Waardenzeef Bewoners besteden wijkbudget
Auteurs:
Ricci Scheldwacht en Ilse Crooy
Rotterdam, oktober 2010
Dit is een publicatie van de SEV. U kunt SEV-publicaties downloaden op www.sev.nl. SEV Postbus 1878 3000 BW Rotterdam Telefoon 010 - 282 50 50
[email protected] De SEV ontwikkelt innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken op het gebied van wonen. Wij zijn onafhankelijk, maar kunnen niet zonder initiatiefrijke netwerkpartners. Samen met hen beproeven we ideeën voor innovaties in de praktijk.
2
Waardenzeef
INHOUDSOPGAVE
1.
Inleiding .................................................................................................................................................. 5
2.
Waardenzeef in vogelvlucht ................................................................................................................... 7
3.
De waardenzeef stap voor stap .............................................................................................................. 9
4.
Aandachtspunten ................................................................................................................................. 13
5.
Werken aan de waardenzeef ............................................................................................................... 15
6.
Nawoord Evelien Tonkens ................................................................................................................... 17
7.
De Groningse ervaring in zeven gesprekken ....................................................................................... 19
Colofon ......................................................................................................................................................... 33
3
4
Waardenzeef
1.
INLEIDING
In een SEV-experiment in Groningen legde een aantal partijen de verantwoordelijkheid en keuze voor maatschappelijke investeringen in de wijk bij bewoners neer met behulp van de Waardenzeef. Wooncorporatie Lefier nam het initiatief, maakte de Waardenzeef samen met RIGO en SEV geschikt voor implementatie, introduceerde het instrument en trok het traject rond de implementatie. Wooncorporatie de Huismeesters en de gemeente Groningen werkten mee aan de uitvoering. De ontwikkelaars van de Waardenzeef baseerden zich op Value Sieve1 methode. Deze is beschreven door Christoffer Corbett en biedt een antwoord op de vraag: hoe vergelijk ik verschillende investeringsopties op het criterium 'maatschappelijk rendement‟? Met de Waardenzeef maken besluitvormers ieder voor zich een keuze uit verschillende, lastig te vergelijken investeringen. Dit doen ze op basis van ervaring, persoonlijke waarden, professionaliteit en overtuiging. Bij investeringen waar de meningen verdeeld zijn, gaat men in gesprek over de achterliggende motieven van het persoonlijke oordeel. Zo is het mogelijk om bij besluitvorming maatschappelijk rendement op een efficiënte en leerzame wijze te wegen, zonder dat het nodig is het maatschappelijk rendement met veel moeite te kwantificeren. In Groningen is de methode toegesneden voor toepassing in de wijk. Groningen: toepassing in de wijk Tijdens het Groningse experiment bepaalden bewoners van de krachtwijken Korrewegwijk en De Hoogte: welke punten willen we verbeterd zien in onze wijk; welke projecten leiden tot die verbeteringen? Op basis van onderzoek en interviews inventariseerden Lefier en de gemeente wat er leefde in de wijk. Uit die inventarisatie kozen de bewoners drie punten die zij wilden aanpakken: verloedering tegengaan; meer kansen bieden aan jongeren; gevoel van veiligheid vergroten. Gemeente en corporatie stelden voor vier jaar 1,6 miljoen euro beschikbaar voor projecten die aan deze doelstellingen bijdragen. Bewoners en organisaties deden voorstellen voor projecten, uitgewerkt in een projectplan met kostenoverzicht. Tijdens de zogeheten Wijkstemdagen kozen wijkbewoners welke projecten zouden worden uitgevoerd. Deze projecten waren door bewoners en door in de wijk actieve professionals zelf ingediend. Er zijn bij het verschijnen van deze publicatie twee Wijkstemdagen geweest. De aanpak lijkt een succes, in ieder geval in bewonersbetrokkenheid; op de tweede Wijkstemdag waren 400 mensen aanwezig tegenover de 200 van de eerste Wijkstemdag. Bewoners, gemeente en corporatie zijn enthousiast over de methode, maar zien alle drie ook punten die voor verbetering vatbaar zijn. 1
Corbett, Christopher (2000), The Value Sieve: accountable choices among incommensurable programmes, In: Cutt, James en Vic Murray (2000), Accountability and Effectiveness Evaluation in Non-Profit Organizations, Routledge, London.
5
Het doel van de Waardenzeef is oorspronkelijk om een groep mensen te laten besluiten welke maatschappelijke investeringen zij willen doen op basis van een persoonlijk oordeel van het maatschappelijk rendement van iedere investering: wat kost het en wat levert het aan maatschappelijke effecten op? Tijdens het Groningse experiment is de Waardenzeef verder ontwikkeld tot een praktische methode voor bewonersparticipatie. Deze publicatie laat zien hoe de Waardenzeef werkt, wat de belangrijkste aandachtspunten zijn en wat het effect ervan is. Corporaties en gemeenten kunnen er zelf mee aan de slag. Hopelijk komen zij daarbij weer tot nieuwe inzichten en ideeën waarmee de methode verder kan worden verbeterd. De SEV is met name benieuwd naar nieuwe toepassingsmogelijkheden van de Waardenzeef en naar manieren om de rol van bewoners verder te versterken. De programmadirectie Wijken van het ministerie van VROM (WWI) voert in samenwerking met de gemeenten van de wijkaanpak en betrokken departementen zeven experimenten uit. Bewonersparticipatie is daar één van. De doelstelling van alle experimenten is om in de praktijk uit te vinden wat werkt en deze kennis ook onder andere wijken en gemeenten te verspreiden. Binnen dit experiment experimenteren zeven gemeenten in acht projecten met uiteenlopende vormen van bewonersparticipatie. In dat kader heeft het ministerie van VROM steun verleend aan de totstandkoming van deze publicatie.
6
Waardenzeef
2.
WAARDENZEEF IN VOGELVLUCHT
Met de Waardenzeef leggen corporatie en gemeente een deel van de verantwoordelijkheid voor het verbeteren van de leefomgeving bij bewoners. Zij bepalen wat er moet worden verbeterd (gewenste maatschappelijke effecten) en hoe dat moet gebeuren (projecten die worden uitgevoerd). Dat proces verloopt in vier stappen:
Stap 1: voorbereiding
Stel de randvoorwaarden en het proces vast. Stel met alle betrokkenen de wijkdoelen vast. Bepaal het budget.
Stap 2: projecten verzamelen en uitwerken
Werf ideeën voor projecten. Toets de ideeën aan de randvoorwaarden. Begeleid bewoners bij het uitwerken van hun idee tot een projectvoorstel.
Stap 3: wijkstemdag
Bepaal het beoordelingsproces. Presenteer de voorstellen. Kies de 'winnende' voorstellen. Maak de gekozen projecten bekend.
Stap 4: aan de slag
Start de projecten op. Begeleid de projecten. Communiceer over de voortgang.
De waarde van de Waardenzeef Het mes van de Waardenzeef snijdt aan twee kanten: de leefbaarheid van de wijk verbetert door de uitgevoerde projecten en bewoners raken actief betrokken bij de ontwikkeling van hun wijk. Effect: betrokkenheid, verantwoordelijkheid en contact Cruciaal element van de Waardenzeef is het overdragen van verantwoordelijkheden aan bewoners. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor het eerlijk en zinvol verdelen van een - eindig budget, voor het bereiken van de door henzelf gestelde wijkdoelen én voor het uitvoeren van de projecten. De bewoners:
besluiten welke verbeteringen er in hun wijk moeten worden doorgevoerd; bedenken projecten om die verbetering tot stand te brengen;
7
kiezen gezamenlijk de beste projecten; voeren de projecten uit.
De Waardenzeef methode zorgt zo voor een betrokkenheid van bewoners die verder gaat dan 'meedenken over' of 'participeren in'. Zij hebben de ideeën, nemen de beslissingen en werken aan de uitvoering. Wie een winnend plan heeft ingediend, zal een zekere druk voelen van medebewoners om het idee ook echt tot uitvoering te brengen. Door het bedenken van plannen, maar zeker ook door het lobbyen voor hun eigen projecten komen bewoners met elkaar in contact, ze ontmoeten elkaar. Het aanwezige sociale kapitaal wordt zo aangesproken én aanzienlijk vergroot. Effect: transparante en democratische verdeling van geld Met de Waardenzeef wordt de verdeling van beschikbaar budget democratisch en doorzichtig. Het afwegen van projecten gebeurt door meerdere direct betrokkenen (in plaats van door bijvoorbeeld een subsidiecommissie) op basis van het maatschappelijke rendement: het maatschappelijke effect in relatie tot de benodigde financiële investering. Daardoor komt het geld sneller terecht bij diegenen met het beste idee, in plaats van bij diegenen die de weg weten naar de 'subsidiepotjes'. Effect: gedeelde waarden en gewenste effecten Omdat bewoners en andere belanghouders gezamenlijk kiezen welke maatschappelijke effecten zij wensen, worden de te bereiken doelen een gedeeld belang. Bewoners en professionals leren in het proces elkaar beter kennen. Het effect daarvan is onder andere dat bewoners meer bereid zijn zich in te zetten. Zij zullen er bijvoorbeeld voor kiezen delen van projecten zelf uit te voeren, als dat geld bespaart dat weer aan andere projecten kan worden besteed. Het draagvlak voor projecten die gezamenlijk gekozen zijn is vele malen groter dan voor projecten die een initiatief zijn van de corporatie of gemeente.
8
Waardenzeef
3.
DE WAARDENZEEF STAP VOOR STAP
Werken met de Waardenzeef is relatief eenvoudig. Het belangrijkste is om het proces van tevoren goed te overdenken en tijdens het project nauwlettend te bewaken. Zorg dat het voor iedereen heel duidelijk is wat het proces is, welke rol iedereen daarin vervult en wat men wel en niet kan verwachten.
Stap 1: voorbereiding
Stel de randvoorwaarden en het proces vast. Stel met alle betrokkenen de gewenste maatschappelijke effecten/wijkdoelen vast. Bepaal het budget.
Stel de randvoorwaarden en het proces vast. Leg het proces vast door te omschrijven met wie je het traject in gaat (en in welke wijk/welk gebied, omschreven in bijvoorbeeld straten), hoe dat traject er uit ziet en wat je aan capaciteit en middelen nodig hebt om het proces te faciliteren. Bepaal van te voren de voorwaarden die je stelt aan indieners en ingediende projecten. Voorbeelden van randvoorwaarden: Zowel bewoners als organisaties mogen indienen; Het idee moet buiten de reguliere activiteiten van de gemeente of corporaties vallen; Het idee moet het belang van meerdere mensen dienen, niet alleen van een individu; Het idee mag niet in strijd zijn met gemeentelijke regels, afspraken of beleid. Stel met alle betrokkenen - corporatie, gemeente, bewoners enzovoort - vast wat de wijkdoelen zijn: welke maatschappelijke effecten willen we met elkaar bereiken? Haal uit zoveel mogelijk informatie (zoals veiligheids- of leefbaarheidsmonitor, interviews, wijkactieplan en dergelijke) mogelijke verbeterpunten en vertaal dit naar gewenste maatschappelijk effecten. Inventariseer zorgvuldig wie de belanghouders zijn en laat hen gezamenlijk de definitieve gewenste maatschappelijke effecten vaststellen. Uit de praktijk In Groningen vormde onderzoek van de gemeente en driehonderd interviews met bewoners de basis voor een lijst van 'problemen' die in de wijk leefden. Tijdens een bewonersavond gaven bewoners door stemmen aan welke zaken zij het liefst aan wilden pakken: het tegengaan van verloedering, meer kansen voor jeugd en jongeren, en het gevoel van veiligheid vergroten. Bepaal het budget. Stel niet alleen vast welk budget je beschikbaar stelt, maar ook in welke verdeling je dat wilt uitgeven. In gelijke delen verspreid over vier jaar? Of bijvoorbeeld in de eerste ronde minder dan in de tweede, zodat je in de eerste ronde nog kunt 'wennen' aan het proces?
9
Stap 2: projecten verzamelen en uitwerken
Werf ideeën voor projecten. Toets de ideeën aan de randvoorwaarden. Begeleid bewoners bij het uitwerken van hun idee tot een projectvoorstel.
Doe een zo breed mogelijke oproep om ideeën voor projecten in te dienen: via folders, buurtkranten, internet, enzovoort. Zijn er nog andere methoden om de oproep te verspreiden, zoals mondeling via bijvoorbeeld de leerkrachten van scholen, consultatiebureaus, wijkcentra, enzovoort? Maak in de oproep niet alleen duidelijk wat de voorwaarden voor indienen zijn, maar vooral ook welke effecten het project moet hebben. Toets of de ingediende ideeën voldoen aan de randvoorwaarden. Bedenk ook wat je doet als een idee niet voldoet aan de randvoorwaarden. Als een idee bijvoorbeeld binnen het reguliere beleid valt, zijn er dan mogelijkheden om het binnen dat kader uit te voeren? Wie in de organisatie neemt het dan op zich contact te houden met de indiener? Wijs je een idee dat alleen het belang van een individu dient direct af, of is het mogelijk dat de indiener het nog verder uitwerkt tot een voorstel voor de hele wijk? Begeleid indieners om hun idee uit te werken tot een kort investeringsvoorstel. In dat voorstel moet in ieder geval staan: Wat het beoogde effect van het project is; Wat het project inhoudt (wat wordt concreet gedaan); Hoe het precies bijdraagt aan de gewenste effecten/wijkdoelen; Wat het project kost; Wie en wat nodig zijn om het project uit te voeren. Uit de praktijk Maria de Haan uit Groningen begrootte bij de indiening van haar project de kosten. Ze berekende wel de materiaalkosten, maar vergat de arbeidskosten op te voeren. “Daarbij had ik nog wel beter begeleid kunnen worden.”
Stap 3: wijkstemdag
Bepaal het beoordelingsproces. Presenteer de voorstellen. Kies de 'winnende' voorstellen. Maak de gekozen projecten bekend.
Bepaal het beoordelingsproces. Er zijn verschillende beoordelingssystemen denkbaar; bijvoorbeeld een afvalrace (zoals in televisieprogramma's), een systeem met rapportcijfers, of een 'simpel' lijstje met projecten waarop gestemd kan worden. Welke methode je ook kiest, wees heel duidelijk en ondubbelzinnig over de procedure en wie er mag stemmen. Een beoordelingssysteem waarbij bewoners meer aan kunnen geven dan ja of nee of een cijfer, heeft als voordeel dat de indiener iets heeft aan de (opbouwende) kritiek.
10
Waardenzeef
Presenteer de voorstellen. Dat kan via verschillende middelen, zoals internet, buurtkrantje enzovoort, of bijvoorbeeld mondeling. Begeleid de indieners bij de presentatie van hun voorstellen, zodat zij die aantrekkelijk en vooral vergelijkbaar tonen: ieder projectvoorstel moet te vergelijken zijn op punten als gewenst effect, verwacht resultaat, kosten enzovoort. Sommige indieners zijn minder goed in staat om hun idee te 'verkopen'. Bied begeleiding waar dat nodig is. Uit de praktijk Tijdens de Wijkstemdag in Groningen gaven 164 bewoners een rapportcijfer aan 22 verschillende projecten. Eén van de patronen in het stemgedrag van de bewoners was dat zij duidelijk voor of juist tegen een project stemden. Eén project kreeg veel voorkeursstemmen, terwijl 7 projecten duidelijk werden 'weggestemd'. Kies de winnende voorstellen. Spreek bij het bepalen van het indien- en beoordelingsproces af of je wel of niet mogelijkheden inbouwt om projecten te laten 'aanscherpen' en dan nog eens te laten meedoen. Maak de winnende projecten bekend.
Stap 4: aan de slag
Start de projecten op. Begeleid de projecten. Communiceer over de voortgang.
Start de projecten op. Wacht niet te lang! Het is cruciaal dat bewoners ook zien dat projecten echt worden uitgevoerd. Wie betrokkenheid vraagt, moet het ook bieden. Inventariseer de taken die moeten worden uitgevoerd: Welke knelpunten zijn er? (Bijvoorbeeld: moet voor dit project een vergunning aangevraagd of bestemming gewijzigd?) Welke acties moeten hebben prioriteit? Welke handelingen moeten gemeente en corporatie verrichten, en wat moeten de bewoners doen? Welke werkprocessen worden 'anders dan normaal' door deze manier van werken? Uit de praktijk Chris Niemeijer van de gemeente Groningen: “Het is belangrijk dat de bewoners zien dat er iets met hun beslissingen wordt gedaan. En dan niet over een paar jaar, maar het liefst meteen, zodat mensen het gevoel krijgen dat er ook echt naar ze wordt geluisterd.” Begeleid de projecten. Wanneer het project is ingediend door een organisatie, is het vaak onvoldoende om de financiële middelen beschikbaar te stellen en de voortgang te monitoren. Bewoners die een project uitvoeren hebben vaak meer begeleiding nodig, vooral bij het doorlopen van procedures (bijv. het verkrijgen van vergunningen). Communiceer over de voortgang. Laat gedurende de uitvoering regelmatig weten hoe het met de projecten staat, ook als zaken niet verlopen als gehoopt. Ligt een project een tijdje stil, bijvoorbeeld in afwachting van een procedure, communiceer daar dan over.
11
Proces op wijkniveau en professioneel niveau Het proces van de Waardenzeef voltrekt zich op twee niveaus: het niveau van de wijk waarin je aan de slag gaat en het niveau van de organisaties die het traject faciliteren. Wijkniveau
Professioneel niveau stap 1
Bepaal de gewenste maatschappelijke effecten met de belanghouders.
Stel de randvoorwaarden en het proces vast. Bepaal het budget stap 2
Werf ideeën voor projecten. Begeleid uitwerking tot presentatie.
Toets ideeën aan de randvoorwaarden. stap 3
Presenteer de voorstellen. Kies projecten (op basis van gewenste maatschappelijke effecten en de kosten).
Stel het beoordelingsproces vast. Maak de gekozen projecten bekend. stap 4
Voer de projecten uit.
Begeleid en/of monitor de uitvoering. Communiceer over de voortgang. evalueer
Evalueren: zijn gewenste effecten behaald en is betrokkenheid vergroot? Eventueel: nieuwe ronde stap 1
12
Waardenzeef
4.
AANDACHTSPUNTEN
De juiste randvoorwaarden
Draagvlak onder professionals die moeten helpen bij de uitvoering is een voorwaarde voor een succesvol traject. Zorg dat voor alle partijen duidelijk is wat hun rol is, wat hun bevoegdheden zijn en wat zij van de andere partijen en het proces kunnen verwachten. Maak tijd en middelen vrij voor het Waardenzeef-traject, zorg dat het niet ten koste gaat van reguliere werkzaamheden. Zorg van tevoren voor een protocol dat in werking treedt bij conflicten tussen bewoners, tussen faciliterende partijen of tussen bewoners en faciliterende partijen. Stel bijvoorbeeld een onafhankelijke bemiddelingscommissie in.
Aandacht voor het proces Denk het proces van te voren goed door en communiceer het heel duidelijk naar alle betrokkenen. De medewerkers van de corporatie en de gemeente die het proces begeleiden moeten ervaring hebben met werken vanuit de bewoner (in plaats van werken vanuit beleid/organisatie) en achter de aanpak staan. Begeleiding projectvoorstellen Of een voorstel wordt gehonoreerd is voor een groot deel afhankelijk van hoe het voorstel geschreven is en gepresenteerd wordt. Bovendien is het belangrijk dat de projecten op een gelijkwaardige manier beschreven zijn, met name wat betreft kosten. Bewoners zullen begeleiding nodig hebben bij het schrijven van de voorstellen. Ruim ook voldoende tijd en capaciteit in voor de begeleiding van projecten die door bewoners worden uitgevoerd. Heldere en eenduidige communicatie Schep geen verwachtingen die je later niet inlost, door eenduidige en heldere te communiceren over de indieningsvoorwaarden, het budget, de stemming, de uitvoering, de rol van de corporatie enzovoort.
13
14
Waardenzeef
5.
WERKEN AAN DE WAARDENZEEF
Op verschillende plaatsen in Nederland wordt gewerkt met beoordeling en uitvoering van wijkprojecten door bewoners. De methode de Waardenzeef zoals we die hier beschrijven is nog maar op een plek toegepast: in Groningen. Met deze methode kunnen gemeenten en corporaties direct aan de slag, maar er is ook nog veel te leren. De aanpak is op verschillende terreinen nog aan te scherpen. Ontwikkelingspunten De manier om de gewenste maatschappelijke effecten (of wijkdoelen) vast te stellen: hoe richt je het proces in waarmee je de gewenste effecten inventariseert? Zijn alleen de bewoners daarbij betrokken, of scherp je de doelen ook aan met bijvoorbeeld advies van 'buiten'? Bewoners met een goed idee hebben begeleiding nodig bij het opstellen van het projectvoorstel en bij de uitvoering. Hoe organiseer je de begeleiding? Wat doe je met taken voor een project die normaal gesproken worden uitgevoerd door de corporatie of gemeente; kunnen delen van die taken ook door bewoners worden opgepakt? Kunnen bewoners elkaar begeleiden? Hoe zorg je dat het wel een project van bewoners blijft? En hoe organiseer je de begeleiding op een goede, maar ook efficiënte manier? Wat zijn de voor- en nadelen van verschillende manieren om een keuze voor projecten te maken? Een leerzame methode is beoordeling door een jury. Individuele juryleden rangschikken daarbij de ingediende projecten op de beste bijdrage aan de doelen en gewenste effecten, in relatie tot de kosten die daarvoor gemaakt worden (het maatschappelijk rendement). De projecten die elk jurylid goed beoordeelt, worden gehonoreerd. Projecten die de jury unaniem als slecht betitelt, vallen af. De middengroep, waar de meningen over uit een lopen neemt de jury nog eens onder de loep. De juryleden bespreken met elkaar waarom zij het ene project hoger waarderen, dan het ander. Zo wordt elk project goed doorgesproken en komen allerlei leerpunten op tafel. Na dit gesprek over motivatie vindt een nieuwe rangschikking plaats voor de middengroep en selecteert de jury plannen die binnen het beschikbare budget passen. Het nadeel van beoordeling door een jury is dat het aantal juryleden beperkt moet blijven om het werkbaar te houden. Een alternatief is een beoordeling door zoveel mogelijk betrokkenen (bewoners en professionals in de wijk). Bijvoorbeeld door stemming of het geven van rapportcijfers. In Groningen is gewerkt met rapportcijfers. Een deel van de bewoners stemde nadrukkelijk voor of juist tegen een project, door de cijfers 10 of 1 uit te delen. Omdat de overige bewoners juist zeer genuanceerde rapportcijfers uitdeelden, kwam het gemiddelde rapportcijfer uit op een 5,5. Als bewoners zelf kiezen dan is de werving door projecteigenaren ook een aandachtspunt; zo laat de Groningse ervaring zien. Hoe voorkom je dat mensen te fanatiek stemmen gaan ronselen en hoe voorkom je scherpen randjes in de communicatie voorafgaand aan het stemmoment. De kans dat de meest 'actieve' bewoners projecten indienen en deelnemen aan de beoordeling is groot. Welke actie kun je ondernemen om bewoners te betrekken die van nature minder actief zijn? 15
Hoe krijg je de „klassieke‟ beslissers en professionals zover dat ze écht los durven laten? Dat houdt in dat ze zich niet alleen zullen neerleggen bij de keuze van de bewoners, maar ook actief zullen meewerken aan de realisatie van de gekozen initiatieven. Wat doe je als bij voortschrijdend inzicht een project niet uitvoerbaar blijkt, bijvoorbeeld omdat een bepaalde vergunning onmogelijk te verkrijgen is, of omdat bij het opstellen van het projectplan aanzienlijke kosten over het hoofd zijn gezien? Wat doe je als uitvoerende bewoners hun uitvoeringstaken niet vervullen? Gaat het project dan door met andere uitvoerders? Pak je het project dan zelf op? Ga je als corporatie of gemeente aan de slag met de Waardenzeef als extra activiteit, met een extra budget? Bedenk dan dat de reguliere taken gewoon doorlopen. Voor het Waardenzeeftraject moet in dat geval extra capaciteit en middelen worden vrijgemaakt. Aan de andere kant: is er misschien een mogelijkheid om de Waardenzeef in te bedden in je reguliere processen? Wat moet er veranderen om dat te doen? Op welke terreinen is de Waardenzeef wel in te bedden en op welke zeker niet?
16
Waardenzeef
6.
NAWOORD EVELIEN TONKENS
Het lijkt zo simpel, om bewoners een centrale stem te geven bij beleid. Je vraagt ze toch gewoon wat ze willen en dan voer je dat uit, of je laat het ze zelf uitvoeren… Maar zo is simpel het niet. Bewonersparticipatie is razend ingewikkeld, als je tenminste wil dat iedereen een gelijke kans heeft om mee te doen, en dat bewoners daadwerkelijk invloed hebben. Maar het kan wel. Wat daarbij helpt, is om systematisch bepaalde stappen te nemen waarvan we uit onderzoek en ervaring weten dat ze de kans of effectieve en democratische participatie verhogen. De Waardenzeef biedt zo‟n stappenplan en alleen al daarom is het een nuttig instrument. In vier stappen worden betrokkenen samen door het proces geleid, opdat ze elkaar de goede vragen stellen en later niet hoeven te denken: „waarom hebben we daar nu niet aan gedacht?‟ Elk van de vier stappen is zinvol, maar mede op basis van onderzoek van Gerben Kroese en mijzelf over bewonersbudgetten in opdracht van het ministerie van WWI (en mede begeleid door de SEV en de LSA) heb ik ook enkele aanvullingen die uw gebruik van de Waardenzeef nog effectiever kunnen maken. Bij de voorbereiding (stap 1) is het zinvol gebleken, om niet alleen randvoorwaarden en wijkdoelen vast te stellen, maar ook inhoudelijke eisen en eventueel prioriteiten te stellen aan het uit te geven budget. Deze volgen in principe uit de wijkdoelen: als werk en scholing belangrijke wijkdoelen zijn, is het handig om aan bewoners die aanspraak willen maken op het budget van tevoren duidelijk te maken dat een bijdrage aan werk of scholing een van de criteria is waarop hun plan getoetst zal worden. En als er een hele waslijst van wijkdoelen is, van werk, scholing, veiligheid, sociale cohesie en wat niet al, dan is het goed om daarin iets van prioriteiten aan te geven: welke drie doelen bijvoorbeeld vinden we het allerbelangrijkste? Ook dat geeft eventuele indieners vooraf duidelijkheid. Een ander voordeel van het formuleren van inhoudelijke criteria is dat het gesprek in de wijk over wat er mis is en beter kan, goed gevoerd wordt. Zo breed mogelijk. Want dat geeft unieke kansen om meedoen en meepraten beter te verbinden: om mensen niet alleen te stimuleren hun handen uit de mouwen te steken maar ook met elkaar in gesprek te raken over wat ze belangrijk vinden. Aan dat laatste schort het nogal eens, met als gevolg dat mensen langs elkaar heen leven en vooral vooroordelen over elkaar koesteren. Bij stap 2 (projecten verzamelen en uitwerken) is het belangrijk gebleken om het indienen van een idee zo laagdrempelig mogelijk te maken. Zodat ook mensen die meer doeners dan schrijvers zijn, en mensen die het Nederlands niet goed beheersen, een kans krijgen. Eis dus niet dat mensen dikke pakketten met formulieren invullen of een begroting maken. Laat een simpel eenregelig ideetje of zelfs een woord of tekening („wipkip, sporttoernooi, buurtfeest) met een telefoonnummer of e-mailadres voldoende zijn. Natuurlijk moet er meer gebeuren maar daar moet hulp bij beschikbaar zijn. Een goede vorm hiervoor bestaat in Eindhoven: daar hebben ze voor het indienen van ideeën voor de besteding van de bewonersbudgetten op allerlei plaatsen in de wijk speciale brievenbussen staan, „Gekke Henkie‟ geheten, waar mensen hun ideetje in
17
kunnen gooien. Binnen een paar dagen wordt er dan contact met ze opgenomen, en krijgen ze desgewenst hulp om het idee verder uit te werken. Bij stap 3 (wijkstemdag) komt weer terug hoe belangrijk het is om ook inhoudelijke criteria te stellen aan de ideeën. Aan welke doelen moeten ze bijdragen? Belangrijk is bovendien daarover een levendige discussie in de wijk te organiseren. In de Waardenzeef staat nu alleen: „bepaal het beoordelingsproces, presenteer de voorstellen, kies de winnende voorstellen.‟ Daar mis ik het organiseren van een wijkdebat. Liefst in verschillende stappen, bijvoorbeeld eerst via internet, een wijkkrant en dergelijke en vervolgens, afsluitend, in een zaaltje. Zodat mensen de kans krijgen hun voorstel in reactie op kritiek en vragen te verdedigen en de wijk de kans krijgt om in onderlinge discussie afwegingen te maken. Een dergelijk democratisch debat heeft een waarde op zich: het brengt mensen met elkaar in contact en stimuleert ze om zich in elkaars leefwereld te verdiepen. Sluit dit debat af met een ware wijkraadpleging: een stemming dus die voor alle wijkbewoners toegankelijk is. Bij stap 4 (aan de slag) is het belangrijk om bewoners zoveel mogelijk bureaucratische rompslomp (vergunningen, begrotingen) uit handen te nemen, zodat ze zich kunnen concentreren op waar het hen echt om ging: de activiteit zelf. Over hoe de gemeente of andere instellingen (welzijnsinstellingen of woningcorporaties bijvoorbeeld) bewoners kunnen stimuleren, weten we ook meer dan er nu in de Waardenzeef vermeld staat. Bijvoorbeeld dat het belangrijk is om mensen te helpen om ook hun organisatorische vaardigheden en hun vermogen om met conflicten en meningsverschillen om te gaan, verder te ontwikkelen. Bied conflictbemiddeling aan en let op dat mensen niet meer tijd en energie erin steken, dan ze voor langere tijd aankunnen. Anders knappen ze voortijdig af of gaan ze elkaar verwijten maken dat ze er onvoldoende tijd in steken of het onvoldoende belangrijk zouden vinden. Het blijft vrijwilligerswerk dus het moet wel licht en leuk blijven! Onderschat bewoners niet, maar overvraag ze evenmin. Evelien Tonkens, hoogleraar actief burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam en auteur van o.a. Bewonersparticipatie via vouchers, democratisch en activerend? (Ministerie van WWI, 2009) en van Tussen onderschatten en overvragen. Actief burgerschap en activerende organisaties in de wijk. Sun Trancity 2009.
18
Waardenzeef
7.
DE GRONINGSE ERVARING IN ZEVEN GESPREKKEN
Maria de Haan, buurtbewoonster. Diende het project Speelplek Molukkenstraat in (24.000 euro). "Ik heb nooit gedacht dat ik echt een kans maakte" Maria de Haan woont 39 jaar in de wijk. Onlangs verhuisde ze terug van een tijdelijke woning in de buurt naar een nieuwbouwwoning in haar oude straat. Ze is blij dat ze weer op haar vertrouwde stek zit. “Ik woon hier al vanaf mijn vijfde. Mijn kinderen zijn hier geboren.” De oproep om een project in te dienen voor de Wijkstemdag zei haar aanvankelijk niet zo veel. Ze krijgt wel vaker zulke folders in de bus. En meestal doet ze er niets mee. Maar deze keer dacht ze impulsief: weet je wat, ik vul hem in. Eigenlijk meer uit gekkigheid, zegt ze. Al stoorde het haar ook wel dat er in de directe omgeving van haar straat geen geschikte gelegenheid meer was waar kinderen veilig konden spelen. “Vroeger had je in het Molukkenplantsoen een ideale speelplek voor de jeugd. Maar als ik er de laatste tijd langsliep, zag ik daar ouders zitten bij twee van die zielige toestelletjes. Vroeger kwam ik er vaak, even na schooltijd spelen met de kinderen. Mijn twee zoons van 19 en 13 hebben allebei een beperking. Dan is het wel fijn om niet altijd binnen te hoeven zitten. De jongste wil nog wel eens in het speeltuintje spelen, maar ik vind het er niet prettig. Terwijl het vroeger zo‟n gezellige plek was. Voor moeders was de speelplek een ontmoetingsplaats, je kwam er om even met elkaar bij te kletsen. Jaren geleden is er de klad in gekomen. Verouderde speeltoestellen werden verwijderd en er kwam niets voor terug. De plek verloederde en werd in bezit genomen door alcoholisten en drugdealers. Niet bepaald een geschikte omgeving voor kinderen.”
Maria de Haan (buurtbewoonster) en haar zoon Dylan Ze was het formulier allang weer vergeten toen ze een flinke tijd later werd gebeld. Haar idee was geselecteerd voor de Wijkstemdag. Ze moest diep nadenken waar het over ging. “Ik heb nooit gedacht dat ik echt een kans maakte.” Het was bovendien niet de meest ideale periode om 19
haar plan uit te werken. De wijk zat midden in een renovatieproject en veel van de oude bewoners waren naar elders verhuisd. “Mij oude buurt was verdwenen, iedereen uit mijn straat was weg.” Ze ging op internet zoeken wat er zoal aan speeltoestellen te koop is. Twee toestellen moeten er volgens haar absoluut komen. Een speelkasteel en een vogelnestschommel, want die is ook geschikt voor kinderen met een beperking of handicap. “Een vogelnestschommel is een ronde schommel waar je met z‟n drieën in kunt, maar een kind met een beperking kan er ook in liggen en dat vind ik een fijn idee. Ik zou er zelf ook nog wel in willen liggen.” Verder denkt ze aan een „lummelhoek‟, waar oudere kinderen met elkaar kunnen bijkletsen en picknickbankjes, waar ouders tussen de middag met hun kinderen een broodje kunnen eten. Ze moest zelf berekenen hoe veel het project zou gaan kosten. Ze vulde een bedrag van 24.000 euro in, maar achteraf realiseerde ze zich dat ze meer had moeten vragen. “Ik had alleen de materiaalkosten berekend en was het arbeidsloon vergeten. Daarbij had ik nog wel beter begeleid kunnen worden.” Op de Wijkstemdag wist ze niet wat haar overkwam. Ze had haar kraampje ingericht met wat zand, speelgoed en schepjes. “Ik had thuis mijn blauwpaarse heksenjurk aangetrokken, zodat ik tenminste nog een beetje zou opvallen.” De moed zonk haar in de schoenen toen ze zag hoe om haar heen hele teams van clubjes mensen fanatiek stemmen stonden te werven. Daar stond ze dan in haar eentje. “Ik heb die dag, geloof ik, vier wijkbewoners aan mijn kraampje gezien.” Toch werd het project van Maria de Haan door de buurtbewoners gekozen. Misschien kwam het wel omdat ze haar publiciteit van te voren goed had geregeld. “Iedere deelnemer kreeg 100 euro om zichzelf te promoten. De vader van een vriendje van mijn zoon bezorgt de krant. Die heb ik een deel van dat geld betaald om voor mij huis aan huis te flyeren. Wie niet sterk is, moet slim zijn.” De Wijkstemdag was goed geregeld. Er was gratis eten en drinken. Er was entertainment voor de kinderen. Maar toen de deelnemers een praatje over hun project moesten houden en de mensen in de zaal vragen mochten stellen, schrok ze wel van de felheid bij sommige buurtbewoners. Sommigen waren heel negatief over andermans ideeën. “Het is best begrijpelijk dat iedereen probeert om zo veel mogelijk zieltjes te winnen, maar sommige mensen gingen daar wel heel ver in. Dat was niet fijn om te zien. Er was zelfs een clubje dat een laptop verlootte. Die hebben het gelukkig niet gehaald.” Nu haar project is gekozen, moet ze aan de slag. “Eigenlijk gebeurt er nog niet zo veel, je wacht tot je weer wordt gebeld door de gemeente. Dat hebben ze onlangs gedaan en binnenkort hebben we een ontmoeting om te kijken wat er nu werkelijk mogelijk is. Ik hoop wel dat het voor de zomervakantie volgend jaar allemaal klaar is. Dan is de wijk hier ook net af en wonen er weer gezinnen met kindertjes in de straat. Het zou toch mooi zijn als die dan meteen ook weer veilig kunnen spelen.”
20
Waardenzeef
Robb Kauffman, buurtbewoner en voorzitter van het Floreshuis. Diende het project Krachtvelden (50.000 euro) in. "Als je iets organiseert, komt de buurt echt wel" Een scheutje Parade. Een vleugje Oerol. Een toefje Noorderzon. Als het aan Robb Kauffman ligt zal zijn culturele manifestatie Krachtvelden in dit rijtje niet misstaan. “De Korrewegwijk en De Hoogte zijn uitgeroepen tot krachtwijken, vandaar de toepasselijke naam van dit project.” Krachtvelden moet een meerdaagse culturele manifestatie worden. In de openlucht op diverse (gras)velden in de wijk. Dat is in een notendop het plan dat buurtbewoner Kauffman namens het Florahuis heeft ingediend. “Het zou toch mooi zijn als de wijk als een groot podium kan fungeren voor muziek, theater, dans, beeldende kunst en cross-over,” zegt de voorzitter van het wijkcentrum van de Korrewegwijk.
Robb Kauffman, buurtbewoner en voorzitter van het Floreshuis Als medeorganisator en mede-initiatiefnemer van Noorderslag en Noorderzon en een aantal kleinere festivals in Groningen, is Kauffman goed bekend met de wereld van de kunsten. Als voorzitter van het wijkcentrum is hij ook goed op de hoogte van het beleid van de gemeente en de corporaties. “Het initiatief met de Waardenzeef is het vervolg op het Lokaal Akkoord dat de gemeenten en de corporaties ooit hebben gesloten. Op zich is het prima dat buurtbewoners de kans krijgen om zelf daarvoor een plan in te dienen, maar ik heb ook wel enige bedenkingen over het hele project. Bij de gemeente en de corporaties weten ze hoe ik daar over denk.” Hoe de bewoners hun keuze maken, blijft uiteindelijk toch arbitrair, zegt Kauffman. “Ik vraag me af hoe zwaar inhoudelijke argumenten op zo‟n dag wegen. De meeste bewoners zorgen er gewoon voor dat er zo veel mogelijk bekenden naar de Wijkstemdag komen. Die proberen alleen maar zoveel mogelijk stemmen te ronselen, en geef ze eens ongelijk.” Het vergroten van bewonersparticipatie is op zich een goede zaak, zegt Kauffman. “Maar er zijn ook heel wat organisaties op de pot met geld gedoken. Verderop zit een speeltuinvereniging en die heeft meer dan een ton binnengehaald voor het opknappen van een speeltuin. Die speeltuin
21
heeft met vlag en wimpel gewonnen. Logisch, want op die dag waren er veel ouders met kinderen aanwezig.” “Als wijkcentrum hebben we ook gedacht: moeten wij niet iets indienen? Iets op cultureel gebied. Want er zijn hier in de wijk heel weinig mogelijkheden voor culturele activiteiten. Door de jaren heen zijn de budgetten steeds minder geworden. Wat wij gesubsidieerd krijgen, is huisvesting en een deel van de personeelslasten, maar voor een programmering is er geen geld. Er loopt hier wel personeel rond voor het beheer van het gebouw, maar sociaal-cultureel werkers hebben we niet meer in de wijkcentra. Via een externe organisatie zit hier nog wel wat jongerenwerk, maar dat is maar voor slechts acht uur per week.” Als er dus opeens wel geld beschikbaar is, moet je niet lang nadenken, zegt Kauffman. “En ik moet zeggen: ik heb nog nooit zo gemakkelijk een subsidie kunnen aanvragen. Dat ging allemaal op een A-viertje. Dat is natuurlijk ook het hele idee van de Wijkstemdag: het moet zo eenvoudig mogelijk voor de buurtbewoners zijn.” Het publiek houdt van festivals. Een ooit klein begonnen festival in Amsterdam als „Over het IJ‟ trekt ieder jaar weer meer bezoekers en in Groningen is Noorderzon uitgegroeid tot een massaal gebeuren, waar 135.000 mensen in een week op afkomen. “Daar verkopen ze 25.000 kaartjes voor de voorstellingen en al die andere mensen lopen een rondje langs de vijver, drinken een drankje en kijken wat naar elkaar. Dat is de ontmoetingsfunctie die zo‟n festival ook heeft. Cultuur is daarvoor de beste manier.” Als je iets organiseert, komen de mensen echt wel, zegt Kauffman. “Hier in het Floreshuis hebben we eerder het Ricciotti Ensemble gehad. Die gingen in het kader van een eigen project langs de achterstandswijken. Dat was zeer geslaagd. En we hebben elk jaar de Groningse theatergroep Theater te Water. Die trekken zomers op een boot door de stad en de provincie en in de winter spelen ze in dorps- en buurthuizen. Dan zit het hier vol en dat is publiek dat normaal niet naar het theater gaat.” Een laagdrempelige culturele manifestatie op vier verschillende locaties in de wijk. Helemaal gratis voor het publiek. Kauffman ziet het al voor zich. “We houden het tegelijk met Oerol, om te kijken of we daarvan wat groepen kunnen programmeren, omdat die dan toch al deze kant opkomen. Natuurlijk is een budget van 50.000 euro daarvoor wat laag, maar ik zie het als een startsubsidie, die we proberen te vergroten met inkomsten uit andere fondsen en sponsorgelden. Ik heb er inmiddels al een paar stagiaires bij van de Hanzehogeschool, waar ze ook een studierichting evenementenorganisatie hebben. En we zijn vrijwilligers in de wijk aan het werven, want die zullen hard nodig zijn. Het moet gewoon een geanimeerd gebeuren worden. In, voor en met de wijk.”
22
Waardenzeef
Rosita Knap en Rietje Kuipers-Lahn wonen in de Korrewegwijk. Rosita woont 38 jaar in de buurt. Rietje 53 jaar. Samen dienden ze het plan „Rotonde Korrewegwijk‟ (40.000 euro) in. "Volgende keer doen we weer mee" Rietje: “Er is een heel groot bedrag beschikbaar voor twee wijken, De Hoogte en de Korrewegwijk. Wij als bewoners mogen daarom iets bedenken om de buurt op te fleuren.” Rosita: “We hadden eerst het idee ingestuurd om alle perkjes met rozenstruiken in de wijk op te knappen. Dat voorstel hoefde niet eens naar de Wijkstemdag, want daarvan zei de gemeente meteen al: „Goed plan. Dat gaan we uitvoeren. Dat hoort bij ons reguliere werk.‟ Toen zijn we een ander idee gaan verzinnen. We zitten allebei veel op de weg en dan komen we overal rotondes tegen die er leuk uit zien. De een heeft een beeld, de ander is beplant met bloemetjes. Die van ons vonden we maar saai.” Rietje: “Samen hebben we besloten om de rotonde aan te pakken, want dat saaie ding stond ons al een hele poos niet aan.” Rosita: “Zo saai.” Rietje: “We hadden ook meteen een kunstenares in gedachten: Mette Bus. Die woont hier in de straat.”
Rosita Knap (links) en Rietje Kuipers-Lahn Rosita: “Ze was eigenlijk een beetje overrompeld toen we het haar vroegen.” Rietje: “Ze woont hier tegenover en ze doet ook nogal eens vrijwilligerswerk voor de buurt. Zo iemand gun je het toch? Ze had kleine beeldjes gemaakt van dertig centimeter groot en die vonden wij leuk. Heel kleurrijk.” Rosita: “Ja, we willen natuurlijk geen saai beeld op de rotonde.” Rietje: “Het hele puzzeltje klopte.” Rosita: “Zij maakt beelden van vrouwen, alleen maar beelden van vrouwen. En dan met dikke konten en dikke borsten.” Rietje: “Roos!” Rosita: “Maar dat is toch zo?” Rietje: “Ja, de rondingen zijn er.” Rosita: “Het zijn heel grappige beelden.” Rietje: “Ze heeft voor Groningen een bekend beeld gemaakt. Vrouw Wichers.” Rosita: “Die is helemaal geel.” Rietje: “Met bloemetjes op haar jurk.” 23
Rosita: “Heel fleurig.” Rietje: “Het moet tegenwoordig allemaal maar slank zijn, dus we dachten: daar gaan we ook wat aan doen.” Rosita: “We hebben al een tijdje geleden gewonnen, maar er is nog niet veel gebeurd. Ik begrijp dat wel, want er moet er best veel door de gemeente geregeld worden. Mette moet haar plan indienen en dat moet dan weer door de gemeente worden goedgekeurd. Er moet een bouwvergunning worden aangevraagd…” Rietje: “Als er geen wind is dan draaien er geen molens. Dat was bij de speeltuin eigenlijk ook wel zo. Hoe lang heeft dat geduurd, Roos?” Rosita: “Anderhalf jaar. En die is eigenlijk nog niet af.” Rietje: “Roos had bij de vorige Wijkstemdag ook al gewonnen met een idee voor het opknappen van de speelplek bij ons in de straat. En ik heb me daarbij aangesloten.” Rosita: “Er stonden alleen speeltoestellen voor de heel kleintjes. We wilden dat er ook een voetbaldoeltje voor de iets grotere kinderen bij zou komen, want die mogen nooit meedoen met de grote jongens verderop.” Rietje: “Ik heb geen kleine kinderen, maar Roos kent via school veel ouders.” Rosita “Je moet gewoon zo veel mogelijk mensen meenemen naar de Wijkstemdag, want dan krijg je ook veel stemmen.” Rietje: “Zo‟n Wijkstemdag is ook heel gezellig.” Rostia: “Goed georganiseerd.” Rietje: “Niets mis mee.” Rosita: “Alleen moet je De Hoogte en de Korrewegwijk niet samen in een project stoppen.” Rietje: “Dat hoort ook niet bij elkaar. Iedere buurt heeft zijn eigen identiteit. En dan wordt van bovenaf gezegd zomaar gezegd: jullie zijn hetzelfde.” Rosita: “Wat heb ik aan een project voor De Hoogte? Daar ga ik toch niet op stemmen? Daar heb ik toch geen baat bij?” Rietje: “Toen Roos die eerste keer had gewonnen, duurde het een tijd voor er wat gebeurde. We hadden eigenlijk helemaal niet zo veel wensen. Iets erbij voor de wat grotere kinderen en de boel goed schoonmaken. En toen kwamen zij bij de gemeente met een heel nieuw plan. Dat is toen lang gaan duren.” Rosita: “Zij wilden natuurspelen, met allerlei keien en planken.” Rietje: “Maar wij vinden dat gevaarlijk! Hier staan in de straat staan allemaal prachtige lindebomen en die laten vanaf eind mei tot half juli laten allerlei luizenpoepjes los. Daarvan wordt zo‟n speeltuin hartstikke glad van. En als het gaat stuiven blijft er allemaal zand aanplakken. Dat is niet fijn voor de kinderen.” Rosita: “Het ging ons om een schommel, wat gras, één voetbaldoeltje en een paar bankjes. Maar zij maakten er meteen een heel groot project van.” Rietje: “Daarom duurde het langer dan nodig was.” Rosita: “We hebben soms best wel eens even gedacht: bekijk het maar.” Rietje: “Als een molen geen wind krijgt, gaat-ie niet draaien. Dus wij moeten die wind geven. Je hoort weleens op televisie dat er zo weinig mensen bereid zijn om zich voor de buurt in te spannen, maar je moet goed in je schoenen staan om dit te kunnen volhouden. Als je altijd achter iemand aan moeten zitten en niet serieus wordt genomen, krijg je er genoeg van.” Rosita: “Dat voetbaldoeltje staat er nog niet. Maar we laten ons niet uit het veld slaan.” Rietje: “Welnee, want dan gebeurt er helemaal niks.” Rosita: “Vandaar dat we de volgende keer weer meedoen met een ander project.” Rietje: “Want we blijven positief!” 24
Waardenzeef
Miranda de Locht, manager maatschappij & markt "Buurtbewoners weten heel goed wat er in de wijk moet gebeuren" Werken aan een leefbare stad. Werken aan complete wijken. Ervoor zorgen dat in een wijk alles aanwezig is wat het wonen in die wijk prettig maakt. De ambities van wooncorporatie Lefier uit Groningen gaan verder dan het bouwen van huizen. “Met alleen in vastgoed investeren, ben je er niet, ” zegt Miranda de Locht, manager maatschappij & markt bij wooncorporatie Lefier. “Het treffen van sociale maatregelen die zorgen voor een beter woonklimaat is minstens zo belangrijk.”
Miranda de Locht, manager maatschappij & markt De gedachte erachter is helder. Laat bewoners invloed uitoefenen op hun woonomgeving en hun verantwoordelijkheid voor het leefklimaat neemt toe. Mensen die betrokken zijn bij hun buurt wonen prettiger en blijven er in de regel ook langer wonen. Wie goede contacten met zijn buren onderhoudt, zal minder snel voor overlast zorgen, maar ook minder vaak overlast ervaren. Als buurtbewoners er samen uitkomen, hoeven corporaties bepaalde problemen niet meer op te lossen en kunnen ze op den duur efficiënter werken. Tijdens haar zoektocht naar een goede methodiek om bewoners meer verantwoordelijkheid te geven, kwam De Locht in aanraking met de Waardenzeef. Deze methode wordt inmiddels ruim een jaar in De Korrewegwijk en De Hoogte toegepast. De Groningse krachtwijken zijn daarmee de eerste in Nederland. “Het nieuwe van de Waardenzeef is dat je de bewoners in alle stadia zelf laat beslissen,” zegt De Locht. “Eerst stel je samen met de bewoners vast wat zij als problemen ervaren. Vervolgens kijk je hoe we die problemen kunnen oplossen. Daarvoor mogen buurtbewoners zelf plannen indienen en uiteindelijk kiezen ze zelf welke daarvan worden uitgevoerd.” Aan de hand van onderzoek van de gemeente Groningen en driehonderd interviews met bewoners werd vastgesteld wat er in de wijk leeft. Vervolgens konden buurtbewoners tijdens een bewonersavond met stemkastjes stemmen over zaken in de buurt die zij het liefst zouden willen veranderen. Drie onderwerpen scoorden het hoogst: het tegengaan van verloedering, meer kansen voor jeugd en jongeren, en het gevoel van veiligheid vergroten. Met de Waardenzeef kun je het beleid heel inzichtelijk maken voor de bewoners, zegt De Locht. “Bij elk plan moet ook een begroting worden ingediend. 25
Bewoners kunnen direct zien hoeveel iets kost. Daarna bepalen ze zelf of ze dat ervoor over hebben of niet.” Voor de Korrewegwijk en De Hoogte mogen de bewoners in vier jaar tijd een bedrag van 1,6 miljoen euro besteden. De gemeente en de corporatie nemen elk de helft daarvan voor hun rekening. Op de Wijkstemdag, die eenmaal per jaar plaatsvindt, kunnen buurtbewoners kiezen aan welke projecten het geld moet worden uitgegeven. “Ik heb deze methodiek op veel plekken gepresenteerd en uit het publiek komt altijd de vraag: „Wat als mensen rare dingen kiezen?‟ Maar eigenlijk gebeurt dat nooit,” zegt De Locht. De weerstand die aanvankelijk ook bij de gemeente heerste, blijkt onterecht. “Beleidsmakers zijn bang om dit soort beslissingen uit handen te geven. Maar uiteindelijk zie je dat mensen niet zo veel andere dingen kiezen dan wat er in de beleidsplannen staat. Buurtbewoners weten zelf heel goed wat er in de wijk moet gebeuren.” Natuurlijk wordt bij elk voorstel ook eerst getoetst of het wel bijdraagt aan het oplossen van de problemen die de bewoners zelf hebben vastgesteld, benadrukt De Locht. “Het wijkteam, dat bestaat uit professionals die in de wijk actief zijn, kijkt ook of de plannen niet in strijd zijn met regulier beleid. Maar als de buurt eenmaal voor een project heeft gekozen, kunnen de bewoners het gaan uitvoeren. Dat is nu eenmaal de afspraak.” Het indienen van projecten is overigens niet alleen voorbehouden aan buurtbewoners. Ook professionals en organisaties die actief zijn in de wijk kunnen meedoen. “Het project dat vorig jaar tijdens de eerste Wijkstemdag de meeste stemmen kreeg, was ingediend door bureau Halt. Dat had een plan ingediend om de wijk op te laten knappen door buurtjongeren. Daarmee werden twee van de eerder gekozen maatschappelijke effecten bereikt. De verloedering in de wijk wordt tegengegaan en voor de jongeren is het een kans om wat bij te verdienen.” Inmiddels is de Wijkstemdag een begrip in de buurt. De eerste keer kwamen er tweehonderd mensen, dit jaar waren er vierhonderd mensen die hun stem uitbrachten. Een verdubbeling. “Op reguliere informatieavonden is de opkomst nooit zo hoog. En dan waren het altijd dezelfde gezichten.” Na twee edities van de Wijkstemdag lijkt het experiment met de Waardenzeef in Groningen nu al geslaagd, al moet onderzoek in de toekomst uitwijzen of buurtbewoners daar hetzelfde over denken. Als projecten eenmaal zijn gekozen, is het zaak om die zo snel mogelijk uit te voeren, al blijkt dat in de praktijk niet altijd even gemakkelijk, waarschuwt De Locht. “Als een organisatie het plan heeft ingediend, kan die het project zelf uitvoeren. Dan hoef je bij wijze van spreken het geld alleen maar over te maken en toe te zien dat het werk wordt gedaan. Maar bij plannen van de bewoners is het dikwijls nodig dat het wijkteam daarbij ondersteunt. Dat kost het nodige overleg, want het wijkteam bestaat uit professionals van verschillende organisaties: vertegenwoordigers van de gemeente, de wijkagent, de buurtschool. Een van de gekozen projecten is een kunstwerk op een rotonde in de wijk. Daar moeten allerlei vergunningprocedures voor worden doorlopen, de verkeerskundige van de gemeente moet zich over de verkeersveiligheid buigen, en zo zijn er meer zaken die je niet aan de bewoners kunt over laten.” Toch is er volgens Miranda de Locht nu al een duidelijk winstpunt. “Bewoners realiseerden zich vaak wat het kost om een verbeteringsproject in de buurt te realiseren. Door met de Waardenzeef te werken raken bewoners ook inhoudelijk meer betrokken. Hun kostenbewustzijn neemt daardoor toe. Nu ze weten wat de uitvoering van een project kost, zie je dat ze zelf bereid zijn om die kosten te beperken. Ze zeggen:”Kost dat zoveel? Dan kunnen we het beter anders of zelf doen!”. Dat vind ik echt een groot voordeel van deze methodiek. Je ziet mensen bewust met geld omgaan. Het is niet meer zomaar geld van de corporatie of de gemeente, het is geld van henzelf geworden.”
26
Waardenzeef
Chris Niemeijer, gebiedsmanager bij de gemeente Groningen "Met de Waardenzeef herstel je het contact tussen mensen in de wijk" Durven vertrouwen op de bewoners. Ruimte geven. Leren om de dingen niet meteen te willen invullen. Voor Chris Niemeijer, gebiedsmanager bij de gemeente Groningen, was het werken met de Waardenzeef aanvankelijk even wennen. “Als gemeente ben je geneigd om problemen zonder al te veel inmenging uit de buurt op te lossen. En de keren dat je wel contact met de bewoners hebt, gaat het veelal om bekende gezichten, vaste aanspreekpunten in de wijk, dezelfde mensen die je ook altijd op wijkavonden treft. De Waardenzeef biedt ons de gelegenheid om grotere groepen buurtbewoners aan te spreken. Mensen uit de buurt die je anders niet hoort. Die willen wij er ook bij betrekken. Dat vinden wij belangrijk.” De Korrewegwijk en De Hoogte zijn oude stadswijken die traditioneel zijn gebouwd met goedkopere huurwoningen. Van oudsher komen de bewoners uit de lagere sociaal-economische klassen. De wijkaanpak in de buurten kent een lange geschiedenis, vertelt Niemeijer. “Die begon al in de jaren zeventig.” Een essentieel verschil met projecten in het verleden is dat de bewoners ditmaal een beslissende stem bij de besluitvorming hebben. Wat vinden zij als bewoners belangrijk voor hun buurt? Wat willen zij in de wijk veranderen? Welke oplossingen dragen zij daar zelf voor aan? En welke vinden zij daarvan de beste? Door de bewoners meer zeggenschap te geven, geef je ze ook meer verantwoordelijkheid, zegt Niemeijer. “Meer verantwoordelijkheid leidt tot een grotere betrokkenheid bij de bewoners. En dat komt de leefbaarheid in de wijk weer ten goede.”
Chris Niemeijer, gebiedsmanager bij de gemeente Groningen Is er eenmaal door de buurtbewoners gekozen, dan stellen gemeente en corporaties alles in het werk om ervoor te zorgen dat de plannen ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. “Het is belangrijk dat de bewoners zien dat er iets met hun beslissingen wordt gedaan, benadrukt Niemeijer. “En dan niet over een paar jaar, maar het liefst meteen, zodat mensen het gevoel krijgen dat er ook echt naar ze wordt geluisterd.”
27
Aanvankelijk was er bij de gemeente de nodige scepsis, bekent hij. “Kun je zulke complexe beslissingen wel over laten aan de bewoners? Maar het aardige van de Waardenzeef is dat blijkt dat bewoners niet zo heel anders naar hun wijk kijken als professionals. Er is niet zo veel verschil tussen wat de bewoners willen en wat de gemeente belangrijk vindt. Een groot voordeel van de Waardenzeef is dat de besluiten niet van bovenaf worden opgelegd, maar dat ze van de mensen zelf komen. Als gemeente kun je de bewoners daar nu op aanspreken.” De nieuwe aanpak lijkt zijn vruchten af te werpen. Bewoners, collega‟s en professionals reageren enthousiast op het project met de Waardenzeef, zegt Niemeijer. De opkomst op de Wijkstemdagen is in twee jaar tijd verdubbeld, van tweehonderd naar vierhonderd. “Dat zijn getallen die op de gemiddelde wijkavond bij lange niet werden gehaald. Dan mocht je al blij zijn als er dertig mensen kwamen opdagen.” De Waardenzeef kan daarom nu al succesvol genoemd worden, ook al kent het instrument zijn tekortkomingen. “Op de eerste Wijkstemdag hebben vier geneeskundestudentes het project „ffBuurten‟ ingediend. Dat bestond uit een aantal activiteiten voor de buurt, waaronder een Sint Maartenoptocht voor de schooljeugd, knutselmiddagen voor kinderen en een aantal ontmoetingsbijeenkomsten voor ouderen. Om meer studenten te werven hadden ze ook een borrel in een café georganiseerd. Daarvan was op de lokale tv een verslag te zien. Tijdens de tweede Wijkstemdag kregen die arme meiden het voor de kiezen van de wijkbewoners: „Jullie zitten een beetje te borrelen van onze centen.‟ Hun volgende voorstel voor huiswerkbegeleiding aan buurtkinderen werd vervolgens genadeloos weggestemd. Het laat zien tegen welke gevoeligheden je ook aan kunt lopen. Jammer, want ik vond dit een uitermate zinvol project.” Het zijn de bewoners die kiezen, benadrukt Niemeijer nog maar een keer. “We leggen geen beperkingen op aan degenen die plannen indienen. Dat kunnen bewoners zijn, dat kunnen professionals of organisaties zijn en als gemeente kunnen we dat ook stimuleren. Maar uiteindelijk zijn het de bewoners die op de Wijkstemdag de laatste stem hebben.” Laatst sprak hij met een mevrouw die op de Wijkstemdag een idee had ingediend dat niet was gekozen. Natuurlijk was ze teleurgesteld, maar ze was toch blij dat ze mee had gedaan, want ze had intussen een heleboel mensen in haar straat leren kennen. “Dat is ook een waardevol aspect van de Waardenzeef: je herstelt het contact tussen mensen in de buurt. En uiteindelijk is dat veel belangrijker dan dat zitbankje of die wipkip.”
28
Waardenzeef
Nienke de Vos, docent drama: theaterproject voor jongeren 12+ (20.900 euro) "Met theater kun je veel bereiken" Hoe kijken jongeren naar wat er in de wijk gebeurt? Om die vraag te beantwoorden, werkt drama docent Nienke de Vos vijf maanden lang met een groep jongeren in de leeftijd van veertien tot achttien jaar aan een gezamenlijk theaterproject. De deelnemers doen hiervoor alles zelf: het verzinnen van het verhaal, het maken van het decor, het bedienen van de techniek en last but not least uiteraard ook het acteerwerk. “Met theater kun je veel bereiken,” zegt Nienke. “Theater maken is meer dan acteren alleen. Door mee te doen aan dit project leren jongeren krachtiger, socialer en creatiever in het leven te staan.” Tijdens het maken van de voorstelling wordt een beroep gedaan op de sociale vaardigheden van de deelnemers. “Ze leren vertrouwen op elkaar en op eigen kunnen. Ze moeten met elkaar samenwerken. Ze leren naar elkaar luisteren en goed onder woorden te brengen wat ze bedoelen. En ze leren voor zichzelf opkomen op een positieve manier.”
Nienke de Vos, docent drama
Daarmee is het belangrijkste doel van het project genoemd. “Het accent ligt op de jongeren, maar daarnaast zijn er ook de toeschouwers. Veel mensen uit de buurt zijn het niet gewend om naar theater te gaan. Dit project biedt ze de kans daartoe.” Nienke woont zelf niet in de wijk, maar in Leeuwarden. “Ik kom wel uit Groningen en ik heb er jarenlang gewoond, dus ik weet dat deze buurt een bepaalde reputatie heeft. De Hoogte staat bekend als een pittige wijk.” Jongeren die opgroeien in dergelijke wijken hebben niet altijd geleerd om zich op een nette manier uit te drukken, zegt Nienke. “Sommigen zijn wat ruwer en grover in de omgang met anderen. Volwassenen schrikken daar weleens van en weten niet hoe ze daarmee om moeten gaan. Ik vind het interessant om te laten zien hoe de jongeren daar zelf tegenaan kijken.”
29
Uit ervaring weet Nienke dat het moeilijk is om een project als dit gefinancierd te krijgen. Eerder rondde ze in Leeuwarden met succes een dergelijk jongerenproject af, maar te vaak maakte ze mee dat goede bedoelingen verzandden in de ambtelijke molens van het jongerenwerk. Het idee van de Wijkstemdag, waar buurtbewoners zelf ook projecten mogen indienen en vervolgens zelf kiezen welke projecten uitgevoerd gaan worden, vindt ze een mooi initiatief. Dus toen ze werd benaderd om een groep jongeren uit de wijk te begeleiden bij een theaterproject, aarzelde ze niet om een plan in te dienen. Daarbij vindt ze het belangrijk dat de voorstelling helemaal vanuit de jongeren wordt gemaakt. “We beginnen niet met een bestaand toneelstuk waarbij de rollen vast liggen. Ik laat de groep zelf aangeven waarover het moet gaan. Op basis van verhalen, ideeën en meningen uit de groep gaan we improvisaties doen, en daaruit komt een stuk. Wie ben jij? Waar sta jij voor? Wat zijn jouw dromen? Wat wil je van jezelf laten zien? Dat zijn de vragen die we elkaar de komende tijd gaan stellen.” De deelnemers kennen elkaar al lang. Ook zij zijn zich ervan bewust dat De Hoogte een bepaalde reputatie heeft, zegt Nienke. “Op de Wijkstemdag begonnen ze zelf al hun medewijkbewoners te overtuigen: we willen een positieve boodschap over de buurt naar buiten brengen, laten zien hoe mooi het hier ook is.” De jongeren zelf waren de grootste troef om op de Wijkstemdag gekozen te worden, vertelt Nienke. “Ik had een heel actief wervingsteam. Ze hebben flink op hun buurtgenoten in zitten praten.” Eerder waren de jongeren met een muziekauto door de wijk gegaan om flyers uit te delen. Een familielid van een van de deelnemers is grafisch vormgever. Vrijwilligers van de speeltuinvereniging zorgden voor een auto en een geluidsinstallatie. Nienke is onder de indruk van de enthousiaste manier waarmee haar project is omarmd. “Ik ben heel warm ontvangen. Door de jongeren, door de vrijwilligers. En ook het contact met de gemeente verloopt prima.” Op de Wijkstemdag hadden de jongeren al stof genoeg om met de andere buurtbewoners te praten. En dat gaat ook weer gebeuren na de voorstelling. Want het is natuurlijk de bedoeling dat de hele buurt komt kijken, zegt Nienke. “Het hele proces van het maken is even belangrijk als de voorstelling zelf,” benadrukt ze. “Je ziet dat jongeren tijdens zo‟n proces opbloeien. Er wordt serieus naar ze geluisterd. Wat ze te vertellen hebben, doet er toe.” Op 15 januari 2010 is de première in het gebouw van de speeltuinvereniging. Ook wordt er nog gekeken of het stuk in andere wijken opgevoerd zal worden. “Ik wil theater gebruiken om mensen in al hun kracht op het podium te zetten,” besluit Nienke. “Omdat ik werk met spelers die niet veel ervaring hebben, laat ik ze geen rol spelen. Op het toneel spelen ze zichzelf, of iemand die daar sterk op lijkt.” Ze hoopt dat beleidsmakers en besluitvormers zullen inzien wat theater voor mensen in de wijk kan betekenen. “Het is toch fijn dat ze na zo‟n heel proces iets moois van zichzelf kunnen laten zien? Iets waarvoor ze straks applaus krijgen.”
30
Waardenzeef
Jan Waanders, buurtbewoner en evangelist. Diende het project „Technische uitdaging voor tienerjongens‟ (12.000 euro) in. "Ik vond het onverstandig om een stel onbenullen te laten stemmen over zoveel geld. Maar ik heb mijn mening moeten bijstellen” Jan Waanders woont en werkt in de wijk. Evangelist staat er op zijn visitekaartje. “Sommige collega‟s noemen zich missionair werker, anderen opbouwwerker, ik noem mezelf evangelist.” Voor de Martinikerk is hij actief in het christelijk wijkcentrum Het Pand. Toen de PKN-kerk twintig jaar geleden noodgedwongen uit de buurt verdween, werd een gebouw aangekocht, zodat de kerk toch actief in de wijk kon blijven. Dagelijks worden er verschillende activiteiten voor kinderen, tieners en volwassenen georganiseerd.
Jan Waanders, buurtbewoner en evangelist Omdat jongens van voetbal houden, wordt er zomers voornamelijk met de kinderen gesport. Maar in de wintermaanden is het moeilijker om het contact met de jeugd te behouden. Voor meisjes zijn er in de wijk activiteiten genoeg, maar voor jongens in de leeftijd van tien tot veertien gebeurt er nauwelijks iets. “Dus richt ik me op de jongens.” zegt Waanders. “Eigenlijk is het heel simpel. Jongens van die leeftijd vinden nog steeds leuk wat ik in mijn jeugd ook leuk vond. Spelen met auto‟s die je op afstand kunt besturen, robots bouwen van lego en die programmeren. Zelfs een ouderwetse stoommachine vinden ze nog altijd prachtig.” Aanvankelijk was Waanders fel tegen de Wijkstemdag. “Ik vond het onverstandig om een stel onbenullen te laten stemmen over zo veel geld. Maar nu ik de eerste en de tweede Wijkstemdag heb meegemaakt, heb ik mijn mening moeten bijstellen.” Dat mensen uit de wijk zelf iets mogen bedenken en dat ook nog gehonoreerd kunnen krijgen, is een geschenk dat iedereen zou moeten koesteren, vindt Waanders. “Buurtbewoners krijgen nu ineens een kans om iets te realiseren wat anders nooit kan. Als je dat als bewoner meemaakt, is dat een geweldige ervaring.”
31
Natuurlijk kun je er op wijzen dat de paar honderd mensen die naar de Wijkstemdag zijn gekomen slechts een paar procent vormen van het totaal aantal bewoners in de Korrewegwijk en De Hoogte, zegt Waanders. Maar dan kijk je met een cynische blik. “Want die mensen maken wel het verschil. Ze hebben een positieve inbreng in de wijk.” Hij heeft van tevoren niet al te veel gelobbyd om stemmen te winnen. “Ik heb de jongens een middag achter de computer gezet. Op YouTube is te zien wat je zoal met Lego Mindstorms kunt doen. Ze waren meteen razend enthousiast.” Op de Wijkstemdag zelf wilde hij meer kunnen laten zien dan alleen een filmpje. Daarom had hij van zijn eigen geld een basisdoos gekocht, waarmee hij een schorpioen had gebouwd. “Die kruipt naar voren en als je te dichtbij komt gaat hij naar achteren. Door de sensoren die eraan zitten reageert hij op zijn omgeving. Hij kan je ook ineens een klap geven.” De presentatie was een succes. Zijn project werd door de buurt gekozen. Hij wil de bewoners ermee laten zien dat je schijnbaar onbereikbare dingen mogelijk kunt maken. “Voor de meeste ouders in de wijk is zulk speelgoed onbetaalbaar. Een gemiddelde set kost al gauw duizend euro.” Tegelijkertijd wil hij de kinderen ook iets bijbrengen, zoals het programmeren van het computerprogramma, dat je moet beheersen om te kunnen spelen met Lego Mindstorms. “Kinderen moeten daarvoor actief nadenken. Dat gaat veel verder dan het spelen van een computerspelletje.” Op 1 november 2009 gaat hij met de groep van start. De kinderen zullen worden begeleid door twee studenten techniek en eigen medewerkers van Het Pand. Om de kinderen goed te kunnen ondersteunen, zijn er meer begeleiders nodig, weet Waanders uit ervaring. “Dat is de sleutel tot het succesvol werken met jongeren. Zorg ervoor dat ze genoeg aandacht krijgen.” Hij realiseert zich dat het Waardenzeef-traject in de Korrewegwijk en De Hoogte ook door mensen van buiten de wijk wordt gevolgd. “Natuurlijk is het vleiend als er veel mensen enthousiast zijn, maar het risico bestaat dat dit door te veel mensen als een prestigeproject wordt gezien.” Hij heeft het zelf al ondervonden. Vanuit het wijkteam werd er bij hem op aangedrongen om contact te zoeken met Jonge Onderzoekers in het Oosterpark, een soortgelijk project, waar ze ook met Lego Mindstorms werken. Dat doet hij niet, want hij wil niet verzeild raken in nog meer overlegcircuitjes. “Ik blijf liever kleinschalig en gericht met de jongens in de wijk bezig dan dat we al te hoge verwachtingen gaan scheppen. Het moet natuurlijk wel leuk blijven.”
32
Waardenzeef
COLOFON De Waardenzeef is een publicatie van de SEV en de Programmadirectie Wijken van het Ministerie van VROM/WWI. De Programmadirectie en de SEV ondersteunen beide het experiment rond de Waardenzeef.
Uitgave
SEV en Ministerie van VROM/WWI
Auteurs
Ricci Scheldwacht en Ilse Crooy
Vormgeving omslag
Absoluut Design, Bergen op Zoom
Druk omslag
Drukkerij Goos, Ouderkerk aan den IJssel
Opmaak
FMZ Tekstverwerking, Vlaardingen
Hoewel grote zorgvuldigheid is betracht bij het samenstellen van dit rapport, aanvaarden SEV en de betrokkenen geen enkele aansprakelijkheid uit welke hoofde dan ook voor het gebruik van de in deze publicatie vermelde gegevens.
Rotterdam, oktober 2010.
33