Functienaam Salarisschaal
brede LD-functie/docent bovenbouw Havo/Vwo LD
Functiebeschrijving inclusief competenties Context De werkzaamheden worden uitgevoerd in de sector bovenbouw van het Havo/Vwo volgens het op Het Vlier geldende onderwijsconcept (zie bijlage) . De docent werkt in een vakgroep, in een profiel, in een team, in de school en is breed inzetbaar. De vakgroep is verantwoordelijk voor de vakinhoudelijke ontwikkeling, de profielgroep is verantwoordelijk voor de vakoverstijgende ontwikkelingen en voor de ordening, afstemming en samenhang van de verschillende activiteiten binnen het profiel, de school levert het onderwijsconcept en de daarbij behorende randvoorwaarden. De doelen van de teams zijn het verbeteren van de personeelszorg, verbeteren van de leerlingzorg en het functioneren als platform voor onderwijskundig en organisatorisch overleg. De docent levert op alle niveaus actieve en inhoudelijke bijdragen. De docent stimuleert de leerling tot (leren) leren, speelt in op de leefwereld van leerlingen in de verschillende leeftijdsgroepen in de verschillende onderwijsvormen (Havo, Atheneum, Gymnasium) en begeleidt leerlingen met meervoudige ontwikkelingsproblemen en met verschillende culturele achtergronden, draagt mede zorg voor de ontwikkeling van het curriculum en de afstemming van de onderwijsactiviteiten binnen de vakgroep, het profiel en de instelling, initieert, in overleg met de leiding, structurele contacten die bijdragen aan de ontwikkeling van de leerlingen, neemt initiatieven die structureel bijdragen aan de samenwerking binnen de school en de instelling en aan de samenwerking met andere onderwijsinstellingen en is actief in de beheersing, verdieping en verbreding van de vakinhoudelijke en -didactische kennis en vaardigheden in meerjarig perspectief. De LD-docent heeft een leergierige onderzoekshabitus, is gericht op levenslang leren binnen het vakgebied en is een inspirerend docent voor leerlingen en collega’s. Werkzaamheden 1. Draagt zorg voor het geven van onderwijs en zorg voor de ontwikkeling van het meerjarencurriculum en de afstemming van de onderwijsactiviteiten binnen de vakgroep en het profiel door: - het in de bovenbouw van het Havo/Vwo volledig verzorgen van het onderwijsleerproces binnen het vak en het profiel (v.w.b. vakoverstijgende onderdelen) conform het door de school ingestelde concept; - het samenstellen van praktische opdrachten en toetsen en het begeleiden van leerlingen bij het uitvoeren van praktische opdrachten en van vakoverstijgende profielwerkstukken; - het zorg dragen voor het opstellen, afstemmen, uitwerken en evalueren van een meerjarencurriculum (vak, leerjaren, profiel, begeleiding) en het daarvoor selecteren of ontwikkelen van doelstellingen, rekening houdend met de profielgedachte; - het selecteren van middelen, methoden en bronnen voor de realisatie daarvan; - het plaatsen van de onderdelen van een leerlijn in een voor het vak en voor het profiel effectieve volgorde; - het vaststellen van tussentijdse leerdoelen per periode of lessencyclus en het volgens de jaaragenda uitvoeren van de administratieve handelingen die daarmee verbonden zijn; - het, bij het vaststellen en realiseren van de leerdoelen, rekening houden met de deelnemerspopulatie; - het overleggen met docenten van voorafgaand (onderbouwlocaties) en vervolgonderwijs (hbo en wo) over de afstemming van de onderwijsprogramma’s en het realiseren van doorlopende leerlijnen gericht op de aansluiting onderbouw – bovenbouw en de aansluiting tussen de bovenbouw en het tertiair onderwijs; - het kennis nemen van de verslagen van de klankbordgroepen en leerlingenenquêtes en het bespreken daarvan binnen vergaderingen van de vakgroep, het profiel en van het team.
Functiebouwwerk Het Vlier
versie: 10 februari 2010
Pagina 1 van 5
2. Is actief in de beheersing, verdieping en verbreding van de vakinhoudelijke en -didactische kennis en vaardigheden in het vakgebied door: - het fungeren als vraagbaak en voorbeeld voor anderen; - het optreden als begeleider en coach voor minder ervaren collega’s; - het benoemen van noodzakelijke veranderingen binnen het vak en het profiel en aankaarten daarvan binnen de vakgroep, het profiel en bij de teamleider; - het op basis van herziene of nieuwe onderwijsdoelen maken van een passende selectie van kennis en toe te passen vaardigheden uit de recente vakliteratuur; - het implementeren van de voor het havo/vwo vastgestelde onderwijsdoelen; - het interpreteren van onderwijsvragen op vakinhoudelijke en vakdidactische aspecten en het aandragen van oplossingen voor problemen; - het interpreteren van veranderingen in de samenleving en de gevolgen daarvan voor het onderwijs en het leveren van en bijdrage aan vernieuwende voorstellen; - het experimenteren met andere werkwijzen, al dan niet op uitnodiging van anderen; - het desgevraagd deelnemen aan vakoverstijgende samenwerkingsverbanden; - het duidelijk kunnen benoemen welke factoren binnen de school en de instelling een positieve bijdrage kunnen leveren aan een bepaalde vernieuwing; - het duidelijk kunnen aangeven met welke concrete acties weerstanden tegen vernieuwing overwonnen kunnen worden; - het op de hoogte zijn van recente ontwikkelingen op onderwijskundig en pedagogisch – didactisch gebied en het hebben van de bereidheid deze te bespreken en toe te passen; - het bijhouden van vakliteratuur en het op grond daarvan leveren van concrete bijdragen ten behoeve van de onderwijskundige meningsvorming binnen de vakgroep, het team en het docentencorps; - het bezoeken van nascholingsbijeenkomsten en congressen waar belangwekkende ontwikkelingen binnen het eigen of enig verwant vakgebied aan de orde komen; - het delen en vertalen van extern verworven kennis naar de vakgroep en anderen en naar de praktijk van alledag. 3. Initieert, indien nodig in overleg met de leiding, structurele contacten die bijdragen aan de ontwikkeling van de leerlingen door: - het voeren van gesprekken met leerlingen en ouders over welbevinden, resultaten, studievoortgang, de door de leerling gemaakte en te maken keuzes in het heden en over zijn toekomst, de maatschappelijke stage, eventuele problemen en over conflictsituaties; - het afstemmen van het eigen taalgebruik op de gesprekspartners door rekening te houden met hun achtergrond; - het signaleren van problemen van algemene en specifieke aard en deze aankaarten bij en bespreken met de leerling, de ouders of deskundigen binnen en eventueel buiten de school en de instelling; - het leveren van een voorbereide en actieve bijdrage aan leerling- en groepsbesprekingen; - het deelnemen aan het overleg met voorgaand en vervolgonderwijs om te komen tot onderlinge afstemming van het onderwijsaanbod in het perspectief van doorlopende leerlijnen; - het leveren van een bijdrage aan voorlichtings- en buitenschoolse activiteiten. 4. Neemt initiatieven die structureel bijdragen aan de samenwerking binnen de school en de instelling en aan de samenwerking met andere onderwijsinstellingen door: - actief deel te nemen aan werk- en projectoverleg binnen de school en de instelling; - het mede initiëren van overleg en samenwerking tussen docenten binnen de school en de instelling; - het leiding geven aan de opzet, ontwikkeling en voortgang van kleinschalige projecten; - het vragen van feedback aan collega’s, leerlingen en de eigen teamleider; - collega’s te voorzien van gevraagde en ongevraagde feedback; - het bespreken van de eigen aanpak met collega’s en het delen van kennis en andere bekwaamheden.
Functiebouwwerk Het Vlier
versie: 10 februari 2010
Pagina 2 van 5
5. Levert een bijdrage aan de kwaliteitszorg en de ontwikkeling van de school, o.a. door: - mee te werken aan enquêtes en onderzoeken; - de bepalingen over toetsen in het eindexamenreglement correct toe te passen; - de resultaten van de eigen leerlingen (schoolexamen en centraal examen) te analyseren en in de vakgroep te bespreken; - systematisch na te gaan of de onderwijsdoelen bereikt worden (plan, do, check, act); - de kwaliteit en het rendement van het eigen werk te onderzoeken en, indien nodig, acties te ondernemen om de kwaliteit en het rendement te verbeteren; - te tonen dat hij zich opstelt als bewaker van de kwaliteit van de schoolexamens; - mee te denken met de schoolorganisatie en daarvoor verantwoordelijkheid te nemen; - op de hoogte te zijn van de regelingen van de school. 6.
Levert een actieve bijdrage aan de eigen ontwikkeling door: - met eigen bijdragen deel te nemen aan vakgroep- en andere vergaderingen, bijvoorbeeld over het profielwerkstuk; - het vragen en geven van feedback aan collega’s; - het hebben van inzicht in de eigen sterktes en zwaktes en op basis hiervan acties te ondernemen om eigen kennis, vaardigheden en attitudes te vergroten of te verbeteren; - het ook op verzoek deelnemen aan scholing: vakinhoudelijk, didactisch, ict, projecten, mentoraat, onderzoeksvaardigheden (zie punt 5, 5e streeje), overige.
7. Stimuleert de leerlingen tot het leren leren door: - het ontwerpen en gebruiken van uitdagende (ook contextverbonden) opdrachten die de leerlingen stimuleren om zelf invulling te geven aan hun leerproces; - het aandragen van vraagstukken die stimuleren tot het zelf verzamelen en toepassen van kennis; - het, mede op basis van de reacties van leerlingen, komen tot realisatie van leerdoelen; - de leerlingen te leren goed na te denken over hun eigen onderwijsvragen en te stimuleren dat zij deze op school stellen, zowel in C-tijd als in K-tijd; - het actief en bewust inspelen op verschillen in motivatie en capaciteiten van leerlingen (ook indien verschillende leerjaren binnen één groep geplaatst zijn, zoals in K-tijd); - het actief inspelen op de problemen van de leerlingen en het formuleren van een aanbod (in de beide soorten contacttijd) dat daarmee verbonden is; - het adequaat bijsturen van een groep die onvoldoende taakgericht is; - het hanteren van een verscheidenheid aan werkvormen; - het stimuleren van onderlinge samenwerking; - het, in moeilijke groepen, bespreekbaar maken van de effecten van het gedrag van de leerlingen; - het laten reguleren van het eigen groepsgedrag van leerlingen; - de leerlingen te stimuleren het eigen leerproces te plannen en in te vullen en dit adequaat te begeleiden; - het geregeld controleren van de vorderingen van leerlingen en het plegen van interventies als leerlingen dreigen achter te raken; - het zorgen voor een actieve deelname van iedere leerling aan het leerproces; - voortdurend te controleren op begrip, - specifieke aandacht te besteden aan leerlingen die meer kunnen en willen en aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben; - te zorgen voor een uitdagende werkomgeving (het hebben en uitspreken van positieve verwachtingen, positieve en persoonlijke aandacht, positieve onderlinge omgang, een voor leerlingen prettig werkklimaat tijdens de lessen, het stellen van realistische eisen, zorgen voor boeiende lessen en afwisseling, het prikkelen van nieuwsgierigheid en het stimuleren van leergierigheid). 8. Speelt in op de leefwereld van leerlingen in verschillende leeftijdsgroepen in de verschillende onderwijsvormen en begeleidt leerlingen met complexe problemen en met verschillende culturele achtergronden door: - het aanspreken en stimuleren van leerlingen op een bij hun leefwereld en afdeling passende manier;
Functiebouwwerk Het Vlier
versie: 10 februari 2010
Pagina 3 van 5
-
het intensief uitvoeren van alle taken die verbonden zijn met het mentoraat; het integreren van werkafspraken en behandelplannen in de eigen praktijk; het signaleren en bespreekbaar maken van probleemsituaties en deze aankaarten bij de personen die daartoe binnen de school zijn aangewezen; het zonodig (doen) inschakelen van interne en/of externe deskundigen; in voorkomende situaties in te spelen op de extra taalbehoeften van de leerlingen.
9. Levert een bijdrage aan overige activiteiten voor de leerlingen door: - het onderhouden van contacten met leerlingen en ouders of verzorgers; - het mede verzorgen van ouderavonden e.d.; - het leveren van een bijdrage aan (het bezoeken van) voorlichtingsactiviteiten. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden - de docent legt verantwoording af aan de teamleider over het stimuleren van de leerlingen tot leren leren, het realiseren van de leerdoelen, de ontwikkeling van het curriculum en het coachen van docenten; - de docent verricht werkzaamheden binnen het vastgestelde onderwijsbeleid en onderwijsprogrammering van de school en van de instelling; - de docent neemt beslissingen bij het stimuleren van het leerproces van de leerlingen, het inspelen op de leefwereld van meerdere leeftijdsgroepen en het begeleiden van leerlingen met meervoudige ontwikkelingsproblemen en met verschillende culturele achtergronden, de ontwikkeling van het curriculum en de afstemming van de onderwijsactiviteiten binnen de eigen school en de instelling en het nemen van initiatieven die structureel bijdragen aan de samenwerking binnen de school, de instelling en aan de samenwerking met andere onderwijsinstellingen. Kennis en vaardigheden - een eerstegraads bevoegdheid voor het vak waarvoor men is aangesteld; - brede en verdiepte vakinhoudelijke en vakdidactische en pedagogische kennis en vaardigheden van het eigen vakgebied; - vakinhoudelijke en vakdidactische kennis van andere vakken en vakgebieden die deel uitmaken van het profiel; - verdiepte en actuele kennis van pedagogische en didactische werkvormen en de bekwaamheid de voor het werkgebied relevante kennis en vaardigheden over te dragen; - de intentie en het vermogen kennis en vaardigheden die relevant zijn voor de school van buiten naar binnen te halen en deze toegankelijk te maken binnen de vakgroep en het eigen onderwijsaanbod; - sturing geven aan vakinhoudelijke ontwikkeling en hiertoe productief samenwerken; - kennis van verschillende (culturele) achtergronden en vaardigheid in het omgaan met ouders en leerlingen van verschillende (culturele) achtergronden; - inzicht en kennis van de taak, organisatie en werkwijze van de eigen school en de eigen instelling; - het motiveren van individuen en groepen, rekening houdend met leeftijd en niveau (afdeling en profiel); - inzicht in en kennis van de mogelijkheden van de zorgstructuur binnen de school, de instelling en van hulpverleningsinstanties; - vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden; - communicatieve vaardigheden; - invoelingsvermogen en sociale vaardigheden; - bereid en in staat zijn om op zijn eigen werk te reflecteren en het werk van anderen van feed-back te voorzien; - ICT-vaardig: een goede beheersing van Vocus, Office, Groupwise, Internet, Teletop en alle overige applicaties die de schoolleiding in verband met het onderwijs en de organisatie noodzakelijk acht. Contacten - met minder ervaren en met ervaren docenten om hen te begeleiden/coachen; - met vakcollega’s in onder- en bovenbouw om het werk te bespreken (doorlopende leerlijnen, aanpak, didactiek, voorbeelden, overige);
Functiebouwwerk Het Vlier
versie: 10 februari 2010
Pagina 4 van 5
-
-
-
met docenten binnen het vakgebied en binnen het profiel over hun en eigen ideeën en werkwijzen om tot verbetering of vernieuwing te komen; met lesondersteunend personeel om hen aan te sturen; met stagiaires om hen te begeleiden; met startende docenten om specifieke kennis en vaardigheden over te dragen; met leerlingen over studievoortgang en gedrag, om te begeleiden, tot betere studieresultaten te komen, te corrigeren, af te stemmen en te inspireren en te komen tot een passende studiekeuze in het vervolgonderwijs; met ouders over vorderingen, leerproces en probleemsituaties in de context van de school; met deskundigen en vertegenwoordigers van de maatschappelijke omgeving over leer- en opvoedingsmoeilijkheden om tot oplossingsrichtingen te komen; met het aanleverend- en vervolgonderwijs over wensen/eisen ten aanzien van lesprogramma’s om afstemming te verkrijgen in het perspectief van doorlopende leerlijnen; met leidinggevenden en collega’s binnen en buiten de eigen opleiding en in project- en/of werkgroepen over onderwijsprogramma’s en onderwijsvernieuwing om tot onderlinge afstemming te komen.
Functiebouwwerk Het Vlier
versie: 10 februari 2010
Pagina 5 van 5