VVE peutergroep De Draaitol
Adres Malvert 50-04 6538 DM Nijmegen Telefoon 024 327 52 49 E-mail
[email protected]
Inhoud
Welkom bij…
4
VVE peutergroep De Draaitol
4
Hoofdstuk 1
5
Wij stellen ons voor
5
Bijzonder aan onze locatie Gebouw en de tuin Peutergroepen Samenwerking tussen peutergroepen Pedagogisch medewerkers Scholing pedagogisch medewerkers Vierogenprincipe Achterwacht Oudercommissie
5 5 5 6 6 7 7 7 8
Hoofdstuk 2
9
Praktische informatie
9
Openingstijden, brengen en halen De postlijn Verzorging en voeding Ziekte en medicijnen Wennen van nieuwe kinderen Huisregels van De Draaitol Taal Dagprogramma
9 9 9 9 10 10 11 11
Hoofdstuk 3
13
Pedagogisch werkplan
13
Pedagogische doelen en pedagogisch beleid Pedagogische uitgangspunten Kijken en luisteren naar kinderen Emotionele veiligheid, betrokkenheid en warmte Ritme en structuur Positieve contacten tussen kinderen Respect voor anderen en de omgeving Brede uitdaging en plezier Respect voor autonomie van kinderen Fysieke veiligheid van kinderen Samenwerking met ouders en anderen uit de leefomgeving van kinderen Kindvolgsysteem, overdracht en signaleren Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Ontwikkeling pedagogische kwaliteit Samenwerking
2
13 14 14 15 15 15 16 16 17 18 18 19 19 20 20
Hoofdstuk 4
22
Algemene informatie
22
Plaatsing en interne wachtlijst Nationale feestdagen en vakanties Uitbreiding, wijziging, vermindering van dagdelen of opzegging Overgang van peutergroep naar buitenschoolse opvang Automatisch einde van de opvang of verlenging van de plaats Klachten en klantsignalen Complimenten, wensen en kritiek Omgaan met privacygevoelige informatie
3
22 22 22 22 22 23 23 23
Welkom bij…
VVE peutergroep De Draaitol
Deze informatiebrochure is voor ouder(s)/verzorger(s) die gebruik gaat(n) maken van opvang bij peutergroep De Draaitol. We hopen dat jullie je snel thuis zullen voelen bij ons. Om de start van de opvang zo soepel mogelijk te laten verlopen, vinden wij het belangrijk je te informeren over wie we zijn en wat we doen. Kortom, wat je van ons mag verwachten. Dit werkplan gaat over de groepen, de pedagogisch medewerkers en op welke manier we werken; volgens welke pedagogische uitgangspunten. Het is het resultaat van discussies binnen het team. Ook de oudercommissie heeft hierover meegepraat en advies uitgebracht. Tot slot hebben we de algemene praktische informatie verzameld, bijvoorbeeld uitleg over uitbreiding van de overeenkomst of over klantsignalen. Het pedagogisch werkplan is één jaar geldig. Om te zorgen dat het werkplan actueel blijft, houden we het één keer per jaar kritisch tegen het licht. Dit doen we onder andere op basis van de informatie uit ons kind-volg-systeem. Als het nodig is vullen we het plan aan of verandert er iets. Veranderingen leggen we voor aan de oudercommissie en bespreken we met hen. Ouders informeren we hierover. Op onze website, op de locatiepagina van de peutergroep, staat de meest actuele versie van dit werkplan. Aanpassingen in beleid nemen we zoveel mogelijk mee maar omdat we het een keer per jaar aanpassen kan het gebeuren dat een (deel van de) tekst niet helemaal overeenkomt met de actuele situatie. Via het digitale locatienieuws houden wij je op de hoogte van ontwikkelingen of gebeurtenissen bij peutergroep De Draaitol Voor algemene informatie of vragen over de overeenkomst kun je terecht bij de afdeling Klantrelaties via 024 382 26 55 of
[email protected]. Voor andere vragen, opmerkingen, complimenten of tips kun je terecht bij de pedagogisch medewerkers of ondergetekende. Ik wens jullie een heel plezierige tijd toe bij onze peutergroep. Karine Berns Clustermanager VVE peutergroep De Draaitol
Mei 2015
4
Hoofdstuk 1
Wij stellen ons voor Bijzonder aan onze locatie Onze peutergroep is ondergebracht in zorgcentrum De Orangerie. Onze beide groepsruimtes zijn gevestigd in de voormalige keuken van het zorgcentrum. De pilaren die van oudsher in het pand aanwezig zijn vormen de basis voor een aantal ruime hoeken, die de peutergroep een heel eigen sfeer geven. Onze beide groepsruimtes zijn groot opgezet. Een peutergroep onder hetzelfde dak als een zorgcentrum voor ouderen biedt talloze mogelijkheden voor gezamenlijke activiteiten. Beide partijen maken hier graag gebruik van. Onze peuters gaan graag bij ‘de opa’s en oma’s’ op bezoek, de ouderen op hun beurt genieten van het contact met onze peuters. Bij onze peutergroep komen peuters uit alle lagen van de bevolking en uit verschillende culturen. Wij bieden Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Hierdoor zorgen we ervoor dat peuters een zo goed mogelijke start maken op de basisschool.
Gebouw en de tuin Onze peutergroep is ondergebracht in zorgcentrum De Orangerie. De Draaitol is zowel via de hoofdinggang van het zorgcentrum als via de parkeerplaats aan de achterkant te bereiken. Onze locatie bestaat uit twee groepsruimtes die met een tussendeur met elkaar verbonden zijn. Beide groepen hebben een eigen naam: ’t Hummeltjeshuis en Reuzenland. De groepen zijn ingericht met afwisselend en uitdagend spelmateriaal. Wij zien de ruimte als een ‘derde pedagogisch medewerker’. De ruimte is ingericht met verschillende hoeken waarin de kinderen kunnen spelen zoals een huishoek, een blokken- en autohoek, een leeshoek en een knutselhoek. De aankleding van de ruimte wisselt afhankelijk van het thema dat centraal staat, bijvoorbeeld carnaval, Sinterklaas. Maar ook kun je er bijvoorbeeld een kapsalon of doktersruimte aantreffen. De peutergroep heeft een eigen speelplaats. Onze buitenruimte is volledig omheind en voor een groot deel bestraat en waar nodig van rubberen tegels voorzien. De speelplaats bevat een glijbaantje, een zandbak met daarin een speelhuisje, een gazonnetje met ‘struinmogelijkheden’ en een aantal borders met bloemen en planten. Er staan twee grote tafels met banken daar omheen, zodat buiten eten en buiten knutselen of puzzelen ook tot de mogelijkheden behoren. Twee zonneschermen aan de gevel en verplaatsbare parasols en partytenten zorgen voor schaduw tijdens warme dagen. Buitenspelen vinden we gezond en belangrijk voor de kinderen. In de tuin kunnen ze rennen, in het zand of op het gras spelen, ‘struinen’ tussen de bamboestruiken en fietsen. Ook doen we er (kring)spelletjes of bieden we ander materiaal aan zoals stoepkrijt, bellen blazen of dekens om hutten mee te bouwen. Bij warm weer wordt er ook met water gespeeld.
Peutergroepen Op deze locatie komen per groep maximaal veertien kinderen tegelijkertijd. De locatie heeft twee groepsruimtes, waardoor er plaat is voor maximaal twee groepen. Het maximum van alle groepen samen is in overeenstemming met de capaciteit van de locatie. In zowel ’t Hummeltjeshuis als Reuzenland komen kinderen van twee tot vier jaar.
5
Elke peutergroep heeft een eigen groepsruimte als basis. De ruimte van de groep is geschikt en aangepast aan het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Met de activiteitenbegeleiding van De Orangerie organiseren we bovendien gezamenlijke activiteiten. Zo bezoeken wij wekelijks met een groepje kinderen de bewoners van De Orangerie. We gymen samen, we knutselen samen, we zingen samen. Zowel onze peuters als de ouderen van De Orangerie beleven hier erg veel plezier aan. Onze peuters zijn volledig vertrouwd met deze bezoekjes. De meeste kinderen gaan graag mee. Er zijn er echter ook die liever op de peutergroep blijven. Daar wordt altijd rekening mee gehouden. Nieuwe kinderen zullen pas bij deze bezoekjes betrokken worden na overleg met hun ouders, als zij goed gewend zijn.
Samenwerking tussen peutergroepen We werken van tijd tot tijd met beide groepen samen. De deur wordt dan open gezet en de kinderen kunnen dan spelen met het spelmateriaal in beide groepsruimtes en met de kinderen van de andere groep. Activiteiten voor kinderen van meerdere groepen Soms organiseren we activiteiten waar kinderen van verschillende groepen aan kunnen meedoen, bijvoorbeeld een feest, uitstapje of gezamenlijke start of afsluiting van een thema. Het komt soms voor dat we met veel kinderen samen een activiteit doen. Afhankelijk van het aantal kinderen van de groep dat hieraan meedoet, zorgen we er voor dat er hierbij één of meer vertrouwde pedagogisch medewerkers zijn.
Pedagogisch medewerkers Op peutergroep De Draaitol werken vijf pedagogisch medewerkers. Zij zijn gekwalificeerd volgens de Cao Kinderopvang. Het aantal pedagogisch medewerkers dat tegelijkertijd aanwezig is, hangt af van het aantal en de leeftijd van de kinderen die komen. We baseren ons hierbij op de voorschriften van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp). Minimaal is er in een peutergroep één pedagogisch medewerker per zeven kinderen. Wij proberen de tweejarigen zoveel mogelijk op de ochtend te plaatsen en de driejarigen worden (eventueel voor een deel van de dagdelen dat zij komen) op de middagen geplaatst. Elke groep heeft in principe vertrouwde pedagogisch medewerkers die iedere week op dezelfde dagen werken. In iedere groep hangt een fotolijn, waaraan foto’s worden gehangen van de kinderen en de pedagogisch medewerkers die die dag aanwezig zijn. Op De Draaitol is ook een vrijwilligster werkzaam. Zij ondersteunt de pedagogisch medewerkers bij de uitvoering van hun werkzaamheden. Zij is één a twee dagdelen per week op één van de beide groepen aanwezig. Dit is afhankelijk van de groepsgrootte en eventueel speciale geplande activiteiten waarbij extra hulp welkom is. De vrijwilligster bij De Draaitol is een gediplomeerd pedagogisch medewerker die met pensioen is. Zij is bekend met de werkwijze bij De Draaitol en kent de kinderen. Zij is altijd boventallig aanwezig en ondersteunt de pedagogisch medewerkers bij voorbereidende - , praktische - en licht huishoudelijke taken, zoals bv voorbereiden knutselactiviteit, kinderen helpen de jassen aan te doen en het opruimen van de groepsruimte. Soms is er een stagiaire op de groep. De opleiding die een stagiaire volgt en het niveau dat hij of zij hierin bereikt heeft, bepaalt de mate waarin hij of zij ondersteuning mag bieden bij het activiteitenaanbod en de begeleiding van de kinderen. De stagiaires zijn in principe boventallig (extra). Een stagiaire, die naar het oordeel van de clustermanager en de werkbegeleider in staat wordt geacht om onder toezicht zelfstandig verantwoordelijk te zijn voor de groep, kan incidenteel en onder in de CAO Kinderopvang vastgestelde
6
voorwaarden worden ingezet naast een gediplomeerd pedagogisch medewerker in de groep. De stagiaire (pedagogisch werk) doet onder begeleiding van de pedagogisch medewerker mee aan alle onderdelen van het programma. Afhankelijk van de vorderingen in de stage neemt zij het initiatief bij de kring, bereidt ze het activiteitenprogramma mee voor en begeleidt zij de activiteiten. Een stagiaire oefent met het kind-volg-systeem. Daarnaast verricht de stagiaire allerhande voorkomende ondersteunende taken. Als de clustermanager en de werkbegeleider vinden dat de stagiaire in staat is om onder toezicht zelfstandig verantwoordelijk te zijn voor de groep, kan zij, incidenteel en onder vastgestelde voorwaarden uit de Cao Kinderopvang, worden ingezet naast een gediplomeerd pedagogisch medewerker.
Scholing pedagogisch medewerkers Alle pedagogisch medewerkers zijn geschoold op het gebied van veiligheid en pedagogiek. Zij hebben allemaal een basistraining kinder-EHBO gehad en daarnaast is een aantal van hen aangesteld als bedrijfshulpverlener. Bij alle locaties zijn actuele evacuatieplannen en doen ze, in samenwerking met de brandweer, brandoefeningen. Soms zijn ze hier vooraf van op de hoogte maar soms is een oefening onaangekondigd. De pedagogisch medewerkers van de VVE peutergroep zijn getraind in het werken met de VVE methode Uk & Puk en het kind-volg-systeem ‘Kijk’. Deze training is afgesloten met een certificaat. Nieuwe pedagogisch medewerkers worden ingewerkt op de locatie. Er is een scholingsbudget dat we heel divers in kunnen zetten voor een specifieke scholingsbehoefte zoals bijvoorbeeld Video Interactie Begeleiding. Hierbij filmen we de interactie tussen pedagogisch medewerkers en kinderen en bespreken dit na. Een ander voorbeeld zijn de workshops en werkochtenden die de afdeling Pedagogiek & Kwaliteit ontwikkelt en verschillende modules door middel van E-learning. Vierogenprincipe Dit principe is verplicht voor kinderen van nul tot vier jaar. Dit betekent dat op elk moment de reële kans bestaat dat er een volwassene meekijkt of meeluistert met de beroepskracht. Dit houdt in dat we ervoor zorgen dat pedagogisch medewerkers in een groep altijd gezien of gehoord kunnen worden. Zo zorgen we ervoor dat pedagogisch medewerkers altijd gezien of gehoord kunnen worden: – Alle ruimtes (halletje, toiletruimtes voor de kinderen, keuken, berging) zijn door middel van een deur verbonden met de groepsruimte. Door de deur open te laten als één van deze ruimtes bezocht wordt, blijven de pedagogisch medewerkers contact met elkaar houden. – De deuren van de toiletruimtes voor de kinderen zijn voorzien van glas. De keuken heeft een halve deur. De beide halletjes kunnen ook door een traphekje worden afgesloten. Hierdoor is altijd zicht op zowel deze ruimtes als de groepsruimte; ook als deze afgesloten zijn. – Het toilet voor de volwassenen ligt in de groepsruimte. Daardoor is de tijd die iemand alleen met de kinderen, zeer beperkt. – De beide groepsruimtes zijn met elkaar verbonden door een tussendeur. Deze kan worden geopend, zodra een pedagogisch medewerker de groep moet verlaten. Aan de pedagogisch medewerkers van de andere groepsruimte wordt dan gevraagd een oogje in het zeil te houden. Achterwacht Bij peutergroep De Draaitol werken we altijd met twee volwassenen. In de achterwachtfunctie is door de tweede volwassene voorzien.
7
Oudercommissie Alle locaties hebben een oudercommissie. Zij zijn het klankbord van de ouders en nauw betrokken bij het opstellen en evalueren van bijvoorbeeld dit pedagogisch werkplan en de veiligheid- en gezondheidsplannen van de locatie. Daarnaast organiseert de oudercommissie in samenwerking met ons themabijeenkomsten voor alle ouders en helpen ze met de voorbereiding en uitvoering van allerlei activiteiten. Voor onderwerpen die je onder de aandacht van de oudercommissie wilt brengen kun je gebruik maken van het postvak of neem via de clustermanager contact met hen op. We vinden het erg belangrijk dat ouders meedenken en -praten over de kwaliteit van de opvang. Je kunt hier een bijdrage aan leveren door zitting te nemen in de oudercommissie waardoor je direct betrokken bent bij beleid, kwaliteit en continuïteit van de opvang van je kind.
8
Hoofdstuk 2
Praktische informatie Openingstijden, brengen en halen VVE peutergroep De Draaitol is op maandag en dinsdag open van 8.30 tot 15.45 uur. Op woensdag, donderdag en vrijdag van 8.30 tot 11.30 uur. Je kunt je kind voor de ochtend brengen om 8.30 uur en ophalen om 11.30 uur of voor de middag brengen om 12.45 uur en ophalen om 15.45 uur. In overleg met de pedagogisch medewerkers kun je je kind incidenteel later brengen of eerder ophalen. Buiten breng- en haaltijden zijn de buitendeur van Reuzenland en de toegangsdeur naar ‘t Hummeltjeshuis in verband met veiligheid gesloten. Je maakt dan gebruik van de bel bij de voordeur van Reuzenland of je klopt op de toegangsdeur naar ’t Hummeltjeshuis. De postlijn In elke groep hangt een postlijn. Voor elk kind hangt hieraan een vrolijke wasknijper met zijn/haar naam. Aan deze lijn hangen we werkstukjes van je kind die je mee kan nemen. De pedagogisch medewerker zal eventuele post ook aan de wasknijper van je kind bevestigen. Verzorging en voeding We hechten veel waarde aan de gezondheid van de kinderen die naar de peutergroep komen. Onze uitganspunten zijn de richtlijnen van de GGD die gebaseerd zijn op de adviezen van het Voedingscentrum. Op onze website vind je informatie over bijvoorbeeld de voeding die kinderen bij ons krijgen, over traktaties, verschonen en zindelijk worden en nog veel meer. Ook kun je hier lezen hoe we kinderen stimuleren zelf hun jas uit en te trekken en naar de wc te gaan, enzovoort. We hebben zelf bij de peutergroep geen luiers maar we verschonen je kind als het nodig is. Je zorgt zelf voor de luiers. Schrijf op de luiers de naam van je kind en doe deze in de luierzak in de toiletruimte van de groep. Je kind speelt bij ons binnen en buiten. Om lekker te kunnen spelen is het plezierig als de kinderen kleding aan hebben die vies mag worden. Ook kan er wel eens een ongelukje gebeuren. Wij vragen je daarom een setje reservekleding (in de juiste maat en passend bij het seizoen) in een tas met de naam van je kind, aan de kapstok te hangen, zodat we, als het nodig is, haar/hem schone kleren aan kunnen doen. Bij de peutergroep eten we fruit en drinken iets. Je geeft dit aan je kind mee. Als je kind jarig is, afscheid neemt of als er iets ander te vieren is, dan besteden we daar uitgebreid aandacht aan. Met de pedagogisch medewerker kun je bespreken op welke dag en hoe laat we het feest vieren. Je bent hierbij van harte welkom. Als je er niet bij kunt zijn dan maakt de pedagogisch medewerker, op jouw verzoek, foto’s. Als je kind jarig is, mag het trakteren. We vragen je om een gezonde traktatie mee te geven. De pedagogisch medewerkers kunnen je suggesties voor verantwoorde traktaties geven. Uitgebreide snoeptraktaties, zoals bijvoorbeeld een snoepzakje, zullen we niet uitdelen maar meegeven naar huis.
Ziekte en medicijnen Als je kind ziek wordt, nemen we contact met je op en informeren we je hoe het met je kind gaat. Afhankelijk van diverse factoren (moment van de dag, hoogte van de koorts, gedrag van je kind, besmettingsgevaar voor andere kinderen) kijken we wat er op dat moment nodig is en spreken we af of en wanneer je je kind op komt halen. Een
9
belangrijke leidraad daarbij zijn de richtlijnen over gezondheid en infecties van de Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Bij kinderen die extra medische zorg nodig hebben en bijvoorbeeld standaard medicijnen gebruiken, maken we concrete afspraken met de ouders. Wij volgen daarbij ons protocol ‘Medisch handelen en toedienen van medicijnen’. Meer informatie hierover vind je op onze website.
Wennen van nieuwe kinderen We besteden extra aandacht aan nieuwe kinderen en hun ouders. We vinden het belangrijk dat ze zich snel thuis voelen. Dit gebeurt niet van de ene op de andere dag. Het is belangrijk dat zowel wij als de ouder(s) voldoende tijd uittrekken voor het wennen. Tijdens het wennen: – raken het kind en de ouder(s) vertrouwd met het gebouw, met de pedagogisch medewerkers, de andere kinderen, de gang van zaken en het dagritme; – leren de pedagogisch medewerkers het kind kennen en bouwen een band op; – ontstaat er tussen pedagogisch medewerkers en ouder(s) een vertrouwensrelatie. Hoe de wenperiode eruit ziet, is afhankelijk van de leeftijd en de aard van het kind. Tijdens het intakegesprek vraagt de pedagogisch medewerker de ouder(s) om informatie die we nodig hebben om het kind goed kunnen begeleiden. Bijvoorbeeld wat het kind leuk vindt om te doen, hoe we het kunnen troosten, enzovoort. Ook maakt de pedagogisch medewerker afspraken met de ouder(s) over hoe het wennen het beste kan verlopen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat het kind de eerste keer iets later komt of dat de ouder wat langer blijft. Als het kind eenmaal naar de peutergroep gaat, stemmen we regelmatig met de ouder(s) af hoe het met het kind daar gaat. Als dit nodig is stellen we de afspraken bij. In de wenperiode besteden we extra aandacht aan het kind. We houden in de gaten hoe het zich voelt. Als het nodig is krijgt het extra steun of troost. We besteden extra aandacht aan de kennismaking met de andere kinderen. We zorgen ervoor dat het kind het ritme van de ochtend of middag en rituelen in de groep leert kennen. De wenperiode duurt een aantal weken, mede afhankelijk van het aantal dagdelen dat een kind naar de peutergroep komt en van hoe het kind reageert. Na een maand of drie nodigen we de ouder(s) uit voor het eerste oudergesprek. Tijdens dit gesprek kijken we terug op de eerste maanden, staan we stil bij hoe het met het kind gaat op de peutergroep en bespreken we eventuele vragen van de ouder(s).
Huisregels van De Draaitol De peutergroep heeft algemene regels en afspraken voor pedagogisch medewerkers, ouders en kinderen. In principe houdt iedereen zich hieraan. Soms is een pedagogisch medewerker soepeler met regels, als dat in die specifieke situatie toelaatbaar is. Het is de taak van de pedagogisch medewerkers en ouders (als ze aanwezig zijn) om kinderen bij handhaving van regels te ondersteunen.
Afspraken voor pedagogisch medewerkers, ouders en kinderen – We gaan met respect om met elkaar, met speelgoed, materialen, meubels en andere spullen in de ruimte. Ook buiten geldt deze regel. – Ongepast taalgebruik is niet toegestaan. Dit geldt voor pedagogisch medewerkers, ouders en kinderen. We spreken elkaar, de ouders en de kinderen daar op aan. Als kinderen veelvuldig ongepaste woorden gebruiken dan bespreken we dit met de ouders. – Als we weggaan nemen we afscheid. 10
Afspraken voor ouders – Als je kind, om welke reden dan ook, later of helemaal niet naar het kinderdag verblijf komt, dan horen we dat graag vóór 9.00 uur. – Als iemand anders dan jezelf of je partner het kind komt halen, dan willen wij dit van te voren weten. Wij geven je kind uiteraard niet aan onbekenden mee. – Als je aanwezig bent, heb je zelf de verantwoording voor het gedrag van je kind. – Wij vragen je vriendelijk op je tas te letten zodat kinderen geen kans krijgen daar iets uit te halen wat voor hen gevaarlijk kan zijn. – Je neemt de kinderwagen of buggy van je kind mee naar huis, deze kan helaas niet in de gang of bij de groep blijven staan. Afspraken voor kinderen – Speelgoed van thuis meenemen mag, maar dan mogen ook andere kinderen hiermee spelen. Zo niet, dan leggen we het speelgoed in het bakje of vakje van je kind tot hij/zij naar huis gaat. Ook als het speelgoed gevaar oplevert leggen we het meegebrachte speelgoed weg. We zijn niet verantwoordelijk als het eigen speelgoed kapot gaat of kwijt raakt. – Als een kind naar de wc is geweest, wast hij/zij daarna de handen. – Voor het eten wassen de kinderen hun handen. Na het eten zorgt de pedagogisch medewerker er voor dat de handen en monden schoongemaakt worden. – Fopspenen gebruiken we in principe niet. Een uitzondering kunnen we maken in de wensituatie of voor troost. Spenen bergen we buiten bereik van kinderen op. Afspraken voor pedagogisch medewerkers – Kinderen spelen nooit zonder toezicht buiten. – Het aankleedkussen reinigen we na iedere verschoning. – De ruimtes luchten we een aantal keer per dag. – Als kinderen naar een niet aan de groepsruimte grenzende ruimte gaan, gebeurt dit onder begeleiding.
Taal Op de peutergroep is de spreek- en schrijftaal Nederlands. Dagprogramma We werken met een dagprogramma. De dag is geordend naar dagelijks terugkerende gebeurtenissen en zorgroutines die voor kinderen herkenbaar zijn. Voorbeeld van een ochtendprogramma: – 8.30 uur: Je brengt je kind naar de peutergroep en hebt de mogelijkheid om informatie uit te wisselen met de pedagogisch medewerker en nog even met je kind te spelen voordat je afscheid neemt. Er staat koffie en thee voor je klaar. De kinderen kunnen vrij spelen. – 8.45 uur: Kringactiviteit afgestemd op het thema. – Rond 9.00 uur: Vrij spel en daarnaast bieden we verschillende activiteiten in kleine groepjes. – 10.15 uur: Samen opruimen. We gaan aan en eten en drinken we het meegebrachte fruit en sap. – ± 11.00 uur: Wij gaan naar buiten. Ook bij minder goed weer proberen we een frisse neus te halen. Hiervoor hebben we de beschikking over een aantal regenjasjes en parapluutjes. Bij heel slecht weer bieden we de kinderen in de groepsruimte een klimen klauteractiviteit aan. – 11.30 uur: Je kunt je kind ophalen en eventueel nog even napraten met de pedagogisch medewerkers. ’s Middags ziet de planning er vergelijkbaar uit. 11
12
Hoofdstuk 3
Pedagogisch werkplan Pedagogische doelen en pedagogisch beleid In ons pedagogisch werkplan zijn de pedagogische doelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen herkenbaar. Bovendien valt dit plan binnen het pedagogisch beleidskader, dat bestaat uit het Kindbeeld en de pedagogische uitgangspunten, en binnen het pedagogisch beleid van de kinderdagverblijven en peutergroepen met VVE in de gemeente Nijmegen . Pedagogische doelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen – Bieden van emotionele veiligheid – Mogelijkheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie – Mogelijkheid tot het ontwikkelen van sociale competentie – Overdracht waarden en normen Kindbeeld Ieder kind is uniek, heeft een eigen karakter en mogelijkheden. Elk kind heeft recht op respect voor dit eigene. De manier waarop een kind zich ontplooit, is mede afhankelijk van de mensen en de wereld om hem heen. Om zich te kunnen ontwikkelen, heeft een kind zowel veiligheid als uitdaging nodig. Een kind zoekt de veiligheid in relaties met opvoeders, broertjes en zusjes, vriendjes. De structuur die een kind ervaart, zorgt ervoor dat hij weet waar hij aan toe is. Vanuit deze veilige basis onderzoekt een kind zijn omgeving. Hij is een ontdekkingsreiziger die voortdurend nieuwe ervaringen opdoet. Soms alleen, vaak samen met anderen. Pedagogische uitgangspunten – Kijken en luisteren naar kinderen – Emotionele veiligheid, betrokkenheid en warmte – Ritme en structuur – Positieve contacten tussen kinderen – Respect voor anderen en de omgeving – Brede uitdaging en plezier – Respect voor autonomie van kinderen – Fysieke veiligheid van kinderen – Samenwerking met ouders en anderen uit de leefomgeving van kinderen Pedagogische uitgangspunten en de doelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen Onze pedagogische uitgangspunten rangschikken we onder de pedagogische doelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen (Wkkp). Het uitgangspunt ‘Kijken en luisteren naar kinderen’ is van toepassing is op alle Wkkp-doelen. Doel Wkkp: Onze uitgangspunten:
– Emotionele veiligheid – We bieden emotionele veiligheid, betrokkenheid en warmte – We bieden ritme en structuur – We werken samen met ouders en anderen uit de leefomgeving van de kinderen – Kijken en luisteren naar kinderen staan centraal
13
Doel Wkkp: Onze uitgangspunten:
Doelen Wkkp: Onze uitgangspunten:
– Mogelijkheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie – We bieden brede uitdaging en plezier – We hebben respect voor autonomie van de kinderen – We bewaken de fysieke veiligheid van de kinderen – Kijken en luisteren naar kinderen staan centraal – – – –
Mogelijkheid tot het ontwikkelen van sociale competentie Overdracht waarden en normen We bevorderen positieve contacten tussen kinderen We stimuleren kinderen respect te hebben voor anderen en hun omgeving – Kijken en luisteren naar kinderen staan centraal
Pedagogische uitgangspunten Onze pedagogische uitgangspunten zijn uitgewerkt in het algemeen pedagogisch beleid van de peutergroepen. Dit staat op onze website. Dit beleid geldt ook voor ons. In dit werkplan gaan we het algemeen pedagogisch beleid niet herhalen. We beperken ons tot een korte toelichting op de pedagogische uitgangspunten en geven concrete voorbeelden hoe we deze bij onze locatie realiseren. Jaarlijks kijken we of deze voorbeelden nog passen bij onze werkwijze en passen we ze zo nodig aan. Kijken en luisteren naar kinderen Wil een kind zich bij ons prettig voelen en zich kunnen ontwikkelen, dan moeten we zijn behoeften kennen en hierop inspelen. Om dit maatwerk te kunnen realiseren, moeten we het kind goed begrijpen. We kijken en luisteren goed naar kinderen. We proberen te begrijpen wat kinderen ons niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk ‘vertellen’. Dit doen we eigenlijk de hele dag door. Het is de basis van ons pedagogisch aanbod: ons pedagogisch handelen, de inrichting van de ruimtes, de materialen, thema’s, de opzet van de activiteiten, structuur, ritme en verzorging. Dit geldt zowel voor individuele kinderen als voor de groep in zijn geheel. Voorbeelden uit onze praktijk – Na het spelen ruimen we op. Dat doen we samen, na het zingen van het ‘opruimlied’. We vinden het belangrijk dat alle kinderen hierbij meehelpen. Per kind bekijken we op wat voor wijze het zijn steentje hieraan kan bijdragen. Dat kan sterk uiteen lopen. Er zijn kinderen die genoeg hebben aan het zingen van het ‘opruimlied’ en die daarna direct aan de slag gaan. Er zijn echter ook kinderen die we bij de hand nemen een hand om vervolgens samen een blokje in de blokkenkist te gaan leggen. – Als een kind aangeeft dat het echt niet wil verven, hoeft het dit niet. We gaan wel ons best doen er achter te komen waarom dit kind niet wil verven. Misschien is het bang voor vieze handen of vieze kleren? Misschien is het bang voor het onbekende ervan? Soms wil een kind niet verven, omdat het daarbij een verfschort moet dragen. Dan kunnen we dit kind op schoot nemen, zonder verfschort, en samen gaan verven. – Als we zien dat de kinderen erg energiek zijn (schreeuwen, rennen), dan zorgen we ervoor dat we wat eerder opruimen, dat het eetmoment niet te lang duurt en we daardoor eerder allemaal naar buiten kunnen. Soms kiezen we ervoor met enkele kinderen al eerder op de ochtend/middag even naar buiten te gaan om lekker te rennen. – We hebben oog voor zaken die voor het kind op dat moment belangrijk zijn en houden daar zoveel mogelijk rekening mee. Wij proberen flexibel om te gaan met onze planning. Er is altijd ruimte voor spontaniteit. Onze plannen kunnen worden bijgesteld of zelfs volledig opzij worden geschoven als deze niet blijken aan te sluiten op de behoefte die er op dat moment is. 14
Emotionele veiligheid, betrokkenheid en warmte We proberen een open, warme sfeer te creëren waarin kinderen zich prettig en op hun gemak voelen. We nemen kinderen serieus. We laten merken dat we het fijn vinden dat hij/zij er is. We zijn geïnteresseerd in wat een kind bezighoudt en stimuleren zijn of haar inbreng. Het geven van positieve aandacht, waardering en stimulans vinden we belangrijk. We zijn er op attent dat we alle kinderen zien en horen. Waar nodig bieden we hulp, bescherming en steun. Voorbeelden uit onze praktijk – We groeten ieder kind bij binnenkomst en zeggen ieder kind gedag als het weer naar huis gaat. – Alle kinderen mogen bij binnenkomst op de groep hun foto aan de fotolijn hangen. We noemen de namen van alle kinderen tijdens de kringactiviteit. Zo maken we duidelijk dat elk kind gezien is en welkom is. – Tijdens de kringactiviteit wordt tijd vrijgemaakt voor kinderen die zelf iets willen vertellen of laten zien. Schoenen en kleren die een kind wil laten zien worden bewonderd. – We praten op kind-hoogte tegen het kind. – Wij geven veel positieve aandacht en waardering. De nadruk wordt niet gelegd op wat het kind niet kan, maar op wat het juist wel kan. We geven veel liever een complimentje dan een standje. Zo krijgt het kind vertrouwen in zijn eigen kunnen; een positief zelfbeeld.
Ritme en structuur Structuur biedt een kind houvast. Een belangrijk houvast voor de kinderen zijn de vertrouwde gezichten om zich heen, van pedagogisch medewerkers en kinderen. In een groep werken in principe vertrouwde pedagogisch medewerkers volgens een wekelijks terugkerend rooster. Zo leren de kinderen en de pedagogisch medewerkers elkaar goed kennen. Ook de andere kinderen in de groep zijn na verloop van tijd bekend en vertrouwd. Elke groep heeft een eigen, vertrouwde groepsruimte. Als een kind hieraan toe is, kan een kind de groep als uitvalsbasis gebruiken bij het ontdekken van de rest van de locatie. Zo leert het kind ook andere pedagogisch medewerkers en andere kinderen van de locatie kennen. Houvast komt ook terug in het ritme en programma van de ochtend en middag, de regels en afspraken, rituelen en in de inrichting. De structuur die geboden wordt, hangt af van de situatie, het ontwikkelingsniveau van de kinderen en behoeften van de kinderen. Voorbeelden uit onze praktijk – We werken met kaarten met prenten die staan voor dagelijkse gebeurtenissen (brengen, fruit eten, spelen, buiten spelen, kringactiviteit, etc.). Deze kaarten hangen duidelijk zichtbaar op de groep. We vestigen er vaak de aandacht op. Zo kunnen kinderen zien wat er komen gaat. – Bij een aantal speciale gebeurtenissen maken we gebruik van een vast en dus voor de kinderen herkenbaar ritueel. Voorbeelden hiervan zijn het gezamenlijk eten en drinken, het vieren van een verjaardag. Zo krijgt het jarige kind een feestmuts en mag het op een speciale stoel zitten. Het mag op een trommel slaan als er voor hem gezongen wordt.
Positieve contacten tussen kinderen Samendoen en samenspelen is leuk en ondersteunt de ontwikkeling. Kinderen kijken naar elkaar, leren van- en met elkaar, stimuleren elkaar. Vanaf jonge leeftijd zoeken kinderen contact. We stimuleren onderling positief contact en samenspel.
15
We richten de aandacht van kinderen op elkaar, schaffen materialen aan die samenspel bevorderen, we richten de ruimte zo in dat kinderen ongestoord in groepjes kunnen spelen en doen activiteiten in kleine of grote groep. Waar nodig begeleiden we contacten tussen kinderen. Zo krijgen kinderen de kans van en met elkaar te leren. Voorbeelden uit onze praktijk – We stimuleren het contact tussen vriendjes en vriendinnetjes. Zo mogen ze naast elkaar in de kring en aan tafel zitten. – Als een kind een toren bouwt, gaan we met de andere kinderen kijken hoe hoog deze wordt en hebben we samen plezier als deze uiteindelijk omvalt. – Als kinderen tijdens het vrije spel niet uit zichzelf gaan spelen, zal de medewerker een kind of een groepje kinderen uitlokken om met iets te gaan spelen. Dit kan bijvoorbeeld door zelf iets te gaan doen en de kinderen hierbij te betrekken.
Respect voor anderen en de omgeving We vinden het belangrijk dat een kind zich waarden, normen en gebruikelijke omgangsvormen eigen maakt, zodat het onderdeel is van de gemeenschap waarin het leeft. Voorbeelden uit onze praktijk – Emoties van kinderen herkennen we, verwoorden we en mogen er zijn. Dit geldt niet alleen voor gevoelens zoals blijdschap, vriendschap en trots, maar ook voor verwarring, verlegenheid, boosheid, verdriet of teleurstelling. Er is ruimte voor het uiten van gevoelens, zolang een ander hier geen last van heeft. Lichamelijke agressie tolereren we niet. Boos zijn mag; een ander slaan, schoppen, duwen, bijten, speelgoed van een ander afpakken, niet. – We besteden veel aandacht aan hoe kinderen met elkaar omgaan. We leren kinderen materialen te delen, samen te werken en ruzies op te lossen. We proberen duidelijke gedragsregels te hanteren (we doen elkaar geen pijn, je mag elkaar niet uitschelden, om de beurt, niet duwen, enzovoorts). – We leren kinderen ‘nee’ of ‘stop’ te zeggen als ze iets niet willen. Zo leren kinderen op een acceptabele manier hun grenzen aan te geven. Zo leren kinderen op tijd te stoppen met iets wat de ander niet leuk vindt. – We leren de kinderen dat ze voorzichtig en met respect om moeten gaan met de spullen uit de natuur. Je breekt niet zomaar takjes af of maakt plantjes kapot. Je trapt geen kleine diertjes dood. “Een lieveheersbeestje is een diertje, dat net als jij wil spelen. Kijk, we laten hem op een blaadje lopen en leggen dat dan tussen de plantjes in de tuin”. – Als zich een conflict voordoet, kijken we eerst hoe het conflict verloopt. We proberen niet te snel in te grijpen. Als de kinderen er zelf niet uitkomen, ondersteunen we bij het oplossen van ruzies. Hoe deze ondersteuning eruit ziet, hangt af van de situatie en de leeftijd van de kinderen. We verwoorden wat beide partijen willen of wat er gebeurd is: “Wat is er aan de hand? Jij wilt met die auto spelen? En jij ook? Tja, jullie willen dus allebei met die auto spelen. Dat kan niet. Hoe moet dat nu?”
Brede uitdaging en plezier We vinden het belangrijk kinderen uit te dagen. We zorgen ervoor dat het aanbod aansluit bij de beleving, niveau, interesse, ideeën en leefwereld van kinderen. Zo’n aanbod vergroot hun betrokkenheid en plezier bij activiteiten. Betrokkenheid is voorwaarde voor leren en ontwikkeling. We zorgen ervoor dat in ons aanbod alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen. We hebben de ruimte(s) ingericht met gezellige en uitdagende speelhoeken waar kinderen ongestoord met een groepje of in hun eentje kunnen spelen. Natuurlijk doen we regelmatig allerlei activiteiten, met een klein groepje of juist met z’n allen.
16
Vaak doen we dit aan de hand van een thema. We stimuleren kinderen om mee te doen. Sommigen hebben het nodig om hierbij even (letterlijk of figuurlijk) bij de hand genomen te worden. We vinden het belangrijk dat de kinderen bij ons de kans krijgen om allerlei verschillende ervaringen op te doen om zich zo te kunnen ontwikkelen. Voorbeelden uit onze praktijk – Op onze peutergroep wordt regelmatig met de kinderen een thema uitgediept. Je kunt hierbij denken aan: de post, vervoer, wonen, enzovoorts. Natuurlijk komen ook alle seizoenen en feesten als sinterklaas en kerstmis hierbij aan bod. We trekken per thema ongeveer vier weken uit. Bij het uitwerken van de thema’s proberen we zoveel mogelijk aan te sluiten bij de beleving en ervaring van de kinderen. We proberen uit te gaan van wat dit begrip betekent voor de kinderen. – De activiteiten die worden aangeboden, materialen die in deze periode gebruikt worden en de inrichting van de hoeken hangen zoveel mogelijk samen met dit thema. Dit geeft een grotere samenhang in het aanbod en de mogelijkheid dieper op een thema in te gaan. Kinderen doen hierdoor meer ervaringen op en er zijn meer ontdekmogelijkheden. – De inrichting en hoeken passen we waar mogelijk aan aan het thema dat centraal staat, maar ook aan wat de kinderen op dat moment bezighoudt. Als we bijvoorbeeld bezig zijn met het thema post, maken we in de peutergroep ruimte voor een ‘postkantoor’, met een brievenbus, brieven, stempels en postzegels. – Ook in de buitenruimte proberen we de verschillende ontwikkelingsgebieden aan bod te laten komen. Net zoals in de binnenruimte hebben we hier verschillende activiteitenplekken, zoals een zandbak, een speelhuisje, een glijbaan, een grasveldje waarop bijvoorbeeld een tentje geplaatst kan worden, een bestraat gedeelte waarop de kinderen kunnen fietsen. Er zijn allerlei materialen die buiten gebruikt worden, zoals speelgoed voor in de zandbak, fietsjes, ballen, doeken om tenten mee te bouwen, een waterbaan, enzovoort.
Respect voor autonomie van kinderen Kinderen mogen eigen keuzes maken en ‘zelf doen’. We stimuleren ze actief om dingen zelf te proberen en respecteren de eigen ideeën en oplossingen van de kinderen. Dit draagt bij aan het zelfvertrouwen en het gevoel van eigenwaarde van kinderen. Voorbeelden uit onze praktijk – Kinderen krijgen de ruimte om zaken zelf te onderzoeken, zelf keuzes te maken. Zij kunnen kiezen uit de verschillende hoeken en verschillende spelmaterialen. Tijdens knutselactiviteiten kunnen zij zelf de materialen kiezen die zij gebruiken willen. Wij hechten hierbij meer belang aan het bezig zijn zelf dan aan het resultaat. – Kinderen beleven soms veel meer aan materialen dan waar het in eerste instantie voor bedoeld is. Om te kunnen zien wat het materiaal voor een kind betekent, krijgen kinderen in principe de ruimte om op hun eigen manier aan de gang te gaan. Dit geldt voor de blokken en de duplo, maar ook voor minder voor de hand liggende materialen. De mozaïekstukjes worden zo bijvoorbeeld koekjes in de koekenpan. Tijdens knutselactiviteiten wordt de kinderen vaak de gelegenheid geboden zelf de materialen uit te kiezen waarmee zij aan de slag gaan. Zo wordt er bijvoorbeeld eerst een tekening gemaakt die vervolgens in stukjes wordt geknipt of gescheurd. De stukjes worden weer op een vel gekleurd papier geplakt samen met stukjes kurk en lapjes stof. Het resultaat is voor ons veel minder belangrijk dan het actief bezig zijn zelf. – We leren kinderen zelf oplossingen te bedenken voor ‘problemen’ zoals: Hoe krijg ik die bal door dat gaatje? Waar hoort dit puzzelstukje? Ik wil met de boerderij spelen! Hoe kom ik bij die plank? In plaats van het probleem op te lossen, stimuleren we het kind een eigen oplossing te zoeken. Indien nodig, helpen we hierbij.
17
– Kinderen hoeven niet de hele ochtend intensief te spelen. Een kind dat moe is, zin heeft om uit te rusten of even alleen maar naar de andere kinderen wil kijken, krijgt daartoe de gelegenheid.
Fysieke veiligheid van kinderen We doen zoveel mogelijk om ernstige ongelukken te voorkomen. De fysieke omgeving waar de kinderen verblijven is veilig en hygiënisch. Ook regels dragen bij aan deze fysieke veiligheid. Regels voor pedagogisch medewerkers zijn vastgelegd in werkinstructies. Meer informatie over fysieke veiligheid vind je op onze website. Veel inspanningen zijn gericht op een fysiek veilige omgeving. Maar we willen en kunnen kinderen niet overal tegen beschermen. Ontwikkelen betekent ook ruimte, de wereld mogen ontdekken, leren met vallen en opstaan. Kleine ongelukjes, zoals schrammen of builen, horen hierbij. We leren kinderen stap voor stap omgaan met situaties die zij spannend vinden, zoals van een glijbaan glijden, ergens vanaf springen of in een boom klimmen. Zo leren ze ook hun eigen grenzen kennen en verleggen. Voorbeelden uit onze praktijk – Een kind staan boven aan de glijbaan en kijkt een beetje angstig. We geven een paar kleine aanwijzingen hoe het eraf kan glijden en gaan er naast staan zodat het kind zich veilig voelt. Zo ontdekt het kind hoe het iets moeilijks en spannends zelf kan doen. – We hebben klimmateriaal en grote matten waarmee we een uitdagend klimtoestel kunnen maken. We stimuleren de kinderen om steeds een stapje hoger te klimmen. We houden de hand vast, als het kind angstig is. Bij een ander kind lopen we er alleen naast.
Samenwerking met ouders en anderen uit de leefomgeving van kinderen Ouders zijn eindverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind(eren). Daarom informeren we jullie over hoe we werken en welke keuzes we maken. Ouders zijn informatiebron en gesprekspartner als het gaat om de ontwikkeling van hun kind. Waar mogelijk stemmen we met hen af. Bij de VVE peutergroep, waar we speciale aandacht besteden aan de ontwikkeling van kinderen (zie de volgende bladzijde) is de afstemming met ouders extra belangrijk. We maken zichtbaar wat we doen en we praten met ouders over de activiteiten die we gedaan hebben. Het is van groot belang dat jullie ook thuis de ontwikkeling van je kind bevorderen. Daarom vragen we jullie om thuis ook aandacht te besteden aan waar het kind op de peutergroep mee bezig is. Hiervoor geven we kinderen een ouderboekje, en/of logeerkoffer, spelletjes of prentenboek mee naar huis. Of we vragen jullie om iets mee te brengen passend bij het thema waar we mee bezig zijn. Elke locatie heeft een oudercommissie. Voor een uitgebreidere toelichting op contacten met ouders en oudercommissie kun je terecht op onze website. Waar mogelijk werken we samen met de basisschool bij ons in de buurt. Zo dragen we bijvoorbeeld, van ieder kind dat naar school gaat, informatie over hoe het bij de peutergroep ging. Uiteraard na toestemming van de ouders. Voorbeelden uit onze praktijk – Alle ouders bieden we bij aanvang van de ochtend een kop koffie of thee aan. – Niet alleen de kinderen, maar ook de ouders groeten we bij binnenkomst. – We vertellen de ouders dagelijks bij het ophalen even hoe het met hun kind gegaan is die ochtend. – We informeren naar bijzondere gebeurtenissen in de thuissituatie waarvan wij op de hoogte zijn. 18
– We wijzen de ouders erop dat zij deel uit kunnen maken van onze oudercommissie. – We vinden het fijn als ouders actief betrokken zijn bij De Draaitol. We vragen ouders regelmatig mee te doen met bepaalde activiteiten. Ook vragen we ouders spulletjes van thuis mee te geven die passen bij het thema waar we mee bezig zijn. – We geven aan dat ouders altijd een dagdeel kunnen blijven om van dichtbij mee te maken hoe hun kind zich op onze peutergroep vermaakt.
Kindvolgsysteem, overdracht en signaleren Natuurlijk houden we zorgvuldig in de gaten hoe het met de kinderen gaat. Als het nodig is, passen we daar onze manier van omgang met een kind of een groep kinderen op aan. In het VVE peutergroepen werken we met een uitgebreid kind-volg-systeem, dit heet KIJK!. Met behulp van KIJK! kunnen we het niveau van de kinderen op verschillende ontwikkelingsgebieden vaststellen. De ontwikkelingslijnen hebben onder andere betrekking op de sociaal-emotionele ontwikkeling, spraak/taal, motoriek en het herkennen en gebruiken van letters en cijfers (ontluikende geletterdheid en gecijferdheid). Zo zijn we nog beter in staat om een eventuele achterstand of voorsprong tijdig te signaleren en ons handelen goed af te stemmen op de behoeften van kinderen. Informatie over de kind-volg-systemen is te vinden op de website. Bij de overgang naar de basisschool vragen we toestemming aan de ouders om relevante informatie over het kind over te dragen aan school. We gebruiken hiervoor een overdrachtsformulier. De informatie lichten we via een telefoongesprek of in een persoonlijk gesprek (warme overdracht) toe. Soms gebeurt dit samen met de ouders. Hierdoor kan school vanaf het begin goed inspelen op het kind. Ouders worden gevraagd om zelf ook een overdrachtsformulier voor de school in te vullen. Het komt soms voor dat we ons zorgen maken over de ontwikkeling of gedrag van een kind. In dat geval bespreken we onze zorgen zo snel mogelijk met de ouders. We handelen dan op basis van een stappenplan. Hiervoor hebben we verschillende protocollen onder andere het ‘Signaleringsprotocol’ en ‘Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld’. Meer informatie vind je op onze website. Pedagogisch medewerkers kunnen als ze zich zorgen maken over ontwikkeling of gedrag van een kind ondersteund worden door een zorgcoördinator. Deze denkt mee met de pedagogisch medewerkers, kan indien zinvol het kind observeren en bespreken in een multidisciplinair zorgteam. Ook kan ze pedagogisch medewerkers en ouders adviseren over de aanpak of te nemen stappen. Vanzelfsprekend gaat dit altijd in overleg met de ouders.
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Bij onze peutergroep bieden we Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Door het VVE aanbod zorgen we ervoor dat de peuters een zo goed mogelijke start maken op de basisschool. Naast het werken aan een pedagogische basiskwaliteit, besteden we op een speelse manier aandacht aan het stimuleren van hun ontwikkeling. Met behulp van allerlei uitdagende activiteiten dagen we kinderen uit tot praten, denken en luisteren. Er zijn verschillende VVE methodes, onder andere ‘Uk & Puk’, Piramide en Kaleidoscoop. Wij werken met VVE methode ‘Uk & Puk’. We bieden leuke activiteiten aan op alle ontwikkelingsgebieden, daardoor zijn kinderen bezig met taal, beweging, nadenken en samen spelen en leren zij spelenderwijs. De activiteiten sluiten aan bij de belangstelling en ontwikkelingsniveau van de kinderen. We werken met thema’s die herkenbaar zijn voor kinderen. Vooraf stelt de pedagogisch medewerker vast wat ze wil bereiken zodat het kind in zijn ontwikkeling groeit. We werken vaak met kleine groepjes kinderen en met 19
individuele kinderen. Zo kunnen pedagogisch medewerkers hun begeleiding goed afstemmen op de behoefte van het kind. Naast het doen van uitdagende en doelgerichte activiteiten, zijn de pedagogisch medewerkers de hele ochtend/middag alert op mogelijkheden om op speelse manier de ontwikkeling van de kinderen te prikkelen. Bijvoorbeeld door over de kleuren van autootjes te praten (kun je mij het blauwe autootje geven?), samen de bekers te tellen, wat is groter en welke is de kleinste? enzovoort. Ook hierbij let de pedagogisch medewerker er op dat ze aansluit bij het niveau van de kinderen. Tijdens het plaatsingsgesprek informeren we je over de VVE methode. Ook krijg je de VVE informatiefolder. Voor gemeente Nijmegen: Op onze website staat ook informatie over VVE.
Ontwikkeling pedagogische kwaliteit Jaarlijks besteden we extra aandacht aan een van de pedagogische doelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen. Dit doen we door het meten van twee of drie van onze pedagogische uitgangspunten. Welke uitgangspunten op dit moment aandacht hebben zijn op onze website te vinden. We hebben enkele pedagogisch medewerkers opgeleid om bij meerdere locaties als ‘aandachtsfunctionaris pedagogiek’ de teams en clustermanager daarbij te ondersteunen. Zij maken aan het begin van het jaar een nulmeting van de pedagogische kwaliteit bij elke groep van de locatie. Op basis van de resultaten voeren zij, samen met het team en de clustermanager, verbeteracties uit. Aan het eind van het jaar volgt een tweede meting om te zien of de gestelde doelen behaald zijn. De clustermanager informeert de oudercommissie over de resultaten van de eerste meting in het voorjaar, over de actiepunten die uitgevoerd worden en de resultaten van de tweede meting aan het eind van het jaar. Via Locatienieuws, de (digitale) nieuwsbrief van de locatie, brengen we ouders op de hoogte welke pedagogische uitganspunten we meten en wat de resultaten van de metingen zijn. Wil je hier meer over weten dan kun je terecht bij de clustermanager. Bij iedere VVE peutergroep in de gemeente Nijmegen werkt een speciaal opgeleide educatief ondersteuner. Naast de uitvoering van de taken van de pedagogisch medewerker en aandachtsfunctionaris pedagogiek ondersteunt zij haar collega’s bij de uitvoering van de VVE taken en bij de samenwerking met het onderwijs. De afdeling Pedagogiek & Kwaliteit ontwikkelt voortdurend workshops en pedagogisch ondersteuning voor teams op maat, zoals bijvoorbeeld een teamavond over oudercontacten of kinderparticipatie of individuele ondersteuning met behulp van Video Interactie Begeleiding. Hiermee scholen we pedagogisch medewerkers op specifieke onderwerpen als blijkt uit de meting dat hier extra aandacht voor nodig is.
Samenwerking Samenwerking peutergroep met basisschool De kinderen van onze peutergroep stromen door naar verschillende basisscholen binnen Dukenburg. De twee scholen waar de hoogste percentages kinderen naartoe gaan zijn de Nutsschool en de Montessorischool Dukenburg. Met de directie en onderbouwleerkrachten van beide scholen hebben wij een goed contact. Meerdere keren per jaar vindt er met hen een overleg plaats over de aansluiting van onze peutergroep op de basisschool. Daarnaast bezoeken wij verschillende keren per jaar met onze peuters de kleuterklassen van de basisschool. Soms met alle peuters die naar de betreffende basisschool door zullen stromen, om bijvoorbeeld een maandsluiting bij te wonen in de aula van de school. 20
Soms met een groepje van drie tot zes peuters om een activiteit in de klas zelf bij te wonen. Het gaat dan om een activiteit rond een thema waar op dat moment zowel op de peutergroep als op de basisschool aandacht aan wordt besteed. In dit laatste geval gaat het om oudste peuters. Doel van al deze bezoekjes is de overgang naar de basisschool zo soepel mogelijk te laten plaatsvinden. Van de uitstapjes naar de basisschool worden de betreffende ouders vooraf op de hoogte gesteld. Meestal mondeling, maar soms ook schriftelijk. In de meeste gevallen is het tijdstip zodanig gepland dat wij de ouders vragen hun kind bij de basisschool op te halen in plaats van bij de peutergroep. Ons streven is de ouders ruim van tevoren in te lichten, zodat zij thuis met hun kind in gesprek kunnen gaan over het bezoek aan de basisschool. Ook op de peutergroep zelf zal hier voorafgaand aan het bezoek aandacht voor zijn. Dat kan gebeuren tijdens de kringactiviteit, maar ook in een kleiner groepje. Samenwerking met anderen De Draaitol is gehuisvest in het zorgcentrum De Orangerie. Jong en oud, ondergebracht in één gebouw. Dat biedt talloze mogelijkheden voor gezamenlijke activiteiten waar beide partijen graag gebruik van maken. Doel van deze bezoekjes is zowel onze peuters als de bewoners van De Orangerie een plezierige activiteit te bieden, waarbij het sociale aspect een belangrijke plaats inneemt. Onze peuters gaan graag bij ‘de opa’s en oma’s’ op bezoek, de ouderen op hun beurt genieten van het contact met onze peuters. In samenwerking met de afdeling activiteitenbegeleiding wordt daarom jaarlijks een planning gemaakt voor gezamenlijke activiteiten: – Met de carnaval verzorgen wij een kleine optocht door het zorgcentrum. – Wekelijks bezoeken wij met een groepje peuters een afdeling van De Orangerie. Een enkele keer bezoekt een aantal bewoners onze peutergroep. Gezamenlijke activiteiten die dan plaats vinden zijn bijvoorbeeld: knutselactiviteiten, koekjes bakken, beweegspelletjes, samen zingen, samen iets eten en drinken.
21
Hoofdstuk 4
Algemene informatie LET OP: Ouders die gebruik maken van de peutergroep en die een peutertoeslag van de gemeente krijgen, kunnen over onderstaande onderwerpen het beste meestal eerst even overleggen met de pedagogisch medewerker of de clustermanager. Voor de interne wachtlijst, vermindering opvang of opzegging kun je het beste contact opnemen met Klantrelaties. Zie inleiding.
Plaatsing en interne wachtlijst De afdeling Klantrelaties regelt de plaatsing. Het kan voorkomen dat we je (tijdelijk) andere of minder dagdelen hebben geboden dan je aanvankelijk hebt aangevraagd. Via de interne wachtlijst zal de medewerker van de afdeling Klantrelaties de gewenste dagen of de uitbreiding van dag(del)en inplannen. Mocht je na verloop van tijd op andere dagen of meer opvang nodig hebben dan kun je deze afdeling vragen om je hiervoor in te plannen. Je vult dan via de website online een mutatieformulier in. Als je liever een papieren exemplaar gebruikt dan liggen deze bij de locatie of je download en print het formulier via onze website. Je vult de gewenste dag(del)en in en stuurt het naar het adres dat onderaan op het formulier staat. Nationale feestdagen en vakanties Op de website staan de feestdagen en vakanties waarop de peutergroep gesloten is. Uitbreiding, wijziging, vermindering van dagdelen of opzegging Mocht je de dag(del)en waarop je kind gebruik maakt van de opvang willen uitbreiden, wijzigen/verminderen of de plaats helemaal opzeggen dan kan je dit op verschillende manieren doen; – Door een ‘Aanvraag mutaties’ in te vullen en deze opsturen naar het adres dat onder aan het formulier staat. Dit formulier is beschikbaar bij alle locaties en je kunt het desgewenst zelf downloaden en printen via ‘downloads’ op de website. – Door op de website de button ‘geef een wijziging door’ aan te klikken en daar het formulier in te vullen en online te versturen. Als je het aantal dag(del)en wilt verminderen of de hele plaats op wilt zeggen, houdt dan rekening met de opzegtermijn van één maand.
Overgang van peutergroep naar buitenschoolse opvang Vanaf drie jaar kun je je kind inschrijven voor de buitenschoolse opvang. Je krijgt rond de derde verjaardag van je kind een informatiepakket thuisgestuurd over de buitenschoolse opvang met daarbij een inschrijfformulier. Je kunt je kind ook al vóór het derde levensjaar inschrijven maar hij/zij komt daarmee niet eerder op de wachtlijst. Automatisch einde van de opvang of verlenging van de plaats De opvang van je kind stopt automatisch één dag voor de vierde verjaardag. Wil je hiervan afwijken, bijvoorbeeld omdat je kind nog niet direct naar de basisschool kan, dan vraag je via e-mail een ‘verlenging van de plaats’ aan. Als je de aanvraag zes maanden vóór de vierde verjaardag van je kind bij de afdeling Klantrelaties indient dan ben je zeker van de verlenging. Doe je dit later dan kunnen we de verlenging niet garanderen.
22
Klachten en klantsignalen Als je klachten hebt of niet tevreden bent over bepaalde zaken, dan vinden wij het prettig als je dit aankaart bij één van de pedagogisch medewerkers of de pedagogisch medewerker met wie je een probleem hebt. Lost dit je klacht of probleem niet op dan kun je bij de clustermanager terecht. Kan ook de clustermanager niets voor je doen, dan kun je je klacht schriftelijk neerleggen bij het management. Ook bestaat de mogelijkheid een onafhankelijke externe klachtencommissie te raadplegen. Jouw klacht behandelen we volgens een vastgesteld reglement dat is beschreven in de folder ‘Een klacht is voor ons een kans’. Deze folder ligt bij elke locatie en is te lezen op onze website. Natuurlijk hopen wij dat we bij klachten of problemen via een gesprek er samen met je uit kunnen komen. Complimenten, wensen en kritiek We verzamelen actief alle signalen die ouders geven over verschillende onderwerpen. Deze signalen bespreken we zowel in het teamoverleg als in het managementoverleg. Daar waar nodig en mogelijk, op basis van deze klantsignalen, verbeteren we onze dienstverlening in de breedste zin van het woord. Signalen van ouders, zowel kritiek als complimenten, gaan zo niet verloren. Op onze website staat een formulier waar je je wens, compliment of kritiek kunt melden. Omgaan met privacygevoelige informatie De Wet bescherming persoonsgegevens schrijft voor hoe wij moeten omgaan met privacygevoelige informatie. Dat betekent onder andere dat we bij de peutergroep informatie over kinderen en ouders in een afgesloten kast bewaren. Kwaliteit We zijn voortdurend bezig met de kwaliteit van onze dienstverlening. Onze visie op kwaliteit is het kennen van de verwachtingen van de klant, er naar handelen en nog wenselijker, deze verwachtingen overtreffen. Om te blijven zorgen voor een goede kwaliteit, hebben we een continusysteem van meten en verbeteren. Kwaliteit is onze basis: kwaliteit van de opvang, van ons personeel en de locaties. Al onze locaties hebben een vergunning; deze krijg je als je voldoet aan de landelijke en gemeentelijke kwaliteitseisen. Bovendien zijn alle locaties geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP).
23