werkbrochure
NIVEAU R – WERKBROCHURE
VOORWOORD Deze handleiding vormt een werkdocument bij de cd-rom 'Niveau R', dé test over respect, vooroordelen en conflicten voor durfals! In deze handleiding vind je achtergrondinformatie over de verschillende testen, een verduidelijking van de doelstellingen, meer uitleg, een weergave van enkele testen, werkbladen, extra opdrachten en extra methodieken. Dit geheel maakt het mogelijk voor de jeugdbegeleider of leerkracht om met Niveau R te werken in de groep. In Niveau R draait het helemaal rond respect hebben voor elkaar, tenslotte is dat de essentie van de interculturele samenleving en dat is een stap verder dan tolerantie. Maar in Niveau R gaat het niet louter over respect voor andere culturen, we bekijken het ruimer: respect voor andere mensen in het algemeen, respect voor andere leefwijzen, denkwijzen, respect voor het anders-zijn. Vooroordelen en conflicten zijn hier onlosmakelijk mee verbonden, dus ook deze thema's komen in verschillende opdrachten aan bod. Deze verzameling van testen is in de eerste plaats bedoeld om op een prettige wijze bezig te zijn met de voornoemde thema's. Bovendien reiken de testen tools aan voor conflictpreventie, leren ze vooroordelen doorprikken en leiden ze de speler op weg naar een meer respectvolle levenshouding. Respect!
HOE NIVEAU R INSTALLEREN Systeemvereisten: Windows XP De installatie van Niveau R is heel eenvoudig en gebeurt volledig automatisch. Hierbij geven we toch nog een overzicht van de verschillende stappen. Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8 Stap 9 Stap 10 Stap 11
Steek de cd-rom in de lader van je computer. Start the setup door te klikken op ‘ok’ en vervolgens ‘next’. Vink Windows Mediaplayer 10 en DivX Codec aan en druk op ‘next’. Het scherm geeft nu weer waar Niveau R op de harde schijf wordt geïnstalleerd. Ga verder en Niveau R wordt geïnstalleerd. Kies vervolgens een taal en ga verder met de installatie van DivX Player door op ‘Next’ te klikken. Vink het vakje vóór ‘I accept the terms in the License Agreement’ aan en klik op ‘next’. Installeer DivX en DivX Player Het scherm toont aan waar DivX op de harde schijf wordt opgeslagen. Via ‘close’ kom je bij Windows Media Player 10 terecht. Druk op ‘Ik ga akkoord’ betreffende de gebruiksrechtovereenkomst. Windows Media Player 10 wordt geïnstalleerd. Druk vervolgens op ‘next’, ‘next’ en ‘voltooien en tenslotte op ‘close’. Er verschijnt nu een kadertje met ‘setup succeeded’.
Als je Niveau R wilt spelen, ga je via ‘start’ naar (alle) programma’s. Hieronder vind je ‘J&V’ met achter het pijltje het logo van Jeugd & Vrede en ‘Niveau R’. Als je hierop klikt kom je in Niveau R terecht en kun je beginnen te spelen. Let wel: Niveau R werkt enkel onder Windows XP. Veel speel-en leerplezier!
3
NIVEAU R – WERKBROCHURE
INHOUDSTAFEL
Voorwoord .......................................................................3 Hoe Niveau R installeren.................................................3 Inhoudstafel .....................................................................4 Niveau 1: Goed geweten .................................................5 Niveau 2: De T-test..........................................................7 Niveau 3: Axie .................................................................13 Niveau 4: Groepie............................................................19 Methodieken ....................................................................33 Colofon .........................................................................42
4
NIVEAU R – WERKBROCHURE
NIVEAU R: DE 4 VERSCHILLENDE NIVEAUS De niveaus worden onderverdeeld in testen voor 9-13 jarigen en testen voor 14-18 jarigen. In veel gevallen gaat het om dezelfde test maar is de verwoording anders of wijken de opdrachten een tikkeltje af. De testen zijn met andere woorden aangepast aan het niveau van de doelgroep.
Niveau 1: Goed geweten doelgroep: voor iedereen thema: tolerantie, vooroordelen doel: In deze test leert de speler de betekenis van volgende begrippen kennen: tolerantie, discriminatie, racisme, vooroordeel, allochtoon en gelijkwaardigheid van mensen. Deze opdracht vormt de grondlaag voor de volgende testen. De bagage die in dit niveau wordt meegegeven is voldoende om verder aan de slag te kunnen in de volgende niveaus. test: Welke betekenis heeft dit begrip volgens jou? Klik het juiste antwoord aan. Tolerantie betekent
Discriminatie betekent:
Met racisme bedoelen we:
Iedere mens is:
Een vooroordeel is:
Een allochtoon is:
goed presteren onverdraagzaamheid verdraagzaamheid (juist) een persoon of een groep personen ongelijk behandelen (juist) een persoon of een groep personen helpen een persoon of een groep personen behandelen zoals jij zelf behandeld wil worden een wiskundige berekening iemand van een andere cultuur ongelijk behandelen (juist) geïnteresseerd zijn in een andere cultuur gelijk gelijkwaardig (juist) hetzelfde een feit de waarheid een mening (juist) iemand die uit een ander land komt (juist) een bewoner van de planeet Alloch een oorspronkelijke bewoner van een land
De term ‘racisme’ wordt hier simplistisch uitgelegd. Al naargelang de oorsprong zijn er verschillende definities van het begrip. Van Dale geeft volgende omschrijving: 1. het uiten van minachting, vijandigheid of haat van het ene ras jegens een ander, voortkomend uit een gevoel van meerwaarde rassendiscriminatie, rassenhaat 2. rassentheorie Wikipedia (de online encyclopedie) legt uit als volgt: Racisme, de opvatting of ideologie dat het ene ras superieur is aan het andere ras. En dat op grond daarvan over het andere ras anders –meestal negatief- mag worden gesproken en geoordeeld en het andere ras anders –meestal minderwaardig- mag worden behandeld. Een racistische opvatting of ideologie kan lijden tot rassendiscriminatie: het anders behandelen –meestal achterstellen- van een individu of groep, enkel omdat zij tot een ander ras behoren.
5
NIVEAU R – WERKBROCHURE De vraag gesteld aan het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding• levert volgend antwoord op: “Het is moeilijk om dit woord juist te definiëren. Het woord “racisme” is verbonden aan de mythe van het zuivere ras en gaat verkeerdelijk uit van de idee dat er meerdere rassen bestaan. Nochtans is er biologisch gezien maar één menselijk ras: de menselijke soort zelf, met name de homo sapiens. Desalniettemin was de dominerende gedachte van Europa op het einde van de vorige eeuw deze van het bestaan van het zogezegde superieure ras en de zogezegde minderwaardige rassen. Het zijn deze ideeën die tot uitroeiing van de Joden en zigeuners tijdens de tweede wereldoorlog geleid hebben. Het racisme is het geheel van gedachten, geuite gevoelens, maar ook van daden. Deze meningen camoufleren de schrik voor anderen, de behoefte om te domineren en om zich te bevestigen door zich te onderscheiden van diegenen die niet hetzelfde uiterlijk, geloof, cultuur of dezelfde taal en dergelijke hebben. De racist gebruikt deze verschillen om zijn eigen agressiviteit of zijn levensproblemen te rechtvaardigen. Racisme kan men omschrijven als een ideologie waarbij uitgegaan wordt van de superioriteit van de ene etnische groep ten opzicht van de andere groep. Vroeger werd in het kader van deze ideologie vooral gewezen op de biologische verschillen. Tegenwoordig worden culturen tegenover elkaar geplaatst. De ‘moderne’ racisten vinden dat men culturen niet met elkaar moet mengen en dat er alles aan gedaan moet worden om de eigen cultuur te beschermen. Zij hebben het er daarbij niet zozeer over dat mensen van een andere cultuur ‘minder’ zijn, maar dat zij ‘anders’ zijn. Het gebruik van dit begrip en de redeneringen achter dit begrip leiden wel tot hetzelfde mechanisme als de ‘ouderwetse rassen theorie’, namelijk dat er grenzen tussen ‘hen en ons’ worden getrokken en dat daar ook verschillen in rechten en kansen mee worden gerechtvaardigd.” Het is met andere woorden duidelijk dat men over het begrip ‘racisme’ hele pagina’s vullen maar dat is niet het doel van deze test. Dat het interessante stof voor discussie kan opleveren is echter duidelijk. In Niveau 4- Groepie is rond dit gegeven een methodiek opgenomen voor de 14-18-jarigen.
•
www.diversiteit.be
6
NIVEAU R – WERKBROCHURE
Niveau 2: T-test doelgroep: 9-13 jaar 14-18 jaar thema: tolerantie, vooroordelen, conflicten doel: Via 10 multiple choicevragen wordt de tolerantiegraad van de speler getoetst. Er zijn telkens vier mogelijke antwoorden waarbij elk antwoord gerelateerd wordt aan een dier. Reageert de speler als een agressieve stier? De stier is verre van tolerant, komt vaak agressief uit de hoek en staat nauwelijks of niet open voor anderen, laat staan voor andere culturen. Wordt hij eerder vergeleken met een haai? De haai neigt naar onverdraagzaamheid, zonder zich daar echter van bewust te zijn of zonder ervoor uit te komen. Steekt de struisvogel de kop op? Die steekt normaal gesproken de kop eerder in het zand. En die laat het bovendien aan een ander over om het woord te voeren inzake onrechtvaardigheid. Is het al duiven wat de klok slaat? Dan is de T van tolerantie nabij. De duif staat gelijk met verdraagzaamheid, onbevooroordeeld oordelen en geweldloosheid. Indien de speler de confrontatie aandurft, dan is hij na deze test klaar om naar het volgende niveau over te schakelen. test 9-13 jaar: Natuurlijk vind jij jezelf net als iedereen superverdraagzaam. Maar klopt dat wel? Zoek het uit met deze test. Er zijn 10 verschillende vragen. Lees de vragen en klik het antwoord dat het meest overeenstemt met jouw mening aan. Als je alle vragen hebt beantwoord, ontdek je hoe tolerant (verdraagzaam) jij bent. Of misschien blijkt wel dat je helemaal niet verdraagzaam bent...
Je Belgische buurmeisje en een Kongolese jongen zijn verliefd op elkaar.
Bij het afrekenen geeft de verkoper je te weinig geld terug.
Wat vind jij van pesten?
Je krijgt nieuwe buren. Het is een Turkse familie met vier kinderen.
In de winkelstraat zien jij en je vriend(in) een jongen die heel klein van gestalte is.
Ik zou er niet aan beginnen. struisvogel Hoog tijd dat hun ouders ingrijpen. stier Dat zal waarschijnlijk verkeerd aflopen. haai Wat fijn, ik hoop dat ze gelukkig worden. duif Wat een oplichter. Ik word kwaad. stier Ik maak hem attent op zijn vergissing. duif Ik zeg niets en ga weg. struisvogel Ik eis mijn geld. haai Pesten kan niet, never, jamais. duif Zo erg is dat niet. Sommige kinderen vragen erom. haai Zolang ze mij maar niet pesten. struisvogel Pesten is megafun! stier Ik wenste dat ze ergens anders gingen wonen. haai Ik word voorzichtiger. struisvogel Er zijn al teveel Turken in ons land! stier Ik vind het super om mensen van een andere cultuur te leren kennen. duif Sneeuwwitje is zeker één van haar dwergjes kwijt. Lachen! stier Ja en dan? We winkelen gewoon verder. duif Ik stoot mijn vriend(in) aan en wij kijken hem na. haai Ik kijk nadrukkelijk de andere kant op. struisvogel
7
NIVEAU R – WERKBROCHURE
Een klasgenoot vertelt een mop over Marokkanen.
Je nieuwe leerkracht is homo en woont samen met zijn vriend.
Iemand stoot zijn cola om. Recht op je broek.
Een oude dame die slecht ter been is, stapt op de volle bus.
'Alle migranten buiten' heeft men gespoten op de muur van het jeugdlokaal.
EXTRA VRAAG Een man mag zijn vrouw slaan als zij ongelijk heeft tijdens een ruzie.
Grappig of niet grappig, ik lach mee. struisvogel Ik hou niet van dat soort moppen en dat zeg ik ook. duif Grappig! Zo ken ik er ook nog een hoop. stier Het is maar een mopje. haai Ik wil geen les krijgen van een homo. stier Als hij zijn vriend maar thuis laat en erover zwijgt. haai De liefde is mooi. duif Ik luister naar wat mijn klasgenoten ervan vinden.struisvogel Ik ruim de tafel op. struisvogel Ach, ik ben zelf ook wel eens onhandig. duif Ik zeg dat hij een sukkel is. haai Dat zet ik hem betaald. stier Ik sta mijn plaats af. duif Ik lach breeduit en blijf lekker zitten. stier Ik doe alsof ik het niet heb gezien. struisvogel Ik sta mijn plaats af als ze het vraagt. haai Er zal wel een goede reden voor zijn. haai Zolang het maar niet op onze gevel is. struisvogel Dit kan niet! Ik stel voor om de muur onmiddellijk te schilderen. duif Helemaal mee eens. stier Daar ben ik het helemaal mee eens. stier Dat mag enkel als de man gelijk heeft. haai Geweld is nooit goed te praten. duif Dat is iets tussen man en vrouw. struisvogel
resultaat T-test 9-13 jaar: 9 tot 10 duiven: Bingo!
Wat kan er nog gezegd worden? Jij bent bijna altijd en overal het toonbeeld van tolerantie. Je bent begripvol en verdraagzaam en je verknoeit geen tijd met ruzie maken en kibbelen. Jij laat je niet leiden door vooroordelen. Voor jou geldt: eerst zien en dan geloven. Andere culturen vind je superinteressant. Hoe meer verschillende culturen in jouw leven, hoe beter.
Je bent een heel fijn iemand in de omgang met anderen. Blijf de ingeslagen weg volgen. Proficiat! 6 tot 8 duiven: Op de goede weg.
4 tot 5 duiven of 4 tot 6 duiven bij reservevraag Er tussenin. 9 tot 10 stieren Help!
6 tot 8 stieren Oei!
Over het algemeen beschik je over een behoorlijke portie tolerantie maar af en toe kookt het potje over en wordt het je even teveel. Dan laat jij je leiden door vooroordelen, sluit jij je af voor andere culturen of reageer je zonder reden geërgerd. Je bent dus wel op de goede weg maar er is nog wat werk aan de winkel. Druk vooroordelen de kop in en stap verdraagzaam door het leven. Je weet hoe het moet. Je bent niet helemaal verdraagzaam, maar ook niet volledig onverdraagzaam. Vooroordelen durven regelmatig de kop op steken en soms reageer je onverwacht bits. Toch zit er heel diep vanbinnen een megatolerant mensje verscholen. Laat dat wat vaker naar boven komen, je kan er alleen maar bij winnen. En vergeet die vooroordelen want je weet best dat die niets te maken hebben met de werkelijkheid. Kies voor verdraagzaamheid. Oeps, zelfs een briesende stier gaat er als een pijl vandoor als hij jou op zijn pad tegenkomt. Jij bent allesbehalve verdraagzaam ten op zichtte van anderen. Maar daar maak je geen geheim van. Bovendien heeft iemand die jou tevreden wil stellen veel werk voor de boeg, want je hebt superlange tenen, een bijzonder korte lont en je bent altijd wel ergens ontevreden over. En dat is jammer want een leider als jij zou juist heel wat in positieve zin kunnen veranderen. Vergeet niet dat niemand perfect is, ook jij niet. Dat maakt jou net zo uniek als iedere mens! Een toonbeeld van tolerantie ben je niet. Je stapt vaak onverdraagzaam en vol vooroordelen door het leven. Maar er is een sprankeltje hoop. Af en toe laat je dat onverdraagzame masker vallen en lijk je toch interesse te hebben in anderen, zelfs in anderen die heel anders zijn dan jij. Probeer wat minder knorrig te zijn want daar win je niets mee. Gedraag je wat vaker tolerant en je zal zien dat er heel wat coole mensen zullen opduiken op jouw pad. Leer hen kennen en laat je verrassen!
8
NIVEAU R – WERKBROCHURE
4 tot 5 stieren of 4 tot 6 stieren bij reservevraag Er tussenin. 9 tot 10 haaien Gehaaid.
6 tot 8 haaien Ken jezelf.
4 of 5 haaien of 4 of 6 haaien bij reservevraag Er tussenin.
9 tot 10 struisvogels Met de kop in het zand.
6 tot 8 struisvogels Teruggetrokken.
4 of 5 struisvogels of 4 tot 6 struisvogels bij reservevraag Er tussenin.
Je bent niet helemaal onverdraagzaam, maar ook niet volledig verdraagzaam. Vooroordelen steken regelmatig de kop op en af en toe kom je onverdraagzaam uit de hoek. Maar met een stuurse houding win je helemaal niets. Meer zelfs, je kan er enkel mee verliezen want niemand is graag bij een knorpot. Sluit mensen die anders zijn dan jij niet uit want misschien klikt het wel supergoed met hen. Ontdek het! Niemand die jou ooit een lief en zacht engeltje heeft genoemd. Tenzij misschien als baby maar zelfs toen hield je waarschijnlijk al je vuistjes klaar. Nooit zal jij de kant kiezen van mensen die een beetje anders zijn: van een andere cultuur, met een handicap, kinderen die gepest worden, ... Simpelweg omdat jij je heel moeilijk kan verplaatsen in de gevoelens van een ander. De mengelmoes van culturen in onze samenleving vertrouw je voor geen sikkepit want jij laat je helemaal leiden door vooroordelen. Diep vanbinnen geloof je trouwens dat vooroordelen voor een stuk waar zijn. Ze moeten toch ergens vandaan komen, niet? Dit alles maakt dat jij een heel onverdraagzaam persoontje bent geworden. Vergeet die vooroordelen en durf jezelf wat vaker open te stellen voor het onbekende. Zonder dat je het zelf merkt, stel jij je vaak erg onverdraagzaam op. Daarbij blijf je trouw als een hondje aan je eigen vooroordelen. Je praat niet snel over wat je werkelijk voelt maar diep vanbinnen denk je er het jouwe van. En vaak heeft jouw mening een sterk onverdraagzaam kantje, onverdraagzaam naar iedereen die anders is dan jij (en dat zijn er veel). Hou jezelf eens goed in de gaten en ontdek zelf hoe onverdraagzaam jij soms bent. Pas dan kan je er iets aan veranderen. Daarnaast ben je soms keionvriendelijk. Maar ook dat lijk je zelf niet te zien. Knoop goed in je oren: onvriendelijkheid wordt met gelijke munt betaald. En dat geldt ook voor vriendelijkheid. Test maar uit. Je bent niet helemaal onverdraagzaam, maar ook niet volledig verdraagzaam. Vaak laat jij je leiden door vooroordelen die nergens vandaan komen. Vergeet niet dat vooroordelen voortkomen uit meningen en niet uit feiten. Waarschijnlijk besef je het zelf niet, maar soms ben je superonverdraagzaam. Probeer meer rekening te houden met de gevoelens van anderen en durf je open te stellen voor andere mensen. Druk vooroordelen de kop in en geef een verdraagzame levenshouding een kans. Je kan er alleen maar bij winnen. Verdraagzaamheid heeft niets te maken met problemen uit de weg gaan, doen alsof je onrechtvaardigheid niet ziet of geen mening hebben. Dat is precies de manier hoe jij door het leven stapt. Het lijkt alsof je de hele tijd bang bent dat anderen jou beoordelen, of beter gezegd zullen veroordelen. Je doet er alles aan om erbij te horen, ook als je je daarvoor anders moet gedragen dan je eigenlijk bent. Jammer genoeg verlies je daar wel je eigenheid door. Haal die kop uit het zand en wees niet bang om je nek uit te steken. Ook jij mag er zijn zoals je bent. Leven en laten leven, dat denk jij ervan. Zolang jij er maar geen last van hebt. Helaas heeft niemand iets aan die houding, ook al is die verder niet onverdraagzaam. Problemen ga je zoveel mogelijk uit de weg en je doet liever alsof je onrechtvaardigheid niet ziet dan dat je er iets aan zal doen. Slechts af en toe durf je opkomen voor je mening. Wees niet bang voor het onbekende, laat je verrassen door andere culturen, heb respect voor anderen en kom op voor jezelf (zonder agressief of onverdraagzaam te worden). Word geen grijze muis maar breng kleur in je leven. Je bent niet helemaal onverdraagzaam, maar ook niet volledig verdraagzaam. Vaak ga jij er als een pijl vandoor als er problemen zijn en keer je pas terug als alle plooien weer glad zijn gestreken. Je mening hou jij liever voor jezelf, zeker als die anders is dan wat de anderen vinden. Ofwel pas je je mening zonder problemen aan. Jammer, want door altijd mee te lopen met de rest, mis je de kans op megainteressante ervaringen. Durf uit de band te springen en kom vaker op voor je eigen mening.
9
NIVEAU R – WERKBROCHURE test 14-18 jaar Ik ben geen racist, maar... Ik wil niet onverdraagzaam zijn, maar... Ken je de standaardzinnetjes? Iedereen vindt zichzelf supertolerant en toch klaagt iedereen over onze onverdraagzame samenleving. Zoek uit met deze test hoe tolerant jijzelf bent. Er zijn 10 verschillende vragen. Lees de vragen en klik het antwoord dat het meest overeenstemt met jouw mening aan. Als je alle vragen hebt beantwoord, ontdek je hoe (in)tolerant jij bent.
Wat vind je van liefde tussen twee mensen van een verschillende cultuur?
Iemand geeft jou gratis en voor niets een cd vol haat-muziek. Wat doe je?
Maken al jouw vrienden deel uit van dezelfde groep of kliek?
In jouw buurt wordt een opvangcentrum voor asielzoekers geopend.
Wat vind jij van rapmuziek die vrouwen vernedert?
In de klas wordt gezegd dat Afrika een onderontwikkeld continent is omdat zwarten lui zijn.
Jouw nieuwe leerkracht is homo en woont samen met zijn vriend.
Wat vind jij van gesluierde vrouwen in het straatbeeld?
Zolang het maar niet in mijn familie is. struisvogel Dat loopt altijd verkeerd af. stier Dat kan onmogelijk serieus genomen worden. haai Als beide partners voor elkaar openstaan: verrijkend. duif Super. Die past perfect in mijn collectie. stier Ik wil geen cd met haat-muziek en dat zeg ik ook. duif Ik neem hem aan en gooi hem thuis weg. struisvogel Aannemen en ernaar luisteren. Misschien vind ik hem wel goed. haai Ik maak heel makkelijk vrienden: altijd en overal. duif De meerderheid van mijn vrienden behoort tot dezelfde groep. haai Ik heb niet zoveel vrienden. struisvogel Ik wil geen vrienden die behoren tot een andere groep. stier Liever ergens anders. haai Ik word voorzichtiger. struisvogel De grenzen van ons land zouden gesloten moeten worden. stier Ik vind het boeiend om in een multiculturele omgeving te wonen. duif Pure kunst. stier Ze getuigen van weinig respect voor vrouwen. Ik luister er niet naar. duif Men neemt ze te serieus. Dat is enkel en alleen om meer cd's te verkopen. haai Dat is mij nog niet opgevallen. struisvogel Als iedereen zich eens bezighield met zijn eigen problemen... struisvogel Dat is niet zo! Het is wel zo dat we te weinig weten over de Afrikaanse cultuur. duif Iedereen weet dat negers luieriken zijn. stier Het is toch een onderontwikkeld volk. haai Ik wil geen les krijgen van een ‘janet’. stier Als hij zijn vriend maar thuis laat en erover zwijgt. haai Hetero, homo, lesbo, bi, ... we zijn allemaal mensen. duif Ik zwijg, straks denken ze nog dat ik zelf holebi ben. struisvogel Daar houd ik mij niet mee bezig. struisvogel Geen probleem zolang deze vrouwen hier zelf achter staan. duif Thuis doen ze wat ze willen, maar niet op straat. haai Sluiers moeten verboden worden. Dit is een Westers land! stier
10
NIVEAU R – WERKBROCHURE
Een oude dame die slecht ter been is, stapt op de volle bus.
Op de muren van een Joodse synagoge werden antisemitische leuzen gespoten.
EXTRAVRAAG Een man mag zijn vrouw slaan als zij ongelijk heeft tijdens een ruzie.
Ik sta mijn plaats af. duif Ik zit en ik blijf zitten. stier Ik heb zelf geen zitplaats. struisvogel Ik sta mijn plaats af als ze het vraagt. haai Dat is te begrijpen, gezien de situatie in het Midden-Oosten. haai Zolang het maar niet op onze gevel is. struisvogel Dit is op geen enkele manier te verantwoorden. We doen er iets rond duif Prima, joden horen hier niet thuis. stier Daar ben ik het helemaal mee eens. stier Dat mag enkel als de man gelijk heeft. haai Huishoudelijk geweld moet streng bestraft worden. duif Dat is iets tussen man en vrouw. struisvogel
resultaat T-test 14-18 jaar: 9 tot 10 duiven: Bingo!
6 tot 8 duiven: Op de goede weg.
4 tot 5 duiven of 4 tot 6 duiven bij reservevraag Middenmoot. 9 tot 10 stieren Help!
6 tot 8 stieren Oei!
4 tot 5 stieren of 4 tot 6 stieren bij reservevraag Middenmoot
9 tot 10 haaien Gehaaid.
Wat kan er nog gezegd worden? Jij bent over het algemeen het toonbeeld van tolerantie. Je bent begripvol en verdraagzaam. Bovendien laat jij je niet leiden door vooroordelen en sta je open voor andere culturen. Discriminatie en racisme zijn woorden die niet in jouw woordenboek voorkomen. En degenen die zich er wel aan bezondigen, krijgen het met jou aan de stok. Jij bent een heel fijn iemand in de omgang met anderen. Blijf de ingeslagen weg volgen. Proficiat! Hoewel jij je niet snel zal bezondigen aan discriminerende praktijken wordt jouw mening af en toe gekleurd door vooroordelen. En dat resulteert wel eens in een intolerante houding. Je bent met andere woorden op de goede weg maar er is nog wat werk aan de winkel. Blijf je openstellen voor boeiende ontmoetingen met andere culturen, druk vooroordelen de kop in en stap verdraagzaam door het leven. Je weet hoe het moet. Je bent niet over de hele lijn tolerant, net zo min als je over de hele lijn intolerant bent. Vooroordelen durven wel eens de kop op steken en ook intolerantie is je niet vreemd. Toch lijk je diep in je binnenste te geloven in een verdraagzame levenshouding. Laat die houding wat meer en vaker naar de oppervlakte komen en geef vooroordelen geen kans meer. Oeps, zelfs een briesende stier gaat er als een pijl vandoor als hij jou op zijn pad tegenkomt. Jij bent allesbehalve tolerant ten op zichtte van anderen. Met discriminatie heb je over het algemeen weinig problemen. Daar maak je overigens geen geheim van want je bent overtuigd van je gelijk. Minderheden tegemoet treden is iets waar jij geen kostbare energie aan zal verspillen. Je wordt teveel in beslag genomen door een onverzoenlijke houding tegenover alles en iedereen die anders is dan jij. Die extreme opvattingen maken jou echter zelf tot een minderheid, bovendien mis je talloze kansen op heel wat boeiende, verrijkende ontmoetingen. Jammer, want iemand met jouw energie en leiderscapaciteiten zou juist heel wat positieve veranderingen kunnen teweeg brengen. Een toonbeeld van tolerantie ben je niet. Je stapt vaak bevooroordeeld en onverdraagzaam door het leven. Ook discriminatie is jou in het geheel niet vreemd. Maar er is een sprankeltje hoop. Af en toe laat je die onverdraagzame houding varen en lijk je toch open te staan voor anderen, soms zelfs voor anderen die erg van jou verschillen. Probeer die stuurse houding wat vaker achterwege te laten, je verliest er immers alleen maar energie mee. Stel je wat vaker tolerant op en je zal zien dat er heel wat boeiende mensen en ervaringen jouw pad zullen kruisen. Je bent niet over de hele lijn intolerant, net zo min als je over de hele lijn tolerant bent. Vooroordelen steken regelmatig de kop op en ook onverdraagzaamheid is je niet vreemd. Maar met een onverdraagzame levenshouding verspil je enkel veel energie en mis je bovendien de kans op heel wat interessante ontmoetingen en ervaringen. Sluit je dus niet af voor mensen die anders zijn dan jij want ook zij kunnen van betekenis worden op jouw levenspad. Je wordt zodanig door vooroordelen geleid dat je blind bent geworden voor je eigen intolerantie. Diep vanbinnen ben je ervan overtuigd dat vooroordelen steeds een kern van waarheid bevatten, hoewel je niet snel voor die mening zal uitkomen. Bovendien wordt ook je opinie over andere culturen door deze opvatting in sterke mate gekleurd. In die mate dat naar jouw mening intolerantie, zelfs discriminatie, in sommige situaties gerechtvaardigd is. Durf jezelf wat vaker open te stellen voor het onbekende. Laat je verrassen.
11
NIVEAU R – WERKBROCHURE
6 tot 8 haaien Zelfkennis is het begin der wijsheid.
4 tot 5 haaien of 4 tot 6 duiven bij reservevraag Middenmoot.
9 tot 10 struisvogels Met de kop in het zand.
6 tot 8 struisvogels Teruggetrokken.
4 tot 5 struisvogels of 4 tot 6 bij reservevraag Middenmoot.
Je bent je nauwelijks bewust van je eigen intolerantie en het feit dat jij je al te vaak laat leiden door vooroordelen. Je zal je werkelijke gevoelens niet snel uitspreken maar diep vanbinnen heb je wel degelijk een eigen mening. Een mening die vaak neigt naar onverdraagzaamheid. Onverdraagzaamheid naar iedereen die anders is dan jij. Maar enkel door je eigen onverdraagzaamheid onder ogen te zien, kan je er iets aan veranderen. Leer respect opbrengen voor andere culturen en breng meer kleur in jouw bestaan. Je bent niet over de hele lijn intolerant, net zo min als je over de hele lijn tolerant bent. Vaak laat jij je leiden door vooroordelen die nergens op gebaseerd zijn. Bovendien is ook onverdraagzaamheid jou niet vreemd, hoewel jij je daar niet altijd van bewust bent. Probeer meer rekening te houden met de gevoelens van anderen en durf je open te stellen voor andere mensen. Druk vooroordelen de kop in en geef een verdraagzame levenshouding een kans. Je kan er alleen maar bij winnen. Tolerantie heeft niets te maken met geen standpunt innemen, conflicten uit de weg gaan of je ogen sluiten voor onrechtvaardigheid. Dat vat de wijze waarop jij je door het leven jongleert samen. Je houdt je angstvallig vast aan datgene dat je kent en je durft niet af te wijken van platgetreden paden. Anderzijds lijkt de realiteit soms aan jou voorbij te gaan. Haal die kop uit het zand, kijk om je heen en wees niet bang om je nek uit te steken. Durf te leven. Leven en laten leven, lijkt vaak jouw motto te zijn. Zolang jij er maar geen last van hebt. Helaas is niemand bij die levenshouding gebaat, ook al is die niet uitgesproken intolerant. In de mate van het mogelijke ga je conflicten uit de weg en sluit jij je ogen liever voor onrechtvaardigheid dan er iets aan te doen. Wees niet bang voor het onbekende, laat je boeien door andere culturen, heb respect voor anderen en sta op je strepen waar nodig (zonder agressief of intolerant te worden). Word geen grijze muis maar beken kleur. Je bent niet over de hele lijn intolerant, net zo min als je over de hele lijn tolerant bent. Vaak neem je bij conflicten een afwachtende houding aan en houd jij je mening liever voor jezelf (of past hem aan). Maar juist door geen kleur te bekennen mis je de kans op heel wat interessante ervaringen. Durf vaker opkomen voor jezelf, want ook jouw mening is van tel.
12
NIVEAU R – WERKBROCHURE
Niveau 3: Axie Dit niveau omvat een aantal testen voor de individuele speler die handelen over de thema’s tolerantie, vooroordelen, andere culturen en conflicten. De opdrachten roepen op originele wijze op om o.a. de eigen culturele achtergrond in vraag te stellen, te reflecteren over andere culturen en conflicten met een open geest tegemoet te treden. Elke test confronteert de speler op een andere manier met de thema's. Bij enkele testen worden uitbreidingsoefeningen weergegeven die als groepsopdracht kunnen fungeren.
Kleuren doelgroep: 9 -18 jaar thema: vooroordelen doel: Een verrassend smaakmakertje. Het lijkt op het eerste zicht een eenvoudige oefening maar niets is minder waar. Het beeld dat wij hebben van de wereld wordt vanaf onze conceptie opgebouwd door middel van de waarneming door onze zintuigen. Een waarneming die echter "gefilterd" wordt door een aantal mechanismen van buitenaf. Waarneming is onder meer gekoppeld aan een cultureel gebonden waardenhiërarchie, maar ook onze individuele ervaringen spelen een niet mis te verstane rol. Dit maakt dat ons beeld van de wereld relatief is. De realiteit wordt met andere woorden vervormd waargenomen. Een prima methodiek om met dit gegeven verder te werken in de groep vind je terug in het hoofdstuk ‘methodieken’, met name ‘Roodkapje en de Boze Wolf’. test:
GEEL BLAUW ORANJE ZWART ROOD GROEN PAARS GEEL ROOD ORANJE GROEN ZWART BLAUW ROOD PAARS GROEN BLAUW ORANJE Werk aan de winkel doelgroep: 9 -18 jaar thema: vooroordelen, stereotypen doel: Vooroordelen zijn veelal gebaseerd op onjuiste of onvolledige kennis maar hebben naast dit cognitief ook altijd een affectief element. Allerlei emoties spelen een rol. En dat maakt dat vooroordelen hardnekkig zijn. Een confrontatie met feiten impliceert niet dat het vooroordeel verdwijnt. Deze test neemt de generalisaties van de speler ten op zichtte van beroepen op de korrel. Vijf gezichten en evenzoveel beroepen leren dat mannen eveneens zorgend kunnen zijn en vrouwen evengoed logisch kunnen denken zonder zich te laten leiden door emoties of abstracties. Belangrijke les: wíe een persoon is of wát hij doet, kan men niet aflezen van zijn gezicht.
extra groepsopdracht 9-13 jaar: Geef de kinderen de opdracht om een interview af te nemen van hun ouders of een ander familielid naar het voorbeeld van de test.
13
NIVEAU R – WERKBROCHURE
Interview je ouders. Stel hen de vragen die ook in de test aan bod komen: Voornaam? Beroep? Waarom koos je voor dit beroep? Wat vind je het leukste aan je werk? Wat vind je het minst leuke aan je werk? Wat wilde je als kind worden? Mocht je opnieuw kunnen beginnen, wat zou je dan willen worden? Welke zijn je hobby’s? Over werk gesproken; wat zou jij later zelf willen worden?????
extra groepsopdracht 14-18 jaar: Geef de jongeren de opdracht om in subgroepen op zoek te gaan naar een man in een zogenaamd vrouwenberoep of een vrouw in een zogenaamd mannenberoep. Van deze persoon nemen ze een interview af. Neem een interview af met een man in een zogenaamd vrouwenberoep en/of een vrouw in een zogenaamd mannenberoep. Voornaam? Beroep? Waarom koos je voor dit beroep? Wat vind je het leukste aan je werk? Wat vind je het minst leuke aan je werk? Hoe bevalt het om in een overwegende mannen/vrouwenwereld te werken? Hoe reageren mensen op je beroepskeuze? Mocht je opnieuw kunnen beginnen, wat zou je dan willen worden? Welke zijn je hobby’s?
Als de interviews zijn afgenomen werk je in de groep rond beroepen. Op één groot vel papier mag iedereen kenmerken opschrijven die een bepaald beroep typisch vrouwelijk maken. Op een tweede vel papier komen de kenmerken die een beroep eerder mannelijk maken. Bespreek in de groep de bevindingen. Stemmen deze kenmerken overeen met de werkelijkheid. Is iedereen het daarmee eens? Zijn er typische vrouwelijke en mannelijke eigenschappen? Vervolgens worden de interviews besproken in de groep. Was het moeilijk om deze persoon te vinden? Hoe hebben ze deze persoon gevonden? Wat zijn de bevindingen? Deze methodiek kan eventueel gekoppeld worden aan het Stellingenspel uit het Groepiemenu (niveau 4). Gebruik stellingen die met dit bepaalde thema hebben te maken, zoals bijvoorbeeld: - een man kan een kind evengoed opvoeden dan een vrouw - vrouwen zijn zachter dan mannen
14
NIVEAU R – WERKBROCHURE - mannen zijn sterker dan vrouwen - mannen zijn betere leiders - de emancipatie van de vrouw wordt tegengewerkt door mannen
De Fiets - film doelgroep: 9 -18 jaar thema: vooroordelen doel: In deze test worden vooroordelen gerelateerd aan cultuur. Deze test leert dat men heel gemakkelijk tot een foute inschatting kan komen van een situatie als men zich laat leiden door vooroordelen. Vooroordelen hebben niets te maken met realiteit, wel alles met persoonlijke opinie. In een conflictsituatie is het belangrijk om op de hoogte te zijn van alle aspecten van de situatie. Pas dan is het mogelijk om een mening te vormen. (Ver)oordeel dus niet te gauw. test: Wat getoond wordt, was het laatste deel van een filmpje waarin een bepaald probleem wordt geschetst. De kijker was met andere woorden getuige van een bepaalde conflictsituatie. Wat denken de kijkers dat er aan de hand is? Maak een situatieschets aan de hand van volgende vragen. Toon pas daarna naar het volledige filmpje. Maak een situatieschets: Wat gebeurt er? Wat doet de jongen? Waarom roept de vrouw dat de jongen een dief is? Welke rol spelen de voetballende jongens op de achtergrond? Wat ging er vooraf aan dit eindbeeld? Wie speelde welke rol? Wat zou er werkelijk aan de hand zijn?
extra groepsopdracht 14-18 jaar: Verdeel de groep in subgroepen van ongeveer 4 deelnemers. Laat hen ervaringen met elkaar uitwisselen. Hebben ze zelf al eens een situatie of persoon helemaal verkeerd ingeschat omdat ze niet op de hoogte waren van alle aspecten? Laat de subgroepjes een rollenspel maken over één van deze situaties die ze vervolgens voor de groep brengen. Onmiddellijk wordt het rollenspel een tweede keer gespeeld, maar deze keer krijgen vooroordelen geen kans en zoekt men een oplossing voor het mogelijke conflict. De kijkers mogen deelnemen aan dit tweede rollenspel. Door ‘Freeze’ te roepen, ‘bevriest’ het spel enkele ogenblikken. Net lang genoeg om één van de kijkers de plaats te laten innemen van één van de spelers. Als het doek is gevallen, is het de beurt aan de tweede subgroep.
Kinderen van de wereld doelgroep: 9 - 18 jaar thema: vooroordelen, andere culturen doel: De acht kinderen uit deze test wonen sinds kort allemaal in België, maar hun roots liggen elders. Deze test brengt de speler in contact met leeftijdgenoten afkomstig uit verre landen. De test vormt een eerste voorzichtige kennismaking met het begrip 'andere culturen'. En ook hier geldt: de waarheid stemt niet altijd overeen met wat men ziet.
15
NIVEAU R – WERKBROCHURE
extra groepsopdracht 9-13 jaar De kinderen krijgen de volgende opdracht: “Stel dat we volgende week een groep buitenlandse kinderen op bezoek krijgen en we moeten een typische Vlaamse dag organiseren, hoe zou die eruit zien?” Bespreek met de deelnemers welke verschillende elementen (eetcultuur, muziek, religie, dans, kleding, taal, …) deel uitmaken van een cultuur en schrijf ze op grote flappen papier. Maak dan per thema kleine deelgroepjes en laat de groepjes rond hun thema associëren. Bespreek de resultaten in groep en schrap waar nodig. Elk groepje heeft nu de tijd om zijn deelaspect uit te werken. Doel is dat de volgende activiteit een feestelijk gebeuren wordt waarin de resultaten te zien zijn. Het groepje ‘eetcultuur’ zorgt voor typische hapjes, het groepje ‘muziek’ luistert op met Belgische muziek, het groepje ‘dans’ leidt een volksdans, …
Vreemde gewoontes doelgroep: 9 – 13 jaar 14 – 18 jaar thema: andere culturen, respect, vooroordelen doel: Cultuur is een woord dat iedereen vlot over de lippen vloeit. Maar wat is de betekenis van het begrip 'cultuur'? Dat blijkt een vraag die niet zo makkelijk te beantwoorden valt. Cultuur wordt als vanzelfsprekend ervaren, men staat er nauwelijks bij stil. Desondanks hebben achtergrond en opvoeding een grotere impact op het leven en de zienswijze van een mens dan men vermoedt. De achtergrond maakt dat men een andere cultuur soms als vreemd, beangstigend of grappig ervaart. Als men naar andere culturen kijkt, doet men dit immers vanuit het eigen culturele referentiekader. Deze test bewijst via verschillende stellingen dat cultuuronderzoek verrijkend kan zijn, maar minstens verrassend is. Zelfs de eigen cultuur!
extra groepsopdracht 9-13 jaar Laat de kinderen die al in het buitenland op vakantie zijn geweest, een spreekbeurt voorbereiden. Naast een verbaal gedeelte zorgen ze ook voor zoveel mogelijk materiaal: vakantiefoto’s, souvenirs, folders uit reisbureaus, …
extra groepsopdracht 14-18 jaar Geef de deelnemers de opdracht om individueel de zeven belangrijkste kenmerken van cultuur op een blad papier op te schrijven (bv. klederdracht, taal, politiek, voedsel, …). Geef hen hiervoor vijf minuten de tijd. Laat de deelnemers vervolgens per twee opnieuw tot zeven kenmerken van cultuur komen. Vervolgens herhaal je de oefening met vier en nog eens met zes (afhankelijk van hoe groot de groep is). Tenslotte kom je tot een algemene definitie van cultuur waar iedereen zich in kan vinden.
Gestript doelgroep: 9 – 18 jaar thema: tolerantie, conflict doel: De individuele speler krijgt een gegeven situatie in stripvorm voorgeschoteld. Aan hem om uit te maken hoe hij zou reageren bij een dergelijke gebeurtenis. De uitkomst is verbonden aan een tolerantieprocent waarbij ook de dieren uit Niveau 2 opnieuw opduiken. Is men een stier, een haai, een struisvogel of een duif? Een speelse, pretentieloze opdracht die de speler naar het volgende niveau loodst. test: Klaas (links) en Terry (rechts) zijn dikke vrienden. Tijdens een wandeling zien ze plots een biljet van € 20 op straat liggen. Wat een buitenkansje! Ze rennen ernaar toe.
16
NIVEAU R – WERKBROCHURE
Als jij Klaas was, hoe zou jij reageren? A. Je laat het geld aan Terry. B. Jullie delen de winst. C. Als het niet van jou kan zijn, dan van niemand. D. Dat geld is van jou en daarmee basta! A.
B.
C.
17
NIVEAU R – WERKBROCHURE D.
18
NIVEAU R – WERKBROCHURE
Niveau 4: Groepie De opdrachten van dit laatste niveau zijn op maat gemaakt voor groepen, maar het merendeel van de testen kunnen eveneens individueel worden gespeeld. In dit niveau worden de thema's uit de andere niveaus verder uitgediept en is er een uitbreiding naar discriminatie en racisme.
De hongerige hond -film doelgroep: 9 – 13 jaar 14 – 18 jaar thema: conflicten, verdraagzaamheid, vooroordelen doel: Men kan pas een gefundeerd oordeel vormen over een situatie als men van alle elementen op de hoogte is. Ongefundeerd oordelen/veroordelen kan escaleren tot een conflict. In een conflict heeft één partij zelden of nooit het grote gelijk aan zijn kant. Men reageert immers vanuit het eigen standpunt. Pas als men de verschillende standpunten kent en als gelijkwaardig beschouwt, kan men werken naar een oplossing. test: In het filmpje wordt de speler bij een conflict betrokken op het moment van escalatie. De speler schat de situatie in zonder op de hoogte te zijn van de standpunten van de personages. De speler denkt na over volgende vragen: Wat gebeurt er? Wat vind je van de houding van Roxane? Hoe reageert meester Joris? Vind jij de reactie van meester Joris gegrond? Hoe reageert de klas? Welk personage is volgens jou het minst verdraagzaam? Wat is jouw oordeel over de verschillende personages? Zijn er vooroordelen in het spel?
In tegenstelling tot de personages heeft de speler het voordeel dat hij, door te klikken op de figuren, een dieper inzicht krijgt in de verschillende standpunten. Dit maakt dat hij van alle elementen die tot het conflict leidden op de hoogte is. En dat is in paradox met de realiteit, waarbij men door geen of slechte communicatie vaak enkel op de eigen visie blijft gefocust. De speler denkt na over volgende vragen: Kan Roxane het conflict oplossen? Kan meester Joris het conflict oplossen? Kan de klas het conflict oplossen? Hoe denk je nu over de verschillende personages? Hoe zou jij deze situatie aanpakken als Roxane, meester Joris of de klas? Kijk je anders naar het conflict nu je alle partijen aan het woord hebt gehoord?
19
NIVEAU R – WERKBROCHURE
Wie is wie? doelgroep: 9 – 18 jaar thema: verdraagzaamheid, migratie doel: Bij het woord vreemdelingen denken we onmiddellijk aan migranten, vluchtelingen, asielzoekers of met een moderne term: nieuwkomers. Mensen uit een ander land die een plaatsje in de Belgische maatschappij willen veroveren. We kunnen ons niet meer voorstellen dat in het (niet eens zo verre) verleden een inwoner van een dorp op vijftien kilometer afstand al een vreemdeling werd genoemd. Mensen in die tijd zaten relatief vast aan hun geboortegrond en waren maar weinig mobiel. Deze test leert dat er heel wat migratiestromen zijn in de wereld. Zuiderlingen trekken naar het rijke Westen, westerlingen trekken naar het warme Zuiden. De speler krijgt de opdracht om namen, woonplaatsen en nationaliteiten te koppelen aan de dames op de foto's. Dames die hun grenzen letterlijk verlegden. test: naam:
naam:
woonplaats:
woonplaats:
nationaliteit:
nationaliteit:
naam:
naam:
woonplaats:
woonplaats:
nationaliteit:
nationaliteit:
naam:
naam:
woonplaats:
woonplaats:
nationaliteit:
nationaliteit:
20
NIVEAU R – WERKBROCHURE
naam:
namen: Lila, Barbara, Eve, Camilla, Dagmar, Kalliopi, Isabel woonplaatsen: Griekenland, Zweden, België, Duitsland, Kreta, Congo, België nationaliteiten: Zweed, Belg, Griek, Belg, Congolees, Belg, Kretenzer
woonplaats:
nationaliteit:
Hou een gesprek over: -wie heeft familie in het buitenland wonen? -wie wil zelf naar het buitenland immigreren en waarom? -wie is al in het buitenland geweest en waar?
Wereldvrienden doelgroep: 9 -13 jaar thema: andere culturen, vooroordelen, vriendschap doel: Acht kinderen, acht mogelijke vrienden. Wie wordt de uitverkoren vriend van de speler? Zijn er bepaalde beweegredenen die leiden tot die keuze? En verandert de keuze van de speler naarmate de test hem meer informatie verschaft? Een opgave die tot interessante discussies kan leiden. test: Laat de foto’s van de verschillende kinderen zien, zonder uitleg over waar ze vandaan komen en/of wie ze zijn. De deelnemers krijgen de opdracht om te kiezen wie van deze acht kinderen zij het liefste als vriendje zouden willen hebben. Een groepsgesprek over het waarom van de keuze volgt. Vervolgens krijgen de deelnemers de opdracht om een eigen identiKID in te vullen. Mijn naam is Ik kom uit Ik ben Ik heb
jaar. zussen en
broers.
Ik wil graag
worden.
Het liefst eet ik Mijn droom is om later
Als dat is gebeurd worden de identiKIDs bekeken van de acht kinderen. Opnieuw kiezen de deelnemers het kind dat hen het meest aanspreekt. Een kringgesprek aan de hand van volgende vragen volgt: Waarom kies je dit kind? Veranderde je jouw keuze nadat je meer informatie kreeg en zo ja, waarom? Kiezen meisjes voor meisjes en jongens voor jongens? Moet je van dezelfde dingen houden in een vriendschap? Misschien zijn er in de groep wel kinderen van andere origine, betrek dit gegeven in het gesprek.
21
NIVEAU R – WERKBROCHURE
De wereld is klein doelgroep: 9 – 18 jaar thema: andere culturen doel: Het vertrouwen in een multiculturele samenleving in België lijkt bij veel mensen omgeslagen te zijn in wantrouwen. De antipathie van het Belgische volk tegen allochtonen blijkt, alle inspanningen ten spijt, enkel toe te nemen. Paradoxaal genoeg neemt ook de zomerse exodus naar zuiderse landen toe. Er wordt meer en verder gereisd dan ooit. Ondanks de groeiende intolerantie heeft nagenoeg elke Belg wel te maken met andere culturen: een tante nonneke in Congo, een Duitse voornaam, een Italiaanse overgrootvader, ... Deze test stuurt de speler op ontdekkingstocht naar sporen van andere culturen in zijn persoonlijke leven. test 9-13 jaar: Lees de informatiefiche van enkele van de figuren voor. Geef de deelnemers de opdracht om samen met hun ouders hun eigen internationale weg uit te stippelen. Tot hoeveel regels komen ze? test 14-18 jaar: Laat de deelnemers individueel nadenken over hun eigen internationaliteit. In welke landen zijn zij geweest? Hebben ze buitenlandse vrienden? Hebben ze familie die in het buitenland woont? Laat hen een informatiefiche van zichzelf opstellen.
Culturenquiz doelgroep: 9 – 13 jaar thema: andere culturen doel: Deze quiz toetst in zes ronden de kennis van de deelnemers over wat er in de wereld omgaat. Klederdracht, bezienswaardigheden, geografie, talen, voeding en andere culturele weetjes passeren de revue. Welk groepje mag zich uitroepen tot grote culturenkenners? test: Verdeel de groep in subgroepjes met een maximum van zes. De groepjes krijgen eerst de opdracht om een toepasselijke naam te zoeken voor hun team. Ronde 1: Waisda? Vooraf wordt in het lokaal een plaats aangeduid als A, een plaats als B en één als C. De groepjes duiden 1 van de teamleden aan als 'loper'. De quizmaster drukt op ‘begin’ (en voor elke volgende vraag op ‘volgende’) waardoor de ronde start. Tegelijkertijd leest de quizmaster de vraag met de drie mogelijke antwoorden voor. De teams overleggen kort wat volgens hun het juiste antwoord is en vervolgens rent de loper naar plaats A, B of C. De teams hebben slechts 25 sec. de tijd, de loper die na 25 sec. geen positie heeft ingenomen, kan geen punten verdienen voor die vraag. Per juist antwoord verdienen de teams 1 punt. Wat is 'siësta'?
Wat is 'riksja'?
Wat is 'sirtaki'?
Wat is ‘raki'?
Wat is 'tajine'?
Siësta is een traditionele dans in Spanje. Siësta is het middagdutje in Spanje. Siësta is de traditionele klederdracht in Spanje. Een riksja is een traditioneel spel in China. Een riksja is een taxi in China. Een riksja is het middagdutje in China. De sirtaki is een Grieks gerecht. De sirtaki is een Griekse dans. De sirtaki is een Griekse ezel. Raki is een sterke drank in Turkije. Raki is een dans in Turkije. Raki is een taxi in Turkije. Tajine is een dans in Marokko. Tajine is een taxi in Marokko. Tajine is een gerecht in Marokko.
22
X juist X X juist X X juist X juist X X X X juist
NIVEAU R – WERKBROCHURE
Wat is 'kimono'?
Een kimono is een drank in Japan. Een kimono is een traditionele klederdracht in Japan. Een kimono is een taxi in Japan.
X juist X
Ronde 2: Waarisda? Deze ronde gaat over een paar typische kenmerken van verschillende landen ter wereld. Er verschijnt telkens een foto op het beeldscherm samen met een vraag. Het is aan de spelers om de foto aan het juiste land te koppelen. Om de ronde te starten drukt de quizmaster op ‘begin’ (en voor elk volgend beeld op ‘volgende’). Op het scherm verschijnt een foto, de quizmaster leest de vraag voor. De teams overleggen met elkaar en schrijven het antwoord op een blad papier. Ze krijgen hiervoor 20 seconden de tijd. Als alle vragen aan bod zijn gekomen laten de teams hun antwoordenblad verbeteren door de quizmaster. Per juist antwoord wint het team 2 punten. In welke stad staat het Atomium?
antwoord: Brussel
In welk land vind je piramides?
antwoord: Egypte
In welk land eet men heel graag rauwe vis?
antwoord: Japan
In welk land kan je een tuktuk nemen om je te ergens naartoe te laten brengen?
antwoord: Thailand, Sri Lanka; India of Maleisië
In welke stad staat de Eiffeltoren?
antwoord: Parijs
In welke stad kan je de Akropolis bezoeken?
antwoord: Athene
In welk land gaat men zo gekleed?
antwoord: Nederland
In welk land gaat men zo gekleed?
antwoord: Spanje
In welk land gaat men zo gekleed?
antwoord: India
In welk land gaat men zo gekleed?
antwoord: Japan
Ronde 3: Oezitda? De teamleden spelen in deze ronde individueel maar proberen zoveel mogelijk punten te sprokkelen voor de groep. Elke speler heeft een rood kaartje en een groen kaartje. De begeleider leest de vraag voor. Denkt men dat een stelling juist is, dan steekt men een groen kaartje in de lucht, bij fout een rood kaartje. Elk juist antwoord is goed voor 1 punt. Door op ‘begin’ te klikken verschijnen de zes vragen op het scherm. De quizmaster leest ze één voor één voor waarbij de teamleden telkens de tijd krijgen om elk een rood of groen kaartje in de lucht te steken. Na elke vraag schrijft de quizmaster de score op. Elk juist antwoord levert een punt op voor het team waarvan men deel uitmaakt. Men mag niet samenwerken Mallorca is een eiland.
juist
De hoofdstad van Turkije is Istanbul.
fout: Ankara
Denemarken ligt in Europa.
juist
Er zijn zes werelddelen.
fout: zeven: Azië, Afrika, Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Antarctica, Europa, Oceanië DISCUSSIEPUNT
Italië is een schiereiland.
juist
In Brazilië spreekt men Spaans.
fout: Portugees
23
NIVEAU R – WERKBROCHURE Ronde 4: Groepswerk Elke groep krijgt 4 opdrachten: 1 taalopdracht, 1 opdracht over vlaggen, 1 over steden en 1 opdracht over gezichtsbedrog. Om deze ronde te starten, klikt de quizmaster op ‘begin’. De opdrachten van het eerste team verschijnen op het scherm. De teams lossen de opdrachten achter elkaar op. Ze delen de antwoorden telkens mondeling mee aan de quizmaster. Voor het geheel van de 4 opdrachten is er 60 sec. bedenktijd voorzien. Als de tijd om is, deelt de quizmaster mee welke antwoorden juist waren. Door te klikken op ‘volgende’ verschijnen de opdrachten voor het tweede team en zo verder. Elk juist antwoord is goed voor 4 punten. De teams kunnen dus maximum 16 punten behalen in deze ronde. groep 1 Welke taal is dit? antwoord: Duits Van welk land is dit de vlag? antwoord: Frankrijk Welke internationale stad zit verborgen in deze lettercombinatie? Tip: olympische spelen. OSMOUK antwoord: Moskou Wat zie je? antwoord: recht en evenwijdig groep 3 Welke taal is dit? antwoord: Frans Van welk land is dit de vlag? antwoord: Nederland Welke internationale stad zit verborgen in deze lettercombinatie? Tip: olympische spelen. EAHNET antwoord:Athene Wat zie je? antwoord: even lang groep 5 Welke taal is dit? antwoord: Grieks Van welk land is dit de vlag? antwoord: Verenigde Staten Welke internationale stad zit verborgen in deze lettercombinatie? Tip: olympische spelen. OTYOK antwoord: Tokyo Wat zie je? antwoord:even groot
groep 2 Welke taal is dit? antwoord: Engels Van welk land is dit de vlag? antwoord: Zwitserland Welke internationale stad zit verborgen in deze lettercombinatie? Tip: olympische spelen. YDSENY antwoord: Sydney Wat zie je? antwoord:even groot groep 4 Welke taal is dit? antwoord: Spaans Van welk land is dit de vlag? antwoord: Verenigd Koninkrijk Welke internationale stad zit verborgen in deze lettercombinatie? Tip: olympische spelen. CUNMEHN antwoord: Munchen Wat zie je? antwoord: roze en groen groep 6 Welke taal is dit? antwoord:Italiaans Van welk land is dit de vlag? antwoord: Duitsland Welke internationale stad zit verborgen in deze lettercombinatie? Tip: olympische spelen. LATNAAT antwoord: Atlanta Wat zie je? antwoord: dezelfde tint grijs
Ronde 5: junkfood In deze ronde wordt gewerkt met een belletje voor elk team. De groep die het snelst de bel doet rinkelen (elk lid van de groep mag dit) mag de vraag beantwoorden. Het komt met andere woorden vooral aan op snelheid. Als het antwoord juist is, verdient de groep 3 punten, is het fout dan verliezen zij 1 punt . De vragen verschijnen één voor één door te klikken op de button. In welk land is dit een traditioneel gerecht: pizza
antwoord: Italië
chili con carne
antwoord: Mexico
couscous
antwoord: Marokko
sushi
antwoord: Japan
24
NIVEAU R – WERKBROCHURE
fish and chips
antwoord: Engeland
injera
antwoord: Ethiopië
Wat is de hoofdstad van Nederland?
antwoord: Amsterdam
Noem het buurland van Portugal.
antwoord: Spanje
In welke godsdienst leest men de koran?
antwoord: Islam
In welke stad werd de foto op het scherm genomen? tip: ciao, bella
antwoord: Rome
Ronde 6: de slimste In deze ronde een collage van het soort vragen doorheen de hele quiz. De teams maken onderling uit wie onder hen de slimste is. Welk teamlid is de beste quizer. Deze persoon speelt ronde zes. De 'slimsten' spelen deze ronde individueel, terwijl de andere 'slimsten' buiten wachten zonder dat zij de vragen kunnen horen. Per persoon krijgen zij 2 minuten de tijd om zoveel mogelijk vragen te beantwoorden. De quizmaster leest de vragen voor. De speler geeft telkens onmiddellijk antwoord waarbij de begeleider onmiddellijk vertelt of de vraag correct of incorrect is beantwoord. Per juist antwoord zijn er 2 punten te behalen. Als de speler een antwoord niet weet, mag hij ‘passen’. Is Ouzo een Griekse drank, een maaltijd of een ezel? antwoord: drank In welk land vind je de scheve toren van Pisa: Spanje, Portugal of Italië? antwoord: Italië In welk land wast men zich helemaal vooraleer in bad te stappen: Peru, Japan of Israël? antwoord: Japan In welk land rijdt men aan de linkerkant van de weg: Engeland, Zweden of Marokko? antwoord: Engeland Waar wonen de Eskimo's: Finland, IJsland of Alaska? antwoord: Alaska Waar vind je 'flying doctors': Canada, Australië of Letland? antwoord: Australië Uit welk land komt Sinterklaas: Brazilië, Frankrijk of Spanje? antwoord: Spanje Hoeveel landstalen heeft België: 1, 2 of 3? antwoord: 3 In welk land spreekt men Nederlands: Mexico, Suriname, Estland? antwoord: Suriname In welke taal zegt men 'ne' als men 'ja' bedoeld: Chinees, Grieks of Russisch? antwoord: Grieks Is de hoofdstad van Turkije: Istanbul, Bodrum of Ankara. antwoord: Ankara Ligt het land Moldavië in Azië, Afrika of Europa? antwoord: Europa Zijn de Verenigde Staten van Amerika een koninkrijk, een republiek of een dictatuur? antwoord: republiek In welk land leeft het monster van Loch Ness: Ierland, Schotland of Denemarken? antwoord: Schotland Waar woonde graaf Dracula: Roemenië, Rusland of Polen? antwoord: Roemenië Spreekt men in Argentinië: Argentijns, Spaans of Engels? antwoord: Spaans In welke godsdienst leest men de thora: Jodendom, Thoraïsme of Boedhisme? antwoord: Jodendom Welk land is geen buurland van Polen: Duitsland, Hongarije of Tsjechië? antwoord: Hongarije
25
NIVEAU R – WERKBROCHURE Van welk land is Kopenhagen de hoofdstad: Denemarken, Hongarije of Finland? antwoord: Denemarken Van welk land is Budapest de hoofdstad:Tsjechië, Roemenië of Hongarije? antwoord: Hongarije Welk land is het grootste ter wereld: Rusland, Canada of China? antwoord: Rusland
De vakantie - film doelgroep: 9 – 18 jaar thema: conflicten, tolerantie doel: Ageren en reageren, daar draait het om in deze test. En dat kan op verschillende manieren. Is tolerantie altijd aangewezen en moet men eigenlijk wel altijd tolerant blijven? Dat zijn de vragen die rijzen na het bekijken van het filmpje. De speler maakt hierin kennis met een koppel dat op vakantie wordt geconfronteerd met een probleem. De speler beleeft mee en onderzoekt mogelijke reacties. Al naargelang de optie die de speler kiest, ontrolt de plot zich verder. Deze test leert dat er niet voor elk conflict een bevredigende oplossing voorhanden is. test 9-13 jaar: Eerst wordt het filmpje dat de beginsituatie weergeeft bekeken. De kinderen krijgen een aantal vragen voorgeschoteld waarover ze per twee mogen nadenken. Waar zijn An en Marc? Wat willen zij morgen doen? In welke stad bevinden ze zich? Wat doen zij daar? Hoe laat worden zij wakker? Waarvan worden zij wakker? Waarom zijn zij kwaad? Hoe zou jij je voelen in de plaats van An en Marc?
Bespreek de antwoorden in de groep. Vraag wat de kinderen zouden doen als zij in de plaats waren van An en Marc. En laat hen een vinger opsteken voor de reactie die zij verkiezen. A: praten met de begeleider B: klagen bij de receptionist van het hotel C: een andere kamer vragen D: confrontatie met de jongeren E: wraak nemen F: verhuizen naar een ander hotel Bekijk de vervolgfilmpjes naar keuze en bespreek in de groep wat er gebeurt. Is het probleem nu opgelost? Hoe komt dat? Maak een toneelstukje waarin het probleem wel wordt opgelost. Een oplossing waarbij zowel An en Marc als de begeleider en de groep zich goed voelen. test 14-18 jaar: Eerst wordt het filmpje dat de beginsituatie weergeeft bekeken. Vervolgens wordt de groep ingedeeld in subgroepjes van vier personen. In elke groep worden volgende vragen besproken:
26
NIVEAU R – WERKBROCHURE
Wat vind je van deze situatie? Vind je het begrijpelijk dat de jongeren zoveel lawaai maken? Vind je dat het koppel onverdraagzaam is? Vind je dat de begeleidster had moeten ingrijpen? Als jij in de schoenen stond van het koppel, hoe zou jij reageren?
De subgroepen bespreken hun bevindingen met de hele groep. Vervolgens beslist elke deelgroep hoe zij zouden reageren als zij zich in de positie van An en Marc zouden bevinden. Er zijn zes mogelijke reacties: A: praten met de begeleider B: klagen bij de receptionist van het hotel C: een andere kamer vragen D: confrontatie met de jongeren E: wraak nemen F: verhuizen naar een ander hotel De reactiemogelijkheden worden bekeken door te klikken op het antwoord naar keuze. Na het bekijken van het (de) vervolgfilmpje(s) discussiëren de subgroepen opnieuw onder elkaar. Volgende vragen vormen een leidraad: Welk personage vind je in het geheel het minst/meest tolerant? Wat vind je van de acties en reacties van de personages? Zou jij het ook zo aangepakt hebben? Terugblikkend op de startscène: was dit de beste manier om het conflict aan te pakken? Zou jij anders reageren in de plaats van de verschillende personages? Is er een grens aan tolerantie? Is elk conflict op te lossen?
De conclusies worden besproken in de grote groep. De subgroepen krijgen nu de opdracht om een rollenspel te spelen waarin het conflict tot een oplossing komt.
Stellingenspel doelgroep: 14 – 18 jaar thema: vooroordelen, discriminatie, tolerantie, racisme doel: De speler krijgt een aantal stellingen voorgeschoteld die allen te maken hebben met cultuur. In deze test is de eigen mening van de speler belangrijk. De test kan enkel ten volle tot zijn recht komen als ze wordt gespeeld in een klimaat van vertrouwen en respect voor eenieders mening. Boeiende discussies verzekerd.
27
NIVEAU R – WERKBROCHURE test: Ben jij het eens met deze stelling? Enkele andere mogelijke stellingen: Een conflict is altijd uit te praten. De Westerse maatschappij is verdorven. Als een vrouw trouwt is het heel logisch dat ze de naam van haar man overneemt. Liefde tussen mensen uit twee verschillende landen is gedoemd om te mislukken Hoofddoeken moeten in het straatbeeld verboden worden. Iedereen is een racist. Andere stellingen: Een conflict is altijd uit te praten. Ik oordeel volledig vooroordelenvrij Vrouwen zijn sterker dan mannen. Homokoppels mogen een kind adopteren. Er zijn vier menselijke rassen: rood, geel, zwart en wit. Een relatie tussen twee mensen in hetzelfde land maar van een verschillende cultuur is onmogelijk. Arabische vrouwen die een sluier dragen worden onderdrukt. Als ik geld geef aan een bedelaar en die koopt alcohol dan vind ik dat ok. Als ik naar een moslimland trek, moet ik mij sluieren. Er zijn verschillende manieren om met de stellingen te werken. Men kan de verschillende manieren met elkaar laten afwisselen. 1. Als men het eens is met de stelling gaat men aan de ene kant van de ruimte staan, als men het oneens is aan de andere. Er is geen ‘grijze’ zone. Wie wil mag zijn mening verdedigen voor de hele groep. Als men door de aangebrachte argumenten van gedachten verandert, mag men van plaats veranderen. 2. Men kan ook kiezen om met drie zones te werken; ‘eens’, ‘oneens’ en ‘ertussen’. 3. Een volgende manier is om de deelnemers in groepjes van twee te laten praten over waarom zij het eens of oneens zijn met de stelling. Na enkele minuten vormt men een praatgroepje met drie. De verschillende groepjes vertellen aan de hele groep tot welke conclusie zij zijn gekomen. 4. Als de groepen ‘eens’ en ‘oneens’ ongeveer gelijk zijn verdeeld, kan men de deelnemers met tegengestelde meningen met elkaar laten discussiëren, eerst per twee, daarna per vier. 5. Zeker voor de stelling ‘iedereen is een racist’ is het interessant om na eerst in de hele groep verschillende meningen te hebben gehoord, de groep vervolgens in subgroepen laten verder praten en tot een conclusie laten komen. Men kan deze groepen bijvoorbeeld ook de opdracht geven om een definitie voor racisme te formuleren. Vervolgens poneert men de stelling opnieuw. Zijn er mensen van mening verandert en zo ja, hoe komt dat?
Cartoons doelgroep: 14 – 18 jaar thema: discriminatie, racisme doel: Slagvelden en bloederige gevechten om discriminatie te elimineren lopen als een rode draad doorheen de geschiedenis van de mens. De voorbije eeuwen was er discriminatie van: native Americans, zwarten, protestanten, Joden, Arabieren, het proletariaat, immigranten, vrouwen, ... Volgens Van Dale betekent discriminatie het 'ongeoorloofd onderscheid dat gemaakt wordt op grond van bepaalde kenmerken'. Wat verstaat de speler onder het begrip 'discriminatie'. De cartoons helpen verwoorden. test: Toon de verschillende cartoons aan de deelnemers (maak eventueel voor elke deelnemer kopies). Laat hen vervolgens kiezen welke cartoon volgens hen het meest het begrip ‘discriminatie’ weergeeft. Ga in een kring zitten en laat iedereen vertellen welke cartoon hij heeft gekozen en waarom. Verspreid vervolgens verschillende grote flappen papier in de ruimte. Op de eerste flap kan iedereen schrijven wat discriminatie volgens hem niet is. Op een tweede wat discriminatie wel is. Op een derde op basis van welke kenmerken men kan discrimineren. Laat vervolgens in verschillende groepen (per vier à vijf) discussiëren over het begrip ‘discriminatie’ waarbij een definitie wordt geformuleerd van het begrip. De verschillende definities worden naar voor gebracht.
28
NIVEAU R – WERKBROCHURE Deze oefening kan ook gedaan worden rond het begrip ‘racisme’. Wat betekent racisme voor de speler? Bestaan er menselijke rassen? En zo ja: hoeveel zijn er dat dan en aan de hand van welke kenmerken deel je ze in? Op welke manieren kan je discrimineren en hangt dit altijd samen met religie of cultuur?
29
NIVEAU R – WERKBROCHURE
30
NIVEAU R – WERKBROCHURE
31
NIVEAU R – WERKBROCHURE
32
NIVEAU R – WERKBROCHURE
METHODIEKEN 9-13 jaar Roodkapje en de boze wolf∇ werkwijze: Soms is niet alles zoals het lijkt te zijn; veel hangt af van de manier waarop je tegen de dingen aankijkt. Wanneer je even een andere bril opzet, kan de wereld er totaal anders uitzien. Slachtoffers worden helden, zwart wordt wit,... net als in het sprookje van Roodkapje en de boze wolf. De begeleider leest het verhaal van ‘De boze wolf’voor. Daarna wordt een groepsdiscussie gesimuleerd over de verschillende interpretaties van het bekende sprookje. Wat zijn de verschillen en de overeenkomsten tussen het originele sprookje en deze versie? Door de ogen van wie wordt het originele sprookje verteld? Wie zijn nu eigenlijk slachtoffer en dader in dit verhaal? Wijs er bij de nabespreking op dat, wanneer verschillende mensen denken dat hun interpretatie van het verhaal of de feiten de juiste is, er misverstanden ontstaan. Het voorbeeld van de boze wolf kan worden gebruikt om de deelnemers de verschillende standpunten en interpretaties in een verhaal of gebeurtenis duidelijk te maken. Op deze manier worden zij zich bewust van bepaalde vooroordelen. Laat de deelnemers in kleine groepjes een verhaal, een bepaalde actuele gebeurtenis of een historisch voorval van verschillende kanten bekijken: vanuit de rol van slachtoffer, dader, underdog, enz. Laat hen zelf een verhaaltje schrijven, gebaseerd op een bekend sprookje maar verteld vanuit een ander standpunt, bv. het sprookje van Assepoester verteld door de stiefzussen, het verhaal van Sneeuwwitje verteld door de stiefmoeder, het sprookje van Hans en Grietje verteld door de heks, … tekst: De boze wolf vertelt: ‘Ik heb het altijd heerlijk gevonden in het bos te wonen. Het is mijn thuis en ik heb geprobeerd het schoon en netjes te houden. Op een mooie, zonnige dag, terwijl ik bezig was de rotzooi op te ruimen die mensen na een picknick hadden achtergelaten, hoorde ik voetstappen. Toen ik van achter een boom het bos ingluurde, zag ik een klein meisje het pad aflopen met een mand in haar handen. Ik vond het meteen verdacht, want ze had zulke vreemde kleren aan: helemaal in het rood en haar hoofd was bedekt. Het was net alsof ze niet herkend wilde worden. Nu, ik weet wel dat je mensen niet op hun uiterlijk moet beoordelen, maar ze liep in mijn bos en ik vond dat ik het recht had om iets meer over haar te weten te komen. Dus vroeg ik haar wie ze was, waar ze vandaan kwam,.. je weet wel, van die dingen. Eerst zei ze dat ze niet met vreemden wilde praten. Dat bracht mij nogal van mijn stuk. Ik een vreemde? Ik heb verdorie mijn kinderen grootgebracht in dit bos. Daarna werd ze wat rustiger en vertelde mij dat ze op weg was naar haar oma omdat die ziek was, en dat in de mand eten voor oma zat. Ze leek mij een eerlijk mens, maar ik denk toch dat ze het zou moeten afleren om zomaar door iemands woonplaats te lopen, met zulke rare kleren aan. Ik liet haar gaan en ging snel naar het huis van haar oma toe. Toen ik bij die aardige, oude vrouw aankwam, vertelde ik haar wat er net was gebeurd en ze was het met mij eens dat haar kleindochter zou moeten leren zich beter te gedragen. We bedachten het plan dat de oma zich zou verbergen, totdat ik haar zou roepen. Ze verstopte zich onder het bed. Toen het meisje met die rare, rode hoed binnenkwam, vroeg ik haar naar de slaapkamer te komen, waar ik in het bed van oma lag. Ze kwam opgewonden binnen en maakte meteen een beledigende opmerking over mijn grote oren. Nu heb ik wel vaker een nare opmerking gekregen, dus probeerde ik er het beste van te maken door te zeggen dat ik daar beter mee kon horen. Wat ik eigenlijk bedoelde te zeggen, was dat ik haar best aardig vond, maar dat ze beter op haar woorden zou moeten letten. Maar toen maakte ze weer zo’n opmerking, ditmaal over mijn grote ogen.
∇
Bron: CIS, Centrum Informatieve Spelen
33
NIVEAU R – WERKBROCHURE
Je kunt je misschien wel voorstellen hoe ik zo langzamerhand ging denken over dit kleine meisje dat zich zo aardig voordeed, maar eigenlijk een vals kreng bleek te zijn. Maar, aardig als ik ben, antwoordde ik haar dat ik met mijn grote ogen beter kon zien. Haar volgende belediging was echter teveel. Ik heb mijn hele leven al last van mijn tanden, een gevoelig punt, en dat kleine meisje moest daar zo nodig een opmerking over maken. Ik weet dat ik mij had moeten beheersen, maar ik ben kwaad uit bed gesprongen en heb gegromd dat ik haar met die tanden beter op zou kunnen eten. Laten we eerlijk zijn, een wolf zou nooit zo’n klein meisje opeten. Iedereen weet dat, maar dat stomme kind begon te schreeuwen en rende door het huis. Ik volgde haar om haar te kalmeren. Ik had zelfs de kleren van oma uitgetrokken, maar dat leek het alleen maar erger te maken. Toen vloog plotseling de voordeur open en een boomlange boswachter kwam naar binnen met een bijl in zijn handen. Ik keek hem aan en realiseerde mij dat ik diep in de problemen zat. Ik ben door een open raam gesprongen en maakte dat ik wegkwam. Ik had gehoopt dat hiermee de ellende voorbij zou zijn, maar dat grootmoeder-mens heeft nooit mijn kant van het verhaal verteld. Al snel deed het gerucht de ronde dat ik een afschuwelijk, onbetrouwbaar, boos beest zou zijn. Ik weet niet hoe het is afgelopen met dat kleine meisje in dat rare, rode pakje, maar ‘hij leefde nog lang en gelukkig’ ging voor mij niet op.’
Underdog∇ werkwijze: In dit spel leren de deelnemers aan den lijve hoe het leven met een handicap kan zijn. Eten, naar bed gaan, een bad nemen, … kunnen allemaal zaken worden die niet meer zo simpel zijn. Een tas dragen, de trap op of de afwas doen, wordt een hele klus. Mensen met een handicap worden geconfronteerd met moeilijkheden waar mensen zonder handicap gedachtenloos aan voorbij gaan . In het lokaal hangt een lijst met opdrachten die de spelers binnen één uur moeten uitvoeren. Sommige opdrachten zijn doorlopend, zoals bijvoorbeeld een voorwerp dat altijd in beweging moet zijn. Andere opdrachten moeten met de hele groep worden uitgevoerd. Een opdracht is pas volbracht als alle spelers hun bijdrage hebben geleverd. Zo moet bijvoorbeeld iedereen helpen bij het maken van een schilderij. Mogelijke doorlopende opdrachten zijn: - De wielen van een fiets voortdurend in beweging houden. - Een haakwerkje van 15 steken moet minstens 3 meter lang worden. - Een zandloper mag nooit helemaal leeggelopen zijn. - Er moeten constant zeepbellen in de lucht hangen. - Vliegers vouwen. - Een schilderij maken. - Op het einde moet iedereen minstens één vlechtje in het haar hebben. - ...
Tot zover is dit een gewoon spel. Maar voor het spel begint, moet de helft van de spelers een kaartje trekken. Op dit kaartje staat de handicap waarmee die spelers tijdens het spel zullen te maken hebben. Mogelijke handicaps zijn: - Twee handen op de rug gebonden. - Eén hand op de rug gebonden. - De mond dichtgeplakt. - Twee voeten samengebonden. - Met kussens wordt iemand heel dik gemaakt. - Met een walkman wordt iemand ‘doof’ gemaakt. - Je mag alleen achteruitlopen. - Met een blinddoek wordt iemand ‘blind’ gemaakt. - Je mag enkel in gebarentaal spreken. - Je mag enkel in het Frans of het Engels praten. - Je moet elk woord dat je zegt twee keer zeggen. - ...
∇
Bron: CIS, Centrum Informatieve Spelen
34
NIVEAU R – WERKBROCHURE Het materiaal voor de opdrachten ligt klaar; de tijd gaat in! Zet een grote wekker in het midden van het lokaal. Na het verstrijken van de helft van de speeltijd loopt de wekker af. Alle spelers die tot nu toe te maken hadden met een handicap worden ervan verlost. De andere spelers krijgen nu op hun beurt te maken met een handicap. Ze trekken hiervoor allemaal een kaartje. Het zal van de spelers afhangen of ze elkaar helpen, maar dit is natuurlijk wel de bedoeling. Het spel wordt gevolgd door een nabespreking waarin volgende vragen aan bod kunnen komen: - hoe voelt het om minder mogelijkheden te hebben dan anderen? - hoe voelt het om meer mogelijkheden te hebben? - werd je geholpen door de anderen? - is een handicap altijd iets lichamelijks? - op welke andere manieren kan je tot een minderheidsgroep behoren? - ken je zulke minderheidsgroepen? - wie bepaalt dat een bepaalde groep mensen tot een minderheidsgroep behoort?
De reis van Christoffel Columbus∇ werkwijze: Begin het spel met het aankleden van het lokaal in de sfeer van ontdekkingsreizen. Hang bijvoorbeeld een grote wereldkaart aan de muur waarop de deelnemers na elke opdracht een lijntje komen tekenen, steeds dichter bij Amerika. Christoffel Columbus is de centrale persoon in dit spel die wordt gespeeld door de spelleider. Hij heeft net zijn vloot samengesteld en roept zijn kapiteins (de andere bestuursleden –enkele deelnemers- die elk een groepje zullen begeleiden) bij zich. De kapiteins krijgen de opdracht om hun bemanning samen te stellen. Ze gaan op zoek naar geschikte matrozen door elk om de beurt mensen uit de groep uit te kiezen. Elke groep moet met zijn schip van Spanje naar Amerika reizen. Om het einddoel te bereiken, moeten ze een aantal opdrachten vervullen (elk groepje krijgt dezelfde opdrachten). Elke opdracht moet afgehaald worden bij Columbus zelf. Daarna vervult het groepje de opdracht onder toeziend oog van hun kapitein. Is de opdracht goed vervuld, mag het groepje terug naar Columbus en krijgen ze de volgende opdracht. Zo loopt het spel verder tot iedereen alle opdrachten vervuld heeft. materiaallijst: - een wereldkaart - kladpapier en stylo's - de opdrachtenkaartjes - een deken - blinddoek - bijbel - te ontcijferen Maya-schrift (zie verder) - een paar boeken speelkaarten - een paar kruiden in potjes opdrachten:
∇
1.
Juli 1942. Columbus is op zoek naar zijn matrozen. Maar ja, wat heb je aan een diploma in het midden van de zee? Waar kan je, als architect, een stevig huisje bouwen op de zee? En dan mag je enkel jaren talen gedaan hebben, daar kom je in Indië niet ver mee. Bewijs dus maar eens eerst of je bekwaam bent om op zee te gaan en niet al bij het eerste golfje overboord gaat. Opdracht : Op een schip zijn vele taken te vervullen (matroos, kok, dekofficier, etc.). Je vertelt waarom ze jou moeten meenemen op het schip!
2.
OK, je hebt het gehaald. Iedereen is aanvaard. Lach maar niet te vlug. Schraap al je moed. Gevaren zullen je bedreigen, honger en dorst worden je deel. En wie weet verliezen een aantal van jullie wel een been onderweg? Opdracht: Ganse groep mag met nog slechts 3 voeten de grond raken gedurende 3 seconden.
Bron: www.klj.be
35
NIVEAU R – WERKBROCHURE
3.
We varen weg. Het is 4 augustus 1491. Opstand aan boord, er wordt gevochten. Ik heb me verstopt in mijn kajuit, maar men probeert binnen te dringen. Hopelijk houdt de deur het. Opdracht: Inbrekertje met de groep. Iedereen staat in een kring, drukt tegen elkaar. Eén persoon probeert van buiten in de kring te geraken.
4.
Overal loert er gevaar! Sommige matrozen geloofden nog dat de aarde niet rond was en dat ze met schip en al in de afgrond zouden storten. Op alle mogelijke manieren probeert men het vertrouwen erin te houden. Opdracht: Vertrouwensspel. Iemand staat op tafel. De rest van de groep staat ernaast en houdt samen een deken vast. Durft de persoon zich achterwaarts in de deken laten vallen?
5.
Inmiddels is de nacht gevallen. Een dikke mist belet ons de sterren te zien om te zien hoe we moeten varen. We dreigen het contact met de andere schepen te verliezen. Radiocontact is uitgevallen. We horen enkel nog de scheepshorens links, rechts en voor ons. Hopelijk lukt het ons de oceaantankers te vermijden. Opdracht: Een parcours met hindernissen geblinddoekt oversteken zonder ook maar iets te raken op aanwijzingen van de overige scheepslui. 5 personen moeten deze proef correct volbrengen.
6.
Het gevaar loert overal. Vol vreugde omdat er een eiland ontdekt is met drinkbaar water. Maar een ramp, het eiland is bewoond door kannibalen. Onze eerste matroos deed een stap te ver en verloor een been. Sindsdien staat hij op slechte voet met die mensen. De bootsman wou ook een vinger in de pap hebben en hem werden zijn vingernagels afgebeten. Opdracht: Waarom wil je niet opgegeten worden?
7.
Geef nu toe, wie gaat er graag met lege handen op bezoek. Daarom nam Columbus een mooi bloemetje mee voor de vreemde volken! Opdracht: Maak een bloemstukje met dode materialen uit de natuur.
8.
Uit het geheime dagboek van Christofel Columbus: "We zijn al meer dan een jaar onderweg. Daarstraks het eten nagekeken. Veel te weinig voor de bemanning. Elke dag hopen we land te zien. De mannen beginnen te zagen. Ik vrees dat ze in opstand komen. Het is al zover gekomen dat mijn zeevaarders allerlei ongedierte zoeken om op te eten. Opdracht: Zoek 5 verschillende levende dieren en breng ze naar de verzamelplaats.
9.
Niet alleen voor het goud gaan we naar de nieuwe wereld. Ook kruiden zijn welkom. Onze spaghetti-maaltijden zouden niet half zo lekker zijn als de peper er niet was geweest en nog zovele dingen meer. Opdracht: Ken de kruiden uit elkaar.
10.
Land, land, ... In de vroege ochtend van 12 oktober 1492 zal deze kreet wel iedereen wakker geschud hebben. "Over een uurtje zijn we er. Wat staat er ons te wachten op de Westkust van Indië. Ik ben benieuwd. Hopelijk vinden we goud." Opdracht: Werk een toneel uit waarin een deel de ontdekkingsreizigers zijn en een ander deel de Indianen.
36
NIVEAU R – WERKBROCHURE
14-18 jaar De luchtballon werkwijze: Neem een kopie van het verhaal, de spullenlijst en de opdracht voor elke deelnemer. Ga in een kring zitten en lees het verhaal voor. De deelnemers krijgen 5 minuten de tijd om het lijstje spullen in volgorde van belangrijkheid te rangschikken. Wat volgens hen het belangrijkste is, wordt nummer ‘1’, het minst belangrijk nummer ‘15’. Vervolgens wordt de kring zo klein mogelijk gemaakt zodat iedereen dicht bij elkaar zit. Het is nu aan de groep samen om te bepalen welke spullen het minste en welke het meest belangrijk zijn. De groep krijgt 10 à 15 minuten de tijd om tot een consensus te komen. Laat het spel volgen door een nabespreking aan de hand van volgende, mogelijke vragen: - was het moeilijk om individueel de spullen te ordenen? - hoe ziet jullie definitieve lijst eruit? - is iedereen het daarmee eens? - wiens lijstje was volledig verschillend van de uiteindelijke lijst? - wiens lijstje kwam nagenoeg overeen met de uiteindelijke lijst? - was het makkelijk om tot een consensus te komen? - hoe werd tot een consensus gekomen? - had iedereen de kans om zijn mening te zeggen? - werd naar iedereen geluisterd? - hebben jullie het gevoel dat jullie als team hebben samengewerkt?
37
NIVEAU R – WERKBROCHURE kopieerblad: Situatieschets: Luchtballon Gefeliciteerd! Jullie hebben als groep een prijs gewonnen. En niet zomaar een prijs. Jullie mogen met zijn allen een reis om de wereld maken in een hete-luchtballon. Helaas is er slechts plaats voor 10 avonturiers. Jullie zijn ondertussen opgestegen. Het was een emotioneel afscheid van families, vrienden en collega’s. In jullie supergondel zweven jullie na drie weken boven de Bikini-eilanden, een uitgestrekte eilandengroep in de Stille Oceaan. Dan gaat er echter wat mis. Helemaal bovenin de ballon is een klein lek ontstaan. Niemand kan erbij, dus dat ziet er niet zo best uit. Heel langzaam verliest de ballon hoogte. Jullie balast, zandzakken, zijn al overboord gegooid. De gondel zal binnen enkele uren in zee terecht komen en niet langer dan een dag blijven drijven. Jullie weten dat er in dit uitgestorven gebied nooit schepen komen en dat het voor een eventueel reddingsschip heel moeilijk zal worden om jullie te vinden. Slim als jullie zijn, besluiten jullie zoveel mogelijk spullen overboord te gooien, zodat de ballon langer in de lucht blijft en de kans groter is dat jullie nog één van de onbewoonde Bikini-eilanden bereiken. Het is echter niet makkelijk om te bepalen wat je in zee moet gooien, omdat je verschillende spullen nodig zult hebben als het je lukt om op één van de eilanden terecht te komen. En dat is tenslotte jullie eerste doel. Hieronder zie je een lijst met spullen die in aanmerking komen om te ‘dumpen’ in zee. Voorwerp
Mijn volgorde
Groepsvolgorde
koperen kompas, 10 kg blik met voedsel, 10 kg vat met water, 10 kg EHBO-pakket, 10 kg kooktoestel, 10 kg radiozender-ontvanger, 10 kg geweer, 10 kg doos melkpoeder, 10 kg bijl, 10 kg ontziltingstabletten, 10 kg 30 meter nylon touw, 10 kg verrekijker, 5 kg 1-persoonsrubberboot, 10 kg vuurpijlen, 10 kg parachutezijde, 3 kg Plaats voor jezelf de spullen in volgorde van belangrijkheid: nummer ‘1’ mag er als laatste uit (= meest belangrijke), nummer ‘15’ als eerste (= minst belangrijke). Beleg een vergadering waarin je het met de hele groep eens wordt over de volgorde van de te dumpen voorwerpen. Geef een voorwerp pas een definitieve plaats op de ‘dumplijst’ als je het helemaal eens bent met elkaar. Realiseer je dat de tijd dringt!
38
NIVEAU R – WERKBROCHURE
Oriënt express werkwijze: Deze oefening is vergelijkbaar met De Luchtballon. De deelnemers lezen het verhaal, duiden vervolgens individueel drie personages aan en discussiëren dan in subgroepen. De sessie wordt afgesloten met een groepsgesprek aan de hand van vragen als: - was het moeilijk om tot een consensus te komen? - voelt iedereen zich goed bij de keuze die werd gemaakt? - waarop baseerden jullie de keuze? - werd met ieders mening rekening gehouden? - kwamen bepaalde stereotiepen aan bod? - betrapten jullie je op bepaalde vooroordelen? tekst: Wat fijn; je hebt de eerste prijs gewonnen in een wedstrijd. Jij mag op reis, met de Oriënt Express, helemaal naar Peking. Dat betekent 12 dagen en nachten in de trein. In een luxueuze coupé, samen met drie andere mensen uit de groep. Maar aangezien het grote coupé’s zijn zullen nog drie andere mensen jullie gezelschap vervoegen. Deze drie mag je kiezen uit een lijstje van 10 heel verschillende personen die je hier beneden vindt. Duidt de drie mensen van jouw voorkeur aan in de lijst. Vorm vervolgens een groepje met vier en beslis met welke drie andere, onbekende personen jullie de coupé zullen delen.
0 een jonge, Boeddhistische monnik uit Tibet 0 een zakenman met laptop en gsm 0 een Nederlandse, radicale feministe 0 een Koerdische vluchteling die in België woont 0 een jonge, Afrikaanse vrouw met haar baby 0 een Waalse huisvrouw die geen Nederlands spreekt 0 een Britse Skinhead die veel bier drinkt 0 een Ghanese prostituee uit Antwerpen 0 een jonge kunstenaar die met HIV besmet is 0 een getatoeëerde bodybuilder die filosofie studeert
39
NIVEAU R – WERKBROCHURE
Abigail Doel: De vooroordelen van de jongeren (en waarden en normen) aan de oppervlakte brengen. Verschillende vooroordelen en waarden- en normensystemen van de verschillende kandidaten tegenover elkaar plaatsen. Kandidaten bewust maken van beperkte tolerantie. Kandidaten bewust maken van vooroordelen Werkwijze : Verdeel de groep in subgroepen van 6 tot 8 personen. Per subgroep is een begeleider nodig. De groepen gaan samen zitten in aparte ruimtes. Elk van de deelnemers ontvangt een kopie van het verhaal waarna de begeleiders het verhaal neutraal voorlezen. De deelnemers krijgen nu de opdracht om individueel een keuze te maken van wie ze zelf het beste en het slechtste personage vinden in dit verhaal. Na hun individuele keuze moeten de deelnemers in hun respectievelijke groep volgende opdrachten vervullen : - de individuele keuzes bekend maken en ze motiveren. - de keuzes en motivaties tegenover elkaar afwegen en naar gelijkenissen zoeken - met de groep tot een consensus komen. De begeleiders leiden de discussies en brengen zo nodig nieuwe gespreksstof aan. Lukt de discussie niet zo goed, dan wordt gevraagd om op de personen uit het verhaal waarden of normen te plakken en aan de hand hiervan naar beste of slechtste waarde of norm te rangschikken. Tips voor de spelleiders: Vaak zal de groep niet in staat zijn om tot een gemeenschappelijke lijst te komen. Die gemeenschappelijke lijst is niet het doel van het spel. Je mag hen niet verplichten om met een gemeenschappelijke lijst naar buiten te komen, anders komen ze misschien tot een vals compromis. Het is zeker zo interessant, zoniet interessanter om na te gaan waarom het zo moeilijk is om tot een compromis te komen. Tijdens de discussie is het belangrijk dat iedereen respect blijft hebben voor elkaar. De nadruk ligt op het feit dat iedereen discussieert naar wat volgens hem een belangrijke waarde of norm is die hij /zij kent, mee is groot gebracht. Zorg dat de kandidaten elkaar niet gaan veroordelen op een bepaald argument, want dat raakt je diepste zijn, is jouw overtuiging. De vraag is veeleer: vanwaar komt die overtuiging. (op waarden of normen, meegegeven door opvoeding, wordt tijdens de nabespreking dieper ingegaan) Misschien krijg je de opmerking dat je te weinig informatie hebt gegeven in het verhaal. Maak dan duidelijk dat dit in het echte leven ook zo is. (nieuwe mensen leren kennen, verhalen horen vertellen, het nieuws dat we dagelijks te horen krijgen). het verschil tussen waarden en normen: Normen en waarden Normen en waarden worden altijd samen genoemd alsof ze hetzelfde betekenen. Zoals je ziet zijn ze wel verschillend. Er is echter wel een samenhang. Normen worden geïnspireerd en bepaald door waarden. Normen en regels dienen dienstbaar te zijn aan waarden, aan wat het pragmatische overstijgt en niet omgekeerd. NORMEN * Van Dale regels en richtsnoer, verwijst naar normaal = overeenkomstig de regel
* normen verwijzen naar GRENZEN Er is meestal sprake van negatief begrenzend * normen kunnen in principe voor 100 % bereikt worden * normen kun je NAleven * normen kan je leren : bv. verkeersregels van buiten leren * naleving van normen kan aan instanties gedelegeerd worden. Institutionalisering heeft zin. * Normen kunnen in overleg autonoom worden beslist
WAARDEN * Van Dale de betekenis die iets heeft als bezit of ruilobject de betekenis die iets heeft in zedelijk, geestelijk of esthetisch opzicht of door persoonlijke betrekking Het deugdelijke * waarden worden als DEUGDEN beschouwd Ze hebben een positieve richting in zich * waarden zijn morele perspectieven die grenzeloos zijn en niet voor 100 % bereikt kunnen worden * je kan NAAR waarden leven * waarden moeten worden voorgeleefd * Institutionalisering heeft geen zin. Waarden lichten op via persoonlijk contact * waarden behoren tot het domein van de heteronomie :
40
NIVEAU R – WERKBROCHURE
* normen zijn er altijd omwille van iets anders * over normen kan worden vergaderd
je iets laten gezeggen door de a/Ander * waarden als deugden geven een perspectief aan niet meer omwille van iets anders * over waarden kan worden verteld
Evaluatie : De lijsten van de verschillende groepen zijn de basis van de discussie. Het vergelijken van die lijsten is een goede manier om de discussie op gang te brengen. Door bijkomende vragen te stellen kan je de discussie meer inhoud geven : Door welke factoren wordt jouw persoonlijke keuze beïnvloed? Waarom is de groep niet tot een compromis gekomen? Wat was het moeilijkste van deze opdracht? Wat waren de feitelijke en emotionele argumenten? Waarom precies die argumenten? Het verhaal van Abigail: Abigail houdt zielsveel van John, maar die woont aan de andere kant van een gevaarlijke rivier. Alle bruggen zijn ingestort door een grote storm en de enige manier om het water over te steken is per boot. Deze boot is eigendom van Sinbad. Wanneer Abigail aan Sinbad vraagt om haar over te brengen, wil hij dit wel doen, maar enkel als Abigail met hem naar bed gaat. Abigail gaat te rade bij haar moeder, maar die zegt dat ze hier niet kan op antwoorden. Dit moet Abigail zelf beslissen. Uiteindelijk gaat Abigail naar Sinbad en gaat vervolgens met hem naar bed. Eénmaal aan de overkant loopt ze naar haar geliefde John en vertelt wat ze deed om hem te bereiken. John is razend en zet Abigail op straat. Dan ontmoet Abigail Tom, een oude vriend van John. Na het verhaal te hebben vertelt, gaat Tom op zoek naar John. Hij takelt John verschrikkelijk toe terwijl Abigail tevreden toekijkt. Tom en Abigail gaan samen weg. A. Maak eerst een rangschikking : welke personages vind je persoonlijk de beste en de slechtste in dit verhaal ? 1. 2. 3. 4. 5. B. Overleg met de groep en kom tot een consensus . 1. 2. 3. 4. 5.
41
NIVEAU R – WERKBROCHURE
COLOFON
Een product van: Jeugd & Vrede vzw Kon. Astridlaan 160 2800 Mechelen tel. 015/43 56 96 – fax 015/43 56 97
[email protected] Jeugd & vrede is een pluralistische jeugddienst die werkt rond vredesopvoeding. Onder vredesopvoeding worden zes grote thema’s begrepen: pesten, kinderrechten, geweld, verdraagzaamheid, herinneringseducatie en mondiale vorming. Het ruime aanbod van producten en projecten dat Jeugd & Vrede vzw aanbiedt zijn allen opgebouwd rond één van deze vredesthema’s. Daarnaast maakt de opleiding en vorming van begeleiders een belangrijk aspect uit van de werking. Voor meer informatie over Jeugd & Vrede: surf naar www.jeugdenvrede.be.
Realisatie: conceptontwikkeling: Renate Kerkhofs film: Jo Coune voor A frog with milk programmeur: Filip Van Eynde ontwerp cover: Nance Buys tekeningen: Edwin Gebruers tekeningen Niveau 3 – Gestript: Nance Buys foto's: Renate Kerkhofs
Met de steun van: Integratiedienst Stad Lokeren
Met dank aan:
Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding
OKAN Sint-Guido Anderlecht
En aan iedereen die poseerde, acteerde, uitprobeerde of informatie deelde!
42