, én wij, zo belangrijk vinden, laat je daar niet helemaal door in beslag nemen, want jullie zijn daar zo druk mee dat je geen tijd en geen aandacht meer hebt voor wat het meest wezenlijke is: de boodschap van het
11
12
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
Rijk van God! Dát zegt hij ook tot Martha: ‘Laat je niet zo in beslag nemen door het eten koken en het bedienen dat je geen aandacht meer hebt voor wat het meest wezenlijk is.’ Met dit verhaal wil Lucas zeggen dat Jezus evenzeer vróuwen als mannen oproept om hem te volgen. Ook voor hen geldt: slechts één ding telt – de boodschap die Jezus verkondigt: het Rijk van God dat komen zal! Voor wie leerling van Jezus wil zijn, is dat de opdracht, voor mannen en vrouwen: dat Rijk van God zichtbaar maken in onze wereld en dat Rijk wordt zichtbaar daar waar tekens van goedheid en liefde, van hoop en vertrouwen worden gevonden; daar waar iets van Gods mededogen en vergevingsgezindheid wordt ervaren.
Rakelings nabij De kerk kent momenten waarop de goedheid van God bijzonder zichtbaar wordt, nl. in de sacramenten. Op belangrijke momenten in het leven, zijn er de sacramenten, momenten waarop we God bijzonder nabij mogen weten. Bij de doop wanneer God zegt: ‘Jij bent mijn geliefde kind, ik ga met je door je hele leven heen’; bij het huwelijk als twee mensen elkaar liefde en trouw beloven en zich dan gesterkt mogen weten door Gods liefde en trouw. En vooral in het sacrament van de eucharistie als wij Brood en Wijn delen in Jezus’ naam, wij zijn leven en dood gedenken en als de Geest die hem bezielde, ook ons hart verwarmt. De eucharistie, zo laat onze bisschop niet na om steeds weer te benadrukken, is de bron en het hoogtepunt van ons geloof. Dit sacrament is voor de kerk iets heel bijzonders en daarom is het omgeven met strikte voorschriften. Alleen de gewijde priesters mogen hierin voorgaan, alleen de goedgekeurde tafelgebeden mogen worden gebruikt en er moet vooral een dikke scheidslijn zijn tussen de eucharistie en andere vormen van vieren en geloven.
Ongerijmd – Dit er even tussendoor: dat alleen mánnen Gods genade zouden kunnen bemiddelen, is voor mij iets ongerijmds. In het eerste boek van de bijbel wordt verteld dat God de mens
schiep: ‘man en vrouw schiep Hij hen, naar zijn beeld schiep Hij hen.’ En horen wij in het Evangelie van vandaag niet dat Jezus vrouwen oproept om zijn leerling te zijn? – De kerk omgeeft de eucharistie met veel voorschriften. Ik ga ervan uit dat dit gebeurt uit eerbied voor het mysterie dat wij daarin vieren: dat God ons rakelings nabij komt. Dat men niet wil dat het mysterie door het al te gewoon te maken of door onzorgvuldigheid niet meer beleefd kan worden. Bij mij komt dan het sprookje van de keizer en de nachtegaal in gedachten. Zoals het lied van de nachtegaal rust en vrede brengt in de ziel van de keizer, zo kan ook het vieren van de eucharistie rust en vrede brengen in de harten van mensen, omdat ze daarin iets ervaren van Gods liefde voor hen. Alleen, de kerk gaat zo krampachtig met het sacrament van de eucharistie om dat het meer gaat lijken op de mechanische vogel, wel mooi misschien, maar ontbreekt het leven er niet aan? Zal op een bepaald moment niet blijken dat de vogel stukgaat: dat het mensen niets meer zegt, omdat de eucharistie die vastgelegd is in regels en bepaalde formuleringen, te zeer apart komt te staan van de rest van hun leven, dat steeds in verandering is?
Daar In het Lucasevangelie komt Jezus het leven van Martha en Maria binnen. Hij zoekt de mensen op daar waar ze leven en werken. Toen hij zijn eerste leerlingen riep: Petrus, Jacobus en Johannes, vond Hij hen aan de oever van het meer van Genesareth. Zij waren vissers en Hij trof hen toen ze bezig waren met hun netten. Zo komt Hij nu het huis van Martha binnen. Als zij dan druk is met de maaltijd bereiden en met bedienen, dan spreekt Jezus – in die drukte – haar aan. God spreekt mensen aan in hun dagelijks leven. Ook daar – of vooral daar? – is Hij te vinden. Want overal waar mensen in hun leven ruimte geven aan goedheid en hoop, waar mededogen is, waar een nieuw begin mogelijk gemaakt wordt, daar is God.
Verlies of kans? In onze kerk zijn de sacramenten belangrijk en m.n. de eucharistie. Nu zijn in onze tijd de eucharistievieringen schaars en de kerk ziet dat als een gemis en als een gevaar. Mensen zouden het ‘besef van sacramentaliteit’ kwijt kunnen raken. ‘Besef van sacramentaliteit’, ik weet ook niet precies wat de kerk daarmee bedoelt, maar zoiets als het besef dat je niet zelf je leven maakt, maar dat het leven je gegeven is. En dat in deze wereld God aanwezig is, op een verborgen manier, maar soms voel je iets van zijn nabijheid, zijn goedheid. Dat de eucharistievieringen schaars zijn, betekent niet alleen verlies, het is ook een kans. Het daagt ons uit om te ontdekken op welke plekken en op welke momenten we iets van God zien, ervaren. God zal, dat geloof ik vast, ook wegen vinden om zijn goedheid en mededogen op andere wijze tot ons te laten komen. Misschien kunnen we leren oog te krijgen voor al die momenten waarop God ons nabij komt. Daarvoor zijn openheid en ontvankelijkheid nodig. Als wij niet achteloos voorbij leven aan wat God ons schenkt, dan zullen wij veel momenten van heelheid en goedheid ontdekken, binnen en buiten de kerk. Dat hoeven we geen ‘sacramenten’ te noemen, maar je zou ze misschien wel ‘sacramenteel’ mogen noemen, omdat het sporen zijn van God in deze wereld. Openheid en ontvankelijkheid, als wij ons daarin oefenen, dan zal de vogel van God weer op het raamkozijn neerstrijken, niet altijd op de momenten dat wij het willen, maar onverwachts en zijn lied zal de onrust in ons wegnemen en er zal rust en vrede dalen in onze ziel. Waar, wanneer ervaart u iets van God, van zijn goedheid en trouw? Wat geeft aan uw ziel rust en vrede? Hilda van Schalkwijk (pastor)
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
Joost de Jong:
Parochiaan
‘Wat in ons hart zit, kun je niet zomaar veranderen!’
van het kwartaal
Op 24 juli als het toch nog zomer is geworden, is het interview met Joost de Jong, parochiaan van het kwartaal. Joost is wereldreiziger in hart en nieren en heeft veel landen gezien en aan culturen gesnoven: tijdens zijn verre reizen heeft hij vele verschillende mensen ontmoet. Met alleen zijn backpack en met weinig geld reisde hij vanaf februari 2000 in zijn eentje een jaar de wereld rond. Joost heeft Afrika, Mexico, Thailand, India en nog meer verre oorden bezocht. Tijdens het reizen heeft hij geleerd van anderen en heeft hij ervaren wat echte vrijheid is. Afrika is een geliefd continent. Verrassend is het dus niet dat zijn vrouw Martha uit Ghana komt. Martha is rooms-katholiek en samen sloten zij zich aan bij de parochie in Hoogkerk. Omdat deze parochie ophield te bestaan, kwamen ze al zoekend bij de Walfried terecht. Bij ons zet Joost zich in voor de jongeren. Hij en Martha genieten van de warmte en vrijheid binnen onze parochie.
Zoveel moest Joost komt uit een gezin van 5 — een zus onder zich en eentje boven zich. Joost woont in De Held in Groningen, een 20 jaar oude wijk die grenst aan de wijk Vinkhuizen, dichtbij Paddepoel waar hij is opgegroeid. ‘Waar nu dit huis staat, waren in mijn jeugd alleen maar weilanden. Ik kwam hier vroeger vaak spelen met mijn vrienden.’ Joost is van huis uit gereformeerd. Joost: ‘Vanuit de kerk moest er zoveel: er lag veel nadruk op de regels en de uitleg. Ik heb meer met hoe je het geloof beleeft en dat er aandacht is voor je gevoel. Ik vind het belangrijk dat je in je dagelijks leven iets doet met wat je in de kerk hebt gehoord. Geloof komt uit je hart en zit niet in regels.’ Na een proces van jaren besloot Joost uit de Gereformeerde kerk te stappen: toch bleef het geloof.
Personalia Joost de Jong Jacob Schorerstraat 63 Groningen Geb.: 7 juni 1967 Geh.: Martha de Jong-Dery geen kinderen Rijkswaterstaat
Andere wereld Door zijn vrouw Martha leerde Joost de katholieke kerk kennen. Martha komt uit Ghana en is roomskatholiek. Joost, enthousiast: ‘In Ghana is de dienst zó mooi! Er is muziek, er is een koor en iedereen swingt mee op de muziek. Een dienst kan wel 2-3 uur duren en dat verveelt nooit. Je beleeft de hele dienst. In Ghana, waar ook Martha’s moeder en zus wonen, voel ik me thuis. Er is een prettige sfeer, de mensen zijn vriendelijk en er is direct contact. De temperatuur is heerlijk en het is fijn om te genieten van de zee. In Afrika hebben de mensen nog oog voor elkaar, er is saamhorigheidsgevoel en het leven is er relaxt. Het leven in Nederland gaat (Vervolg op pagina 14)
13
14
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
die je hebt in je geloof. Het gaat er in de Walfried vooral om wat je met je geloof doet in je leven. We geloven in één God waarbij er ruimte is voor verschillen.’ snel en er is veel stress. Wij zijn de zorg voor elkaar wat kwijt geraakt en er zijn mensen die vereenzamen. Soms kennen we onze eigen buren niet eens. In Afrika heb ik geleerd dat er een andere wereld is.’
Warmte en vrijheid Martha en Joost wilden 7 jaar geleden graag trouwen, maar omdat Joost niet katholiek is, moest er officieel dispensatie worden verleend. Dat gebeurde bij pastor Frans de Smit, pastor in Hoogkerk. Joost moest beloven dat hij Martha vrij laat in haar geloof en dat zij als ze kinderen zouden krijgen, ze gelovig zouden opvoeden. De parochie in Hoogkerk moest helaas haar poorten sluiten en zo gingen Martha en Joost op zoek naar een andere parochie. Eerst bij de Salvator en daarna bij de Walfried. Ze voelen zich hier thuis en genieten van de warmte en vrijheid binnen de parochie. ‘En na één bezoek was het ons al duidelijk: de Walfriedparochie beviel ons zo goed dat we hier zijn gebleven. Als nieuweling voel je je er makkelijk thuis. Ik sta verbaasd over de ruimte
Verrassend ‘In de Walfried zet ik me in voor de jongeren. Ik was hier nog niet zo lang en werd door Rudy (Kikkert) gevraagd om mee te gaan doen met de jongerengroep. Daar moest ik wel even over nadenken. Ik ben immers niet katholiek! Ik heb ‘ja’ gezegd en vind het bijzonder om te doen. Elk jaar werken we met een hoofdthema. Daarbinnen laten we de jongeren de onderwerpen kiezen die we gaan behandelen. Het is soms verrassend om te zien hoeveel jongeren zelf weten over bepaalde onderwerpen en hoeveel ze er al over hebben nagedacht. Ook verrassen ze ons soms met de onderwerpen die ze kiezen. Vorig jaar bijvoorbeeld hadden we als thema ‘Jezus’ en zij kozen voor het onderwerp ‘Jezus en regels’. We hebben het toen gehad over de Bergrede. Daar zijn we intensief mee bezig geweest en daar leer ik ook van. We hebben een groep van 8 jongeren in de leeftijd van 13-18 jaar. Dat is een groot leeftijdsverschil. Het is mooi dat het een kleine groep is, daardoor kan iedereen goed meedoen en ontstaan er soms mooie gesprekken.’
Backpacken Joost houdt van reizen over de hele wereld en zo heeft hij in 2000, net na het millennium, een jaar lang gereisd. Hij is in februari vertrokken, zodat hij zeker zou zijn dat er geen bugs waren in computersystemen en hij ook echt kon vertrekken. Hij werkte in die tijd bij Rijkswaterstaat en kon een jaar vrij nemen. Na dat jaar had hij de garantie dat hij weer terug kon komen op zijn werk. Het was bijzonder dat dat kon! Door het reizen heeft hij ervaren wat vrijheid is. Met weinig geld en weinig bezittingen in zijn rugzak heeft hij veel landen aangedaan en leuke mensen ontmoet. Soms deelde hij spontaan een kamer met mensen die hij pas dezelfde dag had ontmoet. ‘Dat delen doe je niet zomaar, er moet wel een bepaalde klik en vertrouwelijkheid zijn met mensen en dat voel je. Tijdens het backpacken heb ik geleerd om op straat te eten. In tegenstelling tot wat je zou denken, kan dat heel goed. Je kijkt waar veel mensen eten en dan weet je: het eten is goed. (Lachend) Ik ben ook wel eens ziek geworden na het eten in een chique restaurant. Dat kan dus ook. Ghana is mijn lievelingsplek en ik ga er samen met Martha deze zomer weer naar toe om mijn familie te bezoeken.’
Toekomst Hoe kijkt Joost aan tegen de toekomst van de Walfried? ‘Nu Dirk weg is, worden er van hogerhand beslissingen genomen, waar de parochie het niet mee eens is. Ondanks dat dit gebeurt, blijf ik positief. Ik denk dat we vertrouwen kunnen hebben in onszelf als parochie en niet bang hoeven te zijn voor onze vrijheid. Want wat in ons hart zit, kun je niet zomaar veranderen.’ Hiltje van Gijssel Met de klok mee: bergmeer Nieuw Zeeland, Taj Mahal (India), Tsingy Bemaraha (Madagascar), Baobab Avenue Madagascar), Ayes Rock (Australië), hoge bergpas (5415 m) in Nepal
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
FAVORIET LIED
Dirigente Hanneke Meijer:
‘Nederlandse koppels van dichters en componisten garant voor liederen van grote schoonheid’ Mijn grote hobby is kerkmuziek. Daardoor is ook mijn passie ontstaan voor het dirigeren van een koor dat zich dienstbaar maakt in de liturgie. Als muzikale veelvraat ben ik gegrepen door bijna alle stijlen die er in de kerkmuziek zijn: van het aloude Gregoriaans (oorsprong van alle muziek) via de Nederlandse scholen (o.m. Josquin des Prez), Bach, Mozart, Bruckner naar de eigentijdse Nederlandse liederen.
Schat Voor mij is het belangrijk hoe een lied wordt gezongen en met welke intentie. Heb ik een favoriet lied? Zelfs als ik mij beperk tot de Nederlandse liederen blijven er een groot aantal over… In Nederland staan een aantal koppels garant voor liederen van grote schoonheid, grote kwaliteit en bruikbaarheid. Met ‘koppel’ bedoel ik een combinatie componist – tekstdichter, die elkaar dermate aanvoelen dat het merkbaar is in de liederen die uit hun samenwerking ontstaan. De tekst wordt verrijkt door de muziek en omgekeerd. Hierdoor is er een schat aan hedendaagse Nederlandse liederen binnen de kerkmuziek ontstaan, die in onze kerk graag gezongen worden, maar ook in andere kerken hun plaats hebben veroverd. Liederen van Sytze de Vries en Willem Vogel worden vooral in de Protestantse kerk gezongen, maar vinden nu ook veelvuldig hun weg in onze erediensten, hoewel ze nog niet voorkomen in onze Gezangen voor Liturgie. Denk bijv. aan De vreugde voert ons naar dit huis, vooral gezongen als openingslied. Liederen van de combinatie Huub Oosterhuis en Antoine Oomen zijn mogelijk wat bekender. O.m. Die chaos schiep, De steppe zal bloeien, Licht dat ons aanstoot en Gij die geroepen hebt Licht (een lied dat heel dicht bij mijn favoriete lied zou kunnen komen). Oosterhuis heeft ook met zeer fraai resultaat samengewerkt met andere componisten, onder wie Thom Löwenthal, Bernard Huijbers en ook Willem Vogel.
Kwetsbaar Dan komen we bij het derde koppel, Henk Jongerius (liturg en prior van de dominicanen in Huissen) en Jan
Raas (vaste organist van de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam). Zij schreven een aantal liederen die een warme plek innemen in mijn hart. Hun liederen zijn kwetsbaar en moeten ontzettend mooi gezongen worden: iets te hard, te snel of te langzaam kan een lied enorm tekort doen. Een aantal liederen van hun hand kom ik ook vaak tegen als ik in de Emmauskerk werk: Kom en volg mij op de weg, Ik geloof in de God (een gezongen geloofsbelijdenis), Voor mensen Gezegend die de wereld Voor mensen, geboren schept, Voor mensen die om woorden te horen, naamloos en Voor mensen gelukkig te leven, elkaar te vergeven: geboren. is er een licht opgegaan.
Dynamisch
Voor mensen, onmachtig
Als ik dan toch een favoriet om heil te verwachten, zou moeten kiezen, moet het gevangen genomen, dit laatste lied maar zijn. Het verlamd om te lopen: is, net als de andere genoem- is er een weg om te gaan. de, opgenomen in de bundel Voor Naamloze Mensen. De Voor mensen, ontluisterd, tekst en de muziek vullen in boeien gekluisterd, elkaar prachtig aan, meer beroofd van hun wensen door andere mensen: nog ze verrijken elkaar. De is er een man voorgegaan. woordaccenten en accenten in de muziek komen prachtig Voor mensen, gevallen, overeen. Dissonanten (span- tot niemand vervallen, ning gevend) en consonanten die levend al dood zijn (ontspanning) wisselen el- en dood zonder hoop zijn: kaar af, naarmate de tekst dit is er een mens opgestaan. vraagt. Naar Efeziërs 2, 11-22 Het lied heeft in het begin een evenwichtig harmonisch verloop op een rustige tekst, daarna volgt een dynamisch akkoordenspel, waarin verwarring, wanhoop en twijfel te horen en te voelen zijn. Het gebruik van één lange noot aan het eind van dit fragment is fenomenaal. Hierna is er ruimte voor hoop en vertrouwen, waarin muziek en tekst tot rust komen. Hanneke Meijer
http://www.nicolaaskoor.nl/ Opnamen/ Voormensengeboren.mp3
15
16
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
Slangenbeet moest fataal zijn
PAULUS — apostel van vrijheid en menselijke waardigheid (18)
Doener nadert Rome Een dag nadat zij aan land waren gespoeld, hoorden zij van de lokale bevolking dat het eiland Malta heette. Er is in de loop van de tijd onderzoek verricht of het inderdaad bij het huidige Malta was waar Paulus met de zijnen schipbreuk leden. Lukas, de schrijver van het boek Handelingen, is nu eenmaal niet altijd even betrouwbaar als het om geografische aanduidingen gaat. Voor de Maltezers is dat echt geen vraag, je kunt de aanwezigheid destijds van Paulus op het eiland niet ontlopen, waar je ook bent op Malta kom je zijn naam tegen. Er is een grote kathedraal aan hem gewijd, maar ook in de vele kleine kapelletjes leeft zijn naam voort. De schipbreukelingen strandden aan de noordkant van het eiland. Zij bereikten in wat nu de St. Paul’s Bay heet, de later onbewoonde St. Paul’s eilanden. Men weet ook haarscherp welke dag het was: 10 februari in het jaar 60. De plaatselijke bevolking behandelde de schipbreukelingen vriendelijk en gastvrij. Het was koud en het regende, reden voor de bevolking om een groot vuur aan te leggen waaraan de verkleumde passagiers en bemanning zich konden drogen en warmen. Door de hitte van het vuur kwam een slang uit het hout kruipen, die Paulus in de hand beet. Dat veroorzaakte een grote consternatie. De slang was giftig en toen de omstanders het serpent aan de hand van Paulus zagen hangen, veranderde hun houding tegen over Paulus. Die man moet wel een moordenaar zijn dachten zij, want ondanks zijn redding uit zee laat Dikè (de godin van het recht) hem niet leven. Maar Paulus schudde de slang van zich af, wierp hem in het vuur en had blijkbaar geen last van de giftige beet. De omstanders verwachtten dat de hand van Paulus op zou zwellen en dat hij dood zou
reizigers inscheepte voor het laatste deel van hun tocht naar Rome, voorzag de gastvrije bevolking hen van alles wat zij voor de reis nodig hadden. Merkwaardig is dat Lukas in zijn verslag van de reis het gewapend escorte van Paulus uit het verhaal laat verdwijnen, alsof zij er niet meer zijn. Toch vervolgt Paulus als gevangene zijn reis. Lukas richt nu alle aandacht op hem.
neervallen, maar dat gebeurde niet, ook niet na lang wachten. De stemming sloeg weer om, nu naar bewondering en eerbied: deze man sterft niet aan de beet, dan moet hij wel een god zijn! Zo wist Paulus weer eens de aandacht naar zich toe te trekken en vooral de situatie, waarin hij was geraakt, te beheersen. In de omgeving van de plaats waar Paulus verbleef, lag een landgoed van de Romein Publius, bestuurder van het eiland. Zijn vader was ziek, had koorts en buikpijn, waarschijnlijk leed hij aan dysenterie. Paulus bezocht hem, sprak een gebed uit en legde hem de handen op. De man genas en al gauw deed dit de ronde over het eiland. Veel zieken kwamen naar Paulus toe en zochten bij hem genezing. Zo bracht hij de goede boodschap, door te doen: het evangelie te verkondigen en zieken te genezen. Het is de vraag of zijn boodschap beklijfde. Op Malta is pas in de vierde eeuw sprake van een christengemeente. Paulus verbleef drie maanden op het eiland. Toen hij zich met zijn mede-
Het schip waarmee zij de reis vervolgden, voerde hen langs Sicilië, deed de haven Syracruse aan en richtte de koers vervolgens op Puteoli, nabij Napels. Daar werd Paulus door christenen opgevangen waar hij een week verbleef. Via Puteoli reisde hij naar Rome. Daar hadden christenen gehoord dat Paulus naar hen onderweg was. Zij kwamen hem tegemoet. Op het Forum Appii (Markt van Appius) zo’n zestig kilometer zuidelijk van Rome aan de heirweg Via Appia, vond de ontmoeting met de apostel plaats. Twintig kilometer verder naar het noorden bij Tres Tabernae (Drie Herbergen) vond een tweede ontmoeting plaats tussen Paulus en de geloofsgenoten die naar hem toe waren gereisd. De ontmoetingen waren hartelijk en voor Paulus hartverwarmend, hij dankte God daarvoor en vond door de ontvangst van zijn medechristenen de moed om de reis naar Rome voort te zetten om daar voor de keizer terecht te staan. Frans de Smit (wordt vervolgd)
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
17
ZIN & BEELD
De misrekening van Qumran
Wat moet je in veiligheid brengen? Wat mag niet verloren gaan? Wie heeft zich die vraag nog nooit gesteld? Wat als er iets gebeurt met je huis? Een overstroming of brand? In oorlogstijd komt het er echt op aan: hoe vind je een veilige bergplaats voor wat je lief is? Als de onderduikers op de Prinsengracht zijn verraden en afgevoerd, vindt de secretaresse van vader Frank het dagboek van Anne en bewaart het. Etty Hillesum geeft vlak voor haar laatste reis naar Westerbork haar dagboekschriften aan een bevriend schrijver. Diens zoon zal ze later publiceren. Naast persoonlijke documenten lopen ook erkende cultuurschatten gevaar. De vele panelen van Jan van Eycks Gentse altaarstuk Het Lam Gods belanden via een kasteel in bezet Frankrijk uiteindelijk in een Oostenrijkse zoutmijn waar de geallieerden ze onbeschadigd zullen terugvinden. Als Romeinse troepen in het jaar 70 de stad Jerusalem veroveren en de tempel verwoesten, is de grote zevenarmige kandelaar voor plunderaars natuurlijk de hoofdprijs. Op het reliëf van de triomfboog voor generaal Titus op het Forum Romanum zien we
hoe de menorah op de schouders van de soldaten Rome is binnengedragen. Het meest zichtbare en symbolische bewijs: wij zijn de overwinnaars, zij de verliezers – de misrekening van elke overweldiger, verslagen is niet altijd: gebroken. Wat echt van waarde is, kan bewaard zijn, verborgen, ongezien en ongeweten gered voor later. Dat is wat gebeurt, ook daar en toen. Niet het goud en zilver, maar de boeken, de wijsheid van eeuwen.
Fase Op verschillende plaatsen komen in later tijd bergplaatsen aan het licht. Uit de 3e en 8e eeuw stammen meldingen van enkele boekrollen in grotten bij Jericho, en in de vorige eeuw o.m. in de ruïnes van Masada. Maar verreweg de grootste vondst dateert van de jaren 1947 tot 1956. Bij toeval, een bedoeïen die een schaap zoekt, ontdekt de eerste van in totaal elf grotten bij Qumran aan de noordwest kant van de Dode Zee, hemelsbreed amper 21 kilometer van Jeruzalem, Jericho is nog dichterbij. Deels op een hoog terras uitgehakt in mergel, deels door de natuur gevormd in steile kalksteenrotsen verderop. In totaal liggen er meer dan 900 rollen, vooral resten daarvan. Ze veroorzaken een sensatie in de media en in wetenschappelijke kringen. Het onderzoek is ingewikkeld en nog steeds in volle gang. In deze fase zijn er onvermijdelijk meer vragen
dan antwoorden. Ook het opperen van heel verschillende, zelfs tegenstrijdige, niettemin mogelijke verklaringen en interpretaties hoort erbij. Wat niet helpt en toch een feit is: onderlinge rivaliteit en jaloezie, wilde speculaties, politieke of religieuze belangen en bijbedoelingen.
Voorzorg? Globaal zijn de boekrollen te verdelen in drie soorten: bijbelboeken (uit de Hebreeuwse bijbel, het Oude Testament), uitleggende commentaren op die bijbelboeken en zgn. sektarische geschriften. Qumran, het plaatsje, kan oorspronkelijk een strategisch gelegen grensfort zijn geweest, trouwens in een veel aangenamer, groener klimaat dan de tegenwoordige aanblik in een kaal woestijnlandschap doet vermoeden. Waarschijnlijk woonde er de laatste decennia vooral een groep Essenen, misschien ten onrechte vergeleken met een kloostergemeenschap. Waren er geleerden onder hen? Hadden ze al een grote eigen bibliotheek? Zijn de grote kruiken om de rollen in te bewaren in hun pottenbakkerij vervaardigd? Hebben zij zelf oude teksten gekopieerd in een soort scriptorium? Of hebben de rollen een heel andere herkomst? Zijn ze uit voorzorg vóór of in de eerste jaren van de Joodse Opstand (66-70 n. Chr.) van elders hier ondergebracht? Bijvoorbeeld of zelfs met name uit de tempel van Jeruzalem? Qumran zelf is al in 68 n.
18
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
Chr., twee jaar eerder dan de hoofdstad, ingenomen en verwoest. De grotten bleven onopgemerkt en hebben hun geheim lang bewaard.
Belang Wat is het echte belang van de Qumranteksten? Allereerst behoort een deel ervan tot de oudste bewaard gebleven exemplaren bijbelboeken. De aparte rollen van de verschillende boeken plus de aanwezigheid van andere, later onbekend geworden ‘apocriefe’ boeken maken zichtbaar dat de Hebreeuwse bijbel (en ons Oude Testament) in die eerste eeuw nog geen definitieve omvang en vorm had. Het is zeer opvallend hoe nauwkeurig de ontcijferde teksten overeenkomen met de ons al veel langer bekende overgeleverde teksten uit de rabbijnse traditie (de zgn. masoretische teksten). Waar ze op details toch afwijken, kan soms een vroeger onbegrijpelijke passage plotseling verbeterd worden. Vervolgens de commentaarboeken (pesjers). Zij voorzien de oude bijbelboeken van een nieuw actueel commentaar voor hun eigen tijd. Precies wat er ook vaak in de evangeliën in het zgn. Nieuwe Testament gebeurt: de verhalen van en over Jezus staan vol met verwijzingen naar bijvoorbeeld de profeten uit het Oude Testament. Dat blijkt dus niet alleen een christelijke gewoonte, maar een al langer bestaande authentieke joodse manier van omgaan met ‘heilige’ geschriften. In de ‘oogst’ van Qumran hoeven we geen boeken of zelfs maar fragmenten van het Nieuwe Testament te verwachten, eenvoudig omdat die teksten allemaal pas ontstaan zijn ná de verwoesting van die plaats. En spectaculaire theorieën over overeenkomsten in rituelen, teksten en leiderschap van de Esseense groep en de vroege christenen klinken vast interessant, maar zijn onbewezen of zelfs weerlegde speculaties. De verrassendste ontdekkingen ontstaan in onze tijd langs andere onderzoekslijnen dan via ‘Qumran’. Ik doel dan op het zich steeds verder verdiepende inzicht in het karakter van m.n. de evangeliën, als verhalen die naar inhoud en compositie verregaand
beïnvloed zijn door de stof van de joodse Torah (Wet en Profeten).
Zien Terwijl het onderzoek nog lang niet afgerond is, kunnen we als ‘groot publiek’ er toch al iets van zien. Van een van de belangrijke teksten die ontcijferd zijn, de 7 meter lange Jesaja-rol uit grot 1, is zelfs een online Engelse vertaling beschikbaar (http://dss.collections.imj.org.il/, zie ook http://www.deadseascrolls.org/). En sinds 1998 is een gestage stroom tentoonstellingen over de hele wereld op gang gekomen. Ze komen tot stand dankzij de samenwerking tussen de Israëlische Oudheidkundige Dienst (IAA) (hoofdleverancier van het materiaal) en gerenommeerde musea en plaatselijke wetenschappers. In Amerika leidde een recente reeks van New York (2011) via o.m. Philadelphia (2012) naar Boston (2013). In ons land viel de eer toe aan het vernieuwde Drents Museum in Assen dankzij goede connecties met de geleerden van het Groningse Qumran Instituut. De kern is steeds een combinatie van enkele uitgeleende fragmenten en een rijk scala aan voorwerpen die samen een prachtig beeld geven van het dagelijkse en culturele leven in Judea rond het begin van onze jaartelling.
Zilverlingen en steen In alle steden stromen de bezoekers in grote getale toe. Tentoonstellingbouwers bedenken steeds nieuwe middelen om hun publiek aan te spreken. Een aantal Amerikaanse musea toonde een 3 ton zwaar steenblok uit de westelijke muur van de tempel, dat daaruit zou zijn losgebroken tijdens de Romeinse aanval in 70 n. Chr. Ook konden mensen de expositie binnengaan via de nagebouwde opening van een grot. Rond kerst 2011 was er voor de bezoekers van het New Yorkse Discovery Times Square een extraatje: gedurende 10 dagen (!) een speciaal uit Israël overgevlogen strook perkament met de tekst van de Tien Geboden. Die stunt is in april 2013 herhaald voor Cincinnati (Ohio).
In Assen liggen munten waarmee je in de tempel kon betalen. Wie
ze telt, ontdekt dat het exact 30 zilverlingen zijn, het verradersloon dat is uitbetaald aan Judas. En ook hier staat die grote steen van de Tweede Tempel, je wordt zelfs aangemoedigd om die aan te raken – we doen dat ook. Het moet iets zijn van dezelfde sensatie die zich in de Middeleeuwen meester maakte van pelgrims, als ze in een bedevaartsoord in de nabijheid kwamen van een relikwie. Zo was de stad Groningen in het trotse bezit van een paar botjes: de arm van Sint Jan de Doper, die hij boven Jezus zou hebben uitgestrekt bij de doop in de Jordaan. Als we ons vrolijk maken over zoveel dwaas geloof en bedrog, missen we de diepste reden waarom mensen, wij zelf ook, bereid zijn een tocht te ondernemen naar zo’n reliek of museumstuk. Echt of nep, dat doet er eigenlijk niet toe. Wat telt is dat even die verre en voorbije wereld die je alleen maar kent uit de verhalen, ongelooflijk dichtbij komt.
Muurtekst Gelukkig zijn de oude teksten ook buiten bijzondere tentoonstellingen om aanwezig in onze tijd en cultuur. Ze krijgen een nieuw leven en nieuwe lading, zelfs als citaat in een straatbeeld. Als jongen van 15 stond ik onverwacht oog in oog met de beroemde woorden van Jesaja, in steen gebeiteld op de Isaiah Wall vlakbij het VN-gebouw aan de East River in New York. Is het een profetie of eerder een hevig verlangen? – “Hij zal recht spreken tussen de landen en zó beslissen over vele volkeren. En ze zullen hun zwaarden omsmelten tot ploegscharen, en hun lansen omvormen tot snoeihaken; geen land zal nog het zwaard opheffen tegen een ander land, nergens zal nog geleerd worden hoe je oorlog moet voeren.” (Jes. 2, 4) Martin Nieboer Jesaja 2, vs. 4. Detail van de grote Jesaja-rol uit Grot 1
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
Nieuwe patroonheilige geleerde pionier
‘Voltooier’ Ludger trok met Bernlef door streek rond Usquert In het bisdom Groningen-Leeuwarden vindt momenteel een fusiegolf plaats, waarbij van 81 parochies er nog 19 overblijven. Dit streven naar grotere eenheden acht men noodzakelijk ‘uit pastorale en financiële overwegingen’. Die men is in concreto de 5e bisschop van Groningen G. de Korte. Zo wordt in het noorden van de huidige provincie Groningen een vijftal parochies samengevoegd: Kloosterburen (Willibrordus), Bedum (Maria ten Hemelopneming), Uithuizen (Jacobus de Meerdere), Wehe den Hoorn (Bonifatius) en Appingedam/ Delfzijl (Sint Jozef). Als patroonheilige voor de fusieparochie is in samenspraak met de bisschop gekozen voor de Friese missionaris Sint Ludger. Is dat een goede keus? Wie was Ludger? Ludger leefde van 742-809, dezelfde tijd als keizer Karel de Grote die ook in 742 geboren werd en in 814 stierf. Ze hebben elkaar zeker persoonlijk gekend. In een tijdsbestek van 120 jaar vormde het trio Willibrord, Bonifatius en Ludger ervoor dat aan het christianiseringsproces leiding werd gegeven. Alle drie eindigden ze hun leven als bisschop: Willibrord als aartsbisschop der Friezen, Bonifatius als aartsbisschop van Mainz en Ludger als eerste bisschop van Münster. Ludger wordt van hen wel de Voltooier genoemd. Bonifatius moest zijn activiteiten met de dood bekopen, en wat Willibrord ooit begon maakte de jongere Ludger af. Ludger stamde uit een zeer rijke Noord-Nederlandse familie. Hij ging als 11-jarige naar de Domschool in Utrecht, waar hij Bonifatius
ontmoette: “Hij had witte haren en was stokoud, maar vol deugden en verdiensten.” De jonge Ludger voltooide zijn opleiding aan de kathedraalschool in het Engelse York die onder leiding stond van de geleerde Alcuïnus. Ludger was behalve een pionier ook een intellectueel die grote belangstelling had voor manuscripten.
Niet vreedzaam ‘Kerstening’ was in die tijd geen louter vreedzame activiteit: hij werd er ook op uitgestuurd om heidense heiligdommen te vernietigen en tempelschatten mee te nemen. Twee-derde van de kostbaarheden was bestemd voor de vorst, Karel dus. Na zijn priesterwijding in 777 in Keulen was Ludger o.m. zeven jaar actief in de noordelijke kuststrook, m.n. Hunsingo en Fivelgo. Daar vindt de bekende gebeurtenis plaats. Op een van zijn tochten ontmoette Ludger op de Helwerder wierde Bernlef. Toen de blinde zanger hem om een teken vroeg, maakte hij een kruis over diens ogen, waarna deze kon zien. Samen gingen ze naar Usquert om in de kapel (Lat. ‘oratorium’ = gebedsruimte) die er al stond, te bidden en
OMMELANDEN
Kerkgeschiedenis uit de Groninger Ommelanden, m.n. Hunsingo en Fivelgo
God te danken. Ik zie ze daar lopen in dat gebied waar 500 jaar lang mijn eigen familie woonde. Ze trokken vervolgens samen door de Friese landen. Toen Ludger moest vluchten voor een groep opstandige Friezen, gaf hij Bernlef de opdracht om langs de verspreid liggende huizen te gaan en de stervende kinderen te dopen. Zo doopte Bernlef 18 kinderen. Ludger trok zich tijdelijk terug in het veilige Utrecht. Na 787 hervatte hij zijn missieactiviteiten op dezelfde manier als later, in de 17e eeuw, jezuïeten als pater Mijleman dat in hetzelfde gebied doen: rondtrekkend van boerderij tot boerderij. Het kersteningsproces in het hoge noorden verliep langzaam maar boekte tenslotte toch resultaat, mede door de intensieve samenwerking met Karel de Grote. De eerste kerkstichtingen uit deze periode zijn Usquert, Loppersum, Leens en Farmsum. Wellicht vertel ik daar een volgende keer meer over.
Uitstekend De 5 huidige parochies zullen samen verder gaan onder de naam Ludgerparochie, naar de man die in deze hele Noord-Groningse streek als een ware pionier actief was. Een uitstekende keus dus. We hopen dat Sint Ludger veel bescherming biedt aan alle parochianen. Fred Boelens
19
20
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
Dichteres tijdens wereldoorlog
ACHTER DE WERKELIJKHEID
‘De zachte krachten zullen zeker winnen in 't eind’ Henriëtte Roland Holst werd ‘woudloopster’. Ze dwaalde niet doelloos door het leven, ze wist waar ze heen wilde. Ze wilde naar het land waar liefde en gemeenschap te vinden was, dat was haar droom die ze waar wilde maken, ze wilde Droom en Daad met elkaar verbinden. Op 4 augustus 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. — Op internationale congressen waren afspraken door socialistische partijen gemaakt om zich te verzetten tegen een komende oorlog. Nu beschoten arbeiders elkaar en dit betekende een nederlaag voor de internationale arbeidersbeweging die zij nooit meer te boven is gekomen. Henriëtte zag heel scherp in dat deze breuk niet meer te helen was. Zij werd in deze periode Nederlands beroemdste dichteres, die ook buiten de socialistische kringen werd bewonderd. In 1915 verscheen haar bundel Feest der Gedachtenis. Ze droeg de bundel op aan haar in 1914 overleden moeder met wie zij zich zo sterk verbonden voelde. De bundel geeft een vredig, bijna paradijslijk beeld van een socialistische samenleving. Vanuit een bevrijde situatie kijken vrouwen op de dag van het feest der Gedachtenis terug naar het verleden, naar de donkere dagen van het kapitalisme. De bundel is een eerbetoon aan vrouwen die hun leven ingezet hebben voor socialisme, vrijheid en vrede. Maar het is eerst en vooral de verwoording van hààr droom. Ik heb in droom gezien een dag van blijheid. De vrouwen ademden de lucht der vrijheid; (…) Het was de tijd, dat over heel de aarde broederschap bloeit. Ieder mens voelt zich deel van de mensengemeenschap, dàt (is) zijn waarde. (…) Liefde is wet: liefde tussen de mens en de mensheid geeft den enk’ling ‘t hoge doel waarvoor hij leeft, geeft wijding alle arbeid en alle dromen, want de droom en de arbeid dienen haar.
Liefde is wet, het is haar droom, haar levenswet. In een poging om een eind te maken aan de verschrikkelijke wereldoorlog kwamen in 1915 vertegenwoordigers van socialistische partijen bij elkaar in Zwitserland, wat als de conferentie van Zimmerwald de geschiedenis zou ingaan. Henriëtte Roland Holst was er bij en speelde een belangrijke rol. Zij verkeerde daar met de top van de internationale socialistische beweging. Uit Nederland waren ook vooraanstaande socialisten als Troelstra en Wijnkoop uitgenodigd, maar zij kwamen niet omdat Henriëtte, nu ex-SDAP, daar ook was. Blijkbaar was het hun teveel om met een vrouw aan één politieke tafel aan te schuiven. De conferen-
tie mislukte. Het voortdurend intrigeren van Lenin vanuit Zürich veroorzaakte een scheuring in de deelnemende partijen: er ontstond een sociaaldemocratisch blok en een radicale afsplitsing die zich kort daarna communisten noemden. Henriëtte ging met Lenin mee en zo ontstond een merkwaardig beeld: enerzijds was zij de militante marxiste/communiste, anderzijds was liefde haar levenswet, die bij haar te vinden was in haar innerlijk levende religieuze onderstroom. Deze zorgde ervoor dat haar marxistisch denken veranderde, in beweging kwam. De bundel Verzonken Grenzen (1918) is daar een getuigenis van. Henriëtte peilde in deze gedichten de diepte van haar bestaan. Hier is een vrouw aan het woord die door alle crises heen tot een beter verstaan, tot een aanvaarden van het mysterie dat leven is, wil komen. De bundel is een verwoording van haar overtuiging dat liefde uiteindelijk het laatste woord heeft. Zij geeft daaraan de mooiste woorden over de kracht van liefde die in de Nederlandse poëzie te vinden is: De zachte krachten zullen zeker winnen in 't eind – dit hoor ik als een innig fluistren in mij: zo 't zweeg zou alle licht verduistren alle warmte zou verstarren van binnen. De machten die de liefde nog omkluistren zal zij, allengs voortschrijdend, overwinnen, dan kan de grote zaligheid beginnen die w' – als onze harten aandachtig luistren – in alle tederheden ruisen horen, als in kleine schelpen de grote zee. Liefde is de zin van 't leven der planeten, en mense' en diere'. Er is niets wat kan storen 't stijgen tot haar. Dit is het zeekre weten: naar volmaakte Liefde stijgt alles mee. Verzonken grenzen (1918)
Naar volmaakte liefde stijgt alles mee. Alles komt uit God voort, is God en keert naar Hem terug. Alles stijgt op naar God die immers de liefde zelf is. Hier brengt Henriëtte Roland Holst de haar inspirerende voorbeelden, Spinoza en Dante, bij elkaar. Frans de Smit (wordt vervolgd)
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
DIE MALLE KERK
Humor in de kerk
Kent u ook leuke anekdotes of Roomse grapjes, stuur ze op. Ineke Siersema (
[email protected])
Bruid Een klein meisje zit in de kerk en vraagt aan haar moeder: Mam, waarom heeft de bruid altijd witte kleren aan? De moeder zegt hierop: Wit is de kleur van de pracht en dit is de prachtigste dag van haar leven. Zegt het kleine meisje: Maar waarom heeft de bruidegom dan zwarte kleren aan?
Auto Een jongen vraagt aan zijn vader of hij de auto mag gebruiken waarop de vader antwoordt: Pas als je je haren laat knippen.
Hoor je thuis in de hemel?
Ik kan mij wel zoiets herinneren, zegt de man. Ik passeerde een parkeerplaats langs de autosnelweg waar een groep Hell's Angels hadden halt gehouden en bezig waren een paar vrouwen lastig te vallen. Ik riep dus dat ze daar moesten mee ophouden, maar dat hielp niet echt. Toen ben ik op de grootste Hell's Angel toe gestapt, heb hem van zijn motor gesleurd, hem op de grond gesmeten, een slag op zijn neus verkocht en zijn neuspiercing uitgetrokken. Toen heb ik naar de andere Hell's Angels geroepen: En nu oprotten jullie, of ik leg jullie er allemaal naast!
Er komt een man bij Petrus aan de hemelpoort. Petrus vraagt hem of hij tijdens zijn leven op aarde ooit een goede daad gedaan heeft, waardoor hij zonder twijfel thuishoort in de hemel.
Petrus is zeer onder de indruk en vraagt: Wanneer was dat precies? Antwoordt de man: Een paar minuten geleden, denk ik.
Maar vader, zegt de jongen, Jezus had ook lang haar. Waarop de vader zegt: Jezus liep overal naar toe.
Station Een dominee is de weg kwijt en vraagt aan een jongetje wat de weg is naar het station. Het jongetje antwoordt hierop: Dat weet ik wel, maar dat zeg ik lekker niet. De dominee zegt hierop: Zo kom jij niet in de hemel! Waarop het jongetje antwoordt: En u niet op het station.
Kinderwagen Een non duwt een kinderwagen voor zich uit door de kloostertuin. De bisschop die net op bezoek is, vraagt: Zo, is dat een kloostergeheimpje? Nee, zegt de non, een kardinale fout.
21
22
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
Biechten
Kreeg je het schuifke, dan wachtte de hel Voor iedere katholiek was het een verplichting om ten minste één keer per jaar de biechtstoel op te zoeken om schoon schip te maken met een aantal dagelijkse zonden en mogelijk zelfs doodzonden. Meestal gebeurde dat voor Pasen, maar veel gelovigen bezochten veel vaker de biechtstoelen waarvan er in iedere kerk wel een paar te vinden waren. Op de lagere school gingen we elke maand met heel de klas te biechten. De biechtstoelen bestonden uit drie kleine donkere hokjes waarvan het middelste bestemd was voor de pastoor of de kapelaan. Alle geestelijken hadden zowat hun eigen 'klantenkring'. De priester droeg over z'n zwarte toog een witte superplie en een paarse stool. Die stool was het teken van gezag namens de kerk. Gelovigen namen geknield op een bankje plaats in een van de twee biechthokjes. Soms hadden ze al uren in de kerkbanken zitten wachten. In de tussenwanden van de biechtstoel bevond zich een klein venstertje met gaas dat door de biechtvader afgesloten kon worden met een luikje of schuifje. Als je aan de beurt was, ging dat open en ontwaarde je de schimmige gestalte van de biechtvader die zijn oor aandachtig naar je keerde. ‘Eerwaarde vader, ik heb gezondigd’, zei je en
dan kreeg je gelegenheid om die zonden op te biechten.
Jeugdzonden Ik herinner me nog dat ik in mijn jeugd veel uit de suikerpot heb gesnoept en uit de snoeppot heb gestolen. Ook mijn vader of moeder waren nog al eens het slachtoffer van beledigingen. Dat waren zowat standaardzonden die tijdens de godsdienstlessen als typische voorbeelden werden genoemd van zaken die opgebiecht moesten worden. Na het aanhoren van alles wat verkeerd was gegaan, sprak de biechtvader een penitentie uit. Dat was een soort straf die uitgevoerd moest worden om helemaal van de zonden verlost te zijn. In de regel bleven de boetes die ikzelf opgelegd kreeg, beperkt tot het bidden van enkele weesgegroeten. De biecht werd besloten met het uitspreken van de oefening van berouw en het geven van de zegen, die de absolutie heette. In een enkel geval viel de penitentie hoger uit. Vooral bij zware delicten en dan kon het wel eens gebeuren dat een biechteling niet aan de voorwaarden van de priester kon voldoen. Bijvoorbeeld als hij of zij een verhouding had opgebiecht met een getrouwde vrouw of man en de biechtvader had uitgesproken dat aan die verhouding een einde moest komen, terwijl de gelovige daarvan niks wilde weten. In zo'n geval kreeg hij of zij dan het schuifje. De priester, die een absoluut biechtgeheim had, schoof het raampje dicht en de biechteling kon zonder vergiffenis vertrekken. De betrokkene wist in zo'n geval dat hij of zij verloren was en voorbestemd voor de hel.
Onkuisheid ‘Gij zult geen onkuisheid doen / begeren’, dat waren de geboden waardoor vele katholieken doodzonden begingen. De biechtvaders waren
HET RIJKE ROOMSE LEVEN d.m.v. het boekwerk ‘onkuisheid’ tot in detail over alle seksuele handelingen en standjes geïnformeerd. Zodoende kon je als priester de zondaars door vergeving te schenken, hen nog redden van de ondergang. Voor ongehuwden en homoseksuelen was redding eigenlijk niet mogelijk: daarvoor waren hun zonden tegen het zesde en zevende gebod helemaal te groot. Het enige wat hen restte was de hel.
Kinderen krijgen De heren pastoors en kapelaans hielden in de tijden van weleer allemaal scherp in de gaten hoeveel kinderen moeders in katholieke gezinnen baarden. Katholieken moesten voor heel wat nageslacht zorgen en gebeurde dat niet in voldoende mate, dan was er het vermanende vingertje van de geestelijkheid tijdens de regelmatige huisbezoeken. In Breda was 11 of 12 kinderen heel normaal. De kroon spande daar een gezin met 22 kinderen. In mei 1940 moesten alle inwoners van Breda vluchten naar België. Zo ook mijn schoonouders. Mijn schoonmoeder was 9 maanden zwanger. Lopend en op de fiets zijn ze van Breda in Berchem bij Antwerpen aangekomen. Daar is Mieke, mijn latere echtgenote, op 20 mei geboren. Na al deze ellende besloten mijn schoonouders dat ze er geen kinderen meer bij wilden hebben. Toen de biechtvader dat van Miekes moeder te horen kreeg, was het schuifke en hel en verdoemenis haar lot. Bij mijn eigen moeder was na drie kinderen een zieke nier verwijderd. Ook mijn ouders besloten toen niet meer kinderen te krijgen. Zij kregen toen van de pastoor te horen dat als mijn moeder zou komen te overlijden, hij wel voor een andere vrouw zou zorgen. Dit was nog erger als het schuifke… Jan Schellekens
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
KORT
VERHUIZEN? — LAAT JE KENNEN!
Beijumers
Wilt u na het stoppen van het blad Kerk en Heerd toch op de hoogte blijven van onze parochie? En wilt u die informatie op papier ontvangen of digitaal? Stuur een briefje naar: Secr. Walfriedparochie, Lepelaar 23, 9728 XC Groningen of ga naar onze website www.walfriedparochiegroningen.nl en laat het ons daar weten. Jan van de Hende
Viering in Mercator
Gespreksgroep Op elke vierde woensdag van de maand vindt in de Emmauskerk om 20.00 uur een gespreksgroep plaats. Opgave is niet nodig: u kunt zo maar binnen lopen.
Elke 2e en 4e vrijdag van de maand is er een viering voor ouderen in de kapel op de 3de etage van zorgcentrum Mercator. De aanvangstijd: 9.45 uur. Ook ouderen uit de wijk zijn welkom!
Mariahoekje Binnen onze parochie zijn mensen die in de kerk een devotieplek missen. Een plaats waar je in alle rust bij Maria een kaarsje kunt ontsteken, bidden of in stilte mediteren. Elke donderdagmorgen van 10—12 uur is de
kerkzaal daartoe geopend en ingericht. U bent dan welkom om een kaarsje op te steken of met iemand te praten als u daar behoefte aan hebt.
Gemeentes in Nederland lichten de parochies niet meer in bij verhuizing. Geef daarom zelf uw verhuizing door aan de parochiële ledenadministratie. U kunt dat doen op de volgende manieren. Stuur een e-mailtje naar onze ledenadministratie:
[email protected] of stuur een briefje / verhuiskaart aan: Parochie Ledenadministratie De Vlasakker 28 9781 LG Bedum Dank voor uw medewerking!
U bent van harte welkom op de donderdagmorgen. Frans de Smit
PAUS ZIET AF VAN LUXE IN VATICAANS PALEIS
De vernietiging van de tempel (1867) deel van schilderij 183 × 252 cm, olieverf op linnen, door Francesco Hayez (1791-1882), in Galleria d'Arte Moderna (Venetië) Zie ons artikel De misrekening van Qumran (p. 17-18); de Dode Zeerollententoonstelling in het Drents Museum te Assen loopt tot 5 januari 2014
23
24
Walfried — jrg. 22 nr. 87 Herfst 2013
Uw licht Uw licht laat mij mijn schaduwen zien, maar ik schrik of schaam mij niet. Ik knik, koester mij opgelucht in uw gloed, haal diep adem. Alles staat te kijk. De kamer loopt vol met helderheid. Uit alle hoeken wuift de morgen mij toe. Ik durf opnieuw te hurken, streel met mijn vingers de harde vloer. Waarom raakt u nóg niet moe van mij? Zo vaak eerder hebt u mij met licht doorstroomd. Telkens gleed het uit mij weg. Ik dorst u niets meer te beloven. Nu komt uw licht wéér over mij. Het klimt tegen mij op zoals een kind dat spelen wil, weerloos jong, brutaal. Uw licht zit lachend op mijn schouders.
Paul Begheyn S.J.