DIT IS HET CENTRAAL MUSEUM!
Kijkwijzer voor het voortgezet onderwijs bovenbouw HAVO/ VWO CKV
DIT IS HET CENTRAAL MUSEUM! Dit is de kijkwijzer bij de tentoonstelling Dit is het Centraal Museum! Deze kijkwijzer neemt je mee langs verschillende topstukken van het Centraal Museum die, van de middeleeuwen tot aan nu, in en rondom Utrecht zijn gemaakt. Als je aan kunst denkt, denk je vaak aan schilderijen. In deze tentoonstelling ontdek je dat er veel meer soorten kunst zijn. Natuurlijk kun je straks schilderijen bekijken, maar misschien ben jij meer geïnteresseerd in architectuur. Houd je meer van shoppen en de laatste mode? Ook dan ben je in het Centraal Museum op de juiste plek, want juist hier kun je de jurken van hedendaagse modeontwerpers als Viktor & Rolf in het echt bekijken!
HOE GEBRUIK JE DE KIJKWIJZER?
De voorloper van het Centraal Museum, het Stedelijk Museum van Oudheden, gevestigd in Het Hogeland (1838-1921). Foto: Centraal Museum
Weetje: Het Centraal Museum is 175 jaar oud en daarmee het oudste stedelijk museum van Nederland!
De kijkwijzer heeft een A- en B-versie. Kies je voor de A-versie? Dan loop je langs de kunstwerken van het middeleeuwse Utrecht (zaal 1) tot en met de Gouden Eeuw (zaal 4). Als je kiest voor de B-versie, dan start je bij de Patriottentijd (zaal 5) en eindig je bij de hedendaagse kunst (zaal 8). Natuurlijk kun je de kijkwijzer ook in zijn geheel maken! Er zijn twee verschillende soorten vragen: algemene vragen en verdiepingsvragen. Vragen met een * zijn verdiepingsvragen. Overleg met je docent welke versie en welke vragen je het beste kunt maken. En vergeet vooral niet goed rond te kijken en je favoriete kunstwerk uit deze tentoonstelling te kiezen! Je hebt dit kunstwerk namelijk nodig bij de eindopdracht.
Kijkwijzer voor HAVO/VWO Bovenbouw
Pagina 2 van 17
PLATTEGROND
Onderstaande plattegrond geeft de route aan door de tentoonstelling. VERSIE A VERSIE B
ZAAL 1
ZAAL 2
ZAAL 3
ZAAL 4
ZAAL 8
Kijkwijzer voor HAVO/VWO Bovenbouw
ZAAL 7
Pagina 3 van 17
ZAAL 5
ZAAL 6
ZAAL 1 UTRECHT VOOR DE REFORMATIE: 1000-1580 JAAR 1000
1300
Het Utrechts schip wordt gebouwd
Je bent nu in de zaal met de oudste kunstwerken van het Centraal Museum. Loop naar de maquette van de Domkerk in het midden van deze zaal. 1. Op welk kunstwerk zie je de Domtoren nog meer? Noem de maker, de titel en het jaartal.
In de verte zie je boven het Utrechtse landschap de Domtoren opdoemen. Hieraan zagen mensen dat Utrecht een bisdom is, de belangrijkste plaats voor de katholieke kerk in de Noordelijke Nederlanden. Aan het hoofd stond de bisschop. Door zijn hoogte is de prestigieuze Domtoren vanuit de hele stad te zien en herinnert zo de mensen aan het belang van het katholieke geloof.
Sint Maarten (Jan Nude, ca. 1450-1451). Foto: Centraal Museum
Weetje: De Domkerk is al 755 jaar oud en heeft een toren van 112 meter hoog. Daar past een gemiddeld huis zo’n 18 keer in!
Loop nu naar de Dombeelden van Jan Nude naast de maquette.
Aan het begin van de zestiende eeuw kwam er steeds meer protest tegen het katholieke geloof door de opkomst van de protestanten. Toen er in 1566 hongersnood uitbrak konden de protestanten de rijkdom van de katholieke kerk niet meer aanzien. De maat was vol en de protestanten bestormden en vernietigden katholieke kerken in wat later de Beeldenstorm wordt genoemd. De Domkerk werd op het nippertje gered, totdat de protestanten tijdens de reformatie in 1580 ook de Dom innamen. Vanaf toen mocht het katholieke geloof niet meer openbaar worden beoefend. De beelden die je hier ziet hebben de Beeldenstorm overleefd. Het beeld met de man op het paard stelt Sint Maarten voor, de patroonheilige van de Domkerk en de stad Utrecht. Voor een kreupele bedelaar snijdt Sint Maarten zijn rood gekleurde mantel in tweeën. Op de vloer van deze zaal zie je een illustratie over het leven van de Utrechtse schilder Jan van Scorel. Ga op de stip van de vloerillustratie staan.
Kijkwijzer voor HAVO/VWO Bovenbouw
Pagina 4 van 17
JAAR 1300
1321
1363
1321-1382 Bouw van de Domtoren
2b. Je kijkt nu naar het Drieluik met de intocht van Christus in Jeruzalem (ca. 1526). Op dit schilderij staat Sint Maarten afgebeeld. Waar staat hij en waaraan kun je dat zien?
1445
Gutenberg drukt het eerste boek in Europa
II. III.
Scorel was katholiek en ondernam een pelgrimstocht naar Jeruzalem. Tussen 1520 en 1523 verbleef hij ook in Rome. Scorel raakte daar geïnspireerd door beroemde Italiaanse schilders als Michelangelo en Rafaël. Zij schilderden in een nieuwe stijl die we kennen als de Renaissance. Toen Scorel terugkwam in de Noordelijke Nederlanden is hij in de vormentaal van de Italiaanse Renaissance gaan schilderen. Dit heeft veel invloed gehad op de schilderkunst in Utrecht en daarbuiten.
Kijkwijzer voor HAVO/VWO Bovenbouw
1566 1580 Beeldenstorm in Nederland
4*. Boven dit drieluik hangt het oudste schilderij van het museum Calvarieberg van Hendrik van Rijn (1363). Het is geschilderd in de middeleeuwen, voordat Scorel de Renaissancestijl naar het Noorden bracht. Noem drie verschillen tussen het schilderij van Scorel en dit werk uit 1363. (Let vooral op de houding van de figuren, de achtergrond, etc.) I.
3. In de verte ligt de stad Jeruzalem. Tegenwoordig kunnen we via internet bekijken hoe een stad eruitziet. In de tijd dat Scorel leefde ging dat niet zo gemakkelijk. Hoe wist Scorel toen hij dit schilderij maakte dat Jeruzalem er zo uitzag? Leg uit. (Tip! Kijk voor je antwoord goed naar de illustratie op de vloer)
1520 1523 1526
Pagina 5 van 17
ZAAL 2 UTRECHT NA DE REFORMATIE: 1580-1625 JAAR 1580
1592
1600
Afbeelding bij vraag 5a. Foto: Centraal Museum
In 1580 vindt in Utrecht de reformatie plaats. Niet de katholieken maar de protestanten kwamenaan de macht. Zoals je nu weet uit zaal 1 was het niet langer toegestaan om het katholieke geloof in het openbaar uit te oefenen. Toch werden er in Utrecht veel schilderijen met katholieke voorstellingen geschilderd voor in schuilkerken. Abraham Bloemaert was een schilder van katholieke voorstellingen. Hij wordt ook wel ‘de vader van de Utrechtse schilderschool’ genoemd omdat hij veel leerlingen opleidde tot succesvolle schilders. Net als Scorel reisden de leerlingen na hun opleiding naar Italië om zich daar verder te ontwikkelen. Eenmaal terug in Nederland vertelden de leerlingen aan hun meester wat ze in Italië geleerd hadden. Op deze manier leerde Bloemaert weer veel van zijn leerlingen en de Italiaanse schilderkunst, zonder dat hij zelf ooit in Italië was geweest! Kijkwijzer voor HAVO/VWO Bovenbouw
5a. Hoe heet het schilderij op de afbeelding? Noem de maker, de titel en het jaartal.
5b. Dergelijke afbeeldingen van gebeurtenissen die plaatsvonden rond de geboorte van Christus waren in de zeventiende eeuw heel populair. Was Bloemaert katholiek of protestants? Waarom denk je dat?
Pagina 6 van 17
JAAR 1600
1601
1602
1610
Oprichting van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC).
6. Links naast het schilderij uit vraag 5a. hangt Mercurius, Argus en Io (1592) dat ook door Bloemaert is gemaakt. Vind je de twee schilderijen op elkaar lijken? Waarom wel of niet? (Let bijvoorbeeld op het kleurgebruik en de houdingen van de figuren.)
Bloemaert schilderde de figuren expres in elegante poses met langgerekte en gedraaide lichamen. Deze schilderstijl wordt ook wel het maniërisme genoemd. De schilder Joachim Wtewael (dit spreek je uit als Uutewaal!) was net als Abraham Bloemaert een belangrijke Utrechtse schilder en stond bekend om zijn maniëristische schilderstijl. Loop naar het Zelfportret (1601) van Wtewael.
8. Schilderen was voor Wtewael een hobby. Geld om van te leven verdiende hij op een andere manier. Hoe denk je dat Wtewael zijn geld verdiende (Tip! Kijk naar de vloerillustratie.)
Wtewael was ook bestuurder en behoorde tot een zeer welvarende familie uit Utrecht. Deze bestuurdershadden de macht in handen en werden in de zeventiende en achttiende eeuw regenten genoemd. In zaal 4 vandeze tentoonstelling zie je hoe welvarend de regenten leefden! Weetje: De grote kast in deze zaal stond bij Joachim Wtewael thuis. Hij is dus meer dan 400 jaar oud! Wat zat er in de kast denk je?
7a. Naast hem hangt een portret van een vrouw. Waaraan kun je zien dat dit de vrouw van Wtewael was? (Tip! Let op de compositie van de handen.)
7b. Probeer eens met een klasgenoot je handen op dezelfde manier te draaien als het echtpaar Wtewael. Lukt het bijna niet? Dat is ook niet zo gek! Herken je de gekunstelde houding van het maniërisme?
Kijkwijzer voor HAVO/VWO Bovenbouw
Pagina 7 van 17
ZAAL 3 DE UTRECHTSE CARAVAGGISTEN: 1610-1630 JAAR 1610
1620 1621
1630
1620-1630 Bloeiperiode Utrechts caravaggisme
De zaal waarin je nu staat laat hoogtepunten uit de Utrechtse schilderkunst zien. De Utrechtse schilders reisden vanaf de zeventiende eeuw naar Rome. Daar zagen ze de revolutionaire schilderijen van de Italiaanse schilder Caravaggio. De Utrechtse schilders waren zo onder de indruk dat ze op dezelfde manier gingen schilderen. Zo brachten ze een nieuwe schilderstijl naar het Noorden!
10b. Kijk eens goed naar de vloerillustratie. Hoe komt het dat de kleuren van de afbeelding en het schilderij zo verschillen? I. II. III.
9. Waarom worden deze schilders de Utrechtse caravaggisten genoemd? 10c. Welk schilderij heeft jouw voorkeur? Waarom?
Loop nu eens naar de stip van de illustratie op de vloer. Het schilderij waar je nu voor staat heet De roeping van Mattheus (1621) van de schilder Hendrick ter Brugghen. Hij was één van de leerlingen van de schilder Abraham Bloemaert die je in de vorige zaal hebt kunnen zien.
Caravaggio is bekend vanwege de lichtwerking in zijn schilderijen. Dit zie je terug aan de afwisselend hele donkere en lichte stukken. Het lijkt net alsof de figuren in de spotlight staan! 11a. Hoe wordt deze lichtwerking ook wel genoemd? (Tip! Zoek je antwoord in de illustratie op de vloer.)
11b. Op welke drie schilderijen in deze zaal zie je deze schildertechniek terug? Noem de makers, de titels en de jaartallen. De roeping van Mattheus (Caravaggio, 1599-1600). Locatie: Contarelli kapel, San Luigi dei Francesi, Rome. Foto: Web Gallery of Art
Het schilderij op de afbeelding is van Caravaggio en heet precies hetzelfde! Toen Ter Brugghen in Italië was moet hij dit schilderij hebben gezien, want ze lijken veel op elkaar. Toch zijn er ook verschillen. 10a. Vergelijk het schilderij op de afbeelding en het schilderij op zaal. Wat zijn volgens jou de grootste verschillen? Leg uit. (Tip! Let op het kleurgebruik, het licht en de compositie.)
Kijkwijzer voor HAVO/VWO Bovenbouw
I. II. III. Weetje: De invloed van Caravaggio komt ook terug in het beroemde schilderij De Nachtwacht (1642) van Rembrandt van Rijn. Rembrandt is alleen nooit in Italië geweest! Hoe dat kan? Rembrandt heeft de schilderstijl van de Utrechtse caravaggisten ‘afgekeken’.
Pagina 8 van 17
ZAAL 4 REGENTEN EN ITALIANISANTEN: 1625-1780 JAAR 1630
1636
1642
1660
Stichting Universiteit van Utrecht
De kunstwerken die je hier ziet zijn allemaal gemaakt in de Gouden Eeuw; een periode van grote welvaart in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Loop naar de stip van de illustratie op de vloer. Dit poppenhuis is niet om mee te spelen, maar juist om mee te pronken bij familie en vrienden. Alleen welvarende huisvrouwen konden zich deze peperdure hobby veroorloven. Dit poppenhuis was van de rijke koopmansvrouw Petronella de la Court. Het duurde zeker 20 jaar voordat ze het pronkpoppenhuis had samengesteld. De inboedel liet ze in opdracht maken door ambachtslieden, zoals meubelmakers of goudsmeden. Het pronkpoppenhuis is een verkleinde, maar ook geïdealiseerde, weergave van een zeventiende eeuws huis aan de grachten van Amsterdam. 12. Als je dit huis vergelijkt met jouw eigen huis, welke kamer(s) mis je hier dan?
Poppenhuis (Anoniem, 1670-1690). Foto: Centraal Museum
14. Op de afbeelding zie je een kamer die we tegenwoordig niet meer in huis hebben. Hoe heet deze kamer? Omcirkel het juiste antwoord: A. Kunstkamer B. Saletkamer C. Kraamkamer
13*. Waarom denk je dat Petronella een geïdealiseerde versie van haar huishouden in het klein maakte? Leg uit.
Een museum zoals wij dat kennen bestond nog niet in de Gouden Eeuw. Rijke kooplieden en regenten (bestuurders van de stad) hadden vaak wel een kunstkamer waar ze kunstschatten en rariteiten verzamelden en bewaarden. Deze kamer is eigenlijk de voorganger van het hedendaagse museum. 15. Bedenk welke kamer de kunstkamer is. Wat voor kunstschatten en rariteiten zie je? Noem er drie. I. II. III.
Kijkwijzer voor HAVO/VWO Bovenbouw
Pagina 9 van 17
JAAR 1660
1674
1700
Tornado verwoest het middenschip van de Dom
Als het goed is zie je ook hele kleine landschapsschilderijtjes in de kunstkamer. Ze werden gemaakt door schilders die verliefd waren op de Italiaanse landschappen en de goudkleurige gloed van Italiaans zonlicht. Ze worden ook wel Italianisanten genoemd. Als je om je heen kijkt in deze zaal zie je ook landschapsschilderijen. 16a. Zoek een landschapsschilderij en schrijf de naam van de maker, de titel en het jaartal op.
16b. Sommige Italianisanten voelden zich zo verbonden met Italië dat ze hun naam veranderden in een Italiaanse variant. De schilder Jan Baptist Weenix signeerde zijn schilderijen bijvoorbeeld met de naam Giovanni Battista. Wat zou jouw Italiaanse naam zijn?
Kijkwijzer voor HAVO/VWO Bovenbouw
Pagina 10 van 17
ZAAL 5 PATRIOTTENTIJD, REVOLUTIE EN HERSTEL: 1780-1880 JAAR 1700
1713
1786 1787 1789 1800
Met de Vrede van Utrecht kwam een eind aan twee eeuwen godsdienstoorlogen.
De Franse revolutie, introductie van de leus: vrijheid, gelijkheid en broederschap
In deze zaal vind je werken die te maken hebben met de patriottentijd. De patriotten waren ontevreden burgers; ze wilden een democratisch bestuur in plaats van het erfelijke bewind van stadhouder Willem V. In 1786 kwamen de patriotten aan de macht in Utrecht. Dit was de eerste democratische revolutie in Europa. De stadhouder liet het er niet bij zitten en in 1787 liep de strijd uit op de slag bij Vreeswijk. Uiteindelijk wonnen de Utrechtse patriotten, maar niet zonder slachtoffers…
17b. Verbind de voorwerpen met de letters op de afbeelding.
Loop naar de vitrine in het midden van deze zaal.
2. Beide omgekomen patriotten werden gezien als helden en kregen een heldenbegrafenis, waarbij een lange stoet van rouwkoetsen door Utrecht trok. Op welk kunstwerk zie je deze rouwstoet? Schrijf de naam van de kunstenaar en het jaartal van de aquarel op.
17a. Van welke twee mannen waren de spullen die je hier ziet liggen? Waaraan kun je dat zien?
De spullen die je hier ziet liggen waren eigendom van deze mannen. Ze waren patriot en zijn gedood tijdens de slag bij Vreeswijk. Tijdens het gevecht droegen ze deze voorwerpen.
haarlokken met bloed besmeurde sjerpen patriotteninsigne
Loop nu naar het ontwerp van een grafmonument voor mr. Cornelis Govert Visscher. Verder dan dit ontwerp is het nooit gekomen, want uiteindelijk versloeg Willem V de patriotten en kwam hij toch weer aan de macht. Wil je weten hoe dit gegaan is? Ga dan op de stip van de illustratie staan.
D A
de pluim van een steek
Utrecht was ooit een Franse stad met Lodewijk Napoleon aan de macht. De patriotten stonden achter het gedachtegoed van de Franse revolutie dat luidde: ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’. De Russische tsaar Alexander I wilde Napoleon ten val brengen en werkte hiervoor samen met stadhouder Willem V.
B C
Afbeelding bij vraag 17b. Foto: Centraal Museum
Kijkwijzer voor HAVO/VWO Bovenbouw
Pagina 11 van 17
JAAR 1800
1813 1816
1848
1880
In de Nederlandse Grondwet worden regels voor de staatsinrichting en de grondrechten van de burgers vastgelegd.
De aankomst van de Kozakken in Utrecht in 1813 (Pieter Gerardus van Os, 1816). Foto: Centraal Museum
19. Kijk eens goed naar het schilderij De aankomst van de Kozakken in Utrecht in 1813 (1816) van de schilder Pieter Gerardus van Os. De mannen op het paard zijn de Kozakken. Zij komen het RussischPruisische leger aankondigen. De haan staat voor de Fransen. Wie moeten uiteindelijk vluchten uit Utrecht? Waaraan zie je dit?
Weetje: Het schilderij was een geschenk van de schilder P.G. van Os aan de Russische Tsaar Alexander I. De tsaar was zeer ingenomen met het schilderij en gaf Van Os als dank een ring met een diamant!
20. Kun je ontdekken hoe laat de aankomst van de Kozakken plaatsvond?
Kijkwijzer voor HAVO/VWO Bovenbouw
Pagina 12 van 17
ZAAL 6 MODERNITEIT: 1880-1945 JAAR 1880
Aan het einde van de negentiende eeuw verandert de stad Utrecht enorm. Dit komt onder andere door de industriële revolutie en het snel groeiende aantal inwoners. Een van die inwoners was de bekende ontwerper en architect Gerrit Rietveld.
1900
22b. De stoel is opgebouwd uit allerlei losse onderdelen, zoals een rechthoekige zitting en latten voor de armleuningen. Teken vier verschillende onderdelen los van elkaar.
Loop naar de illustratie op de vloer en ga op de stip staan. Je ziet hier een maquette van het Rietveld Schröderhuis. Het huis is ontworpen op verzoek van Truus SchröderSchräder en kwam tot stand dankzij een hechte samenwerking tussen Truus en Gerrit. Dit huis is opgebouwd uit glas, staal en gepleisterde witte wanden. Nergens zie je krullen of bloemetjesprints zoals in die tijd in de meeste huiselijke interieurs gebruikelijk was. 21a. Zou jij in het Rietveld Schröderhuis willen wonen? Waarom wel of niet? 22c. Voeg de losse onderdelen die je getekend hebt hieronder weer samen tot een nieuw meubel.
21b. Vergelijk het Rietveld Schröderhuis eens met de beroemde rood-blauwe stoel (1918). Wat zijn de overeenkomsten? Noem er drie. (Tip! Kijk goed naar de vloerillustratie.) I. II. III. Loop nu naar de twee Rietveldstoelen. 22a. Wat zijn de grootste verschillen tussen de twee stoelen? Noem er drie.
Weetje: Het Rietveld Schröderhuis is echt gebouwd en je kunt het hier in Utrecht bezoeken. Eind 2000 plaatste UNESCO het huis op de Werelderfgoedlijst!
I. II. III.
Kijkwijzer voor HAVO/VWO Bovenbouw
Pagina 13 van 17
JAAR 1900
1914 1918
1935
1914-1918 Eerste Wereldoorlog
1940
1945
1940-1945 Tweede Wereldoorlog
Afbeelding bij vraag 23a. Foto: Centraal Museum
Na de Eerste Wereldoorlog breken kunstenaars met de regels en wetten van de traditionele kunst. Die regels staan volgens hen alleen maar in de weg. Kunst moet volgens de moderne kunstenaar de opbouw van een betere toekomst versnellen. Kunstenaars gaan daarom op zoek naar regels die voor iedereen gelden. Kunst wordt zodoende steeds abstracter. In Nederland is de kunstenaarsgroep De Stijl hiervan een voorbeeld. De deelnemende kunstenaars stelden regels op waarin rechthoekige vormen en primaire kleuren de voorkeur hebben. Gerrit Rietveld en Piet Mondriaan maakten deel uit van De Stijl. Ook van de oprichter van deze kunstenaarsgroep is een kunstwerk terug te vinden in deze zaal. Zijn naam is Theo van Doesburg.
23a. Zoek het schilderij dat door Theo van Doesburg is geschilderd. Schrijf de titel en het jaartal op. Waarom heet dit schilderij zo? Leg uit.
Kijkwijzer voor HAVO/VWO Bovenbouw
Pagina 14 van 17
23b*. Lees hierboven nog eens goed wat de kenmerken van De Stijl waren. In welk werk uit deze zaal zie je deze regels terugkomen? Schrijf de naam van het kunstwerk op en leg uit.
ZAAL 7 SURREALISME VOOR EN NA DE OORLOG: 1930-1955 JAAR 1945
1949
1955
Televisie in Nederland
Dick Bruna bedenkt nijntje
Loop naar het schilderij Zelfportret (1935) van Johannes Hendrikus Moesman.
1964
1980
25b. Vergelijk de tekening nu eens met de surrealistische schilderijen. Is er misschien een overeenkomst? Schrijf op.
Ook bij de COBRA-kunstenaars staat het onderbewustzijn centraal. Zoek het schilderij La noyee (1964) van de Nederlandse COBRA-kunstenaar Karel Appel. “Ik rotzooi maar een beetje an” – Karel Appel
Zelfportret (Johannes Hendrikus Moesman, 1935). Foto: Centraal Museum
24. Vind je de titel toepasselijk voor dit schilderij? Waarom wel of niet? Vergelijk je antwoord met het antwoord van een klasgenoot.
De in Utrecht geboren Moesman is een surrealist. Het onderbewustzijn staat centraal bij de surrealisten. Voor het maken van dit soort schilderijen gebruikten de kunstenaars verschillende technieken om tot het onderbewustzijn door te dringen. Ze probeerden bijvoorbeeld automatisch te schrijven, dus zonder erbij na te denken, of ze maakten gebruik van droombeelden. 25a. Heb jij wel eens een droom gehad die je je nog steeds herinnert? Misschien heb je vannacht nog gedroomd? Zoek een klasgenoot op en vertel hem/ haar jouw droom. Vraag of hij/zij een scène uit de droom hieronder wil tekenen.
Kijkwijzer voor HAVO/VWO Bovenbouw
Vind je dit net een kindertekening? Dan geef je Karel Appel een groot compliment! De COBRA-kunstenaars zochten namelijk naar kinderlijke onbevangenheid om tot hun onderbewustzijn te komen. 26. La noyee betekent de drenkelinge. Zie je dit terug in het schilderij? Leg uit.
Weetje: De COBRA-beweging is door zes West-Europese kunstenaars en dichters opgericht. In de naam COBRA zitten de eerste letters van de steden waar de kunstenaars vandaan komen: COpenhagen, BRussel en Amsterdam.
Pagina 15 van 17
ZAAL 8 NA HET POSTMODERNISME: 1990-HEDEN JAAR 1980
1993
Kroningsrellen in Amsterdam
Aan het einde van de jaren 70 van de vorige eeuw komt het postmodernisme op als reactie op het modernisme. Het is een stijl waarin de kunstenaar kan doen en laten wat hij wil. De kunst die ze maken hoeft niet meer origineel te zijn. Oude stijlen worden hergebruikt en verschillende stijlen lopen door elkaar. Klassiek naast modern, schilderkunst naast cartoons, alles kan en alles mag!
2002
NU
Moord op politicus Pim Fortuyn
28c*. Wat is postmodern aan het schilderij Blast IV van Schuil?
27. Kijk goed rond in deze zaal. Waaraan zie je dat de werken die hier staan en hangen postmodern zijn? Leg uit.
Als een kunstenaar kenmerken van een bepaalde stijl uit het verleden hergebruikt in zijn eigen werk noem je dit een stijlcitaat.
2008
The Fashion Show: Maryna (paar klompen) (Viktor & Rolf, 2007-2008 - najaar/ winter). Foto: Centraal Museum
29a. Kijk eens naar de merkwaardige schoenen van Viktor & Rolf. (Let op! Ze staan in zaal 7.) Wat hebben ze veranderd waardoor het een nieuw ontwerp is geworden en niet zomaar een klomp?
Loop naar het schilderij Blast IV (2008) van Han Schuil. 28a. Volgens Schuil moet een kunstwerk helder en direct zijn, het moet ‘knallen’. Waaraan doet dit kunstwerk je denken? Welk stijlcitaat wordt hier gebruikt? Leg uit.
28b. Als je dit schilderij vergelijkt met het schilderij Groupshow (1993) van Marlene Dumas, wat valt je dan op aan het materiaalgebruik? (Tip! Kijk ook goed naar de zijkant van het schilder.)
Kijkwijzer voor HAVO/VWO Bovenbouw
29b*. De ontwerpen van Viktor & Rolf kenmerken zich door het herhalen, uitvergroten of accentueren van bepaalde vormen. Hoe zie je dit terug in hun kledingontwerp dat je hier ziet?
29c. Kijk eens naar de kleding die je nu zelf draagt. Wat valt daaraan op? Maak hieronder een ontwerp dat geïnspireerd is op jouw kledingstuk en waarbij je een element uitvergroot of telkens herhaalt.
Pagina 16 van 17
Tot slot
Klassenopdrachten
in vogelvlucht heb je nu kennis gemaakt met de topstukken van het Centraal Museum. Heb je al een favoriet kunstwerk kunnen ontdekken? Schrijf hier nog even snel de naam van de kunstenaar, de titel van het kunstwerk en het jaartal op. Deze informatie heb je nodig bij het maken van de klassenopdracht.
I Tijdbalkslinger Zoek een klasgenoot die de andere versie van de kijkwijzer heeft gemaakt. Plak de gemaakte opdrachten op chronologische wijze achter elkaar zodat er een tijdbalkslinger ontstaat. Overleg met elkaar wat je precies gezien en geleerd hebt.
Kunstenaar:
Titel kunstwerk:
Jaartal:
II Maak een set! Bezoek samen met één of meer klasgenoten de website www.centraalmuseum.nl en ga naar ‘Ontdek de collectie’. Een van jullie logt in met een persoonlijke gebruikersnaam en wachtwoord. Maak van jullie favoriete kunstwerken samen een set en geef deze een titel. Omschrijf waarom jullie specifiek voor deze werken gekozen hebben. Vraag je vervolgens af wat de overeenkomsten en verschillen tussen de kunstwerken zijn. Schrijf dit op bij de set en kies ‘opslaan’. III Maak je eigen illustratie! Bezoek de website www.centraalmuseum.nl en ga naar ‘Ontdek de collectie’. Vul in het zoekbalkje de titel van het kunstwerk in die je hiernaast hebt opgeschreven. Maak aan de hand van de informatie die je bij het kunstwerk vindt jouw eigen illustratie. Verwerk daarin informatie over de achtergrond van de kunstenaar (afkomst, schilder of beeldhouwer, woonplaats, etc.) en het werk dat je gekozen hebt (schilderij, beeld, jurk, meubel, etc). Mocht je niet voldoende informatie kunnen vinden, dan kun je natuurlijk ook verder op het internet zoeken. Tip! Neem de vloerillustraties uit de tentoonstelling als voorbeeld. Kijk voor inspiratie op: www.centraalmuseum.nl/topstukken
Kijkwijzer voor HAVO/VWO Bovenbouw
Pagina 17 van 17