Wabo-monitoring 2e helft 2011
Wabo-monitoring 2e helft 2011 |
Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Regionaal Accountmanagement Nieuwe Uitleg 1 Postbus 16191 2500 BD Den Haag Deze publicatie is te downloaden via www.ilent.nl
Pagina 2 van 16
Wabo-monitoring 2e helft 2011 |
Inhoud
Inleiding........................................................................................................................ 4 1
Doel en werkwijze monitor .................................................................................. 5
1.1
Doel .................................................................................................................................. 5
1.2
Werkwijze .......................................................................................................................... 5
2
Resultaten ........................................................................................................ 6
2.1
Digitalisering ...................................................................................................................... 6
2.2
Inhoud aanvragen ............................................................................................................... 8
2.3
Termijnoverschrijding .......................................................................................................... 9
2.4
Samenwerking met andere partners ...................................................................................... 9
2.5
De gemeente als aanvrager ................................................................................................ 10
2.6
Algeheel oordeel ............................................................................................................... 10
3
Overige opmerkingen ....................................................................................... 11
4
Samenvatting en conclusies .............................................................................. 13
Bijlage 1: Vragenlijst gemeenteronde najaar 2011 ........................................................... 15
Pagina 3 van 16
Wabo-monitoring 2e helft 2011 |
Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Deze wetgeving heeft flinke consequenties voor de werkwijze bij de verschillende overheden (met name gemeenten). In de periode maart - mei 2011 heeft de VROM-Inspectie (VI) in opdracht van de beleidsdirectie DGR/Leefomgevingskwaliteit (LOK) een eerste monitoring uitgevoerd bij 221 gemeenten. Daarover is in juni 2011 gerapporteerd. In vervolg daarop heeft de VROM-Inspectie in de periode september – november 2011, bij de resterende 206 gemeenten de ervaringen van het werken met de Wabo gemonitord. Dit rapport geeft een beeld van de stand van zaken bij deze 206 gemeenten, 11 maanden na invoering van de wet. De informatie kan de beleidsdirectie gebruiken bij de beleidsevaluatie. In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op het doel en de werkwijze van deze monitor. Hoofdstuk 2 en 3 beschrijven de resultaten. In hoofdstuk 4 zijn conclusies getrokken en aanbevelingen geformuleerd.
Pagina 4 van 16
Wabo-monitoring 2e helft 2011 |
1
Doel en werkwijze monitor
1.1
Doel Het doel van deze Wabo-monitoring is inzicht te krijgen in de werking van het Wabo-stelsel bij gemeenten en andere gebruikers. De nadruk in de monitoring is gelegd op digitalisering en afstemming met partners; twee belangrijke aspecten van de Wabo. Ook is aandacht besteed aan politiek gevoelige onderwerpen als de lex silencio positivo ofwel het van rechtswege verlenen van een vergunning. De verkregen inzichten worden teruggekoppeld aan de verantwoordelijke beleidsdirectie (DGR/LOK).
1.2
Werkwijze In de periode september – november 2011 zijn 206 gemeenten door de VI bezocht in het kader van een gemeenteronde. Tijdens deze gemeenteronde zijn vragen over de Wabo aan gemeenten voorgelegd door middel van een vragenlijst (bijlage 1). De vragenlijst is gezamenlijk opgesteld door de VI en DGR/LOK. Ook is in overleg met de Erfgoedinspectie een aantal specifieke vragen over monumenten aan de gemeenten voorgelegd (bijlage 1; vragen 38 t/m 41). De resultaten daarvan zijn aan de Erfgoedinspectie overgedragen. Ter bevordering van de uniformiteit is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van gesloten vragen. Om de gegevens onderling vergelijkbaar te laten zijn, is ervoor gekozen om als peildatum voor de vragenlijst 1 september 2011 te gebruiken. De cijfers die uit de monitor naar voren komen geven een beeld van werking van de Wabo in de eerste elf maanden, zoals beleefd door de gemeenten. De antwoorden van de gemeenten zijn niet geverifieerd met dossieronderzoek. Naar aanleiding van de vragen maar ook meer in algemene zin hebben gemeenten vaak opmerkingen gemaakt over knelpunten en/of hun specifieke ervaringen. In hoofdstuk 3 wordt daar verder op ingegaan.
Pagina 5 van 16
Wabo-monitoring 2e helft 2011 |
2
Resultaten Dit hoofdstuk bevat de resultaten van de vragen 1 t/m 44 (zie bijlage 1). In totaal waren op het moment van het sluiten van de database de vragenlijsten van 186 van de onderzochte 206 gemeenten ingevuld. Niet alle vragen zijn door alle gemeenten beantwoord. De getoonde resultaten zijn derhalve gebaseerd op de wel beschikbare antwoorden. De vragen zijn onderverdeeld in een aantal clusters: Digitalisering Inhoud van de aanvragen Termijnoverschrijding Samenwerking met andere partners De gemeente als aanvrager Algeheel oordeel Veel gemeenten hebben schattingen gemaakt van percentages en aantallen. Niet al de gevraagde gegevens worden namelijk door gemeenten actief bijgehouden. Deels wordt dit veroorzaakt doordat administratieve systemen nog niet volledig functioneren. De onderstaande resultaten geven dan ook een globaal beeld op basis van beschikbare gegevens dan wel inschattingen van de gemeenten.
2.1
Digitalisering Digitaal aanvragen vs analoog aanvragen Aantal gemeenten
Aantal aanvragen tot 1 september 2011
186
86674
Aantal verleende vergunningen tot 1 september 2011 58554
Percentage digitaal ingediend
Percentage analoog ingediend
61%
39%
Met de inwerkingtreding van de Wabo is het mogelijk aanvragen voor een omgevingsvergunning digitaal in te dienen. Uit bovenstaande cijfers blijkt dat het merendeel van de aanvragen bij gemeenten inmiddels digitaal binnenkomt. Digitaal aanvragen bedrijven vs digitaal aanvragen burgers Het aandeel van het bedrijfsleven respectievelijk de burgers dat digitaal aanvraagt loopt uiteen. Gemiddeld genomen vraagt het bedrijfsleven meer digitaal aan dan dat burgers dat doen. De percentages zijn als volgt: 66% van het bedrijfsleven dient een aanvraag digitaal in 44% van de burgers dient een aanvraag digitaal in Ten opzichte van de in het voorjaar uitgevoerde monitor is het percentage digitale aanvragen toegenomen van 57% naar 61%. Tevens valt op dat er bij het bedrijfsleven een toename waarneembaar is van digitale aanvragen naar 66% (was 60%) en bij de burgers een afname naar 44% (was 50%). De oorzaken hiervan zijn niet nader onderzocht.
Pagina 6 van 16
Wabo-monitoring 2e helft 2011 |
Omzetten analoge aanvragen naar digitaal Aan de gemeenten is gevraagd of zij analoog ingediende aanvragen omzetten naar een digitale versie. Aantal gemeenten : 186 - wel digitaal omzetten: 39 (26%) - niet digitaal omzetten: 137 (74%) Driekwart van de gemeenten zet de analoog ontvangen aanvragen niet om naar het eigen digitale systeem en handelt de aanvragen verder analoog af. Hoe worden de digitale aanvragen ontvangen 52% (80) email vanuit OLO 28% (44) gebruik xml uit email vanuit OLO 8% (12) automatisch overzetten vanuit OLO via webservices 12% (19) anders Het overgrote deel van de gemeenten (80%) ontvangt de digitale aanvragen via email of xml uit email vanuit OLO. Slechts 8% maakt op dit moment gebruik van webservices. Gaat u op termijn gebruikmaken van webservices De vraag of men in de toekomst wel gebruik wil gaan maken van webservices geeft het volgende beeld: 33% gaat gebruikmaken van webservices 54% weet het nog niet 13% gaat geen gebruik maken van webservices Hoe worden de digitale aanvragen behandeld door de gemeenten (gebruiksopties) 4% (6) gebruikoptie 1: volledige gebruikmaking van het behandeldossier 34% (52) gebruikoptie 2: combinatie van eigen mid- en backoffice en het behandeldossier 58% (90) gebruikoptie 3: volledig gebruik van eigen mid- en backoffice en geen gebruik van behandeldossier 4% (6) anders De gemeenten die gebruik maken van gebruiksoptie 2 beoordelen deze optie als: 12% Goed 35% Voldoende 45% Matig 8% Slecht De gemeenten die gebruik maken van gebruikoptie 3 delen de digitale documenten met andere overheidsorganisaties en adviseurs als volgt: 56% Per email 29% Per post 0% Via een internetbox 12% Anders Van de 58 gemeenten die gebruik maken van gebruiksopties 1 en 2 maakt circa de helft ook gebruik van Autovue. Deze voorziening wordt door deze gemeenten als volgt beoordeeld: 0% Goed 10% Voldoende 31% Matig 51% Slecht
Pagina 7 van 16
Wabo-monitoring 2e helft 2011 |
Ruim 80% van de gemeenten die gebruik maken van Autovue is er dus niet tevreden over. Digitaal beschikken Aantal gemeenten: 186 16% (30) Wel digitaal beschikken 84% (156) Niet digitaal beschikken 12% van de gemeenten verzendt de beschikking ook digitaal aan de aanvrager. Veel gemeenten geven aan niet goed te weten op welke wijze er digitaal beschikt (handtekening) kan worden. Goede voorbeelden zijn gewenst. Het rijk zou daar een bijdrage aan kunnen leveren via actieve communicatie en voorbeelden. Archivering afgehandelde aanvragen Na de beschikking worden de afgehandelde aanvragen als volgt door de gemeenten gearchiveerd: 30% Gegevens via FTP/webservices naar eigen digitaal archief 0% Opslaan via behandelmodule 45% Printen en opslaan in papieren archief 15% Niet archiveren 10% Anders Installatie nieuwe versies omgevingsloket: Regelmatig worden nieuwe versies van het omgevingsloket in gebruik genomen. Op de vraag op welk moment de gemeente een nieuwe versie van het Omgevingsloket het liefst geïnstalleerd zien worden is als volgt geantwoord: 6% Volledig tijdens kantooruren 10% Gedeeltelijk tijdens kantooruren 22% In het weekend 62% ’s avonds en ’s nachts
2.2
Inhoud aanvragen Meervoudige aanvragen en lokale regelgeving De omgevingsvergunning is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. Uit de monitor blijkt dat in bijna de helft van de gevallen de aanvraag slechts één aspect betreft, een zogenaamde enkelvoudige aanvraag. Bij ruim een kwart van de aanvragen gaat het om meerdere aspecten, de meervoudige aanvraag. Eén vijfde deel heeft betrekking op lokale regelgeving/plaatselijke verordeningen. 27 % van de aanvragen blijken meervoudige aanvragen te zijn. 21% van de aanvragen hebben betrekking op lokale regelgeving/plaatselijke verordeningen. Invulhulp Vanaf release 2.5 (oktober 2011) kunnen de gemeente zelf kiezen of ze de invulhulp beschikbaar stellen voor de aanvragers. Gevraagd is of de gemeenten deze invulhulp beschikbaar gaan stellen: 15% Ja 14% Nee 71% Weet het nog niet
Pagina 8 van 16
Wabo-monitoring 2e helft 2011 |
2.3
Termijnoverschrijding Aantal termijnoverschrijdingen Bij 620 van de verleende omgevingsvergunningen is sprake van een van rechtswege verleende vergunning. Op een totaal van 58.554 verleende vergunningen gaat het om ruim 1% van de verleende vergunningen. Opvallend is dat 10 gemeenten ver boven het gemiddelde uitspringen (aantallen tussen de 18 en 35 van rechtswege verleende vergunningen). Deze 10 gemeenten zijn tezamen goed voor 243 van de van rechtswege verleende vergunningen. De meest genoemde redenen voor termijnoverschrijdingen zijn: - Niet goed functionerend OLO in combinatie met een niet-optimaal functionerende eigen ICT applicaties - Administratieve fouten - Opstartproblemen bij invoering Wabo (wennen aan wetgeving en niet tijdig uitbrengen adviezen door derde partijen).
2.4
Samenwerking met andere partners Dienstverleningsovereenkomst met de waterbeheerders Veel waterbeheerders hebben de gemeenten een dienstverleningsovereenkomst (DVO) aangeboden. 57% (106) van de gemeenten hebben aangegeven dat zij een DVO met de waterbeheerder hebben afgesloten. 43% (78) geeft aan geen DVO met de waterbeheerder te hebben afgesloten De meeste DVO’s lopen eind 2011 af. Op dit moment zijn de waterbeheerders bezig de DVO’s te verlengen. Erfgoedinspectie Op verzoek van de Erfgoedinspectie (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), is aan de gemeenten een aantal vragen voorgelegd over de rijksmonumenten en rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten. Het blijkt dat bij benadering 1705 aanvragen om een Wabovergunning betrekking hebben op een rijksmonument. Dat is zo’n 2% van het totaal aantal aanvragen. Bij 381 (22%) van die aanvragen hebben de gemeenten advies gevraagd van bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Bij 1603 (94%) van deze aanvragen om een omgevingsvergunning heeft de gemeente advies ingewonnen bij de gemeentelijke commissie die adviseert over rijksmonumenten (Monumentencommissie). Van het totaal aantal aanvragen om een omgevingsvergunning is in 3562 (4%) gevallen sprake van rijksbeschermde stads- en/of dorpsgezichten. Het overgrote gedeelte van de hier besproken aanvragen komt uit een respectievelijk kleine groep gemeenten met veel monumentale panden en of beschermde stads- en/of dorpsgezichten. De gedetailleerde informatie over deze vragen is reeds verstrekt aan de Erfgoedinspectie.
Pagina 9 van 16
Wabo-monitoring 2e helft 2011 |
2.5
De gemeente als aanvrager Voor de vergunningplichtige activiteiten waarbij de gemeente zelf aanvrager is, is nagegaan op welke wijze de gemeente zelf een aanvraag om een omgevingsvergunning indient. Het antwoord is als volgt: 25% Via eHerkenning 21% Via baliemedewerker wordt aanvraag aangemaakt en ingevuld 47% Altijd op papier 7% Anders De gemeenten die het antwoord ‘anders’ hebben gegeven gebruiken veelal meerdere methoden of doen de aanvraag volgens hen via OLO.
2.6
Algeheel oordeel De ervaringen van het werken met de Wabo zijn wisselend. In figuur 1 is het algehele oordeel van de onderzochte gemeenten (186 in totaal) over de Wabo geschetst. Bij het oordeel over het werken met de Wabo spelen talrijke factoren een rol. Zo zijn zaken als ICT (zowel de eigen ICT-huishouding als de werking van het OLO), de cultuurverandering in de eigen organisatie, de samenwerking binnen en buiten de eigen organisatie, de reactie van burgers en bedrijfsleven belangrijk. 84% van de gemeenten geeft aan dat zij redelijk of goed tevreden is over het werken met de Wabo. In de in het voorjaar 2011 uitgevoerde monitor was dit percentage nog 70%.
Hoe bevalt het werken met de Wabo?
Figuur 1
Pagina 10 van 16
Wabo-monitoring 2e helft 2011 |
3
Overige opmerkingen Veel gemeenten hebben tijdens en na de monitoring opmerkingen gemaakt over de Wabo. Deze opmerkingen zijn zowel positief als negatief van aard. Voor een groot deel zijn de door de gemeenten gemaakte opmerkingen identiek aan de in het voorjaar gemaakte opmerkingen. Hieronder volgt een globaal overzicht van de opmerkingen. OLO en eigen ICT-systemen Ondanks de verbeteringen die met de diverse updates van OLO zijn doorgevoerd, ervaren de gemeenten nog steeds problemen. Veel gemeenten maken opmerkingen over de werking van het OLO: De vergunningencheck in het OLO is onduidelijk voor aanvragers. De vergunningencheck is niet geheel conform de wettekst. De vergunningencheck geeft verkeerde antwoorden bij het bepalen van het al dan niet vergunningvrij mogen bouwen. Het OLO is moeilijk voor de aanvrager die er maar een enkele keer gebruik van maakt. Voor eenvoudige aanvragen graag een eenvoudiger systeem. De koppeling tussen eigen ICT systemen met het OLO lijkt verbeterd in vergelijking tot de eerste monitor. Toch blijven ook hier problemen voorkomen. Dit niet goed functioneren van het digitale werken kost de gemeenten veel tijd. Digitaal afhandelen, waarmerken en archiveren gebeurt slechts bij een enkele gemeente. De gemeenten zouden met name bij de digitale beschikking ondersteuning willen krijgen. Wet- en regelgeving Met de inwerkingtreding van de Wabo zijn meer bouwactiviteiten vergunningvrij geworden. Veel gemeenten geven aan dat er een trend aan het ontstaan is dat de aanvragers van een vergunningvrij bouwwerk dit graag schriftelijk bevestigd willen zien door de gemeente. Een enkele gemeente heft daar al leges voor. Gemeenten geven aan dat er vanuit de rijksoverheid veel aandacht is gegeven aan het vergunningendeel van de Wabo. Daardoor is op dat onderwerp al veel ervaring opgedaan en zijn de meeste kinderziektes verholpen. Waar nadrukkelijk te weinig aandacht aan is gegeven, vinden de gemeenten, is aan de onderwerpen toezicht en handhaving. Wellicht dat daar nog eens naar kan worden gekeken door de rijksoverheid. Andere relevante opmerkingen die over de inhoud van de Wabo gemaakt zijn: Gemeenten vinden de Wabo moeilijk leesbaar, veel te complex, met teveel doorverwijzingen in de diverse artikelen. De relatie naar andere wetgeving is niet altijd even duidelijk in de Wabo. Hierbij wordt gedoeld op de relatie naar de Wet ruimtelijke ordening, de Flora en Faunawet en de Natuurbeschermingswet. Er zit weinig flexibiliteit in de te volgen procedure. Een kapvergunning of sloopvergunning kost minimaal 6 weken terwijl dat voorheen veel sneller kon.
Pagina 11 van 16
Wabo-monitoring 2e helft 2011 |
Werkwijze en administratieve lasten De Wabo heeft er bij veel gemeenten mede aan bijgedragen dat er integraler gewerkt wordt en er betere afstemmingen plaatsvindt tussen de voorheen veelal gescheiden onderdelen bouwen, milieu en ruimtelijke ordening. Gemeenten constateren dat aanvragers de nieuwe regelgeving zodanig complex vinden dat er door de gemeenten veel tijd in de begeleiding van het indienen van een aanvraag moet worden gestoken. Dit leidt met name aan de balie tot inzet van extra capaciteit en daarmee extra kosten. Veel gemeenten geven aan dat de samenwerking met de adviseurs nog veel problemen oplevert. Men doelt met name op de waterschappen en op de provincies. De betrokkenheid van de provincie bij het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen levert nogal eens problemen op met de te halen termijnen. In relatie tot de komst van de Regionale uitvoeringsdiensten vreest men vooral de administratieve rompslomp die dat naar verwachting met zich mee zal brengen Algemene gedachte van de Wabo Veel gemeenten blijven vrij kritisch over het werken met de Wabo. Ondanks de gemaakte opmerkingen staan veel gemeenten echter positief achter de algemene gedachte van de Wabo: één loket, eenvoudig aanvragen, integraal werken en digitalisering. Men heeft wel enige vrees dat de regelgeving met de komst van de Omgevingswet weer helemaal zal wijzigen.
Pagina 12 van 16
Wabo-monitoring 2e helft 2011 |
4
Samenvatting en conclusies Het doel van deze Wabo-monitoring was inzicht te krijgen in de werking van het Wabo-stelsel bij gemeenten en andere betrokkenen. Daarbij is de nadruk is gelegd op digitalisering en afstemming met partners; twee belangrijke aspecten van de Wabo. Ook is onder andere aandacht besteed aan het politiek gevoelige onderwerp lex silencio positivo. Algemeen In het algemeen kan worden gesteld dat gemeenten redelijk tot goed tevreden zijn over het werken met de Wabo. Nog niet alles is echter al volledig uitontwikkeld. Op het gebied van digitalisering zijn er nog de nodige knelpunten en de samenwerking met partners moet zich nog verder ontwikkelen. De Wabo biedt nog geen besparing of vereenvoudiging (zowel voor aanvragers als voor overheden) en wordt met een complex aanvraagformulier via het OLO niet als klantvriendelijk ervaren. Door de complexiteit en de kortere termijnen staat de dienstverlening soms onder druk. Voor minder complexe zaken klinkt de vraag door om meer eenvoudige procedures. Digitalisering Gebleken is dat het merendeel van de aanvragen digitaal wordt ingediend. Bij de bedrijven ligt dit percentage hoger dan bij de burgers. De manier waarop de aanvragen worden behandeld verschilt nog veel tussen gemeenten. Sommige gemeenten hebben vrijwel het hele proces gedigitaliseerd. Een groot deel van de gemeenten behandeld de analoog ingediende aanvragen nog geheel op papier. De overgang naar digitaal werken blijkt niet eenvoudig. Het niet goed functioneren van het OLO in combinatie met knelpunten in ICTsystemen bij gemeenten zorgt nog steeds voor problemen en frustraties. Ook de manier waarop adviseurs met digitalisering omgaan, verschilt nogal. De inrichting van het OLO blijkt voor aanvrager niet altijd even duidelijk. (onder andere lastige vragenlijsten, onduidelijkheden over vergunningvrij bouwen). Slechts 16% van de gemeenten beschikt ook digitaal. Over dit onderwerp bestaat nog veel onbekendheid bij gemeenten. Samenwerking De samenwerking tussen partners moet nog goed vormgegeven worden. Het blijkt met name dat de partijen moeten wennen aan de nieuwe manier van werken en de kritieke termijnen. Een mogelijk risico hiervan is dat adviezen niet tijdig worden gegeven en er van rechtswege vergunningen worden verleend. In de praktijk lijkt dit ook inderdaad voorgekomen te zijn. Ook kan het voorkomen dat er te weinig tijd is om goede inhoudelijk adviezen te geven, wat tot potentieel gevaarlijke situaties kan leiden. Termijnen en inhoud De kortere termijnen voor het afgeven van een omgevingsvergunning hebben niet geleidt tot een groot aantal van rechtswege verleende vergunningen. Opvallend is wel dat een relatief groot deel van de van rechtswege verleende vergunningen heeft plaatsgevonden bij een klein gedeelte van de onderzochte gemeenten. Het merendeel van de ingediende aanvragen betreft enkelvoudige aanvragen. Slechts bij zo’n 27% van de aanvragen gaat het om meervoudige aanvragen. Inhoudelijk hebben gemeenten moeite met een aantal aspecten van de Wabo. Zo blijkt de toename van het vergunningvrije bouwen veel tijd en uitleg te kosten en is ook bij gemeenten niet altijd duidelijk wat er nu wel en niet vergunningvrij mag
Pagina 13 van 16
Wabo-monitoring 2e helft 2011 |
worden gebouwd. Bij burgers leidt dit tot verzoeken van burgers om schriftelijke gemeentelijke toestemming bij vergunningvrij bouwen. Ook worstelen gemeenten in dit kader met de relatie met de Wet Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), waarbij gegevens per locatie moeten worden geregistreerd.
Pagina 14 van 16
Wabo-monitoring 2e helft 2011 |
Bijlage 1: Vragenlijst gemeenteronde najaar 2011 Digitalisering 1. Hoeveel aanvragen om een omgevingsvergunning heeft u vanaf inwerkingtreding tot 1 september 2011 ontvangen? 2. Hoeveel omgevingsvergunningen heeft u vanaf inwerkingtreding tot 1 september 2011 verleend? 3. In hoeveel gevallen is (bij benadering) sprake geweest van de reguliere procedure? (peildatum 1 september 2011) 4. In hoeveel gevallen is (bij benadering) sprake geweest van de uitgebreide procedure? (peildatum 1 september 2011) 5. In hoeveel gevallen is (bij benadering) gebruik gemaakt van de mogelijkheid de reguliere procedure met 6 weken te verlengen (art. 3.9 lid 2 en art. 3.12 lid 8 Wabo) 6. In hoeveel gevallen is (bij benadering) gebruik gemaakt van de mogelijkheid de uitgebreide procedure met 6 weken te verlengen (art. 3.9 lid 2 en art. 3.12 lid 8 Wabo) 7. Hoeveel procent van de omgevingsvergunningen is (bij benadering) digitaal ingediend? (peildatum 1 september 2011) 8. Hoeveel procent van de omgevingsvergunningen is (bij benadering) analoog ingediend? (peildatum 1 september 2011) 9. Hoeveel procent van de aanvragen om een omgevingsvergunning door het bedrijfsleven (in de zin van de Wabo) is (bij benadering) digitaal ingediend? (peildatum 1 september 2011) 10. Hoeveel procent van de aanvragen om een omgevingsvergunning door burgers is (bij benadering) digitaal ingediend? (peildatum 1 september 2011) 11. Zet u de analoge vragen via het Omgevingsloket om naar digitale aanvragen? 12. Hoe ontvangt/registreert u de digitaal ingediende aanvragen om een omgevingsvergunning? 13. Als u nog geen gebruik maakt van webservices: Is dat op termijn wel de bedoeling? 14. Indien u de aanvragen digitaal behandelt: Op welke manier behandelt de gemeente de aanvragen digitaal? - gebruikoptie 1: volledige gebruikmaking van het behandeldossier - gebruikoptie 2: combinatie van eigen mid- en backoffice en het - gebruikoptie 3: volledig gebruik van eigen mid- en backoffice en geen gebruik van behandeldossier 15. Als u kiest voor gebruikoptie 2: hoe ervaart u deze manier van documenten delen; in combinatie met de behandelmodule? 16. Als u kiest voor gebruikoptie 3: hoe deelt u nu de digitale documenten met andere overheidsorganisatie/adviseurs? 17. Als u kiest voor gebruikoptie 1 of 2: maakt u gebruik van Autovue in de behandelmodule? 18. Hoe ervaart u het gebruik van Autoview in de behandelmodule? 19. Welke suggestie voor verbetering heeft u voor het gebruik van Autovue? 20. Als behandeling van de vergunningen niet (geheel) met behulp van de behandelmodule plaatsvindt is dat op termijn we de bedoeling? 21. Wordt op aanvragen digitaal beschikt? 22. Stuurt u de beschikking digitaal toe? 23. Hoe archiveert u de afgehandelde aanvragen uit het Omgevingsloket online?
Pagina 15 van 16
Wabo-monitoring 2e helft 2011 |
24. Momenteel worden nieuwe versies van het Omgevingsloket tijdens kantooruren geïnstalleerd. Het ministerie van IenM overweegt deze installaties in de avonduren of in het weekend uit te voeren. Ook dan kunnen aanvragers hier mogelijk hinder van ondervinden. Wat heeft uw voorkeur? Inhoud aanvragen 25. Hoeveel procent van de aanvragen om een omgevingsvergunning betreft (bij benadering) meervoudige aanvragen/bevat meerdere onderdelen/werkzaamheden? (peildatum 1 september 2011) 26. Hoeveel procent van het totaal aantal aanvragen om een omgevingsvergunning gaat (bij benadering) over lokale regelgeving/plaatselijke verordeningen? (peildatum 1 september 2011) 27. Bij de release 2.5 (1 oktober 2011) kunt u als bevoegd gezag zelf kiezen of u invulhulp beschikbaar stelt. Gaat u deze optie van invulhulp aanbieden aan uw aanvragers? 28. Kunt u in een percentage aangeven hoe vaak gebruik wordt gemaakt van de invulhulp? Termijnoverschrijding 29. In hoeveel gevallen is het (bij benadering) voorgekomen dat er vanwege overschrijding van de behandeltermijn een vergunning van rechtswege is verleend? (peildatum 1 september 2011) Samenwerking met andere partners 30. Heeft u een Dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de waterbeheerders? 31. Hoeveel van het totaal aantal aanvragen om een omgevingsvergunning gaat (bij benadering) over Rijksmonumenten? (peildatum 1 september 2011) 32. Bij hoeveel van deze gevallen (aanvragen over Rijksmonument) is (bij benadering) advies gevraagd bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE)? 33. Bij hoeveel van deze gevallen (aanvragen over Rijksmonument) is (bij benadering) advies gevraagd bij de gemeentelijke commissie die adviseert over rijksmonumenten (monumentencommissie)? 34. Hoeveel van het totaal aantal aanvragen om een omgevingsvergunning gaat (bij benadering) over rijksbeschermde stads- en/of dorpsgezichten? (peildatum 1 september 2011) Gemeente als aanvrager 35. Als de gemeente zelf een aanvraag voor een omgevingsvergunning doet, hoe maakt zij zich dan kenbaar bij het loket? Overige opmerkingen 36. Hoe bevalt het werken met de Wabo? (goed, redelijk, matig , slecht) 37. Hebt u nog eventuele opmerkingen over de Wabo?
Pagina 16 van 16