Waarom in Nijmegen een Gemeenteblad op Internet? Basis vanuit het bestuurstraject Het Gemeenteblad is in 1906 ingesteld bij raadsbesluit. De actualisering van het Gemeenteblad, vijf jaar na de reorganisatie van 1985 ("decentralisatie tenzij") steunt op een besluit van Burgemeester en Wethouders van eind 1990. De beslissing om het Gemeenteblad op Internet te plaatsen is genomen na druk vanuit de Gemeenteraad (met name raadslid Trum) en na acties van een politiek geïnteresseerd burger (Rob Essers) en is gebaseerd op een mondelinge opdracht van Wethouder Buitenhuis. In één handeling is in 1996 na overleg met de Wethouder de op dat moment aanwezige digitale Bestuursinformatie, bestaande uit vier onderdelen: de gemeentelijke regelgeving (Gemeenteblad), de raadsbesluitenlijsten, de raadsnotulen en het RIS (raadsinformatiesysteem) op internet geplaatst. Dit pakket "buiten de deur" is in de loop der jaren steeds verder uitgebreid en momenteel een van de grootste onderdelen van de gemeentelijke site. Nijmegen was hiermee de eerste gemeente in het land, die de volledig bijgewerkte regelgeving op internet plaatste. De lokale regelgeving, zoals gepresenteerd in het Gemeenteblad, is een weergave van rechten en verplichtingen tussen burgers en de gemeente. Wettelijke benadering Er is in de Nederlandse rechtspraktijk een axioma dat iedere Nederlander wordt geacht de wet te kennen. Dit is overigens niet uniek, maar een gegeven binnen elke rechtsstaat. Hiertegenover staat dat de overheid burgers niet alleen mogelijkheden moet bieden om de wet te kennen, maar zich zelfs dient in te spannen om de burgers de wet te doen kennen. De mogelijkheden hiertoe zijn te omschrijven met diverse termen: afkondigen bekendmaken, publiceren, ter inzage leggen, algemeen verkrijgbaar stellen, mogelijkheden bieden tot het maken van kopieën en het verstrekken van afschriften. Deels zijn het synoniemen maar deels belichten ze de diverse aspecten en mogelijkheden van bekendmaken. De termen geven een beeld van het complex van activiteiten die de overheid moet verrichten om de burgers op de hoogte te brengen van hun juridische rechten en plichten. Naast overdracht van informatie op papier is van oudsher ook het gesproken woord een middel van bekendmaken geweest (bijvoorbeeld afkondigen door voorlezing). Moderne varianten zijn radio of tv en het nieuwste publiciteitsmedium Internet. Door de geschiedenis heen treffen we veelal een soort dualisme aan in de manier van bekendmaken. Het eerste niveau van communicatie naar de burger toe is een soort signalering: "Er is iets nieuws verschenen", waarbij een korte zakelijke onderwerpsaanduiding over de vernieuwing die zich heeft voorgedaan, met een verwijzing naar de plaats waar de inhoudelijke en complete informatie is te vinden. Een advertentie in lokale bladen of een huis-aan-huisblad, een korte mededeling via lokale radio of tv waaraan nu is toegevoegd het nieuwste medium Internet. Het tweede niveau van communicatie naar de burger toe is er voor zorg dragen dat de feitelijke informatie kompleet en overzichtelijk voor raadpleging en kopiëren beschikbaar is. Er is nog een derde niveau te bedenken, waarbij zelfs de overwegingen, de voorstellen en adviezen nog opvraagbaar door burgers kunnen zijn. Dit laatste valt eigenlijk binnen een meer algemeen kader en wordt beheerst door de Wet Openbaarheid van bestuur (WOB), waar overigens nog even bij de parlementaire geschiedenis rond artikel 139 van de Gemeentewet op in is gegaan. In Nijmegen wordt wat betreft de beknopte signalering een advertentie in het huis-aan-huisblad "de Brug" geplaatst, welke verwijst naar de nieuw verschenen publicaties in het gemeenteblad, waarbij de advertentie, voor de volledige informatie verwijst naar het gemeentelijk informatiecentrum "Open Huis" in de Stadhuispassage en naar de volledige collectie op internet.
De materie wordt wettelijk beheerst door hoofdstuk 6 van de Algemene Wet Bestuursrecht Bijlage 1 en door de artikelen 139 e.v. van de Gemeentewet met Parlementaire behandeling en Jurisprudentie Bijlage 2 Met name in deze parlementaire behandeling komen de media huis-aan-huisbladen, radio en tv aan de orde. De mogelijkheden van internet waren destijds nauwelijks bekend maar werden in Nijmegen in een vroegtijdig stadium onderkend en gebruikt. In feite is er geen weg meer terug, zeker niet nu inmiddels ook op rijksniveau het streven is geworden: "de Wet op Internet" Belang Internet en Intranet voor de wettelijke bekendmaking van de regelgeving Internet is in dit kader een medium dat de mogelijkheid in zich heeft om allerlei vormen van publiceren te verenigen: -
-
-
Invulling aan de beknopte signalering door een geactualiseerd register Mogelijkheid tot permanente levering van de volledige informatie in plaats van een samenvatting (vergelijk: huis-aan-huis-blad is vluchtig evenals de samenvattende informatie op radio en tv) Mogelijkheid om, naast de ter inzage legging van de regelgeving (met onderliggende stukken) in het "Open Huis", de stukken thans ter inzage te leggen via internet en intranet op in principe elke denkbare plaats binnen of buiten de organisatie. Door internet ontstaan nieuwe benaderingen als digitale ter inzage legging en het oproepbaar maken van de wet binnen de huiskamer Mogelijkheid tot het maken van afschriften via printen
Na deze achtergrondinformatie tot slot de bijlagen, waarbij o.a. gedeelten van relevante wetsteksten. De redacteur van het Gemeenteblad van de gemeente Nijmegen, A.A. van Bochove tel. 024-3292523
[email protected]
Bijlage 1 - uit de Algemene wet bestuursrecht: AFDELING 3.6 BEKENDMAKING EN MEDEDELING Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Artikel 3:41 1 De bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door toezending of uitreiking aan hen, onder wie begrepen de aanvrager. 2 Indien de bekendmaking van een besluit niet kan geschieden op de wijze als voorzien in het eerste lid, geschiedt zij op een andere geschikte wijze. Artikel 3:42 1 De bekendmaking van besluiten die niet tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. 2. Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, geschiedt de bekendmaking niet elektronisch. 3 Indien alleen van de zakelijke inhoud wordt kennisgegeven, wordt het besluit tegelijkertijd ter inzage gelegd. In de kennisgeving wordt vermeld waar en wanneer het besluit ter inzage ligt.
Bijlage 2 - uit de Gemeentewet, met toegevoegde parlementaire behandeling en jurisprudentie: Par. 5. Bekendmaking en inwerkingtreding van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden Artikel 139 1. 2. 3.
Besluiten van het gemeentebestuur die algemeen verbindende voorschriften inhouden, verbinden niet dan wanneer zij zijn bekendgemaakt. De bekendmaking geschiedt door plaatsing in het gemeenteblad, dan wel, bij gebreke daarvan, door opneming in een andere door de gemeente algemeen verkrijgbaar gestelde uitgave. Bij de bekendmaking van een besluit dat aan goedkeuring is onderworpen, wordt de dagtekening vermeld van het besluit waarbij die goedkeuring is verleend of wordt de mededeling gedaan van de omstandigheid dat ingevolge artikel 10:31, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht een besluit tot goedkeuring wordt geacht te zijn genomen.
Parlementaire behandeling - Zoals bekend heeft de Wob betrekking op de passieve en actieve openbaarheid van gegevens, neergelegd in documenten, waarbij in beginsel hetzelfde regime geldt voor Rijk, provincie en gemeente. Verder kunnen voor wat de gemeenten betreft nadere regelen door de gemeentebesturen worden gesteld, waarbij deze besturen gebruik kunnen maken van een door de VNG uitgegeven model-verordening. Wij menen dat er voor wat betreft de openbaarheid van gegevens, neergelegd in documenten geen reden is voor opneming van een aparte regeling dienaangaande in de Gemeentewet. Mochten er in de toekomst verbeteringen in bedoelde openbaarheid wenselijk blijken, dan is niet de Gemeentewet, maar de Wob of het Besluit openbaarheid van bestuur dan wel een andere op de Wob gebaseerde algemene maatregel van bestuur de plaats waar deze verbeteringen zouden moeten worden aangebracht. Dit betekent intussen niet, dat in de Gemeentewet in het geheel geen bepalingen over openbaarheid van documenten zouden kunnen voorkomen. Zo hebben wij in dit ontwerp de verplichting overgenomen tot openbaarmaking van de ontwerp-begroting (artikel 190), van de ontwerprekening (artikel 197) en van alle besluiten van het gemeentebestuur die algemeen verbindende regels inhouden (artikel 139), welke laatste bepaling ten opzichte van het huidige artikel 199 verruiming heeft ondergaan. Voorts is in de artikelen 140 en 141 bepaald dat deze besluiten voor een ieder kosteloos ter inzage liggen op de gemeentesecretarie of een andere door de raad te bepalen plaats en dat een ieder op zijn verzoek een afschrift kan verkrijgen van gemeentelijke besluiten die hij ingevolge artikel 140 kan inzien. (MvT) - Dit artikel is ontleend aan artikel 82 van de Provinciewet, met dien verstande dat in plaats van "verordeningen" wordt gesproken van "besluiten", om eventuele vragen rond het begrip verordening te vermijden. Een en ander betekent, vergeleken bij artikel 199 van de huidige gemeentewet, dat naast strafverordeningen ook andere algemeen verbindende besluiten slechts kunnen verbinden indien zij zijn bekendgemaakt. Deze bepaling heeft betrekking op alle verordeningen met externe werking, dus ook op belastingverordeningen en subsidieregelingen. In het systeem van dit ontwerp is hieraan uitdrukking gegeven door de volgorde van de artikelen 198 en 199 van de huidige gemeentewet te veranderen. De bekendmaking is eveneens geboden voor een aantal afzonderlijke raadsbesluiten, die niet strikt algemeen verbindend zijn, maar toch van groot belang kunnen zijn voor de burgers. Ten aanzien van de algemene regels die de raad kan stellen ingevolge het voorgestelde artikel 147 is bijvoorbeeld de verplichting deze bekend te maken opgenomen in het tweede lid van dat artikel. Ter zake van delegatiebesluiten worden in de desbetreffende delegatieartikelen (artikel 156, 165 en 178) de artikelen 139-141 van overeenkomstige toepassing verklaard. Zie verder paragraaf 4.3 van het algemeen deel van de toelichting. De terminologie van artikel 139 is aangepast aan artikel 88 van de Grondwet. Gesproken wordt derhalve van "bekendmaken" in plaats van "afkondigen".
Anders dan in artikel 88 van de Grondwet is in dit artikel gekozen voor de term "verbinden" zoals die ook voorkomt in artikel 82 eerste lid van de Provinciewet en artikel 1 van de Wet algemene bepalingen. Daarmee wordt verschil in interpretatie tussen deze wetten voorkomen. Voorts brengt dit artikel met zich mee, dat de gemeente, evenals Rijk en provincie, wordt verplicht tot uitgave van een publikatieblad. Dit houdt een materiële wijziging in ten opzichte van een huidige situatie. Een integrale publikatie zal nu nodig zijn. Het gemeenteblad behoeft niet periodiek te verschijnen. Het kan naar behoefte uitgegeven worden, zoals het Staatsblad of Provincieblad. In een aantal commentaren op het voor advies gezonden concept-ontwerp is tegen deze verplichting bezwaar gemaakt. Wij hebben deze bepaling evenwel gehandhaafd, omdat wij opneming in een publikatieblad waarin alle algemeen bindende regels zijn gebundeld uit een oogpunt van rechtszekerheid noodzakelijk achten. In de praktijk blijkt dat burgers zonder de beschikbaarheid van een dergelijk "naslag-werk" soms geen kennis kunnen nemen van de in de gemeente geldende regels. De term "gemeenteblad" zegt overigens niets over de wijze van uitgifte. Zo is uitgifte in drukvorm niet noodzakelijk: ook goedkopere vormen als stencil en dergelijke, zijn mogelijk. Van belang is slechts dat de teksten van alle geldende gemeentelijke verordeningen in gebundelde vorm - al of niet losbladig beschikbaar zijn. De publikatie in het gemeenteblad betekent niet dat bekendmaking via andere mediavormen niet ook gewenst zou zijn. Het kan nodig zijn dat een voor burgers belangrijke verordening gepubliceerd wordt in de lokale bladen of bekend gemaakt wordt via andere mediavormen zoals regionale radio of televisie. Aan de verplichting om openheid te betrachten is derhalve niet altijd zonder meer voldaan bij een gevolg geven aan deze bepaling. Voor bekendmaking van verordeningen van de burgemeester ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar, bevat artikel 176 een afwijkende regeling. (MvT) - De leden van de fracties van P.v.d.A., V.V.D. en G.P.V sloten zich aan bij de kritiek van de VNG op de verplichting een gemeenteblad in te stellen. Het zou aan het gemeentebestuur moeten worden overgelaten te beslissen hoe de algemeen verbindende regels worden gepubliceerd. De in de huidige gemeentewet in de artikelen 199 en 203 opgenomen regeling betreffende de afkondiging is zeer summier, beperkt zich tot de afkondiging van strafverordeningen en voldoet ook overigens niet aan de eisen die in de tegenwoordige tijd in het belang van burgers, gemeentebestuurders en ambtenaren aan een bekendmaking van algemeen verbindende regels mogen worden gesteld. Daarbij komt dat een verordening die niet gepubliceerd is, het gevaar loopt door de rechter niet te worden geaccepteerd. Daarom is in dit wetsvoorstel een sobere regeling voor de bekendmaking van alle besluiten die algemeen verbindende regels inhouden opgenomen. Het komt ons redelijk voor dat de eis wordt gesteld dat iedere gemeente op enigerlei wijze zorg draagt voor een overzichtelijke, gebundelde, voor een ieder toegankelijke, schriftelijke publikatie van haar besluiten en daarop volgende wijzigingen die algemeen verbindende regels inhouden. Een register en een nummering zijn voor de overzichtelijkheid onmisbaar. Dit zijn naar onze mening de enige eisen die in het begrip "gemeenteblad" besloten liggen. Gemeentebesturen zijn voor het overige volledig vrij in de wijze waarop zij het voorgeschreven "gemeenteblad" vormgeven en uitvoeren en de frequentie van de verschijning ervan. Uit de reactie van de aan het woord zijnde leden en de VNG blijkt echter dat het begrip dwingender wordt geïnterpreteerd dan in onze bedoeling ligt. Daarom hebben wij besloten de tekst van het voorstel te wijzigen en het bepaalde in het tweede lid ruimer te formuleren. De bekendmaking van algemeen verbindende voorschriften kan geschieden door plaatsing in een gemeenteblad, maar ook door opname in een andere door de gemeente algemeen verkrijgbaar gestelde uitgave. Dit is in de nota van wijziging verwerkt. In de memorie van toelichting is reeds uitvoerig ingegaan op de zeer verschillende uitvoeringen die het ruim gestelde voorschrift mogelijk maakt. Het moet een soort naslagwerk zijn van de vanaf het moment van in werking treden van de verplichting genomen besluiten, die algemeen verbindende regels inhouden. Voor regels van oudere datum geldt de verplichting niet, maar geleidelijk zullen de gemeentebesturen er naar wij hopen toe overgaan ook belangrijke besluiten van oudere datum op te nemen. Op deze wijze kan iedere gemeente in haar eigen tempo toewerken naar een toegankelijke compilatie van haar algemeen verbindende regels. Als de oudere regelingen gewijzigd worden, zullen in ieder geval de wijzigingen moeten worden gepubliceerd en ligt het voor de hand dat dan de gehele regeling wordt opgenomen.
Ook de VNG acht het op zichzelf aanbevelenswaardig dat gemeenten een goed toegankelijk systeem hebben, maar zou de invulling aan de gemeentebesturen willen overlaten. In het kader van de deregulering zouden al heel wat initiatieven op dat punt zijn genomen. Wij hopen dat na deze uiteenzetting nog iets duidelijker is geworden dat ook wij de gemeenten in dit opzicht veel vrijheid willen laten. Wij achten het echter noodzakelijk dat in de wet een bepaling is opgenomen die voorkomt dat kan worden volstaan met interne publikaties, die ingevolge de Wob van geval tot geval zouden moeten worden opgevraagd. De leden van de fracties van P.v.d.A. en V.V.D. deelden voorts de bezwaren van de VNG tegen het derde lid. In de praktijk zou de in het derde lid gestelde eis ertoe leiden dat vrijwel alle belastingverordeningen pas na 12 of 15 maanden in werking kunnen treden. Hierdoor zou het gemeentelijke dekkingsplan bij de begroting in de knel kunnen komen. Door de aan het woord zijnde leden lijkt ervan te worden uitgegaan dat een belastingschuld op grond van een bepaalde belastingverordening pas kan ontstaan als die verordening in werking is getreden. Er moet echter een onderscheid worden gemaakt tussen de datum van inwerkingtreding van de verordening en de begindatum van de periode waarover de (nieuwe) belasting kan worden geheven. Volgens constante jurisprudentie van de Hoge Raad kan een verordening pas in werking treden als deze de vereiste goedkeuring heeft verkregen. Vóór de inwerkingtreding kunnen geen rechtsgeldige belastingaanslagen worden opgelegd. De datum van ingang van de heffing kan echter wel liggen vóór de inwerkingtreding van de verordening. Deze terugwerkende kracht wordt algemeen aanvaard als het raadsbesluit tot vaststelling van de belastingverordening is genomen vóór de in de belastingverordening verplicht opgenomen datum van ingang van de heffing. Zo kan in een in november 1987 door de raad vastgestelde belastingverordening worden opgenomen dat het tijdstip van ingang van de heffing 1 januari 1988 is. Rechtsgeldige aanslagen zullen weliswaar pas kunnen worden opgelegd als de verordening in werking is getreden (bij voorbeeld op 1 juli 1988), maar zij kunnen ook worden geheven ter zake van belastbare feiten die zich sinds 1 januari 1988 hebben voorgedaan. De door de aan het woord zijnde leden gesignaleerde problemen zullen zich in de praktijk dan ook niet voordoen. De raad kan besluiten tot het heffen van belasting vanaf het gewenste tijdstip, ook al treedt de verordening wat later in werking. Wij willen niet nalaten erop te wijzen dat de in het derde lid voorgestelde regeling thans reeds geldt voor provinciale belastingverordeningen (artikel 82, derde lid, Provinciewet) en geen problemen veroorzaakt. (MvA II) Kortmann signaleert terecht een niet zeer consistent gebruik van begrippen waar het gaat om de aanduiding van algemeen verbindende voorschriften. Via de invoeringswet zal de term uit de Grondwet en de Bekendmakingswet ("algemeen verbindende voorschriften") worden opgenomen in de Gemeentewet. Dit betekent een aanpassing van de artikelen 139, 140, 144 en 176, eerste lid. (MvA I) De heer Postma heeft nog gevraagd hoe het eigenlijk gaat met artikel 139, derde lid. Als de datum onder een een goedkeuringsbesluit ontbreekt, is het besluit dan eigenlijk wel goedgekeurd? Is het dan wel geldig? Er is dan sprake van een (vorm)fout. Het is dan eigenlijk niet goedgekeurd, omdat dit niet blijkt uit het vermelden van de datum, terwijl het vermelden van de datum toch is voorgeschreven. Uiteindelijk zal de rechter er een definitief oordeel over moeten geven. Ik kan en wil op dit moment niet in de discussie treden welke argumenten de rechter daarbij betrekt. Wij zullen er zeker ervaring mee opdoen. (Handelingen I, Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken) Het derde lid is bij de Aanpassingswet derde tranche Awb I in overeenstemming gebracht met de tekst van de Awb. Jurisprudentie Niet-behoorlijke afkondiging van wijziging der verordening Indien de wijziging van een strafverordening niet behoorlijk wordt afgekondigd, mist alleen die wijziging rechtskracht en niet de verordening zelf, die dan als ongewijzigd moet worden aangemerkt en als zodanig blijft gelden. (Rb 's-Gravenhage 7 april 1885, G. 1754, W. 5154, W.B.A. 1881.)
Wijziging van niet-behoorlijk afgekondigde verordening Een verordening, die verbindende kracht mist, omdat zij niet behoorlijk is afgekondigd, is gewijzigd bij een verordening, die wel behoorlijk is afgekondigd. Aangezien laatstgenoemde verordening een nieuwe, geheel zelfstandige verbodsbepaling en strafbaarstelling bevat en dus bij toepassing daarvan de oorspronkelijke verordening geheel buiten toepassing blijft, behoort haar verbindende kracht te worden toegekend. (H.R. 25 februari 1889, G. 1962, W. 5688, W.B.A. 2081, C.V.) Tariefbesluit Een tariefbesluit is een verordening. Voor de verbindendheid is daarom vereist dat de verordening moet zijn bekendgemaakt. De aanslag moet worden vernietigd, omdat het tariefbesluit pas na het opleggen van de aanslag is gepubliceerd. (HR 1 december 1993, BNB 1994/41, Belastingblad 1994, p. 277) Zie voor de bekendmaking van een aantal andere belastingverorderingen: HR 24 december 1997, BNB 1998/68c, 69 en 70, HR 10 maart 1999, BNB1999/270 en HR 21 juni 2000, BNB 2000/273. In het algemeen is de Hoge Raad van oordeel dat een dergelijke verordening onvoldoende is bekendgemaakt als in een plaatselijk blad alleen is medegedeeld dat de verordening door de raad is vastgesteld, zonder dat daarbij is gezegd hoe deze verkrijgbaar is en waar hij ter inzage ligt. Artikel 140 Besluiten van het gemeentebestuur die algemeen verbindende voorschriften inhouden, liggen voor een ieder kosteloos ter inzage op de gemeentesecretarie of op een andere door de raad te bepalen plaats. Parlementaire behandeling - Dit artikel is in dit ontwerp opgenomen in het kader van de bekendmaking van verordeningen. Artikel 139 regelt de inwerkingtreding en de bekendmaking. Als logisch vervolg hierop bepaalt artikel 140 dat de besluiten van het gemeentebestuur, die algemeen verbindende regels inhouden, ter inzage liggen. Expliciet is aangegeven dat deze kosteloos ter inzage moeten liggen op de gemeentesecretarie of een andere door de raad te bepalen plaats. (MvT) - De leden van de D66-fractie waren van mening dat voor de besluiten genoemd in de artikelen 139 en 140 zou moeten gelden dat niet alleen de inzage kosteloos is, maar ook de verstrekking op verzoek. Ten aanzien van de vergoeding voor het maken van afschriften zou beter een duidelijk kostprijscriterium kunnen worden gehanteerd dan de vage opmerking in de toelichting dat de van gemeentewege geheven tarieven geen belemmering mogen vormen voor de informatiezoekende. Overigens zou naar de mening van de leden ook kunnen worden aangesloten bij de meer algemene regeling van tarieven in het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet openbaarheid van bestuur. Terecht constateerden de aan het woord zijnde leden dat de toelichting bij artikel 139 zwijgt over de al dan niet kosteloze verstrekking van het gemeentelijke publikatieblad. Dit betekent dat het aan het beleid van het gemeentebestuur wordt overgelaten de kosten voor de verstrekking al dan niet in rekening te brengen. In artikel 140 is de waarborg opgenomen dat de burger in ieder geval zonder kosten kennis kan nemen van de algemeen verbindende besluiten van het gemeentebestuur, die ingevolge artikel 139 in het gemeenteblad moeten zijn gepubliceerd. Wij achten het van groot belang dat deze waarborg in de wet blijft gehandhaafd. Zonder een uitdrukkelijke bepaling zou hiervoor wel een vergoeding kunnen worden gevraagd. Voor het maken van afschriften ligt de situatie naar onze mening iets anders. Voor het verstrekken van afschriften worden door de gemeenten kosten gemaakt. Er moet bij voorbeeld apparatuur worden aangeschaft, bediend en onderhouden. Het komt ons niet onredelijk voor als voor deze dienstverlening de kostprijs in rekening wordt gebracht. (MvA II)
Jurisprudentie Vertrouwelijk stuk Een aan de gemeenteraad ter vertrouwelijke kennisneming ter inzage gegeven stuk, strekkende om bij te dragen tot de oordeelsvorming van de raad, maakt naar het oordeel van de Voorzitter van het raadsbesluit als zodanig geen deel uit. (Voorz. Afd. rechtspraak RvS 6 november 1979, O.B. 41 227.)