Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
WALFRIED Kwartaalblad
vanuit de Walfriedparochie Groningen
Jaargang 23
In dit nummer: Pagina
Fusie & Valkuilen
3-5
Open Kring 7-8 Toekomst v.d. kerk 9-10 Synode winst? 11-12 Hoe lang ook de nacht 13-14 Markant 6 Huub Oosterhuis 15-16 Zoektocht 18 Komm, Zigane
17
De vrouw die bestaat 19-20 Muizen van de duivel 22 Malle Kerk 21 Charlie Brown 2 Moge ons verschijnen 24
Nr. 92
December 2014 / Januari 2015
2
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
REDACTIONEEL
Zandbak
‘Toen zat ik nog maar in de zandbak’, zegt iemand die zichzelf is gaan verdiepen in een recent stukje Nederlandse kerkgeschiedenis. ‘De vrijere kerk die ik ken, begon met het Tweede Vaticaans Concilie en met wat Nederlandse bisschoppen toen ondersteunden! Het is bizar of grappig, dat de hoop nu uit Rome moet komen.’ Wat ben ik blij dat er mensen zijn in de jongere generaties die de fakkel overnemen en zorgen dat het vuur dat toen ging branden, niet uitdooft. Met ons blad zullen we — zolang we dat
kunnen — helpen: in goede achtergrondartikelen vertellen wat we weten en wat we hebben ontdekt, wat we ons nog steeds afvragen, waar we naar uitkijken, waar we verontwaardigd over zijn of ons op verheugen. Vindplaatsen van God — is een rode draad door een reeks artikelen die we deze keer publiceren. De theologe, de jongen op het strand, de grootouders op bezoek, de beeldhouwer in de kloostertuin, de geliefden van zoveel jaren samen, de dichter in zijn taal, de trekkers door de nacht. Zo wordt op een onverwachte wijze alles nieuw. De redactie wenst u en jou prettige feestdagen en — naar het menselijk mogelijke — een goed 2015. Veel leesplezier. Martin Nieboer
DANKBETUIGING
Dirk ten Dam * 4 april 1938 19 mei 2014 †
Het is al weer even geleden dat we Dirk hebben begraven. Het gemis blijft. De reacties na zijn overlijden waren overweldigend. Troostrijk was vooral om te horen en te lezen welke bijzondere betekenis Dirk heeft gehad in het leven van veel mensen. Voor uw steun en medeleven wil ik u, mede namens onze familie, graag bedanken. Verder wens ik u als parochiegemeenschap alle goeds toe! José Kop
Charlie Brown
Kennismakingsexemplaar? Kent u iemand die ook interesse in ons blad heeft? Wij sturen graag een kennismakingsexemplaar. Geef naam en adres door aan Wim Stam
[email protected] of
[email protected]
Emmauskoor Op 15 maart a.s. zal het Emmauskoor haar 30-jarig jubileum vieren. Tijdens het laatste jaarlijkse kooruitje in oktober 2014 (de zgn. St Ceciliadag) stond o.m. een bezoek aan het Klompenmuseum in Eelde op het programma. foto: Ton Bouchier
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
PAROCHIENIEUWS
Colofon Kwartaalblad ‘Walfried’ Lewenborg e.o. — Beijum — Hunze — Meerstad 23e jaargang nr. 92 — December 2014 / Januari 2015 Vrijwillige bijdrage graag op giro NL04 INGB 0001 2688 05 t.n.v. Stichting Vrienden van de Emmaus, Groningen o.v.v. GROENE BLAD
Bestuur en pzg: ‘Walfried met eigen uitgangspunten in fusieparochie en met nieuw pastoresteam’
Wie wij zijn en wat wij doen, bepaalt onze toekomst
Redactieadres: Isebrandtsheerd 51, 9737 LH Groningen, tel. 050 541 1985 E-mail:
[email protected] Redactie: Frans de Smit, Ineke Siersema, Hiltje van Gijssel, Anita van Nimwegen, Mark Brugmans, Martin Nieboer (eindredactie) Fotografie: Bob Bouchier Lay-out: Martin Nieboer
blijven in ons gedeelte van de stad en streek (Lewenborg / Beijum en verre omstreken), bezield door – zoals Dirk ten Dam zo mooi zei – ‘die Jodenman uit Nazareth’.
Instemming
Het blad staat open voor brieven en artikelen van lezers. De redactie houdt zich het recht voor deze in te korten of niet te plaatsen. Actuele berichten kunnen sneller in de Rotonde gepubliceerd worden of op de website. Het eerstvolgende nummer verschijnt eind maart 2015 Kopijdatum 31 januari 2015
Walfried ‘Walfried’ betekent ‘kracht door vrede’. Dus niet: vrede door kracht! Zo’n naam spreekt ons aan, het is de wereld omgekeerd. Walfried (± 1000 n. Chr.) liep elke dag naar Groningen om in de Sint Maartenkerk te bidden. Vikingen hebben hem en zijn zoon gedood. Hij werd geëerd als martelaar, als landontginner en dijkenbouwer. Hij wordt afgebeeld als iemand die een schop in de grond steekt. Pastor Jan Oosterwegel (†) heeft speciaal voor onze parochie een stempel ontworpen.
In het Groene blad van oktober hebben we stilgestaan bij de toekomstvisie van onze geloofsgemeenschap voor de komende jaren. Ons uitgangspunt is steeds onze Intentieverklaring, die als een rode draad door alle geledingen en activiteiten in onze parochie loopt. Wij ervoor staan, dat: iedereen bij ons welkom is, ook aan tafel we omzien naar elkaar we de allerzwaksten in onze samenleving blijven ondersteunen, we de oecumene overeind houden we onze eigen identiteit vasthouden (ook indien dat botst met officiële kerkelijke richtlijnen) Uiteindelijk is onze identiteit een kwestie van wie wij zelf zijn en wat wij zelf doen! Dat bepaalt onze toekomst. Zo hopen we met elkaar onderweg te
Binnen ons parochiebestuur en PZG hebben wij ons dit jaar veelvuldig beziggehouden met de federatie. De grote vraag was hoe elke parochie hierin stond. Een meerderheid leek voor een fusie, een minderheid opteerde voor een federatie. Tot de zomervakantie bestond hierover nog steeds geen eenstemmigheid, voor de afvaardiging van onze parochie in de Walburgfederatie was dat zachtjes gezegd frustrerend. Bisschop De Korte is duidelijk in zijn beleid: er moet worden gefuseerd. Gelukkig staan sinds oktober in de federatiebesprekingen alle neuzen dezelfde kant op. Alle vier parochies hebben zich bereid verklaard de procedure voor een fusie in gang te zetten. Concreet betekent dit dat het voorstel tot omvorming van de federatie tot een fusieparochie onze instemming heeft. Inclusief het daarbij behorende organisatietraject: het installeren van een stuurgroep (pastoor Peter Wellen en een vertegenwoordiger uit elke parochie) en projectgroepen.
Op sterkte Het pastoresteam is nu weer op sterkte en de taken en verantwoordelijkheden zijn verdeeld. We zijn blij dat (Vervolg op pagina 4)
3
4
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
PAROCHIENIEUWS
Hij is ervan op de hoogte dat wij nog steeds veel verdriet hebben om het verlies van Dirk, maar hij weet ook dat we door willen gaan op de weg die Dirk met ons is ingegaan.
Mogelijk?
(Vervolg van pagina 3)
pastor Hilda van Schalkwijk definitief de pastor in onze Walfriedparochie is. Naast haar oude thuisbasis Zuidhorn zal zij vaker bij ons aanwezig zijn. Hilda, van harte welkom in onze Walfriedparochie. Verder verheugt het ons dat pastor Arjen Jellema (werkend vanuit de Salvator) is aangesteld. De afgelopen maanden is hij al enkele keren voorgegaan in vieringen en mogelijk hebt u al kennis met hem kunnen maken. (Vervolg van Tien valkuilen, pagina 5)
de instemming van de beheersraden van de oorspronkelijke parochies. Als er geen eigen identiteit is gewaarborgd, zal het optimisme totaal onterecht zijn en is het een tekentafelconstructie die niet werkt.’ 7. Identiteit Welke bevoegdheden houdt de lokale geloofsgemeenschap? Lekenvoorgangers? Koren en hun repertoire? Lokale oecumene? Eigen catechese? Eerste communie en vormsel? ‘Vieringen met kinderen en jongeren (doop, 1e communie, vormsel) worden geconcentreerd in het eucharistisch centrum om duidelijk te maken dat er uiteindelijk in de toekomst één centrale kerk in hun katholieke gemeenschap is’, zegt een beleidsstuk. 8. Communicatie. Er komt één centrale database voor de verspreiding van één parochieblad met weinig ‘eigen’ pagina’s. De lokale gemeenschap verliest op die manier haar eigen rechtstreekse communicatie met de achterban en beschikt dan niet meer over een eigen adresbestand.
In de maand januari komen wij bij u langs voor uw bijdrage aan de actie Kerkbalans. Als parochiebestuur en pastorale zorggroep willen we niet de noodklok luiden, maar we maken ons wel zorgen over de financiële situatie: zo rooskleurig staan we er niet voor. Voor onze inkomsten zijn we aangewezen op de resultaten van de actie Kerkbalans. Ze zijn echter niet toereikend om de uitgaven te dekken. Op de hoogte van de vaste lasten (personeelskosten en afdracht aan het bisdom) kunnen wij geen invloed uitoefenen. Onze nieuwe penningmeester Ronald van Nimwegen neemt daarom in elk geval de overige uitgaven op de begroting voor 2015 onder de loep. 9. Financiën. De oude, kleinere parochies zullen meer moeten bijdragen wegens gestegen personeelskosten. Een andere (nieuwe) grote uitgavenpost is het verplicht af te nemen nieuwe, duurdere parochieblad. Naast stijgende uitgaven is er sprake van drastisch dalende kerkbijdragen door de terugloop van het aantal parochianen. Op termijn kan dit leiden tot het faillissement van een grote parochie. 10. Terugloop. Ad de Groot: ‘Niet de sluiting van een kerkgebouw vinden mensen het ergste, maar het gedwongen opheffen van de geloofsgemeenschap. 0-10% gaat daadwerkelijk naar het eucharistisch centrum, de rest haakt helemaal af (kerkverlating) of voelt zich dakloos.’ Al met al een somber beeld dat vanuit het centrum van ons land naar ons toekomt. Dit betekent niet dat dit in het Noorden ook zo zal gebeuren. Mgr. De Korte heeft aangegeven dat hij het oneens is met kardinaal Eijk over kerksluitingen en parochiefusies. De Korte zal er in het Noorden alles aan doen om vieringen lokaal in stand te houden, zelfs als er kerken dicht moeten: ‘Als je een kerk sluit en je
Wij vragen u stil te staan bij de hoogte van uw financiële bijdrage aan onze parochie. Is er voor 2015 een net wat hogere toezegging mogelijk? Wat zou het mooi zijn als we dit nieuwe jaar boven het bedrag van vorig jaar uitkomen. Dat schept voor ons tegelijk de verplichting om de uitgaven binnen de perken te houden. Wij wensen u een gezegend Kerstmis en een Voorspoedig Nieuwjaar. We zien elkaar op 2 januari ’s avonds om 19.00 uur om elkaar nieuwjaar toe te wensen. Namens parochiebestuur en pastorale zorggroep van de Walfriedparochie, Jos Leuvenkamp
zegt dat de parochianen voor de mis naar een volgend dorp moeten, dan komt 70% niet meer. Dan ben je als het ware je kerk aan het vernietigen’ (Dagblad van het Noorden, 7 december 2013). Een fusie kan mooi zijn als aan een aantal positieve uitgangspunten voldaan is. De eigen identiteit van een geloofsgemeenschap is opgebouwd in de loop van vele tientallen jaren: het is belangrijk om ons bewust te zijn van die eigenheid. Wie we zelf zijn en willen zijn, wat we zelf doen. Dat bepaalt onze toekomst. En dat vraagt naast zelfbewustzijn ook moed om vrijmoedig te spreken. Wij zullen de ontwikkelingen in het fusieproces blijven volgen en u over problematische en goede ontwikkelingen blijven berichten. Eigenlijk doen we dat al in dit nummer met aandacht voor een geloofsgemeenschap in het aartsbisdom Utrecht die dankzij haar eigen kracht weet door te gaan. Frans de Smit Ineke Siersema Mark Brugmans Martin Nieboer
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
PAROCHIENIEUWS Geanimeerde gesprekken op de bijeenkomst van nHerberg in het parochiehuis bij de Mattheuskerk in Joure (8 nov. 2014)
Leren van wat elders goed en fout gaat
Tien valkuilen om te vermijden Begin 2015 maken Bezield Verband Utrecht (BVU) en Professoren Manifest (PM) een nieuwe balans op over de reorganisatie die kardinaal Wim Eijk in het aartsbisdom Utrecht doorvoert. Tijdens de recente halfjaarlijkse bijeenkomst van ‘nHerberg, de noordelijke nazaat van de Acht Meibeweging, lichtte Ad de Groot (voorzitter BVU) een tipje van de sluier op over de ontwikkelingen in het Utrechtse. Hoe is het gegaan met de parochies en met de mensen in die parochies? Tegelijk is er de actualiteit van o.m. het fusieproces van 4 parochies in en om de stad Groningen, waaronder de Walfried, de bakermat en naamgever van ons blad. Zeker in de media koestert het noordelijke bisdom zich in een milder en vriendelijker imago dan het Utrechtse. Mgr. Gerard de Korte koos eind 2011 voor één nieuwe organisatiestructuur, nl. fusies. Hij erkende dat mensen beducht zijn voor een verlies aan betrokkenheid en identiteit. Die angst probeerde hij weg te nemen door te benadrukken dat het hem om bestuurlijke fusies gaat. 'Het bestuur moet ruimte geven, decentraal wat kan, centraal wat moet. Ik ben geroepen om aanwezige kracht te stimuleren en niet te frustreren' (Friesch Dagblad, 28 november 2011). In de praktijk zal moeten blijken of en in hoeverre de ervaringen hier uiteindelijk positiever uitvallen. Een onafhankelijk blad als het onze dat zich vooral richt op het belichten van achtergronden, kan haar lezers
wellicht het beste van dienst zijn door een beknopt overzicht te geven van wat elders wel en niet goed is gegaan. Wat zijn de grootste valkuilen die je zou moeten vermijden? De nu volgende opsomming klinkt ongetwijfeld hard, maar is in dit geval bedoeld als positieve uitdaging. 1. Centralisatie. In het aartsbisdom Utrecht zijn de oorspronkelijke 360 parochies omgevormd tot 19 megaparochies (‘conglomeraties van soms meer dan 20 parochies elk’). Dat getal is afgestemd op het aantal beschikbare en geschikt bevonden priesters. Elk van die fusieparochies heeft dan 1 pastoor en een pastoraal team. De oude parochies zijn opgeheven, bezittingen en zeggenschap zijn overgeheveld naar de nieuwe parochie. De Groot wijst op ‘een tegenstrijdigheid tussen wat Mgr. De Korte voorstaat (het stimuleren van lokale gemeenschappen) en het centralistische fusiemodel. Zijn fusiemodel lijkt feitelijk heel veel op dat van de andere bisschoppen.’ 2. Steunpunten. Gelovigen moeten uiteindelijk vanuit hun eigen locaties naar het eucharistisch centrum om daar de eucharistie te vieren. In de ‘eigen’ kerken worden vieringen die kunnen concurreren met het eucharistisch centrum, ontmoedigd of zelfs verboden. Overtollige kerkgebouwen worden ‘onttrokken aan de eredienst’. Locaties worden gedegradeerd tot ‘pastorale steunpunten’. 3. Effectiviteit. De Groot is van oorsprong organisatiedeskundige in het
bedrijfsleven. Hij merkte op: ‘Ik ken geen bedrijf dat aan een fusie begint met de vraag: hoeveel directeuren hebben we? Fusies hoeven niet centralistisch te zijn. Zoveel mogelijk decentraal, met eigen verantwoordelijkheden, dat is de meest effectieve vorm. Alleen zo kun je de betrokkenheid en creativiteit van mensen behouden en mobiliseren.’ 4. Voorgangers. De bediening van de sacramenten is voorbehouden aan de priester (doop, huwelijk, ziekenzalving). Pastoraal werkers zullen – landelijk – in de loop van de komende jaren uit beeld verdwijnen: ze gaan verplicht op hun 65e met pensioen en er worden geen nieuwe opgeleid. Ook de inzet van vrijwilligers en lekenvoorgangers wordt teruggedrongen. Aangedragen alternatieven (meer inzet en meer bevoegdheden voor pastoraal werkers, emeriti en rondreizende priesters) worden afgewezen. 5. Orthodoxie. Een orthodoxe liturgie wordt opnieuw ingevoerd, ook voor mensen uit geloofsgemeenschappen die in de loop van tientallen jaren vieringen met heel andere vormen en inhoud hebben ontwikkeld. Bovendien zijn er hele strakke regels vastgesteld hoe de eucharistie gevierd dient te worden. ‘Zeer minutieus, zelfs de plek wordt aangewezen waar de priester het altaar moet kussen.’ 6. Draagvlak. De Groot: ‘Een nieuw fusiebestuur kan bestaan uit wijze en competente mensen, maar een breed draagvlak moet bestaan uit meer dan (Vervolg op pagina 4, onderaan)
5
6
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
God op het strand Afgelopen zomer zijn we, net als velen, op vakantie geweest. Onze kinderen mogen daarbij graag een vakantieplaats hebben waar ze veel van hun gelijken tegenkomen. Zo zijn er voldoende vriendjes en vriendinnetjes te vinden om de weken mee door te komen. Voor onszelf is de vakantie een moment van rust. Even weg uit de hectiek van alledag. Maar voor de kinderen is vakantie een moment, waarop ze zich op nieuwe vriendschappen storten. En dat brengt heel veel leuke momenten voor hen met zich mee, maar – wellicht verbazingwekkend – ook leerzame momenten voor ons als volwassenen ...
Divers
Op een avond komt mijn oudste zoon namelijk terug van het kampvuur. Als ik hem vraag of het leuk was, antwoordt hij dat ze heerlijk hebben gediscussieerd. ‘Waar hebben jullie het dan over gehad?’ vraag ik. ‘Over geloof’ krijg ik te horen. Als ik daarover doorvraag, vertelt hij me dat er op een gegeven moment in de groep de vraag naar boven kwam, wie er geloofde. En uiteraard al snel daarna de vraag, waarin je dan geloofde. Hij vertelde me over het proces, dat zich afspeelde.
Het belangrijkste zie je echter op het moment dat het gesprek over geloof is afgelopen. Tijdens het gesprek is namelijk duidelijk geworden dat er christenen, islamieten, atheïsten, en mensen die wel geloven dat ‘er’ iets is maar niet weten wat dat ‘er’ dan is, bij mekaar zitten. Een grote diversiteit dus. En die grote diversiteit, waarin voor ons volwassen soms onoverbrugbare kloven bestaan, besluit om na het gesprek nog even gezamenlijk een ijsje te gaan halen. Want anders is de ijskraam dicht en hoe zou
Je moet namelijk weten, dat zo’n groep al gauw een man of twintig groot is. Jong volwassenen van 15 tot 18 à 19 jaar. En natuurlijk een grote diversiteit. Jongens, meisjes en ook alle vormen van (on)geloof die je bij mekaar kunt krijgen. Terwijl ze daar over spraken, vertelde hij, merkte je in de groep dat ze met respect naar elkaar luisterden. En dat ze ook doorvragen naar elkaars mening. Natuurlijk krijgen ze geen oplossing waar iedereen zich in kan vinden, maar ze geven wel aan dat een ieder zijn mening mag hebben en dat er naar die mening mag worden geluisterd.
je überhaupt kunnen slapen, als je je ijsje nog niet hebt gehad?!
IJsje Ik zelf heb er die nacht nog vaak aan moeten denken. Kan het zo makkelijk zijn om geloofsverschillen te bespreken, zonder dat er stellingen worden betrokken van waaruit we als een kip zonder kop de ander bestoken met ons gelijk? Blijkbaar kan dat inderdaad zo makkelijk zijn, maar waarom gaat dat in de ‘grote mensenwereld’ dan toch vaak zo gruwelijk fout? Kerst is een prachtige tijd om daar eens over na te denken. En vooral om eens goed naar elkaar te luisteren in plaats van zelf het woord te nemen. En besluit het luisteren dan met een gezamenlijk ijsje… Zalig kerstfeest! Mark Brugmans
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
VIERHUIS
Groningse Walfriedparochianen enthousiast over interactieve kringvieringen in Apeldoorn
Ria en Peter Lukassen:
‘Nieuwe dimensie rond lezingen en overweging’ Ria en Peter Lukassen uit Bedum en actieve parochianen in de Groningse Walfriedparochie vertellen enthousiast over zgn. oecumenische Open Kringvieringen in de geloofsgemeenschap De Drie Ranken in de Apeldoornse wijk De Maten. Omdat hun kinderen en kleinkinderen in Apeldoorn wonen, zijn zij er regelmatig te vinden.
Interactief Het bijzondere schuilt allereerst in het interactieve karakter van de vieringen: zowel vooraf als tijdens een dienst kunnen mensen hardop meedenken en spreken. Elk jaar wordt gekozen voor een thema. Het nieuwe thema voor 20142015 is Te Gast. Dat thema komt in elke maandelijkse viering terug. Op die manier zit er samenhang tussen de vieringen. Die hebben een leerkarakter: iedere keer is er in zo’n dienst een praktische toespitsing n.a.v. wat je gehoord hebt naar-wat-betekent-dit -voor-jou? Het pastoresteam geeft vooraf aan de zondag van zo’n Open Kringviering (elke 4e zondag van de maand) een korte omschrijving van het thema en de lezingen van die keer. Ria: ‘Je
kunt daar dan meteen al op reageren, o.a. via Facebook. Voor elke viering kun je meedenken in een voorbereidingsgroep. Meedoen vraagt tijd en energie. Iedereen kan eraan meedoen. De kerk is bomvol met mensen van alle leeftijden.’
Driemaal Driemaal is er tijdens de dienst gelegenheid voor de kerkgangers om te reageren op het thema en over de betekenis van wat ze gehoord hebben, bijvoorbeeld de parabel van de Verloren Zoon. Ria: ‘Een bejaarde vrouw vertelde over haar jeugd: zij had het gevoel dat haar moeder haar broers voortrok, alsof ze Assepoester was. Zij voelt dat nu nog. Zelfs op latere leeftijd bleef dat dus knagen en het was goed voor haar om zich hierover uit te spreken.’ Iedereen kan zijn of haar verhaal vertellen. Het is geen verplichting. Daarbij is het belangrijk, dat anderen vooral echt luisteren en je in je waarde laten. Peter: ‘Er zijn veel overeenkomsten met de geloofsavonden die wijlen pastor Dirk ten Dam organiseerde in de Walfriedparochie. Ook daar mocht je je vrij uitspreken. Het verschil is dat het een plaats heeft gekregen in de
liturgie. Natuurlijk bestaan die Apeldoornse vieringen voor een groot deel uit dezelfde bekende onderdelen. Alleen rond de lezingen en de overweging voegen ze een nieuwe dimensie toe.’
‘t Sijpelt door Wat spreekt jullie verder aan? Ria: ‘Je zit daar in een grote kring en je voelt je meteen thuis.’ Peter: ‘De paaskaars staat in het midden en de lezenaar aan de rand van de kring. Symbolen van het licht en het woord. De mensen zingen mooie liederen, echt uit hun hart. Vaak zingt het koor Pur Sang, heel inspirerend. De taal in zo’n viering is minder klassiek, meer informeel en zeer menselijk. Mede daardoor voel je een grote verbondenheid met elkaar. De woorden, die gesproken zijn, blijven je nog lang bij. Het slot van de viering is zinvol, omdat de communicatie open wordt gehouden. En het mooie is, dat het doorsijpelt in heel Apeldoorn! Je kent elkaar en biedt sneller een helpende hand.’ Ineke Siersema Meer informatie en achtergronden
7
8
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
VIERHUIS
VERVOLG OPEN KRINGVIERINGEN APELDOORN
Open kringvieringen (voorbeeld) Vooraf een paar liederen Welkom + aansteken paaskaars Stilte + openingstekst Lied Stel. Thema (uitdagend) Moet je horen! Lezing bij thema * Raak. Eerste reacties Lied Moet je weten. Theologische achtergronden bij de lezing Instrumentaal intermezzo * Moet je doen. Kringgesprek Acclamatie + voorbeden + stilte Gezongen Onze Vader Collecte + stilte Lied * Moet je zien. Welke gedachten neem je mee? Lied Zegen van St. Patrick Slotlied * = interactief Koffie drinken, napraten en opkomende vragen stellen. Mogelijkheid om verder te corresponderen met de voorgangers (Facebook)
Voor reizigers onderweg — zegen van St. Patrick God is voor je Om je de juiste weg te wijzen God is achter je Om je in de armen te sluiten en te beschermen tegen gevaar God is onder je Om je op te vangen wanneer je dreigt te vallen God is in je Om je te troosten als je verdriet hebt God omgeve je als een beschermende muur, wanneer anderen over je heen vallen De Heer is boven je Om je te zegenen Zo zegene God u en jou Vandaag en morgen En alle dagen van je leven
Lichtboot Kinderen in de basisschoolleeftijd gaan naar de ‘Lichtboot’. Die naam komt voort uit een samenvoeging van ‘licht’ van God en ‘boot’ als beeld voor onderweg zijn en avonturen beleven.
De kleinste kinderen gaan naar de crèche. Ria: ‘Vóór het laatste lied van de Open Kringviering worden de kleinsten uit de crèche gehaald om er ook bij te zijn. Zij horen er toch ook bij?’ IS
De kapitein draagt een blauwwit gestreept shirt en kapiteinspet, de rest van de leiding heeft een matrozenpet. De kinderen zijn passagiers. In hun eigen ruimte steken ze de kaars aan, lezen een bijbelverhaal, hebben een ‘verwerking’ en een moment van delen. Bij gebed en stilte gaan de petten van de leiding af.
Bewuste keus RK-pastores Apeldoorn: ‘Blijvende deelname aan inspirerende vieringen!’ Elke 4e zondag van de maand ontmoeten protestanten en katholieken elkaar in de zgn. Open Kringvieringen in de oecumenische geloofsgemeenschap De Drie Ranken in de Apeldoornse wijk De Maten. Ze zijn als enige overeind gebleven bij de reorganisatie aan katholieke zijde in de stad. Wegens de terugloop van het kerkbezoek en fors dalende inkomsten zijn in Apeldoorn de afgelopen jaren 6 kerkgebouwen gesloten, de eucharistievieringen zijn voortaan geconcentreerd in het zgn. liturgisch centrum O.L. Vrouwe-kerk. ‘Door hun bijzondere opzet en het enthousiasme van de bezoekers gaat er zo’n kracht en inspiratie uit van deze open kringvieringen, dat we als pastoresteam de bewuste beleidskeus maakten om te blijven deelnemen’, zegt pastor Ronald Dashorst. ‘Op momenten dat er van katholieke zijde geen pastor beschikbaar is, staat er altijd een van onze lekenvoorgangers klaar. De mensen kennen hen, omdat zij deel uitmaken van hun eigen gemeenschap.’ De Open Kringvieringen zijn zonder communie of avondmaal. De vroegere oecumenische vieringen van
Schrift en Tafel in de wijken zijn door voorschriften van het aartsbisdom niet meer mogelijk. Uit woede en verdriet daarover is toen (november 2013) vanuit de pastor Ronald Dashorst geloofsgemeenschap van de Drie Ranken een brief naar de paus in Rome gestuurd met de vraag om oecumene en met name de eenheid van de kerken opnieuw op de agenda te zetten! Dashorst: ‘Parochianen zagen die communievieringen als een verworven recht dat hen is afgepakt. Dat geeft inderdaad verdriet.’ Het lijkt erop alsof de alternatieve open kringvieringen uit De Maten zelfs aanstekelijk werken in de richting van het eucharistisch centrum. Het pastoresteam heeft namelijk besloten tot ‘een veelkleurig aanbod’. Naast de klassieke eucharistie is er ruimte voor experimenten op het gebied van liturgie: interactieve vieringen (1x per maand) met gesprekken en een podium voor verschillende koren. MN
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
TOEKOMST VANde DEman KERKmet de kruk Verhaal van
Synode over Gezin gaat tussenjaar in
‘Ach, moeten we ons druk maken over hoe ze daar in Rome over spreken?’ De bisschoppen zijn in Rome bijeen geweest om te spreken over huwelijk en gezin. De media hebben erover bericht: er werd verslag van gedaan in het journaal en je kon erover lezen in de krant. Ik zag in Arena (een discussieprogramma op tv) een debat over de stelling: De Rk kerk moet homoseksuelen en gescheiden en hertrouwde mensen dezelfde rechten geven als iedereen. Heeft u het gezien? Onlangs was ik bij een huwelijksviering. Een collega van het UMCG trouwde met een man en het was het eerste homohuwelijk dat ik meemaakte. Een viering die overigens in weinig afweek van andere huwelijksvieringen: er werd gebeden, gezongen (een mooi koor!) en er werd uit de bijbel gelezen. De huwelijksgeloften waren hetzelfde: ‘Aanvaard je … als je man? Beloof je hem lief te hebben en trouw te zijn in goede en kwade dagen, in rijkdom en armoede, in ziekte en gezondheid?’ Het verschil: er stonden nu twee mannen, beiden keurig gekleed in een zwart pak met een wit overhemd.
Zo is het In één generatie is het huwelijk zeer veranderd. Het huwelijk was een verbond tussen man en vrouw en was onontbindbaar. Nu staat het burgerlijk huwelijk ook open voor twee mannen of voor twee vrouwen en huwelijken blijken allerminst onontbindbaar: een
op de drie loopt stuk. Veel mensen trouwen een tweede keer. Dat is niet iets dat alleen hen aangaat, het heeft ook gevolgen voor hun familie en vrienden en vooral voor hun kinderen als ze die hebben. En ook: al die scheidingen tasten het huwelijk als instituut aan. De betekenis, betrouwbaarheid van het huwelijk neemt daardoor af. Dat is, om geen misverstand te krijgen, geen oordeel, maar een conclusie: zo is het, wat we daar verder ook van vinden.
Verbond De kerk blijft vasthouden aan het huwelijk als een verbond voor het leven dat niet verbroken kan worden en ook als een verbond tussen man en vrouw. In het Dagblad van het Noorden stond een interview met studentenpastor Theo Koster (dominicaan). Hij is bereid om relaties van twee mannen of twee vrouwen in te zegenen, ‘maar een huwelijk’ – dat is hij met de kerk eens – ‘is iets tussen man en vrouw waaruit kinderen voortkomen.’ Tsja, denk ik dan bij mezelf, het is maar hoe je het huwelijk definieert. Je zou het huwelijk ook kunnen definiëren als een verbond tussen twee mensen die beloven samen het leven te delen. Woorden kunnen van betekenis veranderen en een andere inhoud krijgen. Laatst was ik betrokken bij een huwelijksviering in de Pepergasthuiskerk.
Daar raakte ik na de viering met enkele mensen in gesprek. Hoe weet ik niet meer, maar we kregen het over de bisschoppensynode. ‘Ach,’ zei een van hen, ‘misschien moeten we ons er niet druk over maken hoe daar in Rome over gesproken wordt. We moeten hier gewoon onze eigen gang gaan.’
Dóen en spreken Ja en nee, denk ik dan. Ja, we moeten ons niet te veel laten bepalen door de regels uit Rome. In de meeste parochies wordt er geen onderscheid gemaakt en is iedereen welkom, ook om ter communie te gaan. Of je nu homo bent, zonder vriend of met vriend of je nu alleen, getrouwd of gescheiden bent. Nee, omdat ik het niet voldoende vind om het daarbij te laten. We maken deel uit van de katholieke kerk, een wereldkerk, en niet alleen van de parochie. We hebben ook de taak bij te dragen aan de verandering die nodig is. Door te dóen en door te spreken en aan te geven dat er ook andere opvattingen leven binnen diezelfde kerk. In het debat bij Arena werd gezegd: ‘Als je bij een club wilt horen, dan moet je je aan de regels houden. Dus als je lid wil zijn van de katholieke kerk (je hoeft niet, het is je eigen keus), maar àls je ervoor kiest, dan dien je je ook aan de leer van de katholieke kerk te houden.’ Is dat zo? (Vervolg op pagina 10)
9
10
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
(Vervolg van pagina 9)
De katholieke kerk is geen club, maar is anders. Het is een instituut dat al eeuwen oud is, dat verschillende ontwikkelingen heeft doorgemaakt en zich zal blijven ontwikkelen. De kerk dat zijn niet alleen paus en bisschoppen, maar ook de gelovigen aan de basis. Gezamenlijk dragen zij de verantwoordelijkheid om trouw te blijven aan wat Jezus geleerd heeft. Wel mag je van gelovigen verwachten dat zij serieus luisteren naar wat de bisschoppen hen te zeggen hebben. En andersom geldt dat ook, lijkt mij.
Vast Goed, wat is de leer van de kerk over het huwelijk? Dat het een onverbrekelijk verbond is tussen man en vrouw, waaruit kinderen voortkomen. En dat het huwelijk – en dat is heel belangrijk in de leer van de kerk - is gegrond op de natuurwet. God heeft, toen Hij de wereld schiep het in de mens vastgelegd: het is het wezen van de mens om het leven door te geven en zo werkt hij/zij mee aan het werk van God de Schepper. Ik zou graag wat duidelijker zijn over wat de kerk bedoelt met de natuurwet, maar dat gaat me niet lukken. Het is een begrip waarover Thomas van Aquino als eerste systematisch heeft nagedacht. Dat was in de 15e eeuw. Het kan zijn dat het toen verhelderend was, maar nu niet meer. Alleen: de kerk houdt er nog steeds aan vast. De kerk is altijd huiverig geweest voor seksualiteit en nóg. Seksualiteit is, in de ogen van de kerk, alleen aanvaardbaar binnen het huwelijk, gericht op de voortplanting. Alle seksualiteit die daar niet op gericht is, is verkeerd. Dat het de bestemming van de mens is om het leven door te geven door kinderen te krijgen, is in onze wereld niet vol te houden. Het is goed dat er mensen zijn die kinderen krijgen, maar je kunt ook op heel veel andere manieren bijdragen aan de menselijke samenleving en zo werken aan de toekomst van volgende generaties. Ik wilde laten zien welke knelpunten er zijn in de leer van de kerk. Hoe
moet het dan wel? Eerst maar eens terug naar concrete mensen. Een paar jaar geleden werd ik gevraagd een uitvaart in een andere parochie te doen omdat de pastor met vakantie was. Het ging om een man van boven de 80. Zijn vriend en levenspartner, Freek (niet zijn echte naam) vertelde over hun leven. Meer dan 50 jaar waren ze samen geweest. Het was eind jaren vijftig dat ze elkaar hadden leren kennen. In die tijd was het nog niet gebruikelijk om er voor uit te komen dat je homo was. Ze woonden al een poosje samen toen Freek naar zijn ouders ging en besloot het hen te vertellen. Op de reis naar hen toe voelde hij zich zenuwachtig: hoe zouden ze reageren? Hij vertelde het en nadat hij was uitgesproken, reageerde zijn vader: ‘Ik hou van jou net zoveel als van al die anderen!’ Freek kwam nl. uit een groot katholiek gezin. En zijn moeder vroeg: ‘Waarom heb je je vriend niet meegebracht?’ Mensen reageerden indertijd vaak afwijzend op homo’s, er werd soms hard geoordeeld, maar als iemand in de familie homo of lesbisch bleek te zijn, dan was het vaak anders. Want ja, zij is toch een lieve meid, hij een beste vent. Zou dat dan wel zo verkeerd zijn?
Harde woorden De kerk zal moeten leren spreken vanuit het Evangelie over seksualiteit
en relaties. Mensen zeggen soms; bij Jezus is iedereen welkom, Hij sluit niemand buiten. Dat is één kant van de zaak, maar Jezus is niet iemand die alles maar goed vindt. We lazen het afgelopen jaar uit het Evangelie van Mattheüs en we hebben nogal eens harde woorden van Hem gehoord. Het gaat erom de wil van God te doen, zo hoorden we. En wat is de wil van God? Daar moeten we het over hebben, maar mij lijken dat liefde, zorg, betrouwbaarheid kernwaarden zijn. Als het gaat over een relatie tussen man en vrouw of tussen twee mannen of twee vrouwen, kun je die daarin terugvinden? Ik vertelde over de man die gestorven was en zijn vriend die achterbleef. Ik was getroffen door de liefde waarmee hij over zijn vriend sprak, over de vriendschap met velen in hun leven. Jezus zegt: ‘Men plukt toch geen druiven van doornstruiken en geen vijgen van distels? Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort’ (Mt 7, 16).
Te weinig De kerk zegt ons barmhartig te zijn en pastoraal om te gaan met wie homo is. Ze wijst de homo als mens niet af, maar als hij samen wil leven met een vriend, dan wordt dat wel afgewezen. Ze wijst, zo zegt ze, het gedrag af. Daarmee wordt iemand die homo is, toch niet geaccepteerd zoals hij is, want homo of lesbisch zijn, dat maakt deel uit van wie je bent. Het is niet zoiets als een jasje dat je kunt uittrekken. Daarom lijkt mij dat te weinig. M.i. zou de kerk moeten zeggen: homo’s zijn welkom, vanzelfsprekend ook om deel te nemen aan de Maaltijd van Jezus Christus, met of zonder vriend, zoals ieder ander, niet meer, niet minder. Met elkaar zoeken wij wat Jezus van ons vraagt in deze tijd. En ja, wat denkt u daarvan? Hilda van Schalkwijk (pastor Zuidhorn & Walfried) Reacties zijn welkom op:
[email protected]
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
Voor de synode waren 12 getrouwde paren vanuit de hele wereld uitgenodigd als auditors; zij mogen wel meespreken, maar hebben geen stemrecht
Winst van bisschoppelijke synode:
Pastorale benadering, uitnodiging tot dialoog en geen absolute meerderheid voor ‘eeuwig onveranderlijke’ Van 5-19 oktober jl werd in Rome op initiatief van Paus Franciscus de bisschoppensynode over het gezin gehouden. In de aanloop naar de synode werden binnen de clerus stemmen hoorbaar die voor verandering pleitten. Kardinaal Walter Kasper is een eminent theoloog en wat zijn opvattingen betreft een man van het midden. Van 1989 tot 1999 was hij bisschop van het bisdom RotenbergStuttgart. Als bisschop stelde hij de weigering van het sacrament van de eucharistie aan gescheiden en hertrouwde mensen ter discussie. Met het oog op de komende synode sprak hij zich meermalen uit voor een pastorale omgang met gescheiden en hertrouwde gelovigen. De mening van kardinaal Kasper riep bij een deel van zijn collega’s geïrriteerde reacties op.
Bijval en kritiek Maar degene die werkelijk een steen in de vijver wierp, was de Antwerpse bisschop Johan Bonny. Een maand voor de aanvang van de synode publiceerde de bisschop een brief aan het Vaticaan waarin hij voorstelde binnen de kerk homoseksualiteit te accepteren, evenals ongehuwd samenwonen, echtscheidingen en in-vitrofertilisatie. Hij stelt in zijn brief dat de taal van de katholieke kerk waar het over liefde, seksualiteit en relaties gaat, soms aanstootgevend overkomt en zou moeten veranderen. De kerk zou oog moeten krijgen voor 'de complexiteit van de gewijzigde context waarin relaties, huwelijk en gezin zich vandaag afspelen', meent hij. De brief van bisschop Bonny kreeg veel bijval, maar ook veel kritiek.
Voor de aanvang van de synode voltrok zich mede daardoor al een scheiding tussen progressieve en conservatieve krachten binnen onze kerk, een kloof die zich in de volgende weken nog zou verdiepen. Zo ging onder een groeiende tweespalt de bisschoppensynode over het gezin op 5 oktober van start. Het is een misschien wat merkwaardig verschijnsel: een groep oudere, ongehuwde mannen die zich buigen over vraagstukken die met het gezin van doen hebben. De clerus is nu eenmaal eenzijdig uit mannen samengesteld. Maar het moet gezegd, de synode werd heel open gehouden, de buitenwacht kon goed volgen wat er gebeurde. De deelnemers voerden intensieve gesprekken met enkele gezinnen uit alle delen van de wereld om zich een goede mening te kunnen vormen.
Tussenrapport
Paus Franciscus
Walter Kasper (kardinaal en theoloog)
Johan Bonny Peter Erdö (kardinaal (bisschop van Antwervan Boedapest pen) en ‘relator’)
Gaandeweg leek zich verandering aan te kondigen. Hoewel de meerderheid van de kardinalen meende dat de leer van de kerk onveranderlijk is, leek er toch beweging in de standpunten te komen. Op 13 oktober 2014, na de eerste synodeweek, presenteerde kardinaal Erdö een tussenrapport.
11
12
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
Daarin werd opgemerkt dat sacramentele volheid niet de mogelijkheid uitsluit om zelfs in onvolmaakte vormen positieve elementen te herkennen, bijvoorbeeld in 'ongeregelde' huwelijken. Veel deelnemers aan de synode hebben behoefte aan hervormde en vereenvoudigde procedures voor het nietig verklaren van een stukgelopen huwelijk. Wat betreft gescheiden en burgerlijk hertrouwde katholieken spreekt het tussenrapport over de behoefte aan moedige pastorale keuzes en nieuwe pastorale paden. Over homoseksualiteit schrijft het tussenrapport: 'Homoseksuelen hebben gaven en kwaliteiten die ten dienste kunnen zijn voor de christelijke gemeenschap. Zijn we in staat om deze mensen te verwelkomen, hen een broederlijke ruimte in onze gemeenschap te garanderen?'
Storm Het tussenrapport werd door hen die uitzien naar verandering binnen de kerk met vreugde begroet. Het waren kleine stappen, maar men meende een verandering te zien in de pastorale benadering van homoseksuelen, gescheiden mensen en samenwonenden. Maar vanuit de behoudende kant van de kerk stak een storm van verontwaardiging op. 'Tussenrapport betekent verraad aan katholieke waarden' kopte het Katholiek Nieuwsblad. De tegenwind onder de bisschoppen was zo sterk, dat het eindrapport van de synode veranderd werd. De uitspraken over homoseksualiteit, samenlevende en gescheiden mensen werden door de conservatieve meerderheid uit het rapport weggestemd. Was dan alle vreugde voor niets? Nee, dat is
Raymond Burke (US-kardinaal en ridder van Malta)
George Pell (Austr. kardinaal en prefect Secr. Econ.)
niet zo, er is wel degelijk iets veranderd: er blijkt geen absolute, twee derde meerderheid meer van kardinalen die niets van verandering willen weten.
Leiders opposanten De nasleep van de synode liet echter een ontluisterende aanval op paus Franciscus zien, ingezet door de invloedrijke Amerikaanse kardinaal Burke, prefect van de hoogste kerkelijke rechtbank van onze kerk. Burke heeft herhaaldelijk verklaard dat de leer van onze kerk voor eeuwig onveranderlijk is. Hij vond deze synode dan ook een overbodige onderneming, er verandert immers toch niets? Deze kardinaal noemde de kerk 'een schip zonder roerganger' onder paus Franciscus. Burke is nu geen hoofd van de kerkelijke rechtbank meer: de paus heeft hem benoemd tot patroon van de orde van Malta. Een tweede opposant is de Australische kardinaal George Pell. Hij noemde de controversiële verklaringen in het tussenrapport een 'proefballon van een zeer klein aantal en zeker niet de meerderheid van de synodevaders'. 'Zij willen grotere veranderingen, erkenning van geregistreerde partnerschappen, erkenning van homoseksuele partnerschappen.' En dan is er de prefect van de Congregatie voor de geloofsleer Müller. In een interview in het Spaanse dagblad Corriere della Sera verklaarde hij dat de paus noch de synode de leer over eucharistie voor hertrouwd gescheidenen kan aanpassen.
‘Buitenkant’ En Nederland? Ach, voor aartsbisschop Eijk hoeft niets te veranderen. Hij riep homoseksuele mensen op om 'het' niet te doen. En het huwelijk, ja dat is er een tussen man en vrouw, gericht op voortplanting. De bisschop van Breda, Jan Liesen, relativeerde de populariteit van paus Franciscus ten opzichte van zijn voorgangers Benedictus XVI en Johannes Paulus II (Katholiek Gerhard Müller (aartsbisschop en Nieuwsblad, 14 november 2014): prefect CDF)
‘Publieke imago's zijn vaak gebaseerd op vooroordelen. Bij paus Franciscus zitten eenvoud en bonhomie helemaal aan de buitenkant, wat verklaart waarom hij zoveel mensen aanspreekt. Soberheid is niet de motivatie van de paus om zijn intrek te nemen in de Domus Sanctae Martae.’ Volgens de bisschop is het daar ‘veel luxer dan in de pauselijke vertrekken. De paus wil toegankelijk blijven, daarom kiest hij ervoor.’ Dat de paus toegankelijk is voor mensen heeft hij zo langzamerhand wel laten zien. Maar verklaren dat eenvoud en goedmoedigheid bij de paus helemaal aan de buitenkant zit, is openlijk diens integriteit betwijfelen.
‘Versteend en onbegrijpelijk’ Anders is de benadering van bisschop De Korte in een column in het Nederlands Dagblad (18 oktober 2014). Hij schrijft daarin: 'In de media is, terecht, veel aandacht voor de spanning tussen de huidige kerkelijke leer rond seksualiteit, huwelijk en gezin én het concrete weerbarstige leven. Voor veel katholieken is een groot deel van de kerkelijke leer over huwelijk en gezin versteend en onbegrijpelijk geworden. De Kerk staat voor de uitdaging om een nieuwe levensnabije taal te vinden. Geen herhaling van woorden die geen zeggingskracht meer hebben maar ook geen aanpassing aan de libertijnse cultuur.' Wat Mgr. De Korte bepleit is het ‘pastoraat van de ontmoeting’: nabijheid en hulp aan mensen die verwikkeld zijn in ‘een kluwen van tragiek en schuld’. Dit ligt dichtbij de pastorale benadering die Walter Kasper, bisschop Bonny en paus Franciscus voorstaan. Deze benadering is tegelijkertijd een uitnodiging tot dialoog. En dat is, denk ik, toch de winst van de bisschoppelijke synode over het gezin tot nu toe. In het nieuwe jaar wordt deze synode voortgezet. Dan zal blijken of de verandering in denken die toch tijdens deze synode voelbaar was, zich zal voortzetten. Frans de Smit
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
VER & DICHTBIJ
Waarom de Amerikaanse nonnen niet overstag gaan
Hoe lang ook de nacht Sinds concilie et Concilie spoorde ons aan om Jezus in ons eigen leven daadwerkelijk na te volgen en zo God te ontmoeten. We werden aangemoedigd om ons te laten inspireren door de geest van de eerste christengemeenschappen en die aan te passen aan de veranderde omstandigheden van onze eigen tijd. We hebben al deze jaren hard gewerkt en we blijven dat doen: op de beste universiteiten, scholen en ziekenhuizen in ons land maar ook in dorpjes van Peru en Uganda, in verpauperde binnensteden. Overal hebben we geprobeerd de nieuwe noden te leren kennen en te helpen waar we konden. Religieuzen horen bij uitstek thuis op die plaatsen aan de rand van onze samenleving. Plaatsen met littekens, zoals ook bijbelse profeten die opzochten. Ons inzicht zegt dat we daar naartoe moeten en de mensen die we er tegenkomen, willen we niet verloochenen. En ons beeld van Jezus is meeveranderd, doordat we leerden kijken door de ogen van daklozen, immigranten, gevangenen, prostituees, kinderen van slaven. Van de voorstelling van een zegevierende messias bleef niet zoveel over, maar wie was de man die we wilden navolgen dan wel?
“H
(Vervolg op pagina 14)
Hoe lang ook de nacht (However Long The Night) – het zou een passende verzuchting zijn in de donkere dagen rond Kerst, wanneer de zon het verste weg staat en we wachten op de terugkeer van het licht. Maar in dit geval is het de titel van een lezing middenin de zomer, uitgesproken door zr. Nancy Schreck op het jaarcongres van de koepelorganisatie Leadership Conference of Women Religious (LCWR) in Nashville (Tennessee). De zaal voelt meteen: dit is ongetwijfeld de belangrijkste speech in jaren. Haar gehoor bestaat uit 800 vrouwelijke religieuzen die allemaal een leidinggevende functie bekleden binnen hun ordes. Samen vertegenwoordigen ze 57.000 nonnen. Zelf is zr. Schreck momenteel overste van een congregatie van franciscanessen in Iowa. In het verleden werkte ze o.m. 20 jaar met risicojongeren op het Amerikaanse platteland. In de zaal luistert ook Peter Sartain mee. Hij is aartsbisschop van Seattle en moet in opdracht van de Congregatie voor de Geloofsleer (CDF) een einde maken aan de ‘ketterse’ praktijken van de zusters. In feite staan
ze, wat Rome betreft, onder curatele. Alles moeten ze ter goedkeuring aan hem voorleggen: welke activiteiten ze willen ondernemen, wie ze zullen uitnodigen als spreker op een congres als dit, ze moeten hun statuten herzien, etc. Alleen: de nonnen willen wel praten, maar ze willen steeds eigen agendapunten inbrengen... Nancy Schreck verwijst op geen enkel moment naar die situatie, maar het lijkt toch een extra lading te geven aan haar woorden. Haar betoog bestaat uit drie delen: de 50 jaar sinds Vaticanum II, het vertoeven in het 'middenland', en de oproep tot ‘profetische actie’. Haar toespraak is onvermijdelijk sterk gekleurd door haar eigen achtergrond en die van haar achterban. Zo luidt de ondertitel bijvoorbeeld Hoe het heilige mysterie in ons midden wordt geopenbaard. Voor de meeste buitenstaanders, gelovig én ongelovig, maakt zulke taal het er niet gemakkelijk op om je in te leven. Toch is haar visie voor een veel bredere kring interessant, reden waarom ik een eigen, vrije samenvatting probeer te geven. [MN]
13
14
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
Middenland Hoe lang ook de nacht – het werd een lange ontdekkingstocht om gehoor te geven aan de oproep van het Tweede Vaticaans Concilie tot vernieuwing. We hebben gemerkt dat we ons niet langer thuis voelen in de gevestigde cultuur en kerk waarin we zijn opgegroeid. Je kunt het vergelijken met een situatie als de ballingschap. De hoofdstad lag in puin, de tempel was verwoest, waar God woonde vind je Hem niet meer. De plaatsen waar we werken, zijn op de een of andere manier allemaal een soort randwerelden, ballingsoorden. Vaak is er geen duidelijke richting of koers, je hebt geen garantie dat je aankomt, alleen dat je op weg bent. Ik noem die plaatsen maar het middenland tussen een oude en een nieuwe wereld. Het blijven en kunnen verblijven in dit middenland is op zich al een grote opdracht en uitdaging. Per definitie kun je daar niet dezelfde verwachtingen koesteren van grote vooruitgang, overwinning, succes. Je leert om te gaan met afbrokkeling, marginalisering, je leert te ‘wandelen in het donker’. Als je niet meer weet waar je bent, waarheen je gaat, waar ‘God’ is – juist die ervaring helpt je om ook een bijdrage te leveren aan onze eigen [westerse] wereld waar veel dingen hun oude betekenis verliezen, waar in maatschappij en kerken sprake is van een identiteitscrisis.
Profetisch Hoe houd je jezelf en anderen overeind? Allereerst door nieuwe dromen te dromen over hoe het ooit zal (kunnen) zijn. Je weet dat je niet voorbij de horizon kunt kijken, niet over de grens van de toekomst. Een profeet is iemand die durft te spreken van een wereld waarvoor nog geen
enkel bewijs bestaat. Verder is hóe je leeft, jouw manier van leven, doorslaggevend voor het levend houden van de hoop. En ten slotte: vertel zelfbewust wat je inmiddels gezien hebt, meegemaakt en geleerd op die barre plekken waar jij werkt of gewerkt hebt met mensen die minder kansen hebben, die gemarginaliseerd worden, geweerd, buitengesloten of verstoten. Ondanks je teleurstellingen en het gevoel dat je geen steek opschiet, dat het niet beter wordt, zijn die jaren en al je inspanningen niet voor niets geweest.
zin van jouw bestaan. We trekken door deze nacht vol ongekende mysteries en we zeggen het in de woorden van de schrijfster Alice Walker: ‘Wij zijn niet langer die snotneuzen van vroeger. En als we blijven doen alsof we dat wel zijn, dan zouden we de wereld en de komende generaties onze nieuwe, diepere inzichten onthouden.' We moeten de mensen durven te vertellen wat we intussen weten. Hoe lang ook de nacht, – zegt het Afrikaanse spreekwoord –, de dageraad breekt zeker aan.
Niet half
Kerst?
Onze ‘profetische identiteit’ ligt niet alleen in het doen, maar ook heel eenvoudig in het zijn, zien en vertellen, terwijl anderen liever hun hoofd afwenden of erover zwijgen. In dat opvanghuis, in die noodkliniek, op dat schooltje, in stad of provincie, en ook gewoon in jouw parochie of klooster. Vertel hoe jouw kijk op kerk en God daardoor is veranderd. Laat je niet ontmoedigen. Je inzicht is gerijpt. Benut het kleine beetje wat jij in het leven ontdekt hebt, misschien kan het voor anderen een zekere wijsheid zijn. Spreek erover wat jij begrijpt dat de waarheid is, zonder te imponeren, zonder terug te vallen op wat je niet langer als waardevol ervaart. Wees moedig, maar niet grof, niet gericht op je eigen gelijk, niet opschepperig of arrogant. Lever jezelf niet uit, bewaak je eigen integriteit, richt je op het welzijn van anderen. Tot dit alles heb je het volste recht, omdat de oude wegen doodlopen. Wie nu voortgaat op een weg die hij kan zien, keert terug op paden die nergens toe leiden. Ken je eigen identiteit en handel ernaar. Doe je dat niet of maar half, dan raak je je ziel kwijt en verlies je de
Misschien geeft de kern van zr. Schrecks betoog zelfs het geboorteverhaal dat traditioneel met Kerst wordt voorgelezen een nieuwe dimensie. Immers, midden in de nacht gaan de herders in het veld naar Betlehem om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is. Ze komen op een plaats waar je geen hooggeplaatste personen of spectaculaire gebeurtenissen hoeft te verwachten: een stal bij een herberg. Kennelijk beseft de verteller Lucas al dat je niet in de tempel moet wezen, maar dat je juist op onvermoede plekken in een mensenkind ‘God’ ontmoet. En dat je dan maar moet gaan vertellen wat je daar ziet en wat je ervan snapt. Martin Nieboer
Volledige, oorspronkelijke tekst van Nancy Schreck (OSF), However Long the Night, Holy Mystery Revealed in Our Midst : https://lcwr.org/sites/default/files/calendar/ attachments/however_long_the_night__nancy_schreck_osf_final_0.pdf
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
Paus van Amsterdam (I) — Het verzoek en het begin
PROFIEL
Huub Oosterhuis over liturgievernieuwing:
‘De taal waarin wij wonen en wortelen, spreken’ Huub Oosterhuis is geboren op 1 november 1933 in Amsterdam. Op zijn twaalfde wil hij naar het kleinseminarie, maar zijn vader vindt dit geen goed plan. Van hem moet hij naar het door jezuïeten gerunde Ignatiuscollege. Pater Jan van Kilsdonk wordt er zijn biechtvader. Huub hoort tijdens een retraite in zijn laatste jaar op het Ignatiuscollege ‘de roepstem van God’. Maar hij ervaart grote obstakels, met name het celibaat: hij wilde graag kinderen. Toch houdt de roepstem aan. Tijdens het herexamen Latijn moet hij een tekst vertalen uit de Augustinus’ Belijdenissen. Huub beleeft het als een roepingsverhaal. Drie dagen later besluit hij de opleiding tot priester te gaan volgen.
‘Liedjes’ De jezuïetenopleiding duurt in totaal tien tot twaalf jaar. Na drie jaar noviciaat en drie jaar filosofie in Nijmegen gaat hij naar Groningen en een droom komt uit: liedjes schrijven die door groepen mensen gezongen zullen worden. Oosterhuis is verbonden aan het Sint Maartenscollege in Haren. Daar willen de jongens niet naar het lof en de prefect vraagt of Huub ‘iets kan maken in het Nederlands, iets met de Bijbel erin’. Op de fiets tussen Winsum en Groningen schrijft hij in 1959 zijn eerste lied: Zolang er mensen zijn op aarde. Er komt begrip dat je kerkliederen in de eigen taal, dus niet Latijn, zou moeten zingen. In 1960 ontmoet hij opnieuw Bernard Huijbers, koorleider op het Ignatiuscollege. Als tekstdichter en componist maken ze samen liederen. Het zal bedding vinden in Amsterdam, waar Van Kilsdonk met iets nieuws is begonnen: de Amsterdamse Studentenekklesia.
Zijn studie Nederlands sluit Oosterhuis af met een kandidaatsexamen, omdat hij zo snel mogelijk wil starten met het derde deel van zijn priesteropleiding, de theologie. In 1961 verschijnt zijn eerste poëziebundel. Het bevat een gedicht over het celibaat. Twee censoren van zijn orde vinden dat het eruit moet, Oosterhuis wil niet en de censoren accepteren het. Oosterhuis komt in contact met bisschop Bekkers en vertelt deze over zijn denkbeelden dat de liturgie toegankelijk moet worden, net als de rituelen. Bekkers nodigt hem uit als inleider tijdens een studieweekend van de Federatie Liturgische Verenigingen Nederland. In zijn lezing over De dienst van het Woord in de volkstaal zegt Huub: ‘Dat is de taal waarin wij wonen en wortelen, spreken.’ Op 31 juli 1964 wordt hij tot priester gewijd. De volgende ochtend draagt hij zijn eerste mis op, alles in eenvoudig Nederlands gebeden. In september 1965 volgt zijn benoeming in Amsterdam om daar in het studentenpastoraat Van Kilsdonk te versterken.
Waagstuk Eind 1964 wordt de volkstaal in de liturgie officieel door Rome toegestaan met uitzondering van het canon, het tafelgebed. Ook in de studentenekklesia houdt men zich aanvankelijk aan deze regel, totdat ze vanaf 1965 Oosterhuis’ eerste tafelgebeden gingen gebruiken. Een waagstuk, tot dan toe misschien wel de meest riskante stap: eigen tafelgebeden gebruiken voordat er überhaupt toestemming is om ze te maken. Er volgt echter geen afwijzing of terechtwijzing. Sterker nog, de Nederlandse en Belgische bisschoppen vragen Oosterhuis officieel om het Latijnse tafelgebed te vertalen! Om de opdracht goed uit te voeren gaat Oosterhuis naar een conferentie voor vertalers in Rome. Daar
dineert hij met hulpbisschop Bluyssen, die hem een brief van de pauselijke Raad voor de Liturgie overhandigt: ‘Met de canon en de heilige communie mag niet worden geëxperimenteerd’. Nu paus Johannes de XXIII is overleden, waait in Rome een andere wind… Oosterhuis geeft de brief terug aan Bluyssen: ‘Ik vind de brief absurd. Bidden doe je toch in je eigen taal? Zeg maar dat de brief niet is aangekomen.’
Speelruimte De brief vormt tegelijk het eerste rechtstreekse antwoord uit Rome op kardinaal Alfrinks verzoek om meer speelruimte voor vernieuwingsgezinde parochies en bewegingen. Oos- Kardinaal Bernard terhuis benadrukt Alfrink tegenover Bluyssen dat de ‘experimenteerstatus’ voor de ekklesia de enige oplossing is. Die krijgen ze begin 1966. In juni 1966 had Oosterhuis de vertaling van het tafelgebed gereed. In een (Vervolg op pagina 16)
15
16
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
commissie ontstaat een meningsverschil over de vertaling. Een telefonische consultatie van Bluyssen met Alfrink brengt het oordeel: de vertaling van Oosterhuis is aangenomen.
Celibaatsverplichting In 1967 praat Oosterhuis veel over het celibaat met zijn collega Vrijburg. Hij denkt zelf nog steeds dat hij nooit zal trouwen, maar voelt dat het niet goed gaat zo. Op 23 april 1967 stelt Oosterhuis in een preek voor het eerst openlijk de celibaatsverplichting voor priesters ter discussie. Hij oppert dat bisschop Zwartkruis van Haarlem waar de ekklesia onder valt, deze impasse kan doorbreken: ‘Een plaatselijk bisschop is op grond van zijn aanstelling tot herder van de plaatselijke kerk hiertoe gemachtigd: zelfs de theologen bevestigen dit.’ In de zomer van 1967 is Oosterhuis op vakantie aan de Cote d’Azur. Op het strand in de moordende hitte wordt hem onverhoeds duidelijk wat hij moet doen: hij moest terug naar zijn oudste intuïtie: vader worden. In september 1967 ontmoet hij Josefien Melief. In oktober 1968 kopt de Volkskrant dat Huub Oosterhuis’ collega Jos Vrijburg wil trouwen én in functie wil blijven. Zijn medepastores (jezuïeten) staan achter hem en vragen de bisschoppen van Nederland uiterlijk 1 december te laten weten welke beleid ze wensen te voeren. Hoewel Oosterhuis tot op de dag van vandaag de verpersoonlijking is van dit conflict, draait het dus niet om hem. In Noordwijkerhout vindt het Pastoraal Concilie plaats, een uniek Nederlands vervolg op het Tweede Vaticaans Concilie. Na de plenaire zitting (januari 1968) verklaren de bisschoppen zich voorstander van ‘de wijding
van gehuwde mannen’ én het aanblijven van priesters die gaan trouwen. In de zomer van ’68 herbevestigt Paus Paulus VI de traditionele visie op huwelijk, seksualiteit en geboortebeperking. De Romeinse curie hervindt haar ijzeren greep. En toch gelooft Oosterhuis er nog in: ‘Als het ergens zou kunnen, dan toch in Nederland. En waarom dan niet in Amsterdam, in de ekklesia? Dat geldt uitsluitend voor liturgie, maar waarom ook niet voor het celibaat?!’
Overleg tussen (v.l.n.r.) Ton van der Stap, Huub Oosterhuis en Jos Vrijburg in de Ignatiuskapel (1969)
Antwoord In januari 1969 spreekt Alfrink zich uit: gehuwde priesters kunnen niet in het ambt worden gehandhaafd. De ekklesia kondigt aan dat ze tijdens de zondagsdienst haar antwoord zal geven. Oosterhuis schrijft de toespraak: ‘ik wist dat het fout zou aflopen.’ Hij klaagt de officiële kerk aan en vraagt de bisschoppen er voor 1 maart uit te komen. Anders stoppen ze in de ekklesia met prediking en eucharistie. En als er dan geen oplossing is, maar nog wel behoefte aan diensten zoals in de ekklesia, dan lijkt het niet ondenkbaar deze te houden buiten de verantwoordelijkheid van de bisschop van Haarlem.
Pedro Arrupe, de generaal der jezuïeten in Rome, schrijft aan alle jezuïeten in Nederland: de gedachte dat een priester-jezuïet zich los van de kerkelijke hiërarchie ter beschikking zou willen stellen van een gemeenschap is onvoorstelbaar. Hij zou het niet tolereren. Het ultimatum verstrijkt. Oosterhuis stelt de ekklesia voor te berusten in een compromis. Voorlopig gaat er geen verloofde of gehuwde priester voor. Het bisdom Haarlem belooft de pastores ongemoeid te laten zo lang men zich aan de afspraak houdt. Pedro Arrupe ontbiedt Oosterhuis naar Rome. Het draait om Huubs aanklacht tegen de kerk en zijn uitspraak: daar willen wij niet bij horen. Het celibaat is slechts het topje van de ijsberg. Arrupe wil dat Oosterhuis zelf ontslag neemt, maar Huub weigert en wordt uit de orde gezet. Oosterhuis en Josefien Melief trouwen in april 1970 en op 27 september gaat hij voor als gehuwde priester in de ekklesia. Met die handeling kiest de ekklesia definitief voor een vrije, maar onzekere toekomst. Een getrouwd priester die de eucharistie viert, is volgens het kerkelijk recht automatisch geschorst. En zo geschiedt, alle studentenpastores worden onmiddellijk ontslagen.
Straf In december 1970 wordt Simonis tot ieders verrassing bisschop van Rotterdam. Het is sinds 1858 traditie dat er over de nieuwe benoemingen inspraak bestaat. Dit keer niet. Oosterhuis: ‘Er wordt wel eens gezegd dat de ekklesia de conservatieve bisschopsbenoemingen van Simonis, Gijsen en anderen over Nederland heeft afgeroepen, als een straf. Ik ben bang dat het waar is.’ Anita van Nimwegen De artikelen in deze reeks zijn gebaseerd op de biografie over Huub Oosterhuis door Marc van Dijk, De Paus van Amsterdam (2013)
Hearing van de Amsterdamse Studenten Ekklesia in de Ignatiuskapel (1969)
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
Ook romantische verheerlijking van Roma’s
ÓÓK PAROCHIE
‘Komm Zigane, spiel mir was vor’ Heydenjachten
e
e
Roma’s waren tussen de 15 en 18 eeuw in heel Europa aanwezig. In Nederland bleef het aanvankelijk rustig wat anti-zigeunerwetten betreft. Maar vanaf de 17e eeuw vinden ook hier ‘heydenjachten’ plaats, eerst in 1637 in Gelderland, in 1695 in Holland en later in alle noordelijke provincies. Tussen 1700 en 1730 bereiken de vervolgingen van Roma’s een hoogtepunt. Aan zigeuners wordt het verblijf in Nederlandse gewesten ontzegd. Er werden lijfstraffen ingesteld voor hen die het verbod overtraden en die logen er niet om: brandmerken, ophangen, radbraken of een verblijf op de pijnbank. Veel Roma’s werden in die tijd vermoord. Wie kon vluchtte naar veiliger streken, zocht en vond soms bescherming van de bevolking op het platteland of verdween, ging op in de gevestigde samenleving. In de geschiedschrijving komen de ‘Heydens’ of ‘Egyptenaren’ na 1735 in Nederland niet meer voor. Pas een eeuw later durven groepen Roma’s zich weer in ons land te vertonen.
Natuurmens
Aan het begin van de 19e eeuw komt de Romantiek op, een stroming binnen de literatuur en kunsten die onder meer de natuur idealiseert. En binnen die zo bezongen natuur past de zigeuner als rondtrekkend natuurmens die ook nog muzikaal is. ‘Komm, Zigane, komm Zigane, spiel mir was vor’ is een lied uit de operette Gräfin Maritza van de Hongaarse componist Emmerich Kalman dat dit beeld
uitstekend weergeeft. Als het niet meer gaat, als je droevig bent, vraag je in de operette een Roma om voor je te spelen. Maar in Il Trovatore, een opera van Guiseppe Verdi is de zigeunerin Azucena de kwade genius: zij heeft een kind geroofd en is de oorzaak van het drama dat zich op het toneel ontvouwt. Dit is de schaduwkant van de positie van Roma’s in de 19e eeuw. In de kunsten werden zij geïdealiseerd als de ongebonden mens, de muzikant. In het leven van alledag beschouwden velen hen als dief, kinderlokker, of heks. In ieder geval als mensen die je niet kunt vertrouwen. Als reactie op dit negatieve beeld meden de Roma’s zo veel mogelijk het contact met de burgers.
Kaldarasch In 1868 zetten Roma’s weer voet op Nederlandse bodem. Zij komen uit Zuidoost-Europa en noemen zich Kaldarasch, ketellappers en kopersmeden uit Hongarije en Ursari, berenleiders uit Bosnië. De laatste groep werkte ook als paardenhandelaars en muzikanten. De overheid benaderde hen vol wantrouwen, men zag hen als bedelaars. Daarbij ging men voorbij aan het gegeven dat Roma’s in hun werk gedegen vaklui waren, of het nu om ketellappen, handel of muziek ging. Roma-families trokken Nederland door of zij sloegen een tentenkamp op bij dorpen en steden waar zij vermaak boden aan de burgerij. Zij verbleven daar waar zij mogelijkheden zagen om geld te verdienen.
Emigratie Welkom waren de Roma’s niet in ons land en dat liet men hen ook merken. Zo gebeurde het dat tussen 1860 en 1890 een emigratie van Roma’s naar Zuid-Amerika op gang kwam, onder meer naar Costa Rica, Mexico, Chili en Argentinië. Frans de Smit
Op zaterdag 11 april 2015 zal tijdens een herdenkingsconcert door het Drents Symfonieorkest en het Meppeler koor Cigale in voormalig Kamp Westerbork o.m. een lied te horen zijn uit de operette Maritza. Nadere informatie volgt.
17
18
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
GELEZEN
Fascinerende zoektocht naar de levende God ‘God who breaks chains’ Elisabeth Johnson is een zeer gerespecteerd en gewaardeerd theologe, buitengewoon hoogleraar aan de Fordham universiteit te New York. Zij is religieuze, zuster van Sint Joseph. Niet zomaar een vrouw dus. Wel een vrouw die er in slaagde door haar werk in conflict te komen met hoge kerkelijke autoriteiten. Kardinaal Wuerl (aartsbisschop van Washington) stelde vanuit de Amerikaanse bisschoppenconferentie dat het boek Quest For The Living God argumenten van buiten het geloof hanteert om op radicale wijze het beeld van God, zoals dat geopenbaard is in de Schrift en onderwezen door het Magisterium, te bekritiseren en te herzien. Toen de overkoepelende organisatie van Amerikaanse religieuzen (LCWR) in 2014 Elisabeth Johnson een prijs voor Buitengewoon Leiderschap verleende, waren de rapen werkelijk gaar. De prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer, kardinaal Gerhard Müller, wees de zusters in harde bewoordingen terecht voor hun daad.
‘Persoon’ Ik dacht, een boek dat zoveel stof doet opwaaien moet wel goed zijn. Het boek is in toegankelijk Engels geschreven en neemt je mee als een avontuur. Zij begeleidt de lezer in een fascinerende zoektocht naar de levende God. Zij beschrijft God als een persoon. Maar niet als een persoon zoals wij die doorgaans opvatten. God is groter dan zijn schepping, groter dan wij mensen en hij is de Bron
van alle personen. Wij kunnen niet werkelijk begrijpen wat het betekent om persoonskenmerken aan God toe te schrijven, schrijft Johnson. Maar onze geesten worden geleid naar een relatie van persoonlijke communicatie met de Heilige. God is niet werkelijk Vader of koning of Heer, maar is zoveel groter. Daarom doe je God tekort door hem uitsluitend mannelijke kenmerken toe te schrijven. Door God te benoemen met vrouwelijk én mannelijke metaforen bevrijd je het goddelijk mysterie van zijn eeuwenoude patriarchale kooi, opdat God werkelijk God kan zijn: een niet te begrijpen bron, kracht en doel van de wereld.
Wegen Vanuit dit godsbeeld brengt Johnson ons naar de bevrijdende God, de God die ketenen verbreekt. Ze reist naar de bevrijdingstheologie van de zwarte en Spaans-Latijnse bevolking van de Verenigde Staten en die van ZuidAmerika. Vandaar arriveert zij bij de goede God van de religies. Johnson waardeert het religieus pluralisme. Voor haar zijn alle religies, of het nu gaat om de islam, het jodendom, het hindoeïsme, het boeddhisme of de bahá’í, wegen die naar de levende God leiden. Zij ziet de verschillende religies als gelijkwaardig aan elkaar. Hier is zij niet altijd even gemakkelijk te volgen. Wij zien vanuit het Christendom Jezus als de mens waarin God zich aan ons heeft geopenbaard. Een mens ook die zich
‘Knowing God is impossible unless we enter into a life of love and communion with others’ aan ons voordoet als de Weg, de Waarheid en het Leven. Ik merkte dat toen ik dit hoofdstuk las, ook de huidige gewelddadige confrontatie met een deel van de islam door mijn hoofd speelde. En wat het boeddhisme betreft: dit is toch een godsdienst zonder God? Toch een moeilijk maar uitdagende etappe in de zoektocht van Johnson. Aan het eind van haar reis komt Johnson bij de Drie-eenheid uit. Voor haar is de liefde van God te vinden in een drievoudig patroon van verbondenheid. Gedragen door de genade van onze Heer Jezus Christus, de liefde van God en de vriendschap van de Heilige Geest worden we betrokken bij een vruchtbare toekomst die alle volken, stammen en naties, alle creaturen van deze aarde omvat. De lezer is dan aan het eind gekomen van een bijzondere en - denk ik vruchtbare zoektocht naar de levende God. Een boek dat tot lezen en herlezen uitnodigt. Een exemplaar is in de interkerkelijke bibliotheek aanwezig. Frans de Smit Elisabeth A. Johnson Quest for the living God (Bloomsbury, New York 2007)
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
ZIN & BEELD
Vragen stellen op het middaguur
De vrouw die bestaat Ze is naamloos voor ons. We kennen haar enkel aan de streek waar ze woont. Steevast is ons verteld over het slechte leven dat ze heeft geleid tot ze het radicaal anders is gaan doen. In klassiek christelijk jargon heet ze dan ‘een bekeerde zondares’ en zo zou je dan een voorbeeld aan haar mogen nemen: de Samaritaanse. Was dat haar betekenis? In de beeldende kunst (van topstuk in het museum tot prentje in een stichtelijk boek) wordt die stereotype voorstelling steeds bevestigd. In prachtige heldere kleuren zien we, onder meer bij de Italiaanse schilder Guercino (1647), keer op keer dezelfde elementen. Meestal bewaren de twee een duidelijke afstand ten opzichte van elkaar, hij (nl. Jezus) zit vaak al links
bij de waterput, zij (dan rechts) blijft staan, boven zijn hoofd zweeft het aureool, bij haar hand is het touw van de emmer of de grote kan. De vrouw luistert, de man praat, sterker: hij ‘leert’ met gezag, hij overtuigt, zij neemt aan, aanvaardt. Pas in 1994 doet de Engelse beeldhouwer Stephen Broadbent (dan 33) het echt anders dan de kunstenaars in alle eeuwen voor hem. In de stille kloostertuin bij Chester Cathedral staat zijn bronzen dubbelsculptuur Water of Life. De man en vrouw vormen met hun lijven samen een bijna complete cirkel. Zijn benen en zijn schoot, omwikkeld met zijn kleed, lijken een bootje waar ze alle twee uit oprijzen. Zij buigt zich ver voorover, de schaal in beide handen. Hij kijkt naar haar op. Hun gezichten, hun neuzen vlakbij elkaar. Z’n handen vouwen zich om de hare. Drinken zal hij van het water dat ze net heeft geput.
Te vrij? Broadbent is een geëngageerd kunstenaar die in nauw overleg met mensen uit de samenleving thema’s kiest en zó uitwerkt dat zijn beelden een inspirerende diepgang verlenen aan de openbare ruimte. In 2012 eerde de universiteit van Chester hem met een eredoctoraat voor zijn werk en werkwijze. Toeristen nemen het stadje ten zuiden van Liverpool graag op in hun route om Water of Life met eigen ogen te kunnen zien. Maar is het niet een te intieme en al te vrije uitwerking van het bijbelse verhaal? Wat betekent eigenlijk dat oorspronkelijke verhaal?
Raadselachtig Het verhaal van Jezus en de Samaritaanse vrouw bij de bron staat beschreven in hoofdstuk 4 van het vierde evangelie, dat van Johannes. Het lijkt te gaan om een toevallige ontmoeting als de man uit Nazareth onderweg is naar Galilea. Rond het middaguur pauzeert hij moe en dorstig bij een bron buiten Sychar. Zijn leerlingen zijn de stad in om eten te kopen. De vrouw die water komt putten, vraagt hij om drinken. Ze is verbaasd dat hij als jood haar aanspreekt, om-
19
20
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
dat ze immers uit Samaria komt. Hij drinkt gretig, maar merkt op dat je als mens van gewoon water altijd weer dorst krijgt, terwijl ‘Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’ Nogal raadselachtige en grote woorden, niet de enige bij Johannes. Kerkvaders als Ambrosius en het Concilie van Nicea (325) hebben zijn evangelie letterlijk genomen en er de geloofsbelijdenis op gebaseerd die nog steeds in de katholieke kerk te horen is: het geloof in God als almachtige schepper van hemel en aarde, zijn goddelijke zoon die mens geworden is om ons te verlossen van onze zonden, gekruisigd en gestorven, nedergedaald ter helle en ten derde dage opgestaan uit de doden enz. Het dringt pas in onze tijd door dat de ‘evangelies’ alleen goed te begrijpen zijn als we ze herkennen als bij uitstek joodse teksten die net als de verhalen in de Torah nooit bedoeld waren om letterlijk te lezen.
Tijd Het vierde evangelie – dat van Johannes – moet ontstaan zijn in een lokale gemeenschap die geleidelijk buiten de synagoge komt te staan. Waarschijnlijk hebben vier schrijvers er zo’n 30 jaar (± 70-100 n. Chr.) aan gewerkt. Hun boek gaat in feite niet over zonde en verlossing, maar over leven. We kunnen het, denk ik, het beste typeren met een dubbele term: pantheïstische mystiek. Dat klinkt zeer exclusief en onbegrijpelijk, maar er kon wel eens een verrassend moderne symbolische boodschap in zitten. In hun opvatting is Jezus géén goddelijke bezoeker die een masker heeft opgezet alsof hij een mens is. Hij is een echt mens die door zijn eigen leven, zijn optreden en sterven laat zien dat er een andere manier van leven mogelijk is. Als we puur van onszelf blijven uitgaan, zullen we voortdurend geconfronteerd worden met de tijd (verleden, heden, toekomst: we worden geboren en gaan uiteindelijk dood). We zien onszelf dan los van alles en iedereen
om ons heen, en dat maakt ons o.m. eenzaam en angstig. We kunnen onszelf echter ook zien als een deel van het hele universum, waardoor we steeds verbonden zijn met alle leven in alle tijden. We maken in die zin deel uit van de eeuwigheid. Voor de eerste manier van leven gebruikt Johannes het beeld van het ‘gewone’ water. Daartegenover staat dan het ‘water van de geest’ dat een radicaal nieuw bewustzijn bij ons doet ontstaan. ‘God’ is géén bovennatuurlijk opperwezen in een hoge, verre hemel, maar heel dichtbij in ons aanwezig als een ‘werkwoord’ dat ons toeroept: Vorm je naar hoe jij bent bedoeld.
omweg. Jezus kiest echter voor de kortste route door het tussengebied: Samaria. Daar woont een samenraapsel van oorspronkelijke noordrijkers die zich hebben vermengd met allochtonen en hun cultuur is natuurlijk ook een rare mix van wel vijf verschillende volken. Merkwaardig genoeg voelen de noorderlingen zich nog wel afstammen van Abraham, Isaac en Jacob…
Middag
Jezus pauzeert bij een voor de bewoners heel belangrijke plek, nl. Jacobs Bron aan de voet van de berg Gerizim. Hier is ooit de jonge Jacob naar toegegaan omdat hier de roots van zijn familie lagen en hij hier een bruid wilde vinden. De Samaritaanse die we nu ontmoeten, is geen onnozele waterputster die niet begrijpt waar de man uit Nazareth het over heeft. Als één van de weinigen is ze in staat een diepgaand gesprek te voeren met hem. Dat kun je alleen als je zelf al een hele eigen spirituele weg hebt afgelegd. Die vijf mannen in haar leven? Ze staan natuurlijk voor de vijf andere bevolkingsgroepen in Samaria, zijzelf vertegenwoordigt de autochtone bewoners van deze streek. Levend water? Ze wil meteen weten hoe goed zijn papieren zijn: ben je soms groter dan Jacob? Ja, het gaat om een inzicht dat zich niet stoort aan grenzen en barrières tussen mensen, volken en tijden. Ze laat ook van haar kant zien waar het om gaat: je komt een stap verder in een dialoog, je hoeft niet zelf alle antwoorden al te hebben, je mag vragen stellen, je kunt ontdekkingen doen, je kunt veranderen. En als jij je onzekerheid toont, durft de ander ook te laten zien wie hij echt is.
De Samaritaanse staat open voor die nieuwe kijk, terwijl in het direct eraan voorafgaande derde hoofdstuk Nicodemus, een geïnteresseerd lid van de joodse Hoge Raad (Sanhedrin) het niet aan durft. Veelzeggend: het gesprek met hem vindt plaats midden in de nacht, in het donker; dat met haar op klaarlichte dag, rond het middaguur. Waarschijnlijk hebben Nicodemus, de Samaritaanse en nog een aantal personen in het verhaal van Johannes nooit echt bestaan, ze zijn bedacht om iets duidelijk te maken. Maar toch – ze bestaat! Dóór dat verhaal bestaat ze, voor mij, voor ons. En ze is géén bekeerde zondares, ze heeft géén vijf mannen versleten. Ook zij is één van die verdwenen vrouwen uit de bijbel. Net als Maria Magdalena en Eva is ze opgezadeld met een reputatie die niet klopt. Ze verdient eerherstel, als het niet voor zichzelf is, dan voor alle vrouwen na haar. Laten we ons begeven in de realistische onderlaag in het verhaal. Het landschap, de ‘kaart’ bestaat. Wie in die tijd vanuit de hoofdstad Jeruzalem naar het noordelijke Galilea wil, reist meestal via de Over-Jordaanse
Bron
Kan dan het water stromen? Maakt dat onorthodoxe beeld Water of Life misschien toch iets zichtbaar – of hoorbaar? Martin Nieboer
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
DIE MALLE KERK
Humor in de kerk
Kent u ook leuke anekdotes of roomse grapjes, stuur ze op. Ineke Siersema (
[email protected])
Pochers (1) Kaarsen Twee kaarsen staan naast elkaar op de kersttafel. Zegt de een tegen de andere: “Zullen we samen uitgaan?” boodschappenblad AH
Een jezuïet, een dominicaan en een franciscaan waren samen aan het wandelen en pochten tegen elkaar over de roem van hun respectievelijke ordes. Plots was er een verschijning van de Heilige Familie: ze zagen Jezus in een kribbetje en Maria en Jozef die aan het bidden waren. De franciscaan viel ter aarde met zijn gezicht naar de grond overmand door
ontzag bij het zien van God die geboren wordt in zo’n armoede. De dominicaan viel op zijn knieën, in aanbidding voor deze prachtige voorstelling van de Drie-eenheid en de Heilige Familie. De jezuïet ging naar Jozef toe en zei: ‘Zeg, hebben jullie er al over nagedacht naar welke school jullie de jongen zullen sturen?’
Belofte
Pochers (2)
Sam
In de kribbe kijken twee jezuïeten samen met de os en de ezel naar het kind Jezus. Een van de twee stelt voor: ‘Dit kind lijkt heel beloftevol. Zou het geen goed idee zijn om zijn ouders aan te sporen om het in te schrijven in een van onze colleges?’ ‘Ik heb er ook aan gedacht’, antwoordt de andere. ‘Maar onder ons gezegd, hij is wel van vrij eenvoudige komaf.’
Een astronaut en een hersenchirurg hadden het over het christendom. De hersenchirurg was christen, de astronaut niet. Ik ben heel vaak in de ruimte geweest’, pochte de astronaut, ‘maar ik heb nog nooit een engel gezien.’ De hersenchirurg keek hem verbluft aan, maar zei toen: ‘En ik heb al heel veel intelligente hersens geopereerd, maar ik heb nog nooit één gedachte gezien.’
Sam is tijdens de oorlog ergens in Limburg ondergebracht. Vraagt de juffrouw op school: ‘Het is rood, heeft een pluimstaart en rent tegen de boomstammen op.’ Zegt Sammie: ‘Bij ons in Mokum zou ik zeggen; een eekhoorn. Maar hier zal het wel het Kindje Jezus weer zijn.’
21
22
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
Verdwenen Volksdevotie? (3)
De muizen van de duivel H. Brigitta van Kildare 1 februari
H. Gertrudis van Nijvel 12 februari
Brigitta was de dochter van een Iers stamhoofd uit de vijfde eeuw. Zij is stichteres en abdis van het klooster te Kildare. Talloze wonderen worden aan haar toegeschreven. Zo begon een boom te bloeien die ze aanraakte. Andere legendes hebben betrekking op vermenigvuldiging van voedsel en haar koeien gaven driemaal per dag melk. Zij is patrones van Ierland en als geneesheilige wordt ze aangeroepen tegen ziekten bij het vee. Zij werkt echter ook helend bij menselijke oogkwalen. Brigitta is ook de schutspatroon van dichters en geleerden. In Brugge bewaart men een deel van haar mantel. In de Limburgse plaatsen Middelaar en Noorbeek bestaan kleine bedevaarten. In Noorbeek heeft nog lang het gebruik van de Brigidaboom bestaan, meer een middel om in het voorjaar meisjes en jongens aan elkaar te koppelen…
Gertrudis is geboren omstreeks 628. Zij is de dochter van Pippijn van Landen en de Heilige Ida van Nijvel en ze is een zus van de heilige Begga van Andenne. Zij trad in het klooster van Nijvel (Waals Brabant) en werd reeds op 21 -jarige leeftijd abdis. In het jaar 659 overleed zij. Aan haar voeten bevinden zich altijd een of meer muizen. Dit verwijst naar het verhaal over de duivel die in de gedaante van een muis tevergeefs probeerde Gertrudis tot ongeduld of woede te brengen. Sint Gertrudis wordt aangeroepen tegen ratten-, muizen-, en mollenplagen. Zij is ook geneesheilige bij zenuwziekten, koortsen, oog en huidziek-
H. Agatha 5 februari Zij was een dochter uit een vooraanstaande Siciliaanse familie. Onder keizer Decius werd zij halfweg de derde eeuw vermoord. Haar borsten werden afgesneden, maar een engel genas haar wonden in haar cel. Daarna werd ze over brandende kolen met scherven gesleept tot ze stierf. Omdat op haar feestdag eens de Etna uitbarstte en men de lavastroom kon stoppen door Agatha’s sluier ervoor te houden, werd zij aangeroepen tegen vulkaanuitbarstingen, aardbevingen en brand. Zij wordt ook aangeroepen tegen borstziekten, kanker, pest en hongersnood. Zij is de beschermster van de klokken-
HET RIJKE ROOMSE LEVEN
ten. Vrouwen die ongewild kinderloos blijven kloppen ook bij Gertrudis aan. In de voormalige abdijkerk te Nijvel bevind zich de reliekschrijn uit de dertiende eeuw van Gertrudis. De plaats Geertruidenberg (NB) is naar haar vernoemd. gieters, bakkers, glasblazers, brandweerlieden en andere beroepen die met vuur te maken hebben. De heilige Agatha is de schutsvrouw van Oombergen (Ov). Vanaf de 15e eeuw bestaan er Sint Agatha-briefjes met Latijnse teksten die tegen deuren werden gespijkerd als bescherming tegen brand. ‘Regent Sint-Agathe, ’t is voor weken. ’t Water stroomt op straat en in de beken.’ Jan Schellekens
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
VERHUIZEN? — LAAT JE KENNEN!
KORT Vieringen voor ouderen
Bezorging Vrijwilligers doen hun uiterste best om u allemaal op tijd het nieuwe nummer van Walfried te bezorgen. Mocht dat in uw geval niet gelukt zijn, neem dan contact op met Wim Stam
[email protected]
Vanaf 2015 voortaan steeds op de 2e vrijdag in de maand. Steeds om 9.45 uur in de kapel op de 3e etage. Pastores: Ale Bakker en Marika Meijer. Ook ouderen uit de wijk zijn van harte welkom.
Mariahoekje Binnen onze parochie zijn mensen die in de kerk een devotieplek missen. Een plaats waar je in alle rust bij Maria een kaarsje kunt ontsteken, bidden of in stilte mediteren. Elke donderdagmorgen van 10—12
uur is de kerkzaal daartoe geopend en ingericht. U bent dan welkom om een kaarsje op te steken of met iemand te praten als u daar behoefte aan hebt. U bent van harte welkom op de donderdagmorgen. Frans de Smit
WIE WIL - KAN
Joanna Paszkiewicz
Een keer per week in de hoek van de kerk Tussen tien en twaalf Kan Iedereen die wil Bidden Voor het beeldhouwwerk van Madonna met Kind
Gemeentes in Nederland lichten de parochies niet meer in bij verhuizing. Geef daarom zelf uw verhuizing door aan de parochiële ledenadministratie. U kunt dat doen op de volgende manieren. Stuur een e-mailtje naar onze ledenadministratie:
[email protected] of stuur een briefje / verhuiskaart aan: Parochie Ledenadministratie De Vlasakker 28 9781 LG Bedum Dank voor uw medewerking!
Naast haar slanke figuur van zeer donker hout Ligt de tekst van Amanda Strydom Ik weet niet wie Amanda Strydom is of was Ik zie dat het woord 'moeder' 'moeder' is gebleven in het Afrikaans
De NederlandsPoolse journaliste Joanna Paszkiewicz (geb. Warschau 1941) woont al jaren in de Groningse stadswijk Lewenborg. Onlangs verscheen van haar de bundel Ademhalen met 94 proza-miniaturen. Eén daarvan gaat over het stiltehoekje in de Emmauskerk.
Haar proza-miniaturen zijn uiterst persoonlijk en ‘hebben allemaal het brandmerk van relativisme: iemand die alleen toeschouwer is en wil zijn.’ De bundel is in een kleine oplage in eigen beheer uitgegeven. Voor € 15 (inclusief een apart vel met bijbehorende kleurenillustraties) rechtstreeks te bestellen bij de schrijfster zelf:
[email protected]
Water Of Life (1994) — detail Sculptuur door Stephen Broadbent Chester (Engeland) Zie o.m.: http://img.groundspeak.com/ waymarking/9c714d9a-b966-4c85-bb9833e4e7babaa9.JPG Zie ook pp. 19-20 in deze editie
23
Walfried — jrg. 23 nr. 92 December 2014 / Januari 2015
Moge ons voor waar verschijnen Moge ons voor waar verschijnen die genoemd wordt Zoon der mensen, die gezegd wordt: dood maar levend die gehoopt wordt: mens voor allen Moge ons verschijnen deze, niet in droom, in stand van sterren, niet als spiegelbeeld in water maar in mensentaal van liefde. In dit mensenbrood gebroken, levenskansen, recht voor allen. In het drinken van de beker, in vergeving en ontferming. Moge ons verschijnen deze, ogenlicht en levensadem, knecht en koning, lam en herder, lieve meester, woord van God. Huub Oosterhuis
Dorp van Bevrijde Slaven (Pakistan) — Walk Free Foundation — Foto: Luke Duggleby
24