GREG KEYES
V U U R S TO R M Gebaseerd op het filmscenario, geschreven door Mark Bomback en Rick Jaffa & Amanda Silver, gebaseerd op de personages bedacht door Rick Jaffa & Amanda Silver
uitgeverij luitingh-sijthoff
Vuurstorm.indd 3
24-06-14 11:24
This translation of Dawn of the Planet of the Apes: Firestorm first published in 2014, is published by arrangement with Titan Publishing Group Ltd. Dawn of the Planet of the Apes™ & © 2014 Twentieth Century Fox Film Corporation. All Rights Reserved. Oorspronkelijke titel: Dawn of the Planet of the Apes: Firestorm Vertaling: Bert Bakker Boekverzorging: Asterisk*, Amsterdam Omslagontwerp: dps | Davy van der Elsken isbn 978 90 245 6514 6 nur 330 www.lsamsterdam.nl www.boekenwereld.com www.watleesjij.nu
4
Vuurstorm.indd 4
24-06-14 11:24
Proloog Roger Mason dreigde in slaap te vallen, maar werd met een schok weer klaarwakker. Hij wist niet wat de oorzaak was, maar hij had het gevoel dat het met een of ander geluid te maken moest hebben. Langzaam keek hij een paar keer om zich heen om poolshoogte te nemen. Door het bos van de gigantische redwoods dreef een dichte mist. Op dit moment waande hij zich absoluut niet in de moderne tijd, op slechts enkele kilometers van het grootstedelijke San Francisco, maar eerder in een ver verleden, toen dit woud zich ononderbroken had uitgestrekt van het huidige Santa Cruz tot het zuidelijk deel van Oregon. Afgezien van deze kampeerplek wees niets op menselijke activiteit. Hij zat onderuitgezakt tegen de stam van een van de oude woudreuzen tegenover zijn tent. Hij was slechts een paar minuten weggedommeld – althans, zo leek het. Wat had hij gehoord? Hij probeerde geen geluid te maken en luisterde aandachtig. Maar wat het ook geweest kon zijn, het liet zich niet meer horen. Misschien was het niets anders dan het begin van een droom geweest: de onzinnige intro van een hallucinatie. ‘Niets,’ zuchtte hij, ‘helemaal niets.’ Misschien was het tijd om naar huis te gaan. Hij was hier al ruim een week. Alleen, zonder telefonisch of ander contact met de rest van de wereld. Normaal gespro-
7
Vuurstorm.indd 7
24-06-14 11:24
ken hield hij van dit soort tripjes: de heimelijke spanning om de rangers te slim af zijn; het clandestien je tentje opslaan, de eenzaamheid, de kans dat na al die jaren zijn dromen zouden uitkomen. Het was nu eindelijk tot hem doorgedrongen dat het niet alleen tijd was om naar huis te gaan, maar ook om daar te blijven. Hij had bijna dertig jaar in de Muir Woods gekampeerd, tussen de hoogste bomen ter wereld, op zoek naar sporen die op de aanwezigheid zouden wijzen van wat Amerikanen Sasquatch en anderen Bigfoot noemden. Tijdens de eerste twee decennia was hij er vaak van overtuigd geweest dat het maar een haartje had gescheeld of hij had het dier kunnen waarnemen, en dat een volgende trip wel eens een grote belofte zou kunnen inlossen. Hij kende de tegenwerpingen die sceptici ventileerden, dat er met geen mogelijkheid een of twee Bigfoots konden bestaan: als een levensvorm wilde overleven, zou dat op z’n minst een populatie van enige honderden exemplaren vergen, en een dergelijk aantal grote dieren zou zich nooit zo lang hebben kunnen schuilhouden. Toch was het de berggorilla ook gelukt zich tot de twintigste eeuw aan het menselijk oog te onttrekken. En er waren wel meer voorbeelden bekend. Bigfoot was waarschijnlijk de afstammeling van de Gigantopithecus, een vroege verwant van de in Azië uitgestorven orang-oetan, die via de landbrug Noord- en Zuid-Amerika bereikt had. Orangs leefden tamelijk solitair, nooit in grote groepen. Je kon in een oerwoud zonder het te beseffen vlak langs een kleine familiegroep orang-oetans lopen. Het lag voor de hand dat de Gigantopithecus over dezelfde gewoonten beschikte en vrijwel net zo onzichtbaar kon zijn. Daaraan had hij zich altijd vastgeklampt. Sinds kort echter had de twijfel toegeslagen. Hij had het gevoel alsof hij een groot deel van zijn leven verdaan had, en er was niets wat hem daarvan af kon brengen. Met een zucht duwde hij zich overeind om zijn kamp op te breken. Op dat moment realiseerde hij zich dat hij niets hoorde. En dan ook helemaal niets: vogels noch eekhoorns. Het bos was net zo stil als de kerk op maandag. Rogers nekharen gingen overeind staan.
8
Vuurstorm.indd 8
24-06-14 11:24
Toen, dwars door de stilte, hoorde hij het geluid waarvan hij dacht dat hij het had gedroomd. Iets tussen een gil en een grom, een in volume toenemend geluid dat voortdurend herhaald werd. ‘Jezus christus,’ mompelde hij, want hij kende het geluid, of iets dat er heel erg op leek. Hij had zich terdege voorbereid en was in staat alle mogelijke sporen en geluiden te herkennen. Wat hij net gehoord had, leek veel – heel erg veel – op de langgerekte roep van een orang-oetan. Of van Bigfoot. ‘Dit is het,’ fluisterde hij. ‘Dit is het, absoluut.’ Op zijn tenen liep hij naar zijn taperecorder en zette hem aan. Heel even dacht hij dat de roep niet meer zou klinken. Maar tot zijn vreugde gebeurde dat wel: dichterbij en luider dan tevoren. Hij sloop tussen de bomen door, zo geluidloos mogelijk, en kwam aan de rand van een open plek. Daar pakte hij behoedzaam zijn videocamera en bracht die naar zijn oog, terwijl hij het getril van zijn handen zo veel mogelijk probeerde te onderdrukken. Uit ervaring wist hij dat hem waarschijnlijk slechts één kans vergund was. Ze waren erg schuw. Seconden leken uren te duren, zoals de dagen voor Kerstmis hem als jongen een eeuwigheid toeschenen. Maar toen ritselde er iets in de bomen en aan de overkant van de open plek zag hij iets bewegen. Ineens ervoer hij de extase van een wedergeboorte, een openbaring en de bevestiging van een welbesteed leven. Het wandelde rechtop, maar niet met een menselijke tred; hij was bedekt met een donkere vacht. Aan de aard ervan hoefde niet getwijfeld te worden, hoewel het wezen door de perspectivische werking kleiner leek dan hij zich al die jaren had voorgesteld als hij aan dit moment had gedacht. Hij vergat bijna te filmen toen de Sasquatch zijn eenzame tocht vervolgde. Op veilige afstand zoomde hij zo veel mogelijk op de details ervan in, zodat deze film niet kon worden afgedaan als frauduleus, zoals al met vele in het verleden gebeurd was. Zijn opnamen zouden de basis vormen voor de definitieve, onbetwistbare en beroemdste Bigfoot-film ooit.
9
Vuurstorm.indd 9
24-06-14 11:24
Toen hij een vluchtige blik langs de zoeker wierp, zag hij tot zijn verrassing een tweede exemplaar achter het eerste opduiken. ‘Twee stuks…’ mompelde hij zachtjes. Hij kon zijn geluk niet op. Slechts een enkele keer was er meer dan één Bigfoot tegelijk aangetroffen, maar zonder visueel bewijs. En toen kwam er nóg een. En nóg een. Vijf, twintig… ‘Allemachtig!’ fluisterde hij hijgend, terwijl hij bleef filmen. ‘Dit is ongelofelijk!’ Plotseling bleef de voorste staan en draaide langzaam zijn kop in de richting van Roger. Op dat moment keek hij via de zoeker recht in de groen gevlekte, uiterst intelligente ogen van het wezen. De Bigfoot keek naar Roger. Plotseling voelde hij zich niet meer veilig. krak! Vlak achter hem brak een tak af. Hij draaide zich razendsnel om. De kop vulde zijn hele gezichtsveld – wild, onmenselijk, met één melkachtig, blind en één fel, boosaardig oog. De kop drukte een dusdanig pure woede uit dat het Roger trof als een klap in zijn gezicht. Hij werd door een peilloze angst bevangen, niet in staat om iets uit te brengen of zich te bewegen. Zelfs niet in staat zijn ogen te sluiten voor de afschrikwekkende tronie voor hem. Plotseling ging de mond krijsend naar hem open. Roger kon zich niet herinneren of hij de camera had laten vallen en of hij geschreeuwd had of weggerend was. Een hele tijd later, toen hij zichzelf hervonden had, waren zijn handen leeg, was hij buiten adem en voelde zijn keel rauw aan. Hij keek snel achter zich, maar zag niets anders dan de immense stammen van de redwoods in een dichte mist. Hij begon te rennen. Met een onmiskenbaar grimmige voldoening keek Koba de menselijke vlieg na. Hij gaf niet zoveel om mensen. Hij had geleden onder het misbruik dat ze van hem gemaakt hadden. Hij hoopte dat dit de laatste was die hij ooit nog zou zien.
10
Vuurstorm.indd 10
24-06-14 11:24
Maar dat betwijfelde hij. Toen hij er zeker van was dat de man was verdwenen, draaide hij zich om en tuurde hij tussen de hoge bomen door naar de open plek waarvandaan Caesar hem in de gaten hield. Hij vreesde heel even dat Caesar ontevreden zou zijn, net als toen Koba afgerekend had met Will, die hun tot in de bomen gevolgd was. Maar de apenleider knikte ter goedkeuring; een wonderlijke tevredenheid deed Koba gloeien. Caesar keurde zijn acties goed en daarmee oogstte hij diens waardering. Koba rende op handen en voeten weg om zich bij zijn leider te voegen, maar een gebaar van zijn leider smoorde zijn actie in de kiem: voedsel. Koba stopte en voelde ergernis omdat hij het vergeten was. Er gebeurde van alles binnen in hem, vreemde dingen: beelden, gedachten en associaties die hij nooit eerder had gehad. Het was soms heel verwarrend. En de vrije natuur zelf was al zo verwarrend: het waaien van de wind, de geur van de bladeren en de weidse hemel boven hem. Hij was zo lang overgeleverd geweest aan duisternis, pijn en ellende. En nu was hij vrij… Dat was een gebaar, een woord dat hij nooit gekend had, totdat Caesar het hem leerde. Vrij. Hij keerde terug naar de kampeerplek van de mens en onderzocht de spullen die hij daar vond. Even later vond hij een zak met voedsel. Hij stopte hem onder zijn arm en ging terug naar Caesar. Toen hij vlak bij hem was, liet hij zijn kop nederig zakken en overhandigde hem de zak. Caesar beroerde Koba’s arm en daarna zijn wang. Dat betekende: goed. Hij pakte de zak aan, zwaaide hem op een eigenaardig menselijke manier over zijn schouder en klauterde in de dichtstbijzijnde boom. Koba en de anderen volgden hem tot in de hoge kroonlaag waar de rest van de troep wachtte. Binnen de kortste keren vertrokken ze weer. Een zacht geritsel in de bomen was het enige geluid dat hun gangen markeerde. Want nu
11
Vuurstorm.indd 11
24-06-14 11:24
eiste Caesar absolute stilte. Stilte was hun manier van overleven. De lucht was vijf keer donker en weer licht geworden sinds de bevrijding van Koba en het gevecht tegen de mensen met hun dodelijke werktuigen. Ze hadden de strijd gewonnen, maar de mensen waren natuurlijk doorgegaan met hen te achtervolgen en op te jagen. In hun vliegende kooien doorkruisten ze de hemel boven hen, en ze trokken in troepen door het woud. Maar Caesar was slim. Hij had verkenners uitgestuurd om kleine groepjes van hun achtervolgers te vinden, of eenlingen, zoals Koba net was tegengekomen. Er moest hun angst worden ingeboezemd, maar geen letsel worden toegebracht. Ze zouden de verzamelplaatsen van de apen hoogstwaarschijnlijk in kaart brengen. Maar als de jagers dan kwamen, waren de apen allang naar een andere plek vertrokken. Op deze wijze hadden ze hun achtervolgers via grote, kronkelige cirkels omgeleid. Zo hadden ze hier weten te overleven, in deze ontzagwekkende omgeving die op hen tegelijkertijd zowel een vreemde, als een vertrouwde indruk gemaakt had. Om deze plek te duiden, had Koba van Caesar een nieuw woord in gebarentaal geleerd. Thuis.
12
Vuurstorm.indd 12
24-06-14 11:24
1 David Flynn werd zoals gewoonlijk om vier uur ’s morgens wakker. Het maakte niet uit hoe laat hij naar bed ging, hoeveel hij had gedronken of wat hij de dag ervoor gedaan had. Klokslag vier uur werd hij wakker. Het was begonnen toen hij begin twintig was, na zijn verhuizing van Atlanta naar de Bay Area. Zelfs na tien jaar was zijn lichaam de oostelijke tijdzone nog steeds niet ontwend. Hij ging rechtop zitten en voelde het extra gewicht in bed nog voordat hij zich ervan bewust was dat Clancy naast hem lag. Haar fijne, lange haar lag uitgespreid op het kussen. Het leek donker in het schrale ochtendlicht, maar het was goudblond, met hier en daar door de zon gebleekte strengen. Het laken bedekte haar lichaam slechts voor de helft. Hij bekeek haar contouren en wilde die met zijn vingertoppen volgen. Hij hield van haar zachte huid en haar warme lichaam. Normaal bleef ze niet slapen, maar ze had die dag een vroege afspraak in de binnenstad en zijn woning lag daar minder ver vandaan dan die van haar. Hij wilde haar echter niet wakker maken, want hij begreep dat vier uur een tikkeltje te vroeg was, zelfs voor een ‘vroege afspraak’. Hij gleed voorzichtig het bed uit en wierp in de kleine woonkamer een blik op zijn laptop. Het kostte hem geen moeite om niet verder te werken aan zijn artikel over het subsidiebeleid van de gemeente, omdat hij daar op dat moment genoeg van had. Hij zette de televisie aan
13
Vuurstorm.indd 13
24-06-14 11:24
en zapte langs allerlei thuiswinkelprogramma’s en komische series, tot zijn aandacht getrokken werd door een van de nieuwszenders. Er werden beelden getoond van de bizarre gebeurtenissen die zich vijf dagen daarvoor op de Golden Gate Bridge hadden afgespeeld, toen honderden ontsnapte apen uit alle delen van de stad zich door politieblokkades een weg hadden gebaand en via de brug gevlucht waren. Het was zonder twijfel de vreemdste gebeurtenis die zich ooit in San Francisco had afgespeeld, maar nog veel vreemder was de volledige radiostilte die daarna volgde. Alle natuurgebieden ten noorden van de brug – Muir Woods, Mount Tam – waren gesloten en alleen op de belangrijkste wegen werd nog verkeer toegestaan. Terwijl het gonsde van de geruchten over hoe de apen ontsnapt waren, was er bitter weinig sprake van waar hij als journalist zijn artikelen op baseerde: feiten. De burgemeester en het hoofd van de politie Burston hadden het publiek ervan verzekerd dat ze alles onder controle hadden, dat het aantal apen veel te hoog was ingeschat en dat de ooggetuigenverslagen door hysterie gekleurd waren. Het meeste filmmateriaal van de gebeurtenissen, dat dagelijks over het scherm spoelde, bestond uit amateurbeelden gemaakt met mobiele telefoons. Het was die bewuste dag bovendien uitzonderlijk mistig geweest, zodat het buitengewoon moeilijk was om de beweringen op de een of andere manier te staven. Er werd teruggeschakeld naar de studio van de lokale zender, waar de presentator van het nieuwsprogramma een man met een donker, smal gezicht interviewde. David herkende hem – het was dr. Roberts, de baas van Clancy. Hij zette het geluid iets harder. ‘… primatoloog aan de Universiteit van Californië – Berkeley,’ zei de presentator. ‘Mensen die bij het incident betrokken waren, verklaren dat de dieren heel eigenaardig gedrag vertoonden. Ze zeggen dat de apen georganiseerd en doelbewust handelden, alsof er een plan aan ten grondslag lag. U bestudeert mensapen. Wat vindt u van deze beweringen?’ ‘Tja, om te beginnen,’ zei Roberts, ‘zijn apen intelligente wezens en in staat uiteenlopend gedrag aan te leren. Het zijn sociale dieren die
14
Vuurstorm.indd 14
24-06-14 11:24
samenwerking hoog in het vaandel hebben staan. Chimpansees, bijvoorbeeld, maken gezamenlijk jacht op franjeapen als ze foerageren.’ ‘Ik dacht dat apen vegetariërs waren.’ ‘Dat is een misvatting,’ zei Roberts fijntjes. ‘Chimpansees zijn omnivoren – ze eten een heleboel insecten. Gorilla’s in iets mindere mate. De enige soorten die vrijwel een volledig herbivore leefwijze hebben zijn de orang-oetans.’ ‘Verdomd interessant,’ zei de presentator. ‘Maar we dwalen van het onderwerp af.’ Roberts knikte. ‘Ik denk dat er hier een aantal zaken speelt,’ zei hij. ‘In de eerste plaats hebben wij mensen de neiging menselijke eigenschappen aan niet-menselijke wezens toe te schrijven. Zogenoemd antropomorfisme. Deze neiging wordt zelfs sterker als er apen in het spel zijn, omdat die zo’n enorme gelijkenis met ons vertonen. Een andere factor is dat de meeste van deze apen in gevangenschap geboren zijn, en in veel gevallen getraind zijn in menselijk handelen, voor film, televisie en circus. De apen die je op tv ziet zijn gewoonlijk jong, aaibaar en niet al te gevaarlijk. Maar als ze ouder worden en hun jeugdige charme verdwijnt, terwijl hun agressie toeneemt, worden ze vaak in een asiel ondergebracht of als proefdier verkocht aan laboratoria. Dus is de kans aanwezig dat ze bij vlagen menselijk gedrag nabootsen. En in de laatste plaats, denk ik, mogen wij vooral onszelf niet uitvlakken.’ ‘U doelt op iets anders dan antropomorfisme?’ ‘Juist. Wij mensen zijn van nature verhalenvertellers. Verhalen vertellen doen we nu eenmaal graag. Er zijn behoorlijk goede studies verschenen waarin uit de doeken wordt gedaan dat ooggetuigenverslagen – met name die waarin emoties als angst en verrassing een grote rol spelen – uitmunten in onnauwkeurigheid. Zelfs als de gebeurtenissen zich niet langer dan een paar uur geleden hebben voorgedaan. Dat komt doordat we willen begrijpen wat we zien; we plaatsen het in een logische structuur. We maken onszelf iets wijs waarmee we uit de voeten kunnen, en vervolgens vertellen we het verhaal aan elkaar door. De elementen die het meest tot onze verbeelding spreken blij-
15
Vuurstorm.indd 15
24-06-14 11:24
ven in het verhaal gehandhaafd, terwijl de rest weggelaten wordt. Het verhaal gaat een eigen leven leiden.’ ‘Dus eigenlijk zegt u dat wat de burgemeester verklaart de waarheid is…’ David sprong een halve meter uit zijn stoel omhoog, toen hij plotseling een hand op zijn schouder voelde. ‘Sorry,’ zei Clancy. ‘Ik wilde je niet laten schrikken.’ ‘Oef,’ zei hij. ‘Tjonge! Stond de tv te hard?’ ‘Nee.’ Ze knikte richting de televisie. ‘Het was de stem van Pier. Het was alsof ik weer bij hem in de klas zat of zoiets.’ ‘Zonder kleren?’ Hij trok een wenkbrauw op. Ze wierp een snelle blik op haar naakte lichaam. ‘Gekkie,’ zei ze. ‘Ik kan iets aantrekken als je dat liever hebt.’ ‘Nee, hoor,’ zei hij, ‘je hoeft niet van je gewoonte af te wijken.’ Hij zette het geluid zachter. ‘Zo,’ zei hij. ‘Beter?’ Ze knikte bevestigend. ‘Waarom ben je al op? Was het bed te vol?’ ‘Nee,’ zei hij, ‘ik word altijd om vier uur wakker. Ik kan blijven liggen en naar het plafond staren, óf een uurtje iets anders doen en een plasje plegen. Daarna kruip ik er weer in om verder te slapen.’ ‘Ik weet nog een derde mogelijkheid,’ zei ze, terwijl ze achter hem heen en weer stapte. ‘Ik weet niet,’ zei hij. ‘Ik ben tamelijk moe, en ook jij hebt je slaap hard nodig.’ ‘Valt wel mee,’ zei ze en ze kuste zijn nek. Het veroorzaakte tintelingen in zijn hele lichaam. ‘Hé, dat is niet eerlijk,’ zei hij. ‘Ik heb nooit beweerd dat ik eerlijk ben,’ zei Clancy. Ze kuste hem opnieuw en betrok ook het gebied rond zijn oor erbij. Toen ze in de buurt van zijn borst kwam, trok ze hem tegen zich aan. ‘Goed,’ zei hij, ‘laten we die derde mogelijkheid maar eens onderzoeken.’ Na afloop kwam ze tegen hem aan liggen. Hij voelde dat hij in slaap ging vallen.
16
Vuurstorm.indd 16
24-06-14 11:24
Het gebaar voelde prettig, maar het had ook iets bezitterigs en dat verontrustte hem enigszins. Hij hield van Clancy: ze was grappig, slim, sexy en onder de lakens van alle markten thuis. Ze was ook heel gemakkelijk. Ze wist dat hij met andere mensen omging, en dat leek haar niets te kunnen schelen. Ze vroeg hem nooit iets dat hij niet bereid was te geven, en ze gaf nooit de indruk berekenend te zijn of ergens op aan te sturen. Tenminste, zo had het nooit gevoeld – tot dit moment. ‘Ik ga een tijdje weg,’ zei ze slaperig. Het was vreemd, alsof ze zijn gedachten had gelezen. ‘Ik dacht dat je vandaag een afspraak had.’ Ze zweeg. ‘Kijk,’ zei ze na een korte pauze, ‘je bent weliswaar journalist, maar toch vraag ik je om sommige dingen die ik je vertel niet naar buiten te brengen.’ ‘Goed,’ zei hij en hij was direct op zijn hoede. ‘Ze verwachten dat ik niemand hier iets over vertel,’ zei ze. ‘Ik heb een geheimhoudingsverklaring getekend.’ ‘Waarvoor?’ ‘Ik ben door de stad ingehuurd om onderzoek te doen naar de apen in de Muir Woods.’ ‘Apen?’ ‘Ja. Ze proberen erachter te komen hoe ze die het best kunnen vangen. Ik wil echter onderzoeken hoe ze zich aanpassen aan een omgeving die zo anders is dan die waarin ze zijn opgegroeid.’ ‘Is dat niet gevaarlijk?’ vroeg hij. ‘Ze zijn toch gewelddadig?’ ‘In principe niet,’ zei ze. ‘Tenminste, als ze niet opgejaagd of bedreigd worden. Wat er op de brug is gebeurd… dat was niet normaal. Hé,’ voegde ze eraan toe, ‘ik weet wat me te doen staat, maak je geen zorgen.’ ‘De Dian Fossey van de Muir Woods,’ mompelde hij. ‘Dian Fossey werd in mootjes gehakt door stropers met kapmessen,’ zei Clancy belerend. ‘In dit geval kun je me beter beschouwen als de Jane Goodall van de Muir Woods. Dat loopt beter af.’
17
Vuurstorm.indd 17
24-06-14 11:24
‘Of misschien Jane van Tarzan,’ zei hij. ‘En dan ben jij zeker de koning van de jungle?’ ‘Dan zouden we neef en nicht zijn, als ik het me goed herinner.’ ‘Bèèh. Jij komt uit het Zuiden.’ ‘Hmm,’ zei hij. Even later zei ze: ‘Ik vind het heel opwindend dat ik dit ga doen.’ ‘Ik zie het aan je,’ zei hij. ‘Ik hoop dat je je vermaakt.’ Hij gaapte en sloot zijn ogen. ‘Ik weet dat je er een hekel aan hebt,’ zei ze, ‘dus bedankt voor de overnachting.’ ‘Doe voorzichtig.’ ‘Komt voor de bakker,’ zei ze. ‘Je hoeft je geen zorgen te maken.’ Ze kneep in zijn schouder. ‘Bel me als je terug bent,’ zei hij. ‘Dan gaan we iets leuks doen. Lekker luieren.’ ‘Klinkt goed,’ zei ze. ‘Nou, genoeg gepraat, ik wil nog een uurtje slapen.’ Ze draaide zich om en binnen enkele minuten hoorde hij haar regelmatige ademhaling. Even later was ook hij vertrokken. Talia knipperde toen ze het zweet in haar ogen voelde prikken. Met haar gemankeerde zicht zag ze heel even alleen maar bloed. Soms had ze het gevoel alsof haar hele leven om bloed draaide. Ze wist dat andere noodartsen alles wat rood was uit hun huizen hadden gebannen: gordijnen, vloerbedekking, tomatensaus, limonade. Ze kende een traumachirurg die vegetariër was geworden omdat de aanblik van zoveel menselijk vlees de consumptie van een biefstuk of hamburger onmogelijk maakte. Ze had dat toen bespottelijk gevonden. Nu begon ze er begrip voor te krijgen. ‘Afvegen,’ zei ze. Tran depte haar voorhoofd met een doekje toen ze opnieuw de borstholte ging bekijken. Het lichaam van de jongen was een enorme bende, en het was nog maar een jochie, waarschijnlijk niet ouder dan vijftien. Ze vroeg zich af waarom iemand drie kogels in hem had willen schieten. 18
Vuurstorm.indd 18
24-06-14 11:24
Maar dat was niet haar zorg, nietwaar? Haar taak was om al zijn onderdelen weer terug op de juiste plaats te krijgen. ‘Dit gaat heel lang duren,’ zei ze. ‘Kun je dokter Selling hierheen laten komen? Ik wil dat hij naar de milt kijkt.’ Zes uur later, de uitputting nabij, was ze klaar met de patiënt. ‘Ik maak hem wel dicht,’ zei Selling. ‘Ga jij maar een kop koffie drinken.’ Ze knikte en verliet de operatiekamer. Ze ging eerst naar de wc om haar gezicht te wassen. Ze stak haar lange zwarte haar op en overwoog of het beter zou zijn om het kort te laten knippen. Vervolgens liep ze naar de kleine kamer die ze het Traumacafé hadden genoemd. Onlangs had iemand een kartonnen bordje met een afbeelding van een koffiekop boven een elkaar kruisend dijbeen en scalpel opgehangen. Het Traumacafé beschikte over een gootsteen, een kleine koelkast, een koffieapparaat, een magnetron, een frisdrankautomaat, een kaarttafel met vier stoelen, en een kleine flatscreen-tv. Er stond geen koffie klaar, dus zette ze zelf een pot. Ze ging even poolshoogte nemen in de wachtkamer. Gelukkig zat er dit keer geen drievoudige schotwond bij, maar wel genoeg gevallen om er de rest van haar nog drie uur durende dienst de handen vol aan te hebben. Ze keerde terug naar het café en nam een paar slokken van de ranzig smakende koffie. Randal van Spoedopname kwam binnengelopen en zag nog net de uitdrukking op haar gezicht. ‘Niet bepaald Starbucks, hè?’ zei hij. Ze schudde haar hoofd, trok een vies gezicht en staarde in de kop. ‘Elke keer als ik dit drink, neem ik me voor om direct vanuit mijn werk een koffiemolen en fatsoenlijke koffiebonen te kopen,’ zei ze. ‘Maar ik vergeet het altijd. Dit spul maakt het heel verleidelijk om over te stappen op speed of iets dergelijks. Maar dat zou niet goed zijn.’ Ze richtte haar aandacht op hem. ‘Is er iets?’ ‘Jij hebt afgelopen maand toch dat symposium over infecties van de ademhalingsorganen bezocht?’ ‘Mm-mm,’ zei ze. ‘Het opwindendste symposium ooit. Zelfs beter dan dat symposium over rectale bloedingen.’ 19
Vuurstorm.indd 19
24-06-14 11:24
‘Ik heb hier een vrouw naar wie je even moet kijken.’ ‘Wat zijn de symptomen?’ ‘Ze niest bloed,’ zei hij. ‘Allergische rinitis?’ ‘Ze zei dat ze nooit last heeft gehad van allergieën. Ik heb gekeken en kon niets vinden,’ zei hij. ‘Ik heb om een ct-scan gevraagd, maar er is een wachtlijst. Voorts heeft ze 40 graden koorts. En ze vertoont ook tekenen van inwendige bloedingen.’ Talia stond op het punt nog een slok van de door haar zo verguisde koffie te nemen, maar bracht de kop niet verder dan halverwege haar mond. ‘Hoe oud is ze?’ vroeg ze. ‘Tweeëndertig.’ ‘Breng me maar naar haar toe,’ zei ze. Afgaand op haar blonde haar had de vrouw waarschijnlijk een lichte huidskleur. Maar op dit moment was ze lijkbleek, behalve dan op de plaatsen waar zich lichtgroene plekken hadden ontwikkeld. Haar ogen stonden lusteloos en bewogen zich traag heen en weer. Talia leidde hier onmiddellijk uit af dat het daar niet slechts om een bloedende poliep in haar voorhoofdsholten ging. Of, als dat wel het geval was, had ze ook nog een andere, niet-gerelateerde ziekte onder de leden. ‘Hebben we al een bloedmonster?’ vroeg Talia zachtjes vanuit de deuropening. ‘Wilde ik net gaan doen,’ antwoordde Randal. ‘Stuur het met voorrang naar het lab,’ zei ze. ‘Ik ga de patiënt onderzoeken.’ Ze liep de kamer in, keek op de monitor en richtte zich daarna tot de vrouw. ‘Hoe voel je je, Celia?’ vroeg ze. ‘Niet zo goed,’ zei de vrouw met zwakke stem. ‘Heb je enig idee waardoor je dit hebt opgelopen?’ Ze schudde haar hoofd.
20
Vuurstorm.indd 20
24-06-14 11:24
‘Ik ben eigenlijk nooit ziek,’ zei ze. ‘Ik heb geen huisarts, dus ik heb gewacht, in de hoop dat het vanzelf over zou gaan.’ ‘Ik ga je een paar vragen stellen die misschien wat vreemd lijken,’ zei Talia. ‘Ga uw gang.’ ‘Kom je regelmatig in aanraking met dieren?’ ‘Nee,’ antwoordde Celia. Plotseling schoot haar iets te binnen. ‘Ik heb een kat.’ ‘Heb je iets bijzonders gegeten?’ vroeg Talia. ‘Heb je medicijnen of drugs gebruikt? Vertel de waarheid, dit is heel belangrijk. Je zult er geen last mee krijgen.’ ‘Ik zou het niet weten,’ zei de vrouw terwijl ze langzaam haar hoofd schudde. ‘Ik ben net terug uit Frankrijk, maar ik ben culinair niet zo avontuurlijk aangelegd.’ ‘Frankrijk? Hoe lang is dat geleden?’ ‘Ik ben net een paar dagen terug in San Francisco.’ ‘Ben je nog ergens anders geweest? Afrika of Zuidoost-Azië?’ ‘Nee, ben ik niet geweest.’ ‘Goed,’ zei Talia. ‘We gaan wat bloed afnemen voor onderzoek. Verder krijg je wat om je op te peppen en zullen we je iets geven om de koorts te verlagen. Is dat in orde?’ De vrouw glimlachte flauwtjes en knikte. ‘Laat me even je ogen controleren,’ zei Talia, terwijl ze dichterbij kwam. Ze pakte een kleine penlight en scheen achtereenvolgens in beide ogen, waarbij ze met haar vrije rechterhand de oogleden van elkaar hield. ‘Goed,’ zei ze. ‘We gaan je naar een andere kamer brengen. Zitten er familieleden of vrienden in de wachtkamer?’ De vrouw schudde haar hoofd. Talia knikte, pakte haar koffiekopje en verliet de ruimte. Buiten nam ze Randal even apart. ‘Er is sprake van bloeding onder het oogslijmvlies,’ mompelde ze. ‘Het zou een soort hemorragische koorts door een infectie kunnen zijn.’
21
Vuurstorm.indd 21
24-06-14 11:24
‘Ik was al bang dat je dat je zou zeggen,’ zei Randal. ‘Wees eens specifieker. Gele koorts? Ebola?’ ‘Nou nou, Randal,’ zei ze, ‘ik hield een slag om de arm, maar ik denk eigenlijk van niet. Ze heeft waarschijnlijk een vervelende koorts in combinatie met een bloedneus. Maar laten we in elk geval voorzichtig zijn. Plaats haar in een schone kamer. Strikte isolatie, ja? Geen risico’s. En laten we iemand raadplegen die op dit terrein thuis is… Collins misschien, of Park. Ja? En ga geen geruchten over ebola verspreiden. Ik dacht alleen maar hardop.’ ‘Goed,’ zei hij. Ze had bijna haar koffie op, toen Ravenna haar hoofd om de deur stak. ‘Een verkeersslachtoffer,’ zei ze. ‘Auto-ongeluk.’ ‘Duidelijk mijn geluksdag,’ zuchtte Talia, en ze ging haar handen wassen. Tegen de tijd dat ze de man voldoende gestabiliseerd had om geopereerd te worden, zat haar dienst er bijna op. En dat was maar goed ook, want ze was hondsmoe. Ze maakte net aanstalten om te vertrekken, toen ze Randal tegen het lijf liep. ‘Is Celia naar een andere kamer gebracht?’ vroeg ze. ‘Ja,’ antwoordde hij. ‘Maar weet je… we hebben een nieuwe.’ ‘Een nieuwe wat?’ ‘Een nieuwe bloedniezer. Een oude Afro-Amerikaanse vrouw. Ik heb haar direct op een eenpersoonskamer laten isoleren.’ ‘Hmm,’ bromde Talia en ze trok een frons. ‘Tjongejonge. Er lijkt het een en ander aan de hand te zijn. Heb je al advies kunnen inwinnen?’ ‘Ik heb er nog geen moment tijd voor gehad,’ zei hij. ‘Ik ga het morgen uitzoeken,’ zei ze. Toen ze thuiskwam, droeg ze nog steeds haar steriele handschoenen. Ze nam een douche en trok een pyjama aan. ‘Alleen wij tweetjes, liefje,’ zei ze tegen haar pyjama. ‘We gaan samen de nacht doorbrengen.’
22
Vuurstorm.indd 22
24-06-14 11:24
Ze mixte een Moscow Mule en trok zich daarmee terug op de bank. Ze genoot van de zacht prikkelende tonen van gemberbier en limoen tegen de neutrale achtergrond van de wodka. Ze bekeek de berichten op haar vaste telefoon. Sommige van haar vrienden vonden een vaste telefoon uit de tijd, maar vaste lijnen werkten ook tijdens atmosferische storingen of als satellieten en gsm-antennes er de brui aan gaven. En vooral dat laatste was van doorslaggevende betekenis in dit land van aardbevingen en aardschokken. Bovendien konden vaste telefoons – die van haar in elk geval – geen tekstberichten versturen, zodat ze haar nummer veilig aan mensen kon geven van wie ze niet de hele tijd sms’jes wilde ontvangen. Zoals de mensen die vier voicemailberichten op haar telefoon hadden achtergelaten: haar vader; Dean, een man die ze de vorige week in een bar, The Choirboy, ontmoet had; een andere man, Serge, die haar nummer van haar vader had gekregen; en nóg een bericht van haar vader. Vanavond telde hij voor twee. Ze verwijderde de berichten en nam een slokje. Halverwege haar drankje kwam ze op het idee haar mobiele telefoon aan te zetten. Hij had de hele dag uitgestaan. Ze had een sms’je van St. John, een man met wie ze samen coschappen had gelopen. Ze had al een tijd niets van hem gehoord, hij werkte in een ander ziekenhuis in de Bay Area, ook op de afdeling Spoedeisende Hulp. Nieuwsgierig opende ze het bericht: Hallo Tal, Gekke ziekte vandaag. Bloeding, hoge koorts. Geen diagnose, heb geïnformeerd bij ic. Twee gevallen. Jou bekend? Binnenkort een borrel drinken? ‘Poeh,’ zei ze tegen haar pyjama. ‘Er is vast iets aan de hand.’
23
Vuurstorm.indd 23
24-06-14 11:24
2 Toen de helikopter aan het dalen was, begon Malakai te denken dat hij een fout gemaakt had, misschien wel een fatale fout. Hij was eerder in een hinderlaag gelokt, in Rwanda en Zuid-Kivu. In Oeganda had hij er ternauwernood aan kunnen ontsnappen. Maar dit was toch Californië?! Klaarblijkelijk waren zijn instincten toch enigszins ingedut. Nee, ze werkten nu op volle kracht, dat werd tijd! Van wat hij beneden hem zag kon hij geen chocola maken. Het kwam niet overeen met het door de media verspreide verhaal, waaruit hij opmaakte dat er dingen gebeurden waarvan bobo’s niet wilden dat ze algemeen bekend werden. Wat heel goed kon betekenen dat hij zich in een situatie begaf waaruit hij niet zo gemakkelijk kon weglopen. Hij had verwacht een paar park-rangers te ontmoeten, een paar vertegenwoordigers van de politie of de National Guard, of wie er ook maar over dit soort zaken de leiding had. In plaats daarvan zag hij een groepje prefab-gebouwen met het logo van Anvil, een militaire contractant, die hij persoonlijk kende en die bij allerlei smerige zaakjes over de hele wereld betrokken was geweest. Hij wist dat omdat hij voor Anvil gewerkt had, gedurende de Tweede Congolese Oorlog. Van de vier passagiers in de helikopter beschikten er twee over pistolen. Hij zou het wapen van de dichtstbijzijnde kunnen afpakken en de ander kunnen neerschieten om de situatie onder controle te krijgen… Misschien twintig jaar geleden. Misschien tien… 24
Vuurstorm.indd 24
24-06-14 11:24
Maar niet nú. Ach, dacht hij. We zullen wel zien, nietwaar? De chopper landde en bij de touchdown werd hij niet onmiddellijk vermoord. Hij maakte hieruit op dat dit dus niets met de een of andere vergeldingsactie te maken had. Ze wilden blijkbaar iets van hem, en pas nadat ze het van hem gekregen hadden – of als hij het niet kon leveren – zou dat direct gevaar opleveren. Hij bevond zich aan de rand van een bos waar hij de weg niet wist en was omgeven door onbekende mensen. Op alles leek met grote letters het woord geheim geschreven. Wat er hier ook gebeurde, slechts heel weinig mensen wisten ervan. Hij werd een van de gebouwen in geleid, waarvan het interieur oogde als een ongebruikt kantoor. De balie was behoorlijk groot, maar het enige dat erop lag was een lichtbruine envelop. Achter de balie stond een man van middelbare leeftijd. Zijn pak was duur en handgemaakt. De man die Malakai begeleidde leek in zijn aanwezigheid te krimpen. ‘Meneer Youmans,’ zei het maatpak. ‘Mijn naam is Trumann Phillips.’ Hij gaf Malakai een hand, een zachte en gladde hand die de suggestie gaf dat de persoon in kwestie een onberispelijk en fatsoenlijk leven leidde. Maar Malakai had eerder met dit soort mannen te maken gehad. De stand van zijn schouders en de harde glinstering in zijn ogen deden denken aan een roofdier. De man was gewend zijn zin te krijgen en was waarschijnlijk niet al te kieskeurig over de manier waarop. Of van wie. ‘Vertel me eens, meneer Youmans,’ begon Phillips. Hij ging zitten en vouwde zijn handen. ‘Wat weet u van de situatie?’ ‘Wat ik op televisie gezien heb,’ zei Malakai. Hij was op zijn hoede. ‘Het is allemaal nogal verwarrend en heel ongeloofwaardig. Apen die uit een laboratorium zijn ontsnapt en die andere apen uit een dierentuin bevrijd hebben. En dan was er ook nog een soort veldslag met politieagenten op de Golden Gate Bridge. De meeste apen zijn gedood, maar een aantal wist de Muir Woods in te vluchten.’ Hij spreidde vragend zijn handen. ‘Dat is wat ik weet.’ 25
Vuurstorm.indd 25
24-06-14 11:24
Phillips knikte. ‘Dat is wat er in essentie gebeurd is,’ zei hij. Hij maakte zijn handen los en leunde achterover in zijn stoel. ‘U weet het een en ander over apen, nietwaar, meneer Youmans?’ vervolgde hij. ‘Ach, een paar dingen,’ antwoordde Malakai. ‘Maar dat wist u al, want anders zou ik hier niet zijn. Ik adviseer mensen die apen in het wild bestuderen, ik volg hun spoor en leid onderzoekers ernaartoe. Ik werk samen met allerlei hulpteams en verricht ook werkzaamheden voor diverse dierentuinen.’ ‘Juist,’ zei Phillips. ‘Maar vroeger had u een andere pet op. Safarigids, bijvoorbeeld. Huurling. En u hebt berggorilla’s en chimpansees gestroopt.’ Malakai haalde zijn schouders op. ‘Als ik iets dergelijks al gedaan had, zou het illegaal zijn geweest. Dus het lijkt me sterk dat ik me daaraan schuldig heb gemaakt.’ Phillips’ wenkbrauwen zakten iets; Malakai voelde dat daar het gevaar schuilde. ‘De legaliteit van uw bezigheden kan me niet schelen,’ zei Phillips. ‘Mij gaat het om uw kwalificaties. En de resultaten die u behaalt.’ ‘Meneer Phillips,’ zei Malakai zachtjes, ‘u hebt mij benaderd en niet andersom, dus ik begrijp niet dat u over kwalificaties begint. Ja, ik weet hoe je op apen moet jagen. En ja, ik weet hoe je ze moet vangen. En ik durf ook te stellen dat ik weet hoe je ze moet doden… als dat nodig mocht zijn. Als dat de door u beoogde kwalificaties zijn, ben ik uw man.’ Hij wachtte even en zei: ‘Zo niet…’ Hij haalde opnieuw zijn schouders op in een poging vertrouwen uit te stralen, terwijl hij zich afvroeg waar zijn ‘zo niet’ toe zou leiden. Een vlucht terug naar San Francisco? Een naamloos graf in de Muir Woods? Phillips zweeg en tikte met zijn vinger op de tafel. ‘Voordat u hiernaartoe kwam, hebt u een geheimhoudingsformulier getekend,’ zei hij. ‘Inderdaad,’ beaamde Malakai. ‘U kent de straf als u u niet aan de bepalingen in het contract houdt?’
26
Vuurstorm.indd 26
24-06-14 11:24
‘Het maakt niet uit,’ zei Malakai. ‘Mijn woord was voldoende geweest om van mijn discretie verzekerd te zijn.’ Phillips keek hem met een staalharde blik recht in de ogen. Malakai gaf geen krimp. Het moment van de waarheid was gekomen, de doorbraak was een feit. Phillips knikte ten langen leste. ‘Goed,’ zei hij, ‘dit is uw taak. Zoek de apen en vang ze.’ ‘Hoeveel zijn het er? En welke soorten?’ ‘Voor het merendeel chimpansees, waaronder wat bonobo’s. En een paar orang-oetans en gorilla’s.’ ‘Dan zullen ze zich over het hele gebied verspreid hebben,’ zei Malakai. ‘De verschillende groepen blijven niet bij elkaar. Afhankelijk van hun aantal kan het dus een tijdje duren voor ik ze in kaart heb gebracht.’ ‘Wij geloven van niet,’ zei Phillips. ‘Wij hebben de indruk dat ze als één groep functioneren.’ Malakai knipperde met zijn ogen, maar zei niets. Dat had volstrekt geen zin. Eigenlijk was alles wat hij wist over het incident op de brug weinig steekhoudend en buitengewoon onaannemelijk. Hij dacht eigenlijk dat het een soort dwaze Amerikaanse publiciteitsstunt betrof, in scène gezet ter introductie van een realityprogramma voor de televisie. ‘Hoeveel zei u, meneer?’ vroeg Malakai. ‘Hoeveel apen zijn het in totaal? ‘Waarschijnlijk enkele honderden,’ antwoordde Phillips. ‘Dat is… een heleboel,’ zei Malakai. ‘U wilt dat ik een paar honderd apen vang?’ ‘Zo veel mogelijk,’ zei Phillips. ‘Ten minste één van elke soort zou prettig zijn.’ Zijn mond verbreedde zich tot een glimlach. ‘Dat is de opdracht,’ zei hij. ‘Goed, zullen we het dan nu over de vergoeding hebben?’ De vergoeding was aanzienlijk, wat echter zijn gevoelens ten aanzien van de situatie niet versoepelde. Niettemin accepteerde hij de klus.
27
Vuurstorm.indd 27
24-06-14 11:24
Een jonge man met een naambordje waarop flores prijkte bege leidde hem naar zijn onderkomen. ‘U krijgt een speciale behandeling,’ zei Flores. ‘Voor u geen barak ken. U krijgt de suite.’ De ‘suite’ was een vierkante prefab-hut met een woonkamer, een kleine badkamer met wasbak en wc, en twee slaapkamers. De ruimte leek onbewoond; alleen zijn rugzak en koffer stonden er. ‘Waar is mijn geweer?’ vroeg Malakai. ‘U zult het niet nodig hebben,’ zei Flores. ‘Als er geschoten moet worden, doen wij het. En dat herinnert me eraan… Als u een mobiel of iets dergelijks bij u hebt, mag u die gedurende uw verblijf bij mij in bewaring geven.’ ‘Mag ik vragen waarom?’ ‘Er is mij alleen verteld dat het hier een heel gevoelige situatie betreft,’ zei Flores. ‘Communicatie is niet toegestaan, behalve via de officiële kanalen.’ Malakai fronste zijn voorhoofd, pakte zijn telefoon en gaf hem aan de jonge man. Flores fouilleerde hem daarna snel, bijna veront schuldigend, en leek daarna tevreden. ‘Ik zie u bij het eten,’ zei hij. Toen verdween hij. Een snelle controle van zijn spullen maakte duidelijk dat ze, zoals hij verwacht had, doorzocht waren: zijn tablet was weg. Hij nam de rechterslaapkamer, verhuisde zijn bagage erheen en ging op het bed zitten. Malakai had in vijf jaar geen sigaret gerookt. Nu wenste hij vurig dat hij er een had. Om de een of andere reden hoorden de orang-oetans de helikopters altijd het eerst, en afgaand op hun verstoorde uitroepen wist Caesar dat er weer één of twee vliegende machines in aantocht waren. Hij klauterde snel naar de top van de boom, gevolgd door Rocket, een grijze, vrijwel haarloze chimpansee – een van zijn secondanten. Heel even kon hij alleen maar zijn ogen de kost geven, zich laven aan de gratie en grootsheid van het woud. De ochtendmist was bijna
28
Vuurstorm.indd 28
24-06-14 11:24
opgetrokken en de toppen van de hoge bomen bogen mee onder een zachte bries. Een blauwe vogel met een zwart kuifje gaf hevig kwetterend aan dat hij zijn aanwezigheid niet op prijs stelde. Boven hem vloog een grote vogel met gespreide vleugels. Hij herinnerde zich de eerste keer dat Will hem hiernaartoe had gebracht, hoe het bos zich om hem heen had gevormd, hem had opgenomen, iets binnen in hem had opgevuld waarvan hij nooit had geweten dat het onopgevulde leegte was. Hij maakte zich los uit zijn mijmeringen en nam zijn taak ter hand: zijn troep in leven houden en beschermen. Rocket zag de helikopter als eerste, en in een flits was het duidelijk dat de machine het op hen had gemunt. Zoek zoveel, seinde hij naar Rocket door zes vingers omhoog te houden. Ga, en wees snel. Daarna ijlde hij naar beneden, springend van boom tot boom, naar waar zich het grootste deel van zijn troep bevond. De meeste apen bevonden zich onder het bovenste bladerdak. Hij bewoog zich tussen hen door met lage kalmerende geluiden, totdat hij Maurice vond, de orang-oetan die hij had gezocht. Maurice kende de gebarentaal van Caesar. Kalmeer ze, zei hij tegen Maurice. Zorg dat ze stil zijn en leid ze in die richting. Hij wees naar een gedeelte van het gebied met dichte bebossing, ver van de naderende helikopter. Daarna daalde hij verder af naar degenen die te geblesseerd waren om goed te kunnen klimmen of lopen. De meesten waren gewond geraakt tijdens het gevecht op de brug, waarvan sommigen behoorlijk ernstig. De meesten van hen kenden de gebarentaal niet, maar er waren er een paar die hem versneld aan het leren waren. Toen hij de grond bereikte, zag hij een jong vrouwtje dat een gewonde gorilla verzorgde. Ze keek op en liep naar hem toe. Hij herkende haar als Cornelia. Ze was niet gewond, maar had de taak op zich genomen om de geblesseerde apen te verzorgen. Toen ze vlak bij Caesar was, wist ze nog net op tijd haar hoofd te laten zakken en haar hand uit te steken, alsof ze deze eerbiedige en nederige begroeting tegen haar wil uitvoerde. Ze scheen geagiteerd, maar dat leek vaak het geval te zijn met Cornelia. 29
Vuurstorm.indd 29
24-06-14 11:24
Helikopter komt, vertelde hij haar. Die richting. Blijf bij Maurice. Ze bewoog haar hoofd omhoog, enigszins uitdagend. Bewegen doet pijn, gebaarde ze, op de gewonden wijzend. Rust nodig. Caesar schudde zijn hoofd. Rust is dood, zei hij haar. Ga. Ik leid ze weg. Rust nodig, herhaalde Cornelia. Caesar brieste naar haar, een regelrecht dreigement. Cornelia sperde haar ogen wijd open, maar liet meteen haar hoofd zakken. Ze trok zich terug en hielp de gewonden op te staan. Tevreden zocht Caesar de bomen weer op. Even later voegde Rocket zich bij hem met drie orang-oetans en drie andere chimps. Een van hen was Koba. Caesar had Koba gevonden in het Gen Sys-laboratorium. De bonobo had de mist van Will ingeademd, net als de apen van de San Bruno-opvang. Hij was slim en taai, en was tot nu toe heel bruikbaar gebleken. Maar hij was een beetje onvoorspelbaar. Met z’n zevenen haastten ze zich naar het bladerdak, rechtstreeks naar het geluid van de vliegende machine. Hij had ze hierop voorbereid, voor het geval dat. De zes apen die met hem mee waren gekomen wisten wat er van hen verwacht werd. Maar het geluid van de wieken werd steeds luider en toen viel er plotseling een schaduw op de bovenste takken. Ineens bekroop Caesar de angst dat ze te laat waren. Toen hij de top van de boom bereikt had, zag hij zijn ongerustheid bevestigd. De machine was al bijna hun positie gepasseerd en koerste rechtstreeks naar zijn troep. Hij zocht koortsachtig om zich heen, tot zijn hand een dode tak te pakken kreeg. Hij brak hem van de boom af en smeet hem met al zijn kracht omhoog. Hij zag de tak om de breedteas wentelen en slaakte een luide overwinningskreet toen de staartrotor van de helikopter geraakt werd. Hij liet de boomtop schudden en schreeuwde uit alle macht toen Rocket en de anderen zich bij hem aansloten en met hem meebrulden. De helikopter zwenkte en kwam weer hun richting op.
30
Vuurstorm.indd 30
24-06-14 11:24
Goed, dacht Caesar, opgelucht. Dallas, een jonge chimpansee, krijste en zette zich schrap om zich naar de helikopter te katapulteren. ‘Nee!’ schreeuwde Caesar. Dallas aarzelde even en zag toen af van zijn sprong. Er floot iets door de lucht, dat meteen daarop een tak raakte. Caesar herkende het als een pijltje waardoor apen in slaap vielen. Hij richtte zijn blik naar boven en zag de schutter aan de zijkant van de vliegende machine zitten, waar hij opnieuw aanlegde. Volg, commandeerde hij. Dallas was zo opgewonden dat hij bijna niet wilde gehoorzamen, maar toen bond hij in en volgde de anderen. Ze slingerden van boom tot boom, doken in het bladerdak om uit het zicht te zijn, maar kwamen dan weer tevoorschijn om de vliegende machine een loer te draaien en weg te lokken, steeds verder weg te lokken van de troep, in de richting van de hoge gronden in het noorden. De zon was tot net boven de horizon gezakt, toen Caesar de zes apen naar beneden riep. In de hoop dat ze de jagers op een dwaalspoor hadden gebracht, namen ze hun intrek onder de beschermende takken van de bomen en in de mist die vanuit zee door het woud trok. Ze wachtten tot de helikopter zou vertrekken. Maar hij vertrok niet. Hij bleef cirkelen, en even later hoorde Caesar een tweede aan komen vliegen. Gevolgd door een derde. Sam, een chimpansee, begon te jammeren. Wat? wilde Rocket weten. Wat te doen? Weet niet, antwoordde Caesar. Wacht. Maar het beviel hem niet. Het zou spoedig donker zijn. Mensen hadden geen betere ogen dan chimps. Iedereen zou blind zijn. Waarom waren ze er dan nog? Konden de machines wel in het donker zien? Hij wist dat het niet onmogelijk was. Caesar keek even naar Rocket, die hem beloonde met een blik van uiterlijke kalmte. Hij voelde zijn maag ineenkrimpen, want hij wist iets waar Rocket geen weet van had.
31
Vuurstorm.indd 31
24-06-14 11:24
In de ‘opvang’, waar hij gevangen werd gehouden, wist hij wat hij wilde doen en dat had hij stukje bij beetje uitgewerkt. Eerst had hij een manier bedacht om de kooien ’s nachts te verlaten, vervolgens een methode om Rocket en de anderen onder zijn leiding te krijgen en daarna een plan om het gebouw te ontvluchten. Hij was naar het huis van Will gegaan en had de mist gevonden die apen slimmer maakte. In die volgorde; alles was van tevoren uitgewerkt. Hij had een plan gehad. Nu reageerde hij slechts. Hij had niet verwacht dat ze hem tot hier zouden volgen. Dit was de plaats waar apen behoorden te zijn; mensen hoorden in de stad thuis. Voorheen had het niet geklopt, maar nu waren ze volledig in hun element. Het leek hem zo voor de hand liggend dat hij ervan uit was gegaan dat ook de mensen het zouden begrijpen. Vooral omdat hij heel omzichtig te werk was gegaan om zo min mogelijk slachtoffers te maken. Hij wilde mensen niet als vijanden. Hij wilde ze helemaal niet als iets. Hij wilde alleen maar vrijheid voor de apen. Achteraf bezien had hij misschien beter moeten weten. Maar zijn plan eindigde ermee dat ze veilig en vrij in de bossen waren. Hij had niet verder gedacht. Ze waren weliswaar vrij, maar verre van veilig. Zijn enige hoop was om de mensen zo lang te ontwijken dat ze zouden besluiten dat het de moeite niet waard was. Zijn gedachten werden onderbroken toen kogels de bladeren boven hem in flarden scheurden. Hij kon aan het geluid horen dat dit niet het soort was waardoor apen het bewustzijn verloren. Het klonk als de wapens die de mensen op de brug hadden gebruikt. Luid. Het was onverwacht. Sinds de brug hadden de mensen geprobeerd hen te vangen, maar nooit te doden. Naar beneden, commandeerde hij. Ze volgden het bevel onmiddellijk op. Een voor een daalden de apen zo snel als ze konden, zonder zich te verwonden. Tegen de tijd dat ze de rijke humusbodem van het bos bereikt hadden, was het vrijwel donker. Het terrein was geaccidenteerd. Caesar gebaarde hun
32
Vuurstorm.indd 32
24-06-14 11:24
hem te volgen; ze lieten de helikopters achter zich. Caesar voelde zich kwetsbaar en niet op zijn gemak. Als de duisternis was ingetreden werden apen verondersteld in een boom te zitten, zo hoog mogelijk. Ze bewogen zich door de mist. De maan stond aan de hemel, maar slechts weinige van haar stralen konden het immense bladerdak doordringen. Hij hoorde iets, stopte en tikte Rocket op zijn schouder. Rocket tikte de anderen aan om de order door te geven. Caesar hoorde het geluid opnieuw: een ijle, nauwelijks waarneem bare mensenstem, zoals het klonk uit de telefoon van Will. Hij keek koortsachtig om zich heen om de bron ervan te vinden. ‘Omhoog!’ fluisterde hij tot de anderen. Toen ze zich in de bomen terugtrokken klonken er geweerschoten, deze keer de zachte, sissende ploffen van verdovingsgeweren. Een paar centimeter van Caesars gezicht trof een pijltje de stam van de redwood. Hij zag ze nu: mannen in zwarte kleding, die iets op hun gezicht droegen. Ik heb precies gedaan wat ze van me verwacht hadden, begreep hij plotseling. Stom. Radeloos klommen ze verder omhoog, terwijl de pijltjes hun om de oren vlogen. Hij hoorde een menselijke angstkreet, gevolgd door een explosie van serieus geweervuur. Een aap schreeuwde het uit van de pijn, maar Caesars tuitende oren konden niet onderscheiden wie het was. Ze waren nu in het pikkedonker op de vlucht. Hij slingerde zich de ruimte in, reikend naar een volgende tak… in de hoop dat die er was. Nee. Hij gilde en viel met zwaaiende armen. Hij wist een tak te grijpen; het voelde alsof zijn arm van zijn lichaam werd getrokken, maar met een zwaai wist hij zich te herstellen. Hij vloog de nacht in, ver trouwend op deze plek, die hij zo liefhad, vurig hopend dat het zijn redding zou zijn. Er klonken meer geweerschoten in de duisternis. Wanhopig klom hij hoger. Hij wist dat de helikopters daar nog waren – het geluid van
33
Vuurstorm.indd 33
24-06-14 11:24
hun wieken klonk angstaanjagend –, maar hij wist ook dat hij weg moest van de mannen met de geweren. Ze verzamelden zich in de laag onder het bladerdak in de beschutting van een wirwar van vervlochten takken. Caesar tikte Keling aan, een van de orang-oetans. Hij had geen beter gezichtsvermogen dan Caesar, maar orangs waren er beter in van hun weg door de takken te vinden, zowel overdag als ’s nachts. Keling snapte het en gaf Caesar toestemming op zijn rug te klimmen. De anderen volgden zijn voorbeeld, en spoedig bewogen ze zich van boom tot boom. Er klonken nog een paar sissende ploffen van verdovingsgeweren, maar dat leek incidenteel. Terwijl ze verder trokken, verdween het geluid van de helikopters. Als de machines hen niet meer volgden, zo dacht Caesar, dan zouden de mensen het waarschijnlijk ook opgegeven hebben. Hij gaf Keling een teken te dalen. Ze konden niet in het gebied blijven, in elk geval niet met deze mensen die ’s nachts konden zien. Het was weliswaar in strijd met zijn instincten, maar ze konden zich via de grond veel sneller verplaatsen en het stelde hen in staat mensen die hen op het spoor waren verder om de tuin te leiden. Caesar zag erop toe dat ze tot zonsopgang bergopwaarts trokken. Daarna verzamelden ze zich. Bij daglicht realiseerde hij zich dat Dallas ontbrak. Iedereen was moe en humeurig, maar voor de rest ongedeerd. Ondanks de vermoeidheid leidde Caesar hen terug de bomen in, waar ze van koers veranderden in de hoop de anderen van de troep tegen te komen. Ze hoopten ook dat het door hen gecreëerde dwaalspoor de mensen nog een dag of twee zou bezighouden. De volgende morgen, na een fatsoenlijk kopje koffie en een bagel, ging Talia goedgeluimd en redelijk enthousiast aan de slag. De ochtenden waren gewoonlijk niet zo verkeerd, zeker niet midden in de week. Deze morgen was de wachtkamer echter bijna voor de helft gevuld, en de triageverpleegkundigen hadden hun fitnesskwartiertje. Haar eerste patiënt was een driejarig jongetje van wie de wijsvinger
34
Vuurstorm.indd 34
24-06-14 11:24
gehavend was omdat hij die aan de scharnierkant van een deur had gestoken. Het jongetje hield zich betrekkelijk goed, vooral nadat hij iets tegen de pijn had gekregen. Maar zijn ouders werden welhaast hysterisch toen hij in een rolstoel naar Chirurgie werd gereden. Toen Talia de gegevens van de volgende patiënt ophaalde, vielen haar onmiddellijk koortssymptomen en een bloedneus op. ‘Houd hem zolang op Spoedeisende Hulp,’ zei ze. ‘Ik wil een paar dingen natrekken.’ Randal was niet in de buurt, maar ze begaf zich naar de afdeling die over de toewijzing van kamers voor zijn patiënten ging. Ravenna staarde haar aan toen ze de hoorn van de telefoon neer legde. Talia hoorde iemand niezen in de wachtkamer, bijna direct gevolgd door een luide kreet van afschuw. ‘Wat is er?’ vroeg Ravenna. ‘Gisteravond zijn hier twee vrouwen binnengebracht,’ zei ze. ‘Beiden hadden koorts en een soort voorhoofdsholteontsteking. De een is gisteravond overleden en de ander is er slecht aan toe.’ ‘Wat was de doodsoorzaak?’ ‘Waarschijnlijk uitval van meervoudige functies,’ antwoordde Talia. ‘Maar er is nog geen autopsie verricht.’ ‘Wat denk je?’ ‘Ik weet het niet,’ zei ze, ‘maar ik heb het gevoel dat we er nog veel mee te maken krijgen. Hoeveel zijn er vanmorgen met deze symptomen door de triage geselecteerd?’ ‘Volgens mij waren dat er zes,’ zei Ravenna, ‘maar ze hadden niet allemaal last van bloedingen. Een paar hadden alleen koorts.’ ‘Goed,’ zei Talia en ze zuchtte diep. ‘Dit gaat me boven de pet. Wie is de gezondheidscoördinator?’ Herrin, de gezondheidscoördinator, had een stem zo glad als kruipolie, en een houding waaraan door de term ‘betuttelend’ bij lange na geen recht werd gedaan. ‘Dr. Kosar,’ zo begon hij het telefoongesprek, ‘we zijn nog niet door de Centra voor Volksgezondheid en Milieu of de who geïnformeerd over de mogelijkheid van een uitbraak.’
35
Vuurstorm.indd 35
24-06-14 11:24
‘Natuurlijk niet,’ zei Talia, ‘omdat het hier gebeurt, op de Spoed eisende Hulp, en niet binnen hun voorzieningen.’ ‘Hoe dan ook, acht gevallen zijn niet genoeg om de noodtoestand uit te roepen,’ zei Herrin. ‘Een van de acht is dood,’ zei ze, ‘en een ander zal waarschijnlijk nog voor het eind van dit telefoongesprek sterven.’ Ze bekeek het laatste verslag van de frontbalie. ‘Overigens zijn het er al tien. We weten niet wat het is en ook niet hoe besmettelijk…’ ‘Dr. Kosar,’ kapte Herrin haar af, ‘u bent van huis uit chirurg, niet waar?’ ‘Ik ben seh-arts,’ zei ze, terwijl ze erin slaagde de lelijke woorden die haar op de lippen brandden niet uit spreken. ‘Maar u houdt u voornamelijk bezig met trauma en doorverwijzing – dus niet met infectieziekten, nietwaar?’ ‘Inderdaad,’ zei ze. ‘Dat is helemaal waar. Maar ik kan verdomme wel een infectieziekte diagnosticeren, en dit is een heel akelige.’ ‘Dan hebben we iemand nodig die gespecialiseerd is in infectie ziekten,’ zei Herrin. ‘Ik zal de nodige stappen nemen, mits de situatie dat vereist.’ ‘Volgens mij is er een rapporteringsprotocol,’ hield Talia vol, ze voelde dat de zaak haar anders ging ontglippen. ‘Volksgezondheid en Milieu kan geen verklaring over een ziekte-uitbraak geven zonder dat ze over de nodige gegevens beschikken.’ ‘Er bestaat inderdaad een rapporteringsprotocol,’ verzekerde hij haar, ‘en daaraan zullen we ons houden.’ ‘Fijn zo,’ zei ze. Ze wist dat het zinloos was: ‘Maar we moeten nú beginnen met onze isoleerprocedures in gang te zetten,’ voegde ze eraan toe. ‘Terwijl u u over uw stappen beraadt.’ ‘Ik kom erop terug, dokter,’ zei Herrin en hij hing op. ‘Ach, krijg de pest, gladjanus!’ riep ze uit. ‘Wat is er?’ vroeg Ravenna. Talia keek naar de telefoon en overwoog Herrin opnieuw te bellen om hem de huid vol te schelden. Maar ze wist dat ze hem niet aan de lijn zou krijgen. Zijn secretaresse zou haar niet doorverbinden.
36
Vuurstorm.indd 36
24-06-14 11:24
‘Vanaf dit moment,’ zei ze tegen Ravenna, ‘moet iedereen op Spoedeisende Hulp een mondkapje dragen, is dat duidelijk? Ook de patiënten.’ ‘Goed,’ zei Ravenna. ‘Ik hoop dat we er genoeg hebben.’ ‘Zo niet, “leen” er dan maar een aantal boven,’ zei Talia. Zes uur later was de oude dame dood, evenals een jongeman die die ochtend was binnengebracht. Ze werd gebeld door het kantoor van Herrin. Volksgezondheid en de who hadden beide de uitbraak van een onbekende virale ziekte gemeld. Het ziekenhuis was erop voorbereid isoleer- en quarantaineprocedures uit te voeren. Talia hing op, maar voordat ze weer aan het werk ging, nam ze de tijd om haar hart in zowel de Tsjechische als de Engelse taal karaktervol te luchten.
37
Vuurstorm.indd 37
24-06-14 11:24
3 Ze bereikten de troep toen de zon hoog aan de hemel stond. De grote groep bewoog zich langzaam door een dichtbeboste vallei, niet ver vanwaar hij de troep verlaten had. Hoewel Caesar opgelucht was hen te zien, had hij gehoopt dat ze meer vooruitgang hadden geboekt. Maurice slingerde ter begroeting naar hen toe. Met zijn lange armen vond hij met benijdenswaardig gemak zijn weg tussen de hoge bomen door. Ongerust, gaf de orang-oetan aan. Caesar knikte. Ik ook, zei hij. Mensen met machineogen zien in de nacht. Wist je dat? Nee, antwoordde Maurice. Dan weet je het nu, zei Caesar. Problemen voor ons. Blijf in de top van de hoogste bomen, adviseerde Maurice. Ze kunnen ons daar niet zien. En de gorilla’s? De gorilla’s waren heel slechte klimmers en voelden zich niet op hun gemak als ze te ver van de grond verwijderd waren. Maurice krabde op zijn hoofd. Ik zal erover nadenken, zei hij. Caesar keek naar beneden en zag Cornelia naar hem toe komen. Ze ging op de grote tak zitten en betoonde hem opnieuw haar halfhartige nederigheid.
38
Vuurstorm.indd 38
24-06-14 11:24
Wat is er? vroeg Caesar. Honger, zei ze. Apen eten veel. Vooral gorilla’s en orang-oetans. Inderdaad, beaamde Maurice en hij wreef over zijn buik. Caesar bekeek zijn vriend nauwkeurig: hij leek wel kringen rond zijn ogen te hebben, en zich ook trager te bewegen dan gewoonlijk. We moeten voedsel vinden, vervolgde Cornelia. Caesar liet de woorden even tot zich doordringen. Ze had natuurlijk gelijk. Ze hadden voedsel gevonden op kampeerterreinen en in verlaten hutten aan de rand van het bos, maar dat was op. Hij voelde zijn buik: hard en hol. Wilde apen, zei hij. Apen die in het wild gevangen zijn. Zij zullen weten wat ze moeten eten. Nee, zei Cornelia. Ik ben in het wild geboren. Bossen niet als dit bos. Andere bossen. Ander voedsel. Frustratie brak door Caesars vermoeidheid heen. Hij ging staan en ontblootte zijn tanden. Cornelia maakte zich iets kleiner. Wat dan? vroeg hij. Ze keek naar hem op. Haar houding was nederig, maar haar blik? Hij zag uitdaging in haar ogen. Alsof ze een mannetje was. Wilde apen kunnen uitzoeken wat voedsel is, zei ze. Tijd voor nodig. Goed, gebaarde hij. Zoek het uit. Snel, voegde hij eraan toe. Kost tijd, herhaalde ze koppig. Ook zijn er veel apen gewond. Dit tempo ligt te hoog. We moeten rusten, op vaste plek blijven. Genezing. Geen tijd, zei Caesar. Als de mensen vertrekken, vestigen we ons. We zullen eerder sterven, hield Cornelia vol. Dat was de druppel. Caesar deed een uitval naar haar. Ze deinsde achteruit en klom naar beneden. Echt waar, gebaarde ze tartend toen ze buiten bereik was. Hij keek haar na, kokend van woede. Caesar nestelde zich tegen de boomstam. Slaap, zei hij tegen Rocket en hij sloot zijn ogen. Hij sliep de rest van de dag en de nacht. Toen hij wakker werd, zag hij Maurice.
39
Vuurstorm.indd 39
24-06-14 11:24
Er zijn gisternacht drie apen gestorven, vertelde de orang-oetan hem. Caesar herkauwde er even op om het nieuws te kunnen aanvaarden. Misschien dat Cornelia… begon Maurice. Caesar legde hem met een ruwe keelklank het zwijgen op. Maurice keek enigszins verontschuldigend, maar deinsde niet terug. Ik weet dat ze gelijk heeft, zei Caesar ten slotte. Ze was irritant, maar ze had wel een punt. Ze heeft erover nagedacht. Hij had er genoeg van afhankelijk te zijn van de omstandigheden. Het was tijd om een eigen plan te trekken. Zoek Rocket, zei hij tegen Maurice. Wij drieën gaan praten. ‘Verbazingwekkend, hè?’ zei Clancy met ogen die wijder dan wijd waren opengesperd. ‘Zo prachtig.’ Ze veegde een paar goudblonde lokken uit haar gezicht. Malakai staarde uit het raam van de Humvee, terwijl ze hotsend en botsend over de onverharde weg reden. Hij dacht na over deze kustredwoods, die als reusachtige pijlers de hemel leken te dragen, en hij vroeg zich af wat voor bomen er in de onderlaag groeiden. Thuis wist hij van elke plant de naam, maar dit woud was een groot raadsel. ‘Bent u hier eerder geweest, meneer Youmans?’ vroeg de vrouw, die zich er ogenschijnlijk niet door liet afschrikken dat hij niet op haar enthousiaste uitroepen reageerde. ‘Nee,’ antwoordde hij. ‘De eerste keer dat ik hier kwam, vond ik het de verbazingwekkendste kathedraal die je je maar kunt voorstellen,’ zei ze dwepend. ‘Het is net alsof de bomen het luchtgewelf ondersteunen. In de tijd van de dinosaurussen waren dit soort bomen er al. Wist u dat? Verwante soorten van de redwoods hebben de aarde gedomineerd. Nu komen ze nog maar op enkele plaatsen voor.’ Malakai onderdrukte een geeuw. Hij had bij het ontwaken in de prefab-hut met de twee slaapkamers ontdekt dat hij gezelschap had gekregen: Clancy Stoppard. Ze
40
Vuurstorm.indd 40
24-06-14 11:24
was primatoloog, ze studeerde aan de Universiteit van Californië, en ze wilde meewerken aan de rehabilitatie van apen in het wild. Hij had deze informatie binnen de eerste dertig seconden van hun ontmoeting al gekregen. Ze was mooi en enthousiast… en zevenentwintig jaar oud. Hij vroeg zich af hoe lang het zou duren voor hij haar zou vermoorden. Als hij had geweten dat zij bij hem in het team zat – en nog erger: bij hem in de hut –, zou hij het contract waarschijnlijk niet getekend hebben. Hij hoopte door nog even te zwijgen een duidelijke boodschap af te geven. Bovendien zaten er in de Humvee nog vijf andere mensen die ze kon lastigvallen. Maar dat was niet aan de orde. ‘Waar komt u vandaan, meneer Youmans?’ vroeg ze. ‘Uit San Francisco,’ antwoordde hij. ‘Nee,’ zei ze. ‘Ik bedoel, eh… eigenlijk uw accent.’ ‘Ik ben geboren in Belgisch-Congo,’ verduidelijkte hij. ‘Wat nu Congo-Kinshasa, Democratische Republiek Congo of kortweg Congo wordt genoemd.’ ‘O ja? In welk gedeelte?’ Het was grappig hoe vaak mensen dat vroegen, zelfs als ze niet het flauwste benul hadden van de geografische bijzonderheden van zijn geboorteland. Hij gaf er altijd antwoord op, waarna altijd een zinloos gebabbel volgde. ‘Noord-Kivu,’ antwoordde hij. ‘In de buurt van Butembo.’ Hij had niet gedacht dat ze nog grotere ogen kon opzetten, maar dat was wel het geval. ‘Dat is vlak bij het Nationaal Park Virunga,’ zei ze. ‘Waar berggorilla’s leven.’ ‘Ja, inderdaad,’ zei hij. ‘U bent goed op de hoogte.’ ‘Ik hoop daar nog eens naartoe te gaan,’ zei ze. ‘Hebt u daar uw kennis van mensapen opgedaan?’ ‘Toen ik acht was, nam mijn oom me mee om naar de gorilla’s te kijken,’ antwoordde hij. ‘En daarna nog heel vaak.’ ‘Dat moet fantastisch zijn geweest.’
41
Vuurstorm.indd 41
24-06-14 11:24
‘Fantastisch’ was niet het woord dat hij zelf zou hebben gekozen, maar wat maakte het uit. Hij had toch geen zin om het gesprek voort te zetten. Gelukkig stopte de truck even later. Malakai opende het portier en stapte uit op de rijke bosgrond. Hij keek omhoog naar de boomtoppen in een poging zich een idee van dit bos te vormen. Hij vond de bomen behoorlijk indrukwekkend, maar dat was typisch Amerikaans, nietwaar? Alles was hier groter. Bovenal hield het hem bezig hoe de apen deze plek zouden ervaren, hoe ze zich zouden aanpassen en hoe het bos daarop zou reageren. En verder waaruit hun voedsel zou bestaan, waar ze zouden drinken, slapen en beschutting zoeken. De andere leden van de expeditie – vier mannen en nog een vrouw – verlieten de Humvee via de achterkant en begonnen met hun verdovingsgeweren te laden. Twee van hen beschikten over machinegeweren en droegen een pistool. Malakai wilde ook graag een van die wapens; zonder voelde hij zich naakt, vooral in de bossen. En nu helemaal, omdat twee anderen wel zwaarbewapend waren. ‘Wapens?’ Clancy had het ook gezien. ‘Zijn dat echte geweren?’ vroeg ze geschrokken. ‘Die hebben we niet nodig. We hebben toch de verdovingsgeweren?’ ‘De apen waren gewelddadig op de brug,’ zei Corbin. Hij had een hoekig gezicht en was een jaar of veertig. Malakai had hem aangezien voor een ex-marinier. ‘Ja,’ zei Flores. ‘En een van hen probeerde gisteravond mijn hoofd van mijn romp te trekken.’ ‘Flores,’ zei Corbin, ‘bek dicht.’ Hij gebaarde met de loop van zijn ar-15. ‘Deze kant op.’ Onder zijn leiding liepen ze een kleine honderd meter bij de weg vandaan. Hij haalde een gps-ontvanger tevoorschijn en bestudeerde het scherm. Hij gebaarde opnieuw en ze vervolgden hun weg. Corbin hoefde Malakai niet te vertellen dat ze hun doel bereikt hadden. Het aantal sporen, de lege hulzen en de gehavende vegetatie maakten dat duidelijk. Malakai liep voorzichtig. Hij probeerde alles in zich op te nemen, zonder het te verstoren.
42
Vuurstorm.indd 42
24-06-14 11:24
‘Dat is een chimpanseespoor,’ hoorde hij Clancy zeggen. Ze raapte een geweerpatroon op. ‘Er is op hen geschoten.’ Tjonge, moest Malakai toegeven, ze is toch niet helemaal achterlijk. ‘Ze kwamen hier uit de bomen naar beneden,’ zei hij. ‘Vijf, misschien zes. Het waren niet allemaal chimps.’ Hij bukte om een grotere afdruk te bekijken. ‘Dat is een orang-oetan,’ zei Clancy. Ze fronste haar voorhoofd. ‘Zeiden ze dat het ’s nachts gebeurd is?’ Ze haalde haar schouders op. ‘Waarom zouden ze ’s nachts afdalen naar de grond? Chimps en orangs zijn dagdieren: ’s nachts blijven ze in de bomen, daar zijn ze veilig.’ ‘Misschien waren ze niet zo veilig in deze bomen,’ zei Malakai, terwijl hij met zijn voet een huls aanstootte. ‘Dat is een grote patroon, 50 kaliber – waarschijnlijk van een boordkanon. Er werd vanuit de lucht geschoten. Waarschijnlijk met het machinegeweer van een helikopter.’ Clancy’s wenkbrauwen zakten en er verscheen een frons op haar voorhoofd. ‘Mij is verteld dat ze probeerden om de apen te vinden,’ zei ze. ‘Niet om ze te vermoorden.’ ‘Ze zijn gevaarlijk,’ verklaarde Corbin. ‘Hoe gevaarlijk kunnen ze zijn ten opzichte van helikopters?’ vroeg ze. ‘Op de brug hebben ze er een neergehaald,’ zei Flores. ‘Flores!’ blafte Corbin. Dat hebben ze buiten het nieuws gehouden, dacht Malakai, maar hij liet niets merken. Hij volgde opnieuw de sporen. Hij herinnerde zich dat er een politieagent was gedood bij een helikopterongeluk, maar er was geen melding van gemaakt dat apen het neerstorten veroorzaakt hadden. ‘Het plan,’ vervolgde Corbin tegen Clancy, ‘was om ze te dwingen naar de grond te gaan, zodat onze met nachtkijkers uitgeruste teams ze konden vangen.’ ‘Ze vángen?’ snauwde ze. ‘Met machinegeweren?’
43
Vuurstorm.indd 43
24-06-14 11:24
‘De helikopters hebben alleen de boomkruinen doorzocht,’ antwoordde Corbin geïrriteerd. ‘Er werd door de helikopters niet op de apen geschoten. Dat zou betekenen dat er ook op óns zou zijn geschoten, nietwaar? We wilden ze alleen maar verdoven.’ ‘U was er dus ook bij?’ vroeg Malakai. ‘Jullie allemaal?’ Corbin knikte. ‘Hier was een hinderlaag,’ zei Malakai en hij wees ernaar. ‘Chimpansees kunnen ’s nachts niet zien,’ hield Clancy vol. ‘Ze moeten volstrekt hulpeloos zijn geweest.’ ‘En toch bent u er niet in geslaagd een van hen te raken,’ merkte Malakai op. Hij wendde zich tot Corbin. ‘Heb ik gelijk?’ ‘Niet dat ik weet,’ antwoordde Corbin. ‘Maar laten we stil zijn. Ze kunnen in de buurt zijn.’ ‘Dat zijn ze niet,’ zei Malakai, terwijl hij een meter of tien wegliep. ‘Ze zijn opnieuw in de bomen geklommen… hier.’ ‘Zo, dus het is onbekend waar ze naartoe zijn gegaan?’ Malakai bukte zich om een donkere plek op de bosgrond te bekijken. ‘Dat zou ik niet willen zeggen,’ antwoordde hij en hij begon bergopwaarts in noordelijke richting te lopen. ‘Is dat bloed?’ vroeg Clancy. ‘Dat is bloed, hè?’ Malakai deed net of hij haar niet hoorde. Het bloedspoor volgen was niet eenvoudig. De chimps veranderden steeds van richting, hoewel ze globaal op Mount Tamalpais afkoersten. De taak werd er niet gemakkelijker op toen ze in de namiddag op de bron van het bloed stuitten. Een chimpansee lag in foetushouding onder een boom. Malakai ging er behoedzaam op af, maar te oordelen naar de hoeveelheid bloed rond de aap bestond er geen gevaar. Zijn vermoedens werden bevestigd toen hij de chimpansee met zijn schoen aanraakte. Hij pakte een arm en trok eraan, tot de chimpansee op zijn rug terechtkwam. ‘Hij is pas een paar uur dood,’ zei hij tegen Corbin. ‘Er is nog geen sprake van lijkstijfheid.’ ‘Afschuwelijk,’ zei een van de anderen.
44
Vuurstorm.indd 44
24-06-14 11:24
Malakai hoorde Clancy snikken en keek naar haar: haar gezicht was wit en er gleden tranen over haar wangen. ‘Ik begrijp het niet,’ zei ze. Ze deed een stapje dichter naar het lijk. De ogen van de chimpansee waren geopend: ze staarden wezenloos in een heldere wereld, met aan gene zijde de duisternis. Clancy keek naar Malakai, alsof er een vraag was waarop hij een antwoord wist. God zal me liefhebben, dacht Malakai, en ineens was hij woedend. Was ze van haar stuk gebracht door een dode aap? Hij had dit nog met geen enkele man of vrouw meegemaakt, zelfs niet met kinderen. Krankzinnig. ‘Ik dacht dat jullie geen echte geweren gebruikten,’ zei Clancy met trillende stem. ‘Dat moet de aap geweest zijn die boven op mij sprong,’ mompelde Flores. ‘Hij kwam vanuit het niets, waarop ik mijn verdovingsgeweer liet vallen en mijn pistool trok. Puur instinct.’ Malakai hield zich buiten het gesprek. Hij zocht nog een tijdje de omgeving af en liep daarna opnieuw in noordelijke richting. De zon wierp steeds langere schaduwen. Hij stond op het punt het bijltje erbij neer te gooien, tot hij een nieuw spoor vond. En nog een. De apen hadden de bomen blijkbaar weer verlaten – ’s nachts. Hij probeerde grip te krijgen op het volledige scenario. Ze waren door de helikopters de bomen uit gejaagd, en ze werden op de grond geconfronteerd met een team dat nachtkijkers droeg. Toen ze door de grondtroepen beschoten werden, waren ze opnieuw de bomen in gevlucht, ze hadden daar lang genoeg gezeten om voldoende afstand tot hun achtervolgers te scheppen. Toen – geheel tegen hun natuur in – hadden ze de bomen weer verlaten. Dat was vreemd. Tegen zonsondergang kruisten ze een weg die volgens Corbin, nadat hij een tijdje met zijn gps had gestoeid, dezelfde weg was waar ze uit de truck waren gestapt. Hij zond Flores op pad om de Humvee te gaan halen. ‘We zijn misschien een kilometer verder dan waar we begonnen,’ klaagde hij.
45
Vuurstorm.indd 45
24-06-14 11:24
Malakai haalde zijn schouders op. Wat moest hij daarop zeggen? Ze waren niet bezig een landsnelheidsrecord te vestigen. Ze probeerden een troep zich merkwaardig gedragende apen te vinden. Hij wierp een blik op Clancy. Ze had niet veel gezegd sinds ze de dode chimpansee hadden gevonden. Daar mocht hij in elk geval heel dankbaar voor zijn. Haar lippen stonden strak, en ze zag er ellendig uit. Hij nam Corbin apart. ‘Als Flores met de truck teruggaat,’ zei hij, ‘laat hem dan die vrouw terug naar de basis brengen.’ ‘Shit,’ zei Corbin. ‘De zon is bijna onder. Als ze niet achter de volgende heuvelrug zitten, gaan we allemaal terug.’ ‘Ik niet,’ zei Malakai. ‘Ik blijf hier kamperen.’ ‘Waarom? Denk je dat ze terugkomen?’ Hij keek om zich heen, alsof de gedachte hem verontrustte. ‘We kunnen binnen een halfuur terug in het kamp zijn, en morgen kunnen we hier voor zonsopgang het spoor weer oppikken.’ ‘Ik blijf hier,’ zei Malakai. ‘Ik ken dit gebied niet, deze bossen. Ik wil met de omgeving vertrouwd raken. En misschien kom ik iets te weten. Zo’n honderd rondbanjerende apen maken geluiden. De kreet van een orang-oetan draagt heel ver, dat weet ik uit ervaring.’ ‘In het hele gebied staan luisterposten,’ zei Corbin. ‘Ik heb geen opdracht gekregen hier te overnachten. Bovendien hebben we geen kampeerspullen meegenomen.’ ‘Ik hoef geen gezelschap,’ zei Malakai, ‘of spullen – hoewel een deken wel prettig zou zijn.’ Corbin aarzelde. ‘Ik blijf in elk geval niet,’ zei hij. ‘Dat is goed,’ zei Malakai. Hij deed een paar stappen bij Corbin vandaan en tuurde om zich heen, op zoek naar een geschikte plek. ‘Ik ga daarnaartoe,’ zei hij ten slotte. Hij wees naar een hooggelegen plek die aan één kant beschutting bood. Daarna begon hij te klimmen.
46
Vuurstorm.indd 46
24-06-14 11:24
Hij was takjes aan het verzamelen om een vuur te stoken, toen hij de Humvee beneden hoorde aankomen en vertrekken. Even later hoorde hij voetstappen. Hij keek naar beneden en zag Clancy de helling op klimmen. Ze droeg een soort pak onder haar ene arm. ‘Er lagen regenponcho’s achter in de truck,’ zei ze. ‘We kunnen ze als dekens gebruiken.’ Hij knikte en bleef hout rapen voor het vuur. Hoewel hij niet van plan was het te tonen, ergerde hij zich wild. Hij had graag alleen willen zijn, met de nacht en met zijn gedachten. Omdat hij niets zei, begon Clancy ook hout te verzamelen. Toen ze wat ruimte om de kleine houtstapel hadden gemaakt, pakte hij zijn aansteker. Ze produceerde een geforceerd lachje. ‘Ik weet zeker dat dit niet legaal is,’ zei ze. ‘Vast niet,’ antwoordde hij. Hij keek toe hoe de kleine vlam aan de smalle twijgjes likte en oversloeg op de grote takken. Daarna ging hij op de kale grond zitten en staarde in het vuur. Clancy zat tegenover Malakai, maar ze keek langs hem heen. ‘Je vindt me een idioot,’ zei ze na een tijdje. Hij zuchtte. ‘Ik denk dat je naïef bent,’ zei hij. ‘Kennelijk ben ik dat,’ zei ze. ‘Maar ik ben eerder…’ Ze stopte plotseling. ‘Eerder wat?’ vroeg hij, terwijl hij meteen spijt had van zijn vraag. Hij wilde dat ze stopte met praten en niet door zou gaan. Ze keek even in het vuur. ‘Ik wist dat de chimpansee dood was toen ik zijn ogen zag,’ zei ze uiteindelijk. ‘Tuurlijk,’ antwoordde Malakai. ‘Dat is niet zo moeilijk om te zien.’ ‘Ik vind,’ zei ze na een korte pauze, ‘dat jouw ogen eigenlijk dezelfde uitdrukking hebben.’ Hij porde met een stok het vuur op en keek naar de opvliegende vonken. ‘Wat poëtisch,’ zei hij.
47
Vuurstorm.indd 47
24-06-14 11:24
‘Hoe ben je eigenlijk zo geworden?’ vroeg ze. ‘Wat is er met je gebeurd?’ ‘Ik ben geboren,’ zei hij. ‘Ik weet dat er in jouw land veel oorlogen zijn geweest…’ ‘Luister eens, juffie,’ zei hij, ‘ik ben hier vanwege een bepaalde klus. Die ga ik klaren, maar ook niets meer. Ik ben geen etnografisch studieobject. Als je bent gebleven om me te interviewen, dan heb je je vergist.’ ‘Ik dacht alleen…’ ‘Denk maar aan iets anders,’ zei hij. Het vuur brandde goed. Hij begon de poncho klaar te leggen. Vanuit zijn ooghoeken zag hij dat Clancy de hare spreidde en ging liggen. Hij lag op zijn rug en staarde naar de nachtelijke hemel. De bewolking van de afgelopen dag was verdwenen, zodat de sterren naar hem terugstaarden. Hij herinnerde zich dat hij ook zo op de berg Virunga had gelegen, met zijn oom, en dat leek al heel lang geleden. Hier waren de sterrenbeelden anders, en Mount Tamalpais was nauwelijks een berg te noemen. Maar toch voelde hij, verrassend genoeg, een zekere vertrouwdheid. ‘Ik ben niet gebleven,’ zei Clancy, die met haar broze stem de stilte verbrak, ‘om jou te ondervragen. Ik ben gebleven om jou in de gaten te houden. Jij weet iets dat de anderen niet weten, en je hebt er niets over gezegd.’ ‘Wat bedoel je daarmee?’ ‘Apen gedragen zich niet zo. Chimpansees niet, en zeker orangoetans niet.’ ‘Juist,’ zei hij, ‘dat heb je dus opgemerkt, hè? Maar waarom heb jij er dan niets over gezegd?’ ‘Dat weet ik niet.’ ‘Dat weet je wel,’ zei hij beheerst, en hij ging een stapje verder. ‘Weet je, de mensen voor wie wij werken zijn niet te vertrouwen.’ ‘Geloof het of niet, maar dat idee had ik ook al. Het is allemaal een beetje té geheimzinnig.’ Ze keek ongemakkelijk. ‘Ik weet niet of ik eigenlijk wel wil weten wat ze van plan zijn.’ ‘Dat wil je wel,’ zei hij. ‘Je zei dat je had gezien dat mijn ogen een
48
Vuurstorm.indd 48
24-06-14 11:24
bepaalde uitdrukking hebben – of missen. Maar ik heb ook op jou gelet. Als je het niet zou willen weten, was je allang vertrokken. Dan zou je op weg naar huis zijn, hoogstwaarschijnlijk naar je vriendje.’ Dat maakte een flauw lachje in haar los. ‘Nou denk je zeker dat je me tuk hebt, hè?’ ‘Heb ik ongelijk?’ Ze zweeg lange tijd, zo lang zelfs dat hij dacht dat ze in slaap was gevallen. ‘Nee,’ fluisterde ze. Sommige dingen waren onontkoombaar, en het wekelijkse etentje met haar vader was er een van. Niet dat Talia niet van hem hield, maar ze wist waar hij mee bezig was, en ze had geen zin om er op dit moment over te praten. Nu zat ze hier, in een steakhouse, waar ze zich niet eens de voorgerechten kon veroorloven; haar kleding viel uit de toon en ze voelde zich niet op haar gemak. Ze was bijna dertig, maar haar vader behandelde haar alsof ze twaalf was. ‘Hoe is jouw vis?’ vroeg hij, terwijl hij haar Alaska-forel met de nodige argwaan bekeek. ‘Heerlijk,’ zei ze. ‘Hoe is jouw steak?’ vroeg ze op haar beurt, de enorme Porterhouse monsterend. ‘Kan ermee door,’ antwoordde hij. Hij keek vluchtig naar haar bord. ‘Je moeder zou ook voor vis hebben gekozen,’ zei hij. ‘Ik heb dat nooit begrepen.’ ‘Het is lekker,’ zei ze, ‘en gezond. Jij bent hartchirurg. Jij hoort dat te weten.’ ‘Met mijn hart is alles in orde,’ zei hij. ‘Mijn hart is perfect. Ik zal waarschijnlijk mijn kleinkinderen overleven. Als ik ze had.’ ‘Daar gaan we het nu niet over hebben,’ waarschuwde ze. ‘Hoe gaat het met die journalist?’ vroeg hij. ‘Ik lees regelmatig zijn artikelen.’ ‘Dat… Dat is verleden tijd, pap,’ zei ze. ‘En bovendien gaat het jou niets aan.’
49
Vuurstorm.indd 49
24-06-14 11:24
‘Jij bent mijn dochter,’ zei hij. ‘Alles wat met jou te maken heeft, gaat mij aan.’ ‘Ik denk dat we hierover van mening verschillen,’ zei ze en ze tuurde naar de vis op haar bord. Even hing er een ongemakkelijke stilte. ‘We hebben op Spoedeisende Hulp een aantal vreemdsoortige gevallen binnengekregen,’ zei ze om de stilte te verbreken en om hem eraan te herinneren dat ze dokter was, een vrouw met een beroep. ‘Het lijkt in eerste instantie een soort hemorragische koorts, maar het blijkt zich te ontpoppen als een retrovirus.’ ‘Jij bent chirurg,’ bromde hij. ‘Waarom houd je je met virussen bezig?’ ‘Jezus, je klinkt net als… Bah!’ Ze wachtte even om haar zelfbeheersing te herwinnen. ‘Ik ben seh-arts. Ik heb met veel zaken te maken. Ik spalk gebroken vingers. Ik behandel drugsoverdoses en alcoholvergiftiging, griep, miskramen, schotwonden – noem maar op. Ik heb alles langs zien komen.’ ‘Je bent opgeleid tot chirurg,’ vervolgde hij. ‘Ik heb geen acht jaar universiteit voor je betaald om je jezelf dood te laten werken op Eerste Hulp.’ ‘Ik betaal je terug…’ ‘Met kleine beetjes, Natalia,’ zei hij. ‘Maar daar gaat het niet om.’ ‘Nee, daar gaat het juist wél om, pap.’ Hij zuchtte. ‘Kijk eens,’ zei hij, ‘ik heb het met mijn partners overlegd. We zijn het er allemaal over eens dat je een geweldige aanvulling bent voor onze praktijk. Het is een uitstekende praktijk, en ik vind kosar, kosar, drayton en hamilton voortreffelijk klinken.’ ‘Ik hou van je, pap,’ zei ze en ze keek hem recht in de ogen. ‘Maar nee. Het is niet wat ik wil. Althans niet op dit moment.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Wie weet in de toekomst. Maar niet nu.’ Hij zuchtte opnieuw en boog zich weer over zijn steak. ‘Dat retrovirus,’ zei hij ten slotte, ‘is het gevaarlijk?’ ‘Ja,’ antwoordde ze, ‘erg gevaarlijk. Eigenlijk is het een nachtmer-
50
Vuurstorm.indd 50
24-06-14 11:24
rie. Het hangt in de lucht. De incubatieperiode is ongelofelijk kort. Koorts, bloeding van de slijmvliezen, met name in de neusholten, gevolgd door snelle meervoudige orgaandisfunctie. De tijd tussen eerste symptomen en dood is een kwestie van dagen.’ ‘Wat is het sterftecijfer?’ ‘Voor zover ik weet zijn er in San Francisco tien mensen aan gestorven en bij ongeveer honderd mensen is de ziekte vastgesteld. Er zijn ook gevallen in andere steden gemeld. Tot dusver is nog niemand ervan genezen.’ ‘Niemand?’ Hij leunde achterover in zijn stoel. ‘Tjonge, Natalia. Dit lijkt me buitengewoon gevaarlijk. Misschien moet je een tijdje vrijaf nemen.’ ‘De voorspellingen zijn dat het sterftecijfer exponentieel gaat stijgen – honderd of meer. Hoe meer medisch peroneel daarmee te maken krijgt, des te minder mensen zijn er om zich bezig te houden met de dingen waarmee ik me bezighoud. Als ik vrij neem, komen ze nóg meer handen tekort. Ik wil dat niet op mijn geweten hebben.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik ben heel voorzichtig,’ zei ze, hem de pas afsnijdend. ‘Altijd wassen, altijd steriliseren.’ ‘Ja,’ zei hij. ‘Als kind al waste je de lepels en vorken twee keer af – eerst met zeep en daarna wreef je ze met alcohol.’ ‘Mam werd er gek van,’ zei ze. ‘Dat kun je wel stellen,’ beaamde hij en hij zette zijn vork weer in de steak. ‘Ik ben het er absoluut niet mee eens,’ zei hij, ‘dat jij op Eerste Hulp zit – en dan dat virus… Het doet me enorm veel pijn dat je niet bij je oude pipa in de praktijk komt werken.’ ‘Ik wil je geen pijn doen, pap.’ ‘Ik ben nog niet klaar,’ zei hij. ‘Ik heb misschien moeite om allerlei dingen te aanvaarden, maar begrijp me goed: ik ben héél trots op je, Natalia.’ Ze staarde hem aan en voelde langzaam een glimlach op haar gezicht verschijnen, ondanks de tranen die in haar ogen opwelden. Hij
51
Vuurstorm.indd 51
24-06-14 11:24
zag dat natuurlijk niet. Hij was bezig zijn steak met chirurgische precisie te snijden, alsof hij met iemands borstkas bezig was. ‘Dank je, pap,’ zei ze, ‘dat is fijn om te horen.’ ‘Nou, dat is dan klaar,’ zei hij. ‘Maar als je van gedachten verandert…’ ‘Eet nu maar, pap,’ zei ze.
Bestel Vuurstorm hier Dawn of the Planet of the Apes draait vanaf 17 juli in de bioscoop. 52
Vuurstorm.indd 52
24-06-14 11:24