Nationaal Park Dwingelderveld
Waar een wil is, is een (andere) weg...
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
Nationaal Park Dwingelderveld
Waar een wil is, is een (andere) weg... Colofon Uitgave Overlegorgaan Nationaal Park Dwingelderveld Postbus 122 9400 AC Assen Exemplaren aanvragen
[email protected] Concept, vormgeving en druk Docucentrum provincie Drenthe, Assen Foto’s Hans Dekker, Peter Pasman Kaart Sectie GIS/Cartografie, provincie Drenthe, Assen Juli 2005
1
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
2
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
INHOUD 1 WAAROM DEZE STARTNOTITIE? • Achtergrond • Doel van de startnotitie • Wat doet de startnotitie niet? • Financiën • Inspraak • Samenvatting
5 5 6 6 6 7 7
2 PROBLEEM EN DOELSTELLING • Probleemstelling • Doelstelling
8 8 8
3 BELEID • Beheers- en Inrichtingsplan Dwingelderveld 9 • Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan; gemeente Westerveld • Beleidsplan Verkeer en Vervoer; gemeente De Wolden • Provinciaal Omgevingsplan 2; provincie Drenthe • Nota Ruimte e.d.; Ministerie van VROM • Natura 2000; EU 10 • Waterbeheerplan; Waterschap Reest en Wieden • Samenvatting
9
10 11
4 DISCUSSIE • Toegankelijkheid • Parkeren • Gehandicapten • Samenvatting
12 12 13 14 14
5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
15
BIJLAGEN Bijlage verkeersluw Bijlage voorbeelden Bijlage historie Procedure Situatieschets
16 17 18 19 20
9 10 10 10
3
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
4
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
1. WAAROM DEZE STARTNOTITIE? Natura 2000
Het Nationaal Park Dwingelderveld is het grootste aaneengesloten vochtige en natte heideterrein van het vaste land van West-Europa. Dit is een steeds zeldzamer wordend soort natuur. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Europese Commissie, op voordracht van de Nederlandse regering, dit Nationaal Park heeft aangewezen als Habitatrichtlijngebied en daarnaast als Vogelrichtlijngebied. Door deze aanwijzing behoort het Dwingelderveld tot Natura 2000, een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden in de Europese Gemeenschap. Dit geeft de eigenaar/beheerder en de betrokken overheden de verplichting de natuur zo goed mogelijk in stand te houden en te verbeteren, met als doel het zo ongeschonden mogelijk doorgeven van de natuur aan toekomstige generaties. Wat betekent dat voor het Dwingelderveld?
Doelstelling Dwingelderveld
Al bij de start van het Nationaal Park hebben de leden van het Overlegorgaan bepaald dat de belangrijkste doelstelling voor het Park Dwingelderveld is: het instandhouden en ontwikkelen van vochtige en natte natuurlijke en halfnatuurlijke levensgemeenschappen van bos en heide. Deze doelstelling is bepalend voor het beheer en de inrichting van het Nationaal Park voor de komende decennia. Het Dwingelderveld is inmiddels in een situatie gekomen dat praktisch de gehele (voormalig) agrarische enclave Noordenveld kan worden ingericht als natuurgebied en dat voor 90% van het Noordenveld het hemelwater niet meer versneld zou hoeven te worden afgevoerd. Het laten terugkeren van de natuurlijke waterafvoer zou een enorme stap voorwaarts betekenen in het bereiken van de belangrijkste doelstelling van het Nationaal Park: het instandhouden en ontwikkelen van vochtige en natte levensgemeenschappen.
Drooglegging
De doelstelling volgend stuiten we voor het verkeer en vervoer in het Nationaal Park op problemen. De overheden en de beheerders streven, volgens afspraak, naar een vochtige en natte natuur. De grondwaterstand gaat omhoog en men probeert het regenwater zo lang mogelijk vast te houden. Hierdoor wordt het Dwingelderveld steeds minder geschikt voor wegen met een drooglegging van tachtig centimeter of meer. Dat wil zeggen dat het grondwater niet hoger mag komen dan tachtig centimeter beneden de as van de weg. Wegen met een verharding van beton, asfaltbeton of klinkers hebben deze drooglegging nodig om op termijn niet kapot gereden te worden, hetgeen tot hoge onderhoudskosten zal leiden voor de wegbeheerder. De weg Lhee/Kraloo doorkruist zeven slenken/laagten in het hart van het Dwingelderveld. Het langer vasthouden van het hemelwater zal ter plekke van de slenken een geschatte drooglegging geven van 20 cm tot 50 cm beneden de weghoogte (zie bijlage 5, situatieschets). De wegconstructie voldoet dan niet meer aan het vereiste minimum. Een grote drooglegging frustreert het streven naar een natter Dwingelderveld. Aangezien het natuurbelang hier voorrang heeft, dient het verkeer een stapje terug te doen.
Gemotoriseerd verkeer en natuur
Als we de problematiek bekijken vanuit de filosofie van de natuurbescherming in zijn algemeenheid en die van Natura 2000 in het bijzonder zijn er argumenten te over om gemotoriseerd verkeer te weren in het Nationaal Park Dwingelderveld. Gemotoriseerd verkeer produceert lawaai, brengt onrust en geeft vervuiling. De weg, in combinatie met het verkeer, is een barrière voor amfibieën en reptielen. Jaarlijks sterven vele van hen als verkeersslachtoffer op het asfalt. Afgezien van zijn negatieve invloed op het (natuurlijk) milieu brengt het gemotoriseerd verkeer ook op een simpele en snelle manier bezoekers tot in de kern van het Dwingelderveld. Juist daar waar het het rustigst zou moeten zijn en waar mensen die rust ook mogen verwachten. Deze wijze van ontsluiting doet afbreuk aan de gewenste natuurlijke zonering voor dit Nationaal Park. In principe is het Dwingelderveld overal toegankelijk maar hoe verder naar het centrum hoe rustiger het moet worden.
5
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
Ontwikkeling verkeer
Sinds de voorbereiding van het Nationaal Park Dwingelderveld discussieert het Overlegorgaan met enige regelmaat over het verkeersluw maken van het Dwingelderveld. De discussies in de oprichtingsfase van het Park waren soms heftig. De toenmalige gemeenteraden van Ruinen en Dwingeloo stelden in 1985 dan ook dat er geen verkeersmaatregelen genomen mochten worden zonder instemming van diezelfde gemeenteraden. Inmiddels zijn we twintig jaar en drie beheers- en inrichtingsplannen verder en de noodzaak om het Nationaal Park verkeersluw te maken wordt alleen nog maar groter. Het wordt drukker in en om het Dwingelderveld. Dat blijkt onder meer uit de ontwikkeling van de verkeersintensiteit van de N855, de weg van Dwingeloo naar Spier (Bron: provincie Drenthe, Productgroep Verkeer en Vervoer, zie figuur).
Parkeerplaatsen
Voor de bezoekers heeft het Overlegorgaan meerdere, kwalitatief hoogwaardige parkeerplaatsen aan de rand van het Dwingelderveld aangelegd: een natuurtransferium met bemande kiosk bij Spier, een parkeerterrein in vak 20 langs de weg Lhee-Spier, een parkeerterrein bij het Astron en een parkeerterrein bij het bezoekerscentrum in Ruinen. Er liggen diverse wegen en fietspaden in het Dwingelderveld. Verharde en halfverharde. Je mag stellen dat de recreatie en het toerisme wat dat betreft goed zijn voorzien. De zandwegen in het park zijn al minstens tien jaar zo goed als allemaal – in ieder geval in het zomerhalfjaar – gesloten voor motorvoertuigen. Van de verharde wegen is de weg Lhee-Spier van groot belang voor de verbinding van de A28 naar Dwingeloo. De andere verharde weg is die tussen Lhee en Kraloo. Over die weg en over de mogelijkheid om die weg verkeersluw te maken gaat deze notitie. Deze notitie is de bijdrage van het Overlegorgaan aan het denk- en besluitvormingsproces over de toegankelijkheid van de weg Lhee/Kraloo.
Doel van de startnotitie
Deze startnotitie beschrijft op welke wijze de wens van het Overlegorgaan van het Nationaal Park Dwingelderveld – het verkeersluw maken van de weg Lhee/Kraloo – gestalte kan krijgen. Als de notitie is vastgesteld biedt het Overlegorgaan deze aan aan de wegbeheerder: de gemeente Westerveld (en ook aan de buurgemeente De Wolden) met het verzoek de conclusie(s) van de notitie over te nemen. Het uiteindelijke besluit over de toekomst van de weg wordt genomen door de gemeente Westerveld.
Wat doet de startnotitie niet?
De notitie onderbouwt, behalve in algemene bewoordingen, niet de wens op zich om de weg Lhee/Kraloo verkeersluw te maken. Die wens is uitgesproken door het Overlegorgaan en wordt als bekend verondersteld. De notitie beschrijft ook niet op welke wijze de weg volledig voor alle verkeer is af te sluiten of desnoods uit de openbaarheid te halen. Dat is niet aan de orde. De weg wordt – als het aan het Overlegorgaan ligt – niet volledig afgesloten voor alle verkeer.
Financiën
Deze notitie gaat niet in op de financiële kant van de zaak, alhoewel het financiële aspect wel een rol zou kunnen spelen bij de besluitvorming. De weg verkeert namelijk in een slechte staat van onderhoud en een algehele opknapbeurt – op basis van de huidige functie van de weg – zou een groot bedrag (± € 850.000,--) vergen. Herinrichting van de weg om aan de instandhoudingsen ontwikkelingsverplichting van de Habitatrichtlijn te voldoen is eveneens kostbaar. Vanwege de verbrede doelstelling zullen dán waarschijnlijk meerdere partijen bereid zijn hiervoor geld op tafel te leggen. De bijdrage van de gemeente kan dan naar rato afnemen.
6
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
Inspraak
Omdat het Overlegorgaan geen regelende bevoegdheden heeft, kan het Overlegorgaan geen officiële inspraak organiseren. De formele inspraakprocedure ligt op het terrein van de bevoegde instanties (in dit geval de gemeente). De notitie is wel onderwerp van discussie en overleg in het Overlegorgaan, werkgroepen, bewonersgroepen, enz.
Samenvatting
Het Overlegorgaan van het Nationaal Park Dwingelderveld wenst inhoud te geven aan de wens om het centrale deel van het Nationaal Park verkeersluw te maken. Deze wens berust op twee gronden: • gemotoriseerd verkeer doet afbreuk aan de natuur- en belevingswaarden van het Dwingelderveld • de toekomstige vernatting van het centrale deel van het Dwingelderveld vraagt om een lichtere wegconstructie.
7
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
2. PROBLEEM- EN DOELSTELLING Probleemstelling
De huidige weg Lhee/Kraloo wordt gezien als een ontsluiting van een lage categorie die niet in overeenstemming is met de doelstelling van het ontsloten gebied in zowel de plannen van het Nationaal Park, de gemeente als van de provincie. De weg vormt een belemmering voor een gunstige ontwikkeling van de natuurwaarden van het Dwingelderveld. De basis van de problematiek is gelegen in het tracé van de weg. Hij loopt dwars door het centrale deel van het Dwingelderveld. Dit deel is aangewezen als rustzone. Bovendien doorsnijdt de weg zeven slenken. De vereiste drooglegging van het huidige weglichaam belemmert een verdere verhoging van de grondwaterstand in de kern van het Dwingelderveld. De weg vormt een barrière voor amfibieën en reptielen. Daarnaast geeft het gemotoriseerd verkeer hinder in de vorm van geluid en emissies. Het probleem laat zich als volgt samenvatten: De bestaande weg Lhee/Kraloo kent de volgende twee knelpunten: 1. te diepe penetratie van gemotoriseerd verkeer in het centrale heideterrein 2. te grote drooglegging in combinatie met de natuurfunctie van de directe omgeving
Doelstelling
De doelstelling om voor de knelpunten een oplossing aan te geven kan als volgt geformuleerd worden. In nauwe samenwerking met de gemeente Westerveld en de gemeente De Wolden zoeken naar een doeltreffende manier om de weg Lhee/Kraloo verkeersluw te maken met het oog op de ontwikkelingsmogelijkheden van de natuur van het Dwingelderveld.
8
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
3. BELEID Beheers- en Inrichtingsplan Dwingelderveld (BIP)
Het eerste BIP (1985) constateerde dat de weg niet in overeenstemming was met de doelstelling van het NP maar dat gezien de grote maatschappelijke betekenis ervan de weg niet zou kunnen worden afgesloten of worden beperkt in het gebruik. Wel diende er een denkproces op gang te moeten komen onder gemeenten en beheerders om op de wat langere termijn beslissingen te kunnen nemen over de status van de weg. In dat denk- en besluitvormingsproces diende een beslissing over de weg Lhee/Kraloo de hoogste prioriteit te hebben omdat deze weg door een uitermate kwetsbaar heidegebied loopt dat in het zoneringsvoorstel de functie ‘rustgebied’ heeft meegekregen. Vooralsnog werd de verstorende werking geaccepteerd. Het tweede BIP (1995) constateerde in het hoofdstuk evaluatie beheer en inrichting dat de weg Lhee/ Kraloo voor alle verkeer open is en dat deze situatie vanuit het oogpunt van bereikbaarheid en toegankelijkheid gewenst kan zijn maar dat vanuit het oogpunt van rust en natuurbehoud deze situatie ongewenst is. In het hoofdstuk ‘toetsing’ stelt het BIP dat er nog geen denk- en besluitvormingsproces op gang is gekomen ten aanzien van het verkeersluw maken van de weg Lhee/Kraloo maar dat vanwege de maatschappelijke betekenis die aan de weg wordt toegekend de huidige situatie voorlopig gehandhaafd blijft en dat er op termijn naar een compromis wordt gezocht. In de activiteitenlijst is opgenomen dat het denk- en besluitvormingsproces over de weg Lhee/Kraloo gecontinueerd dient te worden. Het derde BIP (2005) concludeert nogmaals dat we het autoluw maken van het Dwingelderveld als doel handhaven. Daarnaast koppelt het BIP het verkeersluw maken van de weg Lhee/Kraloo aan het oprichten van een vierde toegangspoort aan de zuidzijde van het Dwingelderveld. Het grootste deel van de weg valt in de rustzone voor de avifauna.
Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan, gemeente Westerveld (2000)
In het GVVP van 2000 komt de weg Lhee/Kraloo niet of bijna niet ter sprake. Volgens het GVVP heeft de weg noch een externe noch een interne ontsluitingsfunctie; de weg is bedoeld voor de ontsluiting van percelen en landerijen. Ook voor het fietsverkeer heeft de weg geen belangrijke betekenis voor het woonwerkverkeer en/of het woon/schoolverkeer. Voor wat betreft de verkeersonveiligheid – ook de subjectieve verkeersonveiligheid – noemt het GVVP de weg Lhee/Kraloo niet. Op basis van een enquête en inspraakavonden (in het kader van de totstandkoming van het GVVP) hebben de bewoners van Westerveld – daarin gesteund door de gemeente – aangegeven dat zij het als een knelpunt ervaren dat de weg Lhee/Kraloo als een openbare weg door een natuurgebied loopt. Dit knelpunt zet het GVVP niet om in strategisch beleid. In ‘hoofdlijnen gemeentelijk beleid’ stelt het GVVP, op basis van het bestuursprogramma, dat toegangswegen tot natuurgebieden in aantal en capaciteit beperkt zullen blijven. Voor het recreatief/toeristisch verkeer is de doelstelling dat verkeersoverlast in kwetsbare gebieden moet worden teruggedrongen. Deze doelstelling wordt in het GVVP niet verder geconcretiseerd. Bij de categorisering van de wegen valt de weg Lhee/Kraloo onder de categorie Erftoegangswegen met de bijzondere aanduiding ‘Verkeer gedogen, natuurfunctie dominant’. Het GVVP licht deze categorie als volgt toe: “Het gebruik van de wegen die de Nationale Parken doorsnijden zal extra ontmoedigd moeten worden. Dit kan door de verblijfsfunctie hier nog sterker naar voren te brengen, vooral bij de ingangen van het gebied. Gedacht kan worden aan wildroosters in de weg of een poort met de naam van het gebied daar duidelijk op vermeld. Concreet gaat het hier om Huendersweg door het Drents-Friese Wold en Achter ’t Zand door het Dwingelderveld. Het is niet de bedoeling om deze gebieden helemaal af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer, wel wordt men geacht zich meer aan te passen aan de verblijfsfunctie van het gebied.”
9
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
In het hoofdstuk ‘recreatief en toeristisch verkeer’ stelt het GVVP dat het autoverkeer door natuurgebieden moet worden gedoogd maar ook moet worden ontmoedigd. Ook moeten natuurtransferia er voor zorgen dat de verkeersoverlast in kwetsbare natuurgebieden wordt teruggedrongen. In het onderdeel concrete maatregelen voor het auto-, brom- en fietsverkeer in het kader van ‘Duurzaam Veilig’ komt de weg Lhee/Kraloo niet in beeld, ook niet als schoolroute. Op de maatregelenkaart heeft de weg Lhee/Kraloo prioriteit als het gaat om herinrichting tot 60 km/uur. Deze maatregel heeft de gemeente niet uitgevoerd. In het Uitvoeringsprogramma adviseert het GVVP om een bedrag van (€ 30.000,--) te reserveren om de natuurverblijfsfunctie van de weg te benadrukken.
Beleidsplan Verkeer en Vervoer, gemeente De Wolden (2000)
Het Nationaal Park Dwingelderveld grenst in het zuidoosten precies aan de gemeente De Wolden. Vandaar dat deze notitie ook het beleid van De Wolden in ogenschouw neemt. Het Beleidsplan Verkeer en Vervoer besteedt geen aandacht aan verkeer en vervoer in natuur- en bosgebieden in het algemeen, noch aan het verkeer en vervoer naar of van het NP Dwingelderveld in het bijzonder. De gemeente komt in de tweede helft van 2005 met een nieuw beleidsplan verkeer en vervoer.
Provinciaal Omgevingsplan (2004)
Het POP2 beschrijft de sturende werking vanuit de grondslagen van het POP. Eén daarvan is de fysieke infrastructuur. De fysieke infrastructuur kan de mobiliteit sturen en doseren: “De ruimtelijke kwaliteit in het landelijk gebied is randvoorwaarde voor de ontwikkeling van de infrastructuur. De gewenste ontsluiting en toegankelijkheid van het landelijk gebied zijn leidend voor de ontwikkeling van de infrastructuur aldaar”. Voor zone V, waar het gehele Nationaal Park in ligt geldt: “Ten aanzien van de toegankelijkheid voor het gemotoriseerd verkeer, waaronder off-road-activiteiten, wordt een restrictief beleid gevoerd. Voorzover infrastructuur een barrière vormt voor de ontwikkeling van de natuur, wordt dit door middel van aanpassingen verminderd.” Voor het onderdeel ‘Verkeersveiligheid, omgeving, energie en lichthinder’ stelt het POP2 als doel in de planperiode: “Wegen, niet zijnde hoofd- of ontsluitingswegen zijn in 2015 voor minstens 50% aangepast aan de versterking van de landschappelijke en natuurwaarden.” Voor het onderdeel Nationale Parken stelt het POP2 als doel in de planperiode: “Het weren van gemotoriseerd verkeer in de Drentse Nationale Parken”.
Nota Ruimte en de Agenda voor een vitaal platteland e.d.
Het Rijk laat in diverse nota’s weten dat realisering van de Ecologische Hoofdstructuur – waar de Nationale Parken onderdeel van uitmaken (de visitekaartjes!) – speerpunt blijft van het Kabinet. Het Kabinet wil de natuur in de EHS en in de Europese Vogel- en Habitatrichtlijngebieden in stand houden door planologische bescherming en door adequaat milieu- en waterbeleid, inclusief de bestrijding van verdroging van kwetsbare natuur.
Natura 2000
Het Dwingelderveld valt zowel onder de Europese Vogelrichtlijn als onder de Europese Habitatrichtlijn. Om de belangrijke natuur te behouden heeft de EU het initiatief genomen voor Natura 2000. Dit is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Dit netwerk vormt de hoeksteen van het beleid van de Unie voor behoud en herstel van biodiversiteit. Het netwerk omvat alle gebieden die beschermd zijn op grond van de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992). De beschermingseisen en ontwikkelingswensen voor deze natuurgebieden zijn strenger respectievelijk, liggen hoger dan de overige natuurgebieden. De Europese Commissie draagt financieel bij aan essentiële beschermingsmaatregelen van Natura 2000 gebieden, onder andere via het LIFE-fonds.
Waterbeheerplan (Waterschap Reest en Wieden)
In het Waterbeheerplan van Reest en Wieden heeft het Dwingelderveld de functie Natuur en Bos. Dat 10
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
betekent dat het uitgangspunt voor deze zone is het behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden. De waterhuishouding is afgestemd op behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden. Er is optimale conservering van water. De inrichting is afgestemd op behoud en ontwikkeling van natuurwaarden, uitgezonderd de gebieden voor houtproductie. Ook het beheer en onderhoud zijn gericht op de natuurwaarden. Daarnaast heeft het Waterschap praktisch het gehele Dwingelderveld bij het onderdeel ‘knelpunten’ als verdroogd gebied aangemerkt.
Samenvatting
Het beleid van alle betrokken overheden geeft voorrang aan de bescherming en ontwikkeling van de natuurwaarden van het Dwingelderveld. Alle overheden erkennen – expliciet of impliciet – dat gemotoriseerd verkeer en natuur geen gelukkige combinatie is en dat daar verandering in moet komen. Ondanks dat de weg voor het woon-werkverkeer geen belangrijke functie heeft, heeft het tot nu toe aan concrete maatregelen ontbroken om het beleid uit te voeren.
11
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
4. DISCUSSIE Vooraf
De notitie en de discussie gaat niet over aantallen. Aantallen auto’s of aantallen bezoekers. Het feitelijk gebruik van de weg met gemiddeld 285 mvt/etm (1997) zou makkelijk de opmer-king kunnen oproepen dat dit lage aantal een beperkte toegankelijkheid overbodig maakt. Een veel intensiever gebruik (b.v. 3000 mvt/etm) daarentegen zou de opmerking kunnen oproepen dat de weg voor de regio belangrijk is en dús niet verkeersluw gemaakt kan worden. Een dis-cussie over aantallen gaat voorbij aan de inhoudelijke argumenten, die juist voor een duur-zaam beleid de doorslag moeten geven.
Toegankelijkheid
Alle betrokken overheden – daarin aangestuurd door de politiek – vinden dat de belangen van de natuur in het Nationaal Park Dwingelderveld voorop staan. Ook over de combinatie ‘gemotoriseerd verkeer’ en ‘natuur’ heerst overeenstemming: het is geen gelukkige combinatie. Het is tot nu toe echter niet gelukt om dit beleid in effectieve verkeersmaatregelen om te zetten. Het is een weerspannig onderwerp. Incidenteel verschijnen er berichten in de krant over het openhouden dan wel sluiten van de weg. Het Overlegorgaan zelf heeft ondervonden dat de plaatselijke bevolking een genuanceerde mening heeft over de kwestie. Op een bewonersavond, belegd in november 2003 door het Overlegorgaan, bleek dat de meerderheid vóór een beperking van het gemotoriseerd verkeer was. Maar de geschiedenis leert ook dat de kwestie van de toegankelijkheid gevoelig ligt. Daar is het Overlegorgaan zich terdege van bewust. Uit de praktijk en uit de literatuur blijken diverse oplossingen mogelijk om een weg verkeersluw te maken, variërend van volledige afsluiting voor alle verkeer tot alleen een snelheidsbeperking van bijvoorbeeld 60 km/u. Beide uitersten zijn echter niet gewenst. Strikt genomen is volledige en totale afsluiting voor de natuur van het Dwingelderveld het beste. Dan blijft de kern van het gebied het rustigst en zijn er voor de ontwikkeling van het centrale deel van het Dwingelderveld alle kansen; de natuur zou zich optimaal kunnen ontwikkelen en de naar rust en stilte zoekende recreant zou het best kunnen worden bediend. Maar volledige afsluiting of opheffing is niet wenselijk omdat: • in het Dwingelderveld (nabij de weg) één familie woont en werkt; ze moet dat kunnen blijven doen. • er nog drie percelen in normaal agrarisch gebruik zijn; deze moeten bereikbaar blijven. • mogelijk ongeruste ouders de mogelijkheid moet blijven hebben om met de auto hun (fietsend/ brommerend) kind van/naar school(feest) te begeleiden. • kinderen met de brommer naar school moeten blijven kunnen gaan • de politie en hulpdiensten toegang moeten blijven houden. • de ouderen/gehandicapten met een scootmobiel, fietsers, wandelaars en huifkarren welkom blijven.
De variant van volledige afsluiting valt dus af. Alleen de snelheid beperken is ook niet gewenst omdat dit nauwelijks een bijdrage levert aan het natuurbelang. De toegankelijkheid van de weg blijft immers even groot. Snelheidsbeperkingen van 60 km/u hebben uitsluitend tot doel een weg verkeersveiliger te maken. De verkeersveiligheid is niet aan de orde bij de weg Lhee/Kraloo. Snelheidsbeperkingen bieden ook geen soulaas voor andere gewenste ontwikkelingen in het Dwingelderveld zoals het instellen van één begrazingseenheid voor schapen en runderen. Dat zou te gevaarlijk zijn vanwege mogelijke botsingen tussen voertuig en dier. Ook de variant die op de Huenderweg – tussen Vledder en Zorgvlied – is toegepast (klinkerbestrating met fietssuggestiestroken en een S-bocht) lijkt onvoldoende bijdrage te leveren aan een lager en rustiger autogebruik. De indruk is dat op de Huenderweg nog steeds te hard gereden wordt, met name door het woon-werkverkeer. Dit kan nooit de bedoeling zijn geweest van deze ‘natuurvriendelijke’ reconstructie. Bij het instellen van alleen een snelheidbeperking dient ook de huidige constructie van de weg intact te blijven. Gezien de benodigde drooglegging van tachtig centimeter is dat niet wenselijk of verstandig in het 12
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
licht van de na te streven vernatting.
Ook de variant van alleen een snelheidsbeperking valt dus af. De oplossing moet naar de mening van het Overlegorgaan gezocht worden in een beperking van de toegankelijkheid voor wat betreft de motorvoertuigen, eventueel gecombineerd met een maximum snelheid. Beperkt toegankelijk wil in dit geval zeggen: gesloten voor voertuigen m.u.v. ouderen/gehandicapten met een scoot mobiel, brommers, fietsers, ruiters en huifkarren en m.u.v. bestemmingsverkeer, zoals de bewoners van de in het gebied liggende woning, de gebruikers van in het gebied liggende gronden, ongeruste ouders, politie, enz.. Tegelijkertijd met de maatregel om de weg verkeersluw (zie ook bijlage) te maken zou de constructie van de weg moeten worden aangepast – lichter worden gemaakt – om niet in problemen te komen door een te verwachten hogere grondwaterstand. Een maximumsnelheid van 30 km/u is niet noodzakelijk maar wellicht wenselijk omdat deze snelheid de verblijfsfunctie van de weg onder de gegeven omstandigheden het best benadrukt. In de uitvoeringsvoorschriften van de BABW (Besluit Administratieve Bepalingen Wegverkeer) behorend bij het verkeersbord A1 (maximum snelheid) van de RVV staat dat het instellen van een 30 km/uur of 30-zone ook buiten de bebouwde kom is toegestaan. Een asfaltweg stelt (te) hoge eisen aan de drooglegging/fundering; een zandweg is geen goed alternatief. Met name bij overmatige nattigheid levert een zandweg forse problemen op in het dagelijks gebruik (spoorvorming). Een betonweg zou gezien de mindere drooglegging het beste zijn; uit een oogpunt van natuurbeleving is beton niet fraai. Een landschappelijk aantrekkelijk alternatief zou kunnen zijn een weg met een zgn. halfverharding in de vorm van steenslag. Deze wegen, ook wel bekend onder de naam macadamwegen, hebben een wegverharding van natuursteenbrokken (graniet) en steenslag onder toevoeging van leemhoudend zand. Strikt genomen hebben ook deze wegen behoefte aan een grotere drooglegging maar ze zijn bij verzakkingen eenvoudig te repareren. Ze verdragen als het moet dagelijks gemotoriseerd verkeer, zijn goed berijdbaar bij vorst en nattigheid en passen bovendien door hun uitstraling zeer goed in hun omgeving. Een macadamweg is ook goed begaanbaar voor ouderen/gehandicapten met een scootmobiel, brommers, fietsers, huifkarren en wandelaars. Andere alternatieven zouden kunnen zijn een ‘karrespoor’ van grasstenen of gebakken klinkers. Nader (financieel-)technisch onderzoek is nodig om de juiste constructie te kiezen. Voor elke (half-)verharding geldt echter dat deze zomer en winter goed berijdbaar moet zijn voor ouderen/gehandicapten met een scootmobiel, fietsers, brommers en hulpdiensten.
Parkeren
Gelijktijdig met het instellen van een verkeersluwe weg Lhee/Kraloo dient zo mogelijk een aantal maatregelen genomen te worden om de automobilisten aan de rand van het Dwingelderveld goed op te vangen. Goed geoutilleerde parkeerplaatsen zijn noodzakelijk. Aan de noordkant van het Dwingelderveld is daarin in bepaalde mate voorzien door het bestaande parkeerterrein van Staatsbosbeheer in vak 14. Vanuit dit parkeerterrein is de schaapskooi van Natuurmonumenten goed bereikbaar en dient al als startpunt van een paaltjesroute. De plek is echter niet ideaal en ligt naar de mening van de beheerders (NM en SBB) te veel in de kern van het Dwingelderveld. Bovendien bevinden alle parkeerplaatsen zich in het zand. Dat geeft weliswaar een natuurlijke uitstraling maar levert bij een intensiever gebruik van het parkeerterrein – vooral in een vochtig perioden – problemen op. Een alternatief zou kunnen zijn de parkeerplaats bij vak 20 uit te breiden of aansluiting te zoeken bij de parkeerplaats van Astron. Aan de zuidzijde, ter hoogte van het commissaris Cramerpad, worden de auto’s her en der op de open plekken in de bosjes geparkeerd. Deze ‘parkeervoorziening’ ligt op particuliere grond en lijkt hierom en om zijn ligging niet geschikt om als permanente parkeerplaats te dienen. Ook de omgeving van deze locatie lijkt weinig ruimte te bieden voor een nieuwe parkeerplaats. De es van Kraloo verkeert in een goede staat; dat zou het Overlegorgaan graag zo willen laten. Het verdient de voorkeur om een nieuwe, kwalitatief hoogwaardige, parkeerplaats in te richten. Het Overlegorgaan denkt hierbij aan een locatie in de directe omgeving van Anholt. In Anholt wordt nu al regelmatig ‘wild’ geparkeerd, op de parkeerplaats van bungalowpark Lanka en in de bermen bij het restau13
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
rant ‘t Olde Posthuus. Dat is een ongewenste situatie, zowel voor de inwoners van Anholt als voor de landschappelijke beleving van de bezoekers. Een parkeerterrein zou dus een grote verbetering geven. Het is in deze notitie niet mogelijk nu al een antwoord te geven op de vraag waar die nieuwe parkeerplaats precies zou moeten komen of hoe deze eruit zou moeten komen te zien (incl. extra aandacht voor gehandicapten). Een nadere studie zal daar meer klaarheid in moeten brengen. Als de parkeerplaats is ingericht zouden de beheerders (NM en SBB) graag één of meerdere paaltjesroutes willen uitzetten rondom Anholt. Deze recreatieve voorziening zou een logische aanvulling op de parkeervoorziening zijn. Paaltjesroutes zijn populair onder toeristen. Los van bovenstaande voorzieningen maar wel met het oog op de beleving van het centrale deel van het Dwingelderveld heeft Staatsbosbeheer het plan om aan de noordoostzijde van het Noordenveld, nabij het Koelevaartsveen, een uitzichtheuvel op te werpen. Vanaf deze heuvel zal het mogelijk zijn het gehele Noordenveld en de heide te overzien, zodat de bezoeker getuige kan zijn van de landschappelijke veranderingen in de loop der jaren in dit deel van het Dwingelderveld.
Gehandicapten
Gehandicapten – die volgens de definitie met de gebruikelijke loophulpmiddelen in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan één stuk te voet te overbruggen – genieten in onze samenleving een zekere voorkeursbehandeling als het gaat om het gebruik van parkeervoorzieningen e.d. Daar waar geparkeerd mág worden hebben zij vaak ‘de beste plek’. Bovendien mag je – onder bepaalde voorwaarden – parkeren waar voor anderen een parkeerverbod geldt. Waar auto’s echter niet worden toegelaten wordt in de regel ook geen uitzondering gemaakt voor gehandicapten, zoals op het strand, in parken, natuurterreinen of in stedelijke voetgangersgebieden. Het Overlegorgaan is van mening dat ook in het geval van een verkeersluwe weg Lhee/Kraloo geen uitzondering gemaakt moet worden voor gehandicapten. Hun auto’s maken evenveel lawaai en brengen net zo veel onrust in het centrale deel van het Dwingelderveld als de auto’s van niet-gehandicapten. Gehandicapten met zgn. scootmobielen zijn uiteraard wel welkom. In dit verband past zeker ook de aanleg van een aantal parkeerplaatsen voor gehandicapten op de parkeerplaats in vak 14 (vak 20) en de op te richten parkeerplaats bij Anholt. Zelfs vanuit de auto kan de grote paarse vlakte – waar het Dwingelderveld bekend om staat – goed worden bekeken vanaf de Benderseweg bij de schaapskooi. Daar zijn op enkele meters van de heide parkeerplaatsen voor gehandicapten.
Samenvatting
Het Overlegorgaan van het Nationaal Park Dwingelderveld stelt voor dat de gemeente Westerveld (in overleg en samenwerking met gemeente De Wolden) de weg Lhee/Kraloo binnen afzienbare termijn als volgt reconstrueert: • gesloten voor alle voertuigen met uitzondering van scootmobielen, brommers, fietsers, ruiters en huifkarren en met uitzondering van bestemmingsverkeer. • het toepassen van een (half-)verharding die past bij het karakter van de weg en die zomer en winter goed berijdbaar is. • eventueel: maximum snelheid 30 km/u • Het Overlegorgaan van Nationaal Park Dwingelderveld stelt voor dat de gemeente De Wolden (i.o.m. Westerveld) een haalbaarheidsonderzoek en locatieonderzoek doet naar een kwalitatief hoogwaardige parkeerplaats in Anholt voor het Nationaal Park.
14
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
5. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN • Het Overlegorgaan van het Nationaal Park Dwingelderveld wenst inhoud te geven aan de wens om het centrale deel van het Nationaal Park verkeersluw te maken. Deze wens berust op twee gronden: o gemotoriseerd verkeer doet afbreuk aan de natuur- en belevingswaarden van het Dwingelderveld o de toekomstige vernatting van het centrale deel van het Dwingelderveld vraagt om een lichtere wegconstructie. • Het beleid van alle betrokken overheden geeft voorrang aan de bescherming en ontwikkeling van de natuurwaarden van het Dwingelderveld. Alle overheden erkennen – expliciet of impliciet – dat gemotoriseerd verkeer en natuur geen gelukkige combinatie is en dat daar verandering in moet komen. • Ondanks dat de weg voor het woon-werkverkeer geen belangrijke betekenis heeft, heeft het tot nu toe aan concrete maatregelen ontbroken om het beleid uit te voeren. • Het Overlegorgaan van het Nationaal Park Dwingelderveld stelt voor dat de gemeente Westerveld (in overleg en samenwerking met De Wolden) de weg Lhee/Kraloo als volgt reconstrueert: o gesloten voor alle voertuigen met uitzondering van brommers (incl. scootmobielen), fietsers, ruiters en huifkarren en met uitzondering van bestemmingsverkeer o het toepassen van een (half)verharding die past bij het karakter van de weg en die zomer en winter goed berijdbaar is o eventueel: maximum snelheid 30 km/u • Het Overlegorgaan van Nationaal Park Dwingelderveld stelt voor dat de gemeente De Wolden (i.o.m. Westerveld) een haalbaarheidsonderzoek en locatieonderzoek doet naar een kwalitatief hoogwaardige parkeerplaats in Anholt. • Het Overlegorgaan van het Nationaal Park Dwingelderveld spreekt de bereidheid uit om naar vermogen bij te dragen in de kosten van bovenstaande punten. • Het is wenselijk dat de gemeenten Westerveld en De Wolden in gezamenlijkheid met het Overlegorgaan dit project tot een succes maken.
15
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
BIJLAGE VERKEERSLUW Verkeersluw
In de discussie komen we verschillende termen tegen. Autovrij, autoluw, verkeersluw. Het zijn termen die op elkaar lijken maar niet hetzelfde zijn. Hierdoor kunnen in discussies misverstanden ontstaan. Deze notitie kijkt naar de mogelijkheden om de weg Lhee/Kraloo verkeersluw te maken. Deze notitie verstaat onder verkeersluw: gesloten voor alle voertuigen, uitgezonderd brommers (incl. scootmobielen) , fietsers, ruiters, huifkarren en bestemmingsverkeer. In bordentaal:
In de praktijk betekent dit dat een weg wel gesloten is voor gemotoriseerde recreanten maar niet voor personen die in het gebied wonen of die naar hun perceel willen. Ook overheidsdiensten zoals vuilnisophaaldienst en de TPG-post kunnen normaal gebruik blijven maken van de weg. Dus bewoners (en hun visite) van het Dwingelderveld ondervinden geen enkele beperking vanuit deze maatregel. Ook boeren kunnen obstakelvrij naar hun landerijen blijven gaan om deze te bewerken of om hun vee te inspecteren. In combinatie met, maar ook los van deze toegankelijkheidsmaatregel kan een snelheidsmaatregel worden toegepast van bij voorbeeld 30 km/u. Deze maatregel benadrukt de verblijfsfunctie van het gebied.
Voorbeeld van een macadamweg (in Noorwegen)
16
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
BIJLAGE VOORBEELDEN
Karrespoor
Rode mijnsteen
Asfaltgranulaat
Gestabiliseerd zand
17
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
BIJLAGE HISTORIE Opgeschreven door J. Veenstra (opzichter SBB) in februari 1984.
Grote stille heide
Tussen 1890 en 1900 had een familie Baaiman uit Boterveen (nabij Dwingeloo) een zwager in Wijster wonen. En eens per jaar, bij zomerdag, werd daar een bezoek afgelegd. Dat moest toendertijd lopend geschieden via Dwingeloo – Lhee en tot de Oosteresch was er wel een zandweg aanwezig, maar vanaf de Oosteresch bij Lhee tot aan Spier liep men dwars door de heide. Om niet te verdwalen kon men zich oriënteren op een boom die alleen in het veld stond en op een haantje leek.1)2) Plaatselijk kon men sporen van paarden in de hei aantreffen en die waren afkomstig van de marechaussee die zich per paard verplaatsten. Tijdens die 10 of 11 voettochten over de heide is de familie Baaiman nooit een mens op de heide tegengekomen. Aldus A. Baaiman geboren omstreeks 1910 en zoon van omschreven echtpaar.
Aanleg weg Lhee - Kraloo
Tussen de jaren 1920-1925 is de weg over de Dwingelder- en Kraloërheide verhard met één of ander soort slak. Toen het plan tot verharding bij de bevolking bekend werd, was de plaatselijke bevolking de mening toegedaan dat zo’n plan niet uitvoerbaar was, want in het wegtracé lag een vennetje en daar konden ze niet door.3) Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden bleek dat de aannemer transportlieden uit Brabant had aangetrokken die het zand- en slakvervoer verzorgden met tweewielige karren met ijzeren velgwielen die konden kippen. Ze vervoerden zware vrachten en de paarden werden met stokslagen voortgedreven en de voerlui hadden in de dorpen de benaming van “de harde Brabantse dierenbeulen”. Na de ontgraving van het veen, wat in handkracht gebeurde, werd het cunet direct weer opgevuld met geel zand en direct belegd met grote stukken slak, die soms door twee mensen verdragen moesten worden. Toen de weg klaar was stonden in de aanvoerwegen, vanaf Dieverbrug, de klinkers rechtop in de weg zodat er toen veel herstraatwerk verricht moest worden. Aldus M. Kersies geb. 1909
1)
Dit is de zeeden op de heuvel in vak 50 geweest ( J. Veenstra).
2) Deze boom is ook te zien op een oude zwart-wit foto. Mij is die boom bekend als een oude dode boom die daar nog heel lang heeft gestaan en als spechten smitse en groeiplaats voor mossen dienst heeft gedaan. Ongeveer in 1997 is de boom omgevallen en ligt nu mooi in de kraaihei, ook hier zijn foto’s van.. (A.A. Henckel maart 2005). 3) Ca. 100 m. ten zuiden van vak 23, waar nu de voormalige vuilstortplaats van de gemeente Dwingeloo is en waar thans de bordjes bij staan van natuurterrein. Daar moet ook boorspoeling gestort zijn van twee olieboringen, namelijk één bij Lhee en één in het Westeinde ( J. Veenstra)
18
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
Procedure 1e Concept
behandeling in werkgroep Beheer en Onderzoek behandeling in werkgroep Recreatie
25 januari 2005 1 februari 2005
2e Concept
bestuurlijk overleg gemeente De Wolden bestuurlijk overleg gemeente Westerveld behandeling in werkgroep Water behandeling in werkgroep Voorlichting en Educatie overleg met bewonersgroep Pesse/Kraloo
28 februari 2005 1 maart 2005 8 maart 2005 8 maart 2005 29 maart 2005
3e Concept
behandeling in Overlegorgaan overleg met bewonersgroep Lhee/Lheebroek
31 maart 2005 26 april 2005
Def. ontwerp
behandeling in werkgroep Beheer en Onderzoek
25 mei 2005
Def. notitie
aanbieding aan gemeente Westerveld/De Wolden
juli/augustus 2005
19
Nationaal Park Dwingelderveld Waar een wil is, is een (andere) weg | 2005
SITUATIESCHETS
20