Waarom Verzoening Wayne Matthews 14 September 2013 Verzoendag
Welkom op de Verzoendag van 2013. De titel van de preek vandaag is waarom verzoening. Om de Verzoendag te kunnen begrijpen moeten we eens kijken waarom wij verzoening nodig hebben, waarom wij verzoend moeten worden met God. Verzoening gaat over het wegdoen of het ontdoen van zonden. Voor God met Zijn schepping van het geestenrijk begon, had Hij geestelijke wetten ingesteld, die nodig zijn om Zijn plan, het creëren van Elohim, te bereiken. God heeft ingesteld dat Hij de zonden zou bedekken. En onze zonden kunnen bedekt worden door de dood van Zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus. God had gepland dat om Elohim te kunnen creëren Hij vrede zou opofferen. En God heeft ons, Zijn Kerk, dat begrip gegeven, en dat is Waarheid 56. Ik zal waarheid 56 voorlezen. 56 (6) God heeft zowel goed als kwaad geschapen. Maar om te begrijpen ‘hoe’ moet men begrijpen waarom God mensen en engelen geschapen heeft; met een eigen vrije wilsbeschikking, geheel onafhankelijk van Hem. Gods manier van leven is de enige ware manier van leven, da de enige ware vrede voortbrengt in relaties. Door deze manier (de weg van vrede) te openbaren (laten zien, onderwijzen) werd automatische het kwade geschapen. Dit is gebeurd ‘in’ diegenen die geschapen werden en ervoor kozen op een andere manier te leven, dan de weg van vrede, die door God onthuld werd. Als een wezen in Gods schepping niet voor de weg van vrede kiest, die Hij laat zien (geeft) dan is ‘het kwade’ geschapen. Je kan het ook anders zeggen: ‘het kwaad’ of ‘zonden’ ontstaan door tegen God in te gaan. Hij God, heeft ervoor gekozen om vrede op te offeren, wezens hebben de vrije wil gekregen. Gods plan om Elohim te creëren hield in dat Hij vrede op zou offeren. God heeft wetten ingesteld, die openbaren wat zonden zijn. Hij heeft de vrede opgeofferd en de optie of de gelegenheid gegeven dat andere wezens anders kunnen denken. Toen heeft God wetten ingesteld, zodat er een straf zou zijn, als men ervoor koos om tegen God in te gaan. God heeft wetten ingesteld die openbaren wat zonden zijn. Deze wetten laten ons zien hoe wij moeten leven. Ze laten ons ook zien wat tegen God ingaan betekent. Deze wetten laten ons zien hoe wij niet moeten denken of wat wij niet moeten doen, als zij zoals God willen zijn, als zij willen denken zoals God: liefde. Dit maakt duidelijk waar de wet over gaat. De wet gaat over openbaren wat zonden zijn of wat tegen God ingaan inhoudt. Als iemand niet doet of denkt wat hem of haar geïnstrueerd is, keren zij zichzelf tegen God. Dan rebelleert men. God heeft deze wetten ingesteld. God heeft ingesteld wat zonden zijn. Als je 1 Johannes 3 wilt opslaan. Wij kennen deze verzen goed. Dit zijn de wetten die God ingesteld heeft, met een bepaalde bedoeling. 1 Johannes 3: 4 Een ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid. God openbaart wat zonden zijn. Zonden is de overtreding of het overtreden van Zijn wetten. Zonde is wetteloosheid. Als we deze woorden eens wat nader bekijken: een ieder (of: wie) wat impliceert ‘alles’ of ‘alle dingen’ die de zonde doet verricht of pleegt.. zonde is ‘een strafbaar feit, het doel missen of dwalen’ of ‘wetteloosheid’ of ‘ongerechtigheid.’ God is rechtvaardig, jij wordt onrechtvaardig of zondig, als je zondigt. Zonde is het overtreden van de wet, het breken van de wet, die God ingesteld heeft. God heeft gezegd dat het woord ‘zonde’ inhoudt dat elke keer wij met onze gedachten ingaan tegen God of tegen Gods manier van leven ingaan, als wij anders denken, wij zondigen, wij Zijn wet overtreden, breken. Wij weten dat God geestelijke wetten gemaakt heeft en dat als welk wezen dan ook deze geestelijke wetten overtreedt, zij de plank misslaan, zij een fout maken, dat zij deze wetten Waarom Verzoening
1
overtreden, dat zij zondigen of zondigen tegen God. En dan scheppen zij het kwade in zichzelf, zij zijn overtreders van de wet geworden en zij zetten zichzelf tegenover God. Een ander geestelijk principe kunnen we vinden in Romeinen 6, ook een zeer bekend vers voor de mensen in Gods Kerk. Romeinen 6: 23 want het loon der zonde is de dood dat is het gevolg of het resultaat. Het gevolg van zondigen, van wetteloosheid is de dood. De doodstraf moet bestaan. Dit is een wet van God: iemand die zondigt verdient de doodstraf. God heeft het zo ingesteld. En dit vers gaat verder: maar de genadegift van God dit is iets dat God vrijelijk geeft is eeuwig leven in Jezus Christus, onze Here. Wij weten dat God ons kennis gegeven heeft wat zonden zijn: het breken van de wet. En wij weten wat wij verdienen als wij de wet overtreden. Wat wij dan verdienen is de dood. En de dood betekent nooit meer leven. De reden dat God deze geestelijke wetten en geestelijke straffen ingesteld heeft is omdat Hij wist wat enkele van de door Hem geschapen geestelijke wezens in de toekomst zouden doen: zij zouden rebelleren tegen Zijn manier van denken, door hun keuzes. God wist dat een aantal van hen zou rebelleren. Hij zou hen namelijk de vrije keuze geven, zoals wij in de 56 ste Waarheid gelezen hebben. Eens een geestelijk wezen gekozen heeft tegen hun Schepper in te gaan (in hun geest, in hun denken) staat dat vast (en kan dat niet meer veranderen) en rebelleren zij. Dan zondigen zij. Dit kan niet meer veranderen, zij kunnen zich niet bekeren. Gebaseerd op de geestelijke wetten heeft God ingesteld, voor de geestelijke schepping, dat zij de doodstraf verdienen. God heeft ook ingesteld dat de mens ook een vrije keuze heeft. Dat de mens een geest, gedachten hebben die egoïstisch zijn, die zondig zijn. De schepping van de mens had een geestelijk doel. En dat doel was dat de mens, eens geroepen door God, er zelf voor zou kiezen tegen zijn of haar egoïstische denken te vechten en dan mettertijd als geestelijk wezen Elohim in zal gaan. En natuurlijk, Elohim ingaan als geestelijk wezen is een geschenk van God. De mens kan dat niet verdienen door zijn menselijke gehoorzaamheid. Je moet geroepen zijn, zodat God Zijn geest in de geest kan plaatsen, zodat Hij de gedachten kan veranderen. Het is geestelijk, niet fysiek. God heeft ook vastgelegd voor de schepping dat de enige manier waarop zonden bedekt konden worden, vergeven konden worden, door een offer zou zijn, door het spillen van bloed. Dat heeft God ook vastgelegd. Hij heeft dus wetten ingesteld maar Hij heeft ook een manier ingesteld waarop de zonden bedekt, vergeven kunnen worden en dat is door een offer, door het spillen van bloed. Zonden zijn geestelijk en alle mensen zouden/zullen zondigen en God heeft een manier gegeven waardoor de zonden bedekt, vergeven kunnen worden. En dat is door het offer van Zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus. Hij was rechtvaardig, Hij had nooit gezondigd en moest de straf voor de zonden betalen. Hij moest sterven en Zijn bloed zou op de aarde vallen, voor de gehele mensheid. Christus zei bij het Pascha in 31 na Chr, in Mattheus 26: 27 hier wordt gesproken over het Pascha en Christus verandert het Pascha. En Hij nam de beker,sprak de dankzegging uit en gaf hun die en zeide: drinkt allen daarit. 28 Want dit is Mijn bloed van het nieuwe verbond een nieuwe overeenkomst dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. Voor de vergeving, de bevrijding van zonden. Want zonden, het loon der zonden is de dood. Er moet een straf betaald worden. Christus zegt: ‘Ik ga Mijn bloed laten vloeien voor de vergeving van zonden. Voor de vergeving van zonden voor de gehele mensheid.’ Hij zou de straf betalen. De enige manier waardoor zonden vergeven kunnen worden is het offer van Jezus Christus aanvaarden. De hele mensheid zal dat moeten gaan begrijpen. Geestelijke bekering gaat over je hele leven zonden overwinnen. En dat is een proces dat iedereen zal moeten doorlopen. In het begin, toen God de mens maakte, legde God vast dat de mens zou moeten begrijpen en leren dat er een offer nodig zou zijn, dat het bloed vergoten moest worden omdat de mens zondigt. En daarom werden er in het Oude Testament offers gemaakt. In het Oude Testament eiste God dat er dieren geofferd werden, offers voor de zonden, maar deze offers vergaven de zonden niet. Dit offeren van dieren was niet voor verlossing of redding, maar waren een herinnering aan de zonden, aan wat zonden veroorzaken. Zonden betekenen de dood. En daarom moesten de Israëlieten in het Oude Testament dieren offeren. Er moest bloed vergoten worden. Dit offeren van dieren wijst naar het ultieme offer voor de zonden: de dood en het vergieten van het bloed van Jezus Christus. 2
Zij waren zich daar niet bewust van. Zij begrepen het ritueel van het offeren van dieren niet helemaal, maar zij begonnen wel te begrijpen dat als men zondigde dat er een boete betaald moet worden. De zonden moesten bedekt worden door het vergieten van het bloed, door de dood van een dier. Wij weten dat dit op een toekomstig offer ging, het ultieme offer van God: Jezus Christus als ons Pascha. Hebreeën 10: 3 Verzoendag gaat over zonden. En des te meer wij begrijpen over zonden en wat zonden veroorzaken, des te beter begrip en waardering wij zullen hebben voor de Verzoendag. Verzoendag is een prachtige dag, een Feestdag. Een feest, omdat de zonden bedekt worden. En als wij dat begrijpen, dan kunnen wij ons zeer verheugen in de Verzoendag, zelfs al vasten wij. Hebreeën 10: 3 Doch door die offeranden het gaat over de offers in de tempel werden ieder jaar de zonden in gedachtenis gebracht; daarom werd dit gedaan, het was ter herinnering aan de zonden, aan dat zondigen een straf inhouden: de dood. En daarom moet er bloed vloeien. Vers 4 Want het is onmogelijk, dat het bloed van stieren of bokken zonden zou wegnemen. Met andere woorden, het bloed van stieren of bokken kan de straf voor zonden niet wegnemen. De wet is namelijk geestelijk en dit was een fysiek ritueel. Zonder het vloeien van bloed konden/kunnen zonden niet vergeven worden: dit is een wet van God. Romeinen 4: 7 Dit zijn een aantal geestelijke principes, geestelijke feiten, zodat wij meer kunnen begrijpen over de Verzoendag. Zalig zij, wier ongerechtigheden zonden, overtreding van de wet vergeven hoe gezegend zijn wij als wij vergeven worden. Wij verdienen namelijk de doodstraf, door hoe wij denken, door onze keuzes ... vergeven en wier zonden bedekt zijn. Vers 8 Zalig de man, wiens zonde de Here geenszins zal toerekenen. Met andere woorden, wij hoeven de staf voor de zonden niet te betalen, zij kunnen vergeven worden: door het Pascha en een constant, voortdurend proces van berouw. De straf voor onze zonde is dood. En Jezus Christus heeft voor onze zonden betaald. Dit is een belangrijk feit om te begrijpen. Als wij Zijn dood, de dood van Jezus Christus, accepteren en gedoopt worden voor de vergeving van onze voorgaande zonden... Als wij gedoopt worden zijn al onze voorgaande zonden tot op dat moment vergeven. Is dat niet ongelofelijk? De zonden worden weggespoeld. Zij zijn bedekt. We komen op, uit het watergraf, en wandelen in een nieuwe manier van denken. En dan kunnen al onze toekomstige zonden vergeven worden. Zij kunnen en zullen vergeven worden als wij bereid zijn ons te bekeren. Dat is het hele proces van bekering. Het gaat over de zonden bedekken en de zonden achterwege te laten. Al onze voorgaande zonden worden bij de doop vergeven. En al onze toekomstige zonden kunnen en zullen vergeven worden omdat wij een voortdurend proces van bekering doorlopen. Als wij ons bekeren is de dood van Jezus Christus.. dan is er betaald voor onze zonden. En zolang wij ons bekeren zal God ons blijven vergeven. Hij zal het offer van Jezus Christus in ons leven toepassen, dat onze zonden bedekt. Titus 2: 11 Want de genade Gods is verschenen aan alle mensen God wil zijn plan bereiken. En dat plan is een Familie maken, Elohim. Wij zijn geschapen met zonden, zonden in onze gedachten door onze keuzes en daardoor is Hij de Enige die redding brengt. Wij worden van onszelf gered. Vers 12 En onderwijst ons, dat wij, de goddeloosheid en de wereldse begeerlijkheden verzakende, egoïsme verzakende matig en rechtvaardig, en godzalig leven zouden in deze tegenwoordige wereld; 13 verwachtende de zalige hoop en verschijning van de grote God en onze Heiland Jezus Christus; 14 Die Zichzelf voor ons gegeven heeft dat is het Pascha opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid, en Zichzelven een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken. Het doel van het bedekken van zonden, van vergeven te worden, is om ons terug in die eenheid met God te brengen, om ons te verzoenen met God. Met dat in het achterhoofd kunnen wij meer begrijpen over wat God door Zijn geest, de kracht van Zijn geest, openbaart, het vieren van de jaarlijkse Verzoendag is namelijk geestelijk. Als je terug wilt gaan naar het boek Leviticus, daar zullen we kijken naar de Verzoendag. Dit is de 5de jaarlijkse Feestdag. Het is een Feestdag. In Leviticus 23 zullen we lezen dat wij de Verzoendag Waarom Verzoening
3
moeten vieren. Leviticus 23: 26 En de Here sprak tot Mozes: 27 Maar op de tiende van die zevende maand is de Verzoendag; dat woord ‘verzoening’ betekent ook ‘zuivering, verzoening, vergeving.’ Een heilige samenkomst zult gij hebben een opgedragen samenkomst en gij zult uw zielen/uw leven door een totale vasten, door niet te eten en te drinken verootmoedigen vernederen en de Here een vuuroffer brengen. Wij zijn bereid ons leven op te offeren, om tegen ons eigen egoïsme te vechten. Wij offeren onszelf op voor God. Wij vasten, wij vernederen onszelf op deze dag. Omdat wij begrijpen dat wij een zondige natuur hebben, zondige gedachten. Wij, van nature, verheffen onszelf, zetten onszelf op een voetstuk. Wij willen onszelf verheffen ten opzichte van God. Van nature zondigen zij, door de keuzes die wij maken. Dit is een dag waarop wij onszelf vernederen voor God door te vasten. En wij doen dit, omdat wij willen dat God onze zonden vergeeft. Wij willen onszelf vernederen zodat God ons meer van onszelf laat zien, zodat wij vandaag en gedurende de rest van ons leven, naar God kunnen gaan en om vergeving kunnen vragen. Dat is het continue of voortdurende proces van verzoening met God. Vers 28 Op die dag zult gij generlei arbeid verrichten, je werk, je baan, je beroep, en dat houdt ook in niet aan je werk denken want het is de Verzoendag, om over u verzoening te doen voor het aangezicht van de Here, uw God. En die verzoening houdt in dat wij één met God willen zijn. Wij willen eenheid van geest met God. En voor .. God betekent de in de aanwezigheid van God. Als wij bidden komen wij voor God, in onze geest, in onze gedachten. 29 want ieder die zich op die dag niet zal verootmoedigen, die niet vast zal uitgeroeid worden uit zijn volksgenoten. Wij weten dat dit hier over fysiek Israël gaat, maar wij weten ook dat het geestelijk ook voor ons, vandaag, geldt. Iemand die niet vast, gezondheidsredenen uitgezonderd,.. er zijn namelijk redenen waarom wij op deze dag niet zouden vasten: gezondheidsredenen, mensen die medicatie moeten slikken of andere gezondheidsredenen heeft om niet te vasten. Wij moeten niet vasten als dit een negatieve invloed heeft op ons leven. Dan moet je niet vasten. En dat is in voorgaande preken besproken. Maar iemand die niet vast (en het wel zou moeten doen) is geestelijk afgesneden van een relatie met God. En daarom vasten wij vandaag, op deze Verzoendag. Het is namelijk een geestelijke zaak. Het gaat niet om het fysieke, het niet eten en niet drinken. Het is geestelijk. Wij willen een relatie met God. Wij willen dat Zijn geest in ons leven blijft en dat kan als wij ons constant bekeren, als wij bereid zijn ons te bekeren. En dan zegt God dat Hij belooft en garandeert dat Hij in ons blijft wonen, door de kracht van Zijn geest. Als iemand op deze dag willens en wetens niet wil vasten, dan weigert men te vasten. Dit betekent dat die persoon weigert zichzelf te onderwerpen, weigert zichzelf te vernederen en God niet in hem of haar laat wonen. De wereld begrijpt de Verzoendag niet. De wereld begrijpt zonden niet. Wij wel. En wij begrijpen waar zonden vandaan komen, wat zonden doen en wat zij veroorzaken. En als wij het prachtige aan de Verzoendag begrijpen, dan begrijpen wij dat we moeten vasten, dat wij onszelf nederig moeten opstellen omdat wij zondigen en verzoening met God willen. Door niet te vasten bewijzen wij dat wij onze eigen zonden niet begrijpen. Wij begrijpen onze wetteloosheid niet, wij begrijpen de pracht van Gods reddingsplan niet, en hoe God een offer voor onze zonden heeft verstrekt. Wij moeten onszelf vernederen om een relatie met God te kunnen hebben. Als wij onszelf niet onderwerpen, dan is er trots in ons leven en dan kan God niet in ons wonen. Kunnen wij niet verzoend worden. Kunnen wij niet terug een relatie met God hebben. Als we niet vasten, zijn we niet één met God, en zijn wij tegen God. En daarom zijn wij afgesneden van de stroom van Gods geest. Vasten is nederig zijn voor God. En daarom vasten wij op deze Verzoendag. Vers 30 Ieder die enige arbeid verricht op die dag, zal Ik verdelgen uit het midden van zijn volk. En wat God zegt is dat het geen dag is waarop je werkt of je eigen dingen doet. Als wij op deze dag werken dan maakt dat duidelijk dat wij een rebelse geest of houding hebben. Wij gaan tegen God in. Zondigen wij. Als wij op deze dag werken laten wij door onze daden zien dat wij iets anders belangrijker vinden dan God, dan Gods geboden en zetten wij iets anders op de 1 ste plaats. Door onze keuze zeggen wij eigenlijk dat wij liever een relatie hebben met deze wereld (en een relatie met deze wereld is zonde), dat wij ons eigen egoïsme liever hebben, onze eigen zonden. Wij laten aan God zien dat wij gekozen hebben om onszelf niet aan Hem en Zijn wegen te onderwerpen. Wij zouden nederig moeten zijn in geest en houding. Wij zouden geen rebelse houding en ingesteldheid mogen hebben. 4
En als wij niet vasten en werken op deze dag.. en zelfs al vasten wij terwijl wij werken.. dan is dat nog altijd een rebelse houding. Werken op deze dag is een zonde, een overtreding van Gods wet. God heeft opgedragen wat wij moeten doen op deze Verzoendag. Hij zegt dat wij onze ziel moeten verootmoedigen en niet mogen werken. Wij moeten voor Hem komen op deze Verzoendag. Wel, als we dat niet doen, zondigen wij. Overtreden wij Gods wet en dat betekent dat wij Gods wet, die Hij ons in de Bijbel gegeven heeft, breken of overtreden. Vers 31 Generlei arbeid geen voorbereiding, geen werk zult gij verrichten: het is een altoosdurende inzetting voor uw geslachten, in al uw woonplaatsen. Vers 32 Het zal u een volkomen Sabbat zijn het is een jaarlijkse Sabbat, een Feestdag en gij zult uw zielen verootmoedigen. Jouw leven verootmoedigen Op de negende van de maand, des avonds, van avond tot avond, van zonsondergang tot zonsondergang de volgende dag zult gij uw Sabbat vieren. Wij vieren deze Feestdag door te rusten, door te stoppen met werken. Het belangrijkste op deze dag is verzoend worden, de zonden bedekt, zonden uit ons leven bannen. De Verzoendag is een prachtige dag, als wij de betekenis van deze dag begrijpen: Gods offer voor ons. Wij kunnen verzoend worden met God, zodat wij mettertijd Elohim in kunnen gaan. Het belangrijkste punt van vandaag is: verzoend worden, om verzoening te begrijpen. Wij begrijpen dat God niet daar kan zijn waar zonden zijn. Zonden snijden ons af van God. Als zonden ons aangerekend worden (terwijl wij zondigen) kunnen wij geen relatie hebben met God. Dan kan God niet in ons wonen, zonden moeten vergeven worden, moeten bedekt worden. En dat is waar de Verzoendag over gaat. Onze zonden moeten vergeven worden en wij moeten weer verzoend worden met God, om een relatie met Hem te kunnen hebben. Het woord ‘verzoening’ betekent ‘veranderen, wisselen, diegenen die in strijd zijn met elkaar weer verzoenen, gunstig gezind zijn, verzoend worden met elkaar.’ De reden waarom de mens verzoend moet worden is omdat de mens de menselijke natuur heeft, de mens heeft geen eenheid met God. Hij is geschapen met een zondige natuur, de zonde van het egoïsme dat wij in ons hebben en dat egoïsme is in strijd met God. Zo zijn wij geschapen en daarom moeten wij verzoend worden, omdat wij zondigen. Daarom zegt God: ‘als jij met Mij verzoend wordt moeten de zonden bedekt/vergeven zijn.’ Is dit niet een prachtige dag?! Er kan geen relatie tussen twee mensen zijn als zij het niet met elkaar eens zijn. Er staat in de Bijbel: zullen twee te zamen wandelen, zonder dat zij het eens geworden zijn? (Amos 3: 3) Als wij zondigen bedoelen wij daarmee eigenlijk dat wij het niet eens zijn met God. Wij gaan tegen God in. Wij verzetten ons tegen God. Onbekeerde zonden zullen niet vergeven worden. En dat is ongelofelijk, als je dat geestelijk begrijpt. En alhoewel wij de Verzoendag hebben en de Verzoendag ons laat zien hoe zonden bedekt/vergeven kunnen worden, hoe wij zonden uit ons leven kunnen bannen door het continue proces van bekering, zullen zonden waar wij ons niet van bekeren niet vergeven worden, niet bedekt worden! Iemand die zich niet wil bekeren kan niet met God verzoend worden. Er zijn mensen die wat wij ‘de onvergeeflijke zonde’ gepleegd hebben. En de reden waarvoor die zonde ‘onvergeeflijk’ is, is dat zij weigeren zich te bekeren. Zij weigeren zich te bekeren van die zonde en door deze weigering heeft men de onvergeeflijke zonde gepleegd. En de onvergeeflijke zonde kan niet bedekt/vergeven worden. Jesaja 22: 12 En de Here, de Here der heerscharen, riep te dien dage tot geween en tot rouwklacht, tot kaalscheren en tot omgording met een rouwgewaad. Dit is nodig voor nederigheid en bekering. Dat zegt Hij hier, dat is wat er verwacht werd. Vers 13 Maar zie, daar is vrolijkheid en vreugde, een doden van runderen en een slachten van schapen, een eten van vlees en een drinken van wijn: laten wij eten en drinken, want morgen sterven wij. Dit is een houding van niet bekeren. God verwacht van ons een gebroken geest, iemand die zichzelf vernedert, berouw heeft en zich wil bekeren. Dit hier in vers 13 is een houding van niet bekeren. Gewoon het leven leven, blij zijn en geen bekering. Laten wij eten en drinken, want morgen sterven wij. Een houding van niet bekeren, aangedreven door trots! En dit wordt een onvergeeflijke zonde genoemd omdat die persoon weigert zich te bekeren. Zich weigert te vernederen voor God.
Waarom Verzoening
5
Vers 14 maar de Here der heerscharen heeft Zich voor mijn Jesaja’s oren geopenbaard: voorwaar, voor deze ongerechtigheid deze zonde zal u geen verzoening geschieden, deze zonde zal niet bedekt worden omdat men zich niet bekeerd heeft. Men wil deze zonde niet achter zich laten. Er is geen verlangen naar het bedekken van deze zonde. Ze zijn blij met wat zij doen. Dat is wat zij willen, dat is waar zij naar verlangen.. totdat gij sterft, de straf voor zonde is de dood. Hier bekeert men zich dus niet van de zonde. En omdat men zich er niet van bekeert zegt God hier aan Jesaja: voorwaar, voor deze ongerechtigheid zal u geen verzoening geschieden, totdat gij sterft, zegt de here, de here der heerscharen. Een onbekeerde zonde is een zonde waarvan men zich niet wil bekeren. En deze zonde kan niet bedekt of vergeven worden, omdat deze persoon weigert zijn of haar denken te veranderen. Wij kunnen alleen verzoend worden als wij verzoend willen worden. Als wij willen dat onze zonden vergeven worden. Wat is de straf voor een zonde waar wij ons niet van bekeren? Wel, wij weten dat dit de eeuwige dood is. En de eeuwige dood laat zien hoe genadig God is. Het is de openbaring van Gods genade. Als iemand voor eeuwig dood is, met andere woorden, nooit meer leven zal krijgen, de 2de dood... dat is een bewijs van Gods grote genade. God laat namelijk iemand die egoïstisch is, die niet blij is, niet leven. Want dat is niet goed voor die persoon en het is ook niet goed voor andere mensen. Want dat brengt geen blijdschap voort, geen vrede. De enige manier waarop wij vrede kunnen hebben is als wij zonden wegdoen. En God heeft geoordeeld dat de enige manier waarop deze zonden, waarvan men zich niet bekeerd, weggedaan kunnen worden is de 2de dood. Die persoon zal geen leven meer hebben. En dat bewijst Gods genade en barmhartigheid voor Zijn Familie, Elohim. Elohim is vrede. Wat verlangt God van ons? Wij hebben gekeken naar de instructies over de Verzoendag, maar wat eist God van ons? Psalm 40: 7 In slachtoffer en spijsoffer hebt Gij geen behagen, Gij hebt mij geopende oren gegeven David zegt hier, hij ziet geestelijk dat God geen dierlijke offers verlangt: brandoffer en zondoffer hebt Gij niet gevraagd. David begrijpt het geestelijk. Psalm 51: 18 Want Gij hebt geen behagen in slachtoffers, Hij eist geen dierlijke offers van ons dat ik die brengen zou; aan brandoffers hebt Gij geen welgevallen. Fysieke rituele kunnen de straf voor zonden niet wegnemen. Dat is wat David hier zegt. God verlangt dit van niemand van wie Hij de geest geopend heeft, die Hij Zijn geest gegeven heeft om het geestelijk te kunnen zien. Vers 19 De offeranden Gods zijn een gebroken geest nederigheid; een gebroken en verbrijzeld hart iemand die bereid is zich te bekeren zult Gij, o God, niet verachten. God verwacht van ons bekering. En de enige manier waarop wij ons kunnen bekeren is als God ons dit geeft. Wij moeten onszelf vernederen voor God. Wij geven toe wie wij zijn, wat wij zijn. Wij geven onze foute keuzes toe, onze fouten, het misslaan van de plan als het over Gods wet gaat. God heeft vastgelegd, bepaald wat zonden zijn. Wij geven Hem toe dat wij zondigen, dat wij in zonden leven. Wij kiezen er voor. Wij kiezen constant voor zonden, omdat wij zwak zijn. Zo zitten wij in elkaar. God verwacht van ons een geest die bereid is zich te onderwerpen aan Gods manier van denken. Leviticus 16. Met dat in het achterhoofd kunnen we begrijpen wat God werkelijk verwacht: het geestelijk opofferen van onszelf. Hij verlangt niet naar het ritueel offeren van dieren. Wat God echt verlangt is geestelijk. Hij eist een gebroken hart van ons, een nederige houding, bekering. Dat is God van ons verlangt. En wij kunnen dat alleen door de kracht van Gods geest. Wij kunnen dit fysiek niet doen, daar zijn wij niet toe in staat. In Leviticus 16 wordt het fysieke ritueel besproken, dat de geestelijke betekenis van deze dag openbaart. Dit gaat over hoe wij verzoend kunnen worden. De Verzoendag! Dit laat zien hoe God Zichzelf met de mensheid verzoend. En dat is het prachtige aan de Verzoendag. Leviticus 16: 1 Na de dood van de beide zonen van Aäron, die gestorven waren, toen zij voor het aangezicht des Heren waren genaderd, sprak de Here tot Mozes zij hadden gezondigd, omdat zij gerebelleerd hadden, zij waren tegen Gods instructies ingegaan.
6
Vers 2 De Here nu zeide tot Mozes: spreek tot uw broeder Aäron, dat hij niet te allen tijde komen in het heiligdom binnen het voorhangsel voor het verzoendeksel dat op de ark ligt, dit was in het laatste derde van de tabernakel, en er hing een gordijn voor. Dit verzoendeksel is de plaats van verzoening. Hier komt genade vandaan, van Gods troon, van God. Het verzoendeksel was een soort gouden plaat, waarop de hogepriester 7 keer bloed sprenkelde. En dat gebeurde op de Verzoendag, dit beeldt de verzoening van Zijn uitverkoren volk met God uit. Er moest bloed vloeien. En dat is het geestelijke deel hiervan. Het was een gouden plaat, bovenop de ark des verbonds. Hierop, als deel daarvan, lagen 2 gouden cherubijnen tegenover elkaar, en de uitgestrekte vleugels komen samen en vormden de troon van God. Verzoening betekent: ‘bedekken, zuiveren, verzoening maken, bedekken.’ Dit gaat hier over het verzoendeksel, waar barmhartigheid gegeven wordt. En dat is wat God deed. Hij is barmhartig voor ons. Hij heeft een manier ingesteld waardoor zonden bedekt kunnen worden. Verdergaand in vers 2 ...opdat hij niet sterve: want in de wolk verschijn Ik boven het verzoendeksel. Hier wordt opgesomd wat er fysiek gedaan moet worden door Aäron, de hogepriester. Wij begrijpen natuurlijk dat Aäron symbolisch onze geestelijke Hoge Priester, Jezus Christus, voorstelt. 3 Hiermede zal Aäron in het heilige gaan: met een stier, een jong rund ten zondoffer, en een ram ten brandoffer. Wij herinneren ons dat God een wet ingesteld heeft: voor het bedekken of vergeven van zonden moet er bloed vloeien. Het bloed werd dus voor het verzoendag gebracht, voor God. Dit beeldt geestelijk het werk uit van onze Hoge Priester, Jezus Christus. 4 Hij Aäron zal de heilige linnen tuniek aandoen, en een linnen broek zal over zijn vlees zijn, en met een linnen gordel zal hij zich gorden, en met een linnen hoed bedekken, dit zijn heilige klederen; wij begrijpen dat linnen symbool staat voor rechtvaardigheid. De hogepriester moest al deze kleren aandoen. .. die hij zal aantrekken, nadat hij zijn lichaam in water gebaad heeft. Hij was symbolisch zijn lichaam, het is zoals de doop, het weg- of afwassen van zonden. En dan een heilige tuniek aantrekken. Rechtvaardigheid. Hij mocht nu het Heilige der heiligen ingaan, hij mocht het deel waar het verzoendeksel was, ingaan. Hij symboliseert Jezus Christus. Hij had geen zonden en hij was rechtvaardig, omdat Jezus Christus rechtvaardig is. Aäron beeldt uit wat Jezus Christus zou doen. Vers 5 En van de vergadering der Israëlieten zal hij twee geitebokken ten zondoffer en één ram ten brandoffer nemen. 6 Dan zal Aäron de stier van zijn eigen zondoffer brengen en verzoening doen voor zich en zijn huis. Symbolisch voor de Kerk. Vers 7 Hij zal ook beide de bokken nemen, en hij zal die stellen voor het aangezicht des heren, aan de deur van de tent der samenkomst. Dit is een afgesproken plaats op een afgesproken tijd. Het werd altijd gedaan op Verzoendag. 8 En Aäron zal de loten werpen dit deed men met stenen. God inspireerde de beslissing. Welke lot bepaalde God. En de reden hiervoor is dat geestelijk de mens niet bepalen wat wat is. De mens kan niet bepalen welke van de twee bokken Christus en welke Satan voorstelt. Symbolisch. De ene bok is Jezus Christus, de andere Satan. Maar de mens kan niet bepalen welke bok wie voorstelt. Omdat de mens allerlei perverse ideeën heeft. Men heeft Jezus Christus afgeschilderd als een langharige man, die vroom loopt. Degene die de schuld heeft aan deze zonde is Satan. Hij is degene die de mensheid misleid heeft, de mens kan niet bepalen wie de ware Christus is. De mens heeft geen idee. De Jezus Christus die de mens afbeeld is een beeld dat door Satan gecreëerd is. Vers 8 En Aäron zal de loten werpen over die twee bokken: een lot voor de Here, en een lot voor de Azazel wat betekent ‘degene die verwijderd zal worden’ een volledige verwijdering. Vers 9 Dan zal Aäron de bok, een ‘type’ van Christus op dewelke het lot voor de Here zal gekomen zijn, toebrengen en zal hem tot zondoffer maken. Christus heeft Zichzelf gewillig opgeofferd voor de zonden van de mensheid, heeft Zichzelf opgeofferd om onze zonden te bedekken. Hij was Gods offer, voor ons. Hij heeft de straf voor de zonden voor ons betaald door Zijn bloed te laten vloeien – de dood – en de straf voor zonde is de dood. Christus heeft voor ons de straf betaald. Vers 10 Maar de bok waarop het lot Azazel gevallen is, degene die verwijderd zal worden zal men levend voor het aangezicht des Heren stellen, om daarmee verzoening te doen, te bedekken, te Waarom Verzoening
7
zuiveren, te verzoenen’ door hem voor Azazel degene die verwijderd wordt de woestijn een onbewoonde plek in te zenden. Dit beeldt uit dat Jezus Christus als Hoge Priester Satan 1.000 jaar van de mensheid zal verwijderen. En dan op een bepaald moment zal Satan voor eeuwig verwijderd worden. Is dat niet een prachtig plaatje? Is het niet prachtig om Gods plan te begrijpen, te begrijpen wat God doet: Zichzelf met de mensheid verzoenen. In Vers 11 gaat het terug naar de dingen die we vanaf vers 6 besproken hebben. Vers 11 Aäron dan zal de stier des zondoffers, die voor hemzelven zal zijn, toebrengen, en voor zichzelven en voor zijn huis verzoening doen, en zal de stier des zondoffers, die voor hemzelven zal zijn, slachten. Het bloed en offer van Christus. Vers 12 Hij zal ook het wierookvat vol vurige kolen nemen van het altaar, van voor het aangezicht des Heren, en zijn handen vol reukwerk van welriekende specerijen, klein gestoten; en hij zal het binnen de voorhang dragen. Wij weten dat dit onze gebeden uitbeeldt. Zo hebben wij nu toegang tot Gods troon. Wij weten dat eens de voorhang gescheurd is en de dood van Jezus Christus vervuld was, Zijn bloed op de aarde gevloeid was, wij vanaf dat moment hebben tot Gods troon. Wij hebben toegang tot Gods troon, waar wij dit welriekende reukwerk (onze gebeden) heen kunnen brengen. Klein gestoten betekent dat wij gedetailleerd met God, voor de troon van God, moeten praten. Wij leggen de situatie uit aan God. Wij komen nederig, berouwvol voor God, en God, in Zijn genade, zal ons vergeven, zolang (en daar zijn voorwaardes voor) .. zolang wij geen slechte gevoelens hebben voor iemand anders. Het verzoendeksel draait om vergeving van zonden. En wij moeten onszelf ‘aanbieden’ zoals Aäron de hogepriester deed. Zijn handen waren vol welriekend reukwerk, dat ‘klein gestoten’ was. Wij moeten voor God komen, in gebed, in geest, in onze gedachten en onze zonden aan God toegeven. Wij komen voor Zijn troon. En de reden waarom dit het verzoendeksel genoemd wordt is omdat daar barmhartigheid vandaan komt. Barmhartigheid komt van God. God is genadig. Hij vergeeft. Vers 13 Dan zal hij het reukwerk op het vuur leggen voor het aangezicht des heren, zodat de wolk van het reukwerk het verzoendeksel, dat op de getuigenis ligt, bedekt, opdat hij niet sterve. Zonder gebed kan je geen geestelijke relatie met God onderhouden. Zonder gebed zullen wij sterven. Gebed bepaalt hoe onze relatie met God is. Hoe vaak we tot God gaan, de houding waarmee wij naar God gaan (dat moet een nederige en berouwvolle houding zijn) maakt duidelijk hoe onze relatie met Hem is. Wij weten dat de enige manier waarop zonden bedekt, vergeven kunnen worden, is dat als wij naar het verzoendeksel gaan, wij moeten naar God gaan, in en door de naam van Jezus Christus. En dan kunnen wij God om vergeving voor onze keuzes, voor hoe wij zijn, hoe wij denken, vragen. Van nature zondigen wij, in onze gedachten. Maar wij kunnen ook kiezen om te zondigen, door hoe wij denken. Vers 14 Dan zal hij een deel van het bloed van de stier nemen en dat met zijn vinger sprenkelen op het verzoendeksel, aan de voorzijde; en voor het verzoendeksel zal hij zevenmaal dat bloed met zijn vinger sprenkelen. En wij weten dat 7 compleet, volledig betekent. Dit sprenkelen van het bloed op het verzoendeksel gaat over een compleet, volledig offer. Het offer van Jezus Christus was voltooid. Vers 15 Dan zal hij de bok van het zondoffer, voor het volk bestemd, slachten en zijn bloed naar binnen, achter het voorhangsel brengen, en met dat bloed doen, zoals hij met het bloed van de stier gedaan heeft: hij zal het op het verzoendeksel en voor het verzoendeksel sprenkelen. Vers 16 Zo zal hij verzoening doen over het heiligdom om de onreinheden der Israëlieten en om hun overtredingen in al hun zonden; en dat, natuurlijk, is het hele punt van het offer van Jezus Christus – Pascha – verzoening voor al onze overtredingen, al onze zonden. Van al diegenen die in de Kerk geroepen worden. Zij kunnen zich bekeren, zij hebben nu de gelegenheid om vergeven te worden. Als wij niet geroepen worden door God de Vader om een relatie met Hem te hebben kunnen onze zonden niet vergeven worden. Want dan weten wij niet hoe wij voor Gods troon moeten komen. Dan nemen wij het offer van Jezus Christus, Pascha, niet aan, omdat wij daartoe niet geroepen zijn. En daarom kunnen wij niet vergeven worden. Wij blijven zondig, totdat wij het offer van Jezus Christus, om onze zonden te bedekken en te vergeven, aannemen. 8
Verdergaand in vers 16 ...aldus zal hij doen met de tent der samenkomst, die bij hen verblijf houdt te midden van hun onreinheden. Wij kunnen vergeving van onze zonden krijgen door ons Pascha. Vers 17 Geen mens zal in de tent der samenkomst zijn en nu gaat het over een plaats waar niemand binnen mocht gaan. Dit is een ‘type’ van Gods troon in de hemel. ... wanneer hij daar binnengaat om in het Heiligdom verzoening te doen, totdat hij naar buiten komt tot Jezus Christus terugkeert als Koning der koningen. Alleen Jezus Christus zou (in de voorbije 2.000 jaar) naar de hemel gaan, naar Gods troon in de hemel. Christus werkt in de Kerk met de uitverkorenen, tot Hij wederkeert naar deze aarde, om de hele overheidsstructuur van de mensheid te veranderen. Het Koninkrijk van God gaat alle menselijke regeringen vervangen. Christus heeft de straf voor Zijn Huis, de Kerk, en de Kerk in de toekomst, betaald, zodat hun zonden door Zijn vergoten bloed vergeven zijn. Zelfs al begrijpt de mensheid de Verzoendag niet, er komt een tijd in het Millennium dat zij onderwezen zullen worden over dit offer, over de vergeving van zonden, dat mogelijk is door de dood van Jezus Christus. En mensen zullen in de Kerk, Zijn Huis, geroepen worden. Christus heeft in de Kerk gewerkt om de 144.000 te formeren, en dat is vervuld. Maar de geestelijke ontwikkeling blijft voortduren, zelfs al zijn zij verzegeld. Die ontwikkeling blijft voortgaan. Gods geest blijft in hun leven werken. En deze 144.000 zullen 1.000 jaar met Christus regeren. Alhoewel zij verzegeld zijn werkt Christus nog altijd in hen, in hun geest. De 144.000 zijn klaar om Elohim in te gaan, zij zijn verzoend! Is dat niet prachtig?! Dit is met hen gebeurd terwijl Satan over deze aarde heerste. God heeft Satan gebruikt om Elohim te kunnen scheppen. Het is een prachtig, prachtig plan als wij het begrijpen. Vers 18 Dan zal hij naar buiten gaan naar het altaar, dat voor het aangezicht des Heren staat, en daarover verzoening doen; hij zal van het bloed van de stier en van het bloed van de bok nemen en dat rondom aan de horens van het altaar strijken. 19 Dan zal hij daarop met zijn vinger zevenmaal van het bloed sprenkelen en het reinigen en heiligen van de onreinheden der Israëlieten Dit verwijst naar de verzoening van de mensheid met Hem. En wij weten dat er al 144.000 zijn die verzoend zijn met God en met Jezus Christus. Zij zullen verandert worden bij de wederkomst van Jezus Christus. Het tweede deel van de verzoening zal plaatsvinden gedurende de 1.000 jarige periode, waarin mensen verzoend zullen worden, gereinigd, geheiligd van hun onreinheden. Zonden zullen vergeven worden. En zij zullen bij de 2 de opstanding opgewekt worden als geestelijk wezen. Er is een opstanding tot fysiek leven, maar ook een opstanding tot geestelijk leven. De opstanding tot geestelijk leven betekent dat het verzoeningsproces voltooid is. En dan is er natuurlijk de 3de opstanding, de laatste opstanding, tot geestelijk leven, de zonden zijn bedekt, vergeven. En dan zullen zij voor eeuwig met God verzoend zijn, zullen zij één met God zijn. Nu hebben zij de geest, de gedachten van God. Wat een ongelofelijk plan dat God voor de mensheid heeft! Wat een ongelofelijke barmhartigheid heeft Hij, Hij heeft een manier waardoor zonden bedekt kunnen worden, waardoor wij verzoend kunnen worden. Vers 20 Wanneer hij Aäron, symbolisch voor Christus de verzoening van het Heiligdom en van de tent der samenkomst en van het altaar voleindigd heeft, dan zal hij de levende bok brengen de Azazel, symbolisch voor Satan. Vers 21 Een Aäron zal zijn beide handen op de kop van de levende bok leggen Aäron, die symbolisch Christus uitbeeldt. Christus legt nu de zonden op de kop van de levende bok, op het hoofd van Satan, voor de zonden die Satan begonnen is.. Hij was de eerste die zondigde en over hem Satan al de ongerechtigheden der Israëlieten en al hun overtredingen in al hun zonden, belijden; hij zal die op de kop van de bok leggen en die door iemand, die daarvoor gereed staat, naar de woestijn laten brengen. En wij weten, door Openbaring 20, dat dit een engel is. Christus plaatst de zonden op Satan. Vergeet niet dat Satan de eerste is die gezondigd heeft. En sindsdien is Waarom Verzoening
9
hij er op uit om de mens te vernietigen, om de mens te laten zondigen. God heeft ons gemaakt met een geest die vijandig is aan Hem. Met andere woorden, egoïstisch. En daarom zondigen wij. Het is onze eigen keuze om te zondigen. Maar Satan is de aanstichter van de zonden. Hij is bezig de mens opzettelijk te laten zondigen. En door zijn daden plaatst God de zonden terug op hem, op degene die als eerste gezondigd heeft. Hij was de eerste die rebelleerde en zondigde. Vers 22 Zo zal de bok al hun ongerechtigheden op zich dragen naar een onvruchtbaar land, en hij zal die bok in de woestijn vrijlaten. Satan zal de verantwoordelijkheid dragen voor zijn rebellie, voor zijn zonden. De Verzoendag beeldt de verwijdering van Satan, bij de wederkomst van Jezus Christus op deze aarde, uit. En dan de totale, eeuwige verwijdering. Vers 23 Daarna zal Aäron naar de tent der samenkomst komen en de linnen klederen uittrekken, die hij aangetrokken had, toen hij het Heiligdom binnenging, en zal ze daar laten liggen. 24 Hij zal zijn lichaam in water baden op een heilige plaats en zijn eigen klederen aantrekken; dan naar buiten gaan en zijn brandoffer en het brandoffer van het volk bereiden en verzoening doen voor zich en voor het volk. Hij moet zich wassen omdat hij met zonden omgegaan is. Hij heeft de bok aangeraakt, hij heeft zijn hand op de bok gelegd. De bok stelt Satan voor en zonden. En omdat hij de zonden aangeraakt heeft, moet hij zich opnieuw wassen. Vers 25 En het vet van het zondoffer zal hij op het altaar in rook doen opgaan. 26 Hij nu, die de bok de Azazel, degene die verwijderd wordt weggebracht heeft, zal zijn klederen wassen, zijn lichaam in het water baden en daarna in de legerplaats komen. Hij heeft de bok aangeraakt, hij heeft de bok weggebracht. Hij heeft deze dus aangeraakt en dus is hij onrein. Wij zijn onrein, omdat wij zondigen. En daar gaat een groot deel van de wet van rein en onrein voedsel over: het gaat over zonden. Als wij rein zijn, zondigen wij niet. Als wij onrein zijn, zondigen wij. En hier hebben we dus iemand die de bok, waarop de zonden gelegd zijn, aangeraakt heeft. Daarom moet hij zich wassen. Vers 27 en de stier, van het zondoffer en de bok van het zondoffer, waarvan het bloed gebracht werd om verzoening te doen in het heiligdom, zal men buiten de legerplaats brengen en hun huid, hun vlees en hun mest met vuur verbranden. Een compleet offer. Vers 28 Wie dat verbrandt, zal zijn klederen wassen, zijn lichaam in het water baden en daarna in de legerplaats komen. Dat is symbolisch: iedereen die in contact komt met zonden moet gereinigd worden. Moet verzoend worden. De zonden moeten vergeven worden. En de zonden moeten weggedaan worden. En dat is wat de Verzoendag inhoudt: zonden verwijderen. God laat ons zien hoe wij dat kunnen doen, bij de doop en daarna. Het is een proces dat blijft voortduren. Vers 29 Dit zal u tot een altoosdurende inzetting zijn: in de zevende maand op de tiende der maand zult gij u verootmoedigen en generlei werk doen, zomin de geboren Israëliet als de vreemdeling, die in uw midden vertoeft. Vers 30 Want op deze dag zal over u verzoening gedaan worden, om u te reinigen; van al uw zonden zult gij gereinigd worden voor het aangezicht des Heren. Op de Verzoendag ligt de nadruk op Christus. Want alleen door Christus kunnen de zonden vergeven worden. Hij is onze Hoge Priester en Hij heeft voor onze zonden betaald. Wij zijn verzoend door Zijn offer. Wij kunnen geestelijk rein zijn, zonden kunnen vergeven worden, gebaseerd op onze persoonlijke bekering. Vers 31 Het zal u een volkomen Sabbat zijn en gij zult u verootmoedigen, het is een altoosdurende inzetting. 32 En de verzoening zal de priester symbolisch voor Christus doen, die men gezalfd heeft en die men gewijd heeft, Christus is aangeduid als Hoge Priester, Hij is gewijd. Hij is apart gezet om als Priester in Zijn Vaders Huis te dienen. God de Vader heeft dit gedaan. om in zijns vaders plaats het priesterambt te bekleden; hij zal de linnen klederen, rechtvaardigheid de heilige klederen, aantrekken. Alle dingen die Christus deed. 33 Zo zal hij het heilige heiligdom verzoenen en de tent der samenkomst, en het altaar zal hij verzoenen; desgelijks voor de priesteren, de 144.000 en voor al het volk der gemeente zal hij verzoening doen. Voor de hele Kerk, vanaf de Paschadag in 31 na Christus tot de wederkomst van Jezus Christus, en verder, tot er geen menselijk leven meer is, tot iedereen verzoend is. En dat is de 10
Kerk, vanaf Pinksteren 31 na Christus, tot de 3 de opstanding tot geestelijk leven. Door Jezus Christus kunnen de zonden bedekt, vergeven worden, als wij voor Gods troon komen. God heeft Jezus Christus opgeofferd in onze plaats. 34 En dit zal u een altoosdurende inzetting zijn, zolang er menselijk leven is. Want dit is de enige manier waarop zonden vergeven kunnen worden ...ten einde verzoening te doen over de Israëlieten om al hun zonden, eenmaal in het jaar Op een jaarlijkse Feestdag. Dit is die dag, waarop wij herdenken wat God voor ons gedaan heeft door Jezus Christus. En hij deed, zoals de Here Mozes bevolen had. Als je Kolossenzen 1: 12 wilt opslaan: en dankt altijd de Vader, die u toebereid heeft en dit betekent eigenlijk ‘het mogelijk gemaakt heeft’ voor het efdeel der heiligen in het licht in de waarheid. 13 Hij God heeft ons verlost uit de macht der duisternis en deze woorden de macht der duisternis betekenen zonden en dood. Dat is de macht der duisternis. De macht der duisternis is zonde. en overgebracht verwijderd, verplaatst in naar het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde, Gods liefde. Vers 14 in wie wij verlossing hebben door Zijn bloed, de vergeving der zonden; 15 Hij Christus is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene dit gaat over Christus der ganse schepping; de eerstgeborene in de Familie van God, de eerste die Elohim ingegaan is. Hij is de eerste van de mensen die Elohim ingegaan is. ...16 want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; het is allemaal begonnen met Jezus Christus. Dat was Gods plan. Gods plan was een Familie te maken, in en door Jezus Christus. Alleen in en door Christus kunnen wij Elohim ingaan. Hij is het fundament van verlossing! Vers 17 En Hij is voor dat woord betekent ‘boven’ alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem Christus. Alle dingen worden samengebracht door Christus. Vers 18 En Hij Christus is het Hoofd van het Lichaam, de Kerk, Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is. Hij is de eerste, Hij is de eerste in de Familie van God, onder God de Vader. Hij zal over alle andere wezens, die Elohim ingaan, staan, en over alle andere geestelijke wezens staan. Vers 19 Want het is de Vaders welbehagen geweest, dat in Hem in Christus al de volheid wonen zou. Hij had de geest van God. Vers 20 en door Hem, verzoend door Christus, om allen te verzoenen met God, God de Vader door het bloed zijns paals, alle dingen weder met Zich te verzoenen, door Hem, hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is. Door de dood van Jezus Christus, die aan een paal gehangen is, door Zijn bloed. Vers 21 En Hij Christus heeft u, die eertijds vervreemd waart, en vijanden door het verstand in de boze werken, door deze daden, door zonden. Wij zijn allemaal afgesneden, vervreemd van God door onze zonden ..nu ook verzoend, door de vergeving der zonden. 22 in het lichaam Zijns vlezes, Christus’ vlees door de dood, om u heilig en onbesmet en onberispelijk voor Zich te stellen. Om ons voor te stellen. Met andere woorden, wij zijn onbesmet, schoongewassen, verzoend met God door het vergoten bloed van Jezus Christus. God had een plan om de zonden van de mens te bedekken, om de mens in eenheid van geest te brengen. Hebreeën 2: 17 Het is een spannend, opwindend plan, als wij begrijpen wat zonden inhouden. Als wij begrijpen dat wij vergeven kunnen worden. En deze dag beeldt uit dat wij ons hele leven lang zonden uit ons leven moeten bannen, zolang wij bereid zijn onszelf te vernederen en ons te bekeren. Dat is wat God van ons vereist. Hij wil dat wij een nederige geest hebben. Hij wil geen dierlijke offers. Hij wil een gebroken en verslagen geest. Hij wil dat iemand zijn of haar zonden toegeeft, voor Zijn troon. Het is opwindend om dit te weten, om dit te begrijpen. De wereld heeft namelijk geen idee waar wij over spreken. En daarom begrijpt men de Verzoendag niet en viert men Waarom Verzoening
11
de Verzoendag niet zoals wij doen. Wij vieren deze dag door te vasten. Wij begrijpen dat wij gezondigd hebben en dat onze zonden bedekt kunnen worden, dat wij verzoend kunnen worden, dat wij terug een relatie met God kunnen hebben door de vergeving der zonden. Hebreeën 2: 17 Daarom moest Hij Christus in alle opzichten aan Zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en getrouw Hogepriester zou worden bij God, om de zonden van het volk te verzoenen. Voor onze zonden! Hebreeën 5: 1 Want alle hogepriester, uit de mensen genomen, wordt gesteld voor de mensen in de zaken, die bij God te doen zijn, de fysieke hogepriester opdat hij offere gaven en slachtofferen voor de zonden; dat was de rol van de hogepriester. De priester deden deze offers. Maar de rol van de hogepriester was om voor het verzoendeksel van God te komen, in dat laatste 1/3de deel van de tabernakel. Dit moest hij jaarlijkse, éénmaal per jaar doen, en dan moest hij het bloed sprenkelen. En wij weten dat dit de vergeving van zonden door God uitbeeldt. Vers 4 En niemand neemt zichzelven de eer aan, maar die van God geroepen wordt, gelijkerwijs als Aäron. Je kan jezelf niet aanduiden. God doet dit. God heeft Jezus Christus aangewezen, Jezus Christus heeft Zichzelf deze rol niet toebedeeld. God heeft dit gedaan. Vers 5 Zo heeft ook Christus Zichzelf niet de eer toegekend hogepriester te worden, maar Hij, God die tot Hem Christus sprak: Mijn Zoon zijt Gij, Ik heb U heden verwekt; Vers 6 Zoals Hij God ook op een andere plaats spreekt: Gij Christus zijt Hoge Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek. 7 Die in de dagen Zijns vleses, gebeden en smekingen tot Dengene, die Hem uit de dood kon verlossen, met sterke roeping en tranen geofferd hebbende, en verhoord zijnde uit de verze. 8 en zo heeft Hij, Christus hoewel Hij de Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden, 9 en toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden, voor ons! Christus is onze Verlosser, als wij bereid zijn God te gehoorzamen!... als wij onszelf op de Verzoendag vernederen, niet werken en voor Gods troon komen en vergeving vragen. Vers 10 en is van God genaamd een Hoge Priester naar de ordening van Melchizedek. De Verzoendag heeft, zoals we gelezen hebben, een fysieke en een geestelijke inhoud. Dit kan alleen geopenbaard worden door Gods geest. Hebreeën 9: 1 Nu had ook wel het eerste verbond bepalingen voor de eredienst... dit waren fysieke rituelen en een heiligdom voor deze wereld er was een fysieke tempel, waarin fysieke rituelen plaatsvonden... 2 want een tabernakel een fysieke tempel was toebereid, namelijk de eerste het eerste deel van de tempel in welken was de kandelaar, en de tafel, en de toonbroden, welke genaamd wordt het heilige; de Heilige Plaats. Dit was het eerste 2/3de deel van de tempel. Het werd ‘de Heilige Plaats’ genoemd. Vers 3 Maar achter het tweede voorhangsel was de tabernakel, genaamd het Heilige der heiligen; het laatste derde van de tempel. Dit is symbolisch voor Gods troon, het verzoendeksel, daar waar God woont. Vers 4 Hebbende een gouden wierookvat, en de ark des verbonds, alom met goud overdekt, in welke was de gouden kruik, daar het Manna in was, en de staf van Aäron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds. De 10 Geboden. 5 en boven over deze ark waren de cherubijnen der heerlijkheid, die het verzoendeksel beschaduwden; we zien hier de 2 cherubijnen, over Gods troon. Zij waren bij God, en bedekken het verzoendeksel. Zij hebben een bepaalde autoriteit. Het engelenrijk heeft ook een bepaalde structuur. Er zijn de cherubijnen.. en wij weten dat er 2 cherubijnen getrouw zijn gebleven en wij weten dat eentje, Satan, gerebelleerd heeft tegen God. ...hierover kunnen wij nu niet in bijzonderheden treden. 6 Deze dingen nu, aldus toebereid zijnde, zo gingen wel de priesters in den eersten tabernakel, de Heilige Plaats te alle tijden, om de diensten te volbrengen. De dagelijkse offers. En wij weten dat de priesters symbolisch zijn voor de 144.000, die zichzelf gedurende hun leven opgeofferd hebben. Zij zullen opgewekt worden bij de wederkomst van Jezus Christus en zullen Gods mensen blijven dienen. 12
Vers 7 maar in het tweede deel het Heilige der Heiligen, het laatste 1/3 de ging alleen de hogeprister, eenmaal des jaars, op Verzoendag niet zonder bloed, hetwelk hij offerde voor zichzelven en voor de zonden door het volk in onwetendheid bedreven. Dit gaat over het bedekken der zonden. Zo kon verzoening plaatsvinden. Hierdoor kon verzoening plaatsvinden. De heilige geest dit beduidde Gods geest in onze geest, zo wordt het geopenbaard, het is namelijk geestelijk. .. dat de weg des heiligdoms nog niet openbaar gemaakt was, zolang de eerste tabernakel nog stand had. Op dit moment was de mensheid geen toegang aangeboden tot Gods troon, zij had nog geen directe toegang tot Gods troon, tot vergeving der zonden. De mens kon geen geestelijke relatie hebben met God omdat de zonden nog niet bedekt, vergeven waren. En terwijl de zonden niet vergeven waren kon hij geen relatie hebben met God. God kan namelijk niet in zonden wonen. En daarom kon God niet in de mens wonen. Maar wij weten dat God met slechts een paar mensen gewerkt heeft, hun zonden vergeven heeft ,omdat Hij wist wat hij door Jezus Christus zou doen. Dit heeft Hij in hun leven gedaan. Vers 9 Dit was een zinnebeeld een ‘type’ voor de tegenwoordige tijd, in zoverre gaven en offers gebracht werden, die niet bij machte waren hem, die dient, voor zijn besef te volmaken/zonder zonden. Deze persoon, de hogepriester, vervulde dit, maar dit maakte hem niet volmaakt. ... voor zijn besef te volmaken met andere woorden: zonden konden niet vergeven worden. Dit was een ritueel dat iets uitbeeldde.. 10 daar zij met hun spijzen en dranken en onderscheiden wassingen slechts bepalingen voor het vlees zijn, opgelegd tot de tijd van het herstel. Tot het veranderd werd door Jezus Christus. 11 Maar Christus, de Hoge Priester der toekomende goederen, gekomen zijnde, is door de meerderen en volmaakten tabernakel, niet met handen gemaakt, het was een geestelijke Tempel. Wij, de Kerk, het Lichaam van Christus, zijn die Tempel. ...dat is niet van dit maaksel het is niet fysiek, het is geestelijk! Wat plaatsvindt in onze geest, onze gedachten, is geestelijk. Vers 12 Noch door het bloed der bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed, eenmaal ingegaan in het Heiligdom, Gods troon, het Koninkrijk van God eenmaal Het is gebeurd. Jezus Christus is bij de troon van God en Hij heeft sindsdien eraan gewerkt om ons te verzoenen met God een eeuwige verlossing teweeggebracht hebbende. Door de opstanding door God tot eeuwig leven. Hij is Elohim ingegaan. Wij hebben nu toegang tot God, omdat wij verzoend zijn met God. Wij kunnen nu een relatie hebben met God door wat God in en door Jezus Christus bereikt heeft. Zonden kunnen bedekt, vergeven worden bij de doop en daarna continue, omdat wij ons constant bekeren. En dat is een individuele zaak. Zonden kunnen alleen vergeven worden als wij ons persoonlijk bekeren. Wij hebben niet de macht om zonden te vergeven. Dat is aan God. En de reden daarvoor is omdat God wetten ingesteld heeft. God heeft de wet van de staf voor zonden (de dood) ingesteld. Zondigen is het overtreden van Zijn manier van leven, Zijn manier van denken. Zonden zijn een overtreding van Zijn wet. En het overtreden van Zijn wet is een zonde. En de staf voor die overtreding is de dood. Zonden kunnen bedekt, vergeven worden bij de doop. Wij moeten constant onszelf bekeren. En het bedekken en vergeven van zonden is verzoening. Verzoening is de zonden uit ons leven bannen, ze kunnen vergeven worden. God vergeeft en vergeet, onze zonden kunnen bedekt worden. Vers 13 Want indien het bloed der stieren en bokken, en de as der jonge koe, besprengende de onreinen, hen heiligt tot reinigheid des vleses; dit hebben we al eerder gelezen. Dit zijn de fysieke offers, die zij ’s middags offeren. Dit gaat niet over het Paschalam, deze fysieke offers die zij ’s middags deden. Als het voor het reinigen van het vlees gebeurden, om te reinigen (waar we het al eerder over gehad hebben) 14 Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, die door de eeuwige geest Zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft, ons bewustzijn reinigen van dode werken, om de levende God te dienen? Zodat zonden bedekt konden worden. Als wij onze geest reinigen, zijn de zonden vergeven. De geest is gereinigd, zodat wij verder kunnen gaan in dit leven, en wij blijven terug naar God gaan, om onze geest te reinigen. En nu dat de zonden vergeven zijn kunnen wij verzoend worden met God, kunnen wij één met God zijn. En Hij kan dan ons denken veranderen omdat Zijn geest in ons woont. Daarom hebben wij verzoening nodig. Wij moeten verzoend worden, onze zonden moeten vergeven worden! Wij moeten verzoend worden met God zodat wij Elohim in kunnen gaan. Waarom Verzoening
13
Vers 15 En daarom is Hij de middelaar van een nieuw verbond, opdat, nu Hij de dood had ondergaan om te bevrijden van de overtredingen onder het eerste verbond, de geroepenen de belofte der eeuwige erfenis ontvangen zouden. Verlossing! Wij zijn geroepen om verlost te worden. Dat is het doel van het leven, om bevrijdt te worden van de eeuwige dood, die wij verdienen door onze zonden. En wij kunnen eeuwig leven in het Koninkrijk van God, als Elohim, ontvangen. Deze dag, de Verzoendag, beeldt het verzoeningsproces uit. Het proces waardoor iedereen verzoend kan worden met God. Iedereen moet eerst eenheid hebben me God. Verzoend worden met God de Vader door het bloed van Jezus Christus begint met Pascha. Wij moeten ons bekeren, wij moeten gedoopt worden en de bevruchting van Gods geest ontvangen. Dan kunnen we aan het lange en continue proces van berouw beginnen. Want alleen door de kracht van Gods geest kunnen wij ons bekeren. En daar draait ons leven om: om verzoend te worden met God, om constant met verzoend te worden met God. En dat noemen we bekering. Terwijl wij geestelijk groeien en onze menselijke natuur overwinnen kan God de manier waarop wij denken beginnen te veranderen en ons in harmonie en eenheid met Zijn ware manier van leven brengen. Dit proces van bekering, transformatie, vereist een constant berouw. En dat is wat bekering inhoudt. Het is een constante bekering. En God, vanaf Zijn troon, is genadig, Hij vergeeft en bedekt onze zonden. Dan worden wij verzoend met God, dan denken wij hetzelfde, dan worden wij één met God, verzoend met God. Nadat iemand succesvol dit hele proces doorlopen heeft, zal die persoon volledig één zijn met God, als hij of zij verandert wordt van sterfelijk naar onsterfelijk, van fysiek naar geestelijk, in het Koninkrijk van God. Dan zal die persoon voor eeuwig één met God zijn. De Verzoendag beeldt de eeuwige verwijdering van Satan en zijn demonen van de mensheid uit. En deze dag gaat niet alleen over het bedekken van de zonden maar ook over de verwijdering van Satan. Openbaring 20: 1 En ik zag een engel en wij weten dat in het Levitische systeem dat er een man ‘daarvoor gereed stond’ nederdalen uit de hemel en deze man, die ervoor gereed stond, greep Azazel en bracht hem naar de woestijn. En Hier zegt God dat Hij een engel zal sturen nederdalen uit de hemel met de sleutel des afgronds en wij weten dat de afgrond een plaats van gevangenis is, hij wordt daar vastgehouden, zodat Satan niet langer de mens kan beïnvloeden, zodat hij niet langer kan uitzenden naar de mens. ...en een grote keten in zijn hand. Symbolisch: Satan en zijn demonen worden vastgehouden. Vers 2 En hij greep de draak, de oude slang, dat is de Duivel en de Satan, en hij bond hem duizend jaren. God heeft de 144.000 gedurende 6.000 jaar verzoend. En nu, zonder Satan in de buurt, kunnen er gedurende de 1.000 jaar meer mensen verzoend worden. Satans 1 ste verwijdering is bedoelt zodat de mens in de komende periode van 1.000 jaar verzoend kan worden met God. En dat is zo prachtig aan het Millennium, Satan kan verwijderd worden en als God Zijn geest geeft, kan de mens verzoend worden met God, kan de mens eenheid met God hebben, één worden met God. Vers 3 En hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren; daarna moet hij voor een korte tijd worden losgelaten. Verdergaand in vers 7 En wanneer de duizend jaren voleindigd zijn, zal de Satan uit zijn gevangenis worden losgelaten, 8 En hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken der aarde te verleiden hier zien we dat aan het eind van die 1.000 jaar Satan weer zal kunnen uitzenden naar de mensheid. Wij weten dat deze Verzoendag nog een grotere vervulling heeft: en dat is dat Satan en zijn demonen voor eeuwig verwijderd zullen worden! Vers 10 En de duivel, die hen misleidde, en dit woord betekent ook: ‘afwijken, afdwalen’ en dat is wat hij gedaan heeft. Hij is de eerste die gezondigd heeft ...werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, en de poel van vuur en zwavel is symbolisch voor een complete verwijdering, symbolisch 14
voor de dood. En wij weten dat de 2de dood een complete eeuwige verwijdering is. Men zal zich niets meer bewust zijn. Wij kunnen de 2de dood vermijden, door berouw en het offer van Jezus Christus te aanvaarden. Zijn bloed heeft gevloeid zodat wij vergeven kunnen worden, zodat onze zonden bedekt kunnen worden.. en zo vermijden wij de 2de dood. Het draait om bekering. Want diegenen die weigeren zich te bekeren zullen de 2de dood sterven. Zij zullen de straf voor hun zonden betalen, omdat zij zich niet bekeren van hun zonden. Wij kunnen zien en begrijpen waarom God de Verzoendag ingesteld heeft. Deze Feestdag openbaart hoe God de straf voor de zonde, de dood, verwijdert. Als je Leviticus 25 wilt opslaan. Daar wordt over een fysieke bevrijding gesproken, maar het wijst ook op een tijd van geestelijke bevrijding of verlossing. Leviticus 25: 8 Voorts zult gij zeven jaar Sabbatten tellen, zevenmaal zeven jaren; zodat de dagen van de zeven jaars Sabbatten negenenveertig jaren zijn. Men moest dus 49 jaar tellen, en dan kwam men bij het 50ste jaar, een Jubeljaar, een tijd van verlossing of bevrijding. Vers 9 dan zult gij in de zevende maand, op de tiende der maand, de trompet van het jubeljaar doen doorgaan; op de Verzoendag welke wij vandaag vieren zult gij de bazuin doen doorgaan in uw ganse land. Eens in de 50 jaar werd de trompet van het Jubeljaar geblazen op de Verzoendag. Dit kondigt een tijd van bevrijding, verlossing aan. Het is ook ter herinnering. Want de klank van de trompetten gaat ook over onthouden, herinneren dat wij verlost kunnen worden uit onze gevangenschap, van onze zonden... het is ook een tijd van bevrijding van de mensheid uit de klauwen van Satan en zonden. Vers 10 Gij zult het vijftigste jaar heiligen dit betekent ‘apart zetten’ en vrijheid in het land afkondigen voor al zijn bewoners, een Jubeljaar zal het voor u zijn, dan zal ieder van u tot zijn bezitting en tot zijn familie terugkeren. Dit wijst ook op het feit dat wij, in het Lichaam van Christus, alleen een geestelijke relatie kunnen hebben met God als wij één met God zijn, als wij één met de broeders zijn. Als wij het eens zijn met de doctrines, als wij één zijn met elkaar. Alleen als wij ons bekeren. Bekering betekent veranderen, omdraaien. En als wij het woorden ‘keer tot Mij’ zien staan, zegt God: ‘Keer terug tot Mij.’ Hij heeft het over bekering, tot God gaan, berouwvol. Zodat wij weer een relatie met Hem kunnen hebben, zodat onze zonden vergeven kunnen worden. Wat is het uiteindelijke resultaat van de Verzoendag, het bedekken van de zonden, de verzoening van de mens met God? Wat is het resultaat? Wat is het doel van deze verzoening? Als je 1 Corinthen 15: 49 zou willen opslaan. Hier wordt het doel van de Verzoendag besproken: het bedekken van de zonden, de zonden uitbannen is één aspect, de verwijdering van Satan is een ander aspect. Maar nog belangrijker is het resultaat van deze dag, wij kunnen geestelijk verzoend worden met God, voor eeuwig één zijn met God de Vader en Jezus Christus. 1 Corinthen 15: 49 En gelijk wij het beeld van de stoffelijke mens gedragen hebben met andere woorden, wij zijn aards, wij zijn fysiek zo zullen wij het beeld van de hemelse dragen. Wij zullen zoals Christus zijn, wij zullen een geestelijk wezen, in Elohim zijn. En dat is het doel van de verzoening van onze zonden, de bedekking van onze zonden, het verwijderen van de zonden. Zodat wij Elohim in kunnen gaan, net zoals Jezus Christus gedaan heeft. Vers 50 Dit spreek ik evenwel uit, broeders: vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven en het vergankelijke beërft de onvergankelijkheid bederf niet. Met andere woorden, wij kunnen geen geestelijk leven ingaan, als wij nog fysiek zijn. Onze zonden moeten vergeven zijn, wij moeten verzoend zijn met God, zodat God ons kan veranderen van fysiek naar geestelijk, naar een geestelijk wezen. Vers 51 Zie, ik deel u een geheimenis een verborgen waarheid, iets dat wij begrijpen maar de wereld niet ..mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden. Wanneer? 52 in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste Trompet dit gaat hier Waarom Verzoening
15
over de 144.000, zij zullen bij de 7 de Trompet, aan het begin van de Pinksterdag, veranderd worden. De 144.000 zijn in hun leven verzoend met God, zij hebben het Pascha offer aangenomen en zij begrijpen de betekenis van de Verzoendag. Hun zonden zijn verzoend, vergeven. Zij zijn degenen die veranderd zullen worden, die Elohim in zullen gaan. En het ingaan van Elohim is het doel van de verzoening van onze zonden, de Verzoendag. ... want de Trompet zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden. Vers 53 Want dit vergankelijke moet onvergankelijkheid aandoen en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen. 54 En zodra dit verankelijke onvergankelijkheid aangedaan heeft, en dit sterfelijke onsterfelijkheid aangedaan heeft, zal het woord werkelijkheid worden, dat geschreven is: de dood is verzwolgen in de overwinning. Wij weten dat de staf voor zonden de dood is. En daarom is het een overwinning, als het verzoeningsproces in ons werkt. Vers 55 Dood de straf voor de zonde waar is uw prikkel? Waar is nu uw macht? Er is een opstanding. Graf, hades o graf, waar is uw overwinning? 56 De prikkel nu des doods is de zonde; en de zonde kan vergeven worden, is dat niet ongelofelijk? De Verzoendag.. wat deze dag uitbeeldt.. zonden kunnen vergeven worden...en de kracht der zonde is de wet. De wet openbaart namelijk wat zonden zijn. Eens zonden vergeven zijn, is de staf, de dood, niet langer over ons. Vers 57 Maar Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus. Wij hebben overwonnen als wij veranderd zijn van sterfelijk naar geest. De overwinning kunnen wij alleen behalen door het aanvaarden van Gods offer voor ons; de dood en het vloeien van bloed van Jezus Christus, ons Pascha offer. Daarom is de Verzoendag geestelijk zo’n opbeurende en spannende dag! 1 Corinthen 15: 24 dit is een opsomming van wat Christus gedaan heeft: de mens verzoend met God de Vader. Daarna zal het einde zijn, wanneer Hij het Koninkrijk van God en de Vader zal overgegeven hebben; wanneer Hij zal te niet gedaan hebben alle heerschappij, en alle macht en kracht. En dat is de rol van Jezus Christus als onze Hoge Priester. Hij zal heersen. Hij is de Heerser over de mensheid, om de mensheid tot eenheid te brengen met Gods manier van leven, Gods manier van denken. En Hij zal een eind aan alle andere heerschappij maken, alle autoriteit en macht die zich tegen God verzet. Dat zal niet meer bestaan. Vers 25 Want Hij moet heersen tot Hij Christus alle vijanden onder Zijn voeten gelegd heeft. Wij zijn een vijand van God als wij zondigen. Want zonde is rebellie, overtreding van de wet. Zondigen is tegen God ingaan. 26 De laatste vijand, die vernietigd wordt, is de dood. De straf voor de zonde is de dood. Dus eens de zonden verwijderd zijn en wij allemaal verzoend zijn met God en geestelijk wezen zijn gemaakt, kan de dood vernietigd worden. De dood is namelijk niet langer nodig, omdat de zonden vergeven, bedekt zijn. Zonden zullen niet meer bestaan. Omdat er geen fysieke mens meer is. De zonden zullen verwijderd zijn, voor eeuwig. En de laatste vijand die vernietigd gaat worden is de dood. Vers 27 Want Hij heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen onder Christus’ voeten. Want Hij, God de Vader, heeft alle dingen Christus’ voeten onderworpen. Doch wanneer Hij God zegt, dat Hem Christus alle dingen onderworpen zijn, zo is het openbaar, dat Hij God uitgenomen wordt, die Hem Christus alle dingen onderworpen heeft. Wij begrijpen dat God de Vader altijd de autoriteit over Zijn gehele schepping zal hebben. Vers 28 En wanneer Hem Christus, de Hoge Priester die wij hebben alle dingen zullen onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf onderworpen worden Dien, God Die Hem Christus alle dingen onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen. En dat is het resultaat het is prachtig. Gods plan van verlossing, uitgebeeld door de Feestdagen, is prachtig. Het is een prachtig, prachtig plan dat God heeft om de zonden te bedekken! Alles zal verzoend worden, zal één met God de Vader, God Almachtig zijn!
16