“Waar een wil is, is een (om)weg”
Mienskipssoarch; een alternatieve aanpak in zorgverlening en welzijn.
Inhoud
Voorwoord
Proloog/noot van de schrijver
1 Inleiding
8 11 12
4 Vernieuwing door pilots
38
Decentralisatie AWBZ-begeleiding
40
Contacten leggen in het dorp
42
Jeugdzorg
44
Stella
45
2 Het succes van Mienskipssoarch
14
Participatiewet en jongeren
47
Wat is goede zorg?
15
Mevrouw Bakker
48
Een andere visie: eigen regie en het verbinden van
mensen en mogelijkheden
16
5 Wat kunnen we leren van zeven jaar Mienskipssoarch
50
Achter de voordeur, aan de keukentafel
17
Cultuur van de organisatie
51
Kennis en competenties: luisteren en meedenken
19
Toekomst Mienskipssoarch
52
Resultaat: eenvoudige oplossingen dichtbij
21
Voorbeeldfunctie
53
Schulden en het toetje
22
Meetbare resultaten
24
6 Besluit
54
3 Verdere ontwikkeling Mienskipssoarch
25
Bijlage 1 Nadere uitwerking van de behaalde resultaten
56
Decentralisaties en gemeentelijke herindeling
27
Tevredenheid
57
Belemmeringen voor vernieuwing
28
Afname gebruik voorzieningen
58
De ontwikkeling in Leeuwarden en voortschrijdend inzicht
30
Familie Karsten
34
Toelichting vanuit de manier van werken van Mienskipssoarch 37
Colofon
62
7
Voorwoord
8
Voorwoord Rensina van der Velde, directeur Mienskipssoarch. “Waar een wil is, is een (om)weg”
moet gebeuren. Het risico is dat we onvoldoende aandacht hebben voor
Het is zover! 2015... het jaar van de decentralisatie. Alle ogen zijn gericht
de mensen die het verschil in de praktijk gaan maken. Het gaat om de
op de gemeenten. Zijn ze op hun taak voorbereid? Kunnen ze de verande-
medewerkers in zorg en welzijn van wie die nieuwe manier van werken
ringen aan? Kantelen, keukentafelgesprekken, op zoek naar de eigen kracht
wordt verwacht. Immers, veranderen is niet een rationeel proces. Het gaat
van burgers en zorgen dat we participeren; het is nogal wat. We moeten
niet alleen over denken en vinden maar vooral over voelen en ervaren. Het
meer met minder middelen en de zorgverleners moeten meer dan ooit op
vraagt om stilstaan bij hoe het is en vanuit deze ervaring het inzicht krijgen
een systematische manier werken aan een doel. Daarbij mag, nee moet, de
in hoe het anders kan. Het vraagt van medewerkers ook om zich op de
vraag gesteld worden: wat kost het en wat levert het op? Het gaat immers
toekomst te richten, doelen te stellen en vervolgens nieuwe werkwijzen te
om de besteding van maatschappelijk geld! Er wordt van ons verlangd dat
hanteren met respect voor alles dat ooit bedacht is en nog altijd goed werkt.
we ons eigen sociale netwerk meer inzetten en als we iets voor een ander
Bij Mienskipssoarch hebben we hiermee inmiddels al een flink aantal jaren
kunnen betekenen moeten we dat weer meer gaan doen dan in de afge-
ervaring opgedaan door organisch te ontwikkelen, door reflectie en goede
lopen periode.
verbindingen aan te gaan met de mensen waar het om gaat.
Het is natuurlijk wel van belang om te voorkomen dat de schouders die al
De basis voor verandering ligt in de vrijheid in denken en handelen. En vooral
zwaar belast worden, nog meer te verduren krijgen nu we met elkaar de
in lef, durven ervaren en durven leren. Niet bang zijn voor het onbekende
participatiesamenleving vorm moeten geven. Immers, we doen al veel voor
en het gesprek aangaan met de gevestigde orde binnen zorg en welzijn.
en met elkaar. De vraag is of het beter kan vanuit een goeie balans tussen
Vernieuwing en verandering zou zomaar kunnen leiden tot verbetering. Niet
draagkracht en draaglast.
langer staan het systeem, of de processen en procedures centraal, maar de vraag van de burger. En die burger, u en ik dus, bepalen voortaan of de
Het gaat om veranderen: anders kijken, andere oplossingen zoeken en
ondersteuning goed genoeg is. Zoals dat in de afgelopen jaren is gebeurd
anders werken. Het lijkt alsof dat in dit jaar met stoom en kokend water
in de voormalige gemeente Boarnsterhim.
9
Mienskipssoarch is met haar meitinkers al in 2007 in Boarnsterhim gestart
De doorontwikkeling van Mienskipssoarch beschrijven we in dit boek.
met het initiëren van een nieuwe werkwijze. Mensgericht en op maat.
Wij hebben van de praktijk geleerd en leren nog elke dag. We delen dat
Met minder middelen meer bereiken. Als snel bleek dat burgers daar erg
graag zodat u kunt leren van onze ervaringen.
tevreden over waren en bleken kosten te dalen. Wat verklaart dit succes? In de eerste plaats is dat de oprechte interesse van de meitinker in de
En laten we vooral niet vergeten dat het niet zo is dat hulp of andere vormen
vraag van de burger naast de intentie om samen op zoek te gaan naar een
van ondersteuning niet meer beschikbaar zijn. We gaan ze voortaan gerichter
passend antwoord. Het uitgangspunt was en is daarbij: “eenvoudig waar het
inzetten bij die mensen die het zonder maatschappelijke ondersteuning
kan en professioneel waar nodig”.
niet redden. En voor de andere mensen zoeken we passende oplossingen zodat ze zo zelfstandig mogelijk hun leven kunnen leiden. Want waar een
We leerden dat waar een wil is, er ook altijd een weg is “en anders wel
wil is, is een weg. We hopen dat we na ons eerste boek Efter de foardoar u
een omweg”, zoals Marja Krans, wethouder gemeente Smallingerland, zei.
ook in dit tweede deel “Waar een wil is, is een (om) weg” kunnen laten zien
De belangrijkste waarde van de stichting is: “Als het niet kan zoals het moet,
dat de decentralisatie ons de mogelijkheid geeft om de dingen anders te
dan moet het maar zoals het kan”. Het is onderdeel van ons professionele
doen en dat we daar als burger zelfstandiger van worden.
handelen. Een manier van leven zelfs! Denken in mogelijkheden met de blik gericht op het resultaat. Het vraagt andere competenties en vaardigheden van medewerkers dan bij de oude manier van werken en het vraagt een andere stijl van leiding geven. Vertrouwen is het sleutelwoord, gelijkwaardigheid in gesprekken het uitgangspunt.
10
Proloog/noot van de schrijver Dankzij de inbreng van verschillende mensen die voor dit boek zijn geïn-
Als schrijver/samensteller van het boek en relatieve buitenstaander in de
terviewd en de mensen uit de praktijk van Mienskipssoarch, hebben we
sector ben ik geraakt door de gedrevenheid waarmee er gewerkt wordt aan
achtergronden, ervaringen en voorbeelden op kunnen tekenen die duide-
een nieuwe, menswaardige inrichting van ons zorg en welzijn systeem.
lijk maken wat abstracte woorden als transitie, decentralisatie en cultuur-
Ik deel de frustratie van de mensen “in het veld” over de taaiheid van het
omslag nu in de praktijk betekenen. Het schrijven van dit boek gebeurde
systeemdenken, over de fouten die onvermijdelijk gemaakt worden en de
in de tijd waarin de zorg –en welzijnssector, na jaren van praten, daadwer-
over de onnodige ingewikkeldheid van het hele proces. Wat echter over-
kelijk het gekozen beleid in de praktijk moest gaan brengen. Dat zorgde
heerst na alle gesprekken en bijeenkomsten is het grote respect voor de
voor veel werk voor de bij Mienskipssoarch betrokken mensen; vandaar
mensen die ondanks dat doorgaan. Omdat ze geloven dat het beter en
dat het boek wat later verschijnt dan oorspronkelijk gepland. Het maakt
effectiever kan. Omdat ze de wil hebben dat ook in de praktijk te brengen.
meteen duidelijk dat de praktijk weerbarstiger is dan de theorie…. Het
Desnoods…. met een omweg.
maakt naar we hopen en verwachten de meerwaarde van dit boek voor u als lezer alleen maar groter omdat we er nog een aantal recente inzichten in hebben kunnen verwerken.
11
1 Inleiding
12
Inleiding In tijden van verandering ontstaan soms prachtige initiatieven die datgene
Vervolgens komt aan de orde hoe vanuit de vernieuwende werkwijze de
mogelijk maken waarvan gedacht werd dat het niet kon. Mienskipssoarch
transitie van de Wmo naar het brede sociale domein is ingezet. We kijken
(in het Nederlands: zorg van en voor de gemeenschap) is zo’n initiatief, in
met u terug én vooruit naar de ontwikkeling van Mienskipssoarch. We willen
2007 genomen door een aantal mensen uit de zorg –en welzijnsbranche,
u met dit boek een beeld schetsen hoe een gemeente samen met zorgorga-
de woningcorporatie en de gemeente Boarnsterhim. Gezien de precaire
nisaties op een praktische manier invulling kunnen geven aan de complexe
financiële situatie van de gemeente, was een fundamenteel andere invul-
vraagstukken van de transities. Het voorbeeld van Mienskipssoarch biedt
ling van onder meer de Wmo aanpak noodzakelijk.
een alternatief, biedt oplossingsmogelijkheden voor de belemmeringen, knelpunten en bezwaren die de transities oproepen. We wensen u daarom
Het leidde tot de oprichting van een stichting die onder de naam
vooral veel inspiratie en motivatie door het lezen van dit boek!
Mienskipssoarch aan de slag ging op basis van nieuwe ideeën en uitgangspunten. Hoe Mienskipssoarch het aanpakte, staat uitgebreid beschreven in het boek ‘Efter de foardoar’ uit 2012. We beschrijven in dit boek “Waar een wil is, is een (om)weg” eerst opnieuw op hoofdlijnen wat de aanpak onderscheidend maakt en welke factoren hebben bijgedragen tot het succes. Want dat het een succesvol concept is, bleek al snel in de praktijk. De klanttevredenheid steeg naar bovengemiddeld. En dat terwijl de kosten op het gebied van de Wmo fors werden teruggebracht, al binnen het eerste jaar. Een uitgebreide weergave van de behaalde resultaten vindt u uitgewerkt in bijlage 1 op bladzijde 56.
13
2 Het succes van Mienskipssoarch
14
Wat is goede zorg? Even terug naar de bron van alle veranderingen in de zorg.
geneeskundige zorg. Deze laatste ontwikkeling droeg echter ook weer bij
We hebben in ons land na de traumatische ervaring van de Tweede
aan de sterk toenemende kosten van de gezondheidszorg. Het uitgangs-
Wereldoorlog een samenleving opgebouwd die beantwoordde aan de
punt ‘recht op goede zorg’ werd door de toenemende mondigheid van de
behoefte aan rust, veiligheid en zekerheid. Vanaf de jaren 50 van de
bevolking zelfs vervangen door ‘recht op de beste zorg’, wat zich vertaalde
vorige eeuw is een systeem opgezet, gebaseerd op het verzekerd zijn van
in het gebruik van nog meer middelen en voorzieningen.
goede zorg, ondersteuning en begeleiding. ‘Goed’ werd daarbij ingevuld als ‘overnemen, wegnemen, koesteren en bij de hand nemen’. Het heeft
De kostenfactor bleek uiteindelijk de katalysator in het ontwikkelingsproces
ons land goed gedaan. De gezondheid van mensen nam met sprongen toe.
van de zorgsector. Ook in de discussie en berichtgeving gaat het nu vaak
Consultatiebureaus verzekerden elk (nieuw) gezin van een gezonde start,
over geld en niet over het feit dat we inmiddels anders zijn gaan denken
ouderen konden na een leven van hard werken hun oude dag rustig en
over wat ‘goede/beste’ zorg is, en over de vraag wat de meerwaarde zou
comfortabel doorbrengen in bejaarden- en verzorgingshuizen.
moeten zijn van de zorgorganisaties. Neemt niet weg dat de groei van de zorgkosten het doorvoeren van deze andere visie op zorg uiteindelijk wel
Tot het ging ‘schuren’.
heeft versneld.
Het schuren vond plaats op twee fronten. Al sinds de jaren 80 van de vorige eeuw ontstond onrust in het denken over wat ‘goede’ zorg is. De eerste vraagtekens werden gezet bij het collectieve karakter van ons zorgsysteem, de rol van een steeds grotere groep gediplomeerde, deskundige zorgverleners en het effect ervan op zowel de individuele cliënt als de samenleving in het algemeen. Deze visieontwikkeling en de discussies erover leidden niet direct tot grote aanpassingen in ons zorgsysteem, al werd het wel gebruikelijk om in de communicatie de patiënt/cliënt ‘centraal’ te stellen en werd er gewerkt aan moderne middelen en technieken in vooral de
15
Een andere visie: eigen regie en het verbinden van mensen en mogelijkheden Mienskipssoarch voegt in haar werkwijze de andere visie op zorg samen met
nodige en gewenste voorzieningen ten behoeve van een zo groot mogelijke
het terugdringen van kosten door bij elke zorgaanvraag in eerste instantie
autonomie van het dorp of de wijk. Het verbinden van mensen en mogelijk-
boven tafel te krijgen wat de achtergrond en de context van de vraag is.
heden is hierbij leidend.
Deze manier van werken wordt inmiddels aangeduid met de term ‘vraagver-
Het motto van Mienskipssoarch is ‘simpel waar het kan, professioneel waar
heldering’. Door samen met de mensen de werkelijke behoefte te bepalen
nodig’. Dit motto is de uitwerking van de bovenstaande visie.
en mogelijkheden voor oplossingen in de eigen omgeving te onderzoeken,
Bestuurslid Harrie Dijkstra verwoordt het als volgt:
blijven mensen zelf aan het roer staan. Dit is ‘de regie nemen over eigen leven’ gaan heten. Protocol en wet-, en regelgeving zijn niet langer leidend
“Grote instituten en systeemgerichte zorg zijn niet meer van deze tijd. Deze manier
maar de vraag wat mensen nodig hebben om zo autonoom mogelijk hun
van denken en organiseren sluit niet aan bij de intrinsieke wens van mensen
leven te leiden. Door deze werkwijze wordt bovendien een opvallend lager
om zo lang mogelijk in de eigen gemeenschap te kunnen blijven wonen en er
beroep gedaan op (professionele) ondersteuning en middelen, waardoor
ook onderdeel van uit te kunnen maken. We willen met Mienskipssoarch dat
een financieel voordeel wordt behaald.
doel weer centraal stellen, achter de voordeur kijken naar wat het voor mensen mogelijk maakt om zelfstandig te kunnen blijven functioneren. De omgeving
De kurk waarop deze resultaten drijven, is de manier waarop Mienskipssoarch
wordt daarbij betrokken. Immers, de behoefte aan verbinding in onze samen-
de veranderende maatschappelijke visie op zorg heeft omgezet naar haar
leving is groot. Mensen willen werkelijk wat voor elkaar betekenen. Dat laten de
eigen visie:
diverse initiatieven en grote acties als Serious Request elke keer weer zien”.
Mienskipssoarch ondersteunt mensen, wanneer nodig en gewenst, bij het
Met deze visie, het motto en de aanpak en invulling van de eigen organi-
zo zelfstandig mogelijk verblijven op de door de mensen zelf gewenste
satie maakte Mienskipssoarch een voortvarende start. Op welke manier is
woonplek en maakt daarbij maximaal gebruik van hun eigen mogelijk-
dat in de praktijk gebracht?
heden en de mogelijkheden in de directe leefomgeving. Tevens stimuleert Mienskipssoarch inwoners van dorpen en wijken na te denken over de
16
Achter de voordeur, aan de keukentafel De voormalige gemeente Boarnsterhim had de uitvoering van de Wmo
teren en het stellen van vragen zodat een optimaal beeld werd verkregen
volledig aan Mienskipssoarch uitbesteed. Stichting Mienskipssoarch
over de situatie, het sociale netwerk en de directe omgeving. Tevens waren
voerde de Wmo uit en werkte dorpsgericht. In elk dorp werkte een vaste
de meitinkers op de hoogte van wettelijke kaders. De meitinkers werden
“meitinker” (Fries voor ‘meedenker’) als cliëntondersteuner. Zij behandelde
bij ingewikkelde aanmeldingen ondersteund door een achterwacht, waar
alle vragen over wonen, zorg en welzijn, waarbij de grootste groep cliënten
medewerkers zaten met kennis van deze situaties. Deze achterwacht was
ouderen waren. Bij elke aanmelding werd een huisbezoek gebracht. Meteen
op haar beurt bevoegd voor de toewijzingen die buiten het mandaat van de
vanaf het begin werd het principe van de ‘keukentafel gesprekken’ door
meitinkers vielen. De meitinkers werden aangesteld op basis van vastge-
Mienskipssoarch in de praktijk gebracht.
stelde competenties en leerden gaandeweg steeds mensgerichter en meer op maat te werken. Het loslaten van protocollen was hierbij een vereiste.
Meitinkers kwamen bij de mensen ‘achter de voordeur’ en konden in die
Elke keer stond de vraag centraal; wat hebt u nodig om hier goed te kunnen
veilige omgeving samen met de aanvragers rustig in gesprek gaan over
wonen en leven en op welke wijze kan dit bereikt worden. Specialistisch
diens wensen en behoeften. Dit was op twee punten een grote verandering
advies werd uitbesteed aan De MO-zaak, een landelijk opererende orga-
ten opzichte van de traditionele aanpak:
nisatie die Mienskipssoarch indien nodig van juridisch en medisch advies kon voorzien.
In de eerste plaats bleef de aanvrager in de eigen omgeving en hoefde niet langer naar het gemeentehuis of een kantoor. Dit versterkte het gevoel van
Kenmerkend voor de werkwijze van Mienskipssoarch was en is dat meitin-
gelijkwaardigheid en leidde tot meer openheid in het gesprek.
kers oplossingen niet alleen in de professionele ondersteuning vinden maar vooral in mantelzorgondersteuning en vrijwilligerswerk. De meitinkers
Ten tweede bleek de meitinker een veilige gesprekspartner omdat ze
ontwikkelen de mogelijkheden voor ondersteuning in het dorp en bouwen
niet direct verbonden was aan een partij uit de zorgverlening of aan de
het sociale netwerk uit. Hiermee versterken zij de sociale samenhang, veelal
gemeente. De meitinkers waren bevoegd om hulp en woon- en vervoers-
in samenwerking met verenigingen zoals plaatselijk belang. Een belangrijk
voorzieningen toe te kennen. Ze werden hiervoor geschoold in het goed luis-
onderdeel van dit versterkte sociale netwerk is de pool van freonskippers
17
(‘maatjes’), opgezet om de mogelijkheden voor informele ondersteuning te vergroten. Freonskippers zijn uitkeringsgerechtigden die in een pilotperiode als ‘vrijwilliger-plus’ met een aanvulling op de uitkering inzetbaar waren. Inmiddels zijn zij op basis van minimumloon in dienst bij Mienskipssoarch. Wanneer onvoldoende mantelzorg en/of vrijwilligers beschikbaar zijn, kan de freonskipper ondersteunen tot er een meer structurele oplossing gevonden is. Freonskippers werken onder supervisie van meitinkers. In incidentele gevallen bieden zij ondersteuning aan mensen die tijdelijk meer toezicht nodig hebben. Op deze manier worden in de omgeving van de aanvrager diverse verbindingen gelegd om op de meest eenvoudige manier tegemoet te komen aan de behoefte. Termen die hierbij naar voren komen zijn vraagverheldering, netwerk opbouwen en doel/resultaat gericht werken. Het uitgangspunt was van begin af aan ‘simpel waar het kan, professioneel als het moet’. Van de meitinker vraagt dit een aantal specifieke competenties.
18
Kennis en competenties: luisteren en meedenken Wat vraagt de nieuwe manier van werken van de competenties van de
goed te luisteren en door te vragen zonder een waardeoordeel te geven “yn
meitinker? Het fundament ligt opnieuw in de visie op zorg en de onderlig-
ieren en sinen”. Schokker:
gende waarden. Een meitinker moet begrijpen en onderschrijven op welke uitgangspunten de nieuwe manier van werken is gebaseerd en moet zich
“We kennen allemaal wel de situaties in de zorg waarbij de protocollen voor
hieraan conformeren. Op het gebied van deskundigheid vraagt dit een
gaan in plaats van de eigenlijke vraag of behoefte van de cliënt. Mienskipssoarch
grondige kennis van de Wmo; wat is er mogelijk? Daarbij moet de meitinker
werkt daarentegen juist heel creatief. Het is de omschakeling van ‘dit hebben we
onderscheid kunnen maken tussen de 80 tot 90 procent van de problema-
beschikbaar’ naar ‘wat heeft u nodig, wat wilt u’”. Het leidt volgens mevrouw
tieken die onderling veel op elkaar lijken en relatief eenvoudig op te lossen
Schokker tot een “nuchtere, pragmatische en tegelijkertijd warme aanpak”.
is ende overige, meer complexe situaties, waarvoor meer gespecialiseerde
Daarnaast wijst Schokker op een interessant resultaat uit de praktijk van
collega’s ingeschakeld moeten worden.
Mienskipssoarch: “ Wat er kan, wat de klant zelf wil, is vaak goedkoper dan wat het protocol voorschrijft”.
Er zit ten opzichte van de situatie van voor de transities een belangrijk punt bij de omslag in de manier van denken. In de oude manier van werken
De meitinker is gericht op het aansluiten bij wat iemand zelf kan of wat
stonden het signaleren van de problemen, het overnemen van de oplos-
iemands omgeving mogelijk kan maken. Dit uit zich heel praktisch niet in
singen en het bepalen voor de ander centraal. De nieuwe manier van denken
het benoemen waar iemand recht op heeft op basis van de Wmo wetge-
richt zich op het werken aan de meest urgente benodigde oplossing door
ving of het afgeven van indicaties met een open einde, maar juist in het
te luisteren naar de zorgvrager, zonder de eigen waarden van de meitinker
doorvragen naar wat iemand werkelijk nodig heeft en indicaties voor een
daarbij als uitgangspunt te nemen.
beperkte periode en gericht op een resultaat. Op basis van de voortgang kan eventuele verlenging toegekend worden. Het met de klant uitwerken
Mevrouw Schokker van de Provincie Fryslân definieert deze verschuiving
van oorzaken en oplossingen, betekent dat er verschillen kunnen ontstaan
als van ‘omtinken’ naar ‘meitinken’ of van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’.
in de geleverde ondersteuning.
Mensen van Mienskipssoarch hebben volgens haar de competentie om
19
Dit vraagt om een flexibel aanbod van zorg en diensten waarbij er een duidelijke koppeling plaatsvindt tussen vraag en levering. Op maat, resultaat gericht en binnen een afgesproken tijd. Medewerkers moeten meer dan in het verleden nakomen wat zij afspreken en de vraag teruggeven als blijkt dat zij niet de competenties hebben om er aan te voldoen. Ze moeten zich afvragen wat zij nodig hebben om goed aan de vraag van de burger te voldoen. Het management moet deze vragen van medewerkers op haar beurt ondersteunen. Het zijn parallelle processen. Voor medewerkers in de zorg betekent deze benadering een kanteling in denken van 180 graden. Dit geldt overigens net zo goed voor de zorgontvangers die gewend zijn te denken in ‘rechten’ en zichzelf vaak vergelijken met de ander: “Als de buurvrouw het heeft, heb ik er ook recht op”. Van de meitinker vergt dit de competentie om samen met de aanvrager stil te staan bij wat werkelijk nodig is en welk probleem er opgelost moet worden. Wat ervaart de klant als zijn grootste probleem er hoe gemotiveerd is de klant om aan een oplossing te werken. Inzicht en motivatie zijn van groot belang bij het slagen van de te nemen interventie. Waar kun je, in situaties waarin verschillende problemen zich tegelijkertijd voordoen, een begin maken met de oplossing?
20
Resultaat: eenvoudige oplossingen dichtbij Mienskipssoarch heeft op de beschreven wijze een deel van het welzijns-
De volgende casusbeschrijving is een voorbeeld van eenvoudige, prakti-
beleid van Boarnsterhim uitgevoerd, variërend van coördinatie vrijwil-
sche oplossingen in een cliëntsituatie. Door de toegankelijkheid van de
ligerswerk en mantelzorgondersteuning tot jongerenwerk. De gemeente
meitinker kan de cliënt tijdig ondersteund worden, waardoor de cliënt weer
Boarnsterhim had voor de uitvoering van de Wmo alleen nog een beleids-
grip krijgt op de problematiek en ergere problemen worden voorkomen.
adviseur Wmo in dienst en een medewerker voor de controle en financiële administratie. In het model van Mienskipssoarch is het plattelandskarakter en de kleinschaligheid van de gemeente bepalend geweest voor de ontwikkeling van de werkwijze, in samenhang met het afnemende welzijnswerk, het grote aantal ouderen in de gemeente en het ontbreken van gemeentelijke medewerkers die de loketfunctie voor de Wmo konden vervullen. Ook in de ontwikkeling van het eigen werkmodel is de creatieve en flexibele houding het uitgangspunt geweest.
21
Casus
Schulden en het toetje Een echtpaar zoekt contact met de meitinker vanwege financiële
op letten. Meneer werkt niet meer. Kan hij nog iets anders doen? Een kranten-
problemen. De meitinker gaat op huisbezoek.
wijk? Postbezorger? Hij gaat via internet bekijken of er in de buurt iets is. Mevrouw heeft een 15 uren contract. Is er een gesprek geweest met de werkgever over de
De meitinker: “Ik kom in een rijtjes huis, mooie orchideeën voor de ramen. Ik krijg
gewijzigde thuissituatie? Kan ze meer uren werken? Via een flexibel contract? Kan
koffie en we beginnen het gesprek. Meneer is zijn baan kwijt geraakt en heeft
ze werken in de weekeinden? Ook hier zal ze naar kijken en actief vragen bij de
geen recht op WW. Mevrouw werkt een aantal uren in de thuiszorg. Er is weinig
werkgever. Meneer kan immers nu het huishouden doen en dat geeft haar ruimte
inkomen maar de inwonende dochter betaalt nog kostgeld. We bespreken hun
om meer te werken. We kijken nog naar andere uitgaven. Is er een ander abon-
uitgavenpatroon: waar gaat het geld aan op en wat komt er daadwerkelijk
nement mogelijk voor de tv en internet? Hebben ze beide een mobiele telefoon
binnen aan inkomsten. Ze krijgen van mij een aantal formulieren waarop ze dat
nodig met internet? Of kan dat ook anders?
kunnen invullen. Bij het inkomen hoort ook de zorg- en de huurtoeslag en dus ook het kostgeld. Bij de uitgaven horen ook de jaarlijkse bijdragen aan bijvoor-
Bij het volgende gesprek gaat het niet meer alleen over geld maar ook over de
beeld de begrafenisvereniging en andere zaken die je maar eens per jaar of ieder
relatie. De omstandigheden wijzigen en dus de afspraken en gewoonten in de
half jaar betaald zoals abonnementen en waterschapslasten.
relatie ook. Wanneer zij thuiskomt uit het werk verwacht ze dat hij het eten klaar heeft en dat de was is gevouwen. Kan hij dat? Wat heeft hij nodig om dat te
22
Twee weken later kom ik weer op huisbezoek. De schema’s zijn keurig ingevuld
leren? Kan zij het loslaten en accepteren dat het eten anders gekookt wordt en
en het is duidelijk dat er wel weinig inkomen is maar dat het niet té weinig is.
de was iets anders in de kasten ligt? Kan irritatie naar elkaars werk en doen en
Ze hebben ook de opdracht gekregen de uitgaven van de boodschappen op
laten omgezet worden in iets van dankbaarheid en waardering? Kunnen zij het
te schrijven en dat per ‘categorie’ op te splitsen. Wat geven ze uit aan de bakker
veranderde rolpatroon - voortkomend uit een vervelend werkgevers en werkne-
en de slager, wat aan de drogist en wat aan de supermarkt? Het valt op dat de
mers conflict - als uitdaging gaan zien?
supermarkt en de bakker hoge bedragen zijn. Er worden duurdere producten
Ze zeggen: “We beginnen opnieuw, nog steeds als het zelfde echtpaar maar in
gegeten in plaats van een goedkoper alternatief. Komende weken gaan ze daar
een ander verhouding”.
Een maand later kom ik weer. Ze hebben het leven goed opgepakt. De uitgaven zijn drastisch verminderd en ze vinden het een uitdaging om iedere week iets over te houden en eens per week een luxe toetje te eten in plaats van iedere dag! Een aantal abonnementen op tijdschriften is opgezegd en bij de bakker worden 4 broden gehaald op dinsdag voor de prijs van 3! Meneer geniet van het bijhouden van het kasboek en zij geniet van haar werk. En als ze aan het eind van de werkdag thuiskomt, kan ze rustig de krant even lezen als hij met het eten bezig is. Ze zijn trots op het feit dat ze zich onder deze veranderende omstandigheden goed weten te redden.”
23
Meetbare resultaten Dergelijke voorbeelden geven al een goed inzicht in wat de benadering en werkwijze van Mienskipssoarch oplevert. In de bijlage vindt u een nadere uitwerking van de door Mienskipssoarch behaalde resultaten. Het bleek dat de werkwijze van Mienskipssoarch vanaf het begin concrete besparingen opleverde in de kosten voor de Wmo. Deze zijn vooral behaald op de grootste kostenpost in de Wmo, de huishoudelijke hulp. In Boarnsterhim werd minder hulp geïndiceerd dan landelijk en vergeleken met de landelijke cijfers werd in verhouding minder vaak de duurdere, ‘gespecialiseerde’ huishoudelijke hulp (HH2) en meer de gewone huishoudelijke hulp (HH1) geïndiceerd. Opvallend daarbij is dat, hoewel er minder hulp werd geïndiceerd, de tevredenheid van de cliënten met de aanvraagprocedure hoger was dan gemiddeld in Nederland. De ondersteuning van de meitinkers werd en wordt zeer gewaardeerd. In Bijlage I hebben we de belangrijkste resultaten nog een keer op een rijtje gezet.
24
3 Verdere ontwikkeling Mienskipssoarch
25
In de aanloop naar de drie decentralisaties per januari 2015 heeft
Daarnaast hebben de aankomende decentralisaties geleid tot de opzet van
Mienskipssoarch veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van de organisatie.
verschillende pilots. Om de verbinding te kunnen maken voor oplossingen
In het managen van de organisatie is de uitvoering het vertrekpunt geweest
op het nieuwe, brede sociale domein van de drie decentralisaties is door
voor de aansturing van de organisatie. Aansturing en uitvoering lijken in
middel van de pilots inzicht gekregen in de problematiek en zijn mogelijk-
het proces op elkaar omdat steeds de vraag “wat is nodig om…” centraal
heden voor alternatieve oplossingen verkend. Op basis daarvan kon worden
staat. Deze ontwikkeling liep gelijk op met de herindeling van de gemeente
nagedacht over de verdere invulling van de organisatie. Hierop wordt in het
Boarnsterhim, waardoor Mienskipssoarch met vier nieuwe gemeenten als
volgende hoofdstuk ingegaan.
potentiele opdrachtgevers om tafel moest. Een unieke situatie in Nederland waarin de herindeling in vier gemeenten niet eerder voorkwam. Dit heeft ten eerste geleid tot het verder doordenken van het organisatiemodel dat gebaseerd is op de visie van Mienskipssoarch. Dit model zou toe te passen moeten zijn op verschillende uitgangssituaties in de verschillende gemeenten. Zowel in de dorpen als ook in de stad. Over de ontwikkeling van de organisatie gaat dit hoofdstuk.
26
Decentralisaties en gemeentelijke herindeling Per 1 januari 2014 is de gemeente Boarnsterhim door herindeling verdeeld
De Boer geeft aan dat bij het opzetten van een nieuwe organisatievorm niet
over vier buurgemeenten. Het grootste gebied is verdeeld over de
het bedenken van die nieuwe vorm het lastigste punt is, maar: “het loslaten
gemeenten Leeuwarden en Heerenveen. Mienskipssoarch heeft op verzoek
van de oude, bestaande structuren en verantwoordelijkheden”. “Het vergt een
van de gemeente Leeuwarden een dorpenteam opgezet voor alle vragen
werkelijk andere manier van denken van alle medewerkers. Deze transitie raakt
binnen het sociale domein die spelen in de dorpen aan de zuidkant van
alles en iedereen omdat het om een cultuurverandering gaat. Daarom is trans-
Leeuwarden. Het is een gebiedsteam dat per 2015 het hele sociale domein
parantie in de gesprekken tussen de betrokken partijen van het grootste belang.
moet bestrijken, zoals de sociale wijkteams dat vanuit het Amaryllis-
Je kunt het over bepaalde dingen niet met elkaar eens zijn, maar dan moet je nog
concept in de stad Leeuwarden doen. Inmiddels is een Coöperatie in het
wel doorgaan met wat wél kan. Daarbij spreekt het motto van Mienskipssoarch:
leven geroepen als organisatie model.
‘zo simpel mogelijk’ me in alle opzichten erg aan”.
Henry de Boer, directeur van de Coöperatie, deelt de visie van
In het model van Mienskipssoarch is het vergroten van eigen regie van de
Mienskipssoarch: “Het gaat er om samen te doen wat nodig is om iemand de
cliënt het overkoepelende doel van de geboden ondersteuning. Dit geeft bij
regie te laten houden over zijn of haar leven”. Hij signaleert dat het opzetten
elke vraag richting aan het handelen van de meitinker. Vraagverheldering,
van een nieuwe organisatie op zichzelf een uiting is van de nieuwe benade-
integraal en dorps-/wijkgericht werken, zorgen voor toelating tot voorzie-
ring:“ De wijkteams werken binnen de Coöperatie als ‘mini organisaties’ wat ze
ningen en korte lijnen zijn middelen om het doel van meer eigen regie te
de vrijheid biedt om in te spelen op de verschillen tussen de verschillende wijken in
bereiken. Voor de decentralisaties is verbreding van deze werkwijze naar
de stad. Vanuit dezelfde waarden en visie, kun je zo recht doen aan de verschillen
andere domeinen nodig.
die in een stad als Leeuwarden tussen de verschillende wijken voorkomen”. Dit sluit naadloos aan bij het opzetten van een team specifiek voor de dorpen.
27
Belemmeringen voor vernieuwing Ondanks alle intenties en gedeelde uitgangspunten komen we in de praktijk
Daarmee verdween de visie achter de transities. De visie waarbij we niet
allerlei belemmeringen tegen.
afhankelijkheid , kwetsbaarheid en hulpeloosheid van mensen als vertrekpunt nemen maar iemand benaderen vanuit eigen mogelijkheden en kansen
Zoals we eerder benoemden, is in de discussie over de decentralisatie de
op verbetering en het versterken van de autonomie.
aandacht bijna volledig uitgegaan naar het geld. Daarmee was het antwoord op de vraag “Waarom doen we deze transities?” in veel gevallen: “Omdat het
In veel gemeenten werd inmiddels aangehaakt bij het concept van gebieds-
Rijk wil bezuinigen op de zorg”. Dit impliceert niet alleen een negatieve moti-
teams oftewel ‘sociale wijkteams’. Deze zijn in verschillende variaties
vatie, maar ook een bedreiging voor de bestaande organisaties. Omdat lang
opgezet; met ambtenaren en zorgmedewerkers, alleen met zorgmedewer-
onduidelijk bleef hoeveel er zou worden bezuinigd en wat dit betekende
kers of met mensen uit de zorg en vrijwilligers. In vrijwel alle gevallen,
voor de beschikbare budgetten, bleef concrete actie vanuit gemeenten en
werden de teams ingevuld met mensen uit de oude organisaties; gemeentes
zorgorganisaties veelal uit.
en of de bestaande zorgleveranciers.
Een aantal organisaties begon alvast wel met reorganiseren, waardoor het
In oktober 2014 kwam de gewenste duidelijkheid in de vorm van budgetten
nieuws werd gedomineerd door verhalen over ontslagrondes en afnemende
en bedragen. En inderdaad, het betekende in alle gevallen minder geld dan
kwaliteit van de zorg versterkt door de zienswijze van veel aanbieders dat
in het oude systeem. Dit leidde tot verlies van banen. Bij organisaties in de
de vraag naar hun producten niet zal afnemen vanwege de in hun organi-
zorg werden de consequenties van de transitie nu helder. Het zorgde voor
saties aanwezige specialistische kennis. Bij gelijkblijvende vraag zou de
spanning in de hele sector waarbij medewerkers vreesden voor hun baan
kwaliteit door de kleinere budgeten afnemen.
en cliënten en zorgverleners vreesden voor de inzet, beschikbaarheid en kwaliteit van zorg en ondersteuning.
28
Deze hiervoor beschreven situatie situatie verschilt natuurlijk sterk van de oorspronkelijke startpositie van Mienskipssoarch in Boarnsterhim omdat daar met een schone lei kon worden begonnen. Haar medewerkers konden gemotiveerd kiezen voor de uitgangspunten en aanpak, zonder onderdeel te zijn van een herstructurering van de bestaande zorg –en welzijnsorganisaties. Daar waar mogelijk is zo’n start nog altijd het meest effectief. In de realiteit zal echter in 2015 veel aandacht moeten zijn voor het veranderproces waarin medewerkers vanuit verschillende achtergronden op een voor hen nieuwe manier met nieuwe doelgroepen en cliënten gaan leren werken. Ook hierbij gelden dan de vragen wat heb je nodig om je werk goed te kunnen uitvoeren en hoe kan ik je daarbij ondersteunen?
29
De ontwikkeling in Leeuwarden en voortschrijdend inzicht Ook in Leeuwarden vindt de transitie plaats op basis van bestaande struc-
medische kennis door de samenwerking geborgd. Hoe is dit in de praktijk
turen en organisaties. Mienskipssoarch, de MO-zaak (een landelijk werkende
aangepakt?
organisatie voor advisering op het gebied van toegangsbepaling, etische vraagstukken, beleid en backoffice ondersteuning met betrekking tot het
Verbinden en leren
Sociaal Domein en uitvoeringsorganisatie voor de Wmo en Jeugd voor de
Het automatiseringsmodel van de Mo-zaak is onder begeleiding van de
gemeente Leeuwarden) en de gemeente Leeuwarden willen toewerken
Mo-zaak geïmplementeerd. In eerste instantie is de deskundigheid van
naar één integraal uitvoeringsproces waarin alle werkgebieden binnen het
medewerkers van het dorpenteam verbreed. Er is kennis en ervaring uitge-
Sociaal Domein verbonden zullen zijn.
wisseld tussen de sociale wijkteams in Leeuwarden en het dorpenteam. Er
Mienskipssoarch en de Mo-zaak zagen praktische mogelijkheden om
is intensief bijgeschoold om de team kennis te laten nemen van nieuwe
hier vorm en inhoud aan te geven met de ontwikkeling van een dorpen-
vragen die per 2015 in de Wmo zijn opgenomen. Vervolgens zijn een maat-
team voor de dorpen en tevens het plattelandsgebied van de gemeente
schappelijk werker, een deskundige op het gebied van schuldenproblema-
Leeuwarden. Door de deskundigheid van beide organisaties te verbinden
tiek en een deskundige op het gebied van jeugdzorg aangenomen in de
en de werkwijzen te laten aansluiten en waar mogelijk te integreren, kan
functie van meitinker. Op deze wijze worden stap voor stap de verschillende
een praktische en toch zorgvuldige en voor cliënt herkenbare uitvoering
domeinen in de toegang tot voorzieningen en de eerstelijnsondersteuning
worden gerealiseerd tegen gunstige kosten. De MO-zaak zou voor het
opgenomen. Door de toegang op een breed gebied te laten verzorgen voor
dorpenteam Boarnsterhim bovendien de financieel-administratieve taken
zowel professionele ondersteuning als ondersteuning vanuit het vrijwilli-
kunnen verrichten, zoals ook voor de gemeente Leeuwarden al werd en
gerswerk, is integraliteit van oplossingen gewaarborgd en de onafhankelijk-
wordt gedaan.
heid van aanbieders in de eerste en tweede lijn. de Mo-zaak adviseert het dorpenteam bij twijfels over de professionele toelating.
Beide partijen zagen een duidelijke meerwaarde in een intensievere
30
samenwerking waarbij elkaars deskundigheid verbonden kon worden en zo
Generalistische aanpak en specialistische kennis
over en weer geleerd kon worden. Bovendien waren juridische kennis en
In het nieuwe model bestaat het dorpenteam nog steeds uit meitinkers
ondersteund door freonskippers. Een aantal van hen is nu specialist met
Onafhankelijk en een vast aanspreekpunt
betrekking tot bepaalde inhoudelijke hulpvragen. De meitinkers zijn de
Bij de ‘doorschakeling’ van vragen wordt steeds afgesproken wie vanuit het
onafhankelijke toegang tot zorg, begeleiding en diensten en zijn breder
dorpenteam de contactpersoon is voor de cliënt. In alle gevallen krijgt de
inzetbaar dan in de oorspronkelijke opzet. De keuze voor deskundigen
cliënt ondersteuning die onafhankelijk is van aanbieders. De contactper-
en specialisten die intern beschikbaar zijn is afhankelijk van de omvang
soon is waar nodig tevens cliëntondersteuner en indien nodig de zorgcoör-
en vooral de complexiteit van de vraag. Gaandeweg wordt in de praktijk
dinator, regelt de aanvraag en inzet van ondersteuning en bewaakt naast
duidelijk welke deskundigheid ter plaatse en welke op afroep beschikbaar
de klant dat doelen worden bereikt. Bij meer complexe problematiek kan
moeten zijn. Het is een organisch proces dat op een flexibele wijze vorm
de zorgcoördinatie worden overgedragen aan de meest betrokken zorgver-
krijgt. De meitinker beoordeelt of het om een eenvoudige of complexere
lener. De Meitinker ziet erop toe dat er één aanspreekpunt is voor de cliënt.
aanmelding gaat.
De werkwijze is gericht op afspraken maken en nakomen.
Nog steeds staat het verhelderen van de vraag centraal. Bij eenvoudige
Voor de cliënt betekent het model van het dorpenteam dat er één duidelijke
aanmeldingen wordt met de cliënt een oplossing gezocht en waar nodig
toegang is voor alle vragen op het gebied van wonen, werk en inkomen
worden voorzieningen toegewezen. De eerste en tweede lijn en het vrijwil-
en zorg en welzijn. Doordat de vraagverheldering voorop staat en door de
ligerswerk bieden in onderlinge samenhang de benodigde zorg en onder-
afstemming tussen meitinkers, deskundigen, specialisten en aanbieders
steuning. De meitinker ziet daar als onafhankelijk aanspreekpunt bij de
hoeft de cliënt maar één keer zijn of haar verhaal te vertellen en kan snel
inzet van ondersteuning op toe. De meitinker kan ook verder in het traject
en efficiënt worden gewerkt. Doordat het dorpenteam onafhankelijk is van
de regiefunctie van de cliënt op zich nemen als blijkt dat deze daartoe niet
aanbieders en doordat alle vragen in samenhang worden bekeken, kan met
in staat is. De meitinker kan binnen het mandaat een aanbieder verant-
de cliënt zorg en ondersteuning worden gezocht die optimaal aansluit bij
woordelijk stellen voor (een deel) van de te behalen resultaten bij de cliënt.
de vraag en ‘simpel waar het kan en professioneel waar nodig´. Door het
Voor de betrokken cliënt is er dus altijd één stabiel aanspreekpunt. Hij kan
leveren van maatwerk wordt de regie van cliënt vergroot.
hier altijd een beroep op doen.
31
Wanneer de cliënt niet of niet volledig in staat is om zelf de regie in handen
ondersteuning worden vastgesteld en na een bepaalde periode worden
te houden, kan het dorpenteam dit overnemen of als onderdeel van de
geëvalueerd. Wat past nog steeds, waar is eventueel aanpassing nodig?
ondersteuning inkopen. In alle gevallen biedt het dorpenteam een onafhan-
Deze manier van werken biedt openheid, duidelijkheid en eenheid binnen
kelijk, vast aanspreekpunt.
het team en de organisatie. Er wordt inzicht verkregen in kosten en baten. De meitinker is daarbij de vaste contactpersoon.
Versterken van de sociale cohesie in de mienskip Behalve het belang van de individuele cliënten, hebben we gemerkt dat
Dit mag wellicht klinken als een open deur, maar was in de oude manier van
door directe contacten van de meitinker in de dorpen, waaronder contacten
werken niet de dagelijkse praktijk. Juist dit resultaat gericht werken, met
met het vrijwilligerswerk en de dorpsverenigingen, de sociale cohesie in
het coördineren van de verschillende ondersteuning, is kenmerkend voor
de dorpen versterkt wordt en uitbreiding van het aanbod vrijwilligerswerk
de nieuwe manier van werken in de zorg. Voorheen werd door de verschil-
gestimuleerd.
lende hulpverleners gewerkt vanuit hun eigen specialisme met een sterke nadruk op het verlenen van de zorg volgens voorgeschreven regels en
Kwaliteit en hoe deze te behouden
protocollen. Persoonlijke verantwoordelijkheid voor resultaten ging schuil
Onze kwaliteit staat of valt met het bieden van maatwerk. Dit willen we
achter het correct volgen van de procedure. Het resultaat was onderge-
borgen door zowel de meitinkers als de deskundigen en specialisten de
schikt. Dit heeft de ondersteuning een onpersoonlijk en bureaucratisch
situatie op verschillende gebieden in hun samenhang te laten beoor-
gezicht gegeven. Dat is natuurlijk nooit de intentie geweest. Checklists en
delen. Tegelijkertijd willen we de kwaliteit van de geboden ondersteuning
procedures hadden als doel de kwaliteit van zorg te garanderen, los van
versterken door deze te zoeken in zowel in mantelzorg en vrijwilligerswerk
de hulpverlener. Mocht de cliënt een andere hulpverlener krijgen, dan kon
als in het professionele werkveld en te zorgen voor een goede verbinding
hij/zij toch rekenen op continuïteit in de ondersteuning. Daarnaast hadden
tussen de diverse vormen van ondersteuning.
alle protocollen tot doel om inzicht te geven in hoe de ondersteuning werd ingevuld. Wat werd er precies gedaan? Op basis waarvan? Helaas zijn deze
32
Hoewel het wellicht paradoxaal klinkt, wordt meer maatwerk geleverd
op zichzelf zuivere intenties overschaduwd geraakt door een focus op deze
wanneer er resultaatgericht en methodisch wordt gewerkt. Met name het
regels en procedures. Zorg en ondersteuning nieuwe stijl richt zich juist
woord “methodisch” kan associaties oproepen met checklists en procedures.
weer op het resultaat. Wat heb je aan de geboden ondersteuning? En omdat
In onze praktijk betekent het vooral dat voor elke cliënt de doelen van
de professional weer meer zichtbaar wordt, krijgt ook de ondersteuning
weer een persoonlijk gezicht waarmee je in gesprek kunt gaan om waar
specifieke (eind)verantwoordelijkheden waaronder die voor de kwaliteit
nodig de ondersteuning bij te stellen of stop te zetten. Daar komt bij dat
van de toegang. De teamleider bepaalt of en wanneer specialisten worden
wanneer je als als hulp-, zorgverlener betrokken bent in een situatie, je dus
ingezet. Meitinkers worden gestimuleerd om zo autonoom mogelijk hun
ook verantwoordelijkheden hebt met betrekking tot de te behalen doelen.
werk te doen. Vooralsnog is de teamleider verantwoordelijk voor het in
De situatie van verschillende hulpverleners achter één voordeur waarbij
beweging houden van het dorpenteam, zodat de medewerkers creatief
niemand het voortouw neemt is daardoor op termijn verleden tijd.
worden en blijven in het vinden van oplossingen. De teamleider moet hen faciliteren en zich op termijn overbodig maken.
Hoe kun je kwaliteit meten?
Daarnaast is de teamleider verantwoordelijk voor het gesprek met aanbie-
Kwaliteit is een uiterst breed begrip en lang niet altijd in meetbare criteria
ders van professionele ondersteuning over mogelijkheden in het aanbod.
te vangen. Toch is het bij resultaatgericht werken van belang een aantal
De vraag van de cliënt is hierbij altijd het vertrekpunt.
punten te benoemen die als houvast dienen bij het volgen van de kwaliteit van de geboden ondersteuning. Het gaat dan om onder meer:
Kwaliteit van dienstverlening wordt verder geborgd door intervisie, deskun-
• cliënttevredenheid
digheidsbevordering en gezamenlijke casusbesprekingen van meitinkers
• doorloopsnelheden
met deskundigen en specialisten.
• gebruik en soort voorzieningen • uitvoeringskosten
Voor de organisatie is het van groot belang om daarnaast er voor te zorgen
• medewerkerstevredenheid
dat medewerkers met een goed gevulde rugzak op pad gaan. In deze rugzak moeten zich elementen bevinden op het gebied van kennis en competen-
Hiermee kunnen veranderingen worden gesignaleerd. Deze veranderingen
ties voor een goed gesprek. Daarnaast moeten meitinkers mandaat hebben
kunnen indicatief zijn voor de kwaliteitsveranderingen, maar ook voor het
naast een goede back-up en ondersteund worden door hun teamleider in
ontstaan van verandering in de vraag.
leren en handelen. Het is een parallel proces waarin de teamleider voortdurend met medewerkers bespreekt wat zij nodig hebben om de goede
Hoe zorgen we ervoor dat de kwaliteit gewaarborgd blijft?
dingen goed te doen dan wel te doen wat nodig is. De organisatie moet dit
Een centrale rol in het hooghouden van de geleverde kwaliteit ligt in deze
proces ondersteunen op basis van haar eigen visie gericht op mensen en
implementatiefase bij de teamleider. Zij of hij heeft in dit model een aantal
hun autonomie.
33
Casus
Familie Karsten Waar leidt dit toe in de praktijk? Een voorbeeld:
Mevrouw heeft ruime ervaring als receptioniste. Zij is ruim 2 jaar geleden ziek geworden en kreeg na 2 jaar ziektewet een WW-uitkering van ongeveer
De vraag
500 euro per maand. Dit werd aangevuld met kinderbijslag en kind gebonden
Via de welzijnsorganisatie van Leeuwarden wordt bij de meitinker van het
budget. Dit alles is sinds januari gestopt omdat de familie niet ingeschreven
dorpenteam gemeld dat de familie Karsten financiële problemen heeft. Het
staat in het gemeentelijke administratiesysteem. Mevrouw ontvangt alleen
gezin bestaat uit meneer en mevrouw en een 13-jarige zoon van meneer
post van het UWV op haar huidige adres. Mevrouw is bijna de hele winter
uit een eerder huwelijk. De familie woont sinds een half jaar op een vakan-
niet uit buiten geweest. De heer probeert haar te motiveren om de deur uit
tiepark in een stacaravan die ze van particulieren huren. Zij zijn hier komen
te gaan om een stukje te wandelen of voor het doen van een boodschap.
wonen toen ze uit huis zouden worden gezet vanwege schulden. In eerste
Als reden noemt mevrouw vaak haar ziekte. Meneer brengt regelmatig zijn
instantie waren er schulden bij de belastingdienst door een teveel aan
zoon van en naar school, doet de boodschappen etc.
verkregen zorg- en huurtoeslag. Er ontstonden meerdere schulden, huurachterstanden etc. Buren, familie etc. wisten van niets omdat de familie
De heer Karsten heeft gewerkt in de bouw, maar werkt al vele jaren niet
zich schaamde voor de kinderen. De familie wist zich geen raad meer met de
meer. Doordat zijn vrouw een vast inkomen had, konden ze rondkomen.
vele dwangbevelen en deurwaarders, maar wist nergens aan te kloppen.
Hij wil graag werken, maar kan zich niet inschrijven als werkzoekende omdat hij geen woon- en verblijfplaats heeft op dit moment. Hierdoor heeft
Om de daadwerkelijke uithuiszetting te voorkomen, -met name voor de
meneer dus ook geen uitkering. Hij wil alles wel doen.
zoon - heeft familie er voor gekozen om met de stille trom te vertrekken en alles achter te laten. De familie heeft de verhuizing wel aan de gemeente
De zoon woonde voorheen bij moeder. Door problemen, uithuiszetting, is
doorgegeven, maar omdat het geen vast adres is, is het niet in de gemeen-
hij enkele jaren geleden bij vader komen wonen. Hierbij hebben ze destijds
telijke administratie opgenomen. Volgens de gemeentelijke registratie
begeleiding van jeugdzorg gehad. De zoon is door de rechter aan vader
heeft de familie geen vast verblijf en/of postadres. In het voorjaar moet de
toegewezen. Hij gaat naar het VMBO met extra begeleiding.
familie weer op zoek naar een andere plek om te wonen.
34
De zoon heeft veel vrienden en is volgens de heer en mevrouw open over
Op de vraag waar ze behoefte aan hebben zeggen ze: “een huis, een adres
de situatie. De heer en mevrouw geven aan dat er goed voor hem wordt
om te wonen”. Wensen hebben ze verder niet. De familie wil graag geholpen
gezorgd, hij komt niets tekort. De ouders zorgen voor eten en drinken, op
worden en zijn erg bereid mee te werken. Ze zien in dat het 5 voor 12 is en
tijd naar schoolgaan, helpen bij huiswerk etc. Zij eten zelf vaak alleen brood
steken hand in eigen boezem. Ze zetten de zoon op de eerste plaats.
omdat ze zo wat kunnen besparen om de zoon goed te eten kunnen geven. Wel geven ze aan dat hij nieuwe gymkleding en schoenen nodig heeft maar
De oplossing
hier geen geld voor is. De heer en mevrouw hebben geen extra kleding.
De meitinker heeft contact opgenomen met een woningbouwcorporatie
Meneer heeft alleen dat wat hij aan heeft, zijn schoenen zijn kapot. Beide
om de mogelijkheden voor het verkrijgen van een woning te bepreken. De
zijn sober gekleed. De zoon heeft als enige van het gezin wel extra kleding,
familie komt niet in aanmerking voor een urgentieverklaring omdat zij nog
omdat de heer en mevrouw niet willen dat hij iets tekort komt en/of de
geen 6 maanden staan ingeschreven en aangemeld moeten worden door
kinderen van school hier opmerkingen over maken.
een hulpverlenersinstantie. Een andere belemmering voor een woning is de eerdere huurschuld die nog open staat.
Naast gymkleren en nieuwe schoenen moet er een schoolreisje van 30 euro betaald worden, wat ze proberen bij elkaar te sparen maar wat eigenlijk
De woningbouwcorporatie gaf aan dat de anti-kraak organisatie misschien
niet kan. De meitinker vraagt zich af of contact met school opgenomen kan
iets heeft, of er particulier iets te huur is. De meitinker heeft gemeente-
worden om te vragen of hier een potje voor is.
ambtenaren de situatie uitgelegd met als gevolg dat er die zelfde dag nog een aanvraagformulier voor een bijstandsuitkering wordt gebracht. De
Het gezin heeft geen auto, de heer en zijn zoon hebben een fiets. Het
meitinker vult dit met meneer in en brengt hem naar het stadskantoor.
ID-bewijs van de heer is verlopen evenals zijn rijbewijs. Het gezin is niet
Meneer heeft geen geld om zelf de reis te betalen.
verzekerd voor ziekte etc. Het gezin maakt geen gebruik van de voedselen/of kledingbank. Er zijn geen andere hulpverleners bij dit gezin bekend
De meitinker is vervolgens met meneer Karsten naar Leeuwarden geweest
en of betrokken.
voor een intake bij de voedselbank. Meneer kreeg een noodpakket en kan
35
Casus
voor de komende 6 maanden iedere 2 weken een voedselpakket af halen.
In de buurt had de meitinker een alleenstaande oudere heer bezocht
Bij het stadskantoor is een ID-bewijs aangevraagd en tevens is een aanvraag
vanwege een Wmo- aanvraag. Deze heer had behoefte aan gezelschap en
gedaan om de kosten via de bijzondere bijstand te vergoeden. De Meitinker
iemand die kleine klusjes in huis kon doen. De meitinker heeft mevrouw
heeft kleding voor meneer geregeld , waar hij erg blij mee was. Ook is er
Karsten benaderd of zij deze heer eens wilde bezoeken. Hij zou de reis
contact met school geweest voor geld uit een potje om het schoolreisje
betalen als ze langskwam. Mevrouw heeft geholpen met koper poetsen
voor de zoon te betalen. Ook dit wordt geregeld.
en met meneer gepraat. “Daar was ik hoofdzakelijk voor”, zei ze. Maar ook deed ze boodschappen voor zijn verjaardag en andere kleine klusjes. Ze gaf
Twee keer per week belt de meitinker samen met meneer de organisatie
aan meneer regelmatig te bezoeken omdat ze dit zo leuk vindt en zinvol.
voor daklozen(crisis)opvang voor het verkrijgen van woonruimte. Meneer
Volgens haar man had ze ineens veel meer energie.
blijkt het door schaamtegevoelens lastig te vinden zelf te bellen. Na een maand bellen blijkt er plaats te zijn bij de crisisopvang in een De heer Karsten wil ook graag iets om handen hebben. De meitinker heeft
naburige gemeente. De heer en mevrouw Karsten worden uitgenodigd op
meneer bemiddeld bij 2 adressen waar vanwege beperkingen van bewoners
een intake. De familie kan terecht in een crisiswoning.
het zware werk in de tuin niet meer kan worden gedaan. Meneer heeft de beide tuinen gedaan. Hij is er vele malen geweest. Hij vertelde dat hij weer
Drie maanden later belde meneer zelf met de mededeling dat ze een huis
iets voor iemand betekende. Hij kreeg ook nog een pakje shag en lekkere
hadden gekregen en erg blij waren daar te kunnen gaan wonen.
koffie. “Maar zonder dat had ik het ook gedaan”.
36
Toelichting vanuit de manier van werken van Mienskipssoarch De problemen in het bovenstaande gezin zijn niet gering, maar het gaat vooral om een stapeling van op zichzelf relatief eenvoudige problemen en niet om complexe problematiek. De meitinker kan hierbij ondersteunen in het vinden van oplossingen. Hoewel de aanleiding van het contact de schuldenproblematiek was, is de meitinker begonnen met het oplossen van de meest acute problemen: de inschrijving bij de gemeente, eten en kleding en geld voor het schoolreisje. Daarna zijn de volgende stappen gezet om een huis en een uitkering te krijgen. Er is daarbij gekeken wat het gezin zelf kon doen in het oplossen van problemen (inschrijven bij gemeente en voedselbank, bellen voor woonruimte) en er is gebruik gemaakt van beschikbare voorzieningen. Nadat de eerste voorwaarden om een woning te krijgen, de wens van het gezin, waren geregeld, is er gewerkt aan het vergroten van de participatie (wens van de heer) door bemiddeling van de heer in het vrijwilligerswerk. Vervolgens is mevrouw ook geactiveerd middels vrijwilligerswerk. Mogelijk kan het gezin, nu het een en ander weer op de rails staat, langzamerhand de schulden verder zelf aflossen. Het gezin heeft de regie over het eigen leven weer terug gekregen.
37
4 Vernieuwing door pilots
38
In de jaren die achter ons liggen, is Mienskipssoarch met name actief
Naast deze operationele ontwikkeling, heeft Mienskipssoarch zich eveneens
geweest op het in de praktijk brengen van de nieuwe visie en het bijbeho-
gericht op een projectmatige benadering van structurele problemen in de
rende (financiële) beleid op het gebied van de Wmo. Dat is gebeurd vanuit
vorm van onderzoek en pilots. In deze onderzoeken stond het doorgronden
een doordachte strategie en een even doordacht werkproces waarin kennis,
van de oorzaak van problemen centraal en/of juist het ontwarren van op
competenties en een voor iedereen begrijpelijk proces leidend waren en
het eerste gezicht in de knoop geraakte processen. Deze pilots hebben
nog altijd zijn.
veel bijgedragen aan het inzicht in de bestaande/oude zorglandschap en bieden een stip op de horizon voor nieuwe oplossingsmogelijkheden. In dit hoofdstuk hebben we een aantal pilots en de daaruit getrokken conclusies voor u op een rijtje gezet. In de volgende paragrafen worden achtereenvolgens besproken wat de pilots voor de AWBZ-begeleiding, jeugdzorg en participatiewet inhielden en wat ze hebben betekend voor de werkwijze van Mienskipssoarch.
39
Decentralisatie AWBZ-begeleiding In 2012 heeft Mienskipssoarch in samenwerking met het onderzoeksbureau “Van Toepassing” een onderzoek
uitgevoerd1
naar het gebruik van Awbz-
• gezelschap (verlichting van eenzaamheid, onder de mensen zijn,
samen dingen doen)
begeleiding om aanknopingspunten te vinden voor de ontwikkeling van
• dagbesteding (afleiding, erop uit kunnen/mobiel zijn, tegengaan van
passend aanbod. Hiervoor zijn 245 cliënten geïnterviewd, op basis waarvan
cliëntprofielen zijn beschreven. Van 137 interviews zijn uitgebreidere
• zelfstandigheid (zelfstandig willen blijven, zich veilig voelen, thuis
gespreksverslagen gemaakt. Mienskipssoarch heeft in samenwerking met
CMO-Partoer vanuit de gespreksverslagen aanknopingspunten gezocht
• ondersteuning mantelzorg
voor een meer passend, en mogelijk goedkoper, aanbod2.
• psychosociale steun en ontwikkeling
De geïnterviewde cliënten hadden begeleiding vanwege lichamelijke
Ruim 20% van de geïnterviewden gaf aan zonder begeleiding niet zelf-
beperkingen, verstandelijke beperkingen en/of psychiatrische of geriatri-
standig thuis te kunnen blijven wonen. De benodigde begeleiding is niet
sche problematiek en niet aangeboren hersenletsel. Het in kaart brengen
altijd complex en omvat niet altijd zoveel uren, maar is wel essentieel.
van de wensen en behoeften van de cliënten bleek lastig, omdat vaak wordt
De begeleidingsfunctie (individuele begeleiding, groepsbegeleiding en
geredeneerd vanuit het bestaande aanbod. Daarom werd in dit onderzoek
kortdurend verblijf) bleken vooral uit PGB’s bekostigd te worden en weinig
op verschillende manieren gevraagd naar wensen, verbeteringsmogelijk-
als zorg in natura, vooral als het gaat om de begeleiding van kinderen. Een
heden in de ondersteuning en de betekenis van de huidige begeleiding.
derde van deze ondersteuning bleek door mantelzorgers (gezin, familie,
De cliënten gaven aan dat de begeleiding vooral van belang was voor de
persoonlijke netwerk) te worden verricht. Er wordt vaak voor een PGB
verveling, leuke dingen doen, bezig zijn) blijven wonen, orde en structuur hebben
volgende punten:
40
1 Het
gebruik van Awbz-begeleiding en aanknopingspunten voor de ontwikkeling van een passend aanbod. Mienskipssoarch, 2012.
2 Wat
betekent begeleiding voor mij? Mienskipssoarch en Partoer, 2013
gekozen, omdat er geen passend aanbod kan worden gevonden in zorg in natura. Regelmatig werd ook aangegeven dat het een lange zoektocht is om passende hulp te vinden. Een belangrijke reden om de zorg met mantelzorg in te vullen is daarbij dat de zorg dan verspreid over de dag gegeven kan worden. De mantelzorger is in een dergelijk geval werknemer van het eigen kind. Zowel bij de cliënten met zorg in natura als met PGB was er behoefte aan meer sociaal contact, meer mogelijkheden om naar buiten te gaan en iets te ondernemen. Groepsbegeleiding bleek niet altijd goed aan te sluiten door de samenstelling van de groep en de belasting die het functioneren in de groep teweeg brengt, zoals bijvoorbeeld bij jongeren met autisme of mensen met niet aangeboren hersenletsel. De cliënten met een PGB bleken bovendien vaker behoefte te hebben aan begeleiding om de ontwikkeling beter te kunnen stimuleren of het gezin meer te ontlasten. Belangrijke conclusie van deze pilot was dat een deel van de begeleiding, vooral het gedeelte waar het gaat om gezelschap en activiteiten mogelijk door vrijwilligers kunnen worden gedaan. De volgende casus is een mooi voorbeeld.
41
Casus
Contacten leggen in het dorp Op verzoek van de GGZ ging de Meitinker op bezoek bij een alleenstaande
Vervolgens heb ik de ideeën van bijvoorbeeld een inloop- of soosmiddag met
man van ongeveer 80 jaar. Enkele jaren geleden was zijn vrouw overleden,
hem besproken en is het balletje verder gaan rollen. In het dorp was niet iets
hij miste haar nog steeds en raakte maar niet uitgepraat over haar. Hij werd
dergelijks georganiseerd. Thuiszorginstelling, verzorgingshuis, huisarts, plaatse-
depressief en ook de contactpersoon van de GGZ wist niet wat hij hier mee
lijk belang zijn op initiatief van Mienskipssoarch samen gaan overleggen. Welke
aan moest. Hij vroeg zich af of een indicatie voor dagopvang of dagbeste-
mogelijkheden zijn er, wat kunnen we bieden, hoe komen we aan vrijwilligers,
ding op zijn plaats was.
ruimte enz. Intussen kwam ik tijdens het afleggen van huisbezoeken steeds meer mensen tegen die dezelfde behoefte hadden: een praatje, misschien samen
De Meitinker:
koken en eten, film draaien enz.
“Ik ben bij meneer op bezoek geweest en heb hem de eerste keer laten praten, toen ik vertelde dat ik een week later weer kwam was hij erg verrast. Ik vroeg
Enkele maanden na het eerste contact kwamen de eerste soos bezoekers bijeen,
hem tijdens het tweede bezoek waar hij nog wel eens om kon lachen en waar
inmiddels is dat een keer per 14 dagen. Mocht blijken dat er meer behoefte is dan
hij blij van werd. Erg verbaasd keek hij mij aan. Hij hoefde hierover niet lang na
zou het vaker kunnen. De opkomst is steeds erg goed, en ook het aantal vrijwil-
te denken. “Zoals u hier bij mij zit, ik hoef niets maar ben niet alleen”. Hij had
ligers dat zorgt voor een gezellige middag met activiteiten voor degenen die
behoefte aan een praatje, contact, bezigheid.
dat willen, is behoorlijk. Op deze manier hebben de mensen geen indicatie voor dagopvang nodig en de soos voorziet duidelijk in een behoefte in het dorp.”
42
Meer algemeen gesproken is het uitgangspunt van Mienskipssoarch steeds geweest dat deeltaken mogelijk door vrijwilligers kunnen worden overgenomen. Daarbij is het voor veel cliënten en hun mantelzorgers van belang dat continuïteit wordt geboden. Een pool van vrijwilligers ondersteund door freonskippers kan daarin een uitkomst zijn. Om bij vragen op het gebied van begeleiding vanaf 2015 goede cliëntondersteuning te kunnen bieden, heeft Mienksipssoarch expertise op het gebied van jeugdzorg en maatschappelijk werk in huis gehaald. De meitinkers zijn bovendien geschoold door MEE (ten behoeve van mensen met een beperking), Fier Fryslân (ten behoeve van onder andere geweld in relaties) Zienn (ten behoeve van maatschappelijke opvang). Daarbij wordt voor verschillende problematiek afgestemd met relevante organisaties zoals GGZ, revalidatieoorden, verslavingszorg en MEE.
43
Jeugdzorg In het onderzoek naar AWBZ-begeleiding zijn 30 gesprekken geanalyseerd waarbij begeleiding aan jeugdigen aan de orde was4. De begeleiding van jongeren bleek vrijwel altijd vanuit een PGB te worden bekostigd en vaak door mantelzorg verricht. De mantelzorg biedt begeleiding omdat een passend aanbod in zorg in natura ontbreekt of bij het gezin niet bekend is. In die situaties dreigt vaak overbelasting van de mantelzorg. Doordat bovendien niet methodisch aan doelen wordt gewerkt kan ook niet worden nagegaan of doelen worden bereikt. Om goed te kunnen bepalen welke taken in begeleiding door mantelzorg of vrijwilligers kunnen worden gedaan en waarvoor professionele begeleiding nodig is, is een meitinker aangesteld die gespecialiseerd is in jeugdzorgproblematiek. Deze meitinker kan ook kortdurende, lichte opvoedingsondersteuning geven, zoals in de volgende casus.
4 Behoefte
44
aan begeleiding? De verhalen van 30 jonge mensen met een indicatie voor begeleiding met de inzet van een PGB. Frieslab, 2014
Casus
Stella Het Jongerenteam van Sociale Zaken van de gemeente Leeuwarden heeft een
In overleg met Bureau Jeugdzorg Friesland is de ondersteuning van het
cliënt doorverwezen naar het dorpenteam van Stichting Mienskipssoarch.
gezin overgedragen aan de meitinker die gespecialiseerd is op jeugdzorg-
Het gaat om Stella, een vrouw van 24 jaar met 2 kinderen. De vraag vanuit
problematiek. Stella krijgt een kans om te laten zien dat ze de opvoeding
het Jongerenteam is om haar te begeleiden naar werk.
van de kinderen aan kan. De meitinker ondersteunt Stella door middel van gesprekken. Deze lichte opvoedingsondersteuning heeft als doel het
In het eerste gesprek dat de meitinker met haar heeft en waarin de vraag
zelfvertrouwen van Stella te vergroten en haar succeservaringen te laten
wordt verhelderd, wordt het duidelijk dat het begeleiden naar werk geen
opdoen.
haalbaar doel is. Dit gezien haar psychische problemen. Zij is depressief, heeft een negatief zelfbeeld en faalangst. Zij heeft bovendien problemen
Na een begeleidingsperiode waarin ongeveer 10 gesprekken zijn gehouden
in de omgang met haar kinderen. Zij kan moeilijk grenzen stellen en weet
is het duidelijk dat Stella de opvoeding zelfstandig aan kan. Ze is meer
niet goed om te gaan met ongewenst gedrag van haar kinderen. Zij heeft
ontspannen en zekerder in haar manier van opvoeden. Zij geeft ook zelf aan
daarom begeleiding vanuit de GGZ en Bureau Jeugdzorg Friesland. De
de opvoeding aan te kunnen. Voor de nazorg blijft de meitinker contact met
kinderen zijn op haar verzoek tijdelijk uit huis geplaatst bij de grootouders.
haar houden en blijven er korte lijntjes met Bureau Jeugdzorg.
Wat voor Sociale Zaken een enkelvoudig probleem was, geen werk, blijkt
Mogelijk zijn het verkregen zelfvertrouwen en het zelf voor de kinderen
niet een probleem van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Stella zal eerst
zorgen een eerste stap voor Stella om uiteindelijk meer te kunnen partici-
haar privéleven meer op orde moeten krijgen. Zij wil graag weer zelf voor
peren in de samenleving.
haar kinderen kunnen zorgen.
45
Ook in deze casus is eerst gewerkt aan het probleem dat voor de cliënt
dat in de eerste instantie verwacht werd. Het is goed om dat met klanten te
het belangrijkste was. Dus niet de vraag van de verwijzer stond centraal,
onderkennen en opnieuw de vraag te stellen wat dan de meest gewenste
maar de vraag van de cliënt. In de integrale benadering zijn psychische
vorm van aanbod is. Eenvoudig beginnen is altijd het vertrekpunt tenzij de
problematiek, jeugdzorg- en participatieproblematiek in onderlinge samen-
vraag aan het begin al complex is. Al doende kristalliseert de werkwijze zich
hang geanalyseerd om te kunnen besluiten waarmee zou worden gestart en
verder uit. Door de korte lijnen met deskundigen kan de mate van onder-
welke ondersteuning daarbij geboden kon worden. Besloten is dat eenvou-
steuning daarbij makkelijk op- of af worden geschaald.
dige opvoedingsondersteuning door de meitinker geboden kon worden. Dit is mogelijk door de combinatie van competenties van de meitinker en het overleg met deskundigen uit andere organisaties. De meitinker krijgt en houdt daarin de regie. Korte lijnen, direct contact zijn essentieel. Het is steeds de vraag in hoeverre de meitinker zelf de opvoedingsondersteuning biedt en in hoeverre dit beter kan worden uitbesteed. Het is zoeken naar een evenwicht tussen enerzijds het binnen het team oplossen van veel voorkomende (relatief) eenvoudige vragen en nabijheid voor cliënt en anderzijds het belang van onafhankelijke toeleiding. In de opzet van het dorpenteam van Mienskipssoarch wordt ervoor gekozen om relatief eenvoudige kortdurende vragen zelf op te pakken. Maar de scheidslijn is niet zwart-wit. Tijdens de gesprekken kan immers blijken dat de problemen groter zijn dan
46
Participatiewet en jongeren In 2012/2013 is in het project Duet een begeleidingsmethode ontwikkeld voor het vergroten van de participatie van jongeren met
autisme.5
Dit is
bekende resultaten. Daarom is hier vaak andere hulp ingezet. Je doorbreekt zo ineffectieve patronen waardoor toch vooruitgang kan worden geboekt.
later het ‘bagagedragermodel’ gaan heten. In de pilot ‘Meedoen of niet meedoen? Dat is de vraag!’6 hebben vijf coaches 39 jongeren op basis van
Het tweede resultaat was dat in een derde van de gevallen voor het vervolg
deze methode begeleid om hun zelfredzaamheid en participatiemogelijk-
een structurele vorm van begeleiding is geadviseerd. Dit kan variëren van
heden te vergroten.
wekelijkse begeleiding tot het organiseren van ‘een achterwacht’ die de vinger aan de pols kan houden. Dit advies sluit aan bij de resultaten van de
Het ging om jongeren met ernstige problematiek, psychische – en versla-
AWBZ-pilot. Mienskipssoarch heeft daarbij een belangrijke rol in de onder-
vingsproblematiek en schulden. Deze jongeren leven vaak in een isole-
steuning bij het vinden van passende begeleiding.
ment, zijn vaak angstig en wantrouwend. Daarbij is een deel van de meiden moeder of gericht op het moederschap. Een deel van de jongeren heeft een
Participatiewet en de “tegenprestatie”
licht verstandelijke beperking en enkelen zijn juist hoogbegaafd.
In 2013/2014 heeft Mienskipssoarch onderzocht of vrijwilligerswerk dat op basis van de Participatiewet als ‘de tegenprestatie’ wordt gedaan,
Hoewel deze pilots betrekking hadden op complexere problematiek, waarbij
verbonden kan worden aan de behoefte aan ondersteuning van ouderen die
de meitinker geen ondersteuning biedt, zijn de resultaten van belang voor
door de Wet Langdurige zorg niet meer in aanmerking komen voor plaat-
Mienskipssoarch. Het eerste resultaat van de pilot was dat vrijwel alle
sing in een verzorgingshuis7.
jongeren stappen hebben gezet waardoor de zelfredzaamheid is toege-
Dit onderzoek was onder andere gebaseerd op de uitkomsten van interviews
nomen, terwijl de tot dan toe betrokken hupverleners geen mogelijkheden
met ouderen waaruit bleek dat een verzorgingshuis vaak tegemoet kwam
meer zagen. Het tekent het belang van de manier van denken zoals we
(en komt) aan de behoefte aan gezelschap en een gevoel van veiligheid.
die nadrukkelijk naar voren willen laten komen namelijk: “waar een wil is, is
Ook wanneer de situatie thuis kwetsbaar is omdat de mantelzorg wel erg
een weg”. Wanneer je op de bekende manier blijft werken, krijg je vaak de
veel moet doen, werd vaak gekozen voor wonen in een verzorgingshuis.
5 Zolderjongens. 6 Meedoen
Eindverslag van het project Duet, betere kansen voor jongeren met ASS. Mienskipssoarch, 2013 of niet meedoen? Dat is de vraag! Mienskipssoarch, 2014 7 Iedereen doet mee. Mienskipssoarch, 2014. 47
Casus
Mevrouw Bakker Mevrouw Bakker is 94 jaar en woont in een seniorenwoning. Zij staat al geruime tijd op de wachtlijst voor het verzorgingshuis. Het gesprek is gevoerd met de dochter, omdat zij verwachtte dat een gesprek met haar moeder teveel onrust zou geven. Er is veel leegstand in de zorgwoningen, momenteel zijn in het rijtje van 5 huizen nog maar 2 bewoond. Mevrouw ervaart dit als zeer ongezellig. De buurvrouwen bezochten elkaar dagelijks en hielpen elkaar. Mevrouw staat met name op de wachtlijst omdat zij zich nu niet meer veilig voelt, op leeftijd is en de familie graag wil dat mevrouw beschermd woont.
48
De genoemde argumenten om zich aan te melden voor een verzorgingshuis
Een deel van de uitkeringsgerechtigden heeft te kampen met psychische
zijn vanuit het welzijnswerk al langer bekend en daarop wordt ook vanuit
en/of lichamelijke klachten. Toch is deze laatste groep ook voor enkele
het huidige vrijwilligerswerk ingespeeld (ouderenbezoek, ontspanningsacti-
uren per week benaderbaar. De meesten willen graag iets doen, maar de
viteiten, mantelzorgondersteuning). Verwacht mag worden dat de vraag om
stap naar een baan voor bijvoorbeeld 20 uur per week is te groot. Enkele
sociale ondersteuning groter wordt wanneer de mensen langer thuis blijven
uren per week participatie kan een begin betekenen van meer. Omdat het
wonen. Meer vrijwillige inzet is hiervoor dan nodig en zou wellicht door de
hierbij vaak gaat om een wankel evenwicht in wat de persoon aankan,
verbinding zoals hierboven beschreven gestimuleerd kunnen worden.
is het de vraag in hoeverre hierbij ook begeleiding nodig is om een goede match te maken en te laten slagen. Dit zou een uitbreiding van
De bevraagde uitkeringsgerechtigden bleken zeer gemotiveerd te zijn voor
taken van Mienskipssoarch vragen of een nauwe samenwerking met een
vrijwilligerswerk en deden dat vaak ook al. De uitkeringsgerechtigden doen
vrijwilligerscoördinator/-coach elders.
graag iets omdat zij graag voor iemand van betekenis willen zijn. Meer dan de helft van de uitkeringsgerechtigden gaf aan benaderbaar te zijn voor (meer) vrijwilligerswerk. De wensen van de uitkeringsgerechtigden leken goed aan te sluiten bij de behoeften van de zorggebruikers in deze pilot. De grote bereidheid om iets te doen bleek ook uit de casus van familie Karsten. Bij zowel mevrouw als meneer gaf het grote voldoening om iets voor een ander te kunnen betekenen. De Meitinker kan als een spin in het web vraag en aanbod met elkaar verbinden en op deze wijze van betekenis zijn voor de inzet van vrijwilligerswerk en tegelijkertijd het vergroten van participatie.
49
5 Wat kunnen we leren van zeven jaar Mienskipssoarch
50
Uit de gesprekken met vertegenwoordigers uit de politiek en de zorg die
vertrouwen. “In een nieuwe stijl van werken zijn medewerkers in staat te handelen
allemaal een directe relatie hadden of hebben met Mienskipssoarch, blijkt
uit nieuwsgierigheid naar mogelijkheden voor oplossingen door en rond de cliënt,
dat de stichting inmiddels een sterke naam heeft opgebouwd en een
in plaats van compenseren van de door de cliënt ervaren problemen. Dat vraagt
concrete, constructieve bijdrage heeft geleverd aan de transitie in de zorg-
van een medewerker om een houding die het ondersteunen met handen op de
sector in de regio.
rug kan combineren met kennis en (communicatie)vaardigheden om dezelfde cliënt, indien nodig, de helpende hand te reiken. Het vraagt ook om beschikbaarheid van een helder en praktisch beleidskader om zo het evenwicht te creëren
Cultuur van de organisatie
voor medewerkers om door middel van een betrokken gesprek met de cliënt de ruimte te zoeken voor haalbare en herkenbare oplossingen. Mienskipssoarch benadert het vanuit een generalistische invalshoek waarbij de meitinker de rol
Wat bij de interviews opvalt, is dat alle betrokkenen vooral ingaan op de
heeft de cliënt ‘op gang te helpen’. Ze zijn gericht op de mens en de werkelijke
cultuur van Mienskipssoarch, de manier van werken die is verankerd in een
behoefte. Anders denken vraagt natuurlijk lef, maar ook het vermogen om te
duidelijke visie.
denken in consequenties, het één aan het ander te verbinden, zicht te hebben op grenzen van eigen expertise en je daarin te willen verbinden met een ander. Daar
Wethouder Ekhart: “Mienskipssoarch is een prachtig voorbeeld van het bieden
heb je die generalistische benadering voor nodig.”
van een hoge kwaliteit ‘gewoon’ aan de keukentafel. We hebben in zorg en welzijn alles geprofessionaliseerd, daar moeten we vanaf. De zogenaamde
Margreet de Graaf van Zorgbelang Fryslân bestempelt deze competenties,
efficiencyslag van een tijd terug heeft alleen maar geleid tot een overdaad
deze vaardigheden als de “schat aan kennis” die Mienskipssoarch heeft.
aan verantwoordingslijstjes, soms tot op de minuut. We hebben daarmee het
“Bij Mienskipssoarch weten ze HOE je een verandering ook werkelijk in de praktijk
eigen wantrouwen georganiseerd. Dit moeten we loslaten en weer uitgaan van
voor elkaar krijgt. Dat is kostbare kennis. Bij de start dachten we dat dit een
vertrouwen in de mensen zelf. Mienskipssoarch heeft dat in haar benadering
goede invalshoek was en dat heeft zich nu in de praktijk bewezen. De kracht van
prachtig in de praktijk gebracht. Daarmee heeft Mienskipssoarch bijgedragen
het model schuilt in ‘de op de klompen achterom’ gedachte. De laagdrem-
aan de voorsprong die we hier in Leeuwarden hebben genomen op het gebied
peligheid, niet met een ambtenaar of zorgverlener aan tafel, maar met een mens,
van de transities”.
bij voorkeur ook nog uit je eigen dorp of wijk die zo de omgeving kent en verbin-
Ook Ben Mors van De MO-zaak benadrukt het belang van het werken vanuit
dingen kan leggen.”
51
Er speelt echter bij het invullen van de rol van meitinker nog een ander
Dit betekent het invoeren van zowel de structuur (het organogram en het
belangrijk element. De Graaf: “Behalve goed luisteren en verbindingen leggen,
werkproces) als de cultuur (de waarden en manier van handelen/communi-
vraagt deze manier van werken een sterke eigen verantwoordelijkheid én zicht-
ceren). In deze structuur is de meitinker onafhankelijk van gemeente of zorg
baarheid van de meitinkers. Ze kunnen (en willen!) zich niet verschuilen achter
–of welzijnsorganisatie als werkgever. In de praktijk blijkt dat gemeenten
procedures. Van de organisatie vergt dit dat je alle vertrouwen geeft aan de
hierin verschillende keuzes maken mede afhankelijk van de lokale situatie.
meitinker. Je voelt je als meitinker dan altijd gedekt door je organisatie, zonder
Rensina van der Velde: “Als gemeenten dit wensen, ondersteunen wij hen graag
dat er allemaal regels en procedures zijn om je aan vast te houden. Het maakt in
met het inrichten en/of uitvoeren van de Wmo. Wij richten ons hierbij op een
mijn beleving dat de meitinker zoals Mienskipssoarch die rol invult, de beste optie
hoge klanttevredenheid met de inzet van beperkte maatschappelijke middelen
is, ook met betrekking tot de toeleiding”.
en zoeken naar creatieve oplossingen om de zelfstandigheid van burgers te vergroten.”
Hiermee komen we op een belangrijk punt in de ontwikkeling van Mienskipssoarch in de afgelopen jaren. Begonnen als zelfstandige stich-
Vanaf 2015 ondersteunt Mienskipssoarch daarnaast diverse gemeenten en
ting, met een eigen opbouw en organisatiestructuur, is in de beleving van
(zorg) aanbieders door deskundigheidsbevordering, advies en proces-, of
een aantal betrokkenen vooral de cultuur van de organisatie, de visie en de
projectondersteuning.
onderliggende waarden die in het de werkwijze en attitude van de medewerkers tot uiting komen, het belangrijkste element van Mienskipssoarch. Rensina van der Velde zegt dat het er in de toekomst om gaat dat mensen in
Toekomst Mienskipssoarch In 2015 zal Mienskipssoarch dan ook op verschillende manier actief zijn. Natuurlijk kan nog altijd het oorspronkelijke model worden ingezet om de transities en transformatie optimaal te implementeren in de organisatie.
52
staat zijn om zo zelfstandig mogelijk hun leven te leiden. Mienskipssoarch leert gemeenten hoe ze deze zelfstandigheid kunnen faciliteren.
Opnieuw Margreet de Graaf: “In Boarnsterhim begonnen we met een schone
Voorbeeldfunctie
lei. Je kon vanaf niets opbouwen. In elke andere gemeente heb je te maken met bestaande structuren en functionarissen. Daarmee kom je in een ander transitie-
De stichting die zo bijdraagt aan een structurele verandering in de diverse
proces”. Pieter Engelsma, nu werkzaam bij de gemeente Opsterland en destijds
ondersteuningsvormen in de samenleving, is daarmee een levend voor-
één van de grondleggers van Mienskipssoarch vanuit de gemeente Boarnsterhim:
beeld van voortdurend aanpassen aan de omstandigheden en de vraag.
“ Vergeet niet, we begonnen destijds met 4 of 5 mensen, die elkaar kenden en
Het betekent dat de kern van Mienskipssoarch uit een kleine groep vaste
vertrouwden. Je weet meteen wie je moet hebben. We waren het helemaal eens
medewerkers bestaat, met daar omheen een flexibele groep van nauw
over het uitgangspunt ‘als je ingewikkeld tegenover ingewikkeld zet, wordt het
betrokkenen die vanuit eigen expertise bij de verschillende gemeenten en
nooit simpel’. We begonnen op basis van gelijkwaardigheid in een overzichtelijke
andere opdrachtgevers kunnen worden ingezet. Als buitenste ring is nog
setting. Dat was een uniek uitgangspunt”.
een uitgebreid netwerk beschikbaar waaruit geput kan worden wanneer de situatie er om vraagt. Zo past de vorm van de organisatie volledig bij
Terug naar Harrie Dijkstra: “Geheel in de geest van Mienskipssoarch willen we
het oorspronkelijke uitgangspunt: een vaste kern (meitinkers en backof-
nu vooral het doel in het oog houden. Dus bijdragen aan de zelfstandigheid en
fice), nauw betrokkenen (deskundigen/specialisten en freonskippers) en
zelfredzaamheid van mensen in hun eigen omgeving. Dat kan vanuit de stich-
een uitgebreid netwerk (de vrijwilligers).
ting op verschillende manieren vormgegeven worden. Zolang het doel en onze waarden en principes maar overeind blijven”.
Gezamenlijk willen we zo, in voortdurende samenspraak en afstemming, blijven bouwen aan een nieuwe manier van ‘goede zorg’ in brede zin, waarbij
Zo kun je Mienskipssoarch ook als een expertisecentrum beschouwen
via de individuele cliënten de samenleving als geheel wordt versterkt.
waarin die bijzondere kennis over HOE je de nieuwe manier van werken implementeert borgt en van daaruit verder uitdraagt. Ook Pieter Engelsma heeft een concrete suggestie: “Bij gemeenten leeft een grote behoefte aan concrete voorbeelden van hoe je die achterliggende vraag, de werkelijke behoefte boven tafel krijgt. Mienskipssoarch, als bron van ‘het keukentafel gesprek’ kan daarin een wezenlijke rol vervullen”
53
6 Besluit
54
Wat Mienskipssoarch ons in de eerste plaats leert, is het belang van een
onder de druk van tijd en geld op een goede manier ten uitvoer te brengen.
gedragen visie. Wanneer de visie werkelijk wordt begrepen en gedragen
Dit boek is dan ook een oproep om “vertrouwen in de professionals” niet te
door de medewerkers, zijn de medewerkers gemotiveerd om te veranderen.
vertalen als het “loslaten van de professionals”. Mienskipssoarch heeft het
Het betekent dat de visie van de medewerker op zorg, in overeenstemming
ondersteunen en begeleiden van haar medewerkers altijd centraal gesteld
moet zijn met de visie van de organisatie op zorg. Dit is wat ‘de kanteling in
in de aansturing om hen juist daardoor met zelfvertrouwen, flexibiliteit en
de zorg’ van ons vraagt. Vernieuwing blijft nodig en de tijd lijkt rijp om de
energie hun werk te kunnen laten doen.
aandacht te verleggen van budgetten en structuren naar visie en motivatie. Een visie biedt het kader van waaruit steeds weer over nieuwe situaties en
Herinrichten van ons zorgsysteem is schaken op verschillende borden
omstandigheden kan worden nagedacht. De visie van Mienskipssoarch is in
tegelijk. Dat is mogelijk. Mienskipssoarch heeft dat in de afgelopen jaren
al zijn eenvoud een mooie inspiratiebron.
bewezen. Uit onze ervaring kunnen al veel vruchtbare lessen worden geleerd. Voor de toekomst geldt dat we daar met veel plezier mee verder
Tegelijkertijd blijkt, dat het in de praktijk brengen van visie, ook al wordt
zullen gaan en we hopen dat dit verhaal er toe bijdraagt dat de transfor-
ze gedragen door alle betrokkenen, competenties en vaardigheden vraagt
matie van de zorgsector de zo gewenste en zo noodzakelijke verbeteringen
die niet automatisch naar voren komen wanneer de koers wordt bijgesteld.
zal realiseren.
Medewerkers hebben ondersteuning, scholing en richting nodig om op een kwalitatief goede manier de kanteling tot stand te brengen. Kennis op het gebied van de wetgeving, maar ook op het gebied van de mogelijkheden binnen het netwerk. Competenties om waardenvrij naar een situatie te kunnen kijken, de goede vragen te stellen, de juiste verbindingen te leggen. Het vraagt veel van de medewerkers, de meitinkers uit ons verhaal, om dit
55
Bijlage 1 Nadere uitwerking van de behaalde resultaten
56
Tevredenheid In Boarnsterhim is de tevredenheid van de cliënten over het contact
oplossing gezocht voor de vraag en die kan anders zijn dan de cliënt vooraf
met Mienskipssoarch hoger dan de tevredenheid over contacten met
in gedachte had. Meitinker: “Als je bijvoorbeeld een ‘nee’ als antwoord geeft
WMO-medewerkers gemiddeld in Nederland. In Boarnsterhim werd het
waar een ‘ja’ was gewenst, kun je samen met de cliënt kijken naar andere moge-
7,48
lijkheden, andere begeleiding geven of later nog eens bellen en vragen hoe het is.
contact in 2013 met een 7,9 gewaardeerd, terwijl dat landelijk op een lag.
Mensen ervaren dat als zeer prettig en weten dat hun vraag serieus genomen is”.
Uit onderzoek over 2013 bleek dat in Boarnsterhim meer dan 94% van de
Doordat besproken is wat voor de cliënt van belang is en er maatwerk wordt
WMO-cliënten tevreden was over verschillende aspecten van de dienstver-
geleverd, was in de gemeente Boarnsterhim, een gemeente met een kleine
lening van Mienskipssoarch die voor vraagverheldering en het bieden van
20.000 inwoners, het aantal bezwaarschriften dat jaarlijks werd ingediend
keuzemogelijkheden bepalend zijn. Vooral de ruimte die de Meitinker biedt
bijzonder laag. Het ging slechts om een enkel geval per jaar. Niet alleen
aan de cliënt om alles te vertellen wat van belang is en het meedenken
zegt dit iets over de tevredenheid van cliënten, maar het scheelt ook dure
over oplossingsmogelijkheden werden gewaardeerd. Bij deze vragen gaf
juridische procedures.
97% van de cliënten aan tevreden of zeer tevreden te zijn. 94% van de klanten gaf aan tevreden of zeer tevreden te zijn met de gevonden oplossing, terwijl dat percentage landelijk op 89%9 ligt. Cliënten die bij de meitinker komen met een vraag voor de toekenning van een WMO-voorziening, krijgen die niet altijd toegekend.Dat hangt immers af van wat de vraagverheldering oplevert en het gesprek over de eigen mogelijkheden van cliënt en zijn/haar omgeving. Er wordt een
8 9
SGBO (2013). Klantonderzoek WMO over 2012. SGBO (2013). Klantonderzoek WMO over 2012.
57
Afname gebruik voorzieningen Door de nieuwe werkwijze bleek dat cliënten vaak met minder professio-
de geleverde uren was een indicatie voor HH1 afgegeven en voor 43% van
nele hulp en met minder complexe zorg dan voorheen prima uit de voeten
de uren een indicatie voor HH2 (zie het volgende overzicht). De cijfers voor
kunnen. Er is een verschuiving opgetreden van de meer gespecialiseerd
2012 geven aan dat de verhouding tussen HH1 en HH2 in Boarnsterhim is
huishoudelijke hulp HH2 naar de ‘gewone’ HH1 die veel groter is dan de
verschoven naar 93% versus 7%. Landelijk gezien was in 2012 de verhou-
landelijke trend. Toen Mienskipssoarch in 2007 startte was de verdeling
ding tussen geleverde uren HH1 en HH2 74% versus 26%10.
van uren huishoudelijke zorg over HH1 en HH2 57%/ 43%. Voor 57% van
10
Verhouding geleverde uren HH1 en HH2 in Boarnsterhim (Bron: CAK11)
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
HH1
57%
71%
78%
81%
90%
93%
88%
HH2
43%
29%
22%
19%
10%
7%
12%
SGBO (2012). Benchmark Wmo 2013. Resultaten over het jaar 2012.
11 Vanwege de herindeling zijn de geautomatiseerde administratieve systemen in december 2013 naar de vier gemeenten overgegaan. Hierdoor zijn geautomatiseerde gegevens,
inclusief nota’s en CAK-gegevens voor 2013 voor een deel gebaseerd op schattingen. Deze zijn echter zo zorgvuldig mogelijk tot stand gekomen.
58
In 2013 is het percentage HH2 ten opzichte van HH1 weer gestegen. De
administratief omgezet in alfahulp op basis van PGB. Overigens is deze
gegevens van 2013 zijn echter niet goed vergelijkbaar met de voorgaande
vorm van thuiszorg aan het eind van 2013 weer teruggedraaid. Daarnaast
jaren. De daling van het percentage HH1 is niet zozeer het gevolg van een
kan de daling in HH1 zijn veroorzaakt doordat vaker andersoortige oplos-
toename in gebruik van HH2, maar van een forse afname van het aantal
singen, waaronder vrijwillige hulp, zijn gevonden.
cliënten dat gebruik maakt van HH1 (489 cliënten in 2012 versus 375 in 2013). Hierdoor is het gebruik van het aantal uren HH1 met 33% afge-
Ook het totale aantal uren huishoudelijke hulp in Boarnsterhim bleef in de
nomen. Het aantal cliënten dat gebruik maakt van HH1 is gedaald doordat
afgelopen jaren achter bij de verwachte ontwikkeling. Het aantal inwoners
vaker alfahulp op basis van een PGB is ingezet en alfahulp niet in boven-
dat gebruik maakte van huishoudelijke zorg is tussen 2007 en 2009 toege-
staande gegevens zijn meegenomen. De geleverde zorg vanuit het pgb
nomen met ruim 10% van 453 naar 512 en daarna gestabiliseerd. Het
wordt door het CAK niet geregistreerd onder HH1 en HH2 en dat leidt tot
gemiddelde aantal geleverde uren HH1 en HH2 per cliënt is in die periode
een andere verhouding. De alfahulp is cliënten door een grote thuiszorgor-
echter afgenomen van 2,6 uur per week in 2007 tot 2,0 uur in 2010 en
ganisatie aangeboden vanuit gewijzigd personeelsbeleid. Bij 187 indicaties
daarna (zie het volgende overzicht).
voor bestaande cliënten is de indicatie van HH1 in zorg in natura daarom
Huishoudelijke hulp in Boarnsterhim (Bron: CAK)
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Gemiddeld aantal uren per week per cliënt (gemiddeld per jaar)
2,6
2,4
2,2
2,0
2,1
2,0
2,0
Aantal cliënten
453
490
512
510
509
511
375
59
Het gemiddelde aantal geleverde uren per cliënt is in deze tabel lager dan
Colofon
het gemiddelde aantal uren per indicatie, omdat niet alle cliënten een volledig jaar gebruik maken van de huishoudelijke hulp. Als naar de grootte
Tekst: Evelyn Bontekoe met hulp van Els Kornelis
van de indicaties per cliënt wordt gekeken, lijken cliënten in Boarnsterhim
Tekeningen: Marian van der Molen
in vergelijking met het landelijke gemiddelde echter ook vaker kleinere
Vormgeving: ICO-Communicatie Groningen
indicaties voor huishoudelijke zorg te hebben gekregen. In 2011 werd landelijk gemiddeld 2,9 uur huishoudelijke hulp per indicatie geleverd12, terwijl dat in Boarnsterhim 2,6
was13.
© 2015, Stichting Mienskipssoarch Uitgegeven in eigen beheer. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen
Deze verschuivingen leverden jaarlijks een besparing op voor de gemeente
in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar
Boarnsterhim van ruim € 200.000,-. Door de besparing kon de gemeente
gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,
Boarnsterhim ook de uitvoeringskosten van de WMO, de kosten van
mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere
Mienskipssoarch, uit het rijksbudget voor huishoudelijke hulp bekostigen,
manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de
terwijl andere gemeenten hiervoor veelal financiering elders moeten
uitgever.
vinden. In 2012 is Mienskipssoarch begonnen met het uitlenen van WMO-
Contact gegevens
voorzieningen uit eigen depot. De verstrekking van drempeloplopen, rolstoelen, douche/toiletstoelen en trapliften uit eigen depot is uitgebreid
Stichting Mienskipssoarch
van 3 in 2012 tot 20 in 2013.
Tsjerkebuorren 61 8495 KG Aldeboarn T 06 124 80 629
12
SGBO (2012). Benchmark Wmo 2012. Resultaten over het jaar 2011 vierwekelijkse rapportages Boarnsterhim over 2011
13 CAK
60
[email protected] www.mienskipssoarch.nl