beleid actueel
Het informatieblad van I&O Research
V Nummer 1 - 2010
www.ioresearch.nl
INHOUDSOPGAVE Waarborgen van de nationale veiligheid Woonbeleid en bevolkingssamenstelling Klanten uit de provincie aan het woord Rijden onder invloed Personalia Woonwensenonderzoek brengt partijen dichter bij elkaar Cruciale rol klantmanager bij re-integratietrajecten Een greep uit recente onderzoeken
COLOFON Opdrachtgever: I&O Research Postbus 563 7500 AN Enschede Telefoon: (053) 48 25 000 E-mail:
[email protected] Internet: www.ioresearch.nl Vormgeving: Ontwerpatelier www.ontwerp-atelier.nl
Vr a g e n e n l u i s t e r e n.
Vr a g e n e n l u i s t e r e n.
Waarborgen van de nationale veiligheid: het onderkennen van dreigingen en hun gevolgen Is de veiligheid te waarborgen als een groot deel van het politiepersoneel door een pandemie ziek thuiszit? Hoe kunnen we ons voorbereiden op een situatie waarbij het telefoon- en internetverkeer uitvalt? Hoe groot is de kans op een grote overstroming en wat zullen daarvan de gevolgen zijn? Vragen die niet eenvoudig te beantwoorden zijn. Hoewel veel scenario’s nooit werkelijkheid worden, zijn de risico’s in ons dichtbevolkte land niet uit te sluiten. De rijksoverheid wil daarom medeoverheden en de samenleving zo goed mogelijk voorbereiden op bedreigingen van de nationale veiligheid. Maar op welke potentiële dreigingen moet je je richten? Hoe groot zijn die risico’s dan en hoe krijg je zicht op de mogelijke gevolgen? Dit zijn de kernvragen in het dagelijks werk van Henk Geveke, directeur Nationale Veiligheid. Jaap Bouwmeester van I&O Research Hoorn ging hierover met hem in gesprek. Bouwmeester: “Eén van de kerntaken van de rijksoverheid is het voorkomen van en zich voorbereiden op bedreigingen van de nationale veiligheid. De rijksoverheid heeft in 2007 een strategie ontwikkeld om de nationale veiligheid te versterken. Wat is nu precies het nieuwe aan deze strategie?”
Geveke: “De strategie is gebaseerd op een analyse van risico’s. De nationale veiligheid kan op uiteenlopende manieren bedreigd worden. We brengen deze bedreigingen in beeld, maken een inschatting van de kans dat een bepaalde bedreiging zich voordoet en hoe groot de gevolgen zijn. (vervolg op pagina 2)
Beleid Actueel is een uitgave van I&O Research en verschijnt drie keer per jaar
V
V
(vervolg van pagina 1)
en van de manieren om deze tegen te gaan of de effecten ervan te verminderen. Dat is vooral een beleidsmatige opgave. Daarnaast is hard gewerkt aan onze crisisorganisatie, het maken van crisisplannen en het trainen en opleiden van onze mensen. We realiseren ons eerder dat ons van alles kan overkomen. In grootschalige crisisoefeningen testen we of onze plannen toereikend zijn en of onze crisisteams adequaat functioneren. Daardoor zijn we ook beter voorbereid. Toch blijft het wel moeilijk om echte resultaten in beeld te brengen, er zijn namelijk weinig echte testmomenten in dit land. Iets waar we erg blij mee mogen zijn”, glimlacht Geveke.
“Wij waren lange tijd vergeten dat burgers ook veel kunnen doen.” We gebruiken hiervoor een transparante methodologie die is vastgelegd in een methodologieboek.” Bouwmeester: “Wat is de praktische meerwaarde van de uitgewerkte risicoanalyses? Worden ze bij wijze van spreken bij een noodsituatie uit de la gehaald?” Geveke: “Ze vormen de basis voor de crisisplannen van de rijksoverheid. Crisisplannen uit een la halen is echter niet genoeg: het nadenken over de problemen en hoe die op te lossen is minstens zo belangrijk. Bedenken welke stappen je moet zetten, dat moet getraind worden. We richten onze plannen steeds meer op het zichtbaar maken van capaciteiten. Zo is de zelfredzaamheid van burgers een belangrijke capaciteit. Burgers zijn veel te lang beschouwd als een soort onnadenkende subjecten. Inmiddels is duidelijk dat ze voor een vaccinatie niet keurig in een rij gaan staan wachten bij de sporthal, maar zelf via nieuwe media communiceren en actie ondernemen.
Verder zie je ook dat burgers goed in staat zijn om te helpen. Bij grote ongelukken en rampen wordt vaak heel snel een rood lint geplaatst en wordt iedereen door de politie weggestuurd. Wij hebben helpende capaciteit van burgers niet in ons systeem zitten: wij denken dat hulpverlening alleen maar professioneel kan gebeuren.” Bouwmeester: “Het is dus zaak bij overheidspersoneel en ook bij burgers het probleemoplossend vermogen te versterken zodat ze onverwachte en ernstige situaties aankunnen.” Geveke: “Dat klopt, het systeem moet mensen of organisaties vatbaar maken voor zwakke signalen die je zou kunnen interpreteren als een mogelijke dreiging. Veel rampenscenario’s gaan over zaken die je niet automatisch ziet, die een “incubatietijd” kennen en waar je geen grip op hebt. Als we kijken naar de economische crisis dan kunnen we achteraf precies de signalen aanwijzen die een voorbode waren van de crisis. Maar dat komt omdat je ze nu kunt combineren vanuit de kennis over het werkelijke verloop. Hetzelfde geldt voor de aanslagen op 11 september 2001. In de later gemaakte reconstructies zie je een duidelijke lijn in de richting van de aanslagen. Achteraf kan je alles 2
gemakkelijk reconstrueren en zie je dat veel dingen over het hoofd zijn gezien. De grote uitdaging is dat we ervoor zorgen dat die signalen wel gezien worden. Dat vereist heel veel, met name in de cultuur van betrokken diensten: je moet niet worden afgestraft als je signalen doorgeeft naar boven.”
“Onze risicoanalyses moeten los staan van particuliere en overheidsbelangen” Bouwmeester: “Leidt dit niet tot een BigBrother-samenleving waarin iedereen elkaar wantrouwt en controleert?” Geveke: “Nee, dat is uiteraard niet de bedoeling. Het lijkt me niet wenselijk wanneer burgers de wereld voortdurend in termen van risico’s en noodscenario’s gaan bekijken. Dat is ook helemaal niet nodig. Maar van de mensen die er beroepsmatig mee bezig zijn, mag wel worden verwacht dat ze bezig zijn met de vraag: what if? Dat is precies de reden waarom ze worden getraind om in scenario´s te denken.” Bouwmeester: “Zijn er al aantoonbare resultaten van de strategie ‘nationale veiligheid’?” Geveke: “De resultaten zitten hem tot nu toe met name in het bewust worden van de veelsoortigheid van dreigingen
Bouwmeester: “Welke aspecten van nationale veiligheid lenen zich voor verder beleidsonderzoek?” Geveke: “Op het gebied van risico-analyse is nog wel werk te doen. Moeten we een aanslag bijvoorbeeld op een zelfde schaal inschalen als een natuurramp?
Het is in zekere zin toch altijd arbitrair. Beleidsmatig gaat het meestal niet om de cijfers achter de komma, maar om de orde van grootte: wat is belangrijk en waar moeten we ons op voorbereiden? Een overstroming is niet zo waarschijnlijk, maar de impact is enorm. Voor mij hoeft die inschatting niet heel precies te zijn. Ik vind mooi uitgewerkte scenariobeschrijvingen dan relevanter. Verder is het belangrijk om er achter te komen of en zo ja op welke wijze ‘capaciteiten’ te kwantificeren zijn. Als je kunt kwantificeren hoe groot het tekort aan politiemensen
is bij een ramp, kun je ook een schatting maken van de alternatieve capaciteit die je nodig hebt om dat op te vangen. Een ander belangrijke onderzoeksmatige vraag is de zelfredzaamheid van mensen. Vragen hierbij zijn of mensen zich bewust van de risico’s zijn, hoe bereiden ze zich voor en weten ze wat de overheid hieraan doet?” Kim Franx onderzoeker
Woonbeleid en bevolkingssamenstelling In 2009 kreeg I&O Research de vraag van een gemeentelijke Rekenkamer of we een onderzoeksaanpak konden ontwikkelen waarmee de effecten van gemeentelijk woonbeleid op de bevolkingssamenstelling in beeld konden worden gebracht.
Vergrijzing en ontgroening
Externe factoren
Zoals veel andere gemeenten vreesde de betreffende gemeente de effecten van vergrijzing en ontgroening. Het woonbeleid werd gezien als een geschikt beleidsterrein om de toekomstige bevolkingssamenstelling te beïnvloeden.
Daarom hebben we zelf een causaal model ontwikkeld. Aan de hand van de lokale situatie, die we door dossierstudie en interviews in beeld hebben gebracht, is het model gevuld voor de betreffende gemeente. Inmiddels wordt een onderzoek naar de effectiviteit van het woonbeleid van de gemeente uitgevoerd aan de hand van dit model. Het voordeel van deze werkwijze is niet zozeer dat de effecten van het woonbeleid op de bevolkingssamenstelling geïsoleerd van externe factoren kunnen worden onderzocht, maar dat inzichtelijk wordt hoe verschillende zaken op elkaar ingrijpen als het gaat om de ontwikkeling van de bevolkingssamenstelling.
Lokale beleidsinstrumenten Omdat de Rekenkamer zelf al vermoedde dat gemeentelijk woonbeleid een van vele factoren is die invloed heeft op bevolkingssamenstelling, had dit project het karakter van een vooronderzoek. Op basis van een literatuurstudie is allereerst een verkenning uitgevoerd van dit onderwerp. Het bleek dat er veel over de relatie tussen (woon)beleid en woningmarkt is gepubliceerd. Maar wat we misten was een causaal model, waarin lokale beleidsinstrumenten op het terrein van wonen, flankerend beleid en omgevingsfactoren logisch zijn gepositioneerd ten opzichte van de bevolkingssamenstelling.
3
Frank ten Doeschot research manager
Klanten van de provincie aan het woord Klanten van een provincie, wie zijn dat nou? Er wordt dan al snel gedacht aan aanvragers van subsidies of vergunningen of degenen die telefonisch contact hebben gehad met de provincie. Maar klanten zijn ook gebruikers van collectieve voorzieningen, zoals provinciale fietspaden, wegen en vaarwegen. Sinds 2007 beschikt de provincie Noord-Holland over een Klantenmonitor, een meetinstrument dat de tevredenheid van burgers en organisaties in kaart brengt en ontwikkelingen signaleert. De resultaten worden gebruikt om de dienstverlening verder te verbeteren.
De Klantenmonitor richt zich op de collectieve dienstverlening op het gebied van vaarwegen, wegen en fietspaden en op de individuele dienstverlening. In de Klantenmonitor van 2009 zijn drie nieuwe thema’s opgenomen: ILG (investeringsbudget landelijk gebied),
Rijden onder invloed De bestrijding van alcohol in het verkeer heeft al jaren een hoge prioriteit. Alcohol in het verkeer zorgt jaarlijks voor ongeveer 100 verkeersdoden en zo’n 1,7 miljard euro aan maatschappelijke kosten. Vandaar dat sinds 1973 in kaart wordt gebracht welk deel van de automobilisten met te veel alcohol op achter het stuur zit. Vanaf 1991 wordt het monitoronderzoek Rijden onder Invloed jaarlijks uitgevoerd. Dit jaar voert I&O Research dit onderzoek uit. Het doel van een alcoholcontrole in het kader van het onderzoek Rijden onder Invloed is om een representatief beeld te krijgen van het alcoholgebruik in het verkeer in de weekendnachten. De controles worden in de weekendnachten gehouden omdat juist dan het aantal doden en ziekenhuisgewonden als gevolg van alcohol in het verkeer het hoogst is.
Van iedere bestuurder die staande wordt gehouden tijdens een alcoholcontrole (75 controles per jaar) wordt een aantal gegevens vastgelegd, waaronder de leeftijd en het geslacht van de bestuurder. Daarnaast wordt bij personen die zijn aangehouden een aantal extra vragen afgenomen. Per jaar wordt zo van ongeveer 25.000 bestuurders bepaald of en in welke mate er sprake is van alcoholgebruik. De resultaten worden begin 2011 in een rapport gepresenteerd. Als opdrachtgevers van het onderzoek fungeren het Directoraat-Generaal Mobiliteit (DGMo), onder het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie (LP). DGMo gebruikt de resultaten voor voorlichting, monitoring, evaluatie en advies aan de minister van Verkeer en Waterstaat. Het LP volgt en evalueert de effecten van de inzet van de verkeershandhavingsteams met behulp van dit onderzoek.
6 4
OV-haltes en waterbodemsanering- en groenprojecten. Uit de resultaten van de Klantenmonitor 2009 blijkt dat klanten doorgaans tevreden zijn over de dienstverlening van de provincie Noord-Holland. Men is vooral positief over de medewerkers van de provincie: ze zijn beleefd, vriendelijk en behulpzaam en deskundig. Zo vinden negen van de tien klanten aan wie een subsidieaanvraag is verleend, de medewerker van de provincie Noord-Holland deskundig. En 80 procent van de ondervraagden die een handhavings-bezoek heeft ontvangen, vindt dat de medewerker voldoende kennis heeft van het bedrijf. Ook komt naar voren op welke gebieden de provincie verbetering kan aanbrengen. Zo kunnen aanvraagprocedures voor subsidies versimpeld worden en mag het taalgebruik in brieven minder ambtelijk. Wat betreft de collectieve dienstverlening scoort de informatievoorziening van de provincie, bijvoorbeeld over de wegwerkzaamheden op de provinciale wegen, hoog. Toch hebben weggebruikers meer behoefte aan file-informatie op de provinciale wegen. Marion Holzmann senior-onderzoeker
Thijs Lenderink nieuwe account manager Economie & Ruimte Thijs Lenderink komt I&O Research per 1 juni versterken. Na een studie Sociale Psychologie in Groningen, militaire dienst in Breda en een vierjarige onderzoeksaanstelling bij de Universiteit Maastricht, werkte hij als docent, onderzoeker en bedrijfspsycholoog bijna 10 jaar bij de Koninklijke Marine. Vanaf 2003 was hij werkzaam als hoofd Onderzoek & Statistiek in Zaanstad en Arnhem. Bij I&O Research gaat Thijs leiding geven aan het team Economie & Ruimte.
Woonwensenonderzoek brengt partijen dichter bij elkaar Niet zomaar een schop in de grond Corporaties investeren in de kwaliteit van hun woningbezit. Renovatie, sloop en (vervangende) nieuwbouw maken huurwoningen en daarmee ook de wijk toekomstbestendig. De herontwikkelingsprocessen beslaan doorgaans vele jaren. Naast de vele bestuurlijke en beleidsmatige stappen die doorlopen dienen te worden, speelt ook communicatie een belangrijke rol. Communicatie over vernieuwingsprojecten is voorwaardenscheppend voor een goed verloop. Het niet of in een (te) laat stadium communiceren over projecten en projectinhoud geeft voeding aan weerstand en speculaties over het project.
Alleen informeren is niet voldoende Een tijdige en open communicatie met bewoners, toch de belangrijkste doelgroep, heeft een sterk positieve invloed op de doorloop en het welslagen van woningbouwprojecten. Door bewoners te laten participeren in herontwikkelingsprocessen neemt het draagvlak voor het einddoel toe. I&O Research heeft ervaren dat woon-
wensenonderzoek dat specifiek en op maat worden ingezet bij woningbouwprojecten een positieve invloed kan hebben op communicatie en samenwerking tussen corporatie en huurders. Enerzijds doordat direct en rechtstreeks gecommuniceerd wordt met huurders. Anderzijds doordat op basis van een dergelijk onderzoek richting aan het investeringspakket wordt gegeven doordat er inzicht wordt verkregen in de beleving en wensen van huurders (de klanten) ten aanzien van woning, wooncomplex en woonomgeving. De stem van de huurder geeft gerichte input voor samen te stellen (wijk)ontwikkelingsplannen.
Woonwensenonderzoek: handvat voor vooruitkijken Bewoners zijn bekend met wat ze nu hebben. Ze zijn veelal gehecht aan hun woning en zullen daardoor eerder geneigd zijn te kiezen voor een renovatie. De angst voor het onbekende én voor hogere huurlasten maakt nieuwbouw voor bewoners vaak niet de eerste keuze. Door corporatie en (vertegenwoordigers van) huurders gelijkwaardig te betrekken bij de opzet en de bespreking van resultaten van woonwensenonderzoek,
5
kunnen standpunten nader worden toegelicht en langs de meetlat van het onderzoek worden gelegd. Een goed voorbeeld is het woonwensenonderzoek dat I&O Research heeft uitgevoerd in een Enschedese buurt waar één van de Enschedese woningcoporaties overweegt vervangende nieuwbouw te realiseren. Belangrijk uitgangspunt is dat de huidige bewoners er moeten kunnen blijven wonen. Voor de corporatie en de huurderscommissie zijn de reële woonwensen van de huidige bewoners in kaart gebracht. De uitkomsten zijn gebruikt om gezamenlijk de volgende stap in het herontwikkelingsproces te kunnen zetten. Het onderzoek heeft de dynamiek in de buurt positief veranderd: er is meer wederzijds begrip en vertrouwen. Woonwensenonderzoek levert niet alleen meetbare resultaten in cijfers en letters, ook kunnen belangrijke resultaten worden geboekt op het gebied van communicatie en samenwerking. Ruud Esselink research manager
kritischer is geworden en meer ervaring en vergelijkingsmogelijkheden heeft gekregen in de beoordeling van dit type processen.
Verwachtingsmanagement en regievoering
De cruciale rol van de klantmanager bij re-integratietrajecten Met de invoering van de Wet Werk en Bijstand in 2004 kregen gemeenten de taak om deze wet -binnen de aangegeven speelruimtenaar eigen inzichten uit te voeren. Afgaande op de in- en uitstroomcijfers zijn hierbij in de afgelopen jaren goede resultaten geboekt: de verhoogde aandacht voor de mogelijkheden van de klanten, het beter monitoren van de re-integratiepartners, Work First-concepten en een strengere handhaving hebben hieraan bijgedragen. Maar daarnaast was er uiteraard het gunstige economische tij. Nu de quick wins zijn geboekt, komt het aan op de motivatie en activering van de moeilijker te plaatsen doelgroep. Een cruciale rol hierbij wordt naar onze mening vertolkt door de gemeentelijke klantmanager.
Klanttevredenheidsonderzoek De klanttevredenheidsonderzoeken die wij voor gemeentelijke diensten Werk en Inkomen uitvoeren gaan in op de tevredenheid over de algemene dienstverlening rondom het proces van de uitkeringsverstrekking, de informatievoorziening en het gebruik van diverse regelingen. In tweede instantie komt de dienstverlening bij de trajecten naar werk of sociale activering aan de orde.
In dit onderdeel worden zowel re-integratiebedrijven als de klantmanagers beoordeeld. In dit artikel wordt met name ingaan op het laatste aspect. Bij een aantal gemeenten waar we een klantevredenheidsonderzoek uitvoerden, zien we enkele opvallende overeenkomsten in de beoordeling van klanten betreffende de communicatie rondom een traject. Zo zijn er vaak grote verschillen kunnen zijn tussen wat de
6
gemeente als een traject beschouwt en de perceptie van de klant hierbij. Verder hebben veel klanten van de trajecten niet al te hoge verwachtingen of ambities en is er een dalend percentage dat van mening is dat het re-integratietraject bij heeft gedragen aan het verkrijgen van betaald werk. De klantmanagers worden positief beoordeeld op aspecten als vriendelijkheid en het tijd nemen voor de klant. Duidelijke verbeterpunten liggen evenwel op het gebied van de kennis over de arbeidsmarkt, scholingsmogelijkheden en vrijwilligerswerk. Maar ook de regierol in het re-integratieproces kan volgens de klanten nog verder worden verbeterd. Verder zien we een dalende waardering van de klant als het gaat om de vraag of er bij het traject rekening wordt gehouden met de mogelijkheden van de klant. Over de tevredenheid over het functioneren van re-integratiebedrijven krijgen we overigens soortgelijke signalen. Het geeft ook aan dat de klant
De omslag die gemeenten moeten maken om een succesvol re-integratie-instituut te worden, zal een reeks van jaren vergen. In dit proces zijn al vele slagen gemaakt. De volgende stappen moeten ons inziens worden gezet in de verdere verzakelijking en betere communicatie met zowel de klant als de uitvoerder van de trajecten. Het sleutelbegrip hierbij lijkt verwachtingsmanagement. Ons inziens zou het indelen van trajecten in kortere en overzichtelijke eenheden bij kunnen dragen aan een reëler verwachtingspatroon. In de huidige populaties bijstandsgerechtigden is het aandeel klanten met een meervoudige problematiek immers vrij groot en zal activering slechts in kleine stapjes kunnen plaatsvinden. Het boeken van steeds kleine successen zal motiverender voor de klant werken dan langdurige trajecten met een meervoudige doelstelling. Ook de regierol van de klantmanager zal erdoor versterkt kunnen worden. Door kortere trajecten wordt het aantal inhoudelijke contactmomenten vergroot en worden er tevens aangrijpingspunten geboden om ook de klant op zijn of haar functioneren in een traject aan te spreken. Daarbij lijkt het ons raadzaam om de kennis en deskundigheid van klantmanagers inzake de arbeidsmarkt, de opleidingen en de sociale infrastructuur verder te verbeteren, om als zodanig een betere gesprekspartner te zijn van de re-integratiebedrijven. Tot slot zien we dat het heel heilzaam kan werken om de successen vanuit de re-integratietrajecten naar de klanten toe beter te communiceren. Gemeenten zijn hierin nog veel te bescheiden, terwijl ze via nieuwsbrieven, de website en de cliëntraden over voldoende media beschikken. Ook marketing is immers een voorwaarde voor een succesvolle zakelijke dienstverlening.
Een greep uit recente projecten Gebruikerstevredenheid Zeevaart I&O Research start binnenkort met een enquête onder kapiteins van zeeschepen. Het onderzoek voeren we uit voor Dienst Verkeer en Scheepvaart van Rijkswaterstaat. Doel is om de tevredenheid met de dienstverlening van RWS te meten. Het project past hiermee in het Publieksgericht Netwerkmanagement van Rijkswaterstaat. De resultaten worden na de zomer verwacht. Eerder voerde I&O Research gelijksoortig onderzoek uit onder de Binnenvaart, Passagiersvaart en Recreatievaart.
Woningmarktonderzoek Twente Regio Twente laat dit voorjaar een grootschalig woningmarktonderzoek uitvoeren in veertien Twentse gemeenten. Het project wordt uitgevoerd door RIGO en I&O Research. In totaal worden meer dan 50.000 vragenlijsten door ons verstuurd. De vragenlijsten worden geautomatiseerd verwerkt met de scanfaciliteiten van I&O Research. Het onderzoek geeft inzicht in de mate waarin inwoners van Twente tevreden zijn over hun woning en woonomgeving. Met de resultaten kunnen woningbouwprogramma’s beter worden afgestemd op de wensen van de burgers.
Peter de Bruin account manager
Vervolg op achterzijde.
7
Vervolg van pagina 7
Een greep uit recente projecten Chatsessie jongerengemeentebestuur
Klanttevredenheids- en marktonderzoek Persoonality
Huurderstevredenheidsonderzoeken
I&O Research heeft van de gemeente Steenwijkerland de opdracht gekregen voor het uitvoeren van een vervolgmeting op het in 2007 uitgevoerde jeugdonderzoek. Ouders van jonge kinderen en jongeren in de leeftijd van 13-23 jaar geven hierin hun mening over alle onderwerpen die voor het jeugdbeleid van belang zijn. Onderdeel van het onderzoek is een online chatsessie tussen 7 jongeren, de burgemeester en wethouder Jeugd en Onderwijs van de gemeente.
Persoonality levert diensten op het gebied van payrolling, personeelsadministratie, HR-assurance en HR gerelateerde IT-oplossingen voor ruim 700 klanten in het hele land, verspreid over een groot aantal sectoren en branches. Om het inzicht in de klantwaarde meer permanent in het primaire proces te integreren én de nieuwe vormen van dienstverlening, naamsbekendheid en imago regelmatig bij prospects te testen, is I&O Research ingeschakeld voor een professionele aanpak van het klanttevredenheids- en marktonderzoek.
Woningcorporaties werken hard aan een verdere versterking van hun klantgerichtheid. Veelal komt dit in beleidsplannen tot uiting door concreet benoemde doelstellingen ten aanzien van klanttevredenheid. Voor diverse corporaties brengt I&O Research de tevredenheid en wensen van huurders ten aanzien van woning, woonomgeving als ook de dienstverlening van de corporatie in beeld. Momenteel voeren wij onder meer huurderstevredenheidsonderzoek (HTO) uit voor St. Joseph Almelo en Stichting Jongeren Huisvesting Twente (SJHT).
Economie en arbeidsmarkt Flevoland 2010
Participatie en communicatie
Gevolgen AWBZ bezuinigingen bij gemeenten Als gevolg van de AWBZ-hervormingen wordt verwacht dat landelijk ruim 60.000 mensen hun recht op ondersteuning via de AWBZ deels of geheel kwijtraken. Voor een zevental gemeenten voert I&O Research momenteel een onderzoek uit naar welke consequenties dit heeft voor de toeloop op de lokale algemene en individuele voorzieningen. Naast het inschatten van de mogelijke toeloop op het Wmo-loket is ook het matchen van de lokale vraag met het lokale aanbod en het beter benutten hiervan een belangrijke doelstelling van deze onderzoeken.
In 2009 heeft de economische crisis een duidelijke stempel gedrukt op de economie. In deze tijd, waarin we de vinger aan de pols moeten houden, is er veel behoefte aan gegevens die de effecten van de veranderde economische omstandigheden op de economische ontwikkeling zichtbaar maakt. Naast haar eigen Economische Barometer brengt de provincie Flevoland, in samenwerking met het UWV Werkbedrijf en de Kamer van Koophandel, jaarlijks de publicatie Economie en Arbeidsmarkt uit. In deze publicatie worden de belangrijkste (meerjarige) economische ontwikkelingen in Flevoland gepresenteerd, waar mogelijk en relevant ingezoomd op gemeente- en sectorniveau. De 2010-editie, die dit jaar ook ruimte biedt aan het thema innovatie, is Vr agen en luisteren . samengesteld door I&O Research.
belangstellenden op de hoogte van actuele ontwikkelingen, onderzoeken en publicaties. Voor meer informatie, een of als u Beleid Actueel wilt ontvangen, kunt u contact
Rapportage veiligheidsmonitor Voor de gemeente Hengelo voeren wij de rapportage uit van de veiligheidsmonitor. Er is gekozen voor een doelgroepgerichte aanpak. Voor wijkbewoners ontwikkelen we factsheets op wijkniveau. Voor bestuurders en raadsleden een managementsamenvatting. De ambtelijke organisatie ontvangt een gedetailleerd verslag op stedelijk en wijkniveau.
I&O Research Postbus 563, 7500 AN Enschede Telefoon: (053) 48 25 000
Via deze uitgave van Beleid Actueel houden wij
complete publicatielijst, het bestellen van publicaties
Voor de rekenkamercommissie van Dalfsen gaat I&O Research het participatie- en communicatiebeleid onderzoeken. De invalshoek is vooral kwalitatief: er worden vier recente participatietrajecten geëvalueerd. Daaronder in elk geval Wmo-participatie.
Vr agen en luisteren .
I&O Research Van Dedemstraat 6C, 1624 NN Hoorn (nh) Telefoon: (0229) 28 25 55
opnemen met I&O Research. E-mail:
[email protected] Internet: www.ioresearch.nl