S SCCHHOOOOL LGGI D I DS S Schooljaar Schooljaar2013-2014 2013-2014
99
Schoolgids 2013-2014 Ludger College
Katholieke scholengemeenschap voor mavo, havo en vwo (gymnasium en atheneum) Rector M.C.M. Hulsen Hoofdgebouw Vondelstraat 5 7002 AN Doetinchem Willibrordgebouw Holterweg 121 7001 EK Doetinchem
Voor beide gebouwen T: 0314 - 32 52 48 F: 0314 - 32 48 58 I: www.ludgercollege.nl E:
[email protected]
1
VRIENDELIJK VERZOEK! Wij verzoeken u deze Schoolgids goed te bewaren. Zij bevat informatie waarvan u een heel jaar plezier kunt hebben. Jaarlijks passen we de gids aan: u ontvangt dan ook ieder jaar een nieuw boekje. Over alle actuele schoolzaken informeren wij u daarnaast in het Contactblad, dat vijf keer per jaar verschijnt, en via onze website: www.ludgercollege.nl. Schoolgids, Contactblad en website tezamen geven u een goed beeld van het schoolleven op het Ludger College.
2
In de Schoolgids verwijzen we steeds met ‘hij’ naar de leerkracht en de leerling. U kunt voor ‘hij’ uiteraard ook ‘zij’ lezen.
Voorwoord van de rector Voor u ligt de Schoolgids van het Ludger College 2013-2014. Deze gids is in de eerste plaats geschreven voor de ouders van de nieuwe leerlingen, en natuurlijk voor die leerlingen zelf. Maar ook voor de zittende leerlingen en hun ouders bevat de gids veel nuttige actuele informatie. De Schoolgids bedoelt een zo duidelijk mogelijk beeld van het Ludger te schetsen zodat u zich goed kunt oriënteren op het vervolgonderwijs dat onze school biedt. U vindt in deze gids onder meer informatie over de toelating tot de brugklas, het onderwijs in leerjaar 1 t/m 6, over onderwijskundige ontwikkelingen op het Ludger en de aandacht voor meer- en hoogbegaafde leerlingen (het TOM-project). Verder kunt u lezen over de leerlingbegeleiding, buiten-lesactiviteiten, de schoolorganisatie, kosten voor de ouders, etc.
voerde de eindredactie. Ik wil alle medewerkers hartelijk danken voor hun bijdrage.
Ik hoop dat uit al deze informatie het beeld oprijst van een school die veel werk maakt van onderwijs. Een school die de leerlingen kansen biedt en hen stimuleert tot actieve deelname en zelfstandigheid. Dit doen wij met name door het aanbieden van zelfwerkzaamheidsuren. Daarnaast nodigen wij de leerlingen graag uit deel te nemen aan buitenles-activiteiten, zoals sportieve en culturele reizen, muziek, toneel en projecten. Dat alles in een omgeving waarin alle Ludgerianen (leerlingen, docenten en andere medewerkers) zich thuis voelen en op prettige wijze met elkaar samen leven en werken.
Voor de meest actuele informatie kunt u terecht op onze website www.ludgercollege.nl.
Veel collega’s hebben bijgedragen aan het tot stand komen van deze Schoolgids. De heer T. van der Mijl
Ik hoop en vertrouw erop dat de Schoolgids van het Ludger College de informatie geeft die u zoekt. Mocht u toch nog vragen hebben, dan verwijs ik u naar de vier Contactbladen die in de loop van het schooljaar verschijnen.
M.C.M. Hulsen, rector
3
4
Schoolbestuur Het Ludger College wordt bestuurd door de stichting Achterhoek VO. De stichting stelt zich ten doel in de Achterhoek een zo divers, breed, thuisnabij en kleinschalig mogelijk aanbod van voortgezet onderwijsvoorzieningen te realiseren. De bestuurlijke verantwoordelijkheid ligt bij het college van bestuur, de heer H.J. van der Esch (voorzitter) en mevrouw M.R. Smits. Een onafhankelijke raad van toezicht ziet toe op het functioneren van het bestuur. Het college van bestuur heeft zijn relatie met de rectoren/directeuren van de scholen geregeld in een managementstatuut. Ouders, leerlingen en medewerkers van de school hebben via de medezeggenschapsraad en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad invloed op het bestuursbeleid. Achterhoek VO is een samenwerkingsstichting waarbinnen de scholen hun openbare dan wel levensbeschouwelijke identiteit behouden. De stichting beheert tien scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Achterhoek: het Almende College, De Driemark, het Ludger College/Metzo College, MaxX, Prakticon, Praktijkonderwijs Zutphen, het Rietveld Lyceum, het Christelijk College Schaersvoorde, Het Stedelijk en het Ulenhofcollege. Samen bieden de scholen van Achterhoek VO een breed scala aan opleidingsmogelijkheden.
Correspondentieadres van het college van bestuur Postbus 159, 7000 AD Doetinchem Bezoekadres Lohmanlaan 23, 7003 DJ Doetinchem T: 0314 - 39 41 81 F: 0314 - 39 36 25 E:
[email protected] I: www.achterhoekvo.nl
5
Inhoudsopgave Schoolgids Ludger College Voorwoord van de rector Schoolbestuur Inhoudsopgave
6
1 3 5 6
1 Even voorstellen: het Ludger College 1.1 Wat is het Ludger College? 1.2 Waar staat het Ludger voor? 1.3 Op welke manieren onderscheidt het Ludger zich? 1.4 Wat zegt de Inspectie over het Ludger?
9 9 10 11 14
2 De praktijk: de onderwijskundige opzet 2.1 Toelating tot de brugklas 2.2 Plaatsing van de leerlingen in niveaugroepen 2.3 Het onderwijs in de onderbouw: leerjaar 1 en leerjaar 2 2.4 Het onderwijs in klas 3: scharnier tussen onder- en bovenbouw 2.5 Het onderwijs in de bovenbouw: klas 4 mavo 2.6 Het onderwijs in de bovenbouw: 4 en 5 havo en 4, 5 en 6 vwo 2.7 Het gymnasium en atheneum
15 15 15 17 20 22 22 24
3 Onderwijs in beweging 3.1 Onderwijsontwikkelingen op het Ludger 3.2 ICT op het Ludger 3.3 Projecten
26 26 32 32
4 Buiten-les-activiteiten 4.1 De schoolkrant 4.2 Kunst en cultuur 4.3 Excursies en reizen 4.4 Sport en feesten
37 37 37 39 40
5 Leerlingbegeleiding 5.1 Studiebegeleiding 5.2 Begeleiding voor leerlingen met leer- en gedragsproblemen 5.3 Meer gespecialiseerde begeleiders 5.4 Vertrouwenspersonen bij seksuele intimidatie, pesten, discriminatie, e.d.
43 43 45 48 50
6 De dagelijkse gang van zaken 6.1 Lessen en waarneming 6.2 Proefwerken, rapporten en overgang 6.3 Huisvesting en kantines 6.4 Milieuzorg
53 53 55 56 56
7 Schoolorganisatie en communicatie 7.1 De directie 7.2 De medezeggenschapsraad en de deelraad medezeggenschap 7.3 Adviesorganen van het Ludger 7.4 Communicatie tussen ouders en school 7.5 De klachtenregeling en interne vertrouwenspersonen
59 59 59 60 61 63
8 Kwaliteitszorg 8.1 De Meerjarenopbrengstenkaart 8.2 Het Periodiek Kwaliteitsonderzoek (PKO) in 2003
66 66 68
9 Kosten voor de ouders 9.1 Schoolkosten 9.2 Tegemoetkoming in studiekosten 9.3 Verzekering en schade
71 71 73 73
10 Lessentabellen 2013-2014 10.1 Lessentabel klassen 1 t/m 4 mavo 10.2 Lessentabel klassen 1 t/m 3 havo 10.3 Lessentabel klassen 1 t/m 3 atheneum en gymnasium 10.4 Lessentabel klassen 4 en 5 havo en 4, 5 en 6 vwo
74 75 76 77 78
11 Enkele getallen: instroom, doorstroom en uitstroom 11.1 Doorstroming op het Ludger 11.2 Aantal klassen en leerlingen 11.3 Enkele keuzes van de leerlingen 11.4 Herkomst leerlingen
81 82 83 84 85
Begrippenlijst 86 Index 89
7
8
Even voorstellen: het Ludger College In dit hoofdstuk beschrijven we in het kort het Ludger College en waar de school voor staat. We hebben onze missie vervolgens vertaald naar 13 punten waarop het Ludger zich onderscheidt. Tot slot een citaat uit het verslag van het laatste bezoek (mei 2003) van de Inspectie aan onze school. 1.1 Wat is het Ludger College?
Het Ludger College is een scholengemeenschap voor mavo, havo en vwo (gymnasium en atheneum). De school werd in 2012-2013 door 1789 leerlingen bezocht, van wie 701 uit de stad Doetinchem, en de overige uit plaatsen in de naaste omgeving. Verder werken op onze school zo’n 140 docenten en 45 andere personeelsleden. Geschiedenis Het huidige Ludger College is in 1993 ontstaan uit een fusie van het St-Ludgercollege en de St.-Willibrordmavo. Beide scholen hadden voor de fusie al een lange traditie in Doetinchem: het - oude Ludgercollege sinds 1950 en de St.-Willibrordmavo zelfs sinds 1921. Identiteit Het Ludger is een katholieke school. De school heeft banden met de katholieke gemeenschap en wordt voor een deel bevolkt door jonge en oudere mensen uit deze gemeenschap. Maar, het Ludger staat ook open voor andere levensovertuigingen; een toenemend deel van onze leerlingen is van huis uit niet katholiek. Het Ludger stelt zich ten doel om leerlingen te begeleiden bij hun ontwikkeling tot zelfstandige individuen en hecht daarbij grote waarde aan
1
maatschappelijke, culturele en levensbeschouwelijke aspecten. Huisvesting Het Ludger heeft twee locaties, vlakbij het centrum van Doetinchem: • het Willibrordgebouw aan de Holterweg, voor de leerlingen van leerjaar 1 en 2. • het Hoofdgebouw aan de Vondelstraat, voor de leerlingen van leerjaar 3 en hoger. N.B. Het Willibrordgebouw is vorig schooljaar uitgebreid met o.a. een nieuwe aula en acht lokalen. Opbouw De school kent een tweejarige brugperiode. Vanaf het eerste leerjaar worden de leerlingen in verschillende determinatieklassen geplaatst: mavo, havo, atheneum en gymnasium. We doen dat op basis van het advies van de basisschool en de uitslagen van de Cito-toets, in enkele gevallen overleggen we met de ouders. Tijdens de brugperiode kunnen de leerlingen eventueel doorstromen naar een andere afdeling als hun prestaties daartoe aanleiding geven. U leest hier meer over in hoofdstuk 2.3. Z-uren Vanaf leerjaar 1 werken de leerlingen onder begeleiding van hun docenten enkele uren per week
9
zelfstandig aan opdrachten tijdens de zogenaamde zelfwerkzaamheidsuren, afgekort: Z-uren. Voor deze Z-uren zijn speciale ruimtes vrijgemaakt. In het Willibrordgebouw werken de leerlingen in een gedeelte van de grote aula en in de aangrenzende lokalen; in het hoofdgebouw is er voor de Z-uren De Bovenkamer, een groot studiecentrum op de bovenste verdieping van de nieuwe vleugel. U leest meer over de Z-uren in hoofdstuk 3.1. Communicatie Het Ludger informeert u door middel van deze Schoolgids over allerlei schoolaangelegenheden. Als aanvulling op de Schoolgids verschijnen in de loop van het schooljaar vier nummers van het Contactblad, een bulletin dat de ouders op de hoogte houdt van de laatste ontwikkelingen. Daarnaast kan iedereen informatie over het Ludger College opzoeken op de website. Communicatie met de leerlingen vindt in toenemende mate plaats via It’s learning, de elektronische leeromgeving.
1.2 Waar staat het Ludger voor?
10
Het Ludger College is een katholieke school voor mavo, havo en vwo (atheneum en gymnasium). De school ziet het als haar belangrijkste taak om goed onderwijs te verzorgen. We doen dat vanuit een levensbeschouwelijk perspectief. Het katholieke geloof is daarbij onze grondslag en inspiratiebron. We willen de leerlingen begeleiden in hun zoeken naar ethisch goed handelen. Dat doen we door ons onderwijs en door de manier waarop we met elkaar omgaan. We vinden het een wezenlijk aspect van ons onderwijs om respectvol om te gaan met opvattingen die voortvloeien uit andere tradities en overtuigingen, die al dan niet op het christelijk geloof gebaseerd zijn. De school wil de leerlingen helpen om een eigen positie te vinden in de vele opvattingen en leefwijzen binnen onze westerse multiculturele samenleving.
In ons onderwijs houden we rekening met de eisen die de samenleving stelt. Tegelijkertijd streven we ernaar leerlingen de kans te bieden om zich persoonlijk te ontwikkelen. De school ziet daarbij de verschillen tussen leerlingen als een verrijking. We streven ernaar om ieders talenten te ontwikkelen. Om dit te kunnen realiseren, biedt het Ludger een breed onderwijsprogramma aan dat in veel opzichten uitgebreider is dan de wettelijke eisen die daaraan gesteld worden. Naast het examenprogramma biedt de school extra onderwijs voor leerlingen die meer willen en kunnen. Een bijzondere plaats hierbij neemt naar onze opvatting de wereld van kunst en cultuur in. Kunstuitingen dragen bij en geven vorm aan de meest wezenlijke waarden. Als een leerling deze leert kennen en begrijpen, verwerft hij meer inzicht in de wereld om zich heen en in zichzelf. Buiten-les-activiteiten, zoals vieringen, culturele reizen en toneel/musical, maken daarom een belangrijk onderdeel van ons onderwijsprogramma uit. Het Ludger heeft de volgende uitgangspunten voor de vormgeving van het onderwijs gekozen: een leerklimaat waarin leerlingen zich thuis voelen, een actieve betrokkenheid van de leerlingen bij het leren, en het toewerken naar grotere zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Door uit te gaan van hoge verwachtingen willen we de leerlingen uitdagen en kansen bieden om het maximale te bereiken. Deze elementen vormen samen het onderwijsconcept van het Ludger. Binnen dit concept begeleiden Ludgerdocenten hun leerlingen om steeds meer zelfstandig te leren, waarbij ieder zijn eigen verantwoordelijkheden heeft. De docenten zijn eindverantwoordelijk, zij organiseren en controleren immers het leerproces. De leerlingen van hun kant leren stapsgewijs meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces.
Het uiteindelijke doel hiervan is om de leerlingen beter voor te bereiden op het vervolgonderwijs en op hun rol in de maatschappij. De actievere rol van de leerlingen willen we niet beperken tot het leerproces in engere zin. De school streeft ernaar om leerlingen ook te betrekken bij de organisatie en evaluatie van het onderwijs. Bijvoorbeeld door leerlingenpanels, leerlingenenquêtes, de leerlingenraden en de deelraad medezeggenschap. Daarnaast streeft de school naar een actieve betrokkenheid van leerlingen bij bijvoorbeeld vieringen. Het Ludger wil, tot slot, als school een gemeenschap zijn. Deze Ludgergemeenschap krijgt vorm door respect te tonen voor elkaars opvattingen en mogelijkheden, door betrokken te zijn bij ieders persoonlijke ontwikkeling, door waardering te hebben voor ieders bijdrage en door lief en leed te delen.
1.3 Op welke manieren onderscheidt het Ludger zich? 1. Het Ludger biedt een veilig klimaat Onze leerlingen voelen zich veilig op onze school. Wij vinden het belangrijk dat zij zich als persoon gekend weten en dat zij zich hier thuis voelen. Daarom zorgen wij voor voldoende toezicht in en buiten de les, waardoor er slechts weinig incidenten voorkomen. Vanaf het begin van de brugklas besteden we veel aandacht aan het voorkomen en bestrijden van pestgedrag. De mentor heeft daarin de hoofdrol, maar ook de andere docenten en de conciërges zijn actief in het signaleren en aanspreken van mogelijke ‘pesters’. De sfeer moet zo zijn dat het prettig is naar school te gaan en er te zijn, zowel in de lessen als daarbuiten.
Wij hebben daarnaast ingezet op scholing van leerlingen zodat deze elkaar kunnen helpen om conflicten op te lossen (peer mediation). Een enthousiaste groep geschoolde leerlingen neemt initiatieven naar leerlingen toe om pesten te voorkomen en bij conflicten te bemiddelen 2. Het Ludger geeft leerlingen de kans Soms krijgt een leerling geen eenduidig advies van de basisschool. Basisscholen geven dan adviezen als mavo/havo of havo/vwo. Wanneer we dat verantwoord vinden, krijgt een leerling op het Ludger de kans om op het hoogst mogelijke niveau te starten. Dit gebeurt uiteraard in overleg met de ouders en de basisschool. 3. Het Ludger werkt aan zelfstandigheid Het Ludger wisselt de klassikale lessen af met zelfwerkzaamheidsuren. Deze Z-uren zijn lessen waarin leerlingen zelfstandig (leren) werken. Z-uren worden meestal gegeven in speciaal daarvoor ingerichte studieruimtes. De docenten begeleiden en houden toezicht. 4. Het Ludger biedt extra mogelijkheden voor wie wil en kan Het Ludger stimuleert leerlingen die dat willen, om extra onderwijs te volgen: • Leerlingen kunnen extra vakken volgen: audiovisuele vorming tijdens beeldende vorming (werken met digitale camera’s en grafische software), filosofie, management en organisatie, informatica, Spaans, bsm (bewegen, sport en maatschappij). • In schooljaar 2009-2010 zijn wij gestart met het TOM-project, waarmee wij hoogbegaafde leerlingen een Traject op Maat willen bieden. Inmiddels kennen wij zelfs een TOM1 en TOM2. Hierover leest u meer in 3.1. • Leerlingen kunnen zich ontwikkelen op muziekgebied: het Ludger stimuleert leerlingen om werken te componeren voor het ensemble De Ereprijs
11
en om zelf concerten te geven. Daarnaast werkt het Ludger mee aan het project Vooropleiding Conservatorium. • Leerlingen kunnen hun talenten op het gebied van zang, dans, toneel,muziek, decorbouw, techniek en grime ontwikkelen tijdens de jaarlijkse theaterproductie. • Leerlingen kunnen zich in persoonlijke projecten verbreden en verdiepen 5. Het Ludger maakt ruim baan voor ICT Het Ludger biedt leerlingen de volgende ICTmogelijkheden: • Alle leerlingen in de onderbouw krijgen het vak informatiekunde. • Het Ludger integreert ICT ook in andere vakken. • We maken de verrassende combinatie van beeldende vorming en computergebruik. • Informatica is een examenvak op havo en vwo. • In totaal staan er zo’n 650 computers ter beschikking van de leerlingen. • Een aantal vaklokalen is uitgerust met een digitaal schoolbord. 6. Het Ludger heeft ook een gymnasium Leerlingen met vwo-capaciteiten kunnen vanaf leerjaar 1 met het gymnasiumonderwijs starten. Gymnasiumklassen zijn homogeen, d.w.z. er zitten alleen leerlingen in met een duidelijk vwo-advies. Kenmerken van deze klassen zijn: • Kennismaking met de Grieks-Romeinse cultuur bij het vak klassieken in leerjaar 1, Latijn vanaf leerjaar 2 en Grieks vanaf leerjaar 3. • Meer mogelijkheden voor leerlingen om hun kennis te verdiepen door middel van zgn. leerarrangementen.
12
7. Het Ludger helpt leerlingen met leerproblemen Het Ludger besteedt bijzondere aandacht aan dyslectische leerlingen. Enkele docenten die zich daarin gespecialiseerd hebben, begeleiden
dyslectische leerlingen. Natuurlijk alles in overleg met de ouders. Op vergelijkbare wijze geven we bij het vak bewegingsonderwijs extra aandacht aan leerlingen met motorische problemen door Motorische Remedial Teaching (MRT) aan te bieden, en verzorgen we voor faalangstige leerlingen een training ‘omgaan met faalangst’. 8. Het Ludger biedt méér dan lessen alleen Lessen zijn natuurlijk het allerbelangrijkste, maar op het Ludger is meer te doen: • Reizen, bijvoorbeeld de Italië-reis in de bovenbouw, of een survivalkamp in leerjaar 3. • Theater: jaarlijks een theaterproductie, beurtelings uitgevoerd door leerlingen van leerjaar 1 en 2, en door bovenbouwleerlingen. • Excursies, vakprojecten en sporttoernooien. 9. Het Ludger geeft leerlingen inspraak Het Ludger leert leerlingen ook actief te zijn in de schoolgemeenschap. Er is veel ruimte voor inbreng van leerlingen in de organisatie van de school, bijvoorbeeld in: • De deelraad medezeggenschap, waarin zowel leerlingen, ouders als personeelsleden zitting hebben. • De Belangenorganisatie Leerlingen (BOL) en de Belangenorganisatie Brugklasleerlingen (BOB). • Het leerlingenpanel, waarin leerlingen meepraten over onze onderwijskundige vormgeving. 10.Het Ludger hecht waarde aan de inbreng van ouders Het Ludger vindt de inbreng van ouders belangrijk en is blij met haar actieve oudervereniging. Het bestuur van de oudervereniging komt regelmatig bijeen om - samen met een lid van de directie te praten over vragen en onderwerpen die onder ouders leven. Tweejaarlijks organiseren we een grote enquête
13
onder ouders om er achter te komen hoe tevreden zij zijn over de lessen, de begeleiding en andere aspecten van de school. Met een delegatie van de ouders bespreken we de resultaten diepgaand. Daarnaast zijn de ouderavonden natuurlijk een goede gelegenheid voor ouders om knelpunten of verbeteringen aan te kaarten.
inzameling van papier. • We gebruiken zonnecollectoren voor warm douchewater, hergebruiken regenwater en zijn zuinig met - groene - energie.
11. Het Ludger is één school met twee locaties Het Ludger heeft twee locaties. Daardoor is het mogelijk per locatie een klimaat te scheppen dat bij de leerlingen past. De leerlingen van leerjaar 1 en 2 hebben een eigen gebouw: het Willibrordgebouw aan de Holterweg. Hierdoor is de stap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs niet zo groot.
Het laatste grote inspectiebezoek dateert van 2003. De resultaten ervan worden jaarlijks getoetst. We besluiten dit hoofdstuk met een kort citaat uit het inspectierapport van mei 2003. De Inspectie schrijft daarin het volgende:
12. Het Ludger hecht waarde aan identiteit en bezinning De school hecht grote waarde aan bezinning op allerlei aspecten van de samenleving, zoals maatschappelijke, culturele, levensbeschouwelijke en religieuze aspecten. U vindt dat niet alleen terug in de lessen levensbeschouwing maar ook in bijv. acties voor zwakkeren in de samenleving en in de jaarlijkse bezinningsdag. Daarnaast komen ook bij de gewone lessen en bijv. tijdens excursies levensvragen aan de orde.
14
13. Het Ludger besteedt aandacht aan milieuzorg Het Ludger besteedt veel aandacht aan het milieu, bijvoorbeeld op de volgende manieren: • Tijdens de introductie in de brugklas geeft de school voorlichting over het milieu en de school. • Natuur- en Milieu Educatie (NME) komt o.a. aan bod bij de lessen biologie en aardrijkskunde en bij projecten in onder- en bovenbouw. • In de pauzes drinken leerlingen koffie, thee en fris uit bekers, die na gebruik afgewassen worden. In het Willibrordgebouw schenken we bovendien melk in bekers; we verkopen geen verpakte melk. • Leerlingen zorgen voor een gescheiden
1.4 Wat zegt de Inspectie over het Ludger?
“Het Ludger College wil een meer dan gemiddelde school zijn. Dit hoge ambitieniveau is in de school duidelijk waarneembaar. Op het gebied van personeelsbeleid en zelfstandig leren zijn belangrijke stappen gezet. Op andere fronten is de school volop in ontwikkeling. Kenmerkend voor de school is de goede sfeer. De leerlingbegeleiding en de communicatie tussen ouders, docenten en directie zijn uitstekend. Hierdoor is er een stevige basis voor het verwezenlijken van de ambitie.” Zie verder bij hoofdstuk 8.4.
De praktijk: de onderwijskundige opzet In dit hoofdstuk leggen we uit hoe de gang van zaken is bij de toelating van leerlingen tot de brugklas en hoe we de toegelaten leerlingen in niveaugroepen indelen. Daarna beschrijven we het onderwijs in de onderbouw, in leerjaar 3 en in de bovenbouw. 2.1 Toelating tot de brugklas
Leerlingen worden door hun ouders/verzorgers via de directie van de basisschool aangemeld bij onze school. Volgens de wet dienen we bij de toelating van leerlingen tot het mavo (vmbo tl), havo en vwo twee gegevens (of criteria) te hanteren: • het advies van de basisschool; • de Cito-toets of een andere toets of test. De toelatingscommissie beoordeelt de aangemelde leerlingen aan de hand van deze twee criteria, en bekijkt daarnaast het onderwijskundig rapport, waaronder de gegevens uit het leerlingvolgsysteem van de basisschool. Deze drie soorten gegevens worden naast elkaar gelegd, waarbij het advies van de basisschool van die drie het zwaarst weegt. Samen met de andere scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Doetinchem hebben wij afspraken gemaakt over de toelating tot mavo. Deze eisen zijn dus op alle scholen gelijk. De toelatingscommissie van het Ludger College bestaat uit een aantal afdelingsleiders en de zorgcoördinator en wordt voorgezeten door een directielid. De verschillende afdelingsleiders hebben overleg met de basisscholen en, indien nodig, met de ouders over de toelating en plaatsing van de leerlingen.
2
2.2 Plaatsing van de leerlingen in niveaugroepen
Het Ludger College leidt op voor vier diploma’s: • het mavo(vmbo-tl)-diploma • het havo-diploma • het atheneum-diploma • het gymnasium-diploma. Leerlingen die zonder omwegen of doublures het diploma behalen, doen er respectievelijk 4, 5 of 6 jaar over. De determinatieperiode: leerjaar 1 en 2 De aangemelde leerlingen worden in de brugperiode op grond van de gegevens van de basisschool geplaatst op vier verschillende niveaus. Die plaatsing heeft een voorlopig karakter. De determinatieperiode is er namelijk voor om te bepalen (determineren) welk schooltype voor een bepaalde leerling het meest gepast is. Binnen de eerste twee jaren wordt duidelijk of een leerling direct op ‘de goede plek’ is geplaatst, of dat een ander niveau beter voor hem of haar is. Aan het eind van leerjaar 1 en leerjaar 2 is verandering van schooltype dan ook zonder problemen mogelijk. De lessentabel voor de vakken is voor de verschillende schooltypes hetzelfde, en de leerboeken, leerstof, werkvormen en toetsen sluiten in het algemeen probleemloos aan.
15
Als leerlingen overstappen (op- of afstromen genoemd) doen ze dat in het algemeen aan het eind van het 1e of 2e leerjaar. Incidenteel kunnen ze ook tussentijds een overstap maken. Voor op- en afstroom zijn bepalingen opgenomen in de overgangsnormen, die aan het begin van het jaar in het Contactblad worden gepubliceerd. • mavo In de mavo plaatsen we de leerlingen van wie we denken dat ze een goede of redelijke kans hebben om deze opleiding aan te kunnen. Leerlingen die in het eerste leerjaar goed presteren, kunnen opstromen naar 2 havo (of een jaar later naar 3 havo). Leerlingen voor wie mavo toch te hoog gegrepen blijkt, kunnen, in samenspraak met ouders en collega-scholen, op een andere vmbo-school geplaatst worden. • havo In de havo-afdeling plaatsen we de leerlingen van wie we denken dat ze een goede of redelijke kans hebben om havo aan te kunnen. Leerlingen die in het eerste leerjaar goed presteren, kunnen opstromen naar 2 atheneum (of een jaar later naar 3 atheneum). Leerlingen die onder het gewenste havoniveau presteren, kunnen afstromen naar 2 mavo (of een jaar later naar 3 mavo).
16
• atheneum In het atheneum plaatsen we leerlingen van wie we denken dat ze een goede of redelijke kans hebben om vwo aan te kunnen. We geven les op vwo-niveau. Voor leerlingen die goed presteren op atheneum is er (na een informatieavond) gelegenheid om, wanneer het aantal leerlingen in de gymnasiumklassen dat toelaat, halverwege het eerste leerjaar over te stappen naar het gymnasium. Dit is het meest gunstige moment omdat in de tweede helft van het jaar begonnen wordt met Latijn en Grieks. Wanneer er geen ruimte is in de gymnasi-
umklassen dan zal de overstap aan het einde van het eerste jaar plaatsvinden. Leerlingen die onder het gewenste vwo-niveau presteren, kunnen afstromen naar 2 havo. • gymnasium In het gymnasium, tenslotte, plaatsen we de leerlingen van wie we denken dat ze vwo met gemak aankunnen én in staat zijn daarnaast een extra vak te volgen. Dat extra vak is het vak klassieke vorming (klassieke cultuur, Latijn, Grieks). Evenals bij het atheneum geven we les op vwo-niveau, maar er is meer gelegenheid om diepgang te bereiken. Zie daarvoor ook de paragraaf ‘Klassieke beschaving’ in hoofdstuk 3.3. Leerlingen voor wie het programma te zwaar blijkt te zijn, en die voor de overige vakken gemiddeld presteren, kunnen we na het eerste jaar plaatsen in 2 atheneum. Leerlingen die onder het gewenste vwo-niveau presteren, kunnen afstromen naar 2 havo. Een leerling die in de gymnasiumstroom is geplaatst volgt de vakken Grieks en Latijn tot en met het derde leerjaar. Pas daarna kan hij de keuze maken om met beide vakken door te gaan of met een van deze vakken om een gymnasiumdiploma te kunnen behalen. Doorstroomschema (zie hiernaast) Afsluiting van de determinatieperiode Na het tweede jaar sluiten we de determinatieperiode af. De leerlingen volgen vanaf het derde leerjaar onderwijs op drie niveaus: • mavo • havo • vwo (atheneum/gymnasium).
Doorstroomschema universiteit hbo mbo
6 vwo atheneum/gymnasium
5 havo
5 vwo atheneum/gymnasium
4 mavo
4 havo
4 vwo atheneum/gymnasium
3 mavo
3 havo
3 atheneum
3 gymnasium
2 mavo
2 havo
2 atheneum
2 gymnasium
1 mavo
1 havo
1 atheneum
1 gymnasium
m
m/h
h
h/v
v
(Advies basisschool in combinatie met Cito-score)
Individuele leerroutes zijn in incidentele gevallen mogelijk, maar zijn niet in het schema opgenomen.
2.3 Het onderwijs in de onderbouw: leerjaar 1 en leerjaar 2
Alle brugklasleerlingen krijgen 31 uren les per week (zie de lessentabel in hoofdstuk 10). Daaronder valt ook het vak levensbeschouwing. Levensbeschouwing is een verplicht vak op onze bijzondere, confessionele, school. Alle leerlingen krijgen bewegingsonderwijs: zo noemen wij het vak gymnastiek of lichamelijke oefening. De leerlingen in 1 gymnasium krijgen bovendien het vak klassieke vorming. Alle vwo-leerlingen krijgen de mogelijkheid om deel te nemen aan het Angliaproject (zie 3.3) en de meer- en hoogbegaafde
leerling kan deelnemen aan TOM (zie 3.1). Ook de leerlingen van 2 havo kunnen deelnemen aan Anglia wanneer ze voor Engels een ‘goed’ hebben voor werkhouding op het eindrapport van klas 1 en wanneer het eindcijfer tenminste een 7.5 is. In de pilot is er ruimte voor één klas. Bij overintekening zal loting volgen. Verder volgen alle leerlingen een module basisvaardigheden informatiekunde om met de computer te kunnen werken. Ze leren werken met Windows, internet, Word, PowerPoint en Excel. Bij verschillende vakken besteden we in de lessen ook aandacht aan milieuzorg. We noemen dat
17
18
NME: Natuur en Milieu Educatie. Bij aardrijkskunde en biologie en in enkele projecten komen NMEaspecten aan de orde. In het tweede leerjaar krijgen de leerlingen er nog enkele vakken bij: Duits, economie, nask (natuuren scheikunde); Studielessen in leerjaar 1 en 2 Een van de wekelijkse Z-uren in leerjaar 1 en 2 wordt ingevuld als studieles. In de studielessen leren de leerlingen hoe ze moeten studeren en hoe ze het huiswerk moeten aanpakken. Ook de vakdocenten besteden in hun lessen aandacht aan relevante vakvaardigheden zoals woordjes leren, samenvatten, begrijpend lezen, grafieken lezen enz. De mentor besteedt daarnaast ook aandacht aan de sfeer in de klas. De mentor verzorgt de studieles. Het programma van deze les is in overleg met de mentoren (zij zijn ook vakdocenten) en de afdelingsleiders tot stand gekomen. Doel van de studielessen is dat de leerlingen het geleerde uit de studielessen ook daadwerkelijk toepassen in de vaklessen en bij het huiswerk. De mentor laat de leerlingen ook een SVL (School en Studievragenlijst) invullen, waardoor hij een goed zicht krijgt op het welbevinden van iedere leerling op school. Hij besteedt aandacht aan het groepsproces in zijn klas, aan de werksfeer en aan de onderlinge verhoudingen tussen de leerlingen. Hij zoekt met de leerlingen naar een antwoord op de vraag wat er moet gebeuren om je prettig te voelen binnen de school. Zo komt hij met zijn klas tot afspraken die het pesten tegengaan. En dat is belangrijk, want wij vinden dat onze leerlingen recht hebben op een schoolleven dat geborgenheid biedt. De sfeer moet zo zijn dat het prettig is om naar school te gaan en er te zijn, in de lessen en daarbuiten. Rapporten in leerjaar 1 en 2 Het schooljaar is verdeeld in drie gelijke periodes.
Na ieder van de drie periodes is er een zgn. toetsperiode van een week. Daarin hebben de leerlingen twee of drie toetsen op één dag en vervallen alle lessen. Na iedere toetsperiode worden de resultaten ingeleverd en ontvangt u via uw kind het rapport. De rapporten verschijnen begin december, eind maart en eind juni. De exacte data kunt u vinden in het Contactblad en op de website van school (www.ludgercollege.nl). U kunt de resultaten ook tussentijds digitaal bekijken (op Magister) via de website van de school. Op het rapport vindt u de cijfers voor de vakken en daarnaast beoordelingen voor de studievaardigheden. We doen immers moeite om leerlingen een goede studiehouding aan te leren, evenals de vaardigheden die ze nodig hebben om zelfstandig te leren, met name tijdens de Z-uren. Het gaat om de volgende drie aspecten, die beoordeeld worden met O (onvoldoende), T (twijfelachtig), V (voldoende) of G (goed): • Studiehouding in de les (leerling heeft aandacht, stelt vragen, gaat vlot aan het werk, laat zich niet afleiden, leidt anderen niet af). • Huiswerkverzorging (leerling heeft alles bij zich, heeft het huiswerk af, correct en verzorgd). • Studiehouding in de Z-uren (leerling gaat en blijft aan het werk, leidt anderen niet af, hanteert planning). Pedagogische bespreking Bij de rapportenvergaderingen van leerjaar 1 en 2 speelt de beoordeling van studievaardigheden ook een grote rol. De eerste vergadering is een pedagogische bespreking. De mentor verwerkt na de eerste periode zijn bevindingen met de klas in een sociogram, een schematisch overzicht waarin de verhoudingen tussen de leerlingen per klas zichtbaar gemaakt worden. Aan de hand van dit sociogram praat de mentor met de andere vakdocenten en de
19
afdelingsleider over de klas als geheel, de werksfeer en de onderlinge verhoudingen. Daarnaast bespreken we ook leerlingen met tegenvallende resultaten. Door deze manier van bespreken kunnen we de leerlingen een optimale begeleiding bieden, doordat we veel aandacht schenken aan het welbevinden van leerlingen. Als een leerling goed ‘in zijn vel’ zit, kan hij ook beter leren! Omdat de tijd tussen het begin van het schooljaar en de vergadering n.a.v. het eerste rapport wat lang is, vindt er in oktober een tussentijdse interne bespreking plaats waarbij alleen de mentoren en afdelingsleider opvallende zaken in hun klas met elkaar bespreken. Indien nodig volgt een gesprek met de leerling en eventueel een (telefonisch) gesprek met ouders. Het determinatieadvies Het Ludger geeft de leerlingen aan het einde van het tweede leerjaar een advies, waarin de docenten aan de leerling en zijn ouders laten weten hoe de studie het beste kan worden voortgezet. De docent vraagt zich bij elke leerling af: ‘Zit hij op het goede niveau? Is het beter voor een leerling om een overstap naar een moeilijkere of makkelijkere vorm van onderwijs aan te raden? Zit de leerling op de goede school of is hij gebaat bij verandering van school?’. Dit advies na twee jaar valt samen met de afsluiting van onze determinatieperiode. Wij beschouwen de eerste twee jaren immers als een periode waarin nog wat kan veranderen, omdat we ervan uitgaan dat het lang niet voor elke 12-jarige al duidelijk is dat het zeker mavo óf havo óf vwo zal worden.
20
Voordat we tot een determinatieadvies komen, doorlopen we de volgende stappen: • Alle docenten brengen begin april een prognose uit. Ze geven aan of voor hun vak gymnasium, atheneum, havo, of mavo, doubleren of ander onderwijs (met name een andere vorm van vmbo) de beste keus is. Uiteraard spelen de rapportcijfers een grote
rol bij de advisering, maar ook de motivatie en inzet, zelfstandigheid en nauwkeurigheid worden daarin meegewogen. • De prognoses worden geteld en tijdens de adviesvergadering uitgebreid besproken. Op grond daarvan wordt een algemeen determinatieadvies geformuleerd. • De leerling krijgt daarna het advies op schrift mee. • Op het docentenspreekuur kunnen ouders én leerling vervolgens over het advies komen praten. • Daarna vullen de leerlingen van 2 mavo voor de tweede maal hun pakketkaart in: de definitieve keuze. (Een paar maanden daarvoor hebben ze hun voorlopige keuze gemaakt.) • Aan het einde van het schooljaar blijkt of de leerling op grond van zijn laatste rapport kan worden bevorderd naar het volgende leerjaar in dezelfde afdeling.
2.4 Het onderwijs in leerjaar 3: scharnier tussen onder- en bovenbouw
Na leerjaar 2 sluiten we de determinatieperiode af. De leerlingen volgen hierna onderwijs in de afdelingen 3 mavo, 3 havo, 3 atheneum en 3 gymnasium. De leerlingen volgen niet meer precies dezelfde vakken als in leerjaar 2. In de lessentabel in hoofdstuk 10 vindt u meer informatie over de vakken in het derde leerjaar. In 3 mavo kiezen de leerlingen een van de volgende drie vakken: Frans, geschiedenis en aardrijkskunde. Omdat 3 mavo een voorexamenjaar is, melden we hier nog een aantal belangrijke punten over dit leerjaar. De eindcijfers tellen voor een klein gedeelte mee bij het schoolexamen. Het gaat dan uiteraard wel om vakken die de leerling ook in zijn pakket gekozen heeft. Bovendien maken de leerlingen al een aantal praktische opdrachten die voor
het schoolexamen meetellen. U leest hierover meer in hoofdstuk 2.5. Keuzebegeleiding in het derde leerjaar Het derde leerjaar is voor alle leerlingen een jaar waarin ze keuzes maken voor het vervolg van de schoolloopbaan. De leerlingen moeten vooral de juiste sector kiezen (in 4 mavo), of het juiste profiel (in 4 havo en 4 vwo). Bij die keuzes spelen de volgende factoren een belangrijke rol: • De studieresultaten Op de eerste plaats moet een leerling van het derde leerjaar voldoen aan de eisen die geformuleerd zijn in de overgangsnormen. • De toekomstplannen Vervolgens zijn de toekomstplannen van een leerling van groot belang bij de keuze van een profiel (voor havo- en vwo-leerlingen) of sector (voor mavo-leerlingen), evenals de samenstelling van het vakkenpakket. Wie een middelbare beroepsopleiding (mbo) wil gaan volgen, heeft daarvoor een mavo-/vmbo-tl-diploma nodig, maar het vakkenpakket moet daarnaast ook afgestemd zijn op de gewenste vorm van mbo. Wie wil gaan studeren aan een universiteit, heeft een vwo-diploma nodig; wie een hogere beroepsopleiding (hbo) wil gaan volgen, kan dit doen met een havo- of een vwo-diploma. In beide gevallen moet de leerling daarnaast het vakkenpakket afstemmen op die hbo of universitaire studierichting. De mentor begeleidt de leerlingen bij deze keuzes, door met de leerling op zoek te gaan naar zijn interesses en zijn mogelijkheden (wat zijn sterke en zwakke kanten?), door voorlichting te geven over vervolgopleidingen, door over eisen van sector/ profiel of vakkenpakket te praten en over de mogelijkheden van de verschillende vakken. Voor specifieke problemen of vraagstukken kunnen mentor en leerling altijd terecht bij de decanen.
• De testgegevens Ook testgegevens kunnen hulp bieden bij de keuze voor een bepaalde sector of profiel. Ieder jaar neemt de Geldergroep bij alle leerlingen in leerjaar 3 een test af, de zgn. DAT (Differentiële Aanleg Test). Deze test toetst de sterke en zwakke kanten van de leerling t.o.v. het landelijk gemiddelde van leeftijdsgenoten op mavo, havo en vwo. Op dezelfde dag vullen de leerlingen een nieuwe SVL (School en Studievragenlijst) in, een vervolg op de lijst die de leerlingen in de brugklas invulden. Deze lijst levert gegevens op over het welbevinden en motivatie van de leerling op school. Verder maken de leerlingen in de loop van het jaar nog de zgn. Carpay-test. Deze test toetst de interesse van de leerling voor de verschillende beroepsgroepen. De mentor bespreekt de testgegevens met de leerling; soms spelen de gegevens ook een rol in de rapportvergadering. Deze testkosten zijn overigens voor rekening van de school. • Het advies van de lesgevende docenten Naast bovenstaande speelt ook het advies van de lesgevende docenten een rol. We vragen alle docenten om een advies over de eventuele keuze van hun vak. Zij geven (soms meerdere jaren) les aan een leerling en weten daarom doorgaans goed welke mogelijkheden deze leerling in zich heeft. Bij twijfelgevallen bespreken de docenten gezamenlijk de pakketkeuze en de sector- of profielkeuze van een leerling. Het komt regelmatig voor dat een leerling ‘tegen het advies in’ een bepaald vak kiest. Daar kunnen goede redenen voor zijn, en het is dan ook een recht voor iedere leerling. Toch is het van belang te wijzen op de aanzienlijke risico’s die hij daarmee loopt. De kans is namelijk groot dat hij niet in staat zal zijn het betreffende vak met een voldoende af te ronden. Het is onmogelijk om een vak waarmee een leerling moeite heeft, gedurende het jaar te
21
laten vallen en in te wisselen voor een ander vak. Er zit dan niets anders op dan het vierde leerjaar af te maken, te doubleren, en vervolgens een nieuw pakket te kiezen. Daarbij komt: als een leerling doubleert, heeft hij niet meer het recht om vakken tegen het advies in te kiezen. In dat geval zal de leerling dus een ander pakket, veelal in een ander profiel, moeten kiezen. Al met al redenen om de risico’s van tevoren zeer goed af te wegen!
2.5 Het onderwijs in de bovenbouw: 4 mavo
Het examenpakket voor 4 mavo kent de volgende regels: • De leerlingen kiezen een examenpakket van zeven vakken. • Dit pakket bestaat uit een verplicht deel, onder andere de vakken Nederlands, Engels en maatschappijleer. • De keuze voor het sectordeel moet aansluiten bij de gewenste sector in het mbo. Er zijn vier sectoren: Techniek, Zorg en Welzijn, Economie en Landbouw. • In het vrije deel kiest de leerling nog twee vakken naar keuze. • De leerling kan in het pakket ook het vak beeldende vorming (tekenen) opnemen. • Voor leerlingen die iets extra’s willen en kunnen, bieden we de mogelijkheid aan om een achtste examenvak te kiezen, met name voor leerlingen die na hun examen naar 4 havo willen overstappen. In de lessentabel in hoofdstuk 10 vindt u meer informatie over de vakken in 4 mavo.
22
De examens van mavo De examens bestaan uit de schoolexamens (SE) gedurende het jaar, waarbij de eindcijfers van het derde leerjaar voor 10% meetellen (van de vakken die in het examenpakket gekozen zijn) en het CE (Centraal Eindexamen). Onderdeel van het SE vormen bij veel vakken de
praktische opdrachten, soms ook al in het derde leerjaar. Die opdrachten passen bij de nieuwe manier van werken en de nieuwe manier om leerstof te verwerken, waarbij actief en zelfstandig leren een essentiële vaardigheid is. De laatste grote praktische opdracht is het sectorwerkstuk. De mogelijkheden van het mavo Het mavo is geen beroepsopleiding. Onze leerlingen gaan vrijwel allemaal naar een vervolgopleiding. Een deel van onze mavo-leerlingen kiest voor de overstap naar 4 havo, de meeste leerlingen kiezen voor een opleiding in het mbo. We noemen enkele vervolgopleidingen: • Bouwkunde of Informatica voor leerlingen uit de sector Techniek. • Verpleging of Assistenten gezondheidszorg voor leerlingen uit de sector Zorg en Welzijn. • Secretaresse of Commercieel voor leerlingen uit de sector Economie. • Veeverzorging of Fruitteelt voor leerlingen uit de sector Landbouw.
2.6 Het onderwijs in de bovenbouw: 4 en 5 havo en 4, 5 en 6 vwo
Het onderwijs in 4 en 5 havo en in 4, 5 en 6 vwo heet ook wel de Tweede Fase (zie blz. 27). In deze bovenbouwklassen is de keuze voor het examenpakket aan regels gebonden: • Het pakket bestaat uit een verplicht deel, onder andere de vakken Nederlands, Engels, maatschappijleer en ckv (of kcv voor gymnasiumleerlingen). • Daarnaast maken de leerlingen een keuze uit een van de vier profielen: Cultuur en Maatschappij (CM), Economie en Maatschappij (EM), Natuur en Gezondheid (NG) en Natuur en Techniek (NT). Elk profiel kent een aantal verplichte profielvakken, en daarnaast één of (bij CM) twee zgn. profielkeuzevakken. • Daarnaast kiezen de leerlingen een keuzevak in
23
het vrije deel. In de lessentabel in hoofdstuk 10 vindt u meer informatie over de vakken in de bovenbouw havo en vwo. Het Ludger biedt veel mogelijkheden bij de keuze van het examenpakket. Onze havo- en vwo-leerlingen kunnen bijvoorbeeld kiezen voor informatica, management & organisatie, filosofie en maatschappijwetenschappen. Op vwo kan daarnaast voor Spaans (elementair) worden gekozen, en op havo voor het vak bsm (bewegen, sport en maatschappij). Het schoolvak beeldende vorming kent op het Ludger twee onderdelen: het ‘oude’ vak tekenen en het nieuwe vak audiovisuele vormgeving. De examens van havo en vwo De examens bestaan uit het schoolexamen (SE) en het CE (Centraal Eindexamen). Het SE bestaat uit een serie toetsen en opdrachten, die in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) zijn beschreven. De meeste vakken kennen al SE-toetsen vanaf leerjaar 4, al zijn dat er in 4 vwo nog relatief weinig. Onderdeel van het SE zijn ook de praktische opdrachten. Die opdrachten passen bij de nieuwe manier van werken en de nieuwe manier om leerstof te verwerken, waarbij actief en zelfstandig leren een essentiële vaardigheid is. De laatste grote praktische opdracht is het profielwerkstuk, dat met een cijfer wordt beoordeeld en meetelt in het zgn. combinatiecijfer.
24
havo: leerjaar 4 en 5 Het havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) is een vorm van voortgezet onderwijs die aansluiting geeft op het hbo. Bij het samenstellen van het vakkenpakket moeten havo-leerlingen dan ook rekening houden met de keuze van een profiel en met de keuze van vakken in de vrije ruimte. Tevens dienen ze bij die keuzes rekening te houden met de aansluiting op de
gewenste opleiding in het hbo. U vindt het overzicht van vakken en de lessentabel in hoofdstuk 10. vwo: leerjaar 4, 5 en 6 Het vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) leidt op voor een studie aan een universiteit. In de praktijk kiezen sommige vwo’ers echter ook voor het hbo. Bij het samenstellen van het vakkenpakket moeten vwo-leerlingen rekening houden met de keuze van een profiel en met de keuze van vakken in de vrije ruimte. Tevens dienen ze bij die keuzes rekening te houden met de aansluiting op de gewenste opleiding aan de universiteit of eventueel in het hbo. U vindt de lessentabel in hoofdstuk 10.
2.7 Het gymnasium en atheneum
Op onze school kunnen de vwo-leerlingen een gymnasiumdiploma of een atheneumdiploma behalen. Het gymnasium is een schooltype dat gebaseerd is op de overtuiging dat de klassieke cultuur banden heeft met het heden en dat deze relatie zo belangrijk is dat ze in schoolverband bestudeerd moet worden. Omdat de leerlingen de klassieke talen in het onderwijs altijd leerden náást het reguliere vwo-programma, is het gymnasium het schooltype geworden waarbinnen zich de leerlingen met de meeste capaciteiten verzamelen. Vanaf de brugklas volgen de gymnasiumleerlingen het vak klassieke vorming, waarin de leerlingen ingeleid worden in de klassieke cultuur en geschiedenis, en waarin een start wordt gemaakt met de studie van Latijn en Grieks. Vanaf het tweede leerjaar worden de vakken Latijn en Grieks als apart vak gegeven en beoordeeld. Daarnaast werken de gymnasiumklassen bij veel vakken met leerarrangementen. Daarin hebben leerlingen veel meer keuzevrijheid in hoe ze de
leerstof willen aanpakken, en ook hoe diepgaand ze die willen verwerken. Die werkwijze biedt de uitdagingen die deze leerlingen vaak nodig hebben en erg op prijs stellen. Leerlingen die een gymnasiumdiploma willen halen, houden na het derde jaar, waarin ze Latijn én Grieks volgen, tot hun examen één klassieke taal in hun programma. Ze mogen uiteraard ook beide talen blijven volgen, maar dit is geen noodzaak. Vanaf leerjaar 4 zitten de atheneum- en gymnasiumleerlingen niet meer in aparte klassen. In leerjaar 4, 5 en 6 volgen ze immers hun onderwijs in een van de profielen van de Tweede Fase. Iedere leerling volgt naast het gemeenschappelijke deel de vakken van zijn profiel en zijn vrije deel. De gymnasiumleerlingen volgen hun klassieke taal of talen en klassieke culturele vorming (kcv). Daarnaast kunnen zij nog het vak culturele en kunstzinnige vorming (ckv) volgen, dat voor hen een keuzevak is geworden.
25
3
Onderwijs in beweging In dit hoofdstuk zetten we enkele ontwikkelingen uiteen die op dit moment op het Ludger College actueel zijn, gezien in het licht van de landelijke ontwikkelingen. Verder lichten we de rol van ICT op het Ludger toe en zetten we de vele onderwijsprojecten die in de loop van het jaar plaatsvinden, voor u op een rij. 3.1 Onderwijsontwikkelingen op het Ludger De leseenheid op het Ludger is 50 minuten. Na elke les volgt een wisseltijd van 5 minuten waardoor elke les optimaal benut wordt. We doen onze uiterste best om de leerlingen actief te betrekken bij de les. Sommige vakken (beeldende vorming, bewegingsonderwijs en bewegen, sport en maatschappij) werken met blokuren om de lestijd zo efficiënt mogelijk te benutten.
26
Extra taal- en rekenonderwijs De laatste jaren is gebleken dat veel leerlingen moeite hebben met de overstap van het rekenonderwijs op de basisschool naar het wiskundeonderwijs in het voortgezet onderwijs. Daarnaast is het niveau van taalbeheersing in de loop van de jaren gedaald. Dit is een landelijk probleem. De politiek heeft het reken- en taalonderwijs daarom meer aandacht gegeven en eist een bepaald niveau van rekenen en taal waaraan leerlingen moeten voldoen. Om te kunnen slagen moet een leerling aantonen dat hij dit niveau beheerst. Voor rekenen heeft het Ludger een aantal jaren geleden in samenwerking met de basisscholen al een instaptoets ontwikkeld, waarmee leerlingen aan het begin van de brugklas worden gescreend:
welke vaardigheden bezitten ze wel en welke niet of onvoldoende? Dit heeft een goede kijk gegeven op de startpositie van de leerlingen. Op basis daarvan wordt nu in leerjaar 1 t/m 3 een periode lang wekelijks een lesuur gerekend. Ook voor taal vindt extra oefening plaats om het vereiste niveau te bereiken. In toenemende mate is er digitaal materiaal voorhanden zodat leerlingen zelfstandig aan eventuele leerachterstanden kunnen werken, bijvoorbeeld in de Z-uren of tijdens waarneemuren. De leerling die in 2016 eindexamen doet, moet op dat moment voldoen aan een landelijk niveau op het gebied van taal en rekenen. In de bovenbouw is er gelegenheid om extra lessen te volgen (module) en hiermee te komen tot het vereiste niveau. Modules voor bovenbouwleerlingen In de bovenbouw zijn er enkele modules met een verplicht karakter voor een kleine groep leerlingen, zoals een bijspijkermodule wiskunde B, geschiedenis voor leerlingen die van mavo naar havo doorstromen, een taal- en rekenmodule voor leerlingen die het vereiste niveau niet hebben. Deze modules worden gegeven om de slagingskansen van de leerlingen te vergroten.
De Tweede Fase In het vierde leerjaar h/v, de Tweede Fase genoemd, werken de leerlingen met hun definitieve vakkenpakket. In het derde jaar is volop aandacht voor de keuze van dit vakkenpakket; een belangrijk proces want in het vierde jaar zijn pakketwissels niet meer mogelijk omdat het examen dan al is begonnen. De opbouw van een Tweede Fasepakket bestaat uit: • het gemeenschappelijk deel • de verplichte profielvakken • het profielkeuzevak • het keuze-examenvak, en • de vrije ruimte. In de visie van het Ludger College staat talentontwikkeling hoog in het vaandel. Dat is een belangrijke reden om een heel breed scala van vakken aan te bieden met weinig keuzebeperkingen. Leerlingen mogen zonder beperkingen hun keuzeexamenvakken kiezen uit alle vakken die worden gegeven. Zo kan iemand zonder probleem een kunstvak kiezen naast een Natuurprofiel, of biologie naast een Cultuurprofiel. Omdat we een relatief grote school zijn, kunnen we veel extra vakken aanbieden. Daardoor kunnen we heel wat bijzondere interesses van leerlingen honoreren. Zo kun je het vak Spaans (elementair) kiezen op het vwo, maatschappijwetenschappen op havo en vwo, het vak bsm (bewegen, sport en maatschappij, kort gezegd: bewegingsonderwijs als examenvak) op havo, filosofie op zowel havo als vwo, en informatica. Ook de beide kunstvakken beeldende vorming en muziek kunnen als examenvak gekozen worden. Om een en ander betaalbaar te houden zal aan elke leerling gevraagd worden om bij het vakkenpakket twee keuzes te maken voor het vak in de vrije ruimte. Van de eerste keuze kan worden afgeweken wanneer de lesgroep te groot wordt en te klein is om een nieuwe groep te maken. Dit gebeurt door loting. De tweede keuze moet dus ook een bewuste keuze van de leerling zijn!
Z-uren in alle leerjaren We nemen de doelstelling om aan zelfstandigheid van leerlingen te werken zeer serieus. Vandaar dat we een aantal jaren geleden het systeem van de Z-uren (zelfwerkzaamheidsuren) in het leven hebben geroepen, vanaf leerjaar 1 tot en met het examenjaar van mavo, havo en vwo. Speciaal voor de Z-uren hebben we destijds op het hoofdgebouw De Bovenkamer gebouwd, een grote multifunctionele studieruimte op de vierde verdieping. Hoe werken de Z-uren? Elke week hebben de leerlingen naast de vaklessen een drietal verplichte Z-uren in hun rooster. Deze worden in principe begeleid door de mentor. Er zijn enkele vaste onderdelen opgenomen in deze Z-uren: extra taal- en rekenonderwijs, leren omgaan met computerprogramma’s, studieles in de onderbouw en het keuzebegeleidingsproces. In de loop van de jaren krijgen de leerlingen steeds meer vrijheid om die uren zelfstandig in te vullen. Ze maken er huiswerk, werken aan computers of in de mediatheek, overleggen voor groepsopdrachten etc. Voor leerlingen die het nodig hebben, is in de onderbouw gedurende een periode in het jaar intensieve studiebegeleiding beschikbaar in kleine groepen. De leerlingen starten elk Z-uur in een vaste groep (hun klas). Wanneer leerlingen achter de computer aan het werk willen, met andere leerlingen samen willen werken aan een groepsopdracht of in stilte willen studeren, dan overleggen ze dat met hun mentor. Zij kunnen dan in een andere ruimte aan het werk; ook daar is toezicht. De leerling mag zelf keuzes maken waaraan hij werkt. De mentor ziet de leerling werken, kan hem begeleiden en stimuleren om te werken aan vakken die nog extra aandacht nodig hebben. De mentor kan ook een goed beeld schetsen naar de ouders over het (zelfstandig) werken van hun kind. De geleidelijke opbouw van het zelfstandig leren werpt zijn vruchten af: leerlingen leren steeds
27
beter met hun eigen werk en tijd om te gaan. De problemen met zelfstandigheid in leerjaar 4, zoals die op veel andere scholen bestaan, zijn bij ons veel minder aanwezig. Ook oud-leerlingen geven aan dat ze, door de ervaringen met de Z-uren, verstandiger omgaan met de vrijheden van het hbo en de universiteit dan veel van hun medestudenten. Ontwikkeling mavo Onze mavo (vmbo theoretische leerweg) is altijd al een sterke loot aan de Ludgerboom geweest. Uit gesprekken met mavo-leerlingen is gebleken dat zij in toenemende mate behoefte hebben aan onderwijs waarin meer ruimte is voor ‘doe-activiteiten’ en dat ze zich graag meer oriënteren op de wereld buiten de middelbare school. Mede daarom is de opzet van de bovenbouw mavo aangepast. Hier wordt nu in toenemende mate gewerkt met praktische opdrachten. Inmiddels is ook het sectorwerkstuk veelal praktisch van aard en wordt buiten de school uitgevoerd (op het Graafschap College) waardoor de leerling alvast een indruk krijgt van een bepaalde sector in het vervolgonderwijs (mbo). We blijven als Ludger doorgaan met de ontwikkeling van het onderwijs op mavo. Zo streven we naar enkele workshopdagen per leerjaar, waarin leerlingen een dag praktisch gericht bezig zijn i.p.v. lessen te volgen. Te denken valt aan een dagdeel techniek, cultuur, verzorging, oriëntatie op de beroepenwereld e.d. Het niveau van vakonderwijs op mavo is hoog. Het aantal leerlingen dat na het behalen van het mavodiploma doorstroomt naar het havo is opvallend groot, vergeleken met de landelijke cijfers.
28
Het profielwerkstuk Op het havo en het vwo wordt in het examenjaar een profielwerkstuk gemaakt; dit is veelal een praktijkonderzoek. Docenten van het hbo/wo geven colleges over hoe een praktijkonderzoek opgezet moet worden en waaraan het moet voldoen. Met
dit werkstuk laten leerlingen zien dat ze in hun schoolloopbaan de benodigde vaardigheden hebben ontwikkeld en geoefend waardoor ze in staat zijn om zelfstandig een onderzoek op te zetten en uit te voeren. Leerlingen zijn hiermee buiten lestijd 80 uur aan het werk en presenteren hun werk op de profielwerkstukkenmarkt. Dit is een avond waarbij ook de ouders aanwezig kunnen zijn evenals de leerlingen van het voorexamenjaar. Het profielwerkstuk wordt beoordeeld en het behaalde cijfer telt mee voor het examen in het combinatiecijfer. De beste profielwerkstukken doen mee aan een landelijke wedstrijd. Gymnasium en leerarrangementen Sinds 2002 hebben we vanaf de brugklas aparte gymnasiumklassen. In deze afdeling speelt de kennismaking met de klassieke cultuur een belangrijke rol. Maar dat is niet het enige verschil met het atheneum. Vaak zijn leerlingen op het gymnasium niet alleen getalenteerder, maar ook ‘nieuwsgieriger’. Ze willen vaak méér weten, zijn kritischer en leren gemakkelijker zonder sturing van de docent. Een projectgroep van gymnasiumdocenten heeft een werkwijze ontwikkeld die goed past bij deze groep leerlingen. Dit noemen we leerarrangementen. Hierbij wordt een stuk leerstof door de docent niet meer volledig vóórgestructureerd (‘voorgekauwd’). Aan het begin van een dergelijk leerarrangement maakt de docent duidelijk wat het einddoel is, en geeft aan welke routes de leerling kan nemen. Wil hij veel uitleg? Wil hij het liever zelfstandig of met een groepje uit het boek leren? Zijn er stukken die hij kan overslaan? Of andere onderdelen waar hij juist méér van wil doen? Soms is het eindpunt een toets, soms maakt de leerling een powerpointpresentatie, een videofilmpje of werkstuk als afsluiting. In de loop van het leerproces zijn er diverse controlemomenten waarbij de leerlingen en de docent afstemmen of ieder nog wel op koers ligt. We noemen enkele voorbeelden: bij Engels leren de
gymnasiumleerlingen soms woordjes uit songteksten, bij natuurkunde leren ze hoe een wetenschapper onderzoeken opzet, bij Nederlands verzorgen ze zelf een expositie in de Openbare Bibliotheek over bijv. cross-overliteratuur, bij klassieke culturele vorming geven de leerlingen aan elkaar uitleg bij de opgravingen in Xanten, bij Frans leren ze spreekvaardigheid door videofilmpjes te maken, en ga zo maar door. In de meeste vakken wordt van tijd tot tijd met deze leerarrangementen gewerkt, maar niet altijd. Niet alle stof leent zich er even goed voor. Door deze werkwijze voelen leerlingen zich vaak sterk uitgedaagd om er iets speciaals van te maken. Ze hebben zelf veel te kiezen en dat maakt het aantrekkelijk. Het rendement is daardoor vaak hoger dan bij de gewone klassikale aanpak. TOM 1 (Traject Op Maat) voor hoogbegaafde leerlingen Met ingang van schooljaar 2009/2010 biedt het Ludger een speciaal traject aan voor hoogbegaafde leerlingen. Het Ludger heeft een grote gymnasiumafdeling en daarbinnen hebben we regelmatig te maken met hoogbegaafde leerlingen. Hoewel we ook al werkvormen ontwikkeld hebben waarbij tijdens de les ingespeeld wordt op de behoeften van deze leerlingen (o.a. met de hierboven genoemde leerarrangementen), bleek dat hierdoor de hoogbegaafde leerling nog niet voldoende werd uitgedaagd. Met TOM spelen we in op de behoeften van deze groep leerlingen. De hoogbegaafde leerling wil graag op een andere manier benaderd worden (topdown leren) en hij kan zich de stof in veel minder tijd eigen maken. In plaats van de gebruikelijke (en voor veel leerlingen noodzakelijke) herhaling tijdens de gewone lessen, zoekt hij verdieping en wil hij aan de slag met eigen interesses. Hij wil niet méér doen dan andere leerlingen, maar wel ánders. Daarnaast wil hij meestal geen bijzondere positie innemen in een school en wil hij gewoon mee kun-
nen doen met de andere leerlingen. Als - uit een test - blijkt dat een leerling hoogbegaafd is, mag hij een aantal reguliere lessen per week missen en in plaats daarvan deelnemen aan ‘denklessen’ en lessen in ‘leren leren’. Daarnaast worden in leerjaar 1 en 2 een aantal modules aangeboden die aansluiten bij de interesses van de hoogbegaafde leerling. In het afgelopen schooljaar namen leerlingen deel aan o.a. de modules filosofie, game making, film maken, De val van het Romeinse Rijk, achtergronden van de actualiteit. Ten slotte mag de leerling enkele lessen per week missen om te werken aan individuele projecten waarbij de leerling zelf het onderwerp mag aangeven. Dit hele traject wordt intensief begeleid door de TOM-docent. Tijdens de modules, de denklessen en de projecturen zitten de hoogbegaafde leerlingen bij elkaar en komen zo in contact met elkaar. Ze gaan ook samen op pad voor TOM-excursies. Daarbuiten zitten ze in een gewone vwo-klas (atheneum of gymnasium) waardoor ze geen uitzonderingspositie innemen. Uit de gesprekken met hoogbegaafde leerlingen bleek dat ze dat zelf ook een belangrijk element vonden. We willen werkenderwijs naar een situatie toegroeien waarin de hoogbegaafde leerling zich prettig voelt op school en hij ruimte krijgt zijn talenten verder te ontwikkelen, net zoals we dat voor alle leerlingen op het Ludger nastreven. We organiseren jaarlijks onze eigen feedback op het programma: TOM1-leerlingen zeggen dat we prima slagen in onze opzet. Het programma voorziet in een behoefte. TOM 2 (Traject Op Maat) voor getalenteerde leerlingen Er is ook een groep leerlingen die niet hoogbegaafd is, maar wel behoefte heeft aan extra aanbod. Deze leerlingen mogen een beperkt aantal uren per week lessen ‘missen’ en in die tijd werken aan een individueel project. Er is wekelijks een project-uur waarbij
29
30
de leerling zijn vorderingen laat zien en eventuele problemen kan bespreken. Dit project-uur wordt begeleid door een TOM-coach. Voor uitgebreidere informatie verwijzen we u naar de website van het Ludger College. Vanaf 2012 is de school (aspirant-)lid van de vereniging voor Begaafdheidsprofielscholen (BPS). De scholen in deze vereniging beschikken over een helder beleid voor hoogbegaafde leerlingen en wisselen onderling ideeën en werkvormen uit om samen tot een nog beter onderwijsaanbod te komen voor deze groep leerlingen. Initiatieven m.b.t. ‘De Veilige School’ Uit het bezoek dat de vertrouwensinspecteurs hebben afgelegd en uit de recent gehouden tevredenheidsenquêtes onder leerlingen en ouders (zie website), blijkt dat het Ludger een zeer veilige school is. Om dit te handhaven zijn er binnen de school diverse initiatieven met als doel sociale en grensoverschrijdende aspecten binnen het veiligheidsbeleid van het Ludger te bespreken om zo een veilig klimaat te behouden. Bij sociale aspecten kan men denken aan zaken als algemene regels en afspraken, afspraken rond preventie, sociale vaardigheden en afspraken rond privacy. De categorie grensoverschrijdende aspecten betreft bijvoorbeeld incidentregistratie, voorschriften over hoe te handelen bij pesten, ernstige incidenten, kindermishandeling en het ontwikkelen van actief beleid t.a.v. diverse negatieve invloeden. Een voorbeeld van een mooi initiatief is de organisatie rondom pesten. Bijna alle mentoren zijn geschoold om een vaste methodiek te hanteren in het omgaan met incidenten (de zgn. No Blamemethode). Daarnaast hebben wij ingezet op scholing van leerlingen zodat deze elkaar kunnen helpen om conflicten op te lossen (peer mediation). Deze peers worden gecoacht door docenten. Een enthousi-
aste groep geschoolde leerlingen is het afgelopen schooljaar aan het werk gegaan en neemt initiatieven naar leerlingen toe om pesten te voorkomen en bij conflicten te bemiddelen. Maatschappelijke stage Alle leerlingen die vanaf schooljaar 2011/2012 zijn ingestroomd in het voortgezet onderwijs, volgen tijdens hun schoolloopbaan een of meer maatschappelijke stages. Leerlingen gaan op een praktijkgerichte wijze kennismaken met allerlei aspecten en onderdelen van de samenleving. Kenmerkend voor de maatschappelijke stage is dat een leerling iets voor een ander doet, zonder betaling. Het gaat dus om vrijwilligerswerk. De maatschappelijke stage is bedoeld om leerlingen te laten ontdekken wat er in de maatschappij te koop is en hen te laten ervaren wat het betekent om anderen te helpen. Ze leren ook verantwoordelijkheid te dragen en het geeft hun de mogelijkheid om hun sociale vaardigheden te versterken. De leerlingen krijgen in ruime mate gelegenheid om hun stage naar eigen belangstelling in te vullen. Deze uitgangspunten sluiten goed aan bij de visie van het Ludger College. We willen daarnaast een school zijn die midden in de samenleving staat en de maatschappelijke stage draagt daartoe bij. In leerjaar 1 en 2 voeren de leerlingen al 12 uur van hun maatschappelijke stage uit. Uit de afgelopen jaren blijkt dat een aantal leerlingen zo enthousiast aan de slag is gegaan dat ze de wettelijk verplichte 30 klokuren al in één jaar tijd hebben volbracht! De activiteiten in het kader van de maatschappelijke stage zullen meestal buiten schooltijd plaatsvinden en soms in schooltijd (zoals de actiedag in de onderbouw).
31
3.2 ICT op het Ludger
Bij de vernieuwingen in het onderwijs van de laatste jaren is de rol van ICT (informatie- en communicatietechnologie) steeds belangrijker geworden. Tegenwoordig is de computer voor leerlingen een onmisbaar instrument geworden om zelfstandig kennis te kunnen vergaren. Maar ook maakt het hun mogelijk om op hun eigen niveau en tempo te oefenen, werkstukken te maken en te presenteren. Hoe leren leerlingen op onze school werken met ICT? In leerjaar 1 en 2 krijgen alle leerlingen een module informatiekunde. Daar leren ze de belangrijkste ICT-basisvaardigheden, nl. omgaan met Windows, tekstverwerken met Word, rekenbladen maken in Excel en eenvoudige powerpointpresentaties maken. Ook wordt stilgestaan bij het onderwerp Veilig internetten. Daarin komen onder meer aan bod: hoe ga je om met ongewenste sites?, privacygevoelige gegevens, respectvolle omgang met anderen online, gameverslaving etc. Voor deze module informatiekunde krijgen de leerlingen geen cijfer dat meetelt voor de overgang, maar een getuigschrift. In de Tweede Fase kunnen de leerlingen van havo en vwo het vak informatica als examenvak kiezen. Dit vak geeft de leerling een brede kijk op de ICTsector. Tijdens de lessen informatica houden de leerlingen zich bezig met de vraag wat er efficiënt kan worden geautomatiseerd. Bovendien ontwerpen en bouwen ze geautomatiseerde systemen.
32
Bij verschillende vakken wordt de computer ingezet als hulpmiddel tijdens de lessen: bijv. woordjes leren en grammatica bij de talen, onderzoeken verwerken, metingen verrichten bij natuurkunde, scheikunde en biologie, componeren bij muziek, informatie verzamelen met een digitale encyclopedie of op het internet. Voor al deze activiteiten kunnen de vakdocen-
ten uitwijken naar een van de vier computerlokalen. Alle leslokalen zijn uitgerust met een computer voor de docent, en een beamer. Enkele lokalen zijn uitgerust met een interactief bord (Smart). Daarnaast zijn in de Bovenkamer 25 computers voor leerlingen beschikbaar. Op het Willibrordgebouw zijn er 50 werkplekken voor leerlingen, waarvan 30 tevens gebruikt worden als extra computerlokaal. In de Bovenkamer en de aula kunnen leerlingen met hun eigen laptop of tablet gebruik maken van een internetverbinding. Bij steeds meer vakken wordt gebruik gemaakt van de elektronische leeromgeving (elo): It’s learning. Leerlingen kunnen via de dit internetprogramma thuis en op school materiaal van een vak opvragen, zoals powerpointpresentaties, opdrachten en stencils. Ook leveren de leerlingen via It’s learning opdrachten in bij de docent. Daarnaast hebben zij er een eigen werkruimte waar zij bestanden kunnen opslaan, zodat ze er thuis of op school verder aan kunnen werken. In totaal beschikt het Ludger op dit moment over ruim 650 pc’s in drie netwerken met toegang tot het internet. Voor leerlingen die thuis een computer hebben, heeft de school een licentie afgesloten bij SLIM: www.slim.nl. Daar kunnen de leerlingen van het Ludger College tegen een gereduceerd tarief software bestellen, bijv. het Microsoft Officepakket, een virusscanner van McAfee of Norton.
3.3 Projecten
Naast de reguliere lessen wordt op het Ludger heel wat onderwijs gegeven in de vorm van projecten. Deze verschillen wat betreft doel en opzet nogal van elkaar. Veel projecten hebben het doel om vakoverstijgende verbanden te leggen en vaardigheden aan te brengen. Andere projecten heten project
omdat ze niet in lestijd kunnen worden uitgevoerd, gedeeltelijk buiten school plaatsvinden of op een andere manier buitengewoon zijn. Doorgaans wordt van de leerlingen bij een project iets anders gevraagd dan in de les. Ze moeten meer zelf doen, keuzes maken, onderzoek doen, samenwerken en het resultaat presenteren. De opsomming hieronder geeft in elk geval een levendig beeld van een school die haar leerlingen op allerlei manieren wil aanspreken, ook als de gewone les daarvoor geen ruimte biedt. Projecten leveren dan ook bijna altijd bijzondere ervaringen op, zowel voor leerlingen als voor docenten. Anglia Onze school is al acht jaar Anglia School en daar zijn we trots op! Het wil zeggen dat wij aangesloten zijn bij het internationale Anglia Network Europe, dat wereldwijd samenwerkt om Engelse taalvaardigheid te stimuleren. Via deze organisatie kunnen onze vwo-leerlingen internationaal erkende certificaten behalen. Dat gaat niet in één keer, maar via een stapsgewijze opbouw van maximaal acht examens, die leerlingen in de loop van de jaren kunnen doorlopen, van Primary tot en met Masters in 5/6 vwo. Wie deze route volgt, leert uitstekend Engels spreken, verstaan, lezen en schrijven, en kan zich moeiteloos redden in een internationale (studie)omgeving. De Proficiency en Masters certificaten geven toegang tot veel Engelstalige studies in Nederland en het buitenland. Leerlingen kunnen gratis deelnemen aan Anglia, alleen de kosten van de examens (afgenomen door het externe Anglia Network Europe) zijn voor rekening van de ouders. Een leerling die zich aanmeldt voor Anglia verbindt zich voor minimaal één schooljaar aan dit project. Vwo-leerlingen in de bovenbouw kunnen ook deelnemen aan de lessen Anglia Speaking Skills en de bijbehorende examens. Ook hierbij geldt: aan deelname zijn geen kosten verbonden, aan examens wel.
Vanaf dit schooljaar zijn wij ook in 2 havo gestart met een Anglia pilot-klas. Open Up-project in 4 mavo De afgelopen twee jaren hebben we in 4 mavo in het kader van levensbeschouwing en maatschappijleer met de leerlingen gewerkt aan het vergroten van de tolerantie voor seksuele diversiteit. Met groot enthousiasme hebben de leerlingen zich ingezet voor de schoolbrede acceptatie van homoseksualiteit d.m.v. een modeshow, een speciale editie van de schoolkrant, een film en een lied. Met succes want het project heeft veel publiciteit gekregen en behaalde de tweede plaats in de Gelderse Onderwijsprijs. Veldwerkprojecten aardrijkskunde In bijna elk leerjaar biedt het vak aardrijkskunde leerlingen veldwerk. Voor de brugklassers staan daarbij de Landschappen van de Veluwe op het programma, in leerjaar 2 komt Wonen in een stad als Doetinchem aan bod en in het derde leerjaar richten wij ons met name op Landschappen rondom Doetinchem. In 4 havo staat de Oude IJssel centraal, terwijl de leerlingen van 5 vwo in Utrecht op zoek gaan naar Kenmerken van de multiculturele stad. Wiskunde Jaarlijks wordt in maart de Kangoeroe reken- en wiskundewedstrijd gehouden in 41 landen. De wedstrijd bestaat uit vijf keuzevragen, die een leerling waarschijnlijk nooit eerder gezien heeft. De moeilijkheid loopt op van eenvoudig tot zeer moeilijk. Er zijn vier niveaus: wizKID, wizSMART, wizBRAIN en wizPROF. De deelnemende landen spreken samen de opgaven af. Voor onze school schrijven zich jaarlijks ongeveer 150 leerlingen in. De Nederlandse Wiskunde Olympiade (NWO) is een jaarlijkse wiskundewedstrijd voor havo/vwoscholieren. De NWO is niet alleen bedoeld voor de
33
‘bollebozen’, maar voor elke leerling die zich voelt uitgedaagd door een probleem waarin ongebruikelijke, leuke en niet-erg-schoolse wiskunde aan de orde komt. Voor het maken van de opgaven is geen kennis van specifieke bovenbouwstof vereist. Van onze school doen ieder jaar ongeveer 20 leerlingen mee. De Twentse Wiskunde Estafette is een eendaagse wedstrijd die jaarlijks wordt georganiseerd op de TU Twente. Daarbij is het de uitdaging om allerlei wiskundige puzzels, raadsels en vraagstukken op te lossen. De groep die de meeste raadsels, puzzels en vraagstukken oplost, wint het spel. Zo’n groep bestaat uit vier leerlingen uit 5 vwo. Jaarlijks doet het Ludger mee met twee groepen. Het Wiskundetoernooi is een eendaagse wedstrijd die jaarlijks wordt georganiseerd op de Radboud Universiteit Nijmegen. In de ochtend vindt de traditionele estafette plaats. Deze bestaat uit twintig uitdagende opgaven. 's Middags is er de Sum of Us, die over een toepassing van de wiskunde in de maatschappij gaat. De beste teams over het geheel van de twee rondes winnen bovendien spectaculaire prijzen. Een team bestaat uit vijf leerlingen uit de bovenbouw. Jaarlijks doet het Ludger mee met twee groepen.
34
Project Krant in de klas In samenwerking met de Gelderlander werken brugklasleerlingen aan het Krantenproject. De eersteklassers krijgen drie weken lang gratis de Gelderlander in de bus. Bij het vak Nederlands leren ze zaken die je moet weten en kunnen om de krant te kunnen lezen en te begrijpen. Waar staan de feiten en waar de meningen? Welke rubrieken zijn er? Wat is een column? Daarnaast worden er natuurlijk gesprekken gevoerd over artikelen die de leerlingen in de krant gelezen hebben. Wat vinden ze van het nieuws, zijn ze het eens met de besluiten die bijvoorbeeld een regering neemt en wat zouden ze zelf graag in de krant wil-
len zien staan? Behalve gelezen wordt er ook geschreven: binnenen buitenschools nieuws, een column of een wedstrijdverslag. Zulke opdrachten kunnen uitmonden in een (gedeelte van een) eigen krant. Het Gelderlanderproject heeft inmiddels zijn eigen plek veroverd op het Ludger en de ervaringen van docenten en leerlingen zijn heel positief. Projecten Duits in de bovenbouw In 4 havo en 4 vwo wordt er aan de hand van projecten rond verschillende thema’s gewerkt aan de vaardigheden lezen, luisteren, spreken en schrijven. Daarbij staat steeds een film centraal (zoals Die Welle bij het thema ‘Nie wieder Faschismus’; Wie Feuer und Flamme bij ‘DDR’; Almanya bij ’Gastarbeid/cultuurverschillen‘). Een voorbeeld van een succesvol project uit het verleden is het Ghettokidsproject. Wij verwijzen u hiervoor graag naar www.ghettokids.org. Voor vwo 4-leerlingen wordt er elk jaar een excursie georganiseerd, bijvoorbeeld naar DASA (Deutsche Arbeitsschutzausstellung) in Dortmund. Bovendien vindt er jaarlijks een uitwisseling met leerlingen van het Petrinum in Dorsten plaats. Dit wordt al verscheidene jaren door de Lions Clubs Doetinchem en Dorsten georganiseerd en mogelijk gemaakt. In 5 vwo staat het thema Deutschland im Film centraal. De leerlingen maken aan de hand van diverse films (zoals Sophie Scholl, die letzten Tage, Das Leben der Anderen en Auf der anderen Seite) een reis door de geschiedenis van Duitsland. Daarnaast lezen en spreken ze veel over de films. Ook schrijfvaardigheid komt weer aan bod. Als de leerlingen in 6 vwo zitten, maken zij bovendien een excursie naar het Haus der Geschichte in Bonn. De leerlingen erleben daar de Duitse geschiedenis nog een keer aan de hand van concrete objecten.
Project Leerling vóór de klas in 5 havo en 6 vwo Dit project bieden we leerlingen in 5 havo en 6 vwo aan als een bijzondere vorm van een profielwerkstuk. De leerlingen krijgen de mogelijkheid onder begeleiding enkele lessen te geven in een onderbouwklas. Daarmee kunnen zij laten zien hoe goed ze een bepaald vak beheersen. Tegelijkertijd ontdekken de leerlingen hierbij of werken in het onderwijs iets voor hen is. Na een gedegen voorbereiding, waaronder een aantal lessen onderwijskunde, werken ze in duo’s een plan voor een lessenserie uit, en staan daarna enkele lessen ‘echt voor de klas’. Dit is voor velen een spannende en leerzame ervaring. Dit project is uitsluitend bedoeld voor leerlingen die serieuze plannen hebben om de boeiende wereld van het onderwijs binnen te stappen.
beroepsbeoefenaren. Leerlingen oriënteren zich op deze manier op de mogelijkheden na het voortgezet onderwijs. Via een interview maken ze een afspraak om in het desbetreffende beroep een dagdeel mee te lopen. Voordat ze in gesprek gaan, leren ze tijdens een workshop drama hoe zij zichzelf kunnen presenteren en wat een beroepshouding inhoudt. Ook het onderdeel interviewtechniek komt aan bod in de lessen Nederlands.
Het Ereprijsproject Vwo-leerlingen die het examenvak muziek volgen, doen in 6V mee aan het Ereprijsproject. Dat is een compositieproject waarbij de leerlingen muziek schrijven voor het orkest de Ereprijs. In 5 havo kunnen de leerlingen meedoen in het kader van hun profielwerkstuk. Door zelf een compositie te schrijven leren de leerlingen op een heel intensieve manier meer over de keuzes waar een componist voor komt te staan. Welke vorm kies ik? Hoe bedenk ik een melodie? Hoe laat ik instrumenten mooi samenklinken? Welke sfeer roep ik op? Vervolgens komt de Ereprijs een hele dag op school om de stukken van de leerlingen te repeteren. Enkele weken later is dan het Ereprijsconcert in de aula, waar alle stukken gespeeld worden voor ouders, vrienden, docenten en bekenden. Een unieke, onvergetelijke en erg leerzame ervaring. Project Op Stage Leerlingen van 2 mavo doen mee aan het project Op Stage. Hierbij kiezen zij een aantal beroepen waarover ze meer zouden willen weten. Met behulp van hun stagebegeleider leggen ze contact met
35
36
Buiten-les-activiteiten Naast de lessen en de projecten (zie 3.3) biedt het Ludger leerlingen de gelegenheid om mee te doen aan de zgn. buitenles-activiteiten (BLA). Sommige van deze activiteiten hangen direct samen met het lesprogramma, andere zijn bedoeld voor leerlingen die iets extra’s willen en kunnen. In ieder geval vinden ze vaak buiten schooltijd plaats. Het Ludger stimuleert deze activiteiten, omdat ze in onze visie bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen. We geven leerlingen graag alle ruimte om hun talenten te ontplooien.
4.1 De schoolkrant
De schoolkrant Amok wordt geschreven door een redactie van leerlingen, die daarbij begeleid worden door een docent. De redactie moet zich houden aan het schoolkrantreglement. De schoolkrant heeft een aantal doelstellingen: • De schoolkrant wil de initiatieven van alle groeperingen en de contacten tussen deze groeperingen binnen de schoolgemeenschap bevorderen. • De schoolkrant stelt ieder lid van de school in staat om mededelingen, meningen, verhalen, tekeningen, puzzels, poëzie en dergelijke te publiceren. Deze inzendingen kunnen over de school gaan, maar het hoeft niet. Kopij is van harte welkom in de bekende kopijbussen. En natuurlijk is er voor enthousiastelingen plaats in de redactie.
4
4.2 Kunst en cultuur
Het Ludger biedt op het gebied van kunst en cultuur activiteiten aan voor alle leerlingen, zoals toneel en concerten. Andere activiteiten hangen samen met een bepaald vak, zoals beeldende vorming, muziek, moderne vreemde talen, enz. Ook worden veel activiteiten georganiseerd vanuit de vakken ckv (culturele en kunstzinnige vorming) en kcv (klassieke culturele vorming). Ludgertheater Het Ludger College kan terugzien op een rijke theatertraditie. Ieder jaar wordt hard gewerkt aan een totaaltheaterproductie, waarbij teksten, muziek en danschoreografieën zo veel mogelijk zelf worden gecreëerd of bewerkt. Aan de producties doen veel leerlingen mee, in totaal vaak meer dan 70. Zij schitteren op het podium als acteur of actrice, als zanger(es), danser(es) of spelen een meer ondersteunende rol in het orkest, in de decor- en techniekgroep, bij de grime of in de productiegroep. Elke groep staat onder leiding van een intern of extern begeleider, maar ook de eigen inbreng van de leerlingen is zeer waardevol. Door hun nadrukkelijke aanwezigheid in het hart van de school en de aandacht die eraan besteed is om het tot een echt theatergebeuren te maken, groeien deze evenementen elke keer weer uit tot een absoluut hoogtepunt
37
waar iedereen naar toeleeft. In de even jaren voeren de leerlingen van leerjaar 1 en 2 hun productie op. In 2010 was dat Hond in de nacht, waarin de 15-jarige autistische Christopher op zoek gaat naar de moordenaar van de hond van een buurvrouw en hierbij veel zekerheden moet loslaten en zijn grenzen moet verleggen. Bij de opening van het nieuwe Willibrordgebouw vorig jaar hebben veel leerlingen hun talenten kunnen laten zien tijdens het openingsfestival, waardoor het is uitgegroeid tot een groots, spetterend en veelzijdig gebeuren. In de oneven jaren zijn de leerlingen van het hoofdgebouw aan de beurt. Zij brengen meestal een eigentijdse bewerking van een toneelstuk, zoals: De Kaukasische Krijtkring van Bertolt Brecht, De Wijze Kater van Herman Heijermans, Het bezoek van de oude dame van Friedrich Dürrenmatt, en de klassieker Hamlet. Maar ook het door regisseur Theo Soontiëns geschreven Melt Down, over in hoeverre het thema ‘global warming’ jongeren bezighoudt. In 2011 werden drie bekende sprookjes op een eigentijdse, humoristische manier verteld in Lang en gelukkig. Het doorbreken van vooroordelen en het ontsnappen aan de hokjesgeest waren in dit toneelstuk terugkerende thema’s. In 2013 stond Peer Gynt op het programma, een Noorse volksvertelling, opgetekend door Hendrik Ibsen.
38
Concerten Met de Muziekschool Doetinchem en de Hogeschool voor de Kunsten te Arnhem werkt het Ludger College samen in het project Vooropleiding Conservatorium. Vanaf leerjaar 2 kunnen leerlingen aan dit project deelnemen. Twee keer per jaar verzorgen zij een voorspeelavond in de zaal van de muziekschool. Leerlingen met muziek als examenvak en talentvolle derdeklassers werken mee aan enkele pauzeconcerten in de aula van het hoofdgebouw en sinds kort zijn er ook pauzeconcerten in de aula van het
Willibrordgebouw. Deze pauzeconcerten hebben de titel Muziek op je boterham meegekregen. Een belangrijk evenement in het jaar is het Ereprijsconcert. U leest hierover meer bij projecten in hoofdstuk 3.3. Een tweede concert, het Slotconcert, wordt door de leerlingen van de examenklassen muziek zelf gegeven. Het is het openbaar schoolexamen, waarin de leerlingen van 5 havo en 6 vwo vocaal en instrumentaal, gezamenlijk en solistisch, diverse soorten en vormen van muziek presenteren aan een - altijd enthousiast en talrijk publiek. Cultuur Het Ludger wil haar leerlingen op vele manieren laten kennismaken met cultuur. Hieronder leest u welk aanbod het Ludger aanbiedt op dit terrein: • Mavo-leerlingen volgen voor het vak ckv een workshopdag in Amphion, waarbij ze op een praktische wijze kennis maken met theater, beeldende kunst, dans en muziek. • In de activiteitenweek zijn er culturele uitstapjes en/of voorstellingen voor de onderbouw. • Leerlingen van 4 havo en 4 en 5 vwo bezoeken voor het vak ckv ook zelfstandig voorstellingen in Amphion, Gruitpoort of andere theaters in de omgeving. In overleg met hun docent maken de leerlingen een keuze uit het culturele aanbod. • Voor leerlingen van 4 havo is er een workshopmiddag, waarop ze op een actieve en inspirerende manier kennismaken met video, theater, dans of muziek. • De school organiseert voor de leerlingen van 5 vwo een dag naar Amsterdam, waar ze een museum bezoeken en naast een rondleiding en workshop een voorstelling van het Nederlands Danstheater of de Nederlandse Opera zien en beleven. • Daarnaast gaan de examenleerlingen beeldende vorming en muziek voor een intensieve tweedaagse kunstexcursie naar Amsterdam, waar ze met de Nederlandse top van het muziek- en kunstaanbod
kennismaken. • Ook in de onderbouw vinden er gedurende het schooljaar activiteiten plaats op het gebied van kunst en cultuur; soms is dat een filmproject, een verhalenproject, of een voordrachtfestival. Het aanbod is elk jaar anders. De school probeert op deze manier leerlingen in aanraking te laten komen met een breed scala aan kunstuitingen. • Tot slot komen leerlingen van verschillende leerjaren door bezoeken aan bioscopen, musea en tentoonstellingen in aanraking met de beeldende kunsten.
• Latijn/Grieks: excursies naar Xanten en Keulen voor 2 en 3 gymnasium • Duits: Excursie met 4 vwo naar bijv. Dasa in Dortmund. Excursie met 6 vwo naar Bonn, o.a. het Haus der Geschichte.
4.3 Excursies en reizen
Excursieweek voor 3 mavo Voor 3 mavo organiseren we een excursieweek naar België, dichtbij de kust. Tijdens deze week voeren de leerlingen een zelfstandige huishouding. Ze moeten zelf boodschappen doen en koken. Verder zijn er sportieve en culturele onderdelen en gaan de leerlingen een dag naar Londen en bezoeken ze Antwerpen.
Eendaagse excursies De eendaagse excursies bestaan meestal uit bezoeken aan musea en tentoonstellingen. Deze excursies worden door vaksecties voor verschillende leerjaren georganiseerd. Hieronder volgt een kleine greep uit de bestaande excursies.
De meerdaagse cultuurhistorische reizen Ook in de bovenbouw organiseert het Ludger meerdaagse cultuurhistorische reizen. Deze studiereizen vinden plaats in de voorexamenklassen 4 havo en 5 vwo. We streven ernaar dat een leerling in zijn schoolloopbaan in ieder geval één keer aan zo’n reis kan deelnemen. De oudste traditie heeft de 9-daagse klassieke reis. Om het jaar wisselen we de Italië-reis af met een reis naar het klassieke Griekenland. Daarnaast organiseert de reiscommissie 5-daagse reizen, bijvoorbeeld naar Berlijn, Barcelona, Istanbul, Londen en Praag. Deze cultuurhistorische reizen vragen veel aandacht van de leerlingen. De leerlingen komen door deze reizen in aanraking met de bezienswaardigheden, de cultuur en de historie van de landen en steden die ze bezoeken. De leerlingen en docenten
Het Ludger geeft de leerlingen ook de gelegenheid om aan verschillende excursies en/of reizen mee te doen, zowel eendaagse als meerdaagse. Sommige excursies/reizen worden georganiseerd vanuit een vak, andere zijn bedoeld als algemene vorming. Het blijken vaak gezellige uitstapjes die bovendien van grote vormende waarde zijn voor de leerlingen.
• Beeldende vorming: bovenbouwleerlingen met beeldende vorming in het pakket gaan elk jaar op excursie. Alle leerlingen bezoeken in elk geval een keer Keulen. Andere bestemmingen zijn Amsterdam of Rotterdam, afhankelijk van het aanbod. • Biologie: excursie naar Burgers Bush in Arnhem met 4 mavo. • Economie: excursie naar Euronext in Amsterdam met 6 vwo. • Frans: excursie naar Lille met 3 mavo, havo en vwo
Sportieve reizen in leerjaar 3 Het Ludger organiseert ook meerdaagse reizen voor de derde klassen. Deze reizen hebben een meer sportief karakter: de leerlingen van 3 havo, 3 atheneum en 3 gymnasium gaan op survival in de Ardennen, naar een beachkamp in Zeeland of naar een zeilkamp in Friesland.
39
bereiden de reizen grondig voor op school tijdens verplichte voorbereidingsavonden. De reizen zelf worden begeleid door de docenten van de school. Op een voorlichtingsavond geven we vooraf informatie aan de deelnemers én hun ouders over het doel en de inhoud van deze reizen. Aan het begin van het schooljaar ontvangen de leerlingen die aan een meerdaagse reis kunnen deelnemen, een overzicht van de reizen en een inschrijfformulier. De kosten van de reizen Excursies en reizen kosten uiteraard geld. De culturele reis die een leerling kan maken in de voorexamenklas wordt door de ouders betaald. Voor andere (vak)excursies delen ouders en school de kosten. Afhankelijk van het inkomen kunnen ouders in aanmerking komen voor een korting op de culturele reis. Daarvoor is het noodzakelijk dat een kopie van de beschikking kindgebonden budget van de Belastingdienst op school wordt ingeleverd. Het belastbaar inkomen dat hierop vermeld staat bepaalt of er recht is op korting. U kunt hierover contact opnemen met dhr. W. Jansen.
40
Tijdstip van de reizen De meerdaagse excursies en een aantal andere buiten-les-activiteiten vinden geconcentreerd in één week plaats, meestal direct na de meivakantie. In deze week zijn de leerlingen uit de meeste leerjaren één of meer dagen ‘op stap’. Daarnaast is er een aangepast lesprogramma. Het gevolg is dat het onderwijsproces in de rest van het schooljaar zo min mogelijk verstoord wordt. We bieden de leerlingen die niet op reis gaan alternatieve programma’s aan. Voor de leerlingen van leerjaar 1 en 2 en voor leerlingen van 4 vwo organiseren we vervangende activiteiten en nog enkele lessen. Zo heeft leerjaar 1 een driedaags project ‘Globaland’ waardoor leerlingen een goed beeld krijgen van ontwikkelingssamenwerking en zelf een dag een
microkrediet-actie uitvoeren. Het geld dat ze verdienen met hun eigen bedrijfje doneren ze aan een jongerenproject in een ontwikkelingsland. De leerlingen uit leerjaar 2 kunnen kiezen uit een viertal projecten. Ze zijn drie dagen bezig met bèta, kunst en cultuur, sport en gezondheid of taal en cultuur. Tijdens dit project krijgen leerlingen de ruimte om hun talenten verder te ontwikkelen. En tot slot bereiden de eindexamenleerlingen (4 mavo, 5 havo en 6 vwo) zich tijdens deze week voor op hun eindexamen.
4.4 Sport en feesten
In dit hoofdstuk bespreken we de laatste buiten-lesactiviteiten: sport en feesten. Sport De docenten bewegingsonderwijs stimuleren sportbeoefening door zoveel mogelijk leerlingen. Veel leerlingen maken gebruik van de gelegenheid om na school een sport te beoefenen. Het Ludger organiseert binnen de school toernooien voor leerjaar 1 tot en met 3. Ook kunnen alle leerlingen meedoen aan toernooien daarbuiten. Hieraan doen teams mee uit Doetinchem, teams uit de regio en zelfs teams van buiten de regio. U kunt hierbij denken aan sporten als voetbal, handbal, volleybal, atletiek, basketbal en een minitriatlon. Verder organiseert de sectie bewegingsonderwijs aan het einde van het schooljaar, na de laatste proefwerkweek, een grootscheepse activiteitendag voor leerjaar 1 en 2. Op deze dag komen de meest uiteenlopende sportvormen aan bod. Leerlingen kunnen dan tegen een vergoeding kiezen uit een breed scala aan activiteiten, zoals mountainbiken, zeilen, indoor-skiën of -snowboarden, wadlopen, klimmen en abseilen of poolen.
41
Voor de leerling in 3 mavo is er een atletiekdag en een outdoordag. Deze dagen staan in het teken van samenwerken en zijn grensverleggend. Meisjes uit leerjaar 3 kunnen een cursus zelfverdediging volgen. Tenslotte kunnen bovenbouwleerlingen deelnemen aan activiteiten zoals squash, zelfverdediging en/of hardlopen voor beginners. Feesten In de loop van het schooljaar zijn er verschillende feestelijke bijeenkomsten: klassenavonden voor de afzonderlijke klassen en feestavonden voor grotere groepen leerlingen. Zo zijn er het Openingsfeest, het Galafeest en het Slotfeest voor leerjaar 1 en 2, BOL-feesten voor de hogere leerjaren, en niet te vergeten de diploma-uitreikingen aan het einde van het schooljaar. Sinds enige jaren is het verkopen van alcohol op school verboden. Sindsdien organiseert de BOL jaarlijks voor de bovenbouw een feest buiten de school. Dit feest wordt buiten de verantwoordelijkheid van de school georganiseerd, in samenwerking met een horeca-instelling. Wel stellen wij de ouders door een brief op de hoogte van zo’n feest. Wij kondigen overigens klassenavonden, waaraan wij veel waarde hechten, en feesten zoals hierboven genoemd altijd van tevoren aan, bijv. in het Contactblad, of we geven de leerlingen een brief mee naar huis. Brieven die bestemd zijn voor grotere groepen leerlingen en ouders kunt u ook lezen op de website van school. Alleen dan weet u dat er docenten aanwezig zijn bij die bijeenkomst, en dat de school samen met leerlingen en ouders daarvoor verantwoordelijkheid wil dragen. Overigens: een klassenavond voor leerjaar 1 en 2 duurt tot 23.00 uur, voor leerjaar 3 en hoger uiterlijk tot 24.00 uur.
42
Door u bovenstaand beeld te schetsen, waarbij we niet pretenderen compleet te zijn geweest, willen
we u laten zien dat het Ludger bruist en dat we op vele gebieden de ontwikkeling van onze leerlingen stimuleren en hun talenten willen laten groeien!
Leerlingbegeleiding Het Ludger hecht veel waarde aan een goede begeleiding van leerlingen. Om u een compleet overzicht te geven van de diverse vormen van specifieke leerlingbegeleiding die het Ludger aanbiedt, hebben we een zgn. begeleidingsbrochure ontwikkeld. De begeleidingsbrochure kunt u terugvinden op de website van de school. In dit hoofdstuk gaan we in op de volgende vormen van leerlingbegeleiding: de studiebegeleiding, de begeleiding van leerlingen met een leerprobleem en psychische en medische begeleiding. Tot slot leest u kort over de taak van vertrouwenspersonen bij evt. discriminatie en/of seksuele intimidatie.
5.1
Studiebegeleiding
Op het Ludger begeleiden we uiteraard de leerlingen bij hun studie en bij hun welbevinden op school. We hebben daarvoor de volgende begeleiders aangesteld: • de mentoren • de afdelingsleiders • de decanen. Mentoren Elke klas heeft een eigen mentor. Leerlingen die overstappen van de basisschool naar het Ludger krijgen te maken met allerlei nieuwe zaken, zoals het grote aantal verschillende vakken en docenten. In het begin is dat even wennen voor de leerlingen en dan is het belangrijk dat ze met hun vragen bij iemand terecht kunnen. De brugklasmentor is in deze situatie de eerst aangewezen persoon die hen door die eerste periode van gewenning heen loodst.
5
In leerjaar 1 en 2 is de introductie en de begeleiding door de mentor uitgebreider dan in de hogere leerjaren. De mentor heeft, vooral in de loop van het eerste jaar, zowel telefonisch als door middel van huisbezoek gesprekken met de ouders en indien nodig ook met de leerkracht van de basisschool. Hij vangt de leerlingen op, geeft studielessen en Z-uren en begeleidt de klas als leefgemeenschap. Zo hebben de leerlingen enkele weken na het begin van het schooljaar een extra mentordag, ook wel groepsdag genoemd. Ook bij klassenavonden die in de loop van het jaar plaatsvinden, is de mentor aanwezig. Meestal houden de leerlingen in het eerste en tweede leerjaar dezelfde mentor. Vanaf leerjaar 3 wordt bij de begeleiding door de mentor gaandeweg het initiatief meer en meer bij de leerling gelegd. Als er iets aan de hand is, is het zaak dat de leerling en/of de ouders ook zelf bij de mentor ‘aan de bel trekken’ en een bijdrage leveren aan een mogelijke oplossing. Omdat de leerlingen in de overige leerjaren regelmatig in nieuw samengestelde klassen zitten, besteden we de eerste dagen van het schooljaar aan introductieactiviteiten. De mentor in leerjaar 3 maakt tijdens de introduc-
43
tiedagen een intensieve start met het proces van keuzes maken voor de toekomst. In dit leerjaar moeten de leerlingen een sector of profiel kiezen voor het vierde leerjaar. Daarbij krijgen ze met name ondersteuning van de mentor. De mentoren geven keuzelessen en zij voeren in eerste instantie gesprekken met de leerlingen over de keuze van het vakkenpakket voor 4 mavo, 4 havo en 4 vwo. Op deze wijze combineren we dus de mentorbegeleiding en de keuzebegeleiding in één persoon, waardoor de leerlingen in dit belangrijke keuzejaar met al hun vragen bij dezelfde persoon terecht kunnen. De mentor houdt van elke leerling een dossier bij voor ons leerlingvolgsysteem. In dit dossier neemt hij bijvoorbeeld de rapportcijfers en adviezen op. Na afloop van een schooljaar draagt hij het dossier over aan de docent die hem als mentor opvolgt. Als een leerling de school verlaat, dan vernietigen we zijn dossier. Vanzelfsprekend springt het Ludger discreet om met de gegevens van een leerling. Alles wat wij vastleggen dient om een leerling zo goed mogelijk op te vangen, te begeleiden en te helpen. Om alle activiteiten van de afzonderlijke mentoren op elkaar af te stemmen, houden we per leerjaar geregeld een mentorenoverleg onder leiding van de afdelingsleider. In bijzondere gevallen kunnen de mentoren ondersteuning krijgen van speciaal opgeleide leerlingbegeleiders (zie Bijzondere leerlingbegeleiding, in 5.3). In het Contactblad is de lijst met de namen van de mentoren opgenomen.
44
De afdelingsleiders De afdelingsleiders zijn verantwoordelijk voor de gehele zorg van de betreffende jaarlaag. Daaronder valt ook de studiebegeleiding. Hierover hebben zij intensief overleg met de mentoren van de jaarlaag, en soms met andere leerlingbegeleiders.
Zij coördineren tevens de absentiecontrole. Indien nodig onderhouden zij daarover contact met leerlingen en ouders; ze nemen eventueel ook disciplinaire maatregelen. Verder vergaderen zij regelmatig samen met de directie over lopende zaken en over het beleid van de school. Decanen Bij elke school voor voortgezet onderwijs werken schooldecanen. Decanen spelen een belangrijke rol bij de begeleiding van de leerlingen, als het gaat om de keuze van hun verdere studie en beroep. De decanen hebben de volgende taken en werkzaamheden: • Ze begeleiden leerlingen bij de diverse keuzes die ze in hun schoolloopbaan moeten maken, zoals de keuze van een sector en een vakkenpakket voor 4 mavo, de keuze van een profiel en de vakken in de vrije ruimte in 4 havo en 4 vwo. • Ze geven informatie over studie- en beroepsmogelijkheden voor de leerlingen na deze school en ze informeren leerlingen over zaken die hier direct mee samenhangen, zoals studiefinanciering. • Ze begeleiden de leerlingen bij de keuze van een vervolgopleiding of beroep na deze school. • Ze begeleiden tussentijdse overstappen van de leerlingen tussen de afdelingen mavo, havo en vwo. • Ze geven informatie en begeleiden leerlingen die voortijdig, d.w.z. zonder diploma, de school verlaten. • Ze geven leerlingen informatie over open dagen en stimuleren hen om onderwijsinstellingen te bezoeken. Zie ook de tekst over het project Meeloopdagen voor 5 havo en 6 vwo in 3.3. Zoals u in hoofdstuk 2.4 al hebt kunnen lezen, geven de mentoren in het derde leerjaar de keuzelessen. Zij voeren in eerste instantie gesprekken met de leerlingen over de keuze van een vakkenpakket voor leerjaar 4 en hoger. De decaan is hierbij
met zijn deskundigheid op de achtergrond beschikbaar. De mentor of leerling kan zonodig een beroep doen op een van de decanen; de decanen zijn in het derde leerjaar als het ware tweedelijnsbegeleiders. De decanen zijn elke donderdag aanwezig in de decanenruimte in de Bovenkamer en op andere dagen volgens rooster of op afspraak. Bovendien is er in de decanenkamer veel voorlichtingsmateriaal te vinden dat de leerlingen zelfstandig kunnen raadplegen. De deur van de decanenkamer staat altijd open!
5.2 Begeleiding voor leerlingen met leer- en gedragsproblemen
Naast de studiebegeleiding geeft het Ludger ook begeleiding aan leerlingen met een leerprobleem. Het gaat dan om leerlingen die - gelet op hun capaciteiten - zeker op onze school thuishoren maar die door een specifiek leerprobleem niet zo goed presteren als ze eigenlijk zouden kunnen. Dat kunnen uiteenlopende zaken zijn: een visuele of motorische handicap, ADHD, PDD-nos, ASS, etc. Voor deze leerlingen is er een speciale toelatingsprocedure, waarbij wordt onderzocht of de school de juiste hulp kan bieden en zo ja, hoe. In sommige gevallen is een bijzondere aanpak in de klas en extra ondersteuning buiten de les vereist. Via de aanvraag van een leerling-gebonden financiering (het zgn. rugzakje) kan deze soms gerealiseerd worden. Niettemin komt het ook voor dat we een leerling met te zware problemen naar een andere school verwijzen, omdat we niet de juiste faciliteiten kunnen bieden. In de loop van het tweede leerjaar wordt in het kader van de begeleiding een prognose uitgesproken, die aangeeft of de leerling - met zijn/haar handicap en de aangeboden ondersteuning - in de bovenbouw kans van slagen heeft. Deze prognose kan ook leiden tot een verwijzing naar een andere school.
Dyslexie Dyslexie is een leerprobleem dat leerlingen parten kan spelen met name bij het lezen, het begrijpen van teksten en het spellen. Vanaf schooljaar 2009/2010 nemen de meeste basisscholen een dyslexietest af en kan de eerste begeleiding daar al plaatsvinden. Aan de hand van de bevindingen van de basisschool zal op het Ludger College verdere begeleiding plaatsvinden. Enkele docenten die daarvoor opgeleid zijn (dyslexiecoaches) zullen de dyslectische leerlingen indien nodig één keer per week begeleiden, tot het einde van het schooljaar. De begeleiding gebeurt op vrijwillige basis en zal, indien mogelijk, in een Z-uur plaatsvinden. Het doel is om de dyslectische leerling te leren omgaan met zijn handicap. Soms worden extra voorzieningen aangeboden, in de vorm van extra tijd voor de toetsen of speciale software. Leerlingen van basisscholen waarbij de dyslexietest niet in groep acht heeft plaats gevonden, kunnen op het Ludger College nog worden getest indien het onderwijskundig rapport dit aangeeft. Vervolgens worden die leerlingen verplicht één keer per week begeleid. Aan het eind van het jaar vindt een groot dyslexie-onderzoek plaats voor het verkrijgen van de dyslexieverklaring. Wanneer er sprake is van een zware vorm van dyslexie en een intensieve begeleiding door de dyslexiecoaches geen verbetering heeft gebracht, dan kan een procedure opgestart worden om in het derde leerjaar ontheffing te verlenen voor een moderne vreemde taal. De huiswerkklas Op het Ludger is vorig schooljaar een pilot geïntroduceerd: ‘de huiswerkklas’. Er is veel belangstelling voor dit initiatief en daarom krijgt de pilot een vervolg in schooljaar 2013-2014. Sommige leerlingen vinden het lastig om het werk dat ze zelfstandig voor school moeten doen voor
45
46
elkaar te krijgen. Dit kan te maken hebben met plannen en organiseren, met afleiding of met de wijze van studeren. Wanneer de eerste cijfers tegenvallen, vragen leerlingen zich af of ze wel op een goede manier leren. Een aantal onvoldoendes achter elkaar kan al snel leiden tot onzekerheid en demotivatie. Wanneer een kind tijdig begeleiding krijgt bij het maken en leren van huiswerk kan dat worden voorkomen. Bij huiswerkbegeleiding werken we aan het scheppen van overzicht, het uitbouwen van de studievaardigheden, waardoor een leerling positieve leerervaringen op kan doen. In het Z-uur gebeurt dat ook, maar soms heeft een leerling ook begeleiding nodig als hij na schooltijd met zijn huiswerk bezig is. Daarnaast hebben sommige leerlingen hiaten in hun kennis waardoor méér individuele begeleiding nodig is dan redelijkerwijs van de vakdocent in de les gevraagd kan worden. En soms valt ‘het kwartje’ eerder wanneer de uitleg door een andere leerling gebeurt. De huiswerkklas wordt begeleid door een orthopedagoog en verder worden speciaal opgeleide bovenbouwleerlingen ingezet om de leerling te helpen met uitleg en overhoren. Meedoen aan de huiswerkklas is een aanvullende faciliteit en behoort niet tot de basisvoorzieningen van een school. De huiswerkklas is daarom niet gratis: de kosten zijn € 200 per maand. De leerling neemt 3x per week deel aan de huiswerkklas. Meer dan 3x per week is mogelijk wanneer er ruimte is. Daar zijn geen meerkosten aan verbonden. Meer informatie is te vinden op de website van de school, onder het kopje ‘Voor leerlingen’ en ‘Voor ouders’. Omdat we elke leerling goed willen begeleiden kunnen per middag maximaal 20 leerlingen worden toegelaten. Wanneer de belangstelling groter is hanteren we een wachtlijst. MRT-lessen Een onderdeel van het bewegingsonderwijs op het
Ludger College is motorische remedial teaching (MRT). Het gaat bij MRT om leerlingen die zwak zijn in een aantal motorische basisvaardigheden en daardoor in de problemen kunnen komen tijdens de lessen bewegingsonderwijs. Daardoor voelen ze zich in de groep vaak onzeker of kunnen ze faalangstig worden, waardoor ze zich ook bij andere vakken minder zeker kunnen voelen. Om dit te ondervangen, krijgen sommige leerlingen extra hulp. MRT is dus géén therapie. We geven de MRT-lessen in blokken van ongeveer zes weken. De blokken hebben iedere keer een ander thema, zoals werpen en vangen, springen, zwaaien of samenspelen. De docenten bewegingsonderwijs overleggen met leerlingen die zwak zijn in een bepaald onderdeel, en stimuleren hen tot deelname aan de MRT-lessen. De leerlingen die hiervoor in aanmerking komen, krijgen een brief mee naar huis. Faalangst Soms kun je door spanning beter presteren. Spanning kan echter ook omslaan in negatieve faalangst en leiden tot bijvoorbeeld slapeloosheid, huilen, teruggetrokkenheid, niets meer weten, buikpijn en hoofdpijn. Daardoor ontstaat het gevoel dat je minder presteert dan je wel zou kunnen. We kunnen leerlingen op school enige hulp bieden bij het leren omgaan met verschillende soorten faalangst. In leerjaar 1 en 3 wordt hiervoor een training aangeboden. In de brugklas gebruiken we de School en Studie Vragenlijst (SVL) om mogelijk faalangstige leerlingen op te sporen. Dat gebeurt in de eerste helft van het jaar. We wegen daarnaast ook informatie mee van de leerlingen zelf, de ouders, mentoren en docenten. De trainers beoordelen uiteindelijk of een leerling kan deelnemen. Vervolgens nodigen we ouders uit voor een informatiebijeenkomst over faalangst en de aangeboden training. Wanneer zij zich herkennen in het geschetste beeld, dan kunnen
47
de ouders hun kind opgeven voor de training. De training zelf bestaat uit ongeveer acht bijeenkomsten. Omdat faalangst soms pas in een later stadium duidelijk naar voren komt, biedt de school ook in het derde leerjaar een cursus aan. Hieraan gaat een test vooraf, afgenomen door de Geldergroep. De rest van de procedure verloopt hetzelfde als in leerjaar 1. Sociale vaardigheidstraining Niet alle leerlingen zijn sociaal even vaardig. Hierdoor worden ze belemmerd in hun functioneren in de klas en daarbuiten. Uit de hierboven reeds genoemde School en Studie Vragenlijst kan een leerling op het onderdeel sociale vaardigheid laag scoren. Wanneer deze score ondersteund wordt door het beeld dat de mentor heeft van deze leerling kan een training in sociale vaardigheden nuttig zijn. Voorafgaand aan de sociale vaardigheidstraining vindt een informatiebijeenkomst en een intake-gesprek plaats. Ook hier bepalen de trainers of een leerling kan deelnemen aan de training, die plaatsvindt in leerjaar 2.
48
Peer mediation Het Ludger is een school die de zorg voor een veilig, ondersteunend en uitdagend schoolklimaat hoog in het vaandel heeft. Daarom is er ook een groep docenten die zich specifiek bezighoudt met allerlei zaken die het sociaal-emotioneel welbevinden van leerlingen beïnvloeden. Onenigheden tussen leerlingen, pesten, en de grens tussen pesten en plagen zijn kwesties die blijvende aandacht hebben. Een van de projecten waar deze groep docenten zich samen met een groep leerlingen sterk voor maakt, is het helpen van leerlingen dóór leerlingen. Dit staat in het voortgezet onderwijs ook bekend als peer mediation: leerlingen die in de school bemiddelen bij onenigheden tussen leerlingen en die voor medeleerlingen een aanspreekpunt kunnen zijn bij problemen. Natuurlijk bemiddelen ze alleen bij
onenigheden en problemen die voor hen te overzien zijn, en kunnen ze altijd een beroep doen op ‘professionals’. Deze vorm van bemiddeling heeft op diverse scholen al tot goede resultaten geleid. Wij hebben een club van enthousiaste leerlingen die hiermee nu ook op het Ludger aan de slag is gegaan. Daarvoor hebben zij uiteraard eerst een intensieve training gevolgd die ze hebben afgesloten met het behalen van een certificaat. Bovendien worden zij regelmatig bijgeschoold. Onze peer mediators staan natuurlijk niet alleen: ze worden gecoacht door speciaal daartoe opgeleide docenten. Deze coaches bewaken het proces en hebben veelvuldig overleg met de peers. Wij hechten er bijzonder veel waarde aan leerlingen op deze manier te betrekken bij het zorgdragen voor een veilig schoolklimaat. Zij zien en ervaren immers van heel dichtbij wat er in de school tussen de leerlingen onderling gebeurt en kunnen vanuit hun perspectief, vanuit een gedeelde belevingswereld, een zinvolle bijdrage leveren.
5.3 Meer gespecialiseerde begeleiders
Voor specifieke problemen heeft het Ludger een aantal gespecialiseerde medewerkers binnen en buiten school. • de bijzondere leerlingbegeleiding (BLB) • de schoolorthopedagoog • de schoolarts / jeugdarts • de GGD Gelre-IJssel • de schoolzorgcoördinator / het zorgadviesteam (ZAT) Bijzondere leerlingenbegeleiding (BLB) Soms komen leerlingen in zulke moeilijke omstandigheden te verkeren dat de begeleiding van de mentor niet voldoende is. Een aantal van onze docenten is opgeleid om intensievere sociaal-emo-
tionele begeleiding te bieden of om zo nodig door te verwijzen naar professionele hulpverleners buiten de school. Leerlingen kunnen zelf contact opnemen met een leerlingbegeleider, maar ze kunnen ook door hun mentor of afdelingsleider verwezen worden. De BLB heeft de volgende taken: • leerlingen d.m.v. kortdurende coaching of counseling terzijde staan in hun problemen • leerlingen helpen zoeken naar professionele hulp buiten school • mentoren ondersteunen of adviseren Ook ouders kunnen contact opnemen met de leerlingbegeleiders. In de begeleidingsbrochure (zie Ludgersite) kunt u verdere gegevens vinden. De schoolorthopedagoog Onze school wordt, net als andere scholen, vanuit het Samenwerkingsverband Zorg in het Voortgezet Onderwijs (SZVO) ondersteund door professionele schoolorthopedagogische medewerkers. Zij adviseren o.a. bij de toelating van zorgleerlingen, doen onderzoeken, schrijven ondersteuningsplannen, houden contact met externe begeleiders en bieden ook directe hulp aan leerlingen. De schoolarts/jeugdarts Het Ludger is aangesloten bij de GGD, afdeling Jeugdgezondheidszorg. Alle leerlingen krijgen in de tweede klas een uitnodiging voor onderzoek. Daarnaast kunnen leerlingen uit andere klassen uitgenodigd worden op verzoek van ouders, leerling, school of jeugdgezondheidszorg. Via school of mail kunnen leerlingen en ouders zich hiervoor aanmelden. Onze schoolarts is: • Mevr. E. van den Ingh-Bijlsma GGD Gelre-IJssel, locatie Doetinchem Gezellenlaan 10, Doetinchem tel 088 - 44 33 200
GGD Gelre-IJssel Bij de GGD Gelre-IJssel is de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) ondergebracht bij gemeentelijke gezondheidsteams. Binnen deze teams werken artsen, verpleegkundigen en assistenten. Samen met ouders en school zorgen de medewerkers van de GGD ervoor, dat jongeren zich zo goed mogelijk ontwikkelen. Zij doen dit door jongeren te onderzoeken en door ondersteuning te bieden aan ouders en docenten en hierin ook samen te werken met andere instanties. Zie voor meer informatie het Contactblad. De schoolzorgcoördinator / het zorgadviesteam (ZAT) Alle scholen voor voortgezet onderwijs in Doetinchem hebben sinds enkele jaren een consultatieteam, het zorgadviesteam (ZAT) geheten. Een ZAT ondersteunt de school bij het oplossen van complexe problemen met leerlingen, waarvoor de school geen kant-en-klare oplossingen heeft. Het gaat daarbij om leerlingen die extra zorg nodig hebben vanwege psychosociale en/of psychiatrische problemen. Het zorgadviesteam bestaat uit interne en externe deskundigen. Zij komen ongeveer zes maal per jaar bij elkaar. Vanuit de school zitten in het team: de schoolzorgcoördinator en de contextueel leerlingbegeleider. De externe deskundigen zijn: de schoolarts, een vertegenwoordiger van het Bureau Jeugdzorg, de schoolorthopedagoog en de leerplichtambtenaar. Op verzoek kan het team uitgebreid worden met andere deskundigen. Hebt u vragen over het zorgadviesteam, dan kunt u terecht bij onze schoolzorgcoördinator mevr. Yvonne van Bemmel. Verwijsindex Vanaf 1 maart 2010 is elke school verplicht om leerlingen met risicosignalen te melden in de verwijsindex.
49
De verwijsindex ondersteunt de samenwerking tussen verschillende instanties in het jeugdcircuit. Zo kunnen hulp- en dienstverleners eenvoudig en in een vroeg stadium contact met elkaar opnemen voor betere hulp aan jongeren. Wanneer twee of meer instanties (zoals school, leerplichtambtenaar, jeugdzorg, maatschappelijk werk, politie, justitie) een jongere melden, dan ontstaat er een match. Zo kunnen de betrokken instanties contact met elkaar opnemen, informatie uitwisselen en afspraken maken over de coördinatie van de zorg aan het kind. Wanneer de school een melding doet, dan worden de ouders hiervan op de hoogte gesteld. Wanneer twee instanties met elkaar in overleg willen, dan moeten de ouders hiervoor toestemming geven.
5.4 Vertrouwenspersonen bij seksuele intimidatie, pesten, discriminatie, e.d.
In ons land zijn enkele onderwijsinspecteurs speciaal belast met de opdracht op te treden als vertrouwensinspecteur, en wel voor de volgende aandachtsgebieden: klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek geweld en geestelijk geweld zoals grove pesterijen. Tevens in geval van signalen betreffende discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme, e.d. Het landelijke telefoonnummer voor de vertrouwensinspecteurs is: 0900 - 111 31 11.
50
Hoewel het aantal meldingen de afgelopen jaren landelijk gelukkig zeer laag is geweest, hebben wij een procedure vastgelegd om onze leerlingen en hun ouders duidelijk te maken hoe zij in geval van klachten te werk kunnen gaan. Wij willen namelijk dat het klimaat op onze school zo is, dat de integriteit van de leerling altijd gerespecteerd wordt.
Onder seksuele intimidatie verstaan we ongewenste seksueel getinte aandacht die tot uiting komt in gedrag. Dat kan verbaal zijn, dus door bepaald woordgebruik, maar ook door fysiek en non-verbaal gedrag. Dit gedrag wordt door degene die het ondergaat als ongewenst ervaren, of door zijn ouders als ongewenst aangemerkt. Overigens kan seksueel intimiderend gedrag zowel opzettelijk als onopzettelijk zijn. Niet voor iedereen zal deze definitie duidelijk zijn en bovendien heeft ieder zijn eigen opvatting over wat in het contact met anderen wel en wat niet gewenst is. Het volgende is ons uitgangspunt: Ongewenst zijn in elk geval handtastelijkheden, voortdurende op- en aanmerkingen over het uiterlijk, dubbelzinnige opmerkingen, grappen of gebaren en hardnekkige toenaderingspogingen. Ook bepaalde manieren van kijken kunnen als te intiem en ongewenst worden aangevoeld. Er zijn op onze school enkele eigen vertrouwenspersonen (m/v) aangesteld, die in eerste instantie de klachten behandelen. De vertrouwenspersoon probeert in eerste instantie te bemiddelen. Lukt het niet om een oplossing te vinden, dan informeert de vertrouwenspersoon na overleg met de rector de vertrouwensinspecteur die door de overheid is aangesteld. Deze vertrouwensinspecteur neemt dan de klachtenbehandeling over. Maar leerlingen of ouders kunnen ook rechtstreeks contact met de vertrouwensinspecteur opnemen. Op klachten die niet naar tevredenheid worden opgelost is de klachtenregeling van toepassing. En verder: Afgezien van klachten bespreken de vertrouwenspersonen jaarlijks het onderwerp ‘Seksuele intimidatie op onze school’ met de rector.
U vindt de namen en telefoonnummers van de vertrouwenspersonen bij de klachtenregeling in hoofdstuk 7.5.
51
52
6
De dagelijkse gang van zaken In dit hoofdstuk leest u over praktische zaken waarmee leerlingen op school te maken krijgen. Het gaat over het lesrooster en eventuele wijzigingen, over waarneming van docenten en absentiecontrole van leerlingen, over proefwerken, rapporten, overgang en examens, en over huisvesting en kantines. Ten slotte beschrijven we de zorg voor het milieu op onze school. 6.1 Lessen en waarneming
Op het Ludger hanteren we een leseenheid van 50 minuten. Na elke les volgt een wisseltijd van 5 minuten waardoor elke les optimaal benut wordt. In enkele gevallen kan het voorkomen dat een klas die gewoonlijk les heeft op het Willibrordgebouw, moet uitwijken naar het hoofdgebouw of omgekeerd. Deze lessen zullen zoveel mogelijk plaatsvinden aan het begin of aan het eind van de dag en pauzes kunnen gebruikt worden als pendeltijd. Lesroosterwijzigingen Het spreekt voor zich dat het Ludger zich zo veel mogelijk aan het rooster wil houden dat we in het begin van het schooljaar hebben uitgereikt. Helaas zijn wijzigingen in het rooster niet altijd te voorkomen. Zeker niet als we ons uitgangspunt serieus nemen dat de lessen zoveel mogelijk moeten doorgaan. We realiseren ons dat roosterwijzigingen ook voor leerlingen en ouders lastig kunnen zijn. We denken daarbij aan het maken van afspraken voor bijv. muziekles, orthodontist of aan bijbaantjes van leerlingen.
Lestijden schooljaar 2012-2013 les 1
08.20 - 09.10
les 2
09.15 - 10.05
kleine pauze
10.05 - 10.25
les 3
10.25 - 11.15
les 4
11.20 - 12.10
les 5
12.15 - 13.05
les 6 = grote pauze
13.05 - 13.40
les 7
13.40 - 14.30
les 8
14.35 - 15.25
les 9
15.30 - 16.20
53
Om problemen te voorkomen, adviseren wij u om afspraken die u niet gemakkelijk kunt verzetten, te plannen na 16.20 uur. Houdt u daarbij tevens rekening met de reistijd van school naar huis. De school gaat ervan uit dat roosterwijzigingen in de loop van het jaar tot en met 16.20 uur doorgevoerd kunnen worden. Het spreekt echter vanzelf dat wij ons inspannen om wijzigingen in het rooster zo veel mogelijk te voorkomen ofwel tot een minimum te beperken, en om een schooldag niet langer te maken dan strikt noodzakelijk is. Overigens kunnen leerlingen ook thuis via de website lezen welke roosterwijzigingen er zijn. Waarneming van docenten In het voortgezet onderwijs kunnen we docenten die door ziekte of door een andere reden afwezig zijn, pas na 4 lesdagen vervangen. De overheid heeft strenge regels geformuleerd, waardoor vervanging lang niet altijd snel gerealiseerd kan worden. Daarnaast hebben we voor enkele vakken te maken met schaarste op de arbeidsmarkt. Er kunnen dus lessen uitvallen. Ons beleid is erop gericht om lesuitval zoveel mogelijk te voorkomen. Hiertoe hebben we voor de leerjaren 1 t/m 3 een waarnemingsregeling vastgesteld voor de lessen die eventueel dreigen uit te vallen. In het lesrooster van iedere docent hebben we daarvoor een of meer waarnemingsuren opgenomen. Onder waarneming verstaan we: 1. Vervanging van lessen door een vakdocent of door een invalkracht. 2. Toezicht houden bij klassen als een les is uitgevallen.
54
De procedure bij waarneming is als volgt: a. De eerste en laatste les van een dag vervallen als de docent er niet is. De leerlingen komen dan
later naar school of gaan eerder naar huis. b. Het lesrooster wordt zó gewijzigd dat de lesuitval zoveel mogelijk wordt verschoven naar het begin of het einde van de dag. c. We zoeken naar een waarnemer die de uitgevallen les kan overnemen. d. We zoeken naar een docent die de klas overneemt door: - les te geven in een ander vak dan het vak dat uitvalt - te surveilleren bij de zelfstandig studerende klas Leerlingen in de onderbouw gaan in het waarnemingsuur aan de slag met het reken en/of taalprogramma. Ook voor leerlingen van leerjaar 4 en hoger passen we het lesrooster zoveel mogelijk aan. Daarnaast kunnen deze leerlingen tijdens uitgevallen lessen onder toezicht studeren in de Bovenkamer en/of de aula. Ze kunnen daar zelfstandig verder werken met behulp van hun jaarplanner. N.B. De leerlingen van leerjaar 1 en 2 in het Willibrordgebouw krijgen nooit vrij als een docent afwezig is en de les niet waargenomen kan worden. Zij blijven steeds in het gebouw onder begeleiding van de onderwijsassistent. Absentie van leerlingen Voor de goede gang van zaken moeten de ouders vóór 10 uur opbellen als een leerling niet-voorzien afwezig is, bijvoorbeeld bij ziekte. Elk lesuur controleert de docent of alle leerlingen er zijn. De docent noteert eventuele absenten in Magister. De medewerkers van de leerlingenbalies zullen zoveel mogelijk dezelfde dag bellen met de ouders in geval van absenties die niet tijdig gemeld zijn. Leerlingen moeten zich na terugkeer zo spoedig mogelijk melden bij de medewerker van de leer-
lingenbalie, met hun absentiekaart/Z-urenboekje, voorzien van een handtekening van een van de ouders/verzorgers. Een volledig overzicht van de regels m.b.t. absentie vindt u in Contactblad 1.
6.2 Proefwerken, rapporten en overgang
De docenten beoordelen de vorderingen van de leerlingen aan de hand van proefwerken of toetsen, zowel in de loop van het jaar als in de toetsweken. Drie keer per jaar ontvangen de leerlingen een rapport. Op grond van het laatste rapport beoordeelt de docentenvergadering of een leerling bevorderd kan worden. Proefwerken Voor proefwerken geldt een aantal regels waaraan leerlingen en docenten zich dienen te houden. Deze regels staan vermeld in het Leerlingenstatuut (zie It’s learning). Rapporten en rapportenvergaderingen Het Ludger brengt driemaal per jaar rapport uit aan de ouders over de resultaten van de leerlingen. De cijfers zijn ook in te zien op Magister; daarvoor is een inlogcode nodig die aan de leerling wordt verstrekt. Elk vak werkt met jaarcijfers. Op de rapporten staan cijfers met 1 decimaal; alleen op het overgangsrapport staan hele cijfers. We laten de leerlingen aan het begin van het jaar weten hoe de rapportcijfers tot stand komen voor de verschillende vakken. We maken de data voor de toetsweken en de rapporten in het Contactblad bekend, ze zijn ook te vinden in onze digitale jaaragenda op de website. Drie keer per schooljaar, en wel na het eerste, tweede en derde rapport, trekken we enkele dagdelen uit om over de leerlingen te spreken: over rapporten,
adviezen die we geven, gedrag en persoonlijke omstandigheden. Vooral de mentoren houden door het jaar heen de resultaten van de leerlingen in de gaten. Overgangsnormen Ook de overgangsnormen publiceren we in het Contactblad. In de normen staat per jaarlaag nauwkeurig vermeld aan welke voorwaarden een leerling bij de overgang moet voldoen. Aan de hand van de normen kan iedere leerling in de loop van het jaar voor zichzelf nagaan hoe hij ervoor staat. Hij kan op grond van de resultaten van dat moment zien of hij aan het eind van het schooljaar bevorderd dan wel afgewezen zou worden, of eventueel een bespreekgeval is. Eindexamen Het eindexamen bestaat voor mavo, havo en vwo uit twee gedeelten: • het Schoolexamen (SE) • het Centraal Examen (CE). Beide gedeelten bepalen voor de helft het eindcijfer. We nemen het Schoolexamen af vanaf leerjaar 3 mavo, 4 havo en 4 vwo, o.a. tijdens de toetsweken en tijdens het Centraal Toetsmoment (CTM) op dinsdagmiddag. Het Schoolexamen bestaat uit schriftelijk werk, mondelinge toetsen, praktische opdrachten, handelingsdelen én uit een sector- of profielwerkstuk. Het Centraal Examen wordt landelijk georganiseerd en is dus voor alle mavo-, havo- en vwo-leerlingen in Nederland gelijk. Aan het begin van het schooljaar reiken we tijdens een informatieavond de Examenregeling uit. Hierin staan alle spelregels voor het SE en het CE. U vindt er informatie over de uitslag, over herkansingen, diploma’s en certificaten, evenals informatie over
55
roosters, data en stofomschrijvingen voor de verschillende vakken.
6.3 Huisvesting en kantines
Alle leerlingen van leerjaar 1 en 2 zijn gehuisvest in het vernieuwde Willibrordgebouw aan de Holterweg met 28 lokalen, waaronder een aantal grote voor beeldende vorming en muziek. Daarnaast zijn er twee gymzalen en een nieuwe aula. In het hoofdgebouw aan de Vondelstraat zitten alle leerlingen van leerjaar 3 en hoger. In dit gebouw zijn in totaal 51 lokalen met daarbij de praktijklokalen voor scheikunde, natuurkunde en biologie en de lokalen voor beeldende vorming. Het hoofdgebouw beschikt daarnaast over twee gymzalen en een eigen sportveld. Beide gebouwen hebben zeer modern ingerichte computerlokalen. Elk leslokaal is uitgerust met een beamer, laptop en audiovideo apparatuur. Beide gebouwen beschikken ook over een mediatheek. De mediatheek in het hoofdgebouw bevindt zich in De Bovenkamer. De Bovenkamer omvat verschillende studieruimten: een ruime studiezaal, de mediatheek, een stilteruimte voor leerlingen en ruimten voor de decanen.
56
Kantines Uiteraard is de schooldag van een leerling niet alleen gevuld met lessen; een leerling beschikt ook over stukjes vrije tijd. We hebben verschillende pauzes op school, in de bovenbouw hebben leerlingen wel eens een tussenuur, leerlingen komen soms wat te vroeg op school of blijven nog even na. Bij mooi weer brengen veel leerlingen hun vrije tijd uiteraard buiten door, maar zij kunnen zich bij mooi en slecht weer ook ophouden in de volgende ruimtes: • de aula’s, maar dan alleen tijdens de pauzes of om te studeren tijdens een vrij uur; tijdens de lessen
worden de aula’s gebruikt als studieruimte. • in het hoofdgebouw in De Kandeleer (de kantine van de leerlingen). Een leerlingencommissie van de BOL zorgt voor de muziek in De Kandeleer. De versnaperingen op het hoofdgebouw worden verzorgd door Markies Catering, die garant staat voor een verantwoord aanbod. Ook in de aula van het Willibrordgebouw kunnen de leerlingen versnaperingen kopen. Om de hoeveelheid afval (pakjes en blikjes) te beperken, schenken we in beide gebouwen enkele dranken uit in drinkbekers, die we na gebruik weer innemen en spoelen.
6.4 Milieuzorg
Wij vinden milieuzorg belangrijk op onze school. Zowel opvoedkundige als maatschappelijke overwegingen spelen daarbij een rol. Allereerst schenken we aandacht aan het milieu in de lessen zelf: Natuur- en Milieu Educatie (NME). Bij andere vakken komen de NME-kerndoelen ook aan de orde, zoals bij biologie en aardrijkskunde. Daarnaast kennen we NME-projecten, zoals het waterproject rond de Oude IJssel voor 5 vwo. Zie voor meer informatie over projecten in hoofdstuk 3.3. Daarnaast besteden we aandacht aan milieuzorg op school. Tijdens de introductie krijgen de brugklassers al voorlichting over het onderwerp Milieu op school. We proberen via allerlei maatregelen de school zo milieuvriendelijk mogelijk in te richten, zodat leerlingen zien dat het milieu daadwerkelijk aandacht krijgt. Zo weten we met redelijk succes het drinkafval te beperken; leerlingen kunnen van school bekers lenen en tijdens pauzes worden door vrijwilligers (meestal ouders) melk en andere gezonde dranken uitgeschonken uit flessen. Er is op school geen verpakt drinken te koop.
In de klaslokalen zitten verder groene en rode stickers op de lichtschakelaars. We vragen leerlingen en docenten eerst de schakelaar met de groene sticker te gebruiken, d.w.z. de lichtknop aan de donkere gangzijde. Alle tl-armaturen zijn uitgerust met lampen die meer licht geven en tegelijkertijd minder energie gebruiken. In het hoofdgebouw wordt het regenwater in een bassin opgevangen, met de bedoeling dat grijze water te gebruiken om de toiletten te spoelen. Onze school maakt gebruik van groene energie. Op het dak van het hoofdgebouw staan zonnecollectoren, die water verwarmen voor de douches bij de gymzalen. Het vernieuwde Willibrordgebouw maakt gebruik van de nieuwste energiebesparende technieken. Tot slot gebruiken we milieuvriendelijk kopieerpapier, zodat nu bijna al het papier op onze school minder milieubelastend is. Kortom, op verschillende manieren proberen we van onze school een milieuvriendelijke organisatie te maken. Een school met milieubewuste leerlingen die milieuvriendelijk gedrag hopelijk ook buiten school in de praktijk brengen!
57
58
Schoolorganisatie en communicatie Dit hoofdstuk gaat over de organisatie van het Ludger, en over de communicatie tussen de school en de leerlingen en ouders. U leest over de directie, de medezeggenschapsraad en de verschillende adviesorganen van het Ludger. Daarna komt de communicatie tussen ouders en school aan de orde. En tot slot bespreken we kort hoe de klachtenregeling eruit ziet. 7.1 De directie
Daarnaast heeft de directie regelmatig contact met een aantal organen die de directie gevraagd en ongevraagd adviseren (zie 7.3: Adviesorganen van het Ludger).
Rector Dhr. Hulsen
7.2 De medezeggenschapsraad en de deelraad medezeggenschap
De directie wordt gevormd door de rector en een aantal conrectoren, die allen een eigen taak hebben. In het schooljaar 2013-2014 bestaat de directie uit de volgende personen:
Algemene leiding, personeelsbeleid, externe contacten, voorzitter van de examencommissie
Conrectoren Mevr. Bloemberg Onderwijskundige zaken Mevr. Freriks Beheer, gebouwen, financiën en formatiebeleid Dhr. Hurkmans Dagelijkse leiding Willibrord gebouw, werving en P.R. De directie is verantwoordelijk voor het beleid van de school en is daarover verantwoording verschuldigd aan het bestuur. Bij belangrijke beslissingen raadpleegt de directie de deelraad medezeggenschap. Ook neemt de directie organisatorische besluiten, vaak in overleg met de afdelingsleiders.
De medezeggenschapsraad (MR) heeft een belangrijke taak bij het totstandkomen van het beleid van de school. De MR heeft namelijk advies- en/ of instemmingsrecht bij belangrijke beslissingen. In de MR zitten vertegenwoordigers van alle belanghebbenden bij de school. De raad bestaat uit personeelsleden, zowel docenten als leden van het onderwijs ondersteunend personeel (OOP), ouders en leerlingen. De leden van de MR hebben zitting voor een periode van drie jaar. Aangezien het Ludger College gefuseerd is met het Metzo, is er één overkoepelende medezeggenschapsraad en zijn er twee deelraden medezeggenschap, voor iedere school één. De deelraad van het Ludger vergadert ongeveer zeven maal per jaar. Deze vergaderingen zijn in principe openbaar. Het Ludger maakt de datum en agenda van de vergaderingen steeds bekend aan
7
59
iedereen die bij de school betrokken is. Ouders die op de hoogte willen blijven van wat er in de deelraad besproken wordt, kunnen vragen of ze de agenda per e-mail toegezonden krijgen. Het e-mailadres is:
[email protected] . Eenmaal per jaar doet de deelraad medezeggenschap in het Contactblad verslag van haar activiteiten.
7.3 Adviesorganen van het Ludger
Het Ludger College kent de volgende adviesorganen: • de leerlingenraden • de lerarenraad • de personeelsvergaderingen en studiedagen • het leerlingenpanel en het overleg met ouders • de oudervereniging.
60
De leerlingenraden: De BOL en de BOB De school kent twee leerlingenraden, de BOL (Belangenorganisatie Leerlingen) voor leerjaar 3 en hoger, en de BOB (Belangenorganisatie Brugklasleerlingen) voor leerjaar 1 en 2. Deze raden zijn er voor en door leerlingen; ze willen het welzijn van de leerlingen waarborgen en bevorderen. We streven ernaar dat minstens twee leerlingen uit elke laag in de raden zitting hebben. De BOL zet zich in voor een goede behartiging van alle leerlingenbelangen op school. Daarvoor overlegt zij regelmatig met andere schoolgeledingen. Als een leerling wensen of ideeën heeft, of als een leerling een klacht of een probleem heeft waar hij zelf niet uitkomt, dan kan de BOL altijd de helpende hand bieden. Verder coördineert de BOL veel leerlingenactiviteiten, óók feesten. Drie leerlingen uit de BOL hebben zitting in de deelraad medezeggenschap. In de BOB zitten vertegenwoordigers van de leerlingen in leerjaar 1 en 2, uit elke klas een leerling. De BOB organiseert onder meer feesten in het Willibrordgebouw (zie Feesten in 4.4), en zet zich in
voor andere zaken die met leerjaar 1 en 2 te maken hebben. Zowel de BOL als de BOB worden bij hun werk begeleid door een docent. De lerarenraad Het Ludger heeft een lerarenraad waarin enkele vertegenwoordigers van het personeel zitten. De raad behartigt de belangen van het onderwijzend personeel, pleegt regelmatig overleg met de directie en geeft gevraagd en ongevraagd adviezen. De personeelsvergaderingen en studiedagen Enkele keren per jaar vergadert de directie met het voltallige personeel. De directie verstrekt dan informatie over recente onderwijsontwikkelingen en vraagt advies over belangrijke zaken. Soms heeft een dergelijke vergadering het karakter van een studie(mid)dag. Het leerlingenpanel en het overleg met ouders Vanwege de onderwijsvernieuwingen van de laatste jaren in de bovenbouw, voeren de directie en afdelingsleiders regelmatig evaluatiegesprekken met leerlingen en ouders over allerlei praktische zaken. Bijvoorbeeld over de invoering van jaarplanners en over de ervaringen daarmee. Soms wordt met alle leerlingen of met de ouders overleg gepleegd via een enquête. Daarnaast kent het Ludger een periodiek overleg met een kleine vertegenwoordiging van leerlingen in het leerlingenpanel. In dit panel wordt ook gesproken over onderwerpen als zelfstandig studeren en de mate van verantwoordelijkheid die de leerlingen daarbij hebben. De inbreng van ouders en leerlingen heeft positief bijgedragen tot enkele verbeteringen. De oudervereniging Het doel van de oudervereniging is het bevorderen van het contact tussen ouders en school.
Alle ouders/verzorgers van leerlingen die zijn ingeschreven bij het Ludger College zijn automatisch lid van de oudervereniging. De ouders die zitting hebben in de oudervereniging vormen een vraagbaak voor alle ouders en een klankbord voor de directie van het Ludger College. De oudervereniging informeert de directie over wat er leeft bij de ouders én stimuleert de ouders hen te benaderen als ze vragen of problemen hebben van algemene aard. Hoe werkt de oudervereniging? De oudervereniging heeft zes maal per jaar overleg. Dit overleg is openbaar. Indien u een vergadering wilt bijwonen, wordt u verzocht dit van te voren kenbaar te maken. De data vindt u op de website. Bij deze vergaderingen is steeds een directielid aanwezig. Er komen onder meer vragen en onderwerpen ter sprake die bij ouders leven. Het betreft onderwijskundige zaken: mentorbegeleiding, schoolfeesten, workshopavond, Open Dag, etc. De directie geeft toelichting op de ontwikkelingen die gaande zijn. Daarnaast wordt in de vergaderingen de workshopavond voorbereid. De oudervereniging organiseert het feest tijdens de diploma-uitreikingen en geeft acte de présence bij de jubilarissenfeesten van docenten en personeel. De kosten van de bijeenkomsten van de oudervereniging worden betaald uit de ouderbijdrage: de school draagt een klein bedrag per leerling af aan de oudervereniging. Workshopavonden In november is er een workshopavond die een pedagogisch karakter heeft, met thema’s als Omgaan met je puberende zoon/dochter, Alcohol en drugs en het herkennen van het gebruik ervan. Deze avond wordt ingevuld door een of meer gastsprekers die deskundig zijn op hun terrein. Aan het begin van de avond worden het jaarverslag
en het financiële verslag besproken. Tevens is er gelegenheid vragen te stellen over school en onderwijs in brede zin. Contact De leden van oudervereniging staan vermeld op de website van de school. Op de site kunt u onder het kopje Brieven aan ouders veel lezen over haar activiteiten en treft u de notulen van de vergaderingen samengevat aan. De oudervereniging is o.a. bereikbaar via e-mail:
[email protected].
7.4 Communicatie tussen ouders en school
In dit hoofdstuk beschrijven we met wie ouders contact kunnen opnemen om over hun kind te spreken. Daarna noemen we de verschillende ouderavonden die ouders kunnen bezoeken. Voor zowel leerlingen als ouders is er een statuut waarin de rechten en plichten omschreven worden. In de loop van het schooljaar verloopt het contact tussen school en thuis via het Contactblad en af en toe via een brief, zoals bij het begin van het schooljaar of bij bijzondere gelegenheden. Meestal geven we deze brieven aan de leerling mee naar huis. Ten slotte kan iedereen informatie over school lezen op onze website. Contact tussen ouders en school Ouders die willen spreken over de studieresultaten of over problemen die zich voordoen bij hun kind, kunnen zich het beste wenden tot de mentor. In sommige gevallen zal de mentor ook zelf contact met de ouders opnemen. Uiteraard staat het de ouders vrij om met de rector of een van de conrectoren of afdelingsleiders te overleggen. De ouders kunnen daarnaast terecht bij de decanen voor advies over het vakkenpakket en over de sector- of profielkeuze, over verdere studie en beroepskeuze. U kunt gerust naar school bellen om
61
met een van bovengenoemde mensen een afspraak te maken als u dat nodig vindt. Ouders kunnen zich, als ze dat willen, aanmelden voor het bestuur van de oudervereniging of voor de deelraad medezeggenschap. Daarnaast kunnen de ouders ook op school meehelpen in de kantines (bij het uitschenken van melk) en bij andere buiten-lesactiviteiten. Ouderavonden Het Ludger kent verschillende ouderavonden. • Informatieavonden Deze avonden vinden vooral plaats aan het begin van het schooljaar. We geven dan voorlichting over een bepaalde jaarlaag (bijv. over de brugklas of 4 havo) of over activiteiten die we organiseren (bijv. reizen). In de loop van het jaar zijn er nog enkele avonden, bijv. voor de derde klas, waarop de ouders informatie krijgen over vakken die de leerlingen kunnen kiezen. • Het algemene docentenspreekuur We houden een algemeen docentenspreekuur naar aanleiding van het eerste en tweede rapport, en naar aanleiding van adviezen later in het jaar. Tijdens dit spreekuur kunnen ouders persoonlijk met docenten spreken over de resultaten of over de adviezen die gegeven zijn. De leerlingen mogen zelf ook meekomen, maar dat hoeft niet. De uitnodiging voor dit spreekuur geven we aan de leerlingen mee naar huis. • De diploma-uitreikingen Na afloop van de examens organiseren we eind juni samen met de oudervereniging de diploma-uitreikingen, zeer gezellige avonden voor de geslaagde kandidaten, hun ouders, de docenten en andere gasten.
62
Leerlingenstatuut Onze school heeft een Leerlingenstatuut, waarin de rechten en verplichtingen van de leerlingen schriftelijk zijn vastgelegd. Het statuut is bindend voor iedereen, en voor wijzigingen is de instemming van de deelraad medezeggenschap vereist. In het statuut komen onder meer de volgende onderwerpen aan de orde: het geven en volgen van onderwijs, onderwijstoetsing (proefwerken!), werkstukken, rapporten, huiswerk, vrijheid van meningsuiting en kleding, schoolkrant, bijeenkomsten, leerlingenraad, leerlingenregister en privacybescherming, orde, straffen, beroep, veiligheid en gezondheid. We reiken aan elke leerling eenmaal in zijn schoolloopbaan het Leerlingenstatuut uit. Verwar het Leerlingenstatuut overigens niet met het ordereglement Voor de goede orde. Dit reglement bevat de gedragsregels die gelden voor respectievelijk het Willibrordgebouw (leerjaar 1 en 2) en het hoofdgebouw (leerjaar 3 en hoger). Dit ordereglement delen we elk jaar uit. Ouderstatuut Naast het Leerlingenstatuut kent het Ludger een Ouderstatuut. Daarin zijn de rechten en verplichtingen vastgelegd van ouders die hun kinderen als leerling van onze school hebben ingeschreven. Bovendien bevat het statuut de opdracht aan de schoolleiding, de andere geledingen en het bevoegd gezag, die daaruit voortvloeit. De ouders hebben bijvoorbeeld recht op informatie over de doelstellingen, het onderwijsaanbod en de werkwijze van de school. De school moet ervoor zorgen dat er met de ouders contact opgenomen wordt als dat in het belang is van het leerproces en/of het welbevinden van de leerling. Ouders moeten van hun kant de school informeren over zaken die van belang zijn voor het functioneren van de leerling. Een exemplaar van het Ouderstatuut ligt ter inzage op de administratie. U kunt een kopie daarvan
opvragen als u uw kind hebt aangemeld op onze school. Contactbladen Alle ouders ontvangen het Contactblad, een bulletin dat vier keer per jaar verschijnt en waarin onder andere de directie, docenten, oudervereniging en deelraad medezeggenschap informatie geven over hun activiteiten. We reiken het blad op school uit aan de leerlingen. Het Contactblad vormt een aanvulling op deze Schoolgids: de bladen verstrekken de meest actuele informatie, zoals namen van docenten en mentoren, de overgangsnormen en een reeks van zakelijke gegevens, zoals de vakantieregeling. Daarnaast kondigen we in het Contactblad de ouderavonden aan, nemen we er verslagen van de oudervereniging in op, evenals de verslagen van de deelraad medezeggenschap. Tot slot vragen we in het Contactblad aandacht voor de buiten-les-activiteiten, zoals excursies en meerdaagse reizen. Kortom: het Contactblad is een onmisbaar blad voor wie op de hoogte wil blijven van wat er op school gebeurt. De Ludgerwebsite www.ludgercollege.nl Als laatste communicatiemiddel tussen ouders en school noemen we onze website. Het Ludger College heeft natuurlijk een eigen website, die dagelijks druk bezocht wordt. Op de website staan veel gegevens over de school, zoals de namen van docenten (met foto), de jaaragenda, allerlei activiteiten, en het laatste nieuws. Verder kunnen leerlingen thuis via de website de dagelijkse mededelingen en roosterwijzigingen lezen. Belangrijke brieven die aan leerlingen zijn meegegeven voor hun ouders, kunnen hier worden gedownload. De meeste gezinnen beschikken tegenwoordig over een computer met internetverbinding, maar nog niet alle. Leerlingen die thuis niet beschikken over een computer, kunnen tijdens de Z-uren of tijdens een vrij uur de website van de school bekijken.
Omvang en gebruik van de website is de afgelopen jaren erg toegenomen. De vraag of dit medium organen als de Schoolgids en het Contactblad gaat vervangen, is al wel aan de orde gesteld maar nog niet beantwoord. Voorlopig blijft deze informatie in haar huidige vorm beschikbaar. Schoolgids en Contactbladen kunnen overigens al wel via de website worden gedownload.
7.5 De klachtenregeling en interne vertrouwenspersonen
De Kwaliteitswet verplicht scholen sinds 1998 onder meer tot een klachtenregeling. De complete regeling ligt ter inzage op school; u kunt bij de directie een exemplaar opvragen. In dit hoofdstuk vatten we de regeling kort samen. Klacht en klager De regeling stelt dat een klager zich alléén met een klacht tot de klachtencommissie kan richten, als hij er niet in slaagt om de zaak waarop de klacht berust, met de betrokkene(n) op te lossen, of als de klager nergens anders terecht kan. De meeste conflicten in een school worden in de regel opgelost in goed overleg met de betrokkenen, of door bemiddeling of ingrijpen van een mentor, een afdelingsleider of de rector. Klachten kunnen gaan over een gedraging of een beslissing van het bestuur of het personeel van de school, of over het nalaten van een dergelijke gedraging of beslissing. Klagers kunnen leerlingen zijn, oud-leerlingen, ouders/verzorgers van minderjarige leerlingen, personeelsleden en alle anderen die deel uitmaken van de schoolgemeenschap. Vertrouwenspersonen Het bestuur heeft enkele vertrouwenspersonen (m/v) benoemd, die het vertrouwen genieten van alle betrokkenen, die zicht hebben op het onderwijs en het schoolleven in de praktijk en die vaardig zijn
63
in het voeren van begeleidingsgesprekken. Een klager wendt zich in eerste instantie tot een vertrouwenspersoon. Deze zal vervolgens proberen te bemiddelen of via de rector tot een oplossing te komen. Komt het daadwerkelijk tot een klacht, dan adviseert de vertrouwenspersoon de klager en ondersteunt hij de klager in de procedure en/of bij het zoeken van hulp (bijvoorbeeld door te verwijzen naar instanties). Vertrouwenspersonen zijn verplicht tot geheimhouding en tot de grootst mogelijke zorgvuldigheid. De directbetrokkenen (klager, aangeklaagde) zijn niet verplicht tot geheimhouding. De namen en telefoonnummers van de vertrouwenspersonen van het Ludger zijn: •
Mevr. J.P.M. van Gennip (docente in dienst van school) E:
[email protected] T: 026 - 363 46 33
•
De heer J.G.H.M. Jacobs (docent in dienst van school) E:
[email protected] T: 0314 - 62 11 82
Indien nodig kunt u ervoor kiezen om contact op te nemen met een van de twee externe vertrouwenspersonen van Achterhoek VO, dhr. M. Dekker en mevr. A. ten Have. Beide vertrouwenspersonen zijn verbonden aan het IJsselgroep en bereikbaar op telefoonnummer 088 - 093 10 00.
64
Klachtenregeling Achterhoek VO Met ingang van 1 augustus 2012 geldt voor alle instellingen van de Stichting Achterhoek VO, dus ook het Ludger College, een zelfde klachtenregeling. Deze klachtenregeling is voor alle betrokkenen, dus leerlingen, medewerkers en ouders/
verzorgers. Eveneens kan een klacht ingediend worden door betrokkenen die de instellingen tot een jaar geleden hebben verlaten. Vanuit de fusie heeft het bestuur zich aangesloten bij identiteitsneutrale klachtencommissie, te weten de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs van de Stichting Onderwijsgeschillen. Door intern veel aandacht te schenken aan de goede behandeling van klachten, willen we ervoor zorgdragen dat de kwaliteit van de instellingen optimaal is. Daarom is voor de externe vertrouwenspersonen gekozen voor de professionele diensten van de IJsselgroep. Door een goede begeleiding van de klacht en de mogelijkheid van onpartijdige bemiddeling hopen we het aantal klachten verder te kunnen verminderen en de kwaliteit van de (onderwijs)instellingen te verbeteren. De adresgegevens de Stichting Onderwijsgeschillen zijn: Postadres: Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht
T: 030 - 280 95 90 F: 030 - 280 95 91 E:
[email protected]
Bezoekadres: Gebouw "Woudstede" Zwarte Woud 2 3524 SJ Utrecht
65
8
Kwaliteitszorg In dit hoofdstuk beschrijven we hoe de Inspectie oordeelt over de kwaliteit van het Ludger College. Dit doen we aan de hand van de meerjarenopbrengstenkaart (schooljaar 2010/2011 t/m 2012/2013) waarin de resultaten van de school in kaart zijn gebracht. In Vensters voor Verantwoording en Schoolkompas (zie link op de website) is alle informatie te vinden op het gebied van kwaliteit en tevredenheid. Tot slot zijn de resultaten van het meest recente Periodiek Kwaliteitsonderzoek (in 2003) opgenomen. 8.1 De Meerjarenopbrengstenkaart
3. Gemiddeld CE-cijfer per vak Dit oordeel is gebaseerd op het landelijk behaalde gemiddelde per vak. Het streven is om op het landelijk gemiddelde te scoren en het liefst erboven.
Toelichting bij de Opbrengstenkaart 2013 De Inspectiekaart toont vier soorten gegevens (indicatoren), te weten:
4. Verschil tussen Schoolexamen (SE) en Centraal Examen (CE) Dit oordeel is gebaseerd op het verschil tussen SE en CE. Het streven is om dit verschil zo klein mogelijk te laten zijn.
In de opbrengstenkaart is te zien dat het oordeel van de Inspectie over de laatste drie jaren voldoende is.
1. Rendement onderbouw Dit oordeel is gebaseerd op het percentage leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas zit. Daarbij wordt beoordeeld welk percentage leerlingen in het tweede jaar zit volgens het advies van de basisschool. 2. Rendement bovenbouw Dit oordeel is gebaseerd op het percentage leerlingen dat onvertraagd een diploma haalt vanaf leerjaar 3.
66
Verklaring van de bolletjes Om de schoolresultaten vergelijkbaar te maken met de landelijke resultaten zijn deze in de bolletjesdiagrammen verwerkt. Als het middelste bolletje zwart is, komt het schoolresultaat overeen met het landelijke gemiddelde; links is lager dan het landelijke gemiddelde, rechts hoger.
Opbrengstenoordeel
vmbo (g)t
havo
vwo
voldoende
voldoende
voldoende
Per onderdeel 1 Rendement onderbouw Score
Relatieve score
1-10-2010
99
1-10-2011
102
1-10-2012 1-10-2010
99 •••••
1-10-2011
•••••
1-10-2012
•••••
3-jaarsgemiddelde
1 2 3 4 5
Oordeel
voldoende
2 Rendement bovenbouw Percentage
vmbo (g)t
havo
vwo
2009/10 - 2010/11
88
63
66
2010/11 - 2011/12
83
71
69
2011/12 - 2012/13 2009/10 - 2010/11
86 •••••
67 •••••
64 •••••
2010/11 - 2011/12
•••••
•••••
•••••
2011/12 - 2012/13
•••••
•••••
•••••
3-jaarsgemiddelde
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
Oordeel
voldoende
voldoende
voldoende
Relatieve score
Conclusies bij de schoolresultaten Het Ludger is tevreden over de resultaten van de afgelopen jaren Op alle terreinen scoort de school gemiddeld. Uitgesplitst in de vier indicatoren kunnen we het volgende concluderen. 1. Rendament onderbouw Omdat uit data blijkt dat basisscholen landelijk wat hoger adviseren dan op grond van bijv. Cito-score
of leerlingvolgsysteem verwacht mag worden, is het lastig om op dit terrein boven de score ‘gemiddeld’ uit te komen. We zijn dan ook tevreden met de doorstroom onderbouw, ook omdat we leerlingen kansen willen bieden. 2. Rendament bovenbouw Alle afdelingen (m/h/v) scoren binnen het landelijk gemiddelde. De havo/vwo afdelingen scoorden in het verleden hoger (bij de beste 25% van Nederland) dan het laatste jaar (middengroep).
67
3 Gemiddeld Centraal Examen-cijfer per vak Cijfer
Relatieve score
vmbo (g)t
havo
vwo
2009/10
6,3
6,1
6,3
2010/11
6,2
6,1
6,1
2011/12
6,2
6,2
6,3
2009/10
•••••
•••••
•••••
2010/11
•••••
•••••
•••••
2011/12
•••••
•••••
•••••
3-jaarsgemiddelde
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
Oordeel
voldoende
onvoldoende
voldoende
vmbo (g)t
havo
vwo 0,44
4 Verschil tussen Schoolexamen (SE) en Centraal Examen (CE) Verschil
2009/10
-0,04
0,37
2010/11
0,25
0,30
0,61
2011/12
0,33
0,24
0,40
3-jaarsgemiddelde Oordeel
3. Gemiddeld CE-cijfer per vak De cijfers voor het Centrale examen zijn voor mavo en vwo gemiddeld. Op havo scoren we lager dan gemiddeld. Hoewel dat verschil soms klein is (een naar boven afgeronde 6,2 als Ludger en een dikke 6,2 landelijk), hebben we initiatieven ingezet om het CE-cijfer te verhogen. Te denken valt aan het aanbod voor extra examentraining, de gevraagde vaardigheden op het examen meer trainen in de les in de leerjaren ervoor en de wegingsfactor ervan op het rapport verhogen.
68
4. Verschil SE-CE We scoren nog gemiddeld, maar op vwo is het verschil tussen SE en CE aan de hoge kant, waarbij het Schoolexamencijfer hoger ligt dan het cijfer dat leerlingen behalen op het Centraal Examen. De secties werken aan het verlagen van het verschil, indien dat voor hen van toepassing is.
0,19
0,29
0,48
gering verschil
gering verschil
gering verschil
Daarbij wordt gestreefd naar het verhogen van het cijfer voor het CE.
8.2 Het Periodiek Kwaliteitsonderzoek (PKO) in 2003 Het laatste Periodiek Kwaliteitsonderzoek vond plaats in mei 2003. Hoewel dit uitgebreide onderzoek niet bepaald recent te noemen is, zijn de resultaten nog steeds actueel. De resultaten van dit onderzoek worden jaarlijks door de Inspectie getoetst. Bij een PKO doet de Inspectie onderzoek naar de zorg voor de kwaliteit van de school, naar de kwaliteit van het onderwijs en leren en naar de opbrengsten die de school realiseert. De centrale vraag van het PKO is: Hoe is de kwaliteit van het onderwijs op de school? Bij dit onderzoek heeft de Inspectie gebruik gemaakt van gegevens die de school zelf over
de kwaliteit heeft verzameld. Daarnaast bezocht de Inspectie ongeveer 50 lessen. Verder heeft de Inspectie gesprekken gevoerd met een vertegenwoordiging van de leerlingen en de ouders, met de docenten, met de coördinatoren leerlingenzorg en met de directie. De resultaten zijn gepubliceerd in een rapport dat een helder beeld geeft van de school. Het Ludger College kan op basis van dit rapport aan verdere verbetering van haar onderwijs werken. U kunt het integrale rapport lezen op de website van de Inspectie www.onderwijsinspectie.nl. Op de website van de school www.ludgercollege.nl zijn de resultaten van het onderzoek schematisch weergegeven. Hieronder geven we de hoofdconclusies van de Inspectie weer: 1. Het Ludger College wil een meer dan gemiddelde school zijn. Dit hoge ambitieniveau is in de school duidelijk waarneembaar. Op het gebied van personeelsbeleid en zelfstandig leren zijn belangrijke stappen gezet. Op andere fronten is de school volop in ontwikkeling. Kenmerkend voor de school is de goede sfeer. De leerlingbegeleiding en de communicatie tussen ouders, docenten en directie zijn uitstekend. Hierdoor is er een stevige basis voor het verwezenlijken van de ambitie.
aan excursies. Er zijn meerdere vakoverstijgende projecten. Cultuur speelt een belangrijke rol in de school. Ook is er veel geïnvesteerd in de inrichting van de lokalen van de sectie beeldende vorming. 4. De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken. 5. Een opvallend onderdeel van het onderwijsleerproces op het Ludger College is de inzet van zelfwerkzaamheidsuren (Z-uren). Op de bovenste verdieping van de hoofdlocatie is een zeer goed ingerichte zelfstudieruimte (de Bovenkamer) gecreëerd waar gedifferentieerde vormen van begeleiding structureel worden aangeboden. Tijdens alle Z-uren zijn docenten in de Bovenkamer ingeroosterd. 6. Ook in de onderbouw worden Z-uren ingezet; de begeleiding daarbij is intensiever dan in de bovenbouw. Tijdens de Z-uren leren de leerlingen gedurende hun schoolloopbaan om steeds zelfstandiger te werken. Met de Z-uren wordt de theorie van het Studiehuis op zeer effectieve wijze in praktijk gebracht.
2. De school waarborgt de kwaliteit van schoolexamens, toetsen, testen en werkstukken in voldoende mate.
7. Het is jammer dat deze aandacht voor zelfstandig leren niet in de lessen is terug te vinden. Tijdens onze lesobservaties hebben wij weinig voorbeelden gezien van het gebruik van werkvormen waarbij leerlingen zelfstandig of in groepen bezig waren, terwijl in veel situaties wel mogelijkheden waren om dit toe te passen.
3. De leerlingen op het Ludger College krijgen in voldoende mate de kans om zich te ontwikkelen en zich voor te bereiden op het vervolgonderwijs. Uit de examenresultaten blijkt dat het leerstofaanbod voldoende dekkend is voor de eindexamenprogramma’s. De school heeft een ruim aanbod
8. Over het algemeen zijn de leerlingen, ouders en docenten eensgezind in hun waardering voor de positieve sfeer op school. Ze hebben allen het gevoel dat ze worden gehoord. Leerlingen voelen zich veilig en vinden de school gezellig. Ze waarderen de goede faciliteiten en hebben het gevoel
69
altijd bij iemand terecht te kunnen met hun problemen. 9. Ouders waarderen de intensieve begeleiding en de extra mogelijkheden die de school biedt. Ze vinden dat het Ludger College haar beloftes waarmaakt en alles uit de leerlingen haalt wat erin zit. Ouders zijn zeer positief over het contact met de school. 10. Nieuwe docenten waarderen de begeleiding en de heldere organisatie waarin dit plaatsvindt. Ze vinden dat de school een duidelijke visie heeft en zijn enthousiast over de plenaire docentenvergadering. De docenten zijn van mening dat de school er veel aan doet om zoveel mogelijk uit de leerlingen te halen. Verder blijkt dat de docenten goed op de hoogte zijn van de plannen van de directie. Daaruit leiden wij af dat de interne communicatie goed verloopt. 11. Bijna alle onderdelen van het kwaliteitsaspect Zorg en begeleiding worden door de Inspectie als goed beoordeeld. De school besteedt veel aandacht aan het in kaart brengen van specifieke onderwijsbehoeften. Voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften worden speciale voorzieningen getroffen. 12. De examenresultaten van de laatste drie jaar liggen op of boven het landelijke gemiddelde. Er zijn weinig zittenblijvers en de meeste leerlingen zitten op een niveau dat overeenkomt met het advies van de basisschool.
70
13. De school besteedt veel aandacht aan vaardigheden. Door het inzetten van Z-uren, het aanbieden van veel (culturele) activiteiten en de uitstekende ICT-voorzieningen krijgen de leerlingen ruimschoots de mogelijkheid om studie-, informatieen sociale vaardigheden te ontwikkelen.
Reactie van de directie: Het zal duidelijk zijn dat wij blij zijn met de bevindingen van de Inspectie. Enerzijds omdat de Inspectie concludeert dat we goed bezig zijn, anderzijds omdat we op grond van deze bevindingen kunnen werken aan de verdere verbetering van ons onderwijs. Mede op basis van de conclusies van het Inspectierapport hebben we besloten om in de lessen meer werk te maken van een didactiek die gericht is op het leren samenwerken en zelfstandiger verwerken van de leerstof. Hierdoor moeten de lessen en de Z-uren meer een eenheid gaan vormen. De Z-uren worden in principe door de mentor verzorgd; hij is het best op de hoogte van de mate van zelfstandigheid en de aandachtspunten van zijn leerlingen.
Kosten voor de ouders Schoolgaande kinderen kosten geld. U moet bijvoorbeeld boeken of andere leermiddelen kopen, of reiskosten betalen. Dit zijn de schoolkosten. In dit hoofdstuk leest u wat de schoolkosten voor de ouders zijn. Daarna bespreken we welke tegemoetkoming in de kosten u eventueel kunt krijgen. Tot slot komen de (school)verzekeringen aan de orde. 9.1 Schoolkosten
Onder de schoolkosten vallen de kosten voor boeken, andere leermiddelen en de ouderbijdrage. De ouderbijdrage De school maakt een aantal kosten die niet door de overheid worden vergoed, bijv. voor proefwerkpapier, kopieën, de schoolkrant, de mediatheek, een bijdrage aan excursies, toneel, musical en andere buiten-les-activiteiten, de scholierenongevallenverzekering en de oudervereniging. Let wel: het gaat hier om extra zaken. De school vraagt hiervoor een ouderbijdrage voor elke leerling. Alhoewel deze bijdrage vrijwillig is, vragen wij ouders deze toch wel te voldoen. Zonder deze bijdrage zijn immers de extra zaken niet te realiseren. Voor het schooljaar 2012-2013 was deze vastgesteld op € 82,50. Voor het schooljaar 20132014 kan deze iets worden verhoogd. De ouders in de deelraad medezeggenschap hebben ingestemd met de hoogte en de besteding van dit bedrag. Bij aanvang van het schooljaar ontvangen de ouders informatie over de besteding. Wij versturen de rekening voor de ouderbijdrage rond 1 december.
9
Eigen boekenfonds Voor alle klassen werken we met een boekenfonds in samenwerking met Van Dijk Studieboeken. Het fonds zorgt voor alle benodigde leer- en werkboeken. Aan het begin van het schooljaar staan de boekenpakketten voor de leerlingen klaar. We verwachten van de leerlingen dat ze zorgvuldig omgaan met de boeken. Aan het eind van het schooljaar moeten de leerlingen de boeken inleveren. We controleren de boeken, en leggen eventueel een boete op als die erg beschadigd zijn. De school stelt geen eisen aan een boekentas. Maar omdat leerlingen en hun ouder(s)/verzorger(s) verantwoordelijk zijn voor een goede verzorging van de boeken, adviseren we om voor een tas te kiezen die voldoende bescherming biedt. Bovendien is het raadzaam om de boeken te kaften. Schoolboeken zijn gratis voor scholieren in het regulier voortgezet onderwijs. De leerlingen van 4 havo en 4 vwo krijgen een grafische rekenmachine van ± € 94. Dit bedrag wordt apart in rekening gebracht. De rekening hiervoor ontvangt u rond 1 december.
71
72
Voor de goede orde: tot het boekenfonds behoren niet de woordenboeken, een atlas, agenda, rekenmachine (anders dan voor 4 havo en 4 vwo), gymspullen en dergelijke. De school geeft op tijd aan wanneer u artikelen uit dit rijtje moet bestellen.
9.2 Tegemoetkoming in studiekosten
De tegemoetkoming ouders is per 1 januari 2010 verdwenen voor leerlingen in het regulier voortgezet onderwijs. Per die datum wordt het kindgebonden budget van de Belastingdienst verhoogd. Daarnaast krijgen leerlingen in het regulier voortgezet onderwijs op school gratis schoolboeken. Vanaf het schooljaar 2010-2011 is een tegemoetkoming ouders voor leerlingen in het regulier voortgezet onderwijs niet meer mogelijk. Het budget hiervoor is dan overgedragen naar het kindgebonden budget van de Belastingdienst.
9.3 Verzekering en schade Ongevallen Het Ludger gaat ervan uit dat iedere leerling privé is verzekerd tegen ziektekosten. De school heeft in aanvulling hierop een collectieve scholierenongevallenverzekering afgesloten. Deze ongevallenverzekering is bedoeld voor leerlingen die in schooltijd of op weg van of naar huis een ongeval krijgen, zonder dat er sprake is van eigen schuld. De eigen ziektekostenverzekering gaat hierbij altijd voor; eventuele schade wordt eerst verhaald op de privé-verzekering van de leerling. Schade die niet door de eigen ziektekostenverzekering gedekt wordt, kunnen we echter via de scholierenongevallenverzekering verhalen.
Wettelijke aansprakelijkheid Daarnaast gaan we ervan uit dat iedereen verzekerd is tegen wettelijke aansprakelijkheid met een Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren (voorheen WA-verzekering). Als een leerling schade aanricht, dan zal de verzekering van het slachtoffer (dat kan ook de school zijn) de ouder(s)/verzorger(s) aanspreken. We geven een voorbeeld om dit te verduidelijken: als een leerling een ruit breekt, stuurt de school de rekening niet naar de glasverzekering van de school, maar naar de ouder(s)/verzorger(s) van de ‘schuldige’. Eigendommen De school is niet verzekerd voor de eigendommen van leerlingen. De school stelt wel kluisjes ter beschikking aan de leerlingen. Tijdens lessen bewegingsonderwijs en het maken van toetsen in de gymzaal dienen waardevolle spullen in het kluisje te worden opgeborgen. Het Ludger hanteert echter geen bewaargevingovereenkomst. De school treedt namelijk niet op als bewaarnemer en is dus ook niet schadeplichtig als een eigendom van de leerling ondanks normale zorg toch vanuit de school gestolen of beschadigd wordt. Reisverzekering/annuleringsverzekering Het Ludger heeft een doorlopende reisverzekering afgesloten voor excursies en reizen. Let op: dit is geen annuleringsverzekering! Desgewenst dienen ouders zelf een annuleringsverzekering voor hun kinderen af te sluiten.
73
10
Lessentabellen 2013-2014 In dit hoofdstuk zijn de lessentabellen opgenomen die zijn vastgesteld voor het schooljaar 2013 - 2014 (kleine wijzigingen voorbehouden). Het jaar is in drie periodes ingedeeld, waarbij het rooster per periode soms enigszins kan verschillen. Achtereenvolgens ziet u de lessentabellen voor: • 1 t/m 4 mavo • 1 t/m 3 havo • 1 t/m 3 vwo • 4 & 5 havo en 4, 5 & 6 vwo Toelichting bij de lessentabel In bijzondere gevallen kan een leerling vrijstelling krijgen voor: natuurkunde of Duits/Frans. Het pakket moet in dat geval worden aangevuld met een ander keuzevak. Afhankelijk van de keuze komt men in totaal op 31 of 32 lesuren.
74
10.1 Lessentabel klassen 1 t/m 4 mavo 2013-2014
mavo klas 1
klas 2
vakken Nederlands
3
3
Frans
3
2
Duits Engels Geschiedenis Aardrijkskunde Levensbeschouwing Maatschappijleer Economie Wiskunde Natuurkunde/Techniek *1 Informatiekunde Scheikunde Biologie Muziek Beeldende vorming Bewegingsonderwijs *2 CKV Drama Totaal vakken z-uren (incl mzu) Dekaansuur Totaal lesuren Totaal in klokuren
klas 4 k
3-4-4
3-3-2
3 3 2 2
2 3,33 3 0,33
0,33 2 2 2 2
k
3-3-4
2 3,67 2
2 2
4-4-2
3,33
4-4-2
3 3 1 1,33
2-2-0
4-3-3
2 2 1 2 2
2
3,33 3
1
4
v 3
2
3 2,67 2 2
3 2 2 1,33
klas 3 v 3,67
3,33 0,67
4-4-4 1-1-0
12,33 1,67
2-2-1
3,67 3,33 3,33
4-4-3 4-3-3 4-4-2
3,33 3
4-4-2
3,33
4-3-3
1,67 28,33 2,67 31 25,83
29,33 2,67 32 26,67
27,34 1,33 0,67
2
31,34 26,12
32,65
27,06 22,55
Opmerking:
*1 In 2 mavo is er een combinatievak science en techniek. In 3 mavo en 4 mavo alleen natuurkunde. *2 In 4 mavo in de 3e periode 4 lessen (2 blokuren) per week gedurende een halve periode. Voor 3 mavo kiezen de leerlingen één vak uit 3 mogelijkheden: Frans, aardrijkskunde en geschiedenis.
75
10.2 Lessentabel klassen 1 t/m 3 havo 2013-2014
havo vakken
klas 1
klas 2
3
3
3,67
3-4-4
Frans Duits Engels Geschiedenis Aardrijkskunde Levensbeschouwing Economie Wiskunde Natuurkunde Scheikunde Biologie Informatiekunde Muziek Beeldende vorming Bewegingsonderwijs Klassieke vorming Latijn Grieks Drama
3
3 3 3 2 2 1
2 2,67 2,67 1,33 1,33
3-3-2 3-3-2 1-1-2 1-1-2
Totaal vakken z-uren (incl mzu)
3 2 2 1,33
1-2-1
4
3,67 2
2 0,33 2 2 2
2 0,33
4-4-3
1,67
Totaal Totaal in klokuren
1,33 3,33 3 2 1,67
1-2-1 4-3-3
2-1-2
1 2 2
2 2
2-1-2
28,33
29
30
2,67
2,67
2,33
Dekaansuur
76
klas 3
Nederlands
0,67 31
31,67
33
25,83
26,39
27,50
10.3 Lessentabel klassen 1 t/m 3 atheneum en gymnasium 2013-2014
atheneum vakken Nederlands Frans Duits Engels Geschiedenis Aardrijkskunde Levensbeschouwing Economie Wiskunde Natuurkunde Scheikunde Biologie Informatiekunde Muziek Beeldende vorming Bewegingsonderwijs Klassieke vorming Latijn Grieks Drama Totaal vakken z-uren (incl mzu)
klas 1 3 3 3 2 2 1,33
2-2-1
klas 2 3 3 3 3 2 2 1
4
3,67 2
2 0,33 2 2 2
2 0,33
3-4-4
Totaal in klokuren
1,33 3,33 3 2 1,67
1-1-2 3-3-4
1-2-2
1-2-2
klas 1 3 3 3 2 2 1,33
2-1-1
3,33
3-3-4
2 0,33 2 1,67 2 2
klas 2 3 2 3 2,33 3-2-2 2 2 1 3,67 2
3-4-4
2 0,33 2-2-1
1,67
1,67 2
1-2-2
klas 3 2,67 3-3-2 2 2 2,67 2-3-3 1,33 1-2-1 1,33 2-1-1 1,33 3,33 2,67 1,67 1,67
1-1-2 3-3-4 3-2-3 2-2-1 1-2-2
1 1,67 2
2-2-1
2 2
2 2 31,34
1-2-2
28,33
29
29,66
29,33
31
2,67
2,67
2,33
2,67
1,67
Dekaansuur Totaal
klas 3 3 2 2,67 3-3-2 3 1,33 1-2-1 1,33 2-1-1
1 2 2
2 2
1,67
gymnasium
0,67
2 0,67
31
31,67
32,66
32
32,67
34,01
25,83
26,39
27,22
26,67
27,23
28,34
77
10.4 Lessentabel klassen 4 & 5 havo en 4, 5 & 6 vwo 2013-2014
havo Gemeenschappelijk deel Nederlands Engels Levensbeschouwing Maatschappijleer Bewegingsonderwijs *1 CKV Totaal gemeens. deel keuzevakken Aardrijkskunde Biologie Bewegen, sport en maatschappij Beeldende vorming Duits Economie Filosofie Frans Geschiedenis Informatica Maatschappijwetenschappen Management & Organisatie Muziek Natuurkunde Scheikunde Wiskunde A Wiskunde B Totaal keuzevakken z-uren (incl mzu) Totaal Totaal in klokuren
klas 4 3,67 3,33 2
klas 5 4-4-3 3-3-4
3 3 1,67 1,67
2 1,67
2-2-1 2-2-2
2-2-1
12,67
9,34
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 4
2,67 3,33 2,67 2,67 3,33 3,67 2,67 3,33 2,67 2,67 2,67 2,67 2,67 3,33 2,67 2,67 3
15,29 3
14,52 2,33 30,96 25,80
3-3-2 4-4-2 3-3-2 3-3-2 4-4-2 4-4-3 3-3-2 4-4-2 3-3-2 3-3-2 3-3-2 3-2-2 3-3-2 4-4-2 3-3-2 3-3-2
3-3-1 26,19 21,82
Opmerking:
78
*1 In 5 havo in de 3e periode 2 lessen (1 blokuur) per week gedurende een halve periode.
vwo Gemeenschappelijk deel Nederlands Engels Duits of Frans Algemene natuurwetenschappen Levensbeschouwing Maatschappijleer Bewegingsonderwijs CKV KCV
4 vwo 3 3 3 2 2
5 vwo
6 vwo
3 3 2
3 2,33 3
3-2-2
2 2 1
1 2 2 1 1
1,33
2-2-0
Totaal gemeenschappelijk deel keuzevakken Aardrijkskunde Biologie Beeldende vorming Duits Economie Filosofie Frans Geschiedenis Informatica Maatschappijwetenschappen Management & Organisatie Muziek Natuurkunde Scheikunde Spaans elementair Wiskunde A Wiskunde B Wiskunde C Latijn Grieks
16,50
14
9,66
2 2 2 3 2 2 3 2 3 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3
3 3 3 2 3 3 2 3 2 2 2,67 3 3 3 3 3 3 2 4 4
2 3 3 3 3 3 3 3 2,33 3 2,33 3 3 2 3 3,33 3,67 2 3,33 3,33
Totaal keuzevakken atheneum Totaal keuzevakken gymnasium z-uren (incl mzu) Totaal Atheneum Totaal in klokuren Totaal Gymnasium Totaal in klokuren
11,47 11,84 3
13,73 14,39 3 30,97 25,81 31,34 26,12
3-3-2
3-2-2 3-2-2
4-4-2 4-4-3 4-4-2 4-4-2
14,02 14,29 2,33 30,73 25,61 31,39 26,16
3-3-1 26,01 21,67 26,28 21,90
79
80
Enkele getallen: instroom, doorstroom en uitstroom
11
In dit laatste hoofdstuk wemelt het van de getallen en percentages, van geslaagden, van bevorderde en afgewezen leerlingen. Met al die cijfers zou je denken dat je de kwaliteit van een school kunt vaststellen in vergelijking met andere scholen. Maar dat is maar ten dele waar. Het aanvangsniveau is op de diverse scholen namelijk heel verschillend en daarnaast kun je niet alles in cijfers vangen. Ook andere aspecten bepalen of een school goed is: • De leerlingbegeleiding, met name ook de zorg voor de zwakkeren, bepaalt in belangrijke mate of een school goed is. • De sfeer en klimaat, de wijze waarop de mensen met elkaar omgaan, zijn wezenlijk voor de kwaliteit van de school. • De buiten-les-activiteiten, d.w.z. alles wat de school méér biedt dan lessen geven en lessen volgen (bijvoorbeeld toneel, excursies of sport), spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van leerlingen.
Ouders die overwegen hun kind op het Ludger aan te melden, doen er goed aan aandacht te besteden aan al deze kanten van ons schoolleven en verder hun licht op te steken bij ouders die al ervaring hebben met onze school. Maar dan nu de cijfers!
81
11.1 Doorstroming op het Ludger Bij de overgang van het schooljaar 2011-2012 naar 2012-2013 hebben de volgende leerlingmutaties plaatsgevonden: N.B. Het percentage staat steeds vermeld onder het aantal leerlingen. Aantal leerlingen 2011-2012 1 mavo
d weg 2m 2h
88
1
% 141
1 vwo
94
1
%
1,1
1
%
2 havo 2 vwo
3
0,7 3,5 93,6
2,1
51
10
%
19,6
124
3
%
2,4
2
91 40
1
78,4 2,0 1
14 102
3
11,3 82,3 2,4 6 114 49
%
5,7
1,9
92,5
3 havo
124
1
2
9 112
%
0,8
1,6
7,3 90,3
3 vwo
103
2
1
%
1,9
1,0
5
58
14
6,4 74,4
17,9
4 vwo 5 havo 5 vwo 6 vwo
6v Mvavo Hvavo Vvavo
ge
a
t
12
a = afgewezen d = gedoubleerd g = geslaagd ge = gespreid examen t = teruggetrokken
88
11,7 85,4 1 1,3
184
16
14
154
%
8,7
7,6
83,7
120
3
8
107
2
%
2,5
6,7
89,2
1,7
199
g
5,0 95,0 1
4 havo
5v
2,1 96,8
3
%
82
2
1,6 0,8
120
78
5h
Begin vorig schooljaar 01-10-2011: 1759 Uitbesteed aan vavo: - 32 1727 Tussentijds vertrokken: -9 Tussentijds gekomen: 1 1719 Einde v.h. jaar vertrokken: - 372 Nieuwe aanmeldingen: 449 Begin schooljaar 01-10-2012: 1796
53
4 mavo
4v
10
5 132
%
3 mavo
3v 4m 4h
1,1 87,5 11,4
1 havo
2 mavo
77
2v 3m 3h
71
7
91,0
9,0
20 161
7
11
162
34
1
% 10,1 80,9
3,5
5,5
81,4 0,5 17,1
1,0
109
3
1
99
%
5,5 2,8
6
0,9
90,8
131
7 117
%
5,3 89,3
1
6
0,8
4,6
116
1
1
14
88,5 0,8 10,7
11.2 Aantal klassen en leerlingen in het schooljaar 2012-2013 stand per 1 oktober 2012 1 mavo
Totaal aantal klassen: 64 Totaal aantal jongens: 860 Totaal aantal meisjes: 911 Totaal aantal leerlingen: 1771 * Willibrordgebouw: 758 Hoofdgebouw: 1013
j 1 mavo j m kl
* en 25 uitbesteed aan het vavo = voortgezet
m totaal
kl
= klas (schooltype) = jongens = meisjes = aantal klassen
algemeen volwassenen onderwijs
6 vwo 50
5havo 98
4mavo 30
3mavo 37
2mavo 45
1mavo 67
65
57
83
138
35
4havo
3
76
20
3havo
2
58
38
2 havo
3
63
71
1havo
5
83
175
177
111
148
161
77
5vwo
6
52
101
4vwo
7
27
53
3vwo
4
71
85
2vwo
5
43
78
1vwo
6
60
108
119
91
120
94
124
58 4 67 4 64 4 49 4 51 3 64 4
83
11.3 Enkele keuzes van de leerlingen (schooljaar 2012-2013) Latijn en Grieks
84
2 vwo: 42 ll.
3 vwo: 45 ll.
Latijn in de bovenbouw
4 vwo: 17 ll.
5 vwo: 12 ll.
6 vwo: 26 ll.
Grieks in de bovenbouw
4 vwo: 17 ll.
5 vwo: 16 ll.
6 vwo: 14 ll.
Beeldende vorming als examenvak
4 mavo: 13 ll. 4 havo: 26 ll. 4 vwo: 11 ll.
5 havo: 22 ll. 5 vwo: 19 ll.
6 vwo: 11 ll.
Muziek als examenvak
4 havo: 18 ll. 4 vwo: 7 ll.
5 havo: 9 ll. 5 vwo: 19 ll.
6 vwo: 12 ll.
Management & organisatie
4 havo: 59 ll. 4 vwo: 35 ll.
5 havo: 61 ll. 5 vwo: 38 ll.
6 vwo: 44 ll.
Informatica
4 havo: 31 ll.
5 havo: 28 ll. 5 vwo: 23 ll.
6 vwo: 25 ll.
Filosofie
4 havo: 13 ll. 4 vwo: 11 ll.
5 havo: 15 ll. 5 vwo: 11 ll.
6 vwo:
Maatschappijwetenschappen
4 havo: 29 ll. 4 vwo: 12 ll.
5 havo: 26 ll. 5 vwo: 31 ll.
6 vwo: 21 ll.
Bewegen, sport en maatschappij
4 havo: 26 ll.
5 havo: 36 ll.
Spaans
4 vwo: 12 ll.
5 vwo: 19 ll.
Frans
3 mavo: 10 ll.
Geschiedenis
3 mavo: 20 ll.
9 ll.
6 vwo: 16 ll.
11.4 Herkomst leerlingen
(aantal leerlingen per 1 oktober 2012 per woonplaats)
Baak 1
Empe Steenderen
Ruurlo 1
Wichmond 1
Hengelo 62
Toldijk Olburgen
Veldhoek
Rheden 1 Ellecom
Arnhem Giesbeek
Zieuwent
Keijenborg 41
Doesburg 105
Lathum
Angerlo 15
Drempt 31
Zelhem 103
HoogKeppel 6 Nieuw- Wehl 193 Wehl 12
LaagKeppel 15
Elten Tolkamer 3
Heelweg 1
Doetinchem 703
Wijnbergen
Kilder 48 Loerbeek 8
Herwen
Halle 8
Westendorp 2
Didam 4
Zevenaar 2
Lichtenvoorde 1
Velswijk
Hummelo 33
Terborg 10 Braamt 12 Vethuizen 9 4 Zeddam Etten 75 Beek Varsselder 25 3 Azewijn Lengel 1 Stokkum 14 Gendringen 17 5 's-Heerenberg 129 Hüthum 1 Emmerich 12
Varsseveld 7
Gaanderen 62
Aalten 1 Winterswijk
Silvolde Sinderen
Ulft 9
Voorst
Dinxperlo
Netterden Megchelen Klein-Netterden
Kleef
85
Begrippenlijst afstroom atheneum bevoegd gezag BLB BOB BOL bovenbouw buiten-les-activiteiten categoriale school confessionele school determinatieperiode doubleren Eerste Fase gymnasium havo hbo heterogene klassen homogene klassen leerlingenraden leerlingvolgsysteem
mavo mbo MRT Nieuwe Onderbouw onderbouw ongedeeld vwo
86
opstroom
de overstap naar een lichter schooltype, bijv. van 1 havo naar 2 mavo vwo-afdeling zonder Latijn en Grieks het schoolbestuur, Ludger valt onder de Stichting Achterhoek VO. Bijzondere Leerlingbegeleiding Belangenorganisatie Brugklassers (zie bij leerlingenraden) Belangenorganisatie Leerlingen (zie bij leerlingenraden) de leerjaren 3, 4, 5 en 6 alles wat de school - naast lessen - nog meer te bieden heeft, zoals toneel, excursies en sport school waarop een leerling slechts één soort diploma kan halen (bijv. een vmbo-tl-school). een school op godsdienstige grondslag periode waarin bepaald wordt of de leerling op het goede niveau zit, of dat hij beter kan op- of afstromen; bij ons leerjaar 1 en 2. een klas overdoen na afgewezen te zijn (‘blijven zitten’) het onderwijs in mavo (4 jaar) en de leerjaren 1, 2 en 3 van havo en vmbo vwo-afdeling met Latijn en/of Grieks, en klassieke vorming (kv) of klassieke culturele vorming (kcv) hoger algemeen voortgezet onderwijs hoger beroepsonderwijs (in Doetinchem: pabo Iselinge); leerlingen kunnen er terecht met een havo- of mbo-diploma. klassen waarin leerlingen van verschillend niveau zitten. klassen waarin les wordt gegeven op één niveau, behorende bij één schooltype (de leerjaren 3, 4, 5, en 6 van het Ludger). Onze school heeft twee leerlingenraden: de BOB voor leerjaar 1 en 2, en de BOL voor leerjaar 3 en hoger. het begeleiden van leerlingen en het bijhouden van hun resultaten, keuzes, functioneren en welzijn, gedurende alle jaren dat zij op school zijn; ook wordt bijgehouden hoe het hun gaat bij hun verdere studie op mbo, hbo of wo. middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, ook wel vmbo-tl genoemd middelbaar beroepsonderwijs (in Doetinchem: het Graafschap College en AOC Oost); leerlingen kunnen er terecht met een mavo-diploma. Motorische Remedial Teaching naam voor het herziene voortgezet onderwijs in de leerjaren 1, 2, en 3 de leerjaren 1 en 2 atheneum- en gymnasiumleerlingen krijgen hetzelfde onderwijs, met als uitzondering de lessen Latijn, Grieks en kcv. de overstap naar een zwaarder schooltype, bijv. van 1 mavo naar 2 havo
overgangsnormen scholengemeenschap
eisen waaraan een leerling moet voldoen om over te gaan naar een volgende klas; deze treft u doorgaans aan in Contactblad 2. school waarin voor meer dan één diploma wordt opgeleid; onze school is een
scholengemeenschap voor mavo, havo, atheneum en gymnasium. benaming voor het nieuwe onderwijssysteem in de bovenbouw van mavo, havo en vwo theoretische leerweg zie vmbo-tl TOM Traject op Maat, project voor hoogbegaafde leerlingen vmbo en vmbo-tl voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Het vmbo kent verschillende leerwegen, op onze school bieden wij alleen de theoretische leerweg aan: vmbo-tl. Wij noemen dit mavo. De drie andere, minder theoretische leerwegen kunnen leerlingen in Doetinchem volgen op het Metzo College en AOC Oost. voortgezet onderwijs het onderwijs dat gegeven wordt tussen basisonderwijs enerzijds en het mbo, hbo en wo anderzijds. vwo voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (atheneum en gymnasium) wo wetenschappelijk onderwijs, gegeven op de universiteiten; leerlingen kunnen er terecht met een vwo-diploma. ZAT zorgadviesteam Z-uren zelfwerkzaamheidsuren studiehuis
87
88
Index We sluiten deze Schoolgids af met een alfabetische index. Hierin vindt u belangrijke onderwerpen die in deze gids aan de orde komen op alfabetische volgorde terug, evenals de pagina waarop u over het onderwerp kunt lezen. Aanleg 21 Aantal klassen en leerlingen 83 Absentie(controle) 44, 54 Activiteitenweek 38 Adviesorganen 59 Afdelingsleider 44 Afstromen 16 Anglia-project 17, 33 Atheneum 16, 24 Begeleiding van leerlingen met leerproblemen 12, 45 Belangenorganisatie Brugklasleerlingen (BOB) 60 Belangenorganisatie Leerlingen (BOL) 60 Bijzondere Leerlingbegeleiding (BLB) 48 Boekenfonds 71 Bovenbouw 20, 22 – 25 Bovenkamer 56 Brugklas 15 - 17 Brugperiode 15 Buiten-les-activiteiten (BLA) 37 e.v. Carpay-test 21 Centraal Examen (CE) 55 Cito-toets 15 Combinatiecijfer 28 Compositieproject 35 Concerten 37, 38 Consultatieteam 49 Contactbladen 63 Cultuur 38 Cultuurhistorische reizen 39
Differentiële Aanleg Test DAT 21 Decanen 44 Deelraad medezeggenschap 59 Determinatieadvies 20 Determinatieklassen 15 e.v. Determinatieperiode 15 e.v. Directie 59 Discriminatie 50 Docentenspreekuur 62 Doorstroming 82 Doorstroomschema 17 Dyslexie 45 Eendaagse excursies 39 Eindexamen 55 Elektronische leeromgeving (elo) 32 Ereprijsconcert 35 Excursies 39 Faalangst 47 Feesten 42 Gespecialiseerde leerlingbegeleiders 45 GGD Gelre-IJssel 49 Ghettokidsproject 34 Groepsdag 43 Gymnasium 24, 28 Herkomst leerlingen 85 Hoofdgebouw 56 Hoogbegaafden 29 Huisvesting 56
89
ICT 32 Identiteit 9, 14 Inspectieresultaten 14, 66 e.v. Instaptoets 26 Instroom 82 Intimidatie 43, 50 It’s learning 32 Jaarvergadering oudervereniging 61 Kandeleer 56 Kangoeroewedstrijd 33 Kantines 56 Katholiek 9, 10 Keuzebegeleiding 21, 43 Klachtencommissie 63 Klachtenregeling 63 Klassieke beschaving 24 Kluisjes 73 Kosten voor de ouders 71 Krant in de klas 34 Leerarrangementen 28 Leerling vóór de klas 35 Leerlingenpanel 60 Leerlingenraden 60 Leerlingenstatuut 62 Leerlingvolgsysteem 15, 44 Lerarenraad 60 Lesroosterwijzigingen 53 Lessentabellen 74 e.v. Lestijdenschema 53 Lesuitval 54 Ludgertheater 37
90
Maatschappelijke stage 31 Magister 19 Medezeggenschapsraad (MR) 59 Mediatheek 56 Meerdaagse reizen 39 Mentordag 43
Mentoren 43 e.v. Milieu op school 56 Milieuzorg 56 Modules 26 e.v. Motorische Remedial Teaching (MRT) 47 Muziek op je boterham 38 Niveaugroepen 15 NME-projecten 14, 56 No Blame-methode 31 Onderbouw 15 e.v. Opbrengstenkaart 66 Opstromen 16 Ordereglement 62 Ouderavonden 62 e.v. Ouderbijdrage 71 Ouderstatuut 62 Oudervereniging 60 e.v. Overgangsnormen 55 Overgangsrapport 55 Overleg met ouders 59 Pedagogische bespreking 19 Peer mediation 48 Periodiek Kwaliteitsonderzoek (PKO) 68 Pesten 31, 48, 50 Proefwerken 55 Profielen 22 e.v. Profielkeuze 21, 22, 27 Profielkeuzevak 27 Rapporten in leerjaar 1 en 2 19 Rapporten 55 e.v. Rapportenvergadering 55 Rekenmodules 26 Scholierenongevallenverzekering (collectieve -) 73 School en Studie Vragen Lijst (SVL) 19, 21, 47 Schoolarts 49 Schoolexamen (SE) 22 e.v., 55
Schoolkrant (Amok) 37 Schoolorthopedagoog 49 Schoolzorgcoördinator 49 Sectoren, vmbo-tl 22 Sectorwerkstuk 22, 28 Seksuele intimidatie 50 Slotconcert 38 Sociogram 19 Sport 40 e.v. Sportieve reizen 39 Studiebegeleiding 43 e.v. Studiehuis 69 Studielessen 19 Taalmodules 26 Tegemoetkoming in studiekosten 71 Toetsweken 55 TOM 29 Tweede Fase 22, 25, 27 Uitstroom 82 Veilig internetten 32 Veilige School 31 Veldwerk aardrijkskunde 33 Vertrouwensinspecteur 31, 50 Vertrouwenspersonen 43, 50, 63 Voor de goede orde 62 Vooropleiding conservatorium 38 Waarneming van docenten 54 Website 63 Willibrordgebouw 9, 56 Workshopavond oudervereniging 61 Zelfwerkzaamheidsuren (Z-uren) 27 Zorgadviesteam (ZAT) 49
91
Notities
92
93
94
Vormgeving en fotografie: Stan van Oss
95
96
HOOFDGEBOUW
Vondelstraat 5 7002 AN Doetinchem WILLIBRORDGEBOUW
Holterweg 121 7002 EK Doetinchem CONTACT
0314 32 52 48 0314 32 48 58 E
[email protected] W ludgercollege.nl T F