rkt!
w
Talent
Gids en werkboek voor talentontwikkeling
Jeroen van Rooij & Stephan Vanhaverbeke
Talent werkt! Gids en werkboek voor talentontwikkeling
Jeroen van Rooij & Stephan Vanhaverbeke
Dit boek is uitgegeven bij Universitas (Uni van 1991 NV) – Antwerpen (Deurne) in samenwerking met ubeon (UBEON BVBA) – Wetteren op 1 juni 2012. Copyright © ubeon, 2012. Alle rechten voorbehouden. ISBN 9789033700538 Boekomslag en layout: Thibaut Cromphaut Gedrukt in België Opmerking De informatie, werkwijzen en instructies die in deze uitgave worden aangereikt mogen enkel worden gebruikt in de privésfeer en voor recreatieve doeleinden. Er worden geen garanties gegeven met betrekking tot de effectiviteit, de volledigheid of de juistheid van de informatie, werkwijzen en instructies uit deze publicatie. We nemen geen verantwoordelijkheid met betrekking tot eventuele gevolgen van het al dan niet volgen van de instructies, werkwijzen en informatie uit deze publicatie. Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Waar mogelijk is getracht alle rechthebbenden van intellectueel eigendom te achterhalen. Wie niet benaderd is, en wel rechthebbende meent te zijn, wordt verzocht zich in verbinding te stellen met de uitgever.
Voorwoord Toen wij besloten om samen dit werkboek over talentontwikkeling te schrijven, vroegen we ons af wat we nog toe te voegen hadden aan de hoeveelheid boeken die over dit onderwerp geschreven zijn. De lezer mag daar uiteraard zelf over oordelen, maar wij dachten dat een praktische, overzichtelijke, leuke en laagdrempelige methode kon bijdragen. Dit boek biedt de mogelijkheid om nu eindelijk eens daadwerkelijk dit onderwerp voor jezelf ter hand te nemen... de koe bij de horens te vatten, zullen we maar zeggen. Wat je altijd maar uitstelde, omdat het moeilijk, zeer tijdrovend of duur was. Dit werkboek geeft je de mogelijkheid om op elk gewenst moment - al is het gefragmenteerd in stukken van iedere keer 10 minuten, al is het in de trein of achter in de auto - de ontdekkingstocht in jezelf naar je échte ware talent te beginnen. We geven al enkele jaren met veel passie en betrokkenheid trainingen en workshops over diverse onderwerpen rond werk, gezondheid, persoonlijke ontwikkeling en organisatieontwikkeling. Ons publiek is daarbij altijd divers: variërend van arbeiders en administratief medewerkers, docenten en instructeurs tot leidinggevenden, managers en personeelsadviseurs uit alle denkbare sectoren. Dit werkboek is voor ons een volgende stap, want het legt namelijk een solide brug tussen werk, privé, gezondheid, persoonlijke ontwikkeling en organisatieontwikkeling. De oefeningen in het werkboek raken je hele leven aan en leggen de verbindingen tussen privé, hobby, werk en nevenwerk bloot.
We noemen het ook wel eens ‘levensloopbaanbegeleiding’. Voor iedereen die op zoek is naar de antwoorden op de vragen “Wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik nu écht?” is dit boek het ideale startpunt. Je komt op een leuke, snelle en relatief gemakkelijke manier te weten waar je ware talenten liggen die je in dit leven kunt manifesteren en die je tot meer zingeving, motivatie, gezondheid en geluk zullen brengen. Tenminste, als je jouw persoonlijke ontwikkelingsplan waartoe dit werkboek leidt ook daadwerkelijk uitvoert. Aan de hand van dit werkboek verzorgen wij regelmatig workshops, waarbij je onder begeleiding en in samenwerking met andere deelnemers deze ontdekkingsreis in jezelf nog beter en met nog meer verdieping kunt ondernemen. Ideaal voor iedereen die zoekt naar een baan die écht past, waardoor er niet meer “gewerkt” hoeft te worden! Jeroen van Rooij Stephan Vanhaverbeke
Inhoudstafel Inleiding
1
Levensverhaal
8
Transities
24
Competenties
33
Waarden
45
Voorstelling
48
Persoonlijk Ontwikkelingsplan
51
Bijlage: Ingevulde werkbladen Nawoord Colofon en nuttige links Bronvermelding
56 80 81 82
Inleiding Maak werk van je carrière In een snel veranderende maatschappij is het goed om bewust en doelgericht aan je carrière en te werken. Dit geldt trouwens ook voor je hele levensloop, inclusief werk, vrije tijd en privéleven.
Wat is de doelstelling? Dit boek begeleidt je bij het maken van de keuzes voor jouw loopbaan, met als doel een meer passende en inspirerende inhoud te kunnen geven aan je dagelijkse werk en vrije tijd. Deze doelstelling wordt bereikt door het doorlopen van de volgende drie stappen: 1. Verkennen wie je bent, wat je wilt en wat je écht kunt; 2. Bepalen van een concreet persoonlijk ontwikkelingsplan dat gericht is op de volgende stappen in je carrière. 3. Samenstellen van een demonsratiemap die aantoont wie je bent, wat je wilt en wat je kunt.
1
De drie delen van het traject worden beschreven in dit instructieboek, dat je helpt om de werkbladen, je persoonlijk ontwikkelingsplan en de demonstratiemap in te vullen. Tijdens dit traject zal je jouw gehele loopbaan, scholing en vrije tijd in kaart brengen. Na beëindiging van alle opdrachten kun je jouw eigen kwaliteiten alsook je ontwikkelingspunten benoemen. Dat is handig bij het bepalen van je volgende loopbaanstap en stelt je ook in staat om betere sollicitatiegesprekken te voeren. We focussen hierbij vooral op je krachten en talenten.
Voor wie is dit boek bedoeld? Het boek is bedoeld voor iedereen die beter wil weten wat hij / zij wil en kan. Het is met name bedoeld voor mensen die een totaaloverzicht van hun competenties willen maken en die dit als ondersteuning willen gebruiken om: • hun huidige werk beter te kunnen doen; • verdieping en / of verbreding te realiseren in hun huidige werk; • iets anders of iets nieuws te doen, maar niet precies weten welke vaardigheden en kwaliteiten ze bezitten.
2
Kies je gesprekspartners Je zult merken dat de meeste opdrachten bedoeld zijn om met een gesprekspartner uit te voeren. Deze gesprekspartner geeft je feedback en houdt je daarbij een soort ‘spiegel’ voor. De bedoeling is dat je met verschillende gesprekspartners werkt, om ervoor te zorgen dat je een zo breed mogelijke perspectief krijgt.
Je kiest hiervoor best mensen die jou goed kennen, uit je privé- en/of werksfeer. Kies je gesprekspartner(s) zorgvuldig uit en wees daarbij bereid om ook je grootste critici eens aan het woord te laten. De begrippen ‘loopbaan’ en ‘carrière’ worden hier in de breedste zin gebruikt en omvatten alle activiteiten van een mens: werk, opleiding, vrijwilligerswerk en vrije tijd.
3
Ook solliciteren wordt hier in de breedste zin van het woord gebruikt en omvat activiteiten om een volgende / andere positie te verkrijgen of om ander werk te doen in een werkomgeving, in een opleiding, als vrijwilliger en/of in het privéleven.
Hoe ga je te werk? Je start met het lezen van de instructies en het afdrukken van het document getiteld ‘Werkbladen’. Vervolgens ga je de opdrachten uitvoeren. Bij elke opdracht staat aangegeven of je die alleen, per twee (of met meerdere mensen) moet uitvoeren. Je vult de werkbladen zelf in, zowel bij de opdrachten die je individueel uitvoert, als bij de opdrachten waar je input of feedback krijgt van anderen. Dit neemt niet weg dat je gesprekspartner zelf ook notities kan nemen. Voel je vrij om de opdrachten aan te passen naar jouw eigen behoeften. Als je van mening bent dat je voor een bepaalde opdracht een andere gesprekspartner nodig hebt of als je een opdracht meerdere keren wilt uitvoeren met verschillende gesprekspartners, ga dan vooral je gang. Dit gaat immers over jouw ontwikkeling!
4
Je zal jouw competenties in beeld brengen en kijken waar je sterke en minder sterke punten liggen. Gedurende het hele traject krijg je op verschillende manieren toetsing: • door de feedback en input van jouw gesprekspartners; • door introspectie; • door objectieve criteria (referenties, certificaten, diploma’s, ...). Van hieruit zal je kijken naar je verdere loopbaan: ‘Wat zijn goede opties voor mij en welke stappen wil ik vervolgens ondernemen?’
Aan de slag! Als auteurs van ‘Talent Werkt!’ moedigen we je aan om de eerste stap te nemen op jouw ontdekkingstocht naar je ware talenten! Wanneer je het boek hebt gelezen en je graag meer te weten wilt komen, dan raden wij je aan om dit traject onder leiding van een professionele coach of via workshops samen met anderen te beleven. Voor meer informatie verwijzen we je graag naar www.ubeon.be/talentwerkt
5
Levensverhaal Toelichting bij de volgende opdrachten. Dit boek bestaat uit drie delen: • Deel 1 : instructies voor het uitvoeren van de opdrachten • Deel 2 : de werkbladen ter opbouw van je persoonlijke ontwikkelingsplan • Deel 3 : de demonstratiemap, als bewijsmateriaal van de bekwaamheden die je doorheen je carrière hebt ontwikkeld. We hebben bewust gekozen om dit boek in pocketformaat uit te brengen, om het zo makkelijk mogelijk te maken om de opdrachten uit te voeren. Hiervoor kun je gebruik maken van de werkbladen, die je aantreft halverwege dit boek. Deze zijn voornamelijk bedoeld voor eventuele korte aantekeningen die je kunt maken, bijvoorbeeld tijdens een treinreis of doorheen je dagelijkse activiteiten. Het uitwerken van de opdrachten doe je best op de werkbladen die je online kunt downloaden op www.ubeon.be/talentwerkt
6
Deze PDF kan je zelf printen op A4 formaat zodat je voldoende ruimte hebt om de opdrachten uit te schrijven en de aantekeningen die je eventueel maakte in dit boek te verwerken.
Acties 1. Ga naar www.ubeon.be/talentwerkt 2. Vul online je gegevens in 3. Download de PDF met de werkbladen en druk ze af op A4 formaat 4. Ga aan de slag met de eerste opdracht
Opdracht 1.1
Jouw persoonlijke ontwikkelingsplan is een hoogst persoonlijk instrument. Daarom is het je eerste opdracht om je persoonsgegevens in te vullen op het eerste werkblad. Daarbij is het de bedoeling om ook iets te schrijven over je levenssituatie. Geef daarom ook aan wat jouw hobby’s zijn en welke familieleden belangrijk voor je zijn. Tenslotte kun je ook andere specifieke aspecten van jouw levenssituatie beschrijven.
7
Acties Vul opdracht 1.1 in op het eerste werkblad.
Opdracht 1.2
Elk individu heeft persoonskenmerken en karaktereigenschappen die we als ‘kwaliteiten’ benoemen. Hier kun je bijvoorbeeld denken aan: klantgericht, resultaatgericht, sociaal, betrouwbaar, nauwkeurig, gevoelig, speels, creatief enz.
Acties Vul je eigen vijf beste kwaliteiten in op werkblad 2. Beschrijf telkens in twee of drie zinnen wat jij hieronder verstaat.
8
Opdracht 1.3
Met deze opdracht verkennen we bepalende momenten in je leven. Op die manier vertel je jouw levensverhaal. Je hebt voor deze opdracht drie foto’s of voorwerpen nodig die in verband staan met deze momenten of die er als metafoor voor kunnen dienen. Beschrijf elk van de gekozen momenten aan de hand van de respectievelijke foto’s of voorwerpen. Je laat je hierin begeleiden door je gesprekspartner, die je zal helpen met de volgende vragen: Omgeving: Wat zie ik op de foto: welke personen staan er op de foto? Wat gebeurt er? Waar is het? Hoe oud was ik toen? • Welke personen waren in de tijd / periode van de foto belangrijk voor me? • Hebben zij invloed gehad op mij? Zo ja, hoe dan? Wat leerde ze mij? • Waar woonde ik in die periode? Beviel me dat? • Waren er ingrijpende gebeurtenissen die nu nog bepalend voor me zijn? • Waren er belangrijke veranderingen in mijn leven? Welke?
9
• Hoe was mijn relatie met m’n levenspartner, kinderen, vrienden en collegae? • ... eventuele eigen relevante aanvullingen. Gedrag: • Waarom heb ik goede herinneringen aan deze foto? Hoe voelde ik me? • Hoe was ik als collega / medeleerling / vriend(in)? • Hoe ga ik over het algemeen met mensen om? • Hoe hebben de gebeurtenissen / veranderingen mij / mijn leven beïnvloed? • Wat heeft dat met mijn gedrag / omgang met anderen gedaan? • Hoe is het met mijn energie en gezondheid gesteld? • ... eventuele eigen relevante aanvullingen. Vaardigheden: • Wat deed ik in mijn vrije tijd (hobby, sport, familie, vrienden)? • Welke opleiding / welk werk deed ik toen? • Hoe ervoer ik m’n opleidings- / werksituatie? Hoe kwam dat? • Welke kwaliteiten gebruikte ik bij mijn opleiding / werk? • Wat heb ik geleerd van mijn opleiding / werk?
10
• • • •
Wat wilde ik graag leren of juist afleren? In welke valkuilen trapte ik regelmatig? Hoe ga ik met geld om? ... eventuele eigen relevante aanvullingen.
Waarden en overtuigingen: • Wat houdt me bezig op het gebied van normen en waarden? • Met welke waarden, normen en principes ben ik toen opgevoed? • Welke waarden, normen en principes passen niet langer bij mij? • Door welke waarden, normen en principes heb ik deze vervangen? • Wat vond ik toen belangrijk? Waar stak ik geld, tijd en energie in? • Hoe vond ik m’n woonsituatie toen? • Zijn er nog andere factoren die toen een belangrijke rol in mijn leven speelden (bijvoorbeeld religie, cultuur, politiek, maatschappij of iets anders)? • ... eventuele eigen relevante aanvullingen. Identiteit: • Wat was toen mijn visie op werk, privé en de balans werk / privé? • Wat was toen mijn doel / ideaal in het (werkzaam) leven? • Voor welke belangrijke besluiten stond ik toen? • ... eventuele eigen relevante aanvullingen.
11
Zingeving: • Wat houdt me bezig op het gebied van zingeving en geloof ? • Wat motiveerde mij toen en bracht me als vanzelfsprekend in beweging? • Wat inspireerde / ontroerde mij toen? Waar kreeg ik toen een kick van? • Waardoor raak ik gepassioneerd? • Hoe geef ik meer kans aan deze passie(s) in werk en privé? • Wat is mijn missie? • ... eventuele eigen relevante aanvullingen.
12
Acties Introduceer jezelf bij je gesprekspartner. Indien je gesprekspartner je slechts op zekere hoogte kent, vertel dan over aspecten die iets meer over je zeggen. Bijvoorbeeld: waar je bent opgegroeid, wat je familiale situatie is, wat je hobby’s en interesses zijn enz. Je gesprekspartner stelt je een aantal vragen (zie hierboven) in verband met jouw belangrijke levensmomenten en ervaringen. Bespreek telkens met je gesprekspartner wat je bent te weten gekomen, wat je belangrijk vindt en waarom. Herhaal bovenstaande vragen voor alle foto’s of voorwerpen. Noteer je antwoorden op het betreffende werkblad.
Opdracht 1.4
Maak een samenvattende conclusie van alle momenten. Bespreek met je gesprekspartner wat je hebt opgeschreven en waarom. Laat je gesprekspartner ook vragen stellen hierover.
13
Acties Bespreek de belangrijke levensmomenten aan de hand van volgende vragen: Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen tussen de drie situaties? 1. Waarom zijn dit zo’n belangrijke herinneringen? 2. Hoe komt het dat je deze herinneringen nu nog steeds hebt? 3. Hoe zou je deze situaties, acties en resultaten met elkaar in verband kunnen brengen? Herken je bijvoorbeeld bepaalde sleutelvaardigheden? Schrijf de conclusies op werkblad 5
Opdracht 1.5
Bedenk nu drie leuke onderwerpen of gebeurtenissen. Je kiest bij voorkeur één onderwerp uit je privéleven (hobby, vakantie e.d.) en één leuk onderwerp uit je professioneel leven of studies. Deze opdracht gebeurt opnieuw met een gesprekspartner, bij voorkeur iemand die jou nog niet zo goed kent.
14
Voor elke situatie zal je gesprekspartner aan de hand van vijf eenvoudige stappen peilen naar de situatie, hoe je er terecht bent gekomen en wat je in de (nabije) toekomst graag zou willen bereiken. Er zal ook gevraagd worden naar wat je hiervoor nodig hebt en tot welk effect dit zal leiden. Voorbeeldvragen met betrekking tot de situatie: • ‘Beschrijf de situatie’. • ‘Waar krijg je mee te maken.’ • ‘Wat is er aan de hand?’ Voorbeeldvragen met betrekking tot de oorzakelijke verbanden: • ‘Hoe ben je in deze situatie terechtgekomen?’ • ‘Wat zijn de aanleidingen van blokkades of opportuniteiten?’ • ‘Wat zijn de oorzaken van wat er gebeurt?’ Voorbeeldvragen met betrekking tot de gewenste situatie: • ‘Waar zou je graag naartoe willen? Tegen wanneer?’ • ‘Wat zou je graag willen bereiken, hebben of beleven?’
15
• ‘Welk gevoel wil je graag bij hetgeen je doet?’ Voorbeeldvragen met betrekking tot je hulpbronnen: • ‘Welke talenten, vaardigheden of kennis zou je goed kunnen gebruiken om je gewenste situatie te kunnen realiseren?’ • ‘Welke mentors of rolmodellen inspireren jou? Wat kun je van hen leren?’ • ‘Uit welke energie kun je putten om je vooruit te helpen? Bijvoorbeeld: zelfvertrouwen, nieuwsgierigheid, creativiteit, empathie enz.’ Voorbeeldvragen met betrekking tot de consequenties: • ‘Wat zou het effect zijn wanneer je bepaalde hulpbronnen hebt ontwikkeld?’ • ‘Wat zou het effect zijn op jouw leven, jouw familie, jouw omgeving?’ • ‘Wat zou de betekenis hiervan zijn voor jou?’
16
Acties Kies drie leuke thema’s. Je gesprekspartner stelt je bovenstaande vragen. Je gesprekspartner schrijft jouw antwoorden op de werkbladen 7, 8 en 9.
Opdracht 1.6
Maak een samenvattende conclusie van alle momenten. Bespreek met je gesprekspartner wat je hebt opgeschreven en waarom. Laat je gesprekspartner ook vragen stellen hierover.
17
Acties Bespreek de belangrijke levensmomenten aan de hand van volgende vragen: 1. Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen tussen de drie situaties? 2. Waarom zijn dit zo’n leuke onderwerpen? 3. Hoe komt het dat je je deze situaties nu nog steeds herinnert? 4. Hoe zou je deze situaties, acties en resultaten met elkaar in verband kunnen brengen? Herken je bijvoorbeeld bepaalde sleutelvaardigheden? Schrijf de conclusies op werkblad 10
Opdracht 1.7
Om zicht te krijgen op wie je bent, wat je wilt en wat je kan, is het belangrijk om zoveel mogelijk informatie over jezelf te verzamelen en de beschikbare gegevens te ordenen. Het maken van jouw historiek kan je daarbij helpen. Het is een terugblik op je leven tot nu toe.
18
Geef aan of dit privé (P), werk (W), school (S) of vrije tijd (V) is. Wat heb je geleerd van de goede momenten en wat van de moeilijke? Denk bijvoorbeeld aan: je geboorte, geboorte broer / zus, verhuizing, verenigingsleven, pesterijen, andere school / werk, favoriete leraar / chef, sterfgevallen enz.
Acties Plaats de drie belangrijke levensmomenten uit opdracht 1.3 en de drie leuke situaties uit opdracht 1.5 op de linkerkant van de tijdslijn op werkblad 11. Vul de linkerkolom vervolgens aan andere momenten die belangrijk zijn voor jou. Hanteer hierbij een correct chronologische volgorde. In de rechterkolom plaats je telkens welk gevoel je nu hebt bij deze situaties.
Opdracht 1.8
Nu we je historiek behandeld hebben, kijken we ook naar te toekomst. Bij deze opdracht beschrijf je wat je wenst binnen 5 jaar (korte termijn) en binnen 10 jaar (lange termijn).
19
Acties Noteer je wensen voor de toekomst (op korte en langere termijn) op het werkblad 12. Geef telkens een beknopte beschrijving van hoe jij je dit voorstelt.
Opdracht 1.9
Voor deze opdracht maak je een samenvatting van de belangrijkste leermomenten in jouw leven. Onderstaande vragen kunnen dienen ter inspiratie. Je kunt deze opdracht individueel of met een gesprekspartner uitvoeren. Vragen met betrekking tot het verleden: Welke gebeurtenissen hebben de meeste invloed gehad? • Wat waren de gebeurtenissen, waarbij je iets deed, waaraan je heel veel plezier beleefde? • Wat maakte deze zo opvallend fijn? • Hebben de minder leuke gebeurtenissen je sterker gemaakt en, zo ja, hoe? • Hoe ben je met die situatie omgegaan? Wat was je houding en gedrag? • Wat heb je geleerd? • Wat ging je anders zien of ervaren?
20
• Wat zou je nu anders doen? • Welke kwaliteiten heb je in de onaangename situaties gebruikt? Vragen met betrekking tot het heden: • Wat vind je nu belangrijk? • Welke eigenschappen gebruik je graag? • In welke situatie zet je die nu in? • Hoe los je problemen op en hoe leer je nieuwe dingen? Vragen met betrekking tot de toekomst: • Wat zijn jouw verwachtingen voor de toekomst? • Zijn er belangrijke veranderingen in het vooruitzicht in je privésituatie? • Zijn er belangrijke veranderingen in het vooruitzicht in je werksituatie? • Wat voorzie je als de belangrijkste uitdagingen? • Wat zijn de cursussen of training die je graag zou willen doen binnen afzienbare tijd?
Acties
Noteer de antwoorden op deze vragen op het werkblad 13
21
Transities Nu is het de bedoeling dat je jouw transities chronologisch gaat vastleggen. Transities zijn veranderingen of stappen die een enorme invloed op je hebben gehad. Door even stil te staan kun je inzicht krijgen in hoe de veranderingen in je leven tot stand zijn gekomen, wat de oorzaken en de gevolgen zijn en hoe dit op jou van invloed is geweest. Transities kunnen voorkomen op het gebied van opleidingen, carrière of in je privéleven. • Je gaat van de ene school naar een andere. • Je volgt een specifieke opleiding. • Je verandert van job, van de ene werkgever naar een andere. • Je verandert van functie. • Je verhuist. • Je wordt lid van een vereniging. • Je hebt een nieuwe hobby. • Je bent vader of moeder geworden. Het is belangrijk om even stil te staan bij de transities in jouw leven omdat dit iets zegt over hoe veranderingen in je leven plaatsvinden en hoe jij daarmee omgaat.
22
Door de transities naast elkaar te zetten kun je misschien tendensen vaststellen waar je je voorheen niet bewust van was. Daarnaast gaan we ook op zoek naar die transities die veel invloed hebben gehad maar die juist niet natuurlijk lijken.
Opdracht 2.1
Transities met betrekking tot school en opleiding Vul op werkbladen 14 tot en met 16 de tabel aan voor de scholing en de opleidingen die je hebt gevolgd. Je start bij de lagere school en vult vervolgens alle cursussen en eventuele buitenschoolse opleidingen in. Ook de opleidingen die je niet hebt afgerond geef je aan.
23
Acties De kolom ‘Periode’ vul je aan met de start- en einddatum van de betreffende opleiding. De kolom ‘Vakgebied’ vul je bijvoorbeeld aan met: leerdomein, leeractiviteit, stage enz. De kolom ‘Opleidingsinstituut’ vul je bijvoorbeeld aan met: naam van de school of het instituut, type school, niveau enz. De kolom ‘Bewijsstukken’ vul je bijvoorbeeld aan met: diploma, getuigschrift, certificaat of referenties. In de kolom ‘Competenties’ beschrijf je de belangrijkste opgedane vaardigheden of kennis. Tussen de periodes onderling beschrijf je kort de respectievelijke transities in maximaal drie kernwoorden, bijvoorbeeld: ‘gedemotiveerd’, ‘desinteresse’, ‘verhuisd’, ‘te hoog gegrepen’, ‘gebrek aan passie’ of ‘nieuwe passie’.
Opdracht 2.2
Transities met betrekking tot werkervaring en carrière Vul op werkbladen 17 tot en met 19 de tabel aan voor de jobs en functies die je hebt vervuld.
24
Je start met je eerste vakantiejob en vult verder aan met stages, parttime jobs, fulltime jobs, zelfstandig werk enz.
Acties De kolom ‘Periode’ vul je aan met de start- en einddatum van de betreffende job. De kolom ‘Werkzaamheden’ vul je bijvoorbeeld aan met: verantwoordelijkheden, rol, functie, opdracht, taken enz. De kolom ‘Werkgever’ vul je bijvoorbeeld aan met: naam van het bedrijf of de organisatie. De kolom ‘Bewijsstukken’ vul je bijvoorbeeld aan met: erkenningen voor bewezen diensten, referenties, getuigenissen en werkgeversverklaringen. In de kolom ‘Competenties’ beschrijf je de belangrijkste opgedane vaardigheden of kennis. Tussen de periodes onderling beschrijf je kort de respectievelijke transities in maximaal drie kernwoorden, bijvoorbeeld: ‘gedemotiveerd’, ‘desinteresse’, ‘verhuis’, ‘te hoog gegrepen’, ‘gebrek aan uitdaging’ of ‘nieuwe uitdaging’.
25
Opdracht 2.3
Transities met betrekking tot privéleven, vrijetijdsbesteding en andere activiteiten Vul op werkbladen 20 tot en met 22 de tabel aan voor de diverse bezigheden in vrije tijd, vrijwilligerswerk, politieke activiteiten, verenigingsleven en werk in het gezin. Hou je daarbij niet vast aan een concrete chronologische volgorde want deze activiteiten kunnen elkaar deels overlappen.
26
Acties De kolom ‘Periode’ vul je aan met de start- en einddatum van de betreffende activiteit. De kolom ‘Activiteiten’ vul je bijvoorbeeld aan met: hobby, vrijetijdsactiviteit, vrijwilligerswerk, verenigingswerk, politieke taken, gezinstaken enz. De kolom ‘Organisatie / Context’ vul je bijvoorbeeld aan met: naam van de instelling of organisatie of de context zoals: gezin, familie, wijk- of gemeenteraad enz. De kolom ‘Bewijsstukken’ vul je bijvoorbeeld aan met: erkenningen voor bewezen diensten, referenties, getuigenissen enz. In de kolom ‘Competenties’ beschrijf je de belangrijkste opgedane vaardigheden of kennis. Tussen de periodes onderling beschrijf je kort de respectievelijke transities in maximaal drie kernwoorden, bijvoorbeeld: ‘gedemotiveerd’, ‘desinteresse’, ‘verhuis’, ‘gebrek aan uitdaging’ of ‘nieuwe uitdaging’.
27
Opdracht 2.4
Som de meest opvallende transities op met betrekking tot opleiding, werk en privé.
Acties Schrijf onder de respectievelijke rubrieken op werkblad 23 de transities uit, zoals je die benoemd hebt op de vorige werkbladen. Geef daarbij aan hoe ze ontstonden en wat voor gevolgen ze hebben gehad.
Opdracht 2.5
Totstandkoming en onderlinge verbanden van transities Op basis van de transities die je hebt beschreven in de vorige opdracht ga je nu het verhaal vertellen dat uitlegt hoe deze transities tot stand zijn gekomen en waar de onderlinge verbanden liggen. Voorbeeld: Els Jarenlang werkte ik op een administratiekantoor en vulde daar allerhande belastingpapieren en -formulieren van cliënten in. Ik deed allerlei berekeningen op het gebied van fiscaliteit et cetera.
28
Dit werk gaf mij al jarenlang geen voldoening meer, maar bood me wel financiële zekerheid. De aanleiding om hiermee uiteindelijk toch te stoppen was eigenlijk mijn hobby. Ik was altijd erg geïnteresseerd in voeding en gezondheid en las daar veel over. Ik kookte ook graag. Ik ontdekte op een dag een folder van een school op het gebied van Integrale Gezondheidszorg, via een vriendin die al bezig was met die opleiding. Om een lang verhaal kort te houden: ik ben inmiddels afgestudeerd aan die school en heb een baan gevonden bij een wellnessinstituut bij mij in de buurt, daarnaast heb ik een deeltijdpraktijk aan huis als bijberoep. Ik heb opnieuw financiële zekerheid, ondanks dat ik op mijn maandsalaris heb moeten inleveren. Ik beleef momenteel echter wel veel meer plezier en voldoening aan mijn job, heb leuke contacten met klanten en houd actief contact met collega’s in het werkveld. Dit heeft veel waarde voor mij. Ik heb nu weer het gevoel dat mijn werk ertoe doet. Eigenlijk heb ik dus van mijn hobby mijn beroep gemaakt. Mijn persoonlijke doelen zijn hiermee ook mijn professionele doelen geworden. Kortom: het lijkt een simpele verandering. Maar deze transitie heeft veel invloed op mijn leven gehad en door deze stap ben ik ook heel veel over mezelf te weten gekomen.
29
Acties Voor deze opdracht heb je opnieuw een gesprekspartner nodig. Laat je gesprekspartner jou de volgende vragen voorleggen: • Welke zijn de meest opvallende of belangrijkste transities? • Wat waren de aanleidingen of oorzaken? • Had je bewust voor de verandering gekozen of overkwam het je? • Wat heb je gedaan om de verandering te realiseren? • Hoe komt het dat de verandering gelukt is? • Welke competenties heb je daarbij ingezet? • Ben je tevreden met de verandering? • Welke invloed heeft de transitie gehad? • Wat heb je ervan geleerd (ook over jezelf)? • Wat zou je anders doen? • Wie speelde hierbij een rol? • Wat komt overeen? • Waar liggen belangrijke verschillen? • Waar zie je eventuele onderlinge verbanden? Door deze vragen te beantwoorden vertel jij jouw verhaal. Je gesprekspartner noteert dat op werkblad 24.
30
Competenties Een competentie is het vermogen om een handeling bekwaam uit te voeren of een probleem op te lossen. Hoe bewuster je bent van je competenties, hoe beter je ze kunt inzetten. Het herkennen van je minder sterke kanten geeft handvatten om daar gericht aan te werken. We maken hier gebruik van het Johari-venster. Dit is een model dat mensen helpt om meer inzicht te krijgen in hun eigen handelen, communicatie en competenties. Bekend aan jezelf Bekend bij anderen
Open ruimte Onbekend bij Verborgen anderen gebied
Onbekend aan jezelf
Blinde vlek Onbekend gebied
Daarom ga je voor deze oefening niet enkel vanuit je eigen perspectief werken, maar betrekken we ook een aantal andere mensen die jou goed kennen.
31
Competenties verzamelen In de voorgaande opdrachten heb je competenties verzameld. Als je naar het levenspad kijkt en de transities, zie je dat je in elke periode van je leven en bij diverse situaties verschillende dingen hebt geleerd. Het zegt iets over wat je graag doet, hoe je iets doet en wat je erover weet. We gaan nu met behulp van de volgende opdrachten een aantal zaken als volgt formuleren: ‘Ik ben in staat tot... zelfstandig werken’ ‘Ik kan goed... analyseren en voorzien’ ‘Ik weet veel van ... de veredeling van aardappelen’
32
Opdracht 3.1 Prestaties
We maken een zelfanalyse over je competenties aan de hand van concrete voorbeelden. Bedenk enkele prestaties van jezelf waar je trots op bent.
Acties Op werkblad 25 beschrijf je jouw prestaties: • Wat deed je precies en hoe? • Wat bereikte je? Hoe ‘bewijs’ je dat? • Wat is het resultaat van deze prestatie voor jezelf geweest? • Wat kan je nu? Bijvoorbeeld: - Ik ben in staat tot ..... - Ik kan... Ik heb ... - Ik weet ....
33
Opdracht 3.2 Zelfbeeld
Welke sterke en welke minder sterke kanten kun je bij jezelf opmerken? Aan de hand van de vorige opdracht kun je jouw talenten met concrete voorbeelden uit de praktijk onderbouwen. Daarnaast ga je ook op zoek naar de punten die je nog dient te ontwikkelen. Ook hier ga je dit aan de hand van voorbeelden en situaties schetsen.
34
Acties Vul het werkblad op pagina 26 in, met minimaal vijf aanwezige talenten en minimaal vijf ontwikkelpunten. Maak daarbij gebruik van volgende zinsconstructies: - Ik kan ... . - Ik ben in staat om ... . - Ik weet veel over ... . - Ik heb moeite met ... - Ik ben momenteel niet in staat om ... - Ik weet te weinig over ... Maak aan de hand van voorbeelden en situaties aannemelijk dat je die kwaliteiten hebt of juist dient te ontwikkelen.
Opdracht 3.3
Beeld van de ander over jou Welke sterke en welke minder sterke kanten kunnen anderen bij jou opmerken? Vraag je gesprekspartner om deze talenten en te ontwikkelen punten met concrete voorbeelden uit de praktijk te onderbouwen.
35
Acties Voor deze opdracht heb je drie verschillende personen nodig die iets over jou kunnen vertellen vanuit opleiding, werk of privé. Vul samen met elke gesprekspartner een werkblad (27 tot en met 29) in, met minimaal vijf talenten en minimaal vijf competenties die je nog dient te ontwikkelen. Maak daarbij gebruik van volgende zinsconstructies: - Ik kan ... . - Ik ben in staat om ... . - Ik weet veel over ... . - Ik heb moeite met ... . - Ik ben momenteel niet in staat om ... . - Ik weet te weinig over ... . Maak aan de hand van voorbeelden en situaties duidelijk dat je die kwaliteiten hebt of haal zaken aan waaruit blijkt dat je ze dient te ontwikkelen.
36
Opdracht 3.4
Verdieping van de kwaliteiten Je sterke kanten vertellen iets over jou; dit noemen we jouw ‘kwaliteiten’. Je kwaliteiten worden uitgedrukt in zinnen die beginnen met ‘Ik ben...’. Bijvoorbeeld: ‘Ik ben accuraat’, ‘Ik ben snel van begrip’, ‘Ik ben punctueel’, ‘Ik ben creatief ’ enz. Deze kwaliteiten kun je vertalen in één of meerdere competenties, bijvoorbeeld: - Kwaliteit: ‘Ik ben creatief ’ - Competenties: ‘Ik kan goed tekenen, ik kan goed visualiseren, ik kan out of the box denken’
37
Onderstaande lijst kan als inspiratiebron dienen: Kwaliteiten
Competenties
Ik ben ... Flexibel Besluitvaardig Creatief
Ik kan ... Snel aanpassen Snel beslissen Tekenen, ontwerpen, schrijven, ... Risico’s inschatten en nemen Richting bepalen, delegeren Anticiperen, plannen en uitvoeren Duidelijke grenzen stellen Inleven in een ander Wensen van klanten inschatten Goed kennis opnemen Goed luisteren Contacten leggen en onderhouden Goed zintuiglijk waarnemen Faciliteren en empoweren
Moedig Leider Initiatiefrijk Integer Empathisch Klantgericht Leervaardig Luistervaardig Netwerkvaardig Omgevingsbewust Ondersteunend
38
Kwaliteiten
Competenties
Oordeelsvaardig
Inschatten en beoordelen Organiseren en samenwerken Overtuigen In een team werken
Organisatievaardig Overtuigend Samenwerkingsgericht Schrijfvaardig Stressbestendig Visionair Nauwgezet
Teksten concipiëren Omgaan met stress Toekomstvisie ontwikkelen Accuraat werken
Acties Som twintig kwaliteiten op, in je eigen woorden. Schrijf naast elke kwaliteit wat dit precies voor jou betekent als competentie(s). Noteer deze op werkblad 30.
Opdracht 3.5 Functieschets
Welke competenties gebruik je om een bepaalde rol of functie te vervullen? Som deze competenties op volgens de volgende indeling:
39
Intellectuele competenties: Dit zijn de competenties die te maken hebben met kennis en kennisontwikkeling. ‘Ik kan een visie ontwikkelen en bevattelijk overdragen.’ ‘Ik ken de auteurswetgeving door en door.’ ‘Ik kan snel leren.’ Methodische competenties: Dit zijn de competenties die iets zeggen over hoe je iets aanpakt. ‘Ik denk in mogelijkheden en oplossingen.’ ‘Ik kan goed plannen.’ ‘Ik kan goed prioriteiten stellen.’ ‘Ik kan goed structureren.’ Emotionele competenties: Dit zijn de competenties die een bepaalde emotionele kracht en vervulling geven. ‘Ik kan de moed opbrengen om mijn grenzen te verleggen.’ ‘Ik kan assertief zijn.’ ‘Ik kan dankbaar zijn.’ ‘Ik ben in staat om lief te hebben.’ Relationele competenties: Dit zijn de competenties die je ziet in de omgang met anderen. ‘Ik kan goed luisteren.’ ‘Ik kan goed met mensen omgaan.’ ‘Ik kan mensen inspireren en leiden.’
40
Acties Kies twee rollen of functies die je vervult of wilt vervullen (bvb. een vorige of huidige functie en een functie die je ambieert). Vul de tabel aan met competenties die je bij jezelf herkent en die nuttig zijn voor het uitoefenen van de respectievelijke functies op werkbladen 31 en 32. Je kunt hiervoor gebruik maken van de competenties die je hebt opgelijst tijdens de vorige oefening. Eventueel kun je daarnaast ook nog bijkomende specifieke competenties benoemen.
Opdracht 3.6 Contrastanalyse
Nu onderzoeken we in welke mate jouw competentieprofiel overeenstemt met vragen en verwachtingen uit de markt. Links naar relevante voorbeelden vind je op: www.ubeon.be/talentwerkt
41
Acties Zoek drie functiebeschrijvingen van jobs die je ambieert. Vraag een gesprekspartner om deze functiebeschrijvingen te analyseren en na te gaan welke competenties gevraagd worden. Op werkbladen 33 tot en met 35 deel je samen met je gesprekspartner de gevraagde competenties in onder de rubrieken: • • • •
Intellectuele competenties Methodische competenties Emotionele competenties Relationele competenties
Ga daarbij gerust in discussie welke competenties gezocht worden, wat de beschreven competenties precies inhouden en onder welke rubriek ze onderverdeeld kunnen worden. Vervolgens vergelijk je samen de gevraagde competenties op deze werkbladen met de functies op werkbladen 31 en 32 van de vorige opdracht. Bespreek samen wat overeenkomt en wat verschilt.
42
Opdracht 3.7 Samenvatting
We hebben nu je competenties in kaart gebracht vanuit jouw eigen perspectief en vanuit het perspectief van de markt. Je hebt met je gesprekspartner besproken welke competenties eventueel nog ontbreken en/of ontwikkeld kunnen worden.
Acties Als samenvatting verzamel je nu alle competenties uit de vorige opdrachten. Vul in de linkerkolom op werkblad 36 in over welke competenties je beschikt en in de rechterkolom welke je niet hebt (of nog dient te ontwikkelen).
43
Waarden Waarden zijn eigenschappen die je aan jezelf, anderen of zaken kan toekennen. Waarden geven een motivatiekracht om bepaalde dingen te doen of juist niet te doen. Elk individu heeft een uniek waardepatroon dat uit ongeveer vijf basiswaarden of drijfveren bestaat. Wanneer je je eigen waarden en grenzen kent, ben je in staat om betere keuzes te maken.
Opdracht 4.1 Grenzen
In elk job moet je weten wat je kunt en wat je wilt. Het is even belangrijk om te weten wat je niet kunt of niet wilt, anders hou je het niet vol. Daarom is het belangrijk om deze grenzen expliciet te benoemen.
44
Acties Beantwoord onderstaande vragen om je eigen grenzen duidelijk te maken. Vul de antwoorden in op werkblad 37. • • • • • • • • • •
45
Wat verwacht ik van een job? Wat verwacht ik van een werkgever? Wat verwacht ik van mijn collega’s? Wat verwacht ik van mijn directe leidinggevende? Wat vind ik belangrijk in mijn functie / rol? Wat ben ik bereid te investeren in tijd en flexibiliteit? Wanneer weet ik dat ik mij goed zal voelen? Wat kan er voor mij? Wat kan er niet voor mij? Welke zijn andere, expliciete grenzen waarmee rekening gehouden moet worden (regio, taal, ...)?
Opdracht 4.2 Waardenster
Wat is voor jou belangrijk? Welke waarden wil je graag vervuld zien in jouw leven? Iedereen wil een aantal basiswaarden ingevuld zien, bijvoorbeeld: eerlijkheid, respect, authenticiteit, openheid, familie, duurzaamheid enz.
Acties Op werkblad 38 vervolledig je volgende opdracht: 1. 2. 3. 4.
Noem je vijf basiswaarden. Teken een vijfpuntige ster. Vul de vijf basiswaarden in op de vijfpuntige ster. Schrijf daarbij welke jouw overtuigingen zijn in verband met deze waarden, bijvoorbeeld: ‘Als ik mensen eerlijk behandel zal ik ook eerlijk behandeld worden.’
46
Voorstelling
Een interview, een sollicitatiegesprek, een eerste kennismaking; deze momenten kunnen zeer bepalend zijn voor jouw toekomst en carrière. Daarom is het belangrijk om je hier zo goed mogelijk op voor te bereiden.
Opdracht 5.1 Elevator Pitch
Maak een korte, persoonlijke Elevator Pitch (verkoopboodschap), gericht op jouw vier soorten competenties. Visualiseer daarbij dat je solliciteert naar je huidige functie of een gewenste functie. Werk samen met een gesprekspartner om aan de hand van volgende vragen jouw Elevator Pitch te formuleren, in maximaal vijf zinnen. • Wat doe je? • Voor wie?
47
• Waarin maak jij het onderscheid? Wat maakt je uniek? • Wat is jouw bijdrage en toegevoegde waarde? • Wat levert dat op voor de ander? • Waar leg ik mijn grenzen?
Acties Schrijf je Elevator Pitch op werkblad 39. Bedenk daarbij enkele voorbeelden, referenties of anekdotes die tekst en uitleg geven. Schrijf deze voorbeelden beknopt op onder je Elevator Pitch.
48
Opdracht 5.2
Feedback bij je voorstelling Voor deze opdracht heb je minimaal twee gesprekspartners nodig. Vervolgens presenteer je jouw Elevator Pitch aan jouw toehoorders, net alsof je daadwerkelijk solliciteert of jezelf moet ‘verkopen’. Vervolgens vraag je jouw toehoorders wat ze vonden van jouw presentatie, zowel naar inhoud (wat je zei) als naar vorm (hoe je presenteerde) en effect (hoe je overkwam). Wanneer je de feedback krijgt van je gesprekspartners luister je aandachtig en geef je geen antwoord. Je vraagt enkel naar de punten die je goed deed en de punten waarop je kunt verbeteren.
Acties Aan de hand van het feedbackformulier op werkblad 40 geven jouw gesprekspartners je ook schriftelijk feedback. Herhaal dit zoveel als nodig tot je een perfecte Elevator Pitch kunt voorstellen.
49
Persoonlijk Ontwikkelingsplan
Je Persoonlijke Ontwikkelingsplan is een stappenplan waarin je concrete acties bepaalt voor jouw verdere groei in jouw carrière. Deze acties zijn bijvoorbeeld: • • • •
je informeren over een opleiding een bepaalde cursus volgen je laten begeleiden door een carrièrecoach een functioneringsgesprek aanvragen met je werkgever • solliciteren voor een nieuwe functie Vervolgens beschrijf je deze stappen zo specifiek mogelijk en zet je ze uit in de tijd. Op die manier bouw je jouw persoonlijke ontwikkelingsplan op, als een ‘agenda’ met concrete doelstellingen en timing.
50
Vervolgens maak je een ‘demonstratiemap’, met alle bewijsmateriaal waarmee je jouw ervaring, kwaliteiten en competenties kunt aantonen. Deze map is een gedetailleerd uitgewerkt Curriculum Vitae met je persoonsgegevens, competentieprofiel, motivering, beschrijving van opleidingen en cursussen, werkervaring, diploma’s, certificaten, referenties, etc.
Opdracht 6.1 : Doelstellingen Je bent nu bijna klaar! Je hebt nagedacht over je doelstellingen. Je hebt inzicht in je eigen kwaliteiten en competenties. Nu is het moment gekomen om een concreet actieplan op te stellen dat je zal helpen om jouw doelstellingen te realiseren.
Acties Leg de concrete, afzonderlijke stappen vast aan de hand van het vragenschema op werkbladen 41 t.e.m. 43.
51
Opdracht 6.2
Mijlpalen en agenda De acties die je bepaald hebt in opdracht 6.1 zet je nu op een tijdslijn. Zo bepaal je concrete mijlpalen en een agenda.
Acties Zet de acties uit in de tijd op werkbladen 44 t.e.m. 46.
Opdracht 6.3 Demonstratiemap
Heb je je werkbladen klaar? Dan kun je aan de hand van dit document een zogenaamde ‘Demonstratiemap’ maken. Dit is een uitgebreid Curriculum Vitae (CV) dat je kan meenemen naar de personeelsverantwoordelijke met betrekking tot je persoonlijke ontwikkelingsplan, carrièreontwikkeling, sollicitatie, enz. Om het je zo makkelijk mogelijk te maken om ermee aan de slag te gaan, stellen we een invulbaar Word-document ter beschikking. Welke diploma’s, erkenningen, getuigschriften, getuigenissen en realisaties heb je al om je doel te bereiken?
52
Acties Vul jouw demonstratiemap aan. Gebruik hiervoor het document dat online beschikbaar is op http://www.ubeon.be/talentwerkt/ demonstratiemap
Opdracht 6.4
Evaluatie met vertrouwenspersoon Het is belangrijk dat jij je voluit engageert tot jouw actieplan. Laat je hierbij bijstaan door een vertrouwenspersoon, waarmee je jouw vooruitgang op regelmatige tijdstippen bespreekt. Kies bijvoorbeeld één van de mensen die je geholpen hebben bij de oefeningen.
Acties Gebruik werkblad 47 als hulpmiddel om je actieplan te evalueren en bij te stellen. Vraag jouw vertrouwenspersoon om je een ‘spiegel’ voor te houden om goede feedback te kunnen krijgen.
53
Opdracht 6.5 Eindevaluatie
Acties Schrijf jouw eindevaluatie aan de hand van de vragen op werkblad 48.
Het is belangrijk om aan het einde van je traject even stil te staan bij het verloop en het succes dat je (al dan niet) behaald hebt. Op die manier kun je belangrijke feedback omzetten in leerpunten voor de toekomst.
54
55
Bijlage Voorbeelden werkbladen
56
Foto uit 1994: ik ben barkeeper in een Open Jongerencentrum (OJC).
Ik ben barman op een zaterdagavond in mei 1994 en maak een babbel met vrienden en studenten. Ik krijg o.a. te maken met dronken klanten, ‘vrije vogels’, artiesten en ‘wijsneuzen’.
Via vrienden ben ik, jaren geleden, in dit OJC terecht gekomen. Ik ben begonnen als barman en activiteitencoördinator en ben uiteindelijk doorgegroeid tot voorzitter... Het bestuur heeft met succes een streng drugsbeleid gehandhaafd binnen het OJC. Een zelfstandig bestaan met meer vrijheid ten opzichte van familie en werk.
57
Notities
58
- communicatieve vaardigheid, analytisch vermogen, moed, doorzettingsvermogen, contacten op school / bijbaan / OJC - inspirerende personen: Ad, Bert en Cor stimuleerden mij om mijn grenzen op te zoeken en te verleggen... Op eigen benen staan en het ouderlijk huis verlaten. Genieten van het opbouwen van een eigen bestaan. Meedoen aan een uitwisselingsproject voor studenten. Het slagen voor mijn diploma. Het zoeken naar werkgevers die veel vrijheid bieden.
59
Notities
60
geboorte 0 opgroeien op platteland 4 veel plezier met spelen (en leren) rondom boerderij en in bos begin basisschool 6 leuke nieuwe dingen leren, nieuwsgierig, leergierig, speels opa gestorven 10 groot gemis in familie, problemen met erfenis, verdriet begin middelbare 13 wennen aan rigide school structuur, last van heimwee naar het oude andere buren 14 compleet andere omgangsvormen dringen zich op, moeilijk eerste diploma behaald 17 fier, blij verder te kunnen naar een andere (leukere) school verkeerde schoolkeuze 18 bewuster van mezelf, na 1 jaar andere keuze gemaakt tweede diploma 22 smaakt naar meer, gestimuleerd door mijn behaald vrienden studentenuitwisselings- 24 genieten van een internationale ervaring project
61
Notities
62
63 Supermarkt
Politie
1996 verkopen, magazijnwerk
1996 administratie, receptie/balie
1988
1988
beoordeling
werkgeversverklaring informeren telefoneren,
verkopen, productkennis
Notities
64
geduldig naar anderen analytisch respectvol relativeren
ongeduldig stressbestendigheid assertiviteit prioriteiten stellen
65
in de omgang met mijn collega interpreteren wet- en regelgeving naar moeilijke klanten aan de telefoon vervelende opmerkingen van mijn directe chef …
stappen overslaan, zoals toen ik … te korte deadlines werken averechts … ik ben een binnenvetter en soms barst dan een bom, net als toen bij … bij veel teveel werk word ik chaotisch
Notities
66
67
basiskennis wet- en regelgeving zoeken van informatie gesprekstechnieken visie op het vak correcte werkhouding (vertrouwelijk, zakelijk met hart) schrijfvaardig presenteren
geduldig met mensen doorzettingsvermogen klantvriendelijk / behulpzaam relativeren / humor beheersmatig / aansturen maatschappelijk betrokken idealistisch
logisch redeneren structureren gebruik van checklists en overzichten informatie verzamelen samenvatten secuur organiseren / regelen didactische vorm bepalen en samenstellen
assertief aanspreken op verantwoordelijkheden resultaatgericht gedrevenheid prioriteiten stellen empathisch recht door zee omgevingsbewustzijn beïnvloeden onderhandelen
Notities
68
Binnen nu en 2 jaar wil ik realiseren dat ik voldoende ervaring opgedaan heb als… Dat doe ik door me de komende jaren te focussen op…
het afronden van de cursus ….
het intensiever gaan samenwerken met afdeling … / functionaris … deel te nemen aan diverse werkgroepen, zoals…
het opstarten van mijn eigen nieuwe initiatief, te weten …
69
Notities
70
1. Het omgaan met weerstand van collega’s en managers. Veranderen is moeilijk voor hen. Hoe krijg ik ze zover? 2. Mijn stressbestendigheid is voor verbetering vatbaar. Hoe pak ik het aan?
1. Goed luisteren naar hetgeen gezegd wordt. Me beter inlezen in de materie, zoals … Een cursus “Onderhandelingsvaardigheden” of “NLP” volgen bij… 2 Vaker gaan sporten. Hoe minder tijd ik heb, hoe meer ik moet gaan sporten! Een gesprek aangaan met … om mijn gedachten en zorgen eens op een rijtje te zetten. 1. Beter het belang van iets duidelijk maken. De vooren nadelen beter op een rij zetten en daar op een meer diplomatieke manier over communiceren … 2. Mijn agenda beter plannen. Afspraken niet meer te lang laten uitlopen (maximaal 10 minuten). Mijn manieren van ontstressen en ontspannen in ere herstellen. De tijd die ik hierin investeer, haal ik daarna moeiteloos weer in.
71
Notities
72
Het volgen en afronden van de cursus … verloopt voorspoedig en ik verwacht het certificaat binnen de termijn te behalen. Het deelnemen aan diverse werkgroepen geeft mij een beter totaalbeeld op de organisatie, waardoor ik betere beslissingen kan nemen.
Goede communicatie is essentieel voor mij. Zo ook het goed op de hoogte blijven van wat gebeurt in mijn omgeving (en dus niet alleen binnen mijn afdeling). Het geeft meer vertrouwen en rust. Ik besef nu dat wat ik ervaar, wellicht ook voor anderen zo zal voelen.
Ik ga dat nu vaker toetsen. Daar waar weerstand heerst, is wellicht eerder een gebrek aan informatie. Ook zal ik daar gerichter naar vragen, om daar beter op in te kunnen spelen. Op de werkgroepvergadering van … zal ik …
73
Notities
74
Het opzetten en presenteren van een workshop voor de administratieve medewerkers op mijn afdeling, gericht op de nieuw te implementeren software en de …
Het is me gelukt om deze keer wel de voor- en nadelen duidelijk op een rijtje te zetten voor hen en het is me gelukt om de win-win duidelijk te maken voor iedere betrokkene. Dit ondanks het feit dat er ook nadelen aan het nieuwe systeem zitten. Door een bredere kijk op zaken ben ik nu wel in staat geweest om de anderen te overtuigen van het belang.
In de toekomst zal ik minder snel een oordeel geven over iets of iemand. Ik zal nu eerder geneigd zijn om juist nog meer vragen te stellen, totdat ik een beter beeld heb van achterliggende zaken die processen of samenwerking bemoeilijken. Alles heeft een reden en ik wil nu voortaan weten welke , zodat ik er beter mee kan omgaan of invloed op kan uitoefenen.
75
Notities
76
Het is me helaas nog niet gelukt om…
Het ontbreekt me momenteel aan degelijke kennis op het gebied van … Mijn eigen negatieve ervaringen uit het verleden zorgen ervoor dat ik nog steeds niet voor de volle 100% durf te gaan voor… De weerstand bij superieuren is soms moeilijker te doorgronden. Ik heb het gevoel dat ze me iets te vaak een paar stappen vóór zijn. Ik wil me verder bekwamen in… door training on the job. Dat leert sneller voor mij. Mijn negatieve ervaringen in het verleden op het gebied van … ga ik de komende week eens wat beter bekijken, samen met …. Wellicht dat ik ‘richtingaanwijzers’ kan maken van die ‘struikelstenen’ en er dus iets positiefs uit kan leren voor de toekomst.
77
Notities
78
Nawoord Je bent aan het eind gekomen van het traject dat, als het goed is, heeft geleid tot een volledige demonstratiemap en een Persoonlijk Ontwikkelingsplan. Met de vernieuwde inzichten die je tijdens dit bewustwordingstraject heb verkregen, door jezelf eens grondig in de ‘spiegel’ te bekijken, ga je nu stap voor stap concreet aan de slag in de dagelijkse praktijk. Ga je voor verdieping in wat je al doet? Of ga je eindelijk dan toch die ene cursus volgen waarvoor jouw droombaan het diploma vereist? Het maakt niet uit wat je doet, als het maar constructief bijdraagt aan jouw ultieme doel: het uitleven van je talenten. Wij wensen je veel succes in je verdere loopbaan! Het traject dat je hebt doorlopen in dit werkboek wordt ook in de vorm van een workshop van 6 dagdelen aangeboden. In een groep van 10 tot 16 medecursisten krijg je voldoende ‘spiegels’ voorgehouden. Dit traject wordt daarbij deskundig begeleid door een coach. Voor meer informatie, zie: www.ubeon.be/talentwerkt
80
Colofon en nuttige links Auteurs: Jeroen van Rooij en Stephan Vanhaverbeke Van dezelfde auteurs verscheen al eerder: Vitaliteit werkt!, Jeroen van Rooij, 2012 LeadToDeal, Stephan Vanhaverbeke, 2010 Voor meer informatie: www.ubeon.be/talentwerkt Nuttige links: www.jeroenvanrooij.be www.stephanvanhaverbeke.be www.ubeon.be/persoonlijke-ontwikkeling www.nationaalinzetbaarheidsplan.nl www.oproep-esf.be/oproepen/mensgericht-ondernemen www.changethinkpositive.be
81
Bronvermelding Bibliografische referenties voor boeken: 1. BANDLER, Richard, Time for a Change, ISBN 0-916990-28-1, 1993. 2. BIENEMANN, Margriet & SPIJKERMAN, Rupert, Vang je eigen schaduw, persoonlijke ontwikkeling in loopbaan en leven, Zaltbommel, THEMA, ISBN 90-5871-344-X, 2004. 3. BOOTH SWEENEY, Linda & MEADOWS, Dennis, The Systems Thinking Playbook, ISBN 978-1-60358-258-2, 2010 4. OFMAN, Daniel, Kernkwaliteiten en kernkwadranten, Rotterdam, Bike medialab bv, ISBN 90-76382-02-6, 1998. Bibliografische referenties voor studiemateriaal en ongepubliceerde bronnen: 5. ECABO, Opleiden en begeleiden in de beroepspraktijk, Amersfoort, 2002. 6. KONINKLIJKE LANDMACHT, Verkennen van competenties, Den Haag, 2004. 7. ROOIJ VAN, Jeroen, Checklist Loopbaanbegeleiding, wie ben ik, wat wil ik en wat kan ik, Oirschot, 2005. 8. UBEON | BUSINESS ACADEMY, Systemic NLP, Wetteren, 2010. Bibliografische referenties voor (online)brochures en internet: 9. www.wikipedia.nl.
82