Inleidingen/Workshops AOb/CvE havo/vwo-examenconferentie 7 april 2011 Plenaire inleidingen: Opening Albert van der Meer, sectorbestuur-vo AOb Henk den Boer, Inspectie van het Onderwijs: Actuele ontwikkelingen rond de (eind)examens havo/vwo De inspectie gaat in een korte presentatie in op de resultaten van de examens havo/vwo 2010, de verschillen tussen de cijfers voor schoolexamen en centraal examen en de opbrengstenkaart 2011. Tevens wordt aandacht besteed aan de escalatieladder en de consequenties van meerjarig grote verschillen. Verder passeren een aantal onderwerpen de revue die actueel zijn voor de examens havo en vwo, waaronder tweede correctie en verscherpte slaag/zaknormen. De presentatie wordt afgesloten met een kort overzicht van de meest actuele ontwikkelingen in beleid en in toezicht die relevant zijn voor (de examens in) havo en vwo. Nynke de Boer, College voor Examens: Digitale Examens Digitale centrale examens bieden voor een aantal vakken in het havo/vwo veel voordelen. Leerlingen ervaren de mogelijkheden vaak als positief en ook scholen zijn over het algemeen enthousiast. Bij het organiseren van digitale examens komt daarentegen weer wat meer kijken. Het College voor Examens heeft ten aanzien van de digitale examens een beleid ontwikkeld, dat tijdens deze presentatie wordt toegelicht. Volgens welk tijdpad worden de digitale examens ingevoerd? Wat zijn de praktijkeffecten van het beleid voor scholen? En hoe kunnen scholen zich hier het beste op voorbereiden? Bestaande en geplande projecten op vmbo BB/KB, vmbo GL/TL, havo en vwo worden besproken. Maar ook thema's als de
organisatie, de software en de geheimhouding van digitale examens worden belicht.
Omschrijving workshops AOb/CvE havo/vwo-examenconferentie 7 april 2011 Workshop 1: Het Rekenen Getoetst Henk van der Kooij, Freudenthal Instituut In haar brief van 21 mei 2010 schrijft de toenmalige staatssecretaris en huidige minister van OC&W over de rekentoets voor havo en vwo die referentieniveau 3F als uitgangspunt heeft: Deze rekentoets zal vanaf schooljaar 2013-2014 een onderdeel zijn van het eindexamen. Welke regels precies gaan gelden rondom de afname, herkansingen en de uitslagregeling zal in de loop van het schooljaar 2010-2011 bepaald worden op grond van onderzoeken, proeftoetsen en monitors Er wordt op veel fronten hard gewerkt om voor het einde van het lopende schooljaar meer helderheid te kunnen verstrekken. Daarbij gaat het zeker niet alleen over de inrichting van de examinering, maar zeker ook over het onderwijs wat daaraan moet voorafgaan. Toetswijzercommissies zijn onder leiding van SLO bezig een document te maken dat docenten helpt het onderwijs gestalte te geven en toetsconstructeurs handvatten biedt voor de ontwikkeling van de toetsen; bij Cito worden pilots uitgevoerd met rekentoetsen; in havo C&M loopt een project rekenlessen voor leerlingen die geen wiskunde hebben gekozen. Verder is discussie over Rekenen in andere vakken dan alleen wiskunde gaande, omdat het onderhouden van vaardigheden op het gebied van functioneel rekenen zeker ook een aandachtspunt moet zijn binnen een aantal andere vakken. Voor begin april zullen veel van deze initiatieven zover op gang zijn dat er nuttige informatie over valt te geven. In deze werkgroep wordt u enerzijds geïnformeerd over de stand van
zaken op dat moment en anderzijds uitgenodigd om mee te denken en praten over het leren en onderhouden van de vereiste rekenvaardigheden op het niveau 3F. Workshop 2: Geletterdheid in het vo: risico's en mogelijkheden Piet Litjens Instituut voor Taalonderzoek en Taalonderwijs Anderstaligen (ITTA) In deze workshop staan centraal de didactiek van het lezen: lezen als doel in het taalonderwijs en als instructiemiddel in het vakkenonderwijs. Het referentieniveau Taal in verband met het nieuwe (eind)examen havo/vwo is daarbij een leidend instrument. In de workshop komen de volgende onderwerpen aan de orde: ° taalniveaubewustzijn docenten ° onderwijs in lezen ° woordenschatontwikkeling ° lezen in het onderwijs ° leesproblemen en dyslexie. Als werkmateriaal gebruik ik teksten uit de examens havo en vwo voor de vakken wiskunde, aardrijkskunde en economie. Centrale vraag: Wat doet de docent Nederlands en wat de vakdocent? Workshop 3: Normering van het CSE in het vo Ameling Algra,College voor Examens De normering van de centrale examens in het voortgezet onderwijs. Iedere docent in de examenklas is ermee vertrouwd: de normeringsterm, of N-term. Iedereen weet dat hij niet meer kan mikken op een 5,5 – het cijfer is bij de correctie nog ongewis. Sommigen denken zelfs dat dat de bedoeling van de N-term is. En velen vragen zich af hoe het CvE met Cito tot de N-term komt. Of klakkeloos een dalend of misschien stijgend niveau van de groep leerlingen wordt gevolgd. En als dat niet zo is, hoe het CvE dat dan voorkomt. Waarom het CvE niet van te voren de N-term kan vaststellen. Sommigen vragen zich af waarom in de formules een paar rare knikken moeten zitten, waarom niet voor een vloeiende lijn wordt gekozen. Of willen wel eens nauwkeurig weten hoe het CvE bij de normering omgaat met onvolkomenheden. Over het hoe en waarom van de N-term, de historie van de N-term, de werking en wijze van vaststelling, de reden voor een lelijke knikgrafiek en welke andere vragen dan ook die u over de normering van de centrale examens hebt, spreekt u in deze workshop met Ameling Algra van het College voor Examens. Ook de vraag wat de normeringssystematiek van de centrale examens betekent voor het schoolexamen kan in het gesprek
aan de orde komen. Welke elementen zijn ook voor scholen bruikbaar, wat kan of hoeft een school in zijn schoolexamen niet te doen, kan je als school met een wisselende normeringsterm bij het centraal examen wel zorgen dat je voldoet aan de nieuwe eisen waarbij een groot verschil tussen de cijfers voor beide kennelijk verdacht is? Workshop 4: Pilot “Naar een ander examen Nederlands havo en vwo” Mogelijkheden en moeilijkheden CE schrijfvaardigheid Freya Martin, College voor Examens Brede zorg over de kwaliteit van de toetsing en de taalvaardigheid van studenten in het hoger onderwijs hebben in 2007 geleid tot de start van een pilot ‘gedocumenteerd schrijven’. Hierbij werd zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de toetspraktijk op scholen. De eerste fase van de pilot vond plaats in het schooljaar 2008/2009 in samenwerking met tien scholen, die een schrijfopdracht als SE afnamen bij 5 havo-, 5 vwo- en 6 vwo-leerlingen. De schrijfopdracht werd zowel door docenten als leerlingen over het algemeen goed ontvangen. Maar hoewel het analytische beoordelingsmodel met grote zorg was opgesteld, bleken de verschillen in de beoordeling van de werkstukken door correctoren groot. Nader onderzoek was noodzakelijk. De mogelijkheden van een globaal correctievoorschrift werden verkend. In deze workshop worden de mogelijkheden en de moeilijkheden van de invoering van een centraal examen schrijfvaardigheid havo/vwo besproken aan de hand van materiaal van de pilot ‘gedocumenteerd schrijven’. Ingegaan wordt ondermeer op correctieproblematiek, de betrouwbaarheid van de toets en mogelijke invoeringsscenario’s. Workshop 5: Eerste en tweede correctie Centraal Examen havo en vwo Ronde 1: alfa en gammavakken Ronde 2: exacte vakken Margriet Hielkema en Jacqueline Wooning, College voor Examens Op het corrigeren van het Centraal Examen kan een docent zich ogenschijnlijk nauwelijks voorbereiden. Bij het openen van de examens op de dag van afname zie je de vragen voor het eerst en na afname ontvang je pas het correctievoorschrift. Ervaren docenten zullen waarschijnlijk
meteen doorbladeren naar het beoordelingsmodel. De regelgeving die daaraan voorafgaat, slaan ze vaak over. De minder ervaren docent doet misschien nog wel een poging om de regels in zich op te nemen, maar merkt al snel dat dit vooraf onbegonnen werk is. Al corrigerend heb je steeds meer het gevoel er alleen voor te staan, maar rijzen er wel vragen zoals: Klopt die vraag wel? Klopt dat antwoord wel? Behoort dit wel tot de examenstof? Hoe moet ik de scorepunten verdelen? Mag ik afwijken van het correctievoorschrift? Moet ik me houden aan afspraken uit de examenbespreking van de vakvereniging? Kan ik artikel 3.3 hier toepassen? Hoe zorg ik dat ik geen problemen krijg met de tweede corrector? Examencorrectie? Een heel gedoe! In de workshop wordt gesproken over de rol van de algemene en vakspecifieke regels bij het corrigeren van het Centraal Examen. En natuurlijk komt de mogelijkheid aan de orde die docenten hebben om in de examenperiode bij het CvE te rade te gaan. Docenten worden uitgenodigd om met voorbeelden uit de eigen ervaringen te komen en het CvE put uit een jarenlange expertise van de Examenlijn en contacten met vakinhoudelijke verenigingen rondom de correctie van examens. Workshop 6:
Je eerste examenklas: het CSE voor beginners Margriet Hielkema, College voor Examens
Je gaat voor het eerst een eindexamenklas voorbereiden op het Centraal Examen havo of vwo. Waar vind je de juiste informatie? Voor ervaren docenten is het soms al ingewikkeld, maar je zult maar voor het eerst je leerlingen moeten voorbereiden op het centraal examen. Altijd fijn als een collega je wegwijs maakt, maar soms is die collega er niet. Of je bent een ervaren docent en je wilt je jonge collega graag helpen. Dan wil je de informatie die je doorgeeft toch wel even checken. Welk examenprogramma geldt voor jouw leerlingen in dit specifieke jaar? Welk deel daarvan wordt getoetst in het centraal examen? Hoe gaat de correctie in haar werk? Hoe ga je om met de verschillende loyaliteiten bij het corrigeren? Wat kan je vakinhoudelijke vereniging voor je doen?
Deze workshop gaat over basisvragen rond het centraal examen. Het CvE heeft een rijke ervaring in het beantwoorden van vragen als hierboven, maar we laten ons ook graag verrassen door de vragen vanuit de deelnemers van deze workshop.