Waar leiden wij toe op?
Presentatie klinische vakken PWO netwerkdag 19 maart 2016
Nicole Krol Edward van Aarle Melou Jansen Nicole van As Wim de Munck
Waar leiden wij toe op? • In hoeverre sluit onze opleiding bij het werkveld van de orthopedagoog?
• Korte presentatie vakken waarin de klinische beroepsvaardigheden aan bod komen. • Vraag: Sluiten deze vaardigheden nog voldoende aan? Wat is goed, wat
Overzicht van vaardigheidsvakken • Beroepsvaardigheden 1,2,3
• Kennis in Praktijk 1,2,3, • Methodiek van de Diagnostiek • Behandelingsmethodiek • Coaching
Beroepsvaardigheden 1 (Bachelor 1e jaar) Studenten leren: • Op adequate wijze feedback te geven en te verwerken • Een dossier te vormen, voeren en hierin adequaat verslag te leggen van (delen van) een hulpverleningscyclus • Een objectieve beschrijving te geven van (de ernst van) een (klinische) probleem(situatie) • Vragenlijsten of tests af te nemen, te scoren en te interpreteren en te rapporteren • Interviews af te nemen, te scoren en te interpreteren en te rapporteren • Onderscheid te maken tussen observaties en interpretaties en objectief te observeren • Basale communicatievaardigheden te herkennen en toe te passen in communicatie • Systematisch reflecteren op eigen zelfstandig funmctioneren en hierover verantwoording af te leggen
Hoofdonderdelen BV1 • Oefenen in een gezin (niet-klinisch) met gespreksvoering, vragenlijst- en testafname en observatie + Verslaglegging hiervan • Oefenen gespreksvaardigheden in rollenspel van intakegesprekken (assessment) • Opdracht onderwijskundig thema (interview en schriftelijke probleemanalyse) • Opdracht ethisch dilemma • Reflectie gespreksvaardigheden, feedback geven
Studenten leren in BV2: • De basale communicatievaardigheden toe te passen in gesprekken met ouders • Onderscheid te maken tussen observaties en interpretaties. • Verklaringen voor PG te duiden • Instrumenten af te nemen en te scoren • Ethische dilemma’s te herkennen en rekening te houden met beroepscode • In verslaglegging hun handelen te verantwoorden. • Op systematische wijze te reflecteren op hun functioneren.
Klachtanalyse
Kennismaking met ouders/kind
(zorgen en hulpvraag ouders/kind)
CBCL Probleemanalyse
Observeren kind
Semi-gestructureerd Interview EMT-TTR
(Wat is er aan de hand?)
Opvoedstijlen Anamnese Instrument naar keuze WISC
Verklaringsanalyse (Waarom is dit er aan de hand?)
Indicatieanalyse
Observatie in de thuissituatie Integratief beeld
(Wat moet er gedaan worden?)
Ondersteuning v.e. professional op een school
Ethiek
Assessment
Kennis in Praktijk 1, 2 en 3 De student leert
KIP1 • Ongestructureerde observatie in de praktijk en wetenschappelijke theorie op elkaar betrekken • (zelfgekozen thema)
KIP2 • Een casestudie van een problematische situatie in de praktijk maken • Een wetenschappelijk gefundeerde oplossing bedenken en onderbouwen
KIP3 • Reflecteren op een activiteit in de praktijk (vrijwilligerswerk
Methodiek van de Psychodiagnostiek (B3) Inhoud Training in gebruik van de diagnostische cyclus Klachtanalyse: • probleem(situatie) herkennen, (hulp)vragen verhelderen en (hulp)vragen vertalen in onderzoekbare vraagstellingen Probleemanalyse: • een objectieve beschrijving geven van de (ernst) van een probleem door gebruik van meerdere bronnen/methoden • een gedragsclassificatie stellen • een ernsttaxatie uitvoeren Verklaringsanalyse: • verklaringen en oorzaken voor onderkende probleem duiden en toetsen aan de hand van wetenschappelijk literatuur • onderbouwd valide en betrouwbare onderzoeksmiddelen kiezen om hypothesen te toetsen • op basisniveau een (handelingsgerichte) diagnose (integratief beeld) stellen in termen van onderliggende emotionele, cognitieve en structurele kenmerken • op basisniveau een (handelingsgerichte) diagnose (integratief beeld) stellen in termen van pedagogische of didactische omgeving Indicatieanalyse: • een wetenschappelijk gefundeerde passende interventie aan te bevelen en te verantwoorden, op basis van de gestelde diagnose conclusie, rekeninghoudend met voorkeuren van de cliënt/opdrachtgever Werkvorm • In de vorm van hoorcolleges wordt de theorie van dediagnostische cyclus behandeld en in werkgroepen wordt aan de hand van opdrachten de toepassing van de principes van de diagnostische cyclus geoefend Toetsing Tentamen
Behandelingsmethodiek (B3) Inhoud: Hulpverleningscyclus diagnostische cyclus behandelingscyclus doelen formuleren (SMART) evalueren van interventies (N=1 designs) Directe begeleiding • taakanalyse en flowchart • prompts en reinforcers (ABA) • instructies en feedback • strategietraining • zelfmanagement (zelfmonitoring) • zelfmanagement (zelfinstructie) Indirecte begeleiding • psycho-educatie • functionele gedragsanalyse en gedragstherapie (ABA) • professionals (rollenspel, modeling, feedback, zelfmanagement, teambespreking) • ouders (werkrelatie, ouderschapstheorie, parent management training) Toetsing: Kennis toepassen op casusniveau (4 casussen, leer-, ontwikkelings- en gedragsproblemen). Open vragen naar concrete uitwerkingen van interventies.
Beroepsvaardigheden 3 Doel beroepsvaardigheden 3 Kennismaken met • de doelgroep (kinderen met auditieve, visuele en meervoudige beperkingen, verstandelijke beperkingen, lichamelijke beperkingen, gedragsproblemen, leerproblemen, relationele problemen) • scholen of zorginstellingen Voortzetting beroepsvaardigheden: • gespreksvaardigheden • observatietechnieken Systematisch opzetten, uitvoeren en verslaan van diagnostiek en behandeling volgens diagnostische cyclus (o.a. oefenen van testvaardigheid) Verwerven van basiskennis op het gebied van de problematiek
Coaching in de Praktijk • Algemene informatie: In deze cursus staat het coachen van individuen en teams centraal. De student leert processen rondom professionals en groepen van professionals te analyseren en (lichte) interventies toe te passen. De cursus (4EC) bestaat uit 6 werkgroepbijeenkomsten. Theorie en praktijk zijn sterk met elkaar verweven in deze cursus: • Theorie: De student krijgt inzicht in theorieën m.b.t. coaching en verdiept zich in literatuur over groepsdynamica. Aan de hand van die literatuur schrijft de student o.a. een essay over het onderscheid tussen de rol van orthopedagoog/behandelaar en coach. • Praktijk: Tijdens de eerste fase van de cursus staat de opdracht ‘Coach-decoach’ centraal. De student voert een kort coachtraject uit met een medestudent en oefent hierbij met diverse coachmethodieken. Tijdens de tweede fase van de cursus voert de student een soortgelijk coachtraject uit met een professional op de stage-instelling, bijvoorbeeld een orthopedagoog of een leerkracht. Coachsessies worden gefilmd, hierop ontvangt de student feedback van de werkgroepdocent.
Uitwisseling Vraag: • Sluiten deze vaardigheden nog voldoende aan? •
Wat is goed, wat ontbreekt, wat is overbodig en wat kan beter?