Ouderenbeleidsplan Versie goedgekeurd in college van burgemeester en schepenen op 19 mei 2008 goedgekeurd in OCMW-raad op 12 juni 2008 vastgesteld in de gemeenteraad van 27 juni 2008
1
Inleiding Waarom een ouderenbeleidsplan in Sint-Niklaas? Het decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen is in hoofdzaak gericht op het stimuleren van inspraak van ouderen in het beleid. In dit decreet werd ook een hoofdstuk opgenomen omtrent de beleidsparticipatie van ouderen op lokaal niveau. In dit hoofdstuk kan de volgende zin teruggevonden worden: “Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten verleent de Vlaamse Regering aan lokale besturen jaarlijks subsidies voor het maken en uitvoeren van een lokaal ouderenbeleidsplan met een resultaatsverbintenis, en voor het nemen van initiatieven om de inspraak van ouderen in het beleid te realiseren.” Momenteel zijn er echter nog geen uitvoeringsbesluiten op dit decreet. Het verkrijgen van subsidies voor de opmaak van een dergelijk plan is met andere woorden nog toekomstmuziek. Waarom werd er dan toch voor gekozen om een ouderenbeleidsplan op te maken? •
In de loop 2006 werd in Sint-Niklaas een ouderenbehoefteonderzoek georganiseerd in samenwerking met VUB en provincie Oost-Vlaanderen. 800 senioren, vulden een lijvige enquête in waarin allerlei facetten van hen bevraagd werden. Een team van meer dan 40 vrijwilligers bezocht al deze ouderen aan huis om hen te motiveren deel te nemen aan dit onderzoek. De verwezenlijking van dit onderzoek kostte voor de vrijwilligers, de 800 bevraagde senioren en het stadsbestuur heel wat tijd en moeite. Het leek ons dan ook niet meer dan gepast de verkregen informatie onmiddellijk om te zetten in beleidsvoorstellen. De geldigheidsperiode van onderzoeksgegevens is immers niet onbeperkt.
•
Het begin van een nieuwe legislatuur was een interessant moment om in samenwerking met de doelgroep een beleidsplan op te stellen. Er werd dan ook voor gekozen om een vrij kernachtige tekst met doelstellingen en actiepunten op te stellen, die een leidraad zouden kunnen betekenen voor de uitwerking van het seniorenbeleid in de komende legislatuur.
2.
Concrete uitwerking van het plan
Om het verloop van de opmaak van het plan uit te stippelen werd een stuurgroep opgericht. Daarin zetelden de volgende personen: Schepen van welzijn Voorzitter OCMW Voorzitter, 1e ondervoorzitter en 2e ondervoorzitter van de seniorenadviesraad Welzijnsadviseur stadsbestuur Coördinator ouderenzorg OCMW Hoofd sociale dienst Seniorenconsulent
2
De keuze werd gemaakt om zes thematische werkgroepen op te richten: gezondheid, zorg en dienstverlening (voorzitter Nele De Pagie) huisvesting (voorzitter Hilde Reynvoet) inspraak, informatie en beeldvorming (voorzitter Klaartje Coupé) cultuur, sport, vrijetijdsbesteding en sociale contacten (voorzitter Jan Bral) mobiliteit (voorzitter Helga Collyn) veiligheid (voorzitter Lode Wauters) Het voorzitterschap werd telkens waargenomen door professionelen uit het OCMW, het stadsbestuur of de politie met een deskundigheid voor het thema in kwestie. De • • • • •
samenstelling zag er als volgt uit: senioren-vrijwilligers professionelen schepen van welzijn en OCMW-voorzitter bevoegde schepen voor het thema per meerderheidsfractie van OCMW- en gemeenteraad één afgevaardigde
Elke werkgroep kwam ongeveer drie keer samen. Deze bijeenkomsten vonden plaats in de loop van 2007. De werkgroepen beschikten over een voorbereidende tekst, die een samensmelting was van de relevante gegevens uit: • het behoefteonderzoek (2006) • het witboek (2007) • het ontwerp Lokaal Sociaal Beleidsplan (versie oktober 2006) • het memorandum van de seniorenadviesraad (2006) • eventueel aanvullende documenten Er werd aan de deelnemers gevraagd om via schriftelijke voorbereidingen door te geven wat zij als belangrijkste doelstellingen en actiepunten zouden formuleren. Deze voorbereidingen werden telkens in groep besproken, om tot de tekst te komen. Op woensdag 6 februari verstrekte de seniorenadviesraad een advies over de ontwerptekst met doelstellingen en actiepunten. Op 20 maart, 10 april en 25 april boog een politieke werkgroep zich over de opgestelde doelstellingen en actiepunten. Het beleidsplan werd (wordt) aan het einde van de rit besproken en goedgekeurd in • het college van burgemeester en schepenen van maandag 19 mei 2008 • het BC ouderenbeleid van het OCMW van maandag 2 juni 2008 • de OCMW-raad van 12 juni 2008 • de gemeenteraad van 27 juni 2008
3
3.
Inhoud van het plan
Bij de totstandkoming van het document waren de inspraak en bijdrage van de ouderen zelf essentieel. Zoals hierboven vermeld wordt, werd ervoor gekozen om het beleidsplan te formuleren in vrij concrete doelstellingen en actiepunten. We overdrijven dan ook niet als we stellen dat het beleidsplan een document voor én door senioren is geworden. Uiteraard is het belangrijk om bij de interpretatie van de doelstellingen en actiepunten rekening te houden met het feit dat het plan betrekking heeft op een bijzonder ruime doelgroep. In het decreet van 30 april 2008 rond de participatie van ouderen vinden we in hoofdstuk 1, artikel 2 de onderstaande begripsomschrijving terug. Oudere: persoon die de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt Hieronder vindt u de volgende aantallen 60-plussers, 70-plussers en 80-plussers die Sint-Niklaas telde op 22 mei 2008. Mannen Vrouwen Totaal % op totaal aantal inwoners (70.635) 60+ers 8.134 10.192 18.326 26, 0 % 70+ers 4.206 6.147 10.353 15, 0 % 80+ers 1.341 2.487 3.828 5,0 % Het is niet moeilijk om de conclusie te trekken dat een dergelijk aantal ouderen niet over één kam kan worden geschoren. De groep senioren is immers enorm divers: alleen al qua leeftijd vervat de term ‘ouderen’ verschillende generaties. Daarenboven dient rekening te worden gehouden met de uiteenlopende gegevens qua geslacht, sociale achtergrond, financiële situatie, etniciteit, levensbeschouwing, woonsituatie, zorgbehoeftigheid… . De slotsom van deze bevindingen maakt het vanzelfsprekend dat de noden, behoeften en interesses binnen de doelgroep enorm uiteen kunnen liggen. Bij het uitschrijven én bij de realisatie van dit ouderenbeleidsplan is het dan ook belangrijk dat we te allen tijde rekening houden met de diversiteit binnen de ouderenbevolking. Daarenboven verdient de groep senioren die omwille van financiële, sociale of fysieke redenen kwetsbaar is bijzondere aandacht binnen het lokale ouderenbeleid.
4
Hoofdstuk 1 Inspraak, informatie en beeldvorming 1. Informatie Doelstelling 1 Twee maal per jaar verschijnen een paar pagina ‘s gericht op ouderen in de Stadskroniek. Van deze rubriek wordt een overdruk gemaakt die verspreid wordt onder de senioren. Daarnaast is op Stadstv een paar keer per jaar een rubriek te zien die gaat over het leven van interessante/ boeiende senioren. Actiepunten 1. Dit aantal bladzijden krijgt haar eigen naam. 2. Dit aantal bladzijden krijgt haar eigen logo. 3. In dit aantal bladzijden komen vaste items aan bod. 4. Er wordt een groter lettertype gebruikt op deze bladzijden. 5. Er wordt een eenvoudige taal gebruikt op deze bladzijden. Doelstelling 2 De seniorengids wordt beter verspreid bij de doelgroep van ouderen Actiepunten 1. Op termijn wordt beroep gedaan op vrijwilligers om de seniorengids te verspreiden, nadat een proefproject heeft plaatsgevonden in 2008 met de kalender van de seniorenweek. 2. De seniorengids wordt op verschillende plaatsen waar senioren komen verspreid, ook bij de artsen. Doelstelling 3 Bij de informatieverstrekking aan ouderen wordt meer aandacht besteed aan de mondelinge communicatie Actiepunten 1. Organisaties worden aangemoedigd om opendeurdagen, bezoeken en rondleidingen te organiseren. 2. Op regelmatige basis wordt een infobeurs voor senioren georganiseerd (zie werkgroep cultuur). 3. Het stedelijk vrijwilligerswerk met als doel het verstrekken van informatie wordt verder uitgewerkt. 4. Er wordt een stedelijke infostand uitgewerkt waarin ook informatie die interessant is voor senioren aan bod komt. Deze infostand verschijnt op verschillende locaties: buurtfeesten, wijkfeesten, Waasland Shopping Centrum, de markt…
Doelstelling 4 De telefoonnummers van de seniorenconsulent én van ‘tpunt voor zorgvragen worden beter bekend gemaakt.
5
2. Beeldvorming Doelstelling 5 Er wordt gewerkt aan de positieve beeldvorming waarbij ouderen als wijs en dynamisch worden voorgesteld. De sociale en economische waarde van ouderen en de bijdrage van deze groep aan de algemene ontwikkeling van de maatschappij komt in beeld. Ook het zelfbeschikkingsrecht en het recht op respect van zorgbehoevende ouderen wordt benadrukt. Actiepunten 1. Op de pagina ’s voor senioren in de stadskroniek verschijnt telkens een korte reportage/ interview van een interessante oudere. In dit artikel worden telkens foto ’s opgenomen. 2. Voor de aankondiging van activiteiten voor senioren wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de stadstelevisie. Daarbij wordt telkens een veelzijdig beeld van ouderen gecreëerd. 3. De jaarlijkse organisatie van de seniorenweek wordt bestendigd. Hierbij wordt via een gevarieerde programmatie de nadruk gelegd op de veelzijdigheid van het ouderenpubliek. Doelstelling 6 De betutteling van ouderen wordt ten sterkste vermeden. Actiepunten 1. Wanneer in de pers ernstige inbreuken worden vastgesteld op het vlak van beeldvorming en terminologie, richt de seniorenadviesraad een open brief aan de auteur van de tekst in kwestie. 2. Vanuit de Sint-Niklase seniorenadviesraad wordt gevraagd aan de Vlaamse ouderenraad om expliciet acties te ondernemen tegen betutteling van ouderen. 3. Bij de bekendmaking van het ouderenbeleidsplan in de media, wordt de nadruk gelegd op de positieve beeldvorming van ouderen. Doelstelling 7 Er wordt gewerkt aan de positieve beeldvorming tussen de verschillende generaties: jong/oud Actiepunten Jaarlijks wordt vanuit de seniorenwerking een intergenerationele activiteit georganiseerd waarbij ook de pers wordt uitgenodigd. Activiteiten die een ruim doelpubliek aanspreken (vb. Parkfeesten, Vredesfeesten) worden bij de promotie ook voor/door ouderen aantrekkelijk voorgesteld. Er wordt een brief gericht aan alle scholen in Sint-Niklaas om na te gaan in welke mate zij activiteiten met ouderen organiseren. Op die manier komen bestaande activiteiten in beeld en worden nieuwe activiteiten gepromoot. Doelstelling 8 De diversiteit komt aan bod in de beeldvorming, zowel de diversiteit in het profiel van de ouderen (etniciteit, sociale achtergrond, geslacht, leeftijd) als de diversiteit wat betreft de verschillende levensterreinen (sport, cultuur, familiale relaties, zorg, huisvesting)
6
3. Inspraak Doelstelling 9 De seniorenadviesraad wordt ‘opengesteld’ door ook de vertegenwoordiging van andere groepen ouderen in de raad mogelijk te maken: vb. ouderen actief in buurtwerkingen, allochtone ouderen, individuele ouderen, ouderen in armoedesituaties… Actiepunten 1. De statuten van de seniorenadviesraad worden gewijzigd zodat organisaties die senioren groeperen maar geen klassieke seniorenverenigingen zijn ook kunnen toetreden tot de seniorenadviesraad. 2. Jaarlijks wordt eenmaal een open zitting van de seniorenadviesraad georganiseerd waaraan alle ouderen van de stad kunnen deelnemen. Doelstelling 10 Er wordt gewerkt aan de belangenbehartiging van de doelgroep ouderen in de verschillende stedelijke raden. Actiepunten Oudere leden van de verschillende adviesraden worden gesensibiliseerd om de belangen van de doelgroep senioren te bewaken in de adviesraad waarin ze actief zijn. De actieve deelname van oudere vrouwen aan adviesraden wordt gestimuleerd. Doelstelling 11 De motivering van het beleid bij het niet ingaan op een formeel advies van een inspraakorgaan voor ouderen wordt geformaliseerd Actiepunten 1. Er wordt een samenwerkingsovereenkomst tussen de seniorenadviesraad en stadsbestuur en OCMW opgesteld. 2. Wanneer het beleid niet ingaat op adviezen van de seniorenadviesraad dient een schriftelijke motivering hiertoe gegeven te worden. 3. Het ouderenbeleidsplan wordt samen met de leden van de werkgroepen geëvalueerd na twee jaar (2010) en na vier jaar (2012). Doelstelling 12 De werking van de seniorenadviesraad en van andere inspraakorganen (wijkraden, dorpsraden, …) wordt beter bekendgemaakt. De terugkoppeling van leden van de seniorenadviesraad naar hun vereniging wordt versterkt.
7
Hoofdstuk 2 Veiligheid Doelstelling 1 De zichtbaarheid van de wijkagent wordt vergroot Actiepunten 1. De wijkagenten doen zoveel mogelijk een ronde per fiets of te voet. Enkel voor lange afstanden worden de brommer of wagen gebruikt. 2. In elke wijk wordt een steekkaart verspreid met de naam, foto en contactgegevens (gsmnummer) van de wijkagenten in kwestie. Ook het mailadres van de wijkwerking en het noodnummer van de politie bevinden zich op deze steekkaart. Deze actie wordt op voorhand aangekondigd via Stadskroniek en stadstelevisie. 3. Alle verenigingen/ wijkcomités… worden op de hoogte gesteld van de mogelijkheid dat een wijkagent een bezoek brengt aan een buurtgerichte activiteit. Dit kan in samenwerking met de buurtwerkers gebeuren. De wijkagent maakt daarenboven tijd vrij om sociale contacten te leggen, zowel op collectieve gelegenheden (verenigingsleven of wijkwerking) of door informele contacten met individuele bewoners. 4. Wijkagenten worden gevormd in sociale vaardigheden, het pro-actief opsporen van problemen, sociale kaart en doorverwijzing. 5. Er wordt nagegaan in welke mate een samenwerking tussen postbodes en wijkagenten mogelijk is voor de detectie van (sociale) problemen. Doelstelling 2 De service van de politie wordt bij de doelgroep van senioren bekendgemaakt Actiepunt 1. Er wordt aan de verenigingen en het lokaal dienstencentrum De Wilg aangeboden om een infosessie te geven rond de werking van de politie. Dit wordt ook via de seniorenadviesraad bekendgemaakt. Doelstelling 3 Er worden oplossingen geboden voor de verminderde zelfredzaamheid bij ouderen (mobiliteit, weerbaarheid) Actiepunten 1. Het aanbod van verschillende organisaties en diensten (mobiliteit, vrijetijdsbesteding, zorg, …) wordt beter bekendgemaakt. 2. Er worden cursussen ‘weerbaarheid voor ouderen’ georganiseerd, eventueel in samenwerking met seniorenverenigingen en dienstencentrum. 3. Er wordt een steekkaart verspreid waarop legitimatiekaarten van bepaalde diensten (Eandis, Belgacom, politie) terug te vinden zijn. Er wordt nagegaan of dit met sponsoring van de betrokken organisaties mogelijk is. 4. In de Stadskroniek verschijnt een pagina met allerlei veiligheidstips.
8
Doelstelling 4 De sociale samenhang en controle worden gestimuleerd Actiepunten 1. De meldingsbereidheid en onderlinge verantwoordelijkheidszin bij ouderen worden bevorderd. 2. De buurtwerking houdt in haar werking expliciet rekening met ouderen en wordt beter bekend gemaakt naar de senioren.
9
Hoofdstuk 3 Mobiliteit Doelstelling 1 Een goede staat van de voetpaden en de fietspaden wordt voorzien Actiepunten 1. Voet- en fietspaden die nieuw worden aangelegd worden degelijk voorzien, dit wil zeggen voldoende breed, obstakelvrij en voorzien van voldoende aanduidingen. 2. Voet- en fietspaden worden goed onderhouden. Er wordt tijdig ingegrepen bij begroeiing, losliggende stenen,…. Wanneer straten dienen opgebroken te worden, wordt gegarandeerd dat de weg zo snel mogelijk én op een degelijke manier opnieuw wordt aangelegd. Ook wanneer dit werk door onderaannemers wordt verricht, wordt de kwaliteit van het vernieuwde voetpad bewerkstelligd. De tijd tussen de verrichting van de noodzakelijke activiteit en het dichtmaken van het voetpad wordt beperkt. 3. In de straten die in het centrum als voetgangerszone worden aangeduid, wordt consequent de wettelijke obstakelvrije breedte van voetpaden (1,5 m) gegarandeerd. 4. Er wordt bij werkzaamheden een duidelijke en éénvormige signalisatie voorzien, voornamelijk op plaatsen die verwarring kunnen scheppen. 5. De burgers worden gesensibiliseerd om hun voetpad ijzelvrij te maken én ook aandacht te hebben voor het voetpad van hun oudere buren. Doelstelling 2 Kwaliteitsvol openbaar vervoer in de stad wordt voorzien Actiepunten 1. De toegankelijkheid van de opstapplaatsen wordt bewerkstelligd, zowel bij trein als bij bus. Punten waarover veel meldingen binnenkomen krijgen hierbij voorrang. 2. Er wordt waar mogelijk gezorgd voor propere, overdekte, oordeelkundig ingeplante en comfortabele wachtplaatsen. 3. Waar mogelijk worden nog meer bussen voorzien, voornamelijk in de deelgemeenten en op latere uren. Hierbij wordt er voornamelijk gelet op busvervoer dat de terugkeer van culturele activiteiten ’s avonds mogelijk maakt, vb. schouwburg, bioscoop. Doelstelling 3 De gebruiksvriendelijkheid van de informatie in verband met busroutes en dienstregelingen wordt bevorderd Actiepunten 1. Er wordt contact opgenomen met de Lijn in verband met de vraag om op hun website de gebruiksvriendelijkheid van het gedeelte ‘dienstregelingen en doorkomsttabellen’ te vergroten. 2. Er wordt in de Stadskroniek een artikel opgenomen met een overzichtelijk schema van de dienstlijnen in Sint-Niklaas. Op de seniorenbladzijden in de Stadskroniek worden de meest gebruikte buslijnen (vb. van de markt naar het Shoppingcentrum) ook nog eens uitvoerig uiteengezet.
10
3. Er wordt gepromoot dat in informatiefolders bij culturele activiteiten de buslijn vermeld wordt, net als de parkeermogelijkheid in de omgeving. 4. In elk bushokje wordt een stadsplan uitgehangen met de buslijnen daarop aangeduid. 5. ‘Stadslijnen’ worden in de communicatie van ‘streeklijnen’ gescheiden. 6. Het telefoonnummer waarop routebeschrijvingen kunnen worden verkregen wordt bekendgemaakt. Doelstelling 4 Er is aandacht voor basismobiliteit voor personen met een beperkte mobiliteit, in het bijzonder voor rolwagengebruikers Actiepunten 1. Er blijft aandacht voor obstakels op voetpaden zoals palen, terrasjes… 2. Rustbanken worden oordeelkundig ingeplant in de binnenstad. 3. Een gratis taxidienst van de Lijn voor personen met een handicap wordt ingevoerd. 4. Alle initiatieven rond vervoersmogelijkheden voor personen met een beperkte mobiliteit worden geïnventariseerd en bekendgemaakt. Doelstelling 5 Er is aandacht voor duidelijke wegmarkeringen Actiepunten 1. Op rotondes worden fluolichtjes of witte verf aangebracht voor een betere zichtbaarheid van de randen. 2. In de zones 30 bij scholen worden de vaste borden systematisch vervangen door dynamische borden (enkel bij aanvang en einde school). Doelstelling 6 Er wordt een sensibiliseringsactie gedaan bij de burgers rond hoffelijkheid/ respect/ naleving van verkeersregels/ voorrangsregels fietsers... Doelstelling 7 Er komt meer aandacht voor overdekte fietsenstallingen. Actiepunten 1. Winkels worden gestimuleerd om overdekte fietsenstallingen te voorzien.
11
Hoofdstuk 4 Zorg, gezondheid en dienstverlening Bij de uitwerking van dit hoofdstuk is het belangrijk voor ogen te houden dat op het vlak van zorg, gezondheid en dienstverlening zowel de openbare sector als de social profit aanbodverstrekkers zijn. Binnen het lokaal ouderenbeleid kan dan ook op twee sporen gewerkt worden: enerzijds kunnen doelstellingen geformuleerd worden die betrekking hebben op de eigen werking (stadsbestuur en OCMW). Daarnaast kan een flankerend beleid gevoerd worden ten aanzien van aanbodverstrekkers uit de social profit, onder andere door subsidiëring, sensibilisering en het aanbieden van informatie/ vorming. Doelstelling 1 Garantie van een kwaliteitsvolle en toegankelijke sociale dienstverlening voor ouderen Actiepunten 1. Het garanderen van de voorziene sociale dienstverlening in de deelgemeenten (via een zitdag van de dienst maatschappelijk werk van het OCMW in elke deelgemeente) en het bekendmaken van dit aanbod. 2. Aanmoediging van huisbezoeken door de stedelijke vrijwilligerswerking en het verenigingsleven, waarbij een actief beleid rond de waardering van vrijwilligers wordt gevoerd. 3. Oprichting van één centraal informatiepunt (‘t punt) dat alle info in verband met ouderenzorg in de meest ruime zin centraliseert. De verstrekte info moet volledig, deskundig én objectief zijn en mag zich niet beperken tot het eigen aanbod. Eventuele klachten moeten ook op dit infopunt behandeld kunnen worden. 4. Concrete uitvoering van het zorgstrategisch plan. Deze uitvoering wordt gecommuniceerd naar de doelgroep. 5. Betere bekendmaking van de vaste contactpersoon in de rusthuizen voor de bewoners. Doelstelling 2 Toeleiding van ouderen naar de gepaste vorm van zorg met daarbij zorg op maat Actiepunten 1. Betere bekendmaking van de oppasdiensten van de mutualiteiten en het PWA. 2. Ondersteuning van het OCMW via steunverlening voor ouderen bij wie de zorgkost te hoog wordt. 3. Betere bekendmaking van zorgvoorzieningen en thuiszorgvoorzieningen, zoals thuisverpleging, thuis- en bejaardenzorg, hulpmiddelen, tussenvoorzieningen, financiële tegemoetkomingen, oppasdiensten… en dergelijke meer. Hiertoe wordt onder andere door systematische vorming van thuisverple(e)g(st)ers en bejaardenhelp(st)ers rond de sociale kaart georganiseerd. Daarnaast worden de huisartsen en de apothekers gesensibiliseerd rond het bekendmaken van voorzieningen en financiële voordelen. 4. Betere bekendmaking van de Vlaamse Zorgverzekering.
12
Doelstelling 3 Aandacht voor ouderen in armoedesituaties Actiepunten 1. Bekendmaking van de rechten en financiële voordelen (aanvullende steun, tegemoetkoming hulp aan bejaarden, IGO…), idealiter via één aanspreekpunt: een éénloketfunctie voor al dit soort vragen; het sociaal huis. 2. Sensibilisering van intermediairen rond de detectie en het signaleren van armoede bij ouderen en inlichting over de mogelijkheden van relevante (financiële) diensverlening. Met deze intermediairen bedoelen we huisartsen, thuisverzorgingsdiensten, thuishulp, mutualiteiten, wijkagenten, vrijwilligersorganisaties…. Dit zijn immers dé kanalen waarlangs verdoken armoede aan de oppervlakte kan worden gebracht. 3. Inventariseren van de verschillende problemen van ouderen in armoede en nagaan in welke mate deze ouderen bij de hulpverlening terechtkomen. Op die manier kunnen de bestaande instrumenten van de hulpverlening beter worden aangewend. 4. Acties ondernemen om de scrupules en drempels rond het probleem armoede bij de ouderen te verkleinen. Doelstelling 4 Ondersteuning van de mantelzorg Actiepunten 1. Publicatie in de Stadskroniek van een artikel waarbij de mantelzorgpremie uiteengezet wordt én waarbij gevraagd wordt aan alle mantelzorgers om zich kenbaar te maken. Zo kan informatie beter worden verspreid en kunnen meer mantelzorgers genieten van de bestaande initiatieven. 2. Actualisering van de stedelijke mantelzorgpremie, zowel wat versoepeling van de voorwaarden als wat een uitbreiding van het premiebedrag betreft. 3. Organisatie van initiatieven om de mantelzorgers regelmatig met elkaar kennis te laten maken en ervaringen te laten uitwisselen. Vanuit het beleid wordt jaarlijks een dag van de mantelzorger georganiseerd. Doelstelling 5 Aandacht voor klachtenbehandeling van ouderen met betrekking tot zorg- en dienstverlening Actiepunten 1. Het kenbaar maken van de laagdrempelige en toegankelijke werking van de ombudsvrouw van het stadsbestuur. 2. Mondelinge (infosessies) en schriftelijke (stadskroniek, brochures) informatieverstrekking van de wettelijke procedures rond klachtenbehandeling en rond het klachtenbeleid van alle organisaties in de zorg- en dienstverleningssector. 3. Stimuleren van vorming van professionelen in de sector van zorg- en dienstverlening rond het omgaan met klachten. 4. Sensibilisering van intermediairen (verzorgenden, verpleging, huisartsen, maatschappelijk werkers) rond het richten van klachten.
13
Doelstelling 6 Het stimuleren van inspraak van ouderen met betrekking tot zorg- en dienstverlening Actiepunten 1. Stimuleren van inspraak van ouderen in het beleid via een flexibele werking en samenstelling van de seniorenadviesraad. 2. Stimuleren van inspraak van ouderen via een goed werkende centrumraad van het lokaal dienstencentrum De Wilg. Doelstelling 7 Aandacht voor het thema ouderenmis(be)handeling Actiepunten 1. Informatieverstrekking bij ouderen rond alle facetten van het thema ouderenmis(be)handeling: de uitingsvormen, de signalen, de mogelijke oorzaken, de oplossingen en doorbreking van het taboe hieromtrent. 2. Bekendmaking van het bestaan en de werking van het Meldpunt voor Ouderenmis(be)handeling én van alle organisaties die bij dit thema kunnen betrokken worden (sociale dienst politie, wijkagent, professionele zorgdiensten). 3. Het stimuleren van dokters en intermediairen (verzorgenden aan huis, thuisverpleging, maatschappelijk werkers, wijkagent) om de melding van signalen van ouderenmis(be)handeling op te nemen. 4. Het stimuleren van organisaties die opleiding/ bijscholing voorzien voor verpleegkundigen, paramedici, verzorgenden om het thema ouderenmis(be)handeling op te nemen in hun vormingsprogramma. Doelstelling 8 Aandacht voor de specifieke zorgsituatie van allochtone ouderen Actiepunten 1. Er wordt rekening gehouden met de complexiteit van het begrip allochtone ouderen: het gaat immers over een zeer diverse groep ouderen. Bij het overgrote deel bestaat er een cultuur van zorg in familiaal verband. Dit is echter vandaag aan het verschuiven. 2. Het uitbouwen van een aangepast infobeleid naar allochtone ouderen toe én mantelzorgers (= o.m. tweede en derde generatie) met de focus op thuiszorg en financiële situatie. Om dit te bewerkstelligen kan overleg tussen vertegenwoordigers van de groep allochtone ouderen en de gezondheidszorg worden georganiseerd. 3. De diversiteit van het personeelsbestand in voorzieningen wordt nagestreefd. 4. Binnen de voorzieningen is er zowel aandacht voor als visiebepaling rond andere culturele en religieuze gebruiken van bepaalde gemeenschappen (andere voeding, wasrituelen, bidceremonie). Het feit dat hiervoor aandacht is wordt bekendgemaakt bij de doelgroep. 5. Het voorzien van concrete oplossingen voor de taalproblematiek in de zorg voor allochtone ouderen. Er dient wel rekening gehouden te worden met het feit dat de allochtone ouderen vaak het Nederlands niet machtig zijn en daarenboven volstrekt analfabeet zijn. Er moet ingecalculeerd worden dat deze doelgroep in heel wat gevallen niet meer vatbaar is voor enige vorm van taalonderricht.
14
Doelstelling 9 Aandacht voor valpreventie bij ouderen Actiepunten 1. Aansporen van verenigingen en het Lokaal Dienstencentrum om infosessies te organiseren rond valpreventie. Zo kan ook het toneelstuk ‘Trap niet in de val’ opnieuw worden georganiseerd in het Lokaal Dienstencentrum. 2. Sensibilisering over het personenalarmsysteem en valpreventie, speciaal naar de doelgroep van alleenwonende 80-plussers. 3. Het voorzien van alle huisartsen en apothekers van folders in verband met valpreventie. Doelstelling 9 Aandacht voor psychische gezondheid bij ouderen Doelstelling 10 Aandacht voor bijzondere doelgroepen zoals oudere personen met een handicap en oudere personen met een psychiatrische problematiek
15
Hoofdstuk 5 Cultuur, sport, vrijetijdsbesteding, vorming en sociale contacten Bij het uitwerken van doelstellingen en actiepunten voor dit hoofdstuk is het belangrijk rekening te houden met de diversiteit van de ouderenbevolking. De noden op het vlak van vrijetijdsbesteding en culturele participatie zijn immers bij uitstek uiteenlopend. Het is dan ook noodzakelijk in acht te nemen dat niet alle doelstellingen van toepassing zijn op de hele doelgroep senioren. Wanneer we bijvoorbeeld als doelstelling formuleren dat we de drempel kostprijs willen verlagen, is dit enkel van toepassing op de ouderen die het financieel moeilijker hebben. Het tijdstip van culturele activiteiten is eveneens niet voor alle 60-plussers een drempel: heel wat senioren vinden het bijvoorbeeld geen probleem om ’s avonds een bezoek te brengen aan schouwburg. Het zal dan ook noodzakelijk zijn bij de concrete uitwerking van elke onderstaande actie goed voor ogen te houden op welk segment van de seniorenpopulatie we ons willen richten. Doelstelling 1 De deelname aan verenigingen wordt gestimuleerd Actiepunten 1. Eens per twee jaar wordt een grootschalig infomoment/ seniorenbeurs georganiseerd waar alle ouderen welkom zijn. Hier kunnen de seniorenverenigingen zich voorstellen, net als de andere socio-culturele initiatieven waaraan ouderen deel kunnen nemen (schouwburg, academie, Vrije Ateliers, andere verenigingen, lokaal dienstencentrum). Bij de organisatie van dit evenement wordt een uitnodiging gericht aan alle personen die in dat jaar 60 worden. Doelstelling 2 De seniorenverenigingen worden ondersteund door het stadsbestuur Actiepunten 1. De verschillende afdelingen van seniorenverenigingen worden jaarlijks voorzien van een abonnement voor het recreatiepark De Ster. 2. De mogelijkheid dat seniorenverenigingen inzage krijgen in hun subsidiedossier wordt jaarlijks aangeboden. 3. De subsidiereglementen van welzijn en cultuur worden naast elkaar gelegd en onderling afgestemd. Waar het opportuun is, worden overlappingen en tegenstrijdigheden aangepakt. 4. Seniorenorganisaties worden systematisch op de hoogte gesteld van het socio-cultureel aanbod in de stad. Zo worden de programma ‘s van het cultuurcentrum/ Lokaal Dienstencentrum jaarlijks doorgespeeld aan de verschillende seniorenorganisaties. Die kunnen deze activiteiten dan opnemen in hun eigen jaarprogramma zodat beter ingespeeld kan worden op de mogelijkheden. Aan de seniorenverenigingen wordt daarenboven gevraagd hun programma ter beschikking te stellen van het dienstencentrum. 5. De inventaris van welke lokalen beschikbaar zijn in Sint-Niklaas en tegen welke prijs, wordt verspreid aan alle seniorenverenigingen. 6. De mogelijkheden van groepskortingen worden geïnventariseerd en waar nodig bijgewerkt.
16
Doelstelling 3 Levenslang leren bij ouderen wordt bevorderd Actiepunten 1. Het stadsbestuur inventariseert alle vormingsinitiatieven waarvan ouderen gebruik kunnen maken. Speciale aandacht gaat hierbij naar alles wat te maken heeft met vernieuwde technologie en communicatiesystemen (computer, nieuwe media, gebruik van ingewikkelde elektronische toestellen). 2. De mogelijkheid tot het toekennen van stedelijke premies die vorming bevorderen bij ouderen wordt onderzocht. Hierbij wordt rekening gehouden met de inkomenssituatie van de ouderen. Doelstelling 4 De drempel ‘tijdstip’ voor deelname aan culturele activiteiten wordt verlaagd. Actiepunten 1. Er wordt gewerkt aan een cultureel programma gericht op ouderen, dat uitsluitend ’s namiddags wordt geprogrammeerd. Dit programma wordt uitgebreid en tijdig gecommuniceerd met de doelgroep en haar vertegenwoordigers. 2. Het cultuurcentrum voorziet in de toekomst een aantal schoolvoorstellingen die gericht zijn op grootouders en hun kleinkinderen. Doelstelling 5 De communicatie rond het cultureel aanbod wordt verbeterd Actiepunten 1. De activiteitenkalender van het cultureel centrum wordt standaard overgemaakt aan de seniorenverenigingen en de rusthuizen en serviceflats in Sint-Niklaas. 2. Op elk evenement waar veel ouderen samenkomen wordt aandacht besteed aan de bekendmaking van toekomstige initiatieven die interessant zijn voor senioren. 3. De organisatie van de seniorenweek wordt bestendigd. 4. In de communicatie van culturele activiteiten naar de doelgroep senioren wordt een duidelijke taal en een aangepast lettergrootte gehanteerd. Bovendien wordt de praktische kant van het gebeuren vermeld: bereikbaarheid openbaar vervoer, parkeergelegenheid, toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers.. Alle sociaal-culturele instanties die activiteiten organiseren (stadsbestuur, OCMW, cultureel centrum, musea..) worden gesensibiliseerd om dit aandachtspunt te respecteren. 5. De communicatie voor podiumkunsten wordt in de toekomst op een andere manier aangepakt, namelijk eerder doelgroepgericht dan thematisch. Hierbij wordt de namiddagprogrammatie van de schouwburg bekendgemaakt. 6. Bij de opmaak van de seniorengids wordt een intensievere samenwerking met de culturele sector aangegaan vooral rond het thema vorming, ontspanning en vrije tijd.
17
Doelstelling 6 Binnen het sociaal-cultureel aanbod is er ook aandacht voor ouderen met gezondheids- of mobiliteitsproblemen Actiepunten 1. Er wordt een samenkomst gepland met de animatieverantwoordelijken van alle rusthuizen en instellingen in Sint-Niklaas en de culturele sector. Zo kan besproken worden op welke manier de ouderen uit deze voorzieningen beter kunnen worden bereikt. Doelstelling 7 De drempel ‘kostprijs’ voor deelname aan sociaal-culturele activiteiten wordt verlaagd Actiepunten 1. De kortingen op de inkomprijzen die aan senioren worden toegekend door verschillende organisatoren binnen het stadsbestuur worden geïnventariseerd en gestroomlijnd. Er wordt voor gezorgd dat telkens dezelfde leeftijdsgrens wordt gehanteerd. 2. De kortingen die in Sint-Niklaas voor ouderen op sociaal-cultureel vlak gelden worden gezamenlijk bekendgemaakt bij de doelgroep. 3. Het invoeren van groepstarieven voor senioren wordt onderzocht. 4. De kansenpas en de mogelijkheden vanuit het socio-cultureel participatiefonds worden nog beter bekendgemaakt bij de doelgroep van ouderen. Doelstelling 8 Sport voor ouderen wordt bevorderd Actiepunten 1. Het sportaanbod voor ouderen in Sint-Niklaas wordt geïnventariseerd en ook bekendgemaakt. Ook de fiets- en wandelroutes in Sint-Niklaas worden hierin opgenomen. 2. Het stadsbestuur en het LDC De Wilg van het OCMW organiseren een aanbod aan initiatiecursussen van bepaalde sporten en dansen die interessant zijn voor senioren. Doelstelling 9 Het contact tussen ouderen en bepaalde bevolkingsgroepen (allochtonen; jongeren) wordt bevorderd Actiepunt 1. Jaarlijks wordt vanuit de seniorenwerking een intergenerationele/ multiculturele activiteit georganiseerd. Bestaande activiteiten blijven ondersteund worden.
18
Hoofdstuk 6 Wonen Doelstelling 1 Projecten voor seniorenhuisvesting worden voorzien Actiepunten 1. In de huidige legislatuur komen er 500 sociale woningen bij van de SNHM. 2. In de huidige legislatuur worden 50 bijkomende serviceflats vanuit de openbare sector gepland. 3. Een werkgroep wordt opgericht die bestaat uit vertegenwoordigers van de stad, het OCMW, de SNMH, het intergemeentelijk samenwerkingsverband en de grondregie. • • •
Deze werkgroep heeft onder andere volgende taken: uitwerking van een langetermijnplanning rond wonen voor ouderen en serviceflats. opmaak van een inventaris van strategische plaatsen (in de buurt van diensten, rusthuizen) voor sociale huisvestingsprojecten. opmaak van de beschikbare gronden voor sociale woningen. Hierbij worden ook de gronden van openbare instellingen (OCMW, de kerkfabriek) onderzocht.
4. Bij de realisatie van nieuwe projecten in de sociale huisvesting, wordt telkens aandacht besteed aan de realisatie van woningen op maat van ouderen en de wijze waarop die woningen worden opgevat. Daarenboven worden de principes van levenslang wonen waar mogelijk in de projecten geïmplementeerd. Doelstelling 2 Harmonisering en toewijzingsbeleid huurprijzen Actiepunten 1. De toewijzingscriteria en huurberekeningssystemen van huisvestingsinitiatieven worden zoveel mogelijk op elkaar afgestemd, voor zover dit mogelijk is binnen de verschillende subsidiëringssystemen/wetgevende kaders. Bovendien worden de systemen bekendgemaakt bij de bevolking. 2. Bij de realisatie van nieuwe projecten worden waar mogelijk geen nieuwe toewijzings- of huurberekeningssystemen in het leven geroepen. Doelstelling 3 Ouderen worden gestimuleerd om langer thuis wonen 1. Er wordt een aanpassingspremie uitgewerkt en bekendgemaakt. 2. Senioren worden gesensibiliseerd rond veiligheid in hun woning: inbraakbeveiliging, COvergiftiging en rookmelders. 3. De mogelijkheden voor boodschappen aan huis worden gestimuleerd en bekendgemaakt. PWA en vrijwilligerswerk zijn hierbij mogelijke denkpistes. 4. Het aanbod van thuiszorgdiensten wordt beter bekendgemaakt.
19
5. De financiële tegemoetkomingen in verband met huisvesting worden bekendgemaakt. Er worden inspanningen geleverd om professionele tussenpersonen op de hoogte te stellen van de mogelijkheden (thuiszorgdiensten, verpleegkundigen, artsen…) 6. Ouderen worden beter geïnformeerd over energiegebruik (verwarmingsmogelijkheden, premies, energielevering en besparingstips…) Doelstelling 4 Ondersteuning van ouderen bij een eventuele verhuis Actiepunt 1. In de woonwinkel wordt advies verstrekt over alle stappen die genomen moeten worden bij een verhuis (wie verwittigen, verzekeringen, energielevering, hulp bij het eigenlijke verhuizen?). Hiertoe wordt een eenvoudige checklist opgemaakt. Doelstelling 5 Er wordt een aanspreekpunt voorzien rond huisvestingsproblemen Actiepunt In de woonwinkel die actief wordt begin 2008 wordt alle informatie rond huisvesting zo veel mogelijk gebundeld. De woonwinkel is bijgevolg een aanspreekpunt voor iedereen die een vraag/probleem in verband met zijn/haar woonsituatie heeft.
20